bevattende ƒ4340 aan bankpapier,
welk geld toebehoorde aan den ma
kelaar in diamant Isaac Pront.
Deze zaak werd in den loop van
Mei voor de Rechtbank behandeld.
Herhaling van de destijds vermelde
bijzonderheden van den diefstal mag
'dus overbodig genoemd worden.
De heer Van Duim, als getuige ge
hoord, volhardde bij zijn voor de
Rechtbank afgelegde verklaringen.
Hij heeft bekl. in het melksalon naar
hem zien kijken, doch hij had geen
kwaad vermoeden. In de portiek, in
het gedrang voelde hij, dat hij be
roofd werd.
Een juffrouw uit het melksalon,
daarna gehoord, hield haar verkla
ringen, in eersten aanleg afgelegd,
ook vol.
Vervolgens werd bekl. onder
vraagd. Robert Fiiton kende hij niet.
Hij verstaat geen Hollandsch, schoon
hij elk jaar hier eenigen tijd kwam
vertoeven. Wat hij hier kwam doen
Als hij, die Amerikaansch paarden
koopman is, in Engeland zaken kwam
doen, ging hij altijd een dag of wat
naar Hollandom bloemetjes te
koopen I De Engelschen, die blijkbaar
in zijn gezelschap waren, kende hij
niet.
En daar bleef hij bij, hoewel de
president, mr. Op ten Noort, hem op
het onwaarschijnlijke daarvan wees.
Met die Engelschen beaocht hij een
winkel in de Kalverstraat, lunchte
hij en met een hunner bracht hij in
het hotel Filbach op een kamer den
nacht door. Ook de Engelschen, die
zich in den ochtend der beroovingin
het melksalon bevonden, kende hij
niet. Hij was er in zijn eentje.
De procureur-generaal mr. Baron
Baud, zijn requisitoir nemende, was
van oordeel, dat we hier te doen heb
ben met een berooving door drie per
sonen, geconstateerd op heeterdaad.
Hij wees op de afwijkende opgaven
van bekl., die eerst niet wilde we
ien, dat hij reeds Zaterdags in de
stad was gekomen en toen bij Fil
bach had gelogeerd.
Ook zijn vier vrienden wil bekl.
steeds van zich afschuiven. Te ver
geefs echter. Ondanks zijn ontkente-
nis, heeft men bekl. met z'n vieren
de straat zien opgaan. Ook in win
kels is bekl. met hen gezien.
En waren nu die vrienden dezelf
den, die in het melksalon waren, die
de berooving mede pleegden Spr.
meent van ja. Karakteristiek is, dat
in het melksalon weid opgemerkt de
40-jarige man met. liet zwarte punt
baardje, o-ok door getuige Filbach ge
signaleerd als bezoeker van zijn hotel.
Er waren slechts dirie Engelschen in
het salon, maar de vierde zal wel in
'de buurt zijn geweest.
Spr. wijst verder op het opmerkelij
ke verschijnsel, hoe de Engelschen
lang voor hun leege glazen zaten,
contant betaalden, en allen gelijktij
dig met Van Duim opstonden. Na de
berooving zijn de vreemdelingen plot
seling verdwenen, zoodra de politie
verscheen.
Spr. ziet bekl. aan voor een dier
personen, die uit den iMi*eie|md)e, idle
banken hier bezoeken om er personen
uit te vorschen, geschikt om bestolen
te worden. Dergelijke vreemdelingen
moet. den lust ontnomen worden,
naar Amsterdam strooptochten te on
dernemen. Reeds te veel last heeft
men hier van dergelijke personen.
Enkelen hunner werden gegrepen en
gestraft, maar velen ontkomen. Nu
een dier internationale boeven, die
onze stad onveilig maken, is gegre
pen, meent spr., dat een flinke straf
moet wordien opgelegd.
Spr. eischt bevestiging van het
vonnis der Rechtbank.
Mr. Solner treedt, evenals in eer
sten aanleg, thans als toegevoegd
verdediger op. Was bekl. een Hollan
der geweest, dan zou hij, meent pl.,
reeds in eersten aanleg zijn vrijge
sproken, zoo zwak is het bewijs.
In den tweede tracht pl. aan te
toonen, dat het niet vaststaat dat de
diefstal is gepleegd. Van Duim wilde
na het z. g. „gedrang" in de portiek,
dat niet zoo erg was, weer naai-bin
nen m. a. w. hij wist niet zeker of hij
beroofd was.
Verder betwist pl., dat bekl. in ge
zelschap der andere Engelschen was.
Pl. concludeerde tot vrijspraak.
Vreemdelingen en Hollanders moeten
voor de wet dezelfde rechten hebben.
17 Juli a. s. uitspraak.
Vervolg Gemeenteraad.
Mededeelingen en ingekomen stuk
ken.
B. en W. hebben den 25en Juni de
boeken en de kas van den Gemeente
ontvanger nagegaan en in orde be
vonden.
Daarbij bleek, dat de ontvangsten
bedroegen 4,708,173,041/2, waaron
der het saldo over 1904 groot
1.215,208,46. Daar de uitgaven voor
de diensten 1905 en '06 bedroegen
ƒ4.275.423.41, was in kas 432.749.63i,
waarvan ƒ321.125 op prolongatie
stond bij de firma Oppenheim en Van
Till, te 's-Gr&venh&ge.
Wordt goedgekeurd.
Medegedeeld wordt
a. dat zijn gesteld in handen van
B. en W. om advies
lo. een axüres van de afd. Haarlem
der Ned. Maatsch. voor Tuinhouiw-en
Plantkunde, om ook voor 1907 ton be
hoeve van den tuiubouwwintercur-
eus een subsidie te verleenen
2o. een adres van Mr. W. van
Hulst inzake demping van sloolen,
gelegen om zijn perceel in het Haar
lemmerhoutpark
3o. een adros van A. v. d. Vies, om
afwijking van het bepaalde bij art. 11
der Bouwverordening ten opzichte
van het te verbouwen perceel aan
den Van Heythuizenweg no. 15
4o. een adres van Th. M. van Deur-
sen om een stuk grond aan de Tempe
lierstraat te mogen koopen
b. dat zijn ingekomen
lo. een schrijven van de afd. Haar
lem der Vereeniging „Volksweer
baarheid", 'houdende dankbetuiging
voor het haar toegekende jaarlijkschc
eubsidie
2o. een adres van J. W. Jenny
iWeyex-man, om hem met ingang van
1 Sept. a..s. eervol ontslag te verlee
nen als onderwijzer aan de 1ste
Tusschenschool
c. dat op 25 Juni j.l. zijn opgeno
men de boeken en kas van het pen
sioenfonds voor weduwen en weezen
van gemeente-ambtenaren.
Alles werd in orde bevonden, ter
wijl het saldo in kas ƒ1425.17 be
droeg
d. dat aan J. E. Koehorst, gewezen
hoofdfitter bij de gemeentelijke duin
waterleiding, een jaarlijksch pen
sioen is verleend van 1002
e. dat A. L. J. Moone, C. Vermeer,
J. v. d. Bunt en J. A. Remmé heb
ben bericht, dat zij hun adressen in
zake goedkeuring van een bouwplan,
in verband met de wijziging in de
Bouwverordening, intrekken
f. dat de heer A. v. Rossum heeft
bericht, dat hij de benoeming tot lid
der bij Raadsbesluit van 30 Mei j.l.
No. 22 ingestelde Commissie, aan
neemt
g. dat de heer C. G. Loomeijer Jr.
heeft bericht, dat hij de benoeming
tot lid der Commissie van onderzoek
voor de Schutterij, aanneemt;
h. dat de heer Sneltjes heeft be
richt, dat hij zijn benoeming tot lid
der Commissie voor de bezwaar
schriften tegen aanslagen in de
plaatselijke directe belasting naar
het inkomen, aanneemt
De hoer DE BREUK vervolgt zijn
mededeeling over de zaak Hersman.
De zorgeloosheid van Hersman
blijkt uit het feit. dat het wegloopen
van het paard naar de Bagijnestraat
niet door Hersman is bemerkt. In elk
geval was het zaak geweest om het
paard vast te binden. Dit wegloopen
gebeurt hoogst zelden. Het wegloopen
had een groot ongeluk ten gevolge
kunnen hebben. Dit zou, volgens spre-
ker's meaning, reeds reden genoeg zijn
om den man te ontslaan.
De meening, dat een werkman voor
zulk een verzuim niet berispt mag
worden, is niet in het belang van de
orde.
Horsman maakte zich herhaaldelijk
aan misbruikon schuldig, o.a. aan
drankmisbruik. Herhaaldelijk is hij
daarvoor gewaarschuwd. Ter nauwer-
uood is de man uit de handen der po
litie gebleven, toen hij in de R.K. kerk
aan de Amsterdamsche Vaart de rust
verstoorde.
De voorzitter van die kern heeft
«enigszins andere verklaringen voor
spreker afgelegd, dan in de kern. Dit
komt, omdat deze beter ingelicht was,
toen hij nader door spreker werd on
dervraagd. De briefjes van .eenige per
sonen, die tevreden waren over zijn
werk komen, naar sproker's meening,
niet in aanmerking, daar 't welwaar
zal zijn, dat de man niet in alles
slecht was.
De verklaringen van die andere per-
.sonen als Van Renes, weerleggen niet
ide beschuldiging.
Verder vestigt spreker de aandacht
op het feit, dat die reinigingsdienst
iets geheel anders is, daar de werklie
den moer zelfstandig werken, dan in
andere gemeentebedrijven. Men kan'
niet overal en altijd controieeren.
Spreker zegt ten slotte dat deze ge
vallen voor B. en W. zeteir verdrietig
zijn. 't Was makkelijker om de zaak
maar door de vingers te zien, dan lie
pen zij echter gtevaar van andere zijide
daarop gewezen te worden.
Spreker zegt, dat hij in dien tijd van
Heisman 3 nran en later nog eens 5
man heeft moeten onderhouden. Dat
is niet prettig vo.or B. en W., maar zij
zullen steeds blijven handiellen als zij
tot nu toe gedaan hebben. (Applaus).
De lieer VAN DE KAMP verklaart,
dat hem de moed eigenlijk ontzinkt,
waai* die lieer De Breuk verklaart, i
•dat het wegloopen van het paard'
reeds voldoende reden tot ontslag is.
Spreker wil toch eenige punten even
vei {beldeken.
Harsman, een zenuwachtig man,
was in de meening, dat drie uren voor
het werk stonden. Drie maal slechts
hebben d:e menschen, voor zooiver spr.
dat onderzoeken kon, hun dienst niet
gedaan en niet gedurende 7 maanden.
Voor deze feiten is ontslag niet ge
rechtvaardigd.
Wanneer het paard had moeten vast
gebondlen worden, had dit bij instruc
tie moeten bepaald zijn. Hiervoor kan
den man nu geen straf treffen. Zelfs
geen betrisping worden gemaakt.
De verklaring van den sergeant
Vink spreekt er A an, dat hij Hersman
eenige malen ter plaatse heeft gezien.
Hier valt niet uit op te maken, dat
Hersman de andiere keeren er niet is
geweest.
Hieruit valt alleen op te maken, dat
de sergeant die andere keeren niet
aanwezig is geweest.
Spreker blijft volliouden, dat men
een werkman om deze feiten niet kan
ontslaan. Hersman is 56 jaar, heeft 20
jaar dienst en zal geen betrekking
meer kunnen - krijgen. Ontslag is al
leen geoorloofd in geval van diefstal
als b.v. nu bij de gemeente-reiniging,
waar vijf man reeds sinds gemimen
tijd voor belangrijke bedragen gesto
len hebben.
De man heeft zeer zeker schuld. Hij
heeft gelogen en moet daarvoor ge
straft worden.
Art. 30 van liet Werklieden-regle
ment geeft echter straffen genoeg.
Spreker dient nu een voorstel in om
aan B. en W. te verzoeken nog eöns
te overwegen, of Hersman niet op an
dere wijze kan gestraft worden als til
art. 30 van het Werklieden-reglement
wordt aangegeven, met herroeping
van de gegeven straf.
Het voorstel wordt ondersteund.
De heer THIEL merkt op, dat in
deze zaak niet gewezen is op het feit,
dat ook door deze zaak een beschuldi
ging is geworpen op het bestuur van
den dienst. Er is niet alleen een fout
begaan door Hersman, maar ook door
den opzichter. Het mag niet zijn, dat
de menschen een zeven maanden hun
werk ruiet voldoende deden. Dat blijkt
ook uit den diefstal door die vijf ont
slagen weaklïeden, die voor een paar
duizend gulden hebben gestolen. Hoe
kan dat mogelijk zijn? Dit gebrek in
de contróle is een verzachtende om
standigheid voor Hersman.
Spreker vindt het niet goed, dat men
do beschuldiging zoo uitgebrdid con
strueert tegen een ondergeschikte en
eigen schuld niet erkent.
De VOORZITTER merkt op, dat deze
zaken, door den heer Thiel opgemerkt,
een onderwerp hebben uitgemaakt van
beraadslagingen in het college van B.
en W. De drie maal herhaalde feiten
van plichtsverzuim zijn voor B. en W.
needs voldoende, om den man te ont
slaan.
De heer DE BREUK zegt, dat nu
een andere belt-opzichter is aange
steld. Spreker erkent, dat contróle ge
oefend had moeten worden. Nu zal
dat niet weer gebeuren.
De lieer THIEL neemt nota van de
verklaringen van B. en W.t dat de
contróle niet voldoende was, doch nu
voortaan voldoende zal zijn. Dit ont
breken van contróle moet toch wel als
verzachtende omstandigheid worden
aangemerkt. Spreker is het niet met
zich zelf eens, hoe hij zijn stem zal
uitbrengen.
De heer HüGENHOLTZ betreurt het
dat de man niet gewaarschuwd is. Dan
was de zaak anders geweest. Spreker
vraagt nu niet de ergste straf te ge
ven.
De heer VAN ROSSUM vraagt of
vroeger aan den man een officie ele
berisping is toegediend. Kan het daar
door zijn, dat de man nu niet weer is
gewaarschuwd
De lieer DE BREUK zegt, dat de
man vroeger herhaaldelijk is berispt,
ook in den laatst en tijd.
De heer SCHRAM zal stemmen tegen
hetvoorstel-Van de Kamp. Het plichts
verzuim is een complicatie van geval
len. En aan de gemeente èn aan de
werklieden doen we een sléchten
dienst, wanneer we gaan zeggen B.
en W. hebben niet genoeg verzach
tende omstandigheden gepleit.
Het gaat niet aan, nu te gaan zeg
gen zijn er geen verzachtende om
standigheden
De heer DE BRAAL had zoo'n ver
dediging van den heeft- Schraan niet
verwacht. Spreker acht de man schul
dig, maar de feiten zijn niet zóó, dat
men een man van 56 jaar, die 20 jaar
in dienst der gemeente is, moet ont
slaan. Kan men hem geen mindier
verantwoordelijke betrekking geven?
De heer GROOT pleit nietigheid
van de dagvaarding van den heer
Boerkoel. Zoo straks heeft spreker
nog gezien, dat een paard losliep. Moet
het beest vastgebonden worden, dan
moet daartoe instructie gegeven wor
den. Aan palen en hekken mag geen
paard vastgebonden worden, dat gaat
tegen de politieverordening in.
Het verzuim mag niet uit een vagen
termijn, maar op vaststaande feiten
geconstateerd worden.
Hierbij merkt spreker nog op, dat
déze beambten beter gesalarieerd die
nen te worden.
In stemming wordt nu gebracht de
volgende motie-Van de Kamp
De Raadj
Kennis gemomén hebbende van 'tdoor
B. en W. genomen besluit, waarbij
den gemeente-reiniger Hersanan uit
den dienst der gemeente werd ont
slagen,
verzoekt B. en W. alsnog te over
wegen' of bedoelde arbeider niet kan
worden gestraft, met een der in para
graaf 30 van het Reglement voor de
Werklieden, sub 1, 2, 3, 4 of 5 ge
noemde straffen.
De motie-Van de Kam,p wordt nu
verworpen met 9 stemmen vóór, na
melijk van de hèerienThiol, Van de
Kamp, Modoo, Groot, Rinkema, Stolp,
Hugenholtz, Wetsenaar en Do Braai.
Punt 2.
B. en W. stellen voor, goed te keu
ren do rekening en verantwoording
van heit Sit. 'Elisabeth's of Groote Gast
huis over het jaar 1906, toedragen die in
ontvangst ear uitgaaf oen som van
124.561.23.
Onider die iohttvangsten is een subsi
die der gemeente van 36.169.15J.
Wordt goedgekeurd.
Punt 3.
B. en W. stellen voor, de begroo
ting An or 1907 van 'het St. Elisabeth's
Gasthuis, in ontvangst en uitgaaf
85,600. goed te keuren en het eub
sidie uit de gemeentekas te bepalen
op ƒ52.000.
Wordt goedgekeurd.
Punt 4.
B. en W. werden bij besluit van
1 Mei j.l. door den Raad uitgenoo-
digd, om een voorstel te doen tot
aanvulling van de Pensioenverorde
ning, met het oog op een onge
vraagd eervol ontslag aan ambtena
ren en werklieden, die een zeker
aantal jaren in dienst der gemeente
zijn geweest.
Na advies' ingewonnen te hebben
van de Commissie van Bijstand in
zake 'het verleenen van pensioen en
onderstand, stellen B. en W. thans
eenige wijzigingen in de verordening
voor. Worden deze aangenomen, dan
zullen ambtenaren en werklieden,
die, na ten minste vijf jaren in
dienst der gemeente te zijn geweest,
daaruit eervol zijn ontslagen zonder
ontslag te hebben verzocht ook pen
sioen genieten, hetwelk evenwel eerst
op 65-jarigen leeftijd zal ingaan.
B. en W. stellen voor, deze aan
vulling te doen ingaan op 1 April
1906, zoodat zij ook van kracht zou
zijn voor het ontslag van den ge
meente-werkman Gerritsen, het/welk
op 15 April is verleend.
Wordt goedgekeurd.
Punt 5.
B. en W. stellen voor. van het
.voormalig bestuur der opgeheven
•Sociëteit ..Eendracht" ten geschenke
te aanvaarden een notulenboek, een
ledenboek, alsmede een beker met
inschrift.
Do heer MODOO waagt qf deze za
ken nu wel zooveel waard zijn, om ze
te aanvaarden. In de archieven zijn
veel van die dingen, die niets waard
zijn, maar wel plaats en moeite ver
gen.
Waarom moeten we nu een notulen
boek van een gemeenschappelijk kof
fiehuis gaan bewaren. Dingen van
waarde worden nooit aangeboden (ge
lach). Men geeft alleen dingen, waar
mee men geen raad weet.
De VOORZITTER verklaart, dat B.
en W. alleen maar advies hebben uit
gebracht.
Het vooristól van B. en W. wordt
aangenomen, met de stem van dón
heer Modoo tegen.
Punt 6.
liet komt B. en W. wenschelijk
voor ook voor het personeel bij den
dienst van het Openbaar Slachthuis
een organieke regeling vast te stel
len. In de ontwerp-regeling is be
paald, dat het personeel bestaat uit:
1 directeur, 1 adijunct-directeur, 1
hoofdopzichter, 3 opzichters, 1 boek
houder een onbepaald aantal klerken,
1 eerste machinist, 1 tweede machi
nist, 1 portier en een onbepaald aan
tal werklieden.
De directeur wordt door den Raad
aangesteld eai onitsliagen, terwijl de
andere ambtenaren door B. en W.
worden benoemd en ontslagen.
De jaarwedde vian den directeur
wordt door den Raad vastgesteld.
De overige ambtenaren genieten: ad
junct-directeur 18002200; hoofd
opzichter 10001400; opzichters
900—1300; boekhouder 1000—
1400; klerken 500—800.
De hoofdopzichter geniet bovendien
•vrije woning, vuur en licht.
Dit voorste! werd in de vergadering
van den 20st>eu Juni op voorstel van
den heer Hugenholtz aangehouden,
omdat men ook de loonen van hert,
lagere personeel wilde regelen.
B. en W. stellen nu een wijziging en
aanvulling voor, in de door hen ont
worpen concept-verordening regelen
de de loonen van beambten en werk
lieden aan liet te bouwen Openbaar
Slachthuis. Volgens het nu voorge
stelde zal uitgekeerd wordenaan
den lsten machinist van 24 tot ƒ29,
aan den 2den machinist van ƒ16 tot
ƒ19, aan den portier en stekers 12
tot ƒ14, en aan de overige werklie
den ƒ11 tot ƒ13.
B. en W. achten het ook gewensoht
dat de werklieden gebracht worden
op den siaat bedoeld bij artikel 1 van
het Werkliedenreglement, van welken
staat zij binnenkort een wijziging
zullen voorstellen.
De hevea- MODOO acht de bepalingen
niet voldoende. Spreker zou voor liet
geheele personeel de salarissen wil
len vaststellen. Nu is de zaak nog te
vaag.
De geheele salarieering dient in de
verordening vastgelegd te worden.
De VOORZITTER zegt, dat in het
eind van het voorstel wordt meége-
deeld. dat de salarieering later in den
Raad zal worden behandeld. Boven
dien kan de zaak bij dé begrooting
worden behandeld. Is er wel een zaak
zóó geregeld, dat zij niet bij de begroo
ting ter sprake gebracht kan wor
den
De heer MODOO meent, dat de voor
zitter naast de zaak slaat. De voorzit
ter lieeft geen antwoord gegeven op
de vraagWaarom de werldiaden-
saflarisseu' nu niet eveneens geregeld?
De heer H. D. KRUSEMAN zegt,
dat de salarissen in de verordening
alleen gelden voor ambtenaren en
niet voor werklieden. Deze moeten
aangevraagd worden bij de begroo
ting.
De heer HUGENHOLTZ zegt, dat
nog niet geantwoord is op de vraag.
Welk belang is er bij, oirt de salaris
sen van de ambtenaren wèl en die
der werklieden niét bij verordening
vast te leggen Het is nog niet uit
gemaakt, dat de werklieden zullen
vallen onder liet werkliedenregle
ment.
De heer N. KRUSEMAN zegt, dat
men alleen heeft doorgeredeneerd op
de lijn, die steeds gevolgd is. Ook
met de andere werklieden is zóó ge
handeld.
De heer MODOO zegt, dat bij de
Lichtfabrieken de salarissen van een
deel van de werklieden wel bij veror
dening is geregeld. Het is nu de tijd
om de zaak te veranderen en de sa
larissen van het geheele personeel te
regelen.
De heer HUGENHOLTZ vraagt nog
eenmaal een antwoord op de vraag,
die gedaan is. Waarom moet onder
scheiding tusschen de beide catego-
riën gemaakt worden
De heer N. KRUSEMAN wil hierop
geeai antwoord geven, daar het hem
te ver zou voeren. Spr. raadt den
heer Hugenholtz aan een concreet
voorstel te doen.
De heer MODOO dient een voorstel
in, om ook de salarissen van de werk
lieden van het Slachthuis bij veror
dening te regelen.
De heer THIEL zegt, dat de sala
rissen der ambtenaren geregeld wor
den zonder dat men eigenlijk denkt
aan krapte van geld. De salarissen
der werklieden worden echter enkel
behandeld bij de begrooting, wanneer
men niets anders hoort, dan Wees
toch zuinig; denk als je blieft aan de
4 van den Hoofd. Omslag.
De heer N. KRUSEMAN meent, dat
het dan beter zou zijn de Commissie
tot wijziging van het Werkliedenregle
ment te verzoeken het desbetreffende
artikel te wijzigen.
De heer MODOO acht het beter om
eerst deze werklieden el dus te be
handelen. als hij voorstelde en dan
de Commissie ad hoe te verzoeken het
Werkliedenreglement daarmede gelijk
te maken.
De heer THIEL acht het gewenscht
het voorstel nu aan te nemen en een
algemeene motie in haiftten der Com
missie te stellen.
De heer MODOO handhaaft zijne
meening. dat het beter is nu de mo
tie aan te nemen voor do salarissen
•ven de werklieden van het Slacht
huis.
De heer THIEL dient nu een motie
in, om de salarissen van de werklie
den van alle bedrijven bij verorde
ning te regelen.
De heer RINKEMA acht 't beter,
'dat de heer Modoo zijn voorstel in
trekt, Wanneer de Raad nu de mo-
tie-Modoo aannam, kon het wel zijn,
dat in een volgende vergadering de
motie-Thiel weid verworpen.
De heer VAN STYRUM acht de
motie-Thiel vreemd aan de orde van
den dag.
De heer THIEL trekt zijn voorstel
in, en zal het den volgenden dag
schriftelijk indienen.
In stemming komt nu het voorstel-
Modoo.
Het voorstel-Modoo wordt afgewe
zen.
Vóór waren de heeren Van de
Kamp, Modoo, Groot, Schram, Hu
genholtz en De Braai.
De Raad behandelt nu de verorde
ning artikelsgewijze.
Art. 3.
De heer SNELTJES vestigt de aan
dacht er op, dat iemand, die in hoo-
ger betrekking komt, lager salaris
zal krijgen.
De VOORZITTER zegt, dat dit niet
behoeft te geschieden.
De heer RINKEMA zegt. dat het
kan gebeuren, daf iemand minder
salaris krijgt bij verhooging.
De. heer H. D. KRUSEMAN meent.
dat dan iu de plaats komt vrij vuur
en licht.
De heer HUGENHOLTZ houdt vol,
dat een hoofdopzichter minder sala
ris in geld kan verdienen.
De heer GROOT acht dit niet erg,
daar een opzichter, die reeds lang
in dienst is, het bedrijf kent.
Art. 7.
De heer Van de Kamp stemt tegen.
Art. 8.
De heer VAN STYRUM vraagt,
waarom B. en W. het tijdstip moe
ten vaststellen, waarop de verorde
ning in werking moet treden. Dit
deed de Raad tot nu toe.
De heer STOLP, voorzitter van de
Commissie van Bijstand, wil het ge
heele artikel laten vervallen.
De heer VAN STYRUM dient een
amendement in, waarbij wordt voor
gesteld om het tijdstip te doen bepa
len door den Raad.
De heer SNELTJES vraagt, wat het
practische nut zal zijn van dit amen
dement
De-heer VAN STYRUM zegt, dat hij
gevraagd heeft, waarom men hier
van de gevolgde wijze afwijkt. Daar
spr. daarop geen antwoord kreeg,
deed hij het voorstel.
De heer H. D. KRUSEMAN zegt,
dat deze verordening nog niet in zijn
geheel kan worden in dienst gesteld.
Het personeel moet nog in 't leven ge
roepen worden.
De heer VAN STYRUM is nu nog
meer voor zijn voorstel, daar het niet
aangaat, nu artikel 1, dan art. 2 enz.
toe te passen.
De heer D. KRUSEMAN zegt,
dat het zoo niet is bedoeld.
Het amendement-Van Styrum wordt
aangenomen.
Tegen stemden de heeren Van Ros
sum, Sneltjes, Seignette, Winkler,
Kruseman, De Breuk en Stolp.
Alsnn wordt de geheele verorde
ning aangenomen.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Punt 7.
Van de H.. IJ. S. M. is het verzoek
ingekomen om goedkeuring te verlee
nen aan een plan, wa-aohij de vaste
brug in de spoorbrug over de Oostsin-
gelgracht een wijdte van 11 meter ver
krijgt in den dag.
B. en W. hebben tegen die inwilli
ging van dit verzoek geen bezwaar,
zoodat zij voorstellen hert raadsbesluit
van 16 Juli '02 zóó te wijaigen, dat in
plaats van 8 meter 11 meter wordt
gelezen.
Aldus wordt besloten.
Punt 8.
Het is B. en W. blijkens een bij het
Kadaster ingesteld onderzoek geble
ken, dat de Gemeente voor 5 vïerk.
meter mede-eigenares is van het ten
name van H. Figee Jr. staande per
ceel aan de Leidsdhe Vaart.
B. en W. stellen nu voor, dezen
grond voor 4 gulden per jaar te ver
huren aan den eigenaar van hert huis.
Wordt goedgekeurd.
Punt 9.
Het is B. en W. gebleken, dat de
Gemeente voor grooter of kleiner ge
deelte mede-eigenares is van den
ud, waarop enkele particulieren
woningen hebben gebouwd. Aan
gezien detze grond voor de gemeente
geen waarde heeft, stellen B. en W.
voor, deze te verkoopen en wel aan
C. J. Paulen 13 vierk. meter voor
een perceel aan het Prinsen Bolwerk
voor 1 per vierk. meter
A. Koen, 24 vierk. meter voor een
perceel aan de Magdalenasteeg, voor
ƒ1 per vierk. meter;
aan de wed. H. M. Roosekrans—
Jansen 3 vlerk, meter voor een per
ceel aan den Scheepmakersdijk, te
gen 1 per vierk. meter
G. P. Geukers 15 vierk. meter voor
een perceel aan de Kamperstraat,
voor ƒ1 per vierk. meten'.
De heer VAN DE KAMP vraagt
naai' aanleiding van dezen verkoop,
op welke wijze deze gronden zijn ge-
De heer DE BREUK zegt, dat de
gronden in overeenstemming met el
kander zijn getaxeerd, 't Is op deze
wijze gedaan, om het den menschen
gemakkelijk te maken.
Het punt iwordt nu goedgekeurd.
Om 41/4 uur wordt de vergadering
heropend.
Punt 10.
B. en W. stellen voor, afwijzend te
beschikken op een adres van 11 brug
wachters om hun van Gemeentewe
ge te voorzien van schoeisel en hun
algemeen erkende Ghristelijke feest
dagen 's namiddags vrijaf te geven.
B. en W. achten dat de klacht over
de slijtage van hun schoeisel zeer
overdreven is, terwijl zij opmetrken,
dat de noodhulp-brugwachters el-
ken Zondagmiddag dienst hebben en
hun dus de vrije beschikking over de
feestdagen moet worden gelaten.
Hert vooi-stel van B. en W. wordt
goedgekeurd.
Punt 11.
B. en W. stellen voor, aan T. Hoen
derdos vergunning te verleenen tot
het bouwen van een bergplaats op
den voor tuin bestemden grond ach
ter het perceel Leidsche Plein 15 met
afwijking van het bepaalde in arti
kel 11 der Bouwverordening, onder
bepaling, dat voor deze vergunning
een bedrag van ƒ89.40 betaald wordt
aan de Gemeente-kas.
Dit laatste, omdat bij besluit van
23 Augustus 1899 de koopprijs van de
hiér bedoelden grond (59.60 vlerk,
meter) als bestemd voor tuingrond,
werd verlaagd van ƒ4.50 op 3 per
vierk. meter, terwijl B. en W. het
nu gewenscht achten de grond niet
meer voor tuin bestemd wordt, den
oorspronkelijken prijs te innen, en
alzoo nog te vorderen 59,60 maal 1.50
is ƒ89.40.
Aldus wordt besloten.
Punt 12.
B. en W. hebben de volgende voor
dracht opgemaakt, ter benoeming
van een adjunct-directeur van Open
bare Werken (jaarwedde ƒ2500)
lo. D. Huender Wz., civiel-inge-
nieur, tijdelijk ingenieur bij de Ge
meentewerken te Utrecht; 2o. J. B.
Onderwater, civiel-ingenieur tijde
lijk werkzaam op het ingenieursbu
reau van Van Hasselt en De Koning,
te Nijmegen 3o. A. van Linden v. d.
Heuvell, civiel-ingenieur, adjunct»
ingenieur van den Waterstaat, te
Breda.
B. en W. vragen den Raad mach
tiging het tijdstip te bepalen, waarop
de benoemde in dienst moet treden.
Benoemd woi'dt de lieer Huender
mét 16 stemmen; dé heer Van Linden
v. d. Heuvell verkreeg 10 stemmen,
de heer Onderwater 3 stemmen.
De gevraagde machtiging wordt
verleend.
Om 33/4 urn- word de openbare ver
gadering geschorst.
Om 41/4 uur wordt de openbare .'er-
gadering heropend.
RONDVRAAG.
De heer RINKEMA vestigt de aan
dacht éh op, dat de halte der E. N- E.
T. aan de Eendjesbrug verlegd is
naar het wachthuisje. Dit is 'n incon-
veniënt voor de menschen aan den
anderen kant wonende en gevaarlijk,
daar men bij de halte nu een aantal
trams moet passeeren.
De VOORZITTER zegt, dat B. en
W. er mede bekend waren. Klachten
zijn niet ingekomen.
De heer RINKEMA Ik heb veel
klachten gehoord
De heer HUGENHOLTZ meent, dat
de stopplaatsen door den Raad zijn
'vastgesteld.
De VOORZITTER zegt, dat dit
door B. en W. geschied is.
De heer RINKEMA geeft in overwe
ging in 't belang van het Haarlem-
sclie publiek de halte weer op de oude
plaats te brengen.
De VOORZITTER,,'t Scheelt
maar 20 Meter
De heer RINKEMA„t Is 100
Meter
De VOORZITTER zegt overweging
toe.
De heer DE BRAAL vraagt of
reeds iets is besloten in zake de stop
plaats in de Jansstraat bij de Rid-
dD?VobRZITTER zegt, dat dit nog
overwogen wordt.
Om 41/2 uur wordt de vergadering
gesloten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
k 30 Cent per Regel.
TE HILLEGOM.
Men heeft veel gesproken over het
geval van eeh onzer buren, mejuf
frouw Th. D. v. d. Aarst, wonende
Loosterveg III no. 40, te Hillegorn.
Het deed zich zoo kort in onze nabij
heid voor, dat wij denken, dat het u
bellang zal inboezemen. Misschien
kent gij deze juffrouw persoonlijk.
Mejuffrouw v. d. Aarst, deelt ons
toet volgende mede: Zeven jaar lang
ben ik lijdende geweest aan een nier
ziekte, waardoor ik steeds veel pijn in
den rug, in de lendenen en benauwd
heden op de borst had. Ik was bijna
immer zwaar vermoeid en afgemat;
de urine was dtoortooipend erg troebel,
zij verspreidde, een onaangename geur
en bevatte veel bezinksel. Dikwijls
kwam hert voor, dat ik zelfs te ellendig
was om uit te gaan. Ik sliep onrustig,
droomde veel en mijn eetlust vermin
derde met idlen dag. Mijn voeten en
handen waren veelal dik opgezwollen;
wat ik ook aanwendde voor deze nier
ziekte, niets kon mij hulp verschaf
fen, totdat ide ten slotte Forster's Rug
pijn Nieren Pillen begon te gebruiken.
Nia een paar dagen kon ik reeds ver
lichting bespeuren en naldat ik drie
wieken met het gebruik van uw pillen
was doorgegaan, kende ik mijzelf niet
meer.. De pijn was zoo good als ver
dwenen, de urine was weer helder en
mijn handen en voeten waren geheel
normaal. Uit dankbaarheid voor hert
succes, zal ik deze wonderlijke pillen
steeds gaarne aan andere lijders aan
bevelen.
Ik ondergefeekende verklaar, dat
het bovenstaande waar is en machtig
u het publiek te maken op elke wijze,
die u goeddunkt.
Zwelling der enkels, der voeten en
der beenen en blazen onder de oogen.
(Waterzucht). Deze gevaarlijke kwaal
dient te worden toegeschreven aan
het overvloedig water, afkomstig uit
hert bloed, dat doorgedrongen is tot in
het weefsel der huid en dat eigenlijk
had moeten worden uitgedreven door
de filtreering indien de nieren in goe
den toestand geweest waren. Door een
groot aantal dankbare menschen
werd ons medegedeeld dart dergelijke
gevallen volkomen genezen werden
door Forster's Rugpijn Nieren Pillen.
Verzeker u, dat men u de échte
Foster's Rugpijn Nieren Pillen geeft,
dezelfde die mejuffrouw v. d. Aarst
gehad heeft. Wij waarschuwen tegen
namaak en maken koopers er op at
tent, dat op iedere dóos de handrteeke-
ning van James Foster voorkomt. Zij
zijn te Haarlem verkrijgbaar bij de
heeren K. ..van Eden, Spaarne 38, J.
J. Göppinger, Groote Houtstraat 147a
en J. van Gülik, Zijlstraat 98. Toe
zending .geschiedt franco na ont
vangst van postwissel k f 1.75 voor
één of 10 voor zes doozen.
FAILLISSEMENTEN.
Uitgesproken:
Amsterdam, 29 Juni. B. Tenberg,
winkelier, wonende aldaar. Mr. L. Th.
J. Hoeffelman rechtercommissaris
curator mr. J. A. van der Mersch.
Utirecht, 27 Juni. F. L. Hollman,
koopman te Utrecht. Mr. C. J. H. Sche
pel recMer-eommissariscurator mr.
H. P. van Heyst.
Amsterdam, 29 Juni. H. C. G. Dieck-
man, laatst gewoond hebbende te
Nieuwer Amstel, thans in Amerika
zich bevindend. Mr. L. Th. J. Hoeffel
man recht er-commissarisci%'atormr.
H. A. van Nierop.
Groningen, 29 Juni. H. Sohaahna,
schoenmaker, te Broek, gemeente Een
rum. Mr. F. G. Kool rechter-coramis-
sarismr. C. de Ranitz curator.
Utrecht, 27 Juni. De nalatenschap
van Frans Melkes, laatst wonende te
De Bilt. Jhr.mr. J. Schuurbeque Boeije
rechter-commissariscurator, mr. J.
H. W. Nicolaï.
Zwolle, 30 Juni. H. C. van Heuke-
lom, steenfabrikant te Kampen. Mr.
J. W. Telting rechter-commissaris
curator mr. J. van dén Oever.