RUBRIEKê VOOf-t ONZE JEUGD.
Raadsels
.Deze raadsels zijn allo inge
zonden door jongens en
mdilsjes, die „Voor onze
Jeugd." lezen. Do namen van
dJe kind/eren, dae mij vóór
Donderdagmorgen oplossin
gen zemdeni, worden' in liet
volgend nummer bekend ge
maakt.)
1. (Ingezonden door Roelof Beine-
ma).
Mijn eerste is een jongensnaam.
Mijn tweede is "niet arm.
Mijn geheel is een land in Europa
2. (Ingezonden door Geertruida vau
den Bosch).
Welke kade in Haarlem kunt ge uit
onderstaande letters maken
kej adareon
3. .Ingezonden door Mien Uyben-
daal).
Wat is 's nachts 'ledg en bij dag met
inenscllertvleesoh gevuld
4. vIngezonden door Herman Pope-
lier).
Welke begraven stad maakt ge uit
onderstaanden zin?
Madeion, denk je nog wel eens aan
je belofte
5. Ingezonden door Trijntje Frö-
hch).
Des zomers ben ik koud,
Des winters doorgaans warm.
In "t najaar meestal rijk,
Maar in het voorjaar arm.
6. Ingezonden door Truus Staal).
Mijn gelhieel bestaat uit tien letters
en is -een bloem.
3 6 4 8 is niet eeiüijk.
5 7 6 3 2 is een meisjesnaam.
9 2 1 eet men op de boterham.
10 5 is een maat.
Van 1 4 7 5 wondt broodl gemaakt.
7. (Ingezonden door Betsy van
Won gen).
Waar zijn zeeën en rivieren zonder
water
8. (Ingezonden dooi- Dina Vester).
Mijn eerste gebruikt de kruidenier
om (i'e verkochte waar in te doen.
Mijn tweede is in dorp en stad.
Mijn geheel is in Haarlem.
9. (Ingezonden door Anton Koo-
men
Mijn geheel bestaat uit tien letters
en is een ramp, die in ons land heeft
plaats gehajJ.
7 8 9 3 is een vrucht.
5 9 8 10 is eon kleur.
5 2 3 is een knaagdier.
5 8 6 is een paard.
1 2 3 4 5 is vloeibaar.
10. (Ingezonden door Herman Vo
gelsang).
Zoek uit den liieronderstaanden zi-n
een begraven stad dn Nederland':
Wij zullen den balk maar laten
zakken.
Raadseloplossingen
De oplossingen vam de raadsels der
vorige week zijn
1. Bolsward.
2. Assen-DelftAssendelft.
3. Ie Jan aL IN GE en dagen do stad
uit geweest?
4. In den winter, wanit dan looiden
de meeste mensclien met de ban
den in den zak.
5. Lantaarnopsteker.
6. Oo oogoor.
7. Kolk, wolk, dolk, volk, tolk.
8. Maasdam.
9. Op een paddestoel.
10. De ooievaars vlogen klapPERENd
heen.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Margretha Kuiper 4, Gerard Hek-
kelman 10 (vorige week), Dirk de Lan
ge 5. Dina, Geervliet 7, Harri van der
Horst 5, Johanna en Marie Bijster 6.
Mien Uytemdaal 6, Anna van der
Horst 5, Marie on Rika Heck 7.
Mina Robin 9, Kniertje Stam. G Gijs-
^ertus Seubrimg 7, Hendrik Groene-
veld 9, Dirk Herschee 9, Dirk en Edu-
ard Boeré 7, Hennte Robin 9, Lena
Bos 3, Jacob Frankfort, 7, .To en Betsy
Ploeg- 7, Beltsy Frölich 9, Bart'ha
Hoetjens 5, Roedof B-cinema 7. Her
man en Ali Popè-lier 9, Gorda. Groane-
veld' 9, Marie van Zutpliien 9, Trijntje
Fü-ölicii 9, Age Beineana 8, Anna van
Zutphön, 9, Jo van den O-osterkam-p 2.
Hendrika Nagelhout 8. Jacobus ter
Haa k 8. Adria an Mars 9, AI id a de
Blazer 9. Carolina Konsen 3.
Nog eetis de Wedstrijd.
Even nog vertellen, waaruit onze
extra-wedstrijd bestaat.
Enkele jongens en meisjes kwa
men klagen, omdat ze geen kleur-
doos hebben en nu niet aan den
wedstrijd mede kunnen doen. Daar
om wordt nog een
e x t r a-p r ij s
uitgeloofd voor den inzender of de
inzendster van de mooist geteekende
kip of haanniet kleuren dus, maar
alleen teekenen. Als voorbeeld mag
je de kip of haan van het kleur-
plaatje gebruiken, en ook mag je
een ander voorbeeld gebruiken als je
dat liever wilt.
Jongens en meisjes, die aan dien
kleurwedstrïjd meedoen, mogen na
tuurlijk niet aan dezen teekenwed
strijd meedoen! De bepalingen voor
de teekeniingen zijn hetzelfde als
voor de kleurplaatjas.
Doe nu maar je best om er wat
moois van te maken
Gefopt
(Bekroonde inizerudiing van Truus
Springer).
Het was een Leuk troepjekleine
Jan, WLm -en Zus. Ze konden samen
zoo aardig spelen. Wel was het jam
mer, dat Zus een/ halve jongeii gewor
den was, maar liet kon ook haast niet
anderszij alleen niet die twee wilde
robbedoezen
Het was Woensdagmiddag. Het re
gende erg. Anders als het mooi weer
was, gingen ze uit en dan bedacht
Wim altijd één of ander aardig spel
letjes, maar nu was het of Wim niets
wist. Allen zaten zich te vervelen en
hingen op een stoel.
Af en toe zei Jantje
„Nu weet ik iets", en als Wim en
Zus dan bij beau kwamen, heel blij,
dat-hij iets wist, zei hij lieel leuk:
,,Nu ben ik het weer vergeten
Dat vonden Wim en Zus den eersten
keer aardag bedacht van hem en moes
ten er om lachen, maar toen hij bet
telkens weer deed, was de mop er af
cn werden ze boos op hem.
„Kom, k meiers, gaat .eens wat
doen", -zei Moe telkens; ,,zal ik het
vlooienspel balen-, of Zwarte Piet?"
..Daar heb ik nu niets geefli zin in",
zei'den ze dan.
„Nu weet i;k 'hieuscb wat", zei Zus
op eens.
„Wat dan, wat dan-?" riepen ze al-
te twee tegelijk.
„Wiel gaan- verstoppertje spelen door
het ilteelte hiuis, zonder verban.
...Ja, jariepen Jantje en Wim
„Wie moet hem zijn,?"
„Wim-, Wimriep Zus.
Zus ging even naar Moe, om te vra
gen of ze het mochten' en Moe gaf ge
lukkig toestemming.
Wim was 'm dus en- daar begon
het. Zus maakte eerst, dat Jantje een
goéd plaatsje had ear stopte hem in
een groote kist, waar hij juist in kon.
Torn kroop zij onder het groote lo
geerbed. Eerst vond zij het wel wat
gril. omdat Beije de meid er eens een
doode muis onder had- gevonden, maar
ze deed liet toch.
Zoo speelden zij een hcelen tijcl,
totdat er hard gebeld werd. Bet je deed
open en zag dat de" wagen van de
Hoilandsche spoor voor de deur stond.
Ze zette groote oogen op, want zoo
iets kwam weinig voor. Een der m an
nen, die op den bok at, sprong er af,
en haalde een pak uit den wagen, dat
hij voor de verbaasde Bet je neder
zette. Ze bracht liet in de huiskamer
en wilde juist naar boven gaan, om
het Mevrouw te zeggen, toen liet drie
tal de trap af kwam hollen.
„Wat is er, wat is er?" vroegen ze
als uit één mond,
„Er is een pak gekomen voor de
jongejuffrouw eai de jongeheeren", zei-
de zij.
„Een pak voor ops riepen ze
,,hiep, hiep, hoera.
Fluks holden ze verder de trap af
en dé huiskamer in. Moe kwam ook.
„Kijk eens wat of liet papier nat
is", zei Jantje.
Het pak was heel zorgvuldig inge
pakt met touw en lak. Moeder maakte
het open eai ze vond een kaartje, waai
de naam van een oom der kind-enen
op stond.
Zus was met haar knieën op een
stoel gaan zitten, om alles goed te
kunnen zien, Jantje kwam net met
zijn hoofdje boven de tafel uit en
Wim was natuurlijk groot genoeg.
„Wat zou er in zitten?' vroegen ze
elkander telkens af.
„Ik denk een spoortrein voor ons
tweeën en een naaidoos voor jou",
raadde Wim.
„Een naaidoos, daar heb ik ook wat
aan", zei Zus, „dan had ik liever een
bal."
„Misschien zitten er wel een dozijn
sprinkhanen in", zei Jantje.
Alten moestem lachen en Zus zei
„Malle jongen, lioe kan dat nu Ze
zouden immers dood gaan in die-kist.'
„Weet je wat ik denk Dat er heer
lijke vruchten in zitten, sinaasappe
len bijv., d-at heeft Oom nog eens ge
daan".
Moeder haalde de spijkers uit het
kistje, dat zich luad vertoond, en to,'en
zij bet deksel had opgelicht, zagen ze
allemaal houtwol.
„Er zit zeker iets heel breekbaars
in", zei Jantje.
„Waarom?" vroeg Wim„het kan
best een trein zijn en als ik da-
moest inpakken, zou ik er ook hout
wol in doen, voor liet schudden."
„Allemaal houtwol", zei Zus teleur
gesteld.
Maar op eens haalde Moe er een
klein pakje uit en Zus zei vroolijk
„Kijk, jongens, nu komt er wat."
Moeder haalde het papier er af, en
ze zagen een doosje. Toen deed ze het
dekseltje ei- af en nu kwam er een
enveloppe uit, waarop stond: „Aan
Wirn, Zus en Jantje."
Alle oogen waren opeens op een
kaartje gevestigd, dat Moe er uit had
gehaald. Moe en Wim lachten opeens
zóó. dat het een aard had.
En Zus. die nog maar weinig, en
Jantje, die in liet geheel niet lezen
kond-en, begrepen de ware mop er niet
van, doch moesten op Itet gezicht ook
hartelijk meelachen.
Toen Wim wat was bedaard en ten
minste door zijn lachen heen iets kon
zeggen, riep hij
„1 April! 1 April We zijn gefopt!"
Nu wisten Jantje en Zus waarom ze
zoo lachten, 'sAvonds vertelden ze al
les in kleuren en geuren aan Vader,
die er ook hartelijk om lachen moest
en toen ze 'later naar Oom gingen, en
hij hen vroeg, of zij het cadeautje
mooi gevonden hadden-, deden ze net,
of ze heel boos waren, maar inwen
dig moesten ze toch laeh.eiu dat Oom
hun zoo aardig had
,.gef op t".
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de KLiwter-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Mej.
M. C. van Doorn, Sophia
straat No. 22, Haarlem).
Ne 11 y d e M. Nu, Nel, dat je veel
houdt van brieven schrijven, wist 'k
al- maar dat je ze zoo lang kunt ma
ken wel, dat heeft me heusch heel
even verbaasd doen staan Als je je
album stuurt, zal ik er wel eens wat
in schrijven, omdat iii het bent, hoor!
En als je dan Piccino ook nog .even
zendt, zal ik daar ook je naam :n
schrijvenmaai- vertel nuo dan nog
even met welken wedstrijd je dat ver
diend -liebt, want dat ben ik vergeten
Dat je weer eens wat voor me wilt
maken vind ik heel aardig van je. Hoo
kun je -nu denken, dat ik bo-os zou
warden eet je dat nu nog niet be
ter W-at jammer, dat de zwarte po-es
weg isOf je fouten maakt met
en Uw Nee, meestal doe je het goed,
en later zal ik je nog wel eens pre
cies uitleggen hoe het. moet. Jo D, is
goed op je geweestDag
Cornel is R. Je kleurplaat je i-s
goed aangekomen. De groeten voor
Ferdinand eau voor jezelf
Betsy van Wel, Bets, nu je
zoo lief om vergeving vraagt, zal ik
ook maar vergevensgezind zijnZou
je Wel witten dat ik een tante van je
was Wat heerlijk, dat je dat akelige
toestelletje kwijt bont Nu vind'je liet
fietsen zeker dubbel plezieris-. of heb
ik dat mis?
J o v. d. O. Nee, Jo, ik lien heusch
heelemaal niet boos. hoor Ik vind het
juist erg goed, dat je flink met Ann te
gaat wandelen. De buitenlucht is voor
jullie allebei erg gezond Heerlijk, dat
je een poesje krijgt, hè Vind je Mies-
je geen mooie naam er voor Ik wed,
dat poes het erg goed zal hebben bij
Annie en jou D-e groeten voor Moe
der en voor jullie tweet jes, en wandel
maar prettig
Jacobus ter H. Ik begrijp je
raadsel nu heel goed. en zoodra ik
eens een plaatsje Iveb zal ik het op
nemen. Hoe is -liet met Coba? Is ze nu
weer heelemaal beter En worden de
kleuipl aatjes mooi
Rika N. Ziezoo, nu zal ik toch be
ter oppassen en je Rika" noemen!
Dat bevalt je zeker beter, is 't niet?
Ga je van den zomer naar Friesland
en naar Amsterdam)? Wat heerlijk!
Jij. treft liet nog eens, hoorKom
maar een® op oen Woensdag tusschen
een en twee uurdian ben ik altijd
thuis
C al-har in a K. Ja, dat uittelten is
een heel geduldwerkje, ben je er al
mee klaar Ik wed bepaald, dat d't
een extra mooi theekleedje zal wor
den! Zijn Oom en Tante en je neefje
al goed en wel in Haarlem aangeko
men Dat zal oen gezellige dag ge
venBen jij ook wel eens in Brussel
geweest, of bob je het zoover uog
nooit gestuurd
Adr-iaan M Heelemaal vergeten
om je naam een woonplaats op te ge
ven? Nu, Adriaan, voor dezen keer
zal ik liet dan nog maan* eens voor je
verbeteren En vooral nu ik weet-, dat
Moeder ziek was, vind ik het niet heel
erg. Is Moeder -nu weer heelemaal
beter
Corrie de H. Raai, dat je hor
loge niet terecht gekomen isMaar
zoo'n gouden horloge in de toekomst
maakt well veel goed, vind je niet
Om dan eon paar jaartjes geduld te
hebben is niet boel ergZijn Joco en
't Poesje al goede vrienden gewor
den? Nu, je moest zeken- vroeg op
staan .toen je 'smorgens den brief
nog weg moest brengen. Of ben je al
tijd vroeg
Mina. en Henny R. O, jongens,
zijn jullie Donderdag zoo nat gewor
den? Dat is me wat! Gelukkig maar,
dal je nu weer opgedroogd bent, en
dat je dus al d)o narigheid weer ver-
geiten bentGa je nu nooit meer wan-
dleJeu als het donker .ziet? Heerlijk
toch-, die drie vacantiediageu, of ga je
liever naar school?
Dirk H. Nu, Dirk, ik ben erg be
nieuwd om te zien of je kleurplaat je
mooi is, bij de andere inzendingen
vergeleken! Je mag wel raadséls in
zenden, maar dan moet je niet zulke
vuile vingers op je briefje zettenzul
je daar aan denken?
L e n a B. Je raadsel is goed, Lena,
en dat zinnptje zal ik er bij zetten
voor je. Nu- je teekening is goed aan
gekomen, maar dat weet je wel, want
je bent zelf netjes met den brief geko
men. Is het nieuwe boek mooi,
Lena?
K niertje S t. Allerlei briefkaar
ten uit vreemde landen Je broer is
goed op je, hoor Heb je nog meer
broers en zusjes'? Wél, Kniertje, wat
heb je toch mooi postpapieren ik
zie het altijd dadelijk wanneet* de
brief van jou is. Vind je dat niet
leuk?
G ij s b e r t u s S. Nee, hoor, ik wed
dat je je utaani nu nooit meer ver
geet Ga je in Haarlem op scliool,
zeg, en kom je dén brief dan altijd zelf
brengen
J o en Betsy P. Wat zal da.t een
malle valpartij geweest, zijn daarin.de
Kleine HoutstraatGelukkig maar,
dat je je geen pijn gedaan hebt, en
dat Moeder je jurk ook weer gauw
beter maakteVerbeeld je, dat de
fietsen daar waren thuis gekomen
zonder Jo Dat zou toch wel heel gek
geweest zijn Dag, Zusjes, veel groe
ten
Jacob- F r. O, Jacob, daar had je
heusch je naam vergeten! Ik zou haast
zeggen „sliep uit" Goed, dial ik liet
maar wear geraden heb, hè
Barth all. Je hebt een mooi raad
sel bedacht, Bartha Ik heb nu nog
een heeleiboel raadsels, maar zoodra
dat van jou aan de beurt is, zal ik
het opnemen. Je naam zal ik op je
plaatje zetten zal je het nu niet weer
vergeten)
Roelof B. Heb je de nieuwe op
gave al weer onder handen genomen,
Roelof, en ben je al aan hot teekenen
geweest? Ik verlang er al naar te zien
wat voor moois je er van maakt
Dina V. Dat is weer een hieele
verzameling raadselsHeit laatste van
de vorige bezending staat vandaag
juist in de courantdat komt al heel
mooi uit, hè? Ga jij nioa-geoi nu maar
een© flinke wandeling maken als het
weer maan- een beetje mooi is ga je
er zeker op uit-, is 't niet. Is mijn
brief nu naar je zin/?
Herman en Ali P. Nu, als je
naar de duinen gaaf. kan ik me wel
begrijpen, dat je raadsels en brieven
vergeetdat vind ik n-ie-t heel e«-g.
Heerlijk, dat do ktouirpLaatjes goed uit
vallen Nu bewijst Herman's k'leur-
doos zeker goede diensten, is 'tnd'et?
T r ij n t j e en B e ts y F r. Ook al
nat geworden Amie schapen 't Is
maar goed. dat. er niet altijd zoo'n
lianxle bui komt als je aan 't wandelen
bent., hè Nu wed ik dat jullie al
naar bed bont als -de courant van
avond komt. Om vijf uur opgestaan
Dat is wel om overdag slaperig te
wordenWas liet prettig vanmor
gen?
J o li a n B. Naar bet Bloemendaal-
sche bosch en naar den Hout en op
visite 't kan niet opIs je zusje
jonger dan jij bent Ik hoop, dat er
an de week woei* eens een oogenblik
je overschiet voor de raadselsJij
vindt de zomer zeker wol heerlijk, is
'tniet
Marie Gr. Nee, nu betwijfel ik
liet heelemaal niet meen*, nu Nelly en
jij het allebei zoo plechtig kwamen
verzekeren! Maar ik betwijfeld®het
toch al niet., hoorGoed1, dat je Don
derdag al in V-elsen was voor die hui
begon. Nu kan je morgein en overmor
gen weer eens heerlijk van 't fietsen
genieten, -hè? Wist jewel, dat je
Nelly's geheim eigenlijk al weet?
Age B. Ja. - Dat is eeai heel raar
begin van een brief, maar om niets te
verklappen, mag ik toch niets anders
zeggen. Alleen wil ik je nog vertellen,
dat ik denk, dat het erg leuk zal
staan.Ook groeten, voor Moeder
Rika en Marie II. Ik vind. dat
Rika keurig netjes schrijft, en ik vind
ook, dat Marie maar moet maken, dat
ze iliet ook zoo netjes leert. Ga je, als
je de zesde klasse hebt doorgei oopeiv
van school af, Rika Gezellig, dat
jullie mé iLe volgende week weer eer.
lange brief wilt schrijven. Dag
J acobus v. -d. B. Zoo'n kleurwed
strijd is nog eens iets naar je zin.
hè En wat zag je inzending er leuk
uitOm niets te verklappen zal ik er
venter maar niéts van zeggen, maat
je begrijpt liet nu welOf liet moei
lijk is, om de beste plaatjes uit te zoe
ken? Nu, of liet! Zou jij wel wfllen
helpen-
Dina G. Wel, wel, wat was dat
een vriendelijke kennis, die zorgde,
d-at jullie drietjes ook aan den wed
strijd mee kunt doen Zoo'n kleur
de os is tóch maar een heerlijk diaig.
hè? Véle groeten voor jezelf, en ook
voor Marie en Grefha.
Dirk «le L. Mooie raadsels, die- ik
graag wil plaatsen.heb je ze alle
maal zelf bedacht. Dii-k
Gretha K. Ja Grettia, Woensdag
ben ik altijd thuis tusschen een en
twee uur. dus nu weet je het precies.
Wat jammer van dat fleschje inkt
Maar daar is nu niet veel meer aan
te doen, hè
Wat de prijzen zijn. zul je later
wel hoorenJe raadsel is goed. Dag
Dirk en Eduard B. Ook jullie
raadsel is goed. Dag-, jongens
Marie en Johanna B. Zoo. dat
klinkt tenminste beter. Als je nu belo
ven wilt om voortaan dadelijk te
schrijven als er iets met de boeken
niet in den haak is, wil ik wel eens
zien, of ik nog wat voor jullie heb.
Dan zal ik mijn- boekenkast weer eens
nasnuffelen, hoor! Nu zijn we zeker
weer allemaal tevreden, hè
Harri o v. d. II. Je raadsel is goed,
HarrieVind je het niet leuk, dat
jullie nu allebei een brief krijgt? Ik
ben goed op jullie, vind je niet?
Mien U. Ja. ik heb nog wel wat
letterraadsels, maai- ik hoop, dat wo
er gauw doorheen zullen zijn-. Dat
van dezen keer is gelukkig nogal ge
makkelijk, hè Dag, Mien 1
A nu a en M a.ri e v an Je mag
wel een ander raadsel inzenden als je
wilt, en je hoeft niet eerst te wachten
•tent liet, vorige geplaatst is. Ik weet
heusch nog niet wanneer Marië's
raadsel aan de beurt is, hoorWordt
je al ongeduldig
Anton K. Ook even een briefje
voor Anton, om te vertellen, dat de.
teekening good is aangekomen. Dat
«teékenen vond je zeker wol prettig,
hè
Gerard II. Jammer, dat. je do vo
rige week te laat was. Gerard En nu
je dit leest ben je lieusch al goed en
wel jarig geweestNog wel gefelici
teerd met je elfden verjaardagJon
gen, jongen, wat wordt dte Ge-rard al
een baas't. Is haast .niet meer bij te
«houdenHeb je Woensdag veel pret
gehadi
R I K A K. Die Rika heeft het maar
druk met kleinen Henri! Maar.liet is
nogal niet erg naar om het met zoo'n
kleinen broer -druk te hebben, vind je
wel Van je geheim zal ik niets ver
klappen. maar ik vind het héérlijk
voor je Wat zal dat prettig zijn
Woensdag tusschen een en twee uur
bon ik altijd thuis, dus kom dian
rn-aar eens
Hondi-ik en GerdaGr. Brutaal?
Nee, hoor, ik vind je niet brutaal, en
ik wil je best vertellen, dat ik fietsen,
ook erg prettig vind. Maar zoo vroeg
als jij ga ik er 's morgens toch niet
•op uit! Half zes! Maar 't is wél heer
lijk zoo in <Le vroegte, hè En wat e>dn
prettig geheimpje vertelde Gerda me
Is Jiiet gelukt, zeg? Ik hoop het erg
voor je
A ii n a v a n <d e r II. Wol, Anna, wat
vind ik diat jammer, dat ik je naam
den Yorigen keer over het hoofd heb
gezien We zullen het nu maai- gauw
goedmaken, hè Nu krijg je vandaag
een brief alleen, me dunkt dat het
mooi is! Zijn de vijf anderen alle
maal jonger «tan jij Heerlijk, dat je
zoo'n goede hulp voor Moeder bent
Johau van H. Ja. dat verhuizen
geeft altijd een heéle drukte, hè Ge
lukkig. dat het nu weer achter den
rug isVind je liiet nieuwe huis pret
tig? Je raadsel is goed, maar of het
gauw geplaatst wordt, kan ik je
heusch nog niet vertollenHoe is het
met Henman, die ik voor Henrietta
aanzag? De groeten voor jullie alle
bei
M. C. VAN DOORN.
wel eens wat meer willen verdienen;
niet voor hean zelf. maar-voor Bareld-
oom
En hoe dot nu van den winter zou
baan...! Maar het zou toch ook best
kunnen, dat er dezen winter nu eens
werk was! 't Zou toch ook niet eender
blijven. Misschien zou er aanstaan
den winter wel eens heide ontgonnen
worden. Dat kon je nooit weten! Maar
Bareld-oom was al vast verzorgd, en
de Heere zou in de toeikomst wel
voorzien."
NEDERLANDSCHE
GLOBE-TROTTERS.
De correspondent van de N. R. Crt.
te Konstantinopel schreef 15 Mei j.l.
vandaar het volgende
„Den 27en April zijn hier ter stede
aangekomen en verleden Dinsdag
weer vertrokken, drie jeugdige Ne
derlanders M. van der Hoeven, oud
infanterist, zich noemende oud-onder
wijzer, 26 jaar; diens broeder G. van
der Hoeven, gewezen lichtmatroos ter
koopvaardij, nu, volgens zijn zeggen,
student in de aardrijkskunde, 19 jaar;
F. Miga, 21 jaar, die teekenaar
beweert te zijn. Zij waren, den llen
Januari 1905 uit den Haag vertrok
ken om in vijf jaren tij da een tocht
om de werel-d te maken met geen an
dere reispenning dan de opbrengst
van don verkoop van briefkaarten met
een kiekje van hun drieën,
In vijftien maanden waren ze op die
manier van Holland door Europa
naar Konstantinopel getippeld, en
waren voornemens verder door Kledn-
Azië naar Smirna te trekken, van-
Waar ze naar het Heilige Land wil
len. om vandaar door de Syrische
Woestijn en Mesopotamië naar Per-
zië te gaan, dan door Britsch- en
Nederlandsch-Indië naar China en
Japan, en van daar dwars door Ame
rika weer terug naar het Haagje.
Tot dusverre was die "(bedeltocht,
want iets anders -is het in werkelijk
heid niet hetgeen hen o.a. ook
door e enige Oostenrijksche politie
mannen al duidelijk werd gemaakt
nog al voorspoedig afgeloo.pen. In
Duitschland waren ze overal nog al
goed ontvangen en had men h-en
steeds van het noodige voorzienin
de Donaumon archie werd het al veel
minder, en naarmate ze Oostelijker
kwamen, werd de geestdrift en het
begrip voor hun voornemen steeds ge
ringer onder alle klassen der bevol
king.
Eindelijk luier in de Turksche
hoofdstad aangeland, hebben ze zich
natuurlijk eerst op het consulaat ver
voegd, en daarna ook een rondgang
bij de hier gevestigde vaderlanders
willen doen, om weer het noodige tot
voortzetting der reis bijeen te schar
relen. Op eene enkele uitzondering na
zijn ze daarbij alles behalve met open
armen ontvangen.
Trouwens, alhoewel alle drie een
innemend voorkomen hebben, is hun
optreden zoo vreemd, en toonen ze
zich zoo onwetend en onkundig om
trent alles wat hun voorgenomen reis
betreft, en geven ze op vragen dien-1
aangaande soms zulke dolle antwoor
den, dat men ze onmogelijk ais ernsti
ge lieden kan beschouwen.
Door de Nederlandsche autoriteiten
alhier, en niet minder door de nota
belen der kolonie, bij wie ze werden
toegelaten, is hun dat dan ook on
omwonden gezegd, onder bijvoeging
dat hun voornemen onverantwoorde
lijk lichtvaardig en onuitvoerbaar te.
Zoo toonde zelfs de zoogenaamde
.student in de aardrijkskunde" niet
het minste begrip of denkbeeld te heb
ben, niet alleen van de gesteldheid
van de door te trekken streken, van
de volken die daar wonen, en de le
vensvoor waanden aldaar, doch bleek
ook hij de onderlinge ligging van de
plaatsen die ze zouden aandoen, niet
te kennen.
Merkte men hun op dat in Azia-
tisch-Turkije en in Perzic de toestan
den wat de veiligheid en de orde be
treft zoodanig zijn, dat vreemdelin
g-en zelfs met een geleide er niet al
tijd- veilig reizen kunnen, dat verle
den jaar een Oostenrijksche wande
laar, die, ondanks de waarschuwing
en het. verbod van zijn consulaire
overheid, toch alleen het binnenland
was ingegaan, eenige dagen later in
Karamanië, na eerst op schandelijke
wijze mishandeld te zijn door land
lieden, aan den weg vermoord is
worden, dan kreeg men ten antwoord
„we vreezen niets, we zijn gewapend,
en als de overmacht te groot is, ver
stoppen we ons.Verzekert men hun
dat ze in die onbeschaafde streken,
waar geen sterveling lien verstaan
zal want behalve wat gebroken
Duitsch, spreken die wereldreizigers
slechts hun moedertaalniet al
leen hun briefkaarten niet aan den
man zullen kunnen brengen, maar
ook niets te eten zullen vinden, dan
verklaren ze „dat ze van de jacht
zullen levenEn toen men daarop
mededeelde, dat, wanneer men ze met
een schietwapen zal zien, de eerste
de beste politieman in het binnen
land hun dat zal ontnemen, dan was
het bescheid: „dat zouden we wel
eens willen zienIn dien geest vat
ten ze hun heele ondernemen op
Moet elk ernstig mensch over het
algemeen van oordeel zijn dat er veel
nuttiger werkkringen en bezigheden
zijn om zijn krachten en energie voor
te gebruiken dan voor het baantje
van globe-trotter, vooral is zulks in
alle opzichten toepasselijk voor deze
drie beoefenaars van die nieuwerwet-
sche zoogenaamde sport, daar, we
gens hunne geringe wetenschappe
lijke ontwikkeling, de ondernomen
reis noch voor hen, noch voor wie
ook eenag profijt zal kunnen opleve
ren.
Op hun leeftijd vijf der beste jaren
op zulk -een domme, nuttelooze wijze
te verspillen moet dan ook bepaald
als -uit geen enkel oogpunt te verde
digen worden geacht. Zulks is de drie
jongelui, zoowel op het Consulaat als
elders alhier, rondweg gezegd, met
den dringenden raad erbij de aange
boden hulp om met een der Holland-
sche stoomers naar het vaderland te
rug te keeren dankbaar en met gre
tigheid aan te nemen.
Niettemin hebben ze gemeend van
dat aanbod geen gebruik te moeten
maken, en hebben ze alleen maar de
voetreis van hier naar Smirna opge
geven, waarheen ze zooals gezegd
verleden Dinsdag per boot zijn
vertrokken, om vandaar naar Pales
tina te wandelen (midden in den zo
mer door de verzengend heete Syri
sche woestijn
Edoch hebben we hier goede rede
nen om aan te nemen, dat, zoo men
ze al niet te Smirna zelf tegenhoudt,
de Nederlandsche consulaire autori
teiten, -in overleg met de Ottomansche
overheid, hen dan een beetje verderop
de voortzetting van hun tocht op de
voorgenomen wijze het binnenland
van Aaiatisch-Turkije in, zal verbie
den, ten einde zoodoende onze regee
ring en ons land min of meer groote
onaangenaamheden en mogelijke
daaruit voortvloeiende diplomatieke
verwikkelingen te besparen, wanneer
die onderdanen der Koningin daar
iets ernstigs zou overkomen, waar
voor, naar een ieders oordeel hier te
lande, inderdaad alle kans bestaat."
HANDENWASSCHEN.
Niet één, maar tien, twintig malen
per dag moeten de handen met zeep
en borstel onder stroomend water af-
gewasschen worden, en vooral telkens
als wij ze als extra vies mogen aan
zien, zegt ,.dr. Schrijver" in 't N. v.
d. D.
En zelfs düm nog bschouwe men de
hand als iets onreins. Men bedenke,
dat de deurknop, welken gij hebt aan
gevat, even tevoren door een besmet
te hand kan zijn aangeraakt. Wie
weet door welke handen de geldstuk
ken gegaan zijn, welke gij in uw
beurs schuift'? Was niet vol ziekte
kiemen of wel bezaaid met schurft-
parasieten de hand, welke de tram
leuning aangevat heeft vóór dat gij
er u aan vastklemde?
Ik zou u meer dingen kunnen noe
men, maar waartoe? Zij leiden alle
tot dezelfde conclusie: de hand is en
blijft onrein en moet dienovereenkom
stig behandeld worden.
Uwe handen kunnen dus nooit die
nen om eetwaren aan te vatten en te
betasten .tenzij gij ze even te voren
terdege geboend hebt.
Uw hand kan nooit tandenstoker
zijn: gij brengt zoodoende smetstof
fen. waar ze tevoren niet waren en
waar ze allerminst behooren. Gij weet
wel, tot welke onheilen bacteriën tus
schen tanden en kiezen aanleiding ge
ven en zijn ze er eenmaal, dan ge
lukt hel u niet zoo gemakkelijk, ze
met den tandenborstel uit haar schuil
hoeken te verjagen.
Uw vinger behoort niet -in uw neus.
uw oor. uw oog, uw mondhij kan er
slechts schade doen.
Gij hebt -misschien zooeven iemand
hartelijk de hand gedrukt, «die u daar
bij als souvenir wat eieren van darm
parasieten tusschen uw ringers ach
terliet. Een ander iemand, die nooit
tegen de etiquette zondigt en altijd
in zijn hand hoest, begiftigt u met
tuberkel bacillen. Of gij laat uw han
den door uw hond belikken, uw hond,
die ze dan tegelijkertijd met allerlei
ongerechtigs besmeert.
En nu zoudt gij met diezelfde vin
gers uw oog aanraken, het slijmvlies
van uw neus, uw mond beschadigen
en infecteeren.
En zijt gij winkelier in eetwaren,
dan eerst recht behoort uw hand niet
daar ter plaatse. Zoo heel dikwijls
nog zien wij den winkelier de niet
afwaschbare etenswaar verpakken,
nadat hij, om het pakpapier te vat
ten. aan de vingers heeft gelikt. Ziet
gij het straks weer. zeg dan dien
man, dat hij va.n de hygiëne niets
niemendal begrijpt. Het is misschien
minder schadelijk, als hij zijn artikel
in een veel belezen courant met rei-
nen vinger, dan in een zindelijk pa
piertje met afgelikt en vinger verpakt.
En als hij u uitlacht en u ongeloovig
tegenwerpt, dat, als dit dan zóó scha
delijk is, wel alle menschen ziek moe
ten zijn, antwoordt hem dan kort en
bondig. dat hij niet weet hoeveel
menschen hij door zijn handelen
heeft ziek gemaakt, en zeg hem ge
rust, dat de velen, die gelukkig on
aangetast bleven, die over bescher
mende en afwerende krachten in hun
lichaam te beschikken hebben, die
helaas niet ieder bezft en die wij on9
maar niet willekeurig bestellen kun
nen.
Het zal wel ondoenlijk zijn, in het
dagelijksche leven al de goede wen
ken van ,.dr. Schrijver' stiptelijk op
te volgen. Maar deze wenken, zooveel
mogelijk, te behartigen, is gewenscht
en in elk geval kan men toch zijn
handen nooit te vaak wasschen.