bevattende ƒ4340 aan bankpapier, welk geld toebehoorde aan den ma kelaar in diamant Isaac Pront. Deze zaak werd in den loop van Mei voor de Rechtbank behandeld. Herhaling van de destijds vermelde bijzonderheden van den diefstal mag 'dus overbodig genoemd worden. De heer Van Duim, als getuige ge hoord, volhardde bij zijn voor de Rechtbank afgelegde verklaringen. Hij heeft bekl. in het melksalon naar hem zien kijken, doch hij had geen kwaad vermoeden. In de portiek, in het gedrang voelde hij, dat hij be roofd werd. Een juffrouw uit het melksalon, daarna gehoord, hield haar verkla ringen, in eersten aanleg afgelegd, ook vol. Vervolgens werd bekl. onder vraagd. Robert Fiiton kende hij niet. Hij verstaat geen Hollandsch, schoon hij elk jaar hier eenigen tijd kwam vertoeven. Wat hij hier kwam doen Als hij, die Amerikaansch paarden koopman is, in Engeland zaken kwam doen, ging hij altijd een dag of wat naar Hollandom bloemetjes te koopen I De Engelschen, die blijkbaar in zijn gezelschap waren, kende hij niet. En daar bleef hij bij, hoewel de president, mr. Op ten Noort, hem op het onwaarschijnlijke daarvan wees. Met die Engelschen beaocht hij een winkel in de Kalverstraat, lunchte hij en met een hunner bracht hij in het hotel Filbach op een kamer den nacht door. Ook de Engelschen, die zich in den ochtend der beroovingin het melksalon bevonden, kende hij niet. Hij was er in zijn eentje. De procureur-generaal mr. Baron Baud, zijn requisitoir nemende, was van oordeel, dat we hier te doen heb ben met een berooving door drie per sonen, geconstateerd op heeterdaad. Hij wees op de afwijkende opgaven van bekl., die eerst niet wilde we ien, dat hij reeds Zaterdags in de stad was gekomen en toen bij Fil bach had gelogeerd. Ook zijn vier vrienden wil bekl. steeds van zich afschuiven. Te ver geefs echter. Ondanks zijn ontkente- nis, heeft men bekl. met z'n vieren de straat zien opgaan. Ook in win kels is bekl. met hen gezien. En waren nu die vrienden dezelf den, die in het melksalon waren, die de berooving mede pleegden Spr. meent van ja. Karakteristiek is, dat in het melksalon weid opgemerkt de 40-jarige man met. liet zwarte punt baardje, o-ok door getuige Filbach ge signaleerd als bezoeker van zijn hotel. Er waren slechts dirie Engelschen in het salon, maar de vierde zal wel in 'de buurt zijn geweest. Spr. wijst verder op het opmerkelij ke verschijnsel, hoe de Engelschen lang voor hun leege glazen zaten, contant betaalden, en allen gelijktij dig met Van Duim opstonden. Na de berooving zijn de vreemdelingen plot seling verdwenen, zoodra de politie verscheen. Spr. ziet bekl. aan voor een dier personen, die uit den iMi*eie|md)e, idle banken hier bezoeken om er personen uit te vorschen, geschikt om bestolen te worden. Dergelijke vreemdelingen moet. den lust ontnomen worden, naar Amsterdam strooptochten te on dernemen. Reeds te veel last heeft men hier van dergelijke personen. Enkelen hunner werden gegrepen en gestraft, maar velen ontkomen. Nu een dier internationale boeven, die onze stad onveilig maken, is gegre pen, meent spr., dat een flinke straf moet wordien opgelegd. Spr. eischt bevestiging van het vonnis der Rechtbank. Mr. Solner treedt, evenals in eer sten aanleg, thans als toegevoegd verdediger op. Was bekl. een Hollan der geweest, dan zou hij, meent pl., reeds in eersten aanleg zijn vrijge sproken, zoo zwak is het bewijs. In den tweede tracht pl. aan te toonen, dat het niet vaststaat dat de diefstal is gepleegd. Van Duim wilde na het z. g. „gedrang" in de portiek, dat niet zoo erg was, weer naai-bin nen m. a. w. hij wist niet zeker of hij beroofd was. Verder betwist pl., dat bekl. in ge zelschap der andere Engelschen was. Pl. concludeerde tot vrijspraak. Vreemdelingen en Hollanders moeten voor de wet dezelfde rechten hebben. 17 Juli a. s. uitspraak. Vervolg Gemeenteraad. Mededeelingen en ingekomen stuk ken. B. en W. hebben den 25en Juni de boeken en de kas van den Gemeente ontvanger nagegaan en in orde be vonden. Daarbij bleek, dat de ontvangsten bedroegen 4,708,173,041/2, waaron der het saldo over 1904 groot 1.215,208,46. Daar de uitgaven voor de diensten 1905 en '06 bedroegen ƒ4.275.423.41, was in kas 432.749.63i, waarvan ƒ321.125 op prolongatie stond bij de firma Oppenheim en Van Till, te 's-Gr&venh&ge. Wordt goedgekeurd. Medegedeeld wordt a. dat zijn gesteld in handen van B. en W. om advies lo. een axüres van de afd. Haarlem der Ned. Maatsch. voor Tuinhouiw-en Plantkunde, om ook voor 1907 ton be hoeve van den tuiubouwwintercur- eus een subsidie te verleenen 2o. een adres van Mr. W. van Hulst inzake demping van sloolen, gelegen om zijn perceel in het Haar lemmerhoutpark 3o. een adros van A. v. d. Vies, om afwijking van het bepaalde bij art. 11 der Bouwverordening ten opzichte van het te verbouwen perceel aan den Van Heythuizenweg no. 15 4o. een adres van Th. M. van Deur- sen om een stuk grond aan de Tempe lierstraat te mogen koopen b. dat zijn ingekomen lo. een schrijven van de afd. Haar lem der Vereeniging „Volksweer baarheid", 'houdende dankbetuiging voor het haar toegekende jaarlijkschc eubsidie 2o. een adres van J. W. Jenny iWeyex-man, om hem met ingang van 1 Sept. a..s. eervol ontslag te verlee nen als onderwijzer aan de 1ste Tusschenschool c. dat op 25 Juni j.l. zijn opgeno men de boeken en kas van het pen sioenfonds voor weduwen en weezen van gemeente-ambtenaren. Alles werd in orde bevonden, ter wijl het saldo in kas ƒ1425.17 be droeg d. dat aan J. E. Koehorst, gewezen hoofdfitter bij de gemeentelijke duin waterleiding, een jaarlijksch pen sioen is verleend van 1002 e. dat A. L. J. Moone, C. Vermeer, J. v. d. Bunt en J. A. Remmé heb ben bericht, dat zij hun adressen in zake goedkeuring van een bouwplan, in verband met de wijziging in de Bouwverordening, intrekken f. dat de heer A. v. Rossum heeft bericht, dat hij de benoeming tot lid der bij Raadsbesluit van 30 Mei j.l. No. 22 ingestelde Commissie, aan neemt g. dat de heer C. G. Loomeijer Jr. heeft bericht, dat hij de benoeming tot lid der Commissie van onderzoek voor de Schutterij, aanneemt; h. dat de heer Sneltjes heeft be richt, dat hij zijn benoeming tot lid der Commissie voor de bezwaar schriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, aanneemt De hoer DE BREUK vervolgt zijn mededeeling over de zaak Hersman. De zorgeloosheid van Hersman blijkt uit het feit. dat het wegloopen van het paard naar de Bagijnestraat niet door Hersman is bemerkt. In elk geval was het zaak geweest om het paard vast te binden. Dit wegloopen gebeurt hoogst zelden. Het wegloopen had een groot ongeluk ten gevolge kunnen hebben. Dit zou, volgens spre- ker's meaning, reeds reden genoeg zijn om den man te ontslaan. De meening, dat een werkman voor zulk een verzuim niet berispt mag worden, is niet in het belang van de orde. Horsman maakte zich herhaaldelijk aan misbruikon schuldig, o.a. aan drankmisbruik. Herhaaldelijk is hij daarvoor gewaarschuwd. Ter nauwer- uood is de man uit de handen der po litie gebleven, toen hij in de R.K. kerk aan de Amsterdamsche Vaart de rust verstoorde. De voorzitter van die kern heeft «enigszins andere verklaringen voor spreker afgelegd, dan in de kern. Dit komt, omdat deze beter ingelicht was, toen hij nader door spreker werd on dervraagd. De briefjes van .eenige per sonen, die tevreden waren over zijn werk komen, naar sproker's meening, niet in aanmerking, daar 't welwaar zal zijn, dat de man niet in alles slecht was. De verklaringen van die andere per- .sonen als Van Renes, weerleggen niet ide beschuldiging. Verder vestigt spreker de aandacht op het feit, dat die reinigingsdienst iets geheel anders is, daar de werklie den moer zelfstandig werken, dan in andere gemeentebedrijven. Men kan' niet overal en altijd controieeren. Spreker zegt ten slotte dat deze ge vallen voor B. en W. zeteir verdrietig zijn. 't Was makkelijker om de zaak maar door de vingers te zien, dan lie pen zij echter gtevaar van andere zijide daarop gewezen te worden. Spreker zegt, dat hij in dien tijd van Heisman 3 nran en later nog eens 5 man heeft moeten onderhouden. Dat is niet prettig vo.or B. en W., maar zij zullen steeds blijven handiellen als zij tot nu toe gedaan hebben. (Applaus). De lieer VAN DE KAMP verklaart, dat hem de moed eigenlijk ontzinkt, waai* die lieer De Breuk verklaart, i •dat het wegloopen van het paard' reeds voldoende reden tot ontslag is. Spreker wil toch eenige punten even vei {beldeken. Harsman, een zenuwachtig man, was in de meening, dat drie uren voor het werk stonden. Drie maal slechts hebben d:e menschen, voor zooiver spr. dat onderzoeken kon, hun dienst niet gedaan en niet gedurende 7 maanden. Voor deze feiten is ontslag niet ge rechtvaardigd. Wanneer het paard had moeten vast gebondlen worden, had dit bij instruc tie moeten bepaald zijn. Hiervoor kan den man nu geen straf treffen. Zelfs geen betrisping worden gemaakt. De verklaring van den sergeant Vink spreekt er A an, dat hij Hersman eenige malen ter plaatse heeft gezien. Hier valt niet uit op te maken, dat Hersman de andiere keeren er niet is geweest. Hieruit valt alleen op te maken, dat de sergeant die andere keeren niet aanwezig is geweest. Spreker blijft volliouden, dat men een werkman om deze feiten niet kan ontslaan. Hersman is 56 jaar, heeft 20 jaar dienst en zal geen betrekking meer kunnen - krijgen. Ontslag is al leen geoorloofd in geval van diefstal als b.v. nu bij de gemeente-reiniging, waar vijf man reeds sinds gemimen tijd voor belangrijke bedragen gesto len hebben. De man heeft zeer zeker schuld. Hij heeft gelogen en moet daarvoor ge straft worden. Art. 30 van liet Werklieden-regle ment geeft echter straffen genoeg. Spreker dient nu een voorstel in om aan B. en W. te verzoeken nog eöns te overwegen, of Hersman niet op an dere wijze kan gestraft worden als til art. 30 van het Werklieden-reglement wordt aangegeven, met herroeping van de gegeven straf. Het voorstel wordt ondersteund. De heer THIEL merkt op, dat in deze zaak niet gewezen is op het feit, dat ook door deze zaak een beschuldi ging is geworpen op het bestuur van den dienst. Er is niet alleen een fout begaan door Hersman, maar ook door den opzichter. Het mag niet zijn, dat de menschen een zeven maanden hun werk ruiet voldoende deden. Dat blijkt ook uit den diefstal door die vijf ont slagen weaklïeden, die voor een paar duizend gulden hebben gestolen. Hoe kan dat mogelijk zijn? Dit gebrek in de contróle is een verzachtende om standigheid voor Hersman. Spreker vindt het niet goed, dat men do beschuldiging zoo uitgebrdid con strueert tegen een ondergeschikte en eigen schuld niet erkent. De VOORZITTER merkt op, dat deze zaken, door den heer Thiel opgemerkt, een onderwerp hebben uitgemaakt van beraadslagingen in het college van B. en W. De drie maal herhaalde feiten van plichtsverzuim zijn voor B. en W. needs voldoende, om den man te ont slaan. De heer DE BREUK zegt, dat nu een andere belt-opzichter is aange steld. Spreker erkent, dat contróle ge oefend had moeten worden. Nu zal dat niet weer gebeuren. De lieer THIEL neemt nota van de verklaringen van B. en W.t dat de contróle niet voldoende was, doch nu voortaan voldoende zal zijn. Dit ont breken van contróle moet toch wel als verzachtende omstandigheid worden aangemerkt. Spreker is het niet met zich zelf eens, hoe hij zijn stem zal uitbrengen. De heer HüGENHOLTZ betreurt het dat de man niet gewaarschuwd is. Dan was de zaak anders geweest. Spreker vraagt nu niet de ergste straf te ge ven. De heer VAN ROSSUM vraagt of vroeger aan den man een officie ele berisping is toegediend. Kan het daar door zijn, dat de man nu niet weer is gewaarschuwd De lieer DE BREUK zegt, dat de man vroeger herhaaldelijk is berispt, ook in den laatst en tijd. De heer SCHRAM zal stemmen tegen hetvoorstel-Van de Kamp. Het plichts verzuim is een complicatie van geval len. En aan de gemeente èn aan de werklieden doen we een sléchten dienst, wanneer we gaan zeggen B. en W. hebben niet genoeg verzach tende omstandigheden gepleit. Het gaat niet aan, nu te gaan zeg gen zijn er geen verzachtende om standigheden De heer DE BRAAL had zoo'n ver dediging van den heeft- Schraan niet verwacht. Spreker acht de man schul dig, maar de feiten zijn niet zóó, dat men een man van 56 jaar, die 20 jaar in dienst der gemeente is, moet ont slaan. Kan men hem geen mindier verantwoordelijke betrekking geven? De heer GROOT pleit nietigheid van de dagvaarding van den heer Boerkoel. Zoo straks heeft spreker nog gezien, dat een paard losliep. Moet het beest vastgebonden worden, dan moet daartoe instructie gegeven wor den. Aan palen en hekken mag geen paard vastgebonden worden, dat gaat tegen de politieverordening in. Het verzuim mag niet uit een vagen termijn, maar op vaststaande feiten geconstateerd worden. Hierbij merkt spreker nog op, dat déze beambten beter gesalarieerd die nen te worden. In stemming wordt nu gebracht de volgende motie-Van de Kamp De Raadj Kennis gemomén hebbende van 'tdoor B. en W. genomen besluit, waarbij den gemeente-reiniger Hersanan uit den dienst der gemeente werd ont slagen, verzoekt B. en W. alsnog te over wegen' of bedoelde arbeider niet kan worden gestraft, met een der in para graaf 30 van het Reglement voor de Werklieden, sub 1, 2, 3, 4 of 5 ge noemde straffen. De motie-Van de Kam,p wordt nu verworpen met 9 stemmen vóór, na melijk van de hèerienThiol, Van de Kamp, Modoo, Groot, Rinkema, Stolp, Hugenholtz, Wetsenaar en Do Braai. Punt 2. B. en W. stellen voor, goed te keu ren do rekening en verantwoording van heit Sit. 'Elisabeth's of Groote Gast huis over het jaar 1906, toedragen die in ontvangst ear uitgaaf oen som van 124.561.23. Onider die iohttvangsten is een subsi die der gemeente van 36.169.15J. Wordt goedgekeurd. Punt 3. B. en W. stellen voor, de begroo ting An or 1907 van 'het St. Elisabeth's Gasthuis, in ontvangst en uitgaaf 85,600. goed te keuren en het eub sidie uit de gemeentekas te bepalen op ƒ52.000. Wordt goedgekeurd. Punt 4. B. en W. werden bij besluit van 1 Mei j.l. door den Raad uitgenoo- digd, om een voorstel te doen tot aanvulling van de Pensioenverorde ning, met het oog op een onge vraagd eervol ontslag aan ambtena ren en werklieden, die een zeker aantal jaren in dienst der gemeente zijn geweest. Na advies' ingewonnen te hebben van de Commissie van Bijstand in zake 'het verleenen van pensioen en onderstand, stellen B. en W. thans eenige wijzigingen in de verordening voor. Worden deze aangenomen, dan zullen ambtenaren en werklieden, die, na ten minste vijf jaren in dienst der gemeente te zijn geweest, daaruit eervol zijn ontslagen zonder ontslag te hebben verzocht ook pen sioen genieten, hetwelk evenwel eerst op 65-jarigen leeftijd zal ingaan. B. en W. stellen voor, deze aan vulling te doen ingaan op 1 April 1906, zoodat zij ook van kracht zou zijn voor het ontslag van den ge meente-werkman Gerritsen, het/welk op 15 April is verleend. Wordt goedgekeurd. Punt 5. B. en W. stellen voor. van het .voormalig bestuur der opgeheven •Sociëteit ..Eendracht" ten geschenke te aanvaarden een notulenboek, een ledenboek, alsmede een beker met inschrift. Do heer MODOO waagt qf deze za ken nu wel zooveel waard zijn, om ze te aanvaarden. In de archieven zijn veel van die dingen, die niets waard zijn, maar wel plaats en moeite ver gen. Waarom moeten we nu een notulen boek van een gemeenschappelijk kof fiehuis gaan bewaren. Dingen van waarde worden nooit aangeboden (ge lach). Men geeft alleen dingen, waar mee men geen raad weet. De VOORZITTER verklaart, dat B. en W. alleen maar advies hebben uit gebracht. Het vooristól van B. en W. wordt aangenomen, met de stem van dón heer Modoo tegen. Punt 6. liet komt B. en W. wenschelijk voor ook voor het personeel bij den dienst van het Openbaar Slachthuis een organieke regeling vast te stel len. In de ontwerp-regeling is be paald, dat het personeel bestaat uit: 1 directeur, 1 adijunct-directeur, 1 hoofdopzichter, 3 opzichters, 1 boek houder een onbepaald aantal klerken, 1 eerste machinist, 1 tweede machi nist, 1 portier en een onbepaald aan tal werklieden. De directeur wordt door den Raad aangesteld eai onitsliagen, terwijl de andere ambtenaren door B. en W. worden benoemd en ontslagen. De jaarwedde vian den directeur wordt door den Raad vastgesteld. De overige ambtenaren genieten: ad junct-directeur 18002200; hoofd opzichter 10001400; opzichters 900—1300; boekhouder 1000— 1400; klerken 500—800. De hoofdopzichter geniet bovendien •vrije woning, vuur en licht. Dit voorste! werd in de vergadering van den 20st>eu Juni op voorstel van den heer Hugenholtz aangehouden, omdat men ook de loonen van hert, lagere personeel wilde regelen. B. en W. stellen nu een wijziging en aanvulling voor, in de door hen ont worpen concept-verordening regelen de de loonen van beambten en werk lieden aan liet te bouwen Openbaar Slachthuis. Volgens het nu voorge stelde zal uitgekeerd wordenaan den lsten machinist van 24 tot ƒ29, aan den 2den machinist van ƒ16 tot ƒ19, aan den portier en stekers 12 tot ƒ14, en aan de overige werklie den ƒ11 tot ƒ13. B. en W. achten het ook gewensoht dat de werklieden gebracht worden op den siaat bedoeld bij artikel 1 van het Werkliedenreglement, van welken staat zij binnenkort een wijziging zullen voorstellen. De hevea- MODOO acht de bepalingen niet voldoende. Spreker zou voor liet geheele personeel de salarissen wil len vaststellen. Nu is de zaak nog te vaag. De geheele salarieering dient in de verordening vastgelegd te worden. De VOORZITTER zegt, dat in het eind van het voorstel wordt meége- deeld. dat de salarieering later in den Raad zal worden behandeld. Boven dien kan de zaak bij dé begrooting worden behandeld. Is er wel een zaak zóó geregeld, dat zij niet bij de begroo ting ter sprake gebracht kan wor den De heer MODOO meent, dat de voor zitter naast de zaak slaat. De voorzit ter lieeft geen antwoord gegeven op de vraagWaarom de werldiaden- saflarisseu' nu niet eveneens geregeld? De heer H. D. KRUSEMAN zegt, dat de salarissen in de verordening alleen gelden voor ambtenaren en niet voor werklieden. Deze moeten aangevraagd worden bij de begroo ting. De heer HUGENHOLTZ zegt, dat nog niet geantwoord is op de vraag. Welk belang is er bij, oirt de salaris sen van de ambtenaren wèl en die der werklieden niét bij verordening vast te leggen Het is nog niet uit gemaakt, dat de werklieden zullen vallen onder liet werkliedenregle ment. De heer N. KRUSEMAN zegt, dat men alleen heeft doorgeredeneerd op de lijn, die steeds gevolgd is. Ook met de andere werklieden is zóó ge handeld. De heer MODOO zegt, dat bij de Lichtfabrieken de salarissen van een deel van de werklieden wel bij veror dening is geregeld. Het is nu de tijd om de zaak te veranderen en de sa larissen van het geheele personeel te regelen. De heer HUGENHOLTZ vraagt nog eenmaal een antwoord op de vraag, die gedaan is. Waarom moet onder scheiding tusschen de beide catego- riën gemaakt worden De heer N. KRUSEMAN wil hierop geeai antwoord geven, daar het hem te ver zou voeren. Spr. raadt den heer Hugenholtz aan een concreet voorstel te doen. De heer MODOO dient een voorstel in, om ook de salarissen van de werk lieden van het Slachthuis bij veror dening te regelen. De heer THIEL zegt, dat de sala rissen der ambtenaren geregeld wor den zonder dat men eigenlijk denkt aan krapte van geld. De salarissen der werklieden worden echter enkel behandeld bij de begrooting, wanneer men niets anders hoort, dan Wees toch zuinig; denk als je blieft aan de 4 van den Hoofd. Omslag. De heer N. KRUSEMAN meent, dat het dan beter zou zijn de Commissie tot wijziging van het Werkliedenregle ment te verzoeken het desbetreffende artikel te wijzigen. De heer MODOO acht het beter om eerst deze werklieden el dus te be handelen. als hij voorstelde en dan de Commissie ad hoe te verzoeken het Werkliedenreglement daarmede gelijk te maken. De heer THIEL acht het gewenscht het voorstel nu aan te nemen en een algemeene motie in haiftten der Com missie te stellen. De heer MODOO handhaaft zijne meening. dat het beter is nu de mo tie aan te nemen voor do salarissen •ven de werklieden van het Slacht huis. De heer THIEL dient nu een motie in, om de salarissen van de werklie den van alle bedrijven bij verorde ning te regelen. De heer RINKEMA acht 't beter, 'dat de heer Modoo zijn voorstel in trekt, Wanneer de Raad nu de mo- tie-Modoo aannam, kon het wel zijn, dat in een volgende vergadering de motie-Thiel weid verworpen. De heer VAN STYRUM acht de motie-Thiel vreemd aan de orde van den dag. De heer THIEL trekt zijn voorstel in, en zal het den volgenden dag schriftelijk indienen. In stemming komt nu het voorstel- Modoo. Het voorstel-Modoo wordt afgewe zen. Vóór waren de heeren Van de Kamp, Modoo, Groot, Schram, Hu genholtz en De Braai. De Raad behandelt nu de verorde ning artikelsgewijze. Art. 3. De heer SNELTJES vestigt de aan dacht er op, dat iemand, die in hoo- ger betrekking komt, lager salaris zal krijgen. De VOORZITTER zegt, dat dit niet behoeft te geschieden. De heer RINKEMA zegt. dat het kan gebeuren, daf iemand minder salaris krijgt bij verhooging. De. heer H. D. KRUSEMAN meent. dat dan iu de plaats komt vrij vuur en licht. De heer HUGENHOLTZ houdt vol, dat een hoofdopzichter minder sala ris in geld kan verdienen. De heer GROOT acht dit niet erg, daar een opzichter, die reeds lang in dienst is, het bedrijf kent. Art. 7. De heer Van de Kamp stemt tegen. Art. 8. De heer VAN STYRUM vraagt, waarom B. en W. het tijdstip moe ten vaststellen, waarop de verorde ning in werking moet treden. Dit deed de Raad tot nu toe. De heer STOLP, voorzitter van de Commissie van Bijstand, wil het ge heele artikel laten vervallen. De heer VAN STYRUM dient een amendement in, waarbij wordt voor gesteld om het tijdstip te doen bepa len door den Raad. De heer SNELTJES vraagt, wat het practische nut zal zijn van dit amen dement De-heer VAN STYRUM zegt, dat hij gevraagd heeft, waarom men hier van de gevolgde wijze afwijkt. Daar spr. daarop geen antwoord kreeg, deed hij het voorstel. De heer H. D. KRUSEMAN zegt, dat deze verordening nog niet in zijn geheel kan worden in dienst gesteld. Het personeel moet nog in 't leven ge roepen worden. De heer VAN STYRUM is nu nog meer voor zijn voorstel, daar het niet aangaat, nu artikel 1, dan art. 2 enz. toe te passen. De heer D. KRUSEMAN zegt, dat het zoo niet is bedoeld. Het amendement-Van Styrum wordt aangenomen. Tegen stemden de heeren Van Ros sum, Sneltjes, Seignette, Winkler, Kruseman, De Breuk en Stolp. Alsnn wordt de geheele verorde ning aangenomen. Het artikel wordt goedgekeurd. Punt 7. Van de H.. IJ. S. M. is het verzoek ingekomen om goedkeuring te verlee nen aan een plan, wa-aohij de vaste brug in de spoorbrug over de Oostsin- gelgracht een wijdte van 11 meter ver krijgt in den dag. B. en W. hebben tegen die inwilli ging van dit verzoek geen bezwaar, zoodat zij voorstellen hert raadsbesluit van 16 Juli '02 zóó te wijaigen, dat in plaats van 8 meter 11 meter wordt gelezen. Aldus wordt besloten. Punt 8. Het is B. en W. blijkens een bij het Kadaster ingesteld onderzoek geble ken, dat de Gemeente voor 5 vïerk. meter mede-eigenares is van het ten name van H. Figee Jr. staande per ceel aan de Leidsdhe Vaart. B. en W. stellen nu voor, dezen grond voor 4 gulden per jaar te ver huren aan den eigenaar van hert huis. Wordt goedgekeurd. Punt 9. Het is B. en W. gebleken, dat de Gemeente voor grooter of kleiner ge deelte mede-eigenares is van den ud, waarop enkele particulieren woningen hebben gebouwd. Aan gezien detze grond voor de gemeente geen waarde heeft, stellen B. en W. voor, deze te verkoopen en wel aan C. J. Paulen 13 vierk. meter voor een perceel aan het Prinsen Bolwerk voor 1 per vierk. meter A. Koen, 24 vierk. meter voor een perceel aan de Magdalenasteeg, voor ƒ1 per vierk. meter; aan de wed. H. M. Roosekrans— Jansen 3 vlerk, meter voor een per ceel aan den Scheepmakersdijk, te gen 1 per vierk. meter G. P. Geukers 15 vierk. meter voor een perceel aan de Kamperstraat, voor ƒ1 per vierk. meten'. De heer VAN DE KAMP vraagt naai' aanleiding van dezen verkoop, op welke wijze deze gronden zijn ge- De heer DE BREUK zegt, dat de gronden in overeenstemming met el kander zijn getaxeerd, 't Is op deze wijze gedaan, om het den menschen gemakkelijk te maken. Het punt iwordt nu goedgekeurd. Om 41/4 uur wordt de vergadering heropend. Punt 10. B. en W. stellen voor, afwijzend te beschikken op een adres van 11 brug wachters om hun van Gemeentewe ge te voorzien van schoeisel en hun algemeen erkende Ghristelijke feest dagen 's namiddags vrijaf te geven. B. en W. achten dat de klacht over de slijtage van hun schoeisel zeer overdreven is, terwijl zij opmetrken, dat de noodhulp-brugwachters el- ken Zondagmiddag dienst hebben en hun dus de vrije beschikking over de feestdagen moet worden gelaten. Hert vooi-stel van B. en W. wordt goedgekeurd. Punt 11. B. en W. stellen voor, aan T. Hoen derdos vergunning te verleenen tot het bouwen van een bergplaats op den voor tuin bestemden grond ach ter het perceel Leidsche Plein 15 met afwijking van het bepaalde in arti kel 11 der Bouwverordening, onder bepaling, dat voor deze vergunning een bedrag van ƒ89.40 betaald wordt aan de Gemeente-kas. Dit laatste, omdat bij besluit van 23 Augustus 1899 de koopprijs van de hiér bedoelden grond (59.60 vlerk, meter) als bestemd voor tuingrond, werd verlaagd van ƒ4.50 op 3 per vierk. meter, terwijl B. en W. het nu gewenscht achten de grond niet meer voor tuin bestemd wordt, den oorspronkelijken prijs te innen, en alzoo nog te vorderen 59,60 maal 1.50 is ƒ89.40. Aldus wordt besloten. Punt 12. B. en W. hebben de volgende voor dracht opgemaakt, ter benoeming van een adjunct-directeur van Open bare Werken (jaarwedde ƒ2500) lo. D. Huender Wz., civiel-inge- nieur, tijdelijk ingenieur bij de Ge meentewerken te Utrecht; 2o. J. B. Onderwater, civiel-ingenieur tijde lijk werkzaam op het ingenieursbu reau van Van Hasselt en De Koning, te Nijmegen 3o. A. van Linden v. d. Heuvell, civiel-ingenieur, adjunct» ingenieur van den Waterstaat, te Breda. B. en W. vragen den Raad mach tiging het tijdstip te bepalen, waarop de benoemde in dienst moet treden. Benoemd woi'dt de lieer Huender mét 16 stemmen; dé heer Van Linden v. d. Heuvell verkreeg 10 stemmen, de heer Onderwater 3 stemmen. De gevraagde machtiging wordt verleend. Om 33/4 urn- word de openbare ver gadering geschorst. Om 41/4 uur wordt de openbare .'er- gadering heropend. RONDVRAAG. De heer RINKEMA vestigt de aan dacht éh op, dat de halte der E. N- E. T. aan de Eendjesbrug verlegd is naar het wachthuisje. Dit is 'n incon- veniënt voor de menschen aan den anderen kant wonende en gevaarlijk, daar men bij de halte nu een aantal trams moet passeeren. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. er mede bekend waren. Klachten zijn niet ingekomen. De heer RINKEMA Ik heb veel klachten gehoord De heer HUGENHOLTZ meent, dat de stopplaatsen door den Raad zijn 'vastgesteld. De VOORZITTER zegt, dat dit door B. en W. geschied is. De heer RINKEMA geeft in overwe ging in 't belang van het Haarlem- sclie publiek de halte weer op de oude plaats te brengen. De VOORZITTER,,'t Scheelt maar 20 Meter De heer RINKEMA„t Is 100 Meter De VOORZITTER zegt overweging toe. De heer DE BRAAL vraagt of reeds iets is besloten in zake de stop plaats in de Jansstraat bij de Rid- dD?VobRZITTER zegt, dat dit nog overwogen wordt. Om 41/2 uur wordt de vergadering gesloten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 30 Cent per Regel. TE HILLEGOM. Men heeft veel gesproken over het geval van eeh onzer buren, mejuf frouw Th. D. v. d. Aarst, wonende Loosterveg III no. 40, te Hillegorn. Het deed zich zoo kort in onze nabij heid voor, dat wij denken, dat het u bellang zal inboezemen. Misschien kent gij deze juffrouw persoonlijk. Mejuffrouw v. d. Aarst, deelt ons toet volgende mede: Zeven jaar lang ben ik lijdende geweest aan een nier ziekte, waardoor ik steeds veel pijn in den rug, in de lendenen en benauwd heden op de borst had. Ik was bijna immer zwaar vermoeid en afgemat; de urine was dtoortooipend erg troebel, zij verspreidde, een onaangename geur en bevatte veel bezinksel. Dikwijls kwam hert voor, dat ik zelfs te ellendig was om uit te gaan. Ik sliep onrustig, droomde veel en mijn eetlust vermin derde met idlen dag. Mijn voeten en handen waren veelal dik opgezwollen; wat ik ook aanwendde voor deze nier ziekte, niets kon mij hulp verschaf fen, totdat ide ten slotte Forster's Rug pijn Nieren Pillen begon te gebruiken. Nia een paar dagen kon ik reeds ver lichting bespeuren en naldat ik drie wieken met het gebruik van uw pillen was doorgegaan, kende ik mijzelf niet meer.. De pijn was zoo good als ver dwenen, de urine was weer helder en mijn handen en voeten waren geheel normaal. Uit dankbaarheid voor hert succes, zal ik deze wonderlijke pillen steeds gaarne aan andere lijders aan bevelen. Ik ondergefeekende verklaar, dat het bovenstaande waar is en machtig u het publiek te maken op elke wijze, die u goeddunkt. Zwelling der enkels, der voeten en der beenen en blazen onder de oogen. (Waterzucht). Deze gevaarlijke kwaal dient te worden toegeschreven aan het overvloedig water, afkomstig uit hert bloed, dat doorgedrongen is tot in het weefsel der huid en dat eigenlijk had moeten worden uitgedreven door de filtreering indien de nieren in goe den toestand geweest waren. Door een groot aantal dankbare menschen werd ons medegedeeld dart dergelijke gevallen volkomen genezen werden door Forster's Rugpijn Nieren Pillen. Verzeker u, dat men u de échte Foster's Rugpijn Nieren Pillen geeft, dezelfde die mejuffrouw v. d. Aarst gehad heeft. Wij waarschuwen tegen namaak en maken koopers er op at tent, dat op iedere dóos de handrteeke- ning van James Foster voorkomt. Zij zijn te Haarlem verkrijgbaar bij de heeren K. ..van Eden, Spaarne 38, J. J. Göppinger, Groote Houtstraat 147a en J. van Gülik, Zijlstraat 98. Toe zending .geschiedt franco na ont vangst van postwissel k f 1.75 voor één of 10 voor zes doozen. FAILLISSEMENTEN. Uitgesproken: Amsterdam, 29 Juni. B. Tenberg, winkelier, wonende aldaar. Mr. L. Th. J. Hoeffelman rechtercommissaris curator mr. J. A. van der Mersch. Utirecht, 27 Juni. F. L. Hollman, koopman te Utrecht. Mr. C. J. H. Sche pel recMer-eommissariscurator mr. H. P. van Heyst. Amsterdam, 29 Juni. H. C. G. Dieck- man, laatst gewoond hebbende te Nieuwer Amstel, thans in Amerika zich bevindend. Mr. L. Th. J. Hoeffel man recht er-commissarisci%'atormr. H. A. van Nierop. Groningen, 29 Juni. H. Sohaahna, schoenmaker, te Broek, gemeente Een rum. Mr. F. G. Kool rechter-coramis- sarismr. C. de Ranitz curator. Utrecht, 27 Juni. De nalatenschap van Frans Melkes, laatst wonende te De Bilt. Jhr.mr. J. Schuurbeque Boeije rechter-commissariscurator, mr. J. H. W. Nicolaï. Zwolle, 30 Juni. H. C. van Heuke- lom, steenfabrikant te Kampen. Mr. J. W. Telting rechter-commissaris curator mr. J. van dén Oever.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 6