RUBRIEKê VOOf-t ONZE JEUGD. Raadsels .Deze raadsels zijn allo inge zonden door jongens en mdilsjes, die „Voor onze Jeugd." lezen. Do namen van dJe kind/eren, dae mij vóór Donderdagmorgen oplossin gen zemdeni, worden' in liet volgend nummer bekend ge maakt.) 1. (Ingezonden door Roelof Beine- ma). Mijn eerste is een jongensnaam. Mijn tweede is "niet arm. Mijn geheel is een land in Europa 2. (Ingezonden door Geertruida vau den Bosch). Welke kade in Haarlem kunt ge uit onderstaande letters maken kej adareon 3. .Ingezonden door Mien Uyben- daal). Wat is 's nachts 'ledg en bij dag met inenscllertvleesoh gevuld 4. vIngezonden door Herman Pope- lier). Welke begraven stad maakt ge uit onderstaanden zin? Madeion, denk je nog wel eens aan je belofte 5. Ingezonden door Trijntje Frö- hch). Des zomers ben ik koud, Des winters doorgaans warm. In "t najaar meestal rijk, Maar in het voorjaar arm. 6. Ingezonden door Truus Staal). Mijn gelhieel bestaat uit tien letters en is -een bloem. 3 6 4 8 is niet eeiüijk. 5 7 6 3 2 is een meisjesnaam. 9 2 1 eet men op de boterham. 10 5 is een maat. Van 1 4 7 5 wondt broodl gemaakt. 7. (Ingezonden door Betsy van Won gen). Waar zijn zeeën en rivieren zonder water 8. (Ingezonden dooi- Dina Vester). Mijn eerste gebruikt de kruidenier om (i'e verkochte waar in te doen. Mijn tweede is in dorp en stad. Mijn geheel is in Haarlem. 9. (Ingezonden door Anton Koo- men Mijn geheel bestaat uit tien letters en is een ramp, die in ons land heeft plaats gehajJ. 7 8 9 3 is een vrucht. 5 9 8 10 is eon kleur. 5 2 3 is een knaagdier. 5 8 6 is een paard. 1 2 3 4 5 is vloeibaar. 10. (Ingezonden door Herman Vo gelsang). Zoek uit den liieronderstaanden zi-n een begraven stad dn Nederland': Wij zullen den balk maar laten zakken. Raadseloplossingen De oplossingen vam de raadsels der vorige week zijn 1. Bolsward. 2. Assen-DelftAssendelft. 3. Ie Jan aL IN GE en dagen do stad uit geweest? 4. In den winter, wanit dan looiden de meeste mensclien met de ban den in den zak. 5. Lantaarnopsteker. 6. Oo oogoor. 7. Kolk, wolk, dolk, volk, tolk. 8. Maasdam. 9. Op een paddestoel. 10. De ooievaars vlogen klapPERENd heen. Goede oplossingen ontving ik deze week van Margretha Kuiper 4, Gerard Hek- kelman 10 (vorige week), Dirk de Lan ge 5. Dina, Geervliet 7, Harri van der Horst 5, Johanna en Marie Bijster 6. Mien Uytemdaal 6, Anna van der Horst 5, Marie on Rika Heck 7. Mina Robin 9, Kniertje Stam. G Gijs- ^ertus Seubrimg 7, Hendrik Groene- veld 9, Dirk Herschee 9, Dirk en Edu- ard Boeré 7, Hennte Robin 9, Lena Bos 3, Jacob Frankfort, 7, .To en Betsy Ploeg- 7, Beltsy Frölich 9, Bart'ha Hoetjens 5, Roedof B-cinema 7. Her man en Ali Popè-lier 9, Gorda. Groane- veld' 9, Marie van Zutpliien 9, Trijntje Fü-ölicii 9, Age Beineana 8, Anna van Zutphön, 9, Jo van den O-osterkam-p 2. Hendrika Nagelhout 8. Jacobus ter Haa k 8. Adria an Mars 9, AI id a de Blazer 9. Carolina Konsen 3. Nog eetis de Wedstrijd. Even nog vertellen, waaruit onze extra-wedstrijd bestaat. Enkele jongens en meisjes kwa men klagen, omdat ze geen kleur- doos hebben en nu niet aan den wedstrijd mede kunnen doen. Daar om wordt nog een e x t r a-p r ij s uitgeloofd voor den inzender of de inzendster van de mooist geteekende kip of haanniet kleuren dus, maar alleen teekenen. Als voorbeeld mag je de kip of haan van het kleur- plaatje gebruiken, en ook mag je een ander voorbeeld gebruiken als je dat liever wilt. Jongens en meisjes, die aan dien kleurwedstrïjd meedoen, mogen na tuurlijk niet aan dezen teekenwed strijd meedoen! De bepalingen voor de teekeniingen zijn hetzelfde als voor de kleurplaatjas. Doe nu maar je best om er wat moois van te maken Gefopt (Bekroonde inizerudiing van Truus Springer). Het was een Leuk troepjekleine Jan, WLm -en Zus. Ze konden samen zoo aardig spelen. Wel was het jam mer, dat Zus een/ halve jongeii gewor den was, maar liet kon ook haast niet anderszij alleen niet die twee wilde robbedoezen Het was Woensdagmiddag. Het re gende erg. Anders als het mooi weer was, gingen ze uit en dan bedacht Wim altijd één of ander aardig spel letjes, maar nu was het of Wim niets wist. Allen zaten zich te vervelen en hingen op een stoel. Af en toe zei Jantje „Nu weet ik iets", en als Wim en Zus dan bij beau kwamen, heel blij, dat-hij iets wist, zei hij lieel leuk: ,,Nu ben ik het weer vergeten Dat vonden Wim en Zus den eersten keer aardag bedacht van hem en moes ten er om lachen, maar toen hij bet telkens weer deed, was de mop er af cn werden ze boos op hem. „Kom, k meiers, gaat .eens wat doen", -zei Moe telkens; ,,zal ik het vlooienspel balen-, of Zwarte Piet?" ..Daar heb ik nu niets geefli zin in", zei'den ze dan. „Nu weet i;k 'hieuscb wat", zei Zus op eens. „Wat dan, wat dan-?" riepen ze al- te twee tegelijk. „Wiel gaan- verstoppertje spelen door het ilteelte hiuis, zonder verban. ...Ja, jariepen Jantje en Wim „Wie moet hem zijn,?" „Wim-, Wimriep Zus. Zus ging even naar Moe, om te vra gen of ze het mochten' en Moe gaf ge lukkig toestemming. Wim was 'm dus en- daar begon het. Zus maakte eerst, dat Jantje een goéd plaatsje had ear stopte hem in een groote kist, waar hij juist in kon. Torn kroop zij onder het groote lo geerbed. Eerst vond zij het wel wat gril. omdat Beije de meid er eens een doode muis onder had- gevonden, maar ze deed liet toch. Zoo speelden zij een hcelen tijcl, totdat er hard gebeld werd. Bet je deed open en zag dat de" wagen van de Hoilandsche spoor voor de deur stond. Ze zette groote oogen op, want zoo iets kwam weinig voor. Een der m an nen, die op den bok at, sprong er af, en haalde een pak uit den wagen, dat hij voor de verbaasde Bet je neder zette. Ze bracht liet in de huiskamer en wilde juist naar boven gaan, om het Mevrouw te zeggen, toen liet drie tal de trap af kwam hollen. „Wat is er, wat is er?" vroegen ze als uit één mond, „Er is een pak gekomen voor de jongejuffrouw eai de jongeheeren", zei- de zij. „Een pak voor ops riepen ze ,,hiep, hiep, hoera. Fluks holden ze verder de trap af en dé huiskamer in. Moe kwam ook. „Kijk eens wat of liet papier nat is", zei Jantje. Het pak was heel zorgvuldig inge pakt met touw en lak. Moeder maakte het open eai ze vond een kaartje, waai de naam van een oom der kind-enen op stond. Zus was met haar knieën op een stoel gaan zitten, om alles goed te kunnen zien, Jantje kwam net met zijn hoofdje boven de tafel uit en Wim was natuurlijk groot genoeg. „Wat zou er in zitten?' vroegen ze elkander telkens af. „Ik denk een spoortrein voor ons tweeën en een naaidoos voor jou", raadde Wim. „Een naaidoos, daar heb ik ook wat aan", zei Zus, „dan had ik liever een bal." „Misschien zitten er wel een dozijn sprinkhanen in", zei Jantje. Alten moestem lachen en Zus zei „Malle jongen, lioe kan dat nu Ze zouden immers dood gaan in die-kist.' „Weet je wat ik denk Dat er heer lijke vruchten in zitten, sinaasappe len bijv., d-at heeft Oom nog eens ge daan". Moeder haalde de spijkers uit het kistje, dat zich luad vertoond, en to,'en zij bet deksel had opgelicht, zagen ze allemaal houtwol. „Er zit zeker iets heel breekbaars in", zei Jantje. „Waarom?" vroeg Wim„het kan best een trein zijn en als ik da- moest inpakken, zou ik er ook hout wol in doen, voor liet schudden." „Allemaal houtwol", zei Zus teleur gesteld. Maar op eens haalde Moe er een klein pakje uit en Zus zei vroolijk „Kijk, jongens, nu komt er wat." Moeder haalde het papier er af, en ze zagen een doosje. Toen deed ze het dekseltje ei- af en nu kwam er een enveloppe uit, waarop stond: „Aan Wirn, Zus en Jantje." Alle oogen waren opeens op een kaartje gevestigd, dat Moe er uit had gehaald. Moe en Wim lachten opeens zóó. dat het een aard had. En Zus. die nog maar weinig, en Jantje, die in liet geheel niet lezen kond-en, begrepen de ware mop er niet van, doch moesten op Itet gezicht ook hartelijk meelachen. Toen Wim wat was bedaard en ten minste door zijn lachen heen iets kon zeggen, riep hij „1 April! 1 April We zijn gefopt!" Nu wisten Jantje en Zus waarom ze zoo lachten, 'sAvonds vertelden ze al les in kleuren en geuren aan Vader, die er ook hartelijk om lachen moest en toen ze 'later naar Oom gingen, en hij hen vroeg, of zij het cadeautje mooi gevonden hadden-, deden ze net, of ze heel boos waren, maar inwen dig moesten ze toch laeh.eiu dat Oom hun zoo aardig had ,.gef op t". Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de KLiwter-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sophia straat No. 22, Haarlem). Ne 11 y d e M. Nu, Nel, dat je veel houdt van brieven schrijven, wist 'k al- maar dat je ze zoo lang kunt ma ken wel, dat heeft me heusch heel even verbaasd doen staan Als je je album stuurt, zal ik er wel eens wat in schrijven, omdat iii het bent, hoor! En als je dan Piccino ook nog .even zendt, zal ik daar ook je naam :n schrijvenmaai- vertel nuo dan nog even met welken wedstrijd je dat ver diend -liebt, want dat ben ik vergeten Dat je weer eens wat voor me wilt maken vind ik heel aardig van je. Hoo kun je -nu denken, dat ik bo-os zou warden eet je dat nu nog niet be ter W-at jammer, dat de zwarte po-es weg isOf je fouten maakt met en Uw Nee, meestal doe je het goed, en later zal ik je nog wel eens pre cies uitleggen hoe het. moet. Jo D, is goed op je geweestDag Cornel is R. Je kleurplaat je i-s goed aangekomen. De groeten voor Ferdinand eau voor jezelf Betsy van Wel, Bets, nu je zoo lief om vergeving vraagt, zal ik ook maar vergevensgezind zijnZou je Wel witten dat ik een tante van je was Wat heerlijk, dat je dat akelige toestelletje kwijt bont Nu vind'je liet fietsen zeker dubbel plezieris-. of heb ik dat mis? J o v. d. O. Nee, Jo, ik lien heusch heelemaal niet boos. hoor Ik vind het juist erg goed, dat je flink met Ann te gaat wandelen. De buitenlucht is voor jullie allebei erg gezond Heerlijk, dat je een poesje krijgt, hè Vind je Mies- je geen mooie naam er voor Ik wed, dat poes het erg goed zal hebben bij Annie en jou D-e groeten voor Moe der en voor jullie tweet jes, en wandel maar prettig Jacobus ter H. Ik begrijp je raadsel nu heel goed. en zoodra ik eens een plaatsje Iveb zal ik het op nemen. Hoe is -liet met Coba? Is ze nu weer heelemaal beter En worden de kleuipl aatjes mooi Rika N. Ziezoo, nu zal ik toch be ter oppassen en je Rika" noemen! Dat bevalt je zeker beter, is 't niet? Ga je van den zomer naar Friesland en naar Amsterdam)? Wat heerlijk! Jij. treft liet nog eens, hoorKom maar een® op oen Woensdag tusschen een en twee uurdian ben ik altijd thuis C al-har in a K. Ja, dat uittelten is een heel geduldwerkje, ben je er al mee klaar Ik wed bepaald, dat d't een extra mooi theekleedje zal wor den! Zijn Oom en Tante en je neefje al goed en wel in Haarlem aangeko men Dat zal oen gezellige dag ge venBen jij ook wel eens in Brussel geweest, of bob je het zoover uog nooit gestuurd Adr-iaan M Heelemaal vergeten om je naam een woonplaats op te ge ven? Nu, Adriaan, voor dezen keer zal ik liet dan nog maan* eens voor je verbeteren En vooral nu ik weet-, dat Moeder ziek was, vind ik het niet heel erg. Is Moeder -nu weer heelemaal beter Corrie de H. Raai, dat je hor loge niet terecht gekomen isMaar zoo'n gouden horloge in de toekomst maakt well veel goed, vind je niet Om dan eon paar jaartjes geduld te hebben is niet boel ergZijn Joco en 't Poesje al goede vrienden gewor den? Nu, je moest zeken- vroeg op staan .toen je 'smorgens den brief nog weg moest brengen. Of ben je al tijd vroeg Mina. en Henny R. O, jongens, zijn jullie Donderdag zoo nat gewor den? Dat is me wat! Gelukkig maar, dal je nu weer opgedroogd bent, en dat je dus al d)o narigheid weer ver- geiten bentGa je nu nooit meer wan- dleJeu als het donker .ziet? Heerlijk toch-, die drie vacantiediageu, of ga je liever naar school? Dirk H. Nu, Dirk, ik ben erg be nieuwd om te zien of je kleurplaat je mooi is, bij de andere inzendingen vergeleken! Je mag wel raadséls in zenden, maar dan moet je niet zulke vuile vingers op je briefje zettenzul je daar aan denken? L e n a B. Je raadsel is goed, Lena, en dat zinnptje zal ik er bij zetten voor je. Nu- je teekening is goed aan gekomen, maar dat weet je wel, want je bent zelf netjes met den brief geko men. Is het nieuwe boek mooi, Lena? K niertje S t. Allerlei briefkaar ten uit vreemde landen Je broer is goed op je, hoor Heb je nog meer broers en zusjes'? Wél, Kniertje, wat heb je toch mooi postpapieren ik zie het altijd dadelijk wanneet* de brief van jou is. Vind je dat niet leuk? G ij s b e r t u s S. Nee, hoor, ik wed dat je je utaani nu nooit meer ver geet Ga je in Haarlem op scliool, zeg, en kom je dén brief dan altijd zelf brengen J o en Betsy P. Wat zal da.t een malle valpartij geweest, zijn daarin.de Kleine HoutstraatGelukkig maar, dat je je geen pijn gedaan hebt, en dat Moeder je jurk ook weer gauw beter maakteVerbeeld je, dat de fietsen daar waren thuis gekomen zonder Jo Dat zou toch wel heel gek geweest zijn Dag, Zusjes, veel groe ten Jacob- F r. O, Jacob, daar had je heusch je naam vergeten! Ik zou haast zeggen „sliep uit" Goed, dial ik liet maar wear geraden heb, hè Barth all. Je hebt een mooi raad sel bedacht, Bartha Ik heb nu nog een heeleiboel raadsels, maar zoodra dat van jou aan de beurt is, zal ik het opnemen. Je naam zal ik op je plaatje zetten zal je het nu niet weer vergeten) Roelof B. Heb je de nieuwe op gave al weer onder handen genomen, Roelof, en ben je al aan hot teekenen geweest? Ik verlang er al naar te zien wat voor moois je er van maakt Dina V. Dat is weer een hieele verzameling raadselsHeit laatste van de vorige bezending staat vandaag juist in de courantdat komt al heel mooi uit, hè? Ga jij nioa-geoi nu maar een© flinke wandeling maken als het weer maan- een beetje mooi is ga je er zeker op uit-, is 't niet. Is mijn brief nu naar je zin/? Herman en Ali P. Nu, als je naar de duinen gaaf. kan ik me wel begrijpen, dat je raadsels en brieven vergeetdat vind ik n-ie-t heel e«-g. Heerlijk, dat do ktouirpLaatjes goed uit vallen Nu bewijst Herman's k'leur- doos zeker goede diensten, is 'tnd'et? T r ij n t j e en B e ts y F r. Ook al nat geworden Amie schapen 't Is maar goed. dat. er niet altijd zoo'n lianxle bui komt als je aan 't wandelen bent., hè Nu wed ik dat jullie al naar bed bont als -de courant van avond komt. Om vijf uur opgestaan Dat is wel om overdag slaperig te wordenWas liet prettig vanmor gen? J o li a n B. Naar bet Bloemendaal- sche bosch en naar den Hout en op visite 't kan niet opIs je zusje jonger dan jij bent Ik hoop, dat er an de week woei* eens een oogenblik je overschiet voor de raadselsJij vindt de zomer zeker wol heerlijk, is 'tniet Marie Gr. Nee, nu betwijfel ik liet heelemaal niet meen*, nu Nelly en jij het allebei zoo plechtig kwamen verzekeren! Maar ik betwijfeld®het toch al niet., hoorGoed1, dat je Don derdag al in V-elsen was voor die hui begon. Nu kan je morgein en overmor gen weer eens heerlijk van 't fietsen genieten, -hè? Wist jewel, dat je Nelly's geheim eigenlijk al weet? Age B. Ja. - Dat is eeai heel raar begin van een brief, maar om niets te verklappen, mag ik toch niets anders zeggen. Alleen wil ik je nog vertellen, dat ik denk, dat het erg leuk zal staan.Ook groeten, voor Moeder Rika en Marie II. Ik vind. dat Rika keurig netjes schrijft, en ik vind ook, dat Marie maar moet maken, dat ze iliet ook zoo netjes leert. Ga je, als je de zesde klasse hebt doorgei oopeiv van school af, Rika Gezellig, dat jullie mé iLe volgende week weer eer. lange brief wilt schrijven. Dag J acobus v. -d. B. Zoo'n kleurwed strijd is nog eens iets naar je zin. hè En wat zag je inzending er leuk uitOm niets te verklappen zal ik er venter maar niéts van zeggen, maat je begrijpt liet nu welOf liet moei lijk is, om de beste plaatjes uit te zoe ken? Nu, of liet! Zou jij wel wfllen helpen- Dina G. Wel, wel, wat was dat een vriendelijke kennis, die zorgde, d-at jullie drietjes ook aan den wed strijd mee kunt doen Zoo'n kleur de os is tóch maar een heerlijk diaig. hè? Véle groeten voor jezelf, en ook voor Marie en Grefha. Dirk «le L. Mooie raadsels, die- ik graag wil plaatsen.heb je ze alle maal zelf bedacht. Dii-k Gretha K. Ja Grettia, Woensdag ben ik altijd thuis tusschen een en twee uur. dus nu weet je het precies. Wat jammer van dat fleschje inkt Maar daar is nu niet veel meer aan te doen, hè Wat de prijzen zijn. zul je later wel hoorenJe raadsel is goed. Dag Dirk en Eduard B. Ook jullie raadsel is goed. Dag-, jongens Marie en Johanna B. Zoo. dat klinkt tenminste beter. Als je nu belo ven wilt om voortaan dadelijk te schrijven als er iets met de boeken niet in den haak is, wil ik wel eens zien, of ik nog wat voor jullie heb. Dan zal ik mijn- boekenkast weer eens nasnuffelen, hoor! Nu zijn we zeker weer allemaal tevreden, hè Harri o v. d. II. Je raadsel is goed, HarrieVind je het niet leuk, dat jullie nu allebei een brief krijgt? Ik ben goed op jullie, vind je niet? Mien U. Ja. ik heb nog wel wat letterraadsels, maai- ik hoop, dat wo er gauw doorheen zullen zijn-. Dat van dezen keer is gelukkig nogal ge makkelijk, hè Dag, Mien 1 A nu a en M a.ri e v an Je mag wel een ander raadsel inzenden als je wilt, en je hoeft niet eerst te wachten •tent liet, vorige geplaatst is. Ik weet heusch nog niet wanneer Marië's raadsel aan de beurt is, hoorWordt je al ongeduldig Anton K. Ook even een briefje voor Anton, om te vertellen, dat de. teekening good is aangekomen. Dat «teékenen vond je zeker wol prettig, hè Gerard II. Jammer, dat. je do vo rige week te laat was. Gerard En nu je dit leest ben je lieusch al goed en wel jarig geweestNog wel gefelici teerd met je elfden verjaardagJon gen, jongen, wat wordt dte Ge-rard al een baas't. Is haast .niet meer bij te «houdenHeb je Woensdag veel pret gehadi R I K A K. Die Rika heeft het maar druk met kleinen Henri! Maar.liet is nogal niet erg naar om het met zoo'n kleinen broer -druk te hebben, vind je wel Van je geheim zal ik niets ver klappen. maar ik vind het héérlijk voor je Wat zal dat prettig zijn Woensdag tusschen een en twee uur bon ik altijd thuis, dus kom dian rn-aar eens Hondi-ik en GerdaGr. Brutaal? Nee, hoor, ik vind je niet brutaal, en ik wil je best vertellen, dat ik fietsen, ook erg prettig vind. Maar zoo vroeg als jij ga ik er 's morgens toch niet •op uit! Half zes! Maar 't is wél heer lijk zoo in <Le vroegte, hè En wat e>dn prettig geheimpje vertelde Gerda me Is Jiiet gelukt, zeg? Ik hoop het erg voor je A ii n a v a n <d e r II. Wol, Anna, wat vind ik diat jammer, dat ik je naam den Yorigen keer over het hoofd heb gezien We zullen het nu maai- gauw goedmaken, hè Nu krijg je vandaag een brief alleen, me dunkt dat het mooi is! Zijn de vijf anderen alle maal jonger «tan jij Heerlijk, dat je zoo'n goede hulp voor Moeder bent Johau van H. Ja. dat verhuizen geeft altijd een heéle drukte, hè Ge lukkig. dat het nu weer achter den rug isVind je liiet nieuwe huis pret tig? Je raadsel is goed, maar of het gauw geplaatst wordt, kan ik je heusch nog niet vertollenHoe is het met Henman, die ik voor Henrietta aanzag? De groeten voor jullie alle bei M. C. VAN DOORN. wel eens wat meer willen verdienen; niet voor hean zelf. maar-voor Bareld- oom En hoe dot nu van den winter zou baan...! Maar het zou toch ook best kunnen, dat er dezen winter nu eens werk was! 't Zou toch ook niet eender blijven. Misschien zou er aanstaan den winter wel eens heide ontgonnen worden. Dat kon je nooit weten! Maar Bareld-oom was al vast verzorgd, en de Heere zou in de toeikomst wel voorzien." NEDERLANDSCHE GLOBE-TROTTERS. De correspondent van de N. R. Crt. te Konstantinopel schreef 15 Mei j.l. vandaar het volgende „Den 27en April zijn hier ter stede aangekomen en verleden Dinsdag weer vertrokken, drie jeugdige Ne derlanders M. van der Hoeven, oud infanterist, zich noemende oud-onder wijzer, 26 jaar; diens broeder G. van der Hoeven, gewezen lichtmatroos ter koopvaardij, nu, volgens zijn zeggen, student in de aardrijkskunde, 19 jaar; F. Miga, 21 jaar, die teekenaar beweert te zijn. Zij waren, den llen Januari 1905 uit den Haag vertrok ken om in vijf jaren tij da een tocht om de werel-d te maken met geen an dere reispenning dan de opbrengst van don verkoop van briefkaarten met een kiekje van hun drieën, In vijftien maanden waren ze op die manier van Holland door Europa naar Konstantinopel getippeld, en waren voornemens verder door Kledn- Azië naar Smirna te trekken, van- Waar ze naar het Heilige Land wil len. om vandaar door de Syrische Woestijn en Mesopotamië naar Per- zië te gaan, dan door Britsch- en Nederlandsch-Indië naar China en Japan, en van daar dwars door Ame rika weer terug naar het Haagje. Tot dusverre was die "(bedeltocht, want iets anders -is het in werkelijk heid niet hetgeen hen o.a. ook door e enige Oostenrijksche politie mannen al duidelijk werd gemaakt nog al voorspoedig afgeloo.pen. In Duitschland waren ze overal nog al goed ontvangen en had men h-en steeds van het noodige voorzienin de Donaumon archie werd het al veel minder, en naarmate ze Oostelijker kwamen, werd de geestdrift en het begrip voor hun voornemen steeds ge ringer onder alle klassen der bevol king. Eindelijk luier in de Turksche hoofdstad aangeland, hebben ze zich natuurlijk eerst op het consulaat ver voegd, en daarna ook een rondgang bij de hier gevestigde vaderlanders willen doen, om weer het noodige tot voortzetting der reis bijeen te schar relen. Op eene enkele uitzondering na zijn ze daarbij alles behalve met open armen ontvangen. Trouwens, alhoewel alle drie een innemend voorkomen hebben, is hun optreden zoo vreemd, en toonen ze zich zoo onwetend en onkundig om trent alles wat hun voorgenomen reis betreft, en geven ze op vragen dien-1 aangaande soms zulke dolle antwoor den, dat men ze onmogelijk ais ernsti ge lieden kan beschouwen. Door de Nederlandsche autoriteiten alhier, en niet minder door de nota belen der kolonie, bij wie ze werden toegelaten, is hun dat dan ook on omwonden gezegd, onder bijvoeging dat hun voornemen onverantwoorde lijk lichtvaardig en onuitvoerbaar te. Zoo toonde zelfs de zoogenaamde .student in de aardrijkskunde" niet het minste begrip of denkbeeld te heb ben, niet alleen van de gesteldheid van de door te trekken streken, van de volken die daar wonen, en de le vensvoor waanden aldaar, doch bleek ook hij de onderlinge ligging van de plaatsen die ze zouden aandoen, niet te kennen. Merkte men hun op dat in Azia- tisch-Turkije en in Perzic de toestan den wat de veiligheid en de orde be treft zoodanig zijn, dat vreemdelin g-en zelfs met een geleide er niet al tijd- veilig reizen kunnen, dat verle den jaar een Oostenrijksche wande laar, die, ondanks de waarschuwing en het. verbod van zijn consulaire overheid, toch alleen het binnenland was ingegaan, eenige dagen later in Karamanië, na eerst op schandelijke wijze mishandeld te zijn door land lieden, aan den weg vermoord is worden, dan kreeg men ten antwoord „we vreezen niets, we zijn gewapend, en als de overmacht te groot is, ver stoppen we ons.Verzekert men hun dat ze in die onbeschaafde streken, waar geen sterveling lien verstaan zal want behalve wat gebroken Duitsch, spreken die wereldreizigers slechts hun moedertaalniet al leen hun briefkaarten niet aan den man zullen kunnen brengen, maar ook niets te eten zullen vinden, dan verklaren ze „dat ze van de jacht zullen levenEn toen men daarop mededeelde, dat, wanneer men ze met een schietwapen zal zien, de eerste de beste politieman in het binnen land hun dat zal ontnemen, dan was het bescheid: „dat zouden we wel eens willen zienIn dien geest vat ten ze hun heele ondernemen op Moet elk ernstig mensch over het algemeen van oordeel zijn dat er veel nuttiger werkkringen en bezigheden zijn om zijn krachten en energie voor te gebruiken dan voor het baantje van globe-trotter, vooral is zulks in alle opzichten toepasselijk voor deze drie beoefenaars van die nieuwerwet- sche zoogenaamde sport, daar, we gens hunne geringe wetenschappe lijke ontwikkeling, de ondernomen reis noch voor hen, noch voor wie ook eenag profijt zal kunnen opleve ren. Op hun leeftijd vijf der beste jaren op zulk -een domme, nuttelooze wijze te verspillen moet dan ook bepaald als -uit geen enkel oogpunt te verde digen worden geacht. Zulks is de drie jongelui, zoowel op het Consulaat als elders alhier, rondweg gezegd, met den dringenden raad erbij de aange boden hulp om met een der Holland- sche stoomers naar het vaderland te rug te keeren dankbaar en met gre tigheid aan te nemen. Niettemin hebben ze gemeend van dat aanbod geen gebruik te moeten maken, en hebben ze alleen maar de voetreis van hier naar Smirna opge geven, waarheen ze zooals gezegd verleden Dinsdag per boot zijn vertrokken, om vandaar naar Pales tina te wandelen (midden in den zo mer door de verzengend heete Syri sche woestijn Edoch hebben we hier goede rede nen om aan te nemen, dat, zoo men ze al niet te Smirna zelf tegenhoudt, de Nederlandsche consulaire autori teiten, -in overleg met de Ottomansche overheid, hen dan een beetje verderop de voortzetting van hun tocht op de voorgenomen wijze het binnenland van Aaiatisch-Turkije in, zal verbie den, ten einde zoodoende onze regee ring en ons land min of meer groote onaangenaamheden en mogelijke daaruit voortvloeiende diplomatieke verwikkelingen te besparen, wanneer die onderdanen der Koningin daar iets ernstigs zou overkomen, waar voor, naar een ieders oordeel hier te lande, inderdaad alle kans bestaat." HANDENWASSCHEN. Niet één, maar tien, twintig malen per dag moeten de handen met zeep en borstel onder stroomend water af- gewasschen worden, en vooral telkens als wij ze als extra vies mogen aan zien, zegt ,.dr. Schrijver" in 't N. v. d. D. En zelfs düm nog bschouwe men de hand als iets onreins. Men bedenke, dat de deurknop, welken gij hebt aan gevat, even tevoren door een besmet te hand kan zijn aangeraakt. Wie weet door welke handen de geldstuk ken gegaan zijn, welke gij in uw beurs schuift'? Was niet vol ziekte kiemen of wel bezaaid met schurft- parasieten de hand, welke de tram leuning aangevat heeft vóór dat gij er u aan vastklemde? Ik zou u meer dingen kunnen noe men, maar waartoe? Zij leiden alle tot dezelfde conclusie: de hand is en blijft onrein en moet dienovereenkom stig behandeld worden. Uwe handen kunnen dus nooit die nen om eetwaren aan te vatten en te betasten .tenzij gij ze even te voren terdege geboend hebt. Uw hand kan nooit tandenstoker zijn: gij brengt zoodoende smetstof fen. waar ze tevoren niet waren en waar ze allerminst behooren. Gij weet wel, tot welke onheilen bacteriën tus schen tanden en kiezen aanleiding ge ven en zijn ze er eenmaal, dan ge lukt hel u niet zoo gemakkelijk, ze met den tandenborstel uit haar schuil hoeken te verjagen. Uw vinger behoort niet -in uw neus. uw oor. uw oog, uw mondhij kan er slechts schade doen. Gij hebt -misschien zooeven iemand hartelijk de hand gedrukt, «die u daar bij als souvenir wat eieren van darm parasieten tusschen uw ringers ach terliet. Een ander iemand, die nooit tegen de etiquette zondigt en altijd in zijn hand hoest, begiftigt u met tuberkel bacillen. Of gij laat uw han den door uw hond belikken, uw hond, die ze dan tegelijkertijd met allerlei ongerechtigs besmeert. En nu zoudt gij met diezelfde vin gers uw oog aanraken, het slijmvlies van uw neus, uw mond beschadigen en infecteeren. En zijt gij winkelier in eetwaren, dan eerst recht behoort uw hand niet daar ter plaatse. Zoo heel dikwijls nog zien wij den winkelier de niet afwaschbare etenswaar verpakken, nadat hij, om het pakpapier te vat ten. aan de vingers heeft gelikt. Ziet gij het straks weer. zeg dan dien man, dat hij va.n de hygiëne niets niemendal begrijpt. Het is misschien minder schadelijk, als hij zijn artikel in een veel belezen courant met rei- nen vinger, dan in een zindelijk pa piertje met afgelikt en vinger verpakt. En als hij u uitlacht en u ongeloovig tegenwerpt, dat, als dit dan zóó scha delijk is, wel alle menschen ziek moe ten zijn, antwoordt hem dan kort en bondig. dat hij niet weet hoeveel menschen hij door zijn handelen heeft ziek gemaakt, en zeg hem ge rust, dat de velen, die gelukkig on aangetast bleven, die over bescher mende en afwerende krachten in hun lichaam te beschikken hebben, die helaas niet ieder bezft en die wij on9 maar niet willekeurig bestellen kun nen. Het zal wel ondoenlijk zijn, in het dagelijksche leven al de goede wen ken van ,.dr. Schrijver' stiptelijk op te volgen. Maar deze wenken, zooveel mogelijk, te behartigen, is gewenscht en in elk geval kan men toch zijn handen nooit te vaak wasschen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9