BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD Ds Rempiaeaüt. 24s!e Jaargang. MAANDAG 16 JULI 1906 No. 7070. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 MAANDEN OF iO CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. CXX. Lang, zeer lang liet de regen op zich wachten, 't was stof, al wat men zag. Vastgelegd1 of niet vastgelegd, 't wend opgedwarreld en drong tot in de 'huizen, tot in alle hoeken door. De planten langs den weg, waar voor niemand zoo af en -toe eens den gieter ter hand neemt, ze zagen er treurig uit, en wel vooral die, welke nogal toegerust z-ijn met meer of min der dichte beharing. Een 'grijs -vilt be dekte de gansche oppervlakte en smachtend, verlangend zag alles naar regen uit. Wel dreigde het zoo ai en toe eens, wel 'begonnen tegen den namiddag vaak de wolken zich saam te pakken, misschien hier of daar bracht een onweer een flinke bui, maar helpen, neenook niet dat extra kleine buitje, zoo neergevallen uit den lossen hemel, des avonds, zoo zaoht beginnend, alsof het den geihee- Jen nacht zou blijven doorregenen, maar neenal weer mis. Maai* daar zou het beginnen, en krachtige drup pels, lang aaneen, vielen gutsend op de aarde neder, die ze inzwolg het hield voor een uurtje op, maar 't ging weer door en toen we den volgenden ochtend opstonden om de vrije na tuur eens in te gaan, was een enkele blik voldoende om naar laarzen -en regenjas te grijpen en 't bleek wel. dat ze noodig waren ,ook. Wat een veranderingDat gras, dat al zoo'n vaal geel tintje liet door schemeren, 't was alsof een toover- rcede de groene Meur van voor eenl- ge weken, vernieuwd, opgefrischt had teruggeroepen. Die boomen en struiken 'hadden het stof afgeschud, neen, 't was er afgespoeld en goed ook, want anders toch waren er aan den benedenrand nog wiel vuile stoe pen merkbaar. Geen spoor daarvan. De bloemen, we kunnen nn cliaar juist geen verfrissing bespeuren dat zijn dan ook organen, die meer van .licht en warmte houden. Hoe v-aak zien we niet de rozen verregend, ,de bloem bladen nat en vuil in elkaar gefrom meld. En rozen, wie houdt daar niet van, een reden te meer om den regen verre te wenschenmaar die opwel lende verzuchting wordt spoedig op zij gedrongen door den aanblik van die tal van knoppen, wier toekomst thans verzekerd is, die anders waar schijnlijk zich slechts half of mis schien in 't geheel niet hadden ge opend, uitgezogen door de honderden bladluizen aan dat dunne bloemsteel- tje, honderden aan dien urnvormi- gen bloembodem, dien de oningewij de vaak voor een onderstandig vrucht beginsel aanziet. En bladluizen, neen, die waren er bij duizenden, miliioenen, langs den weg, aan allerlei wiMe planten koekoeksbloemen, duizendblad, dis tels, enz. allen vol. En nu, mag er bier of daar nog eens een enkele zijn overgebleven, verscholen onder een blaadje, dat door -het onttrekken van sappen aan de onderzijde naar bin nen krulde, het groot-e hetoleger is verdwenen. Maar om tot onze rozen terug te keeren, die -ons zoo'n langen tijd zooveel 'genot verschaffen, wie zou daar niet van houden Er zijn er honderden soorten en verscheidenhe den van. Veelvuldig is het gebruik, en al mogen de potrozen, die de Aalsmeerders ons aanvoofren, nu over 'i algemeen niet aan de verwachting beantwoordendaaivoor lee-nen zich oneindig beter de gewone maand roosjes, toch ■zijn het mooie bloemen, neen meer dan dat, het is en blijft de Koningin van alle. De fiere lelie, Feuilleton Een Verborgen Erfenis (Naar het Engelse h). 86) Ik zal u niets opgeven en ik zal mij niet nader verklaren, antwoord de Mr. Wickham, zonder iets zach ter van blik of stem te worden. Ik ben er niet op gesteld, dat Gillian in de familie Malincourt zou komen. Waarom zou ik ook? Uw verhaal van dezen avond toont mij, waartoe een lid dier familie in staat is en dat doet mij alles behalve verlangen, dat zij met een lid diér familie in het huwelijk zal treden. Uw eigen vader zal waarschijnlijk geen vrien delijk schoonvader voor haar zijn. Als ik bedenk, hoe hij zich tegen over zijn kinderen gedragen heeft. Het ongelukkige meisje, dat op het ©ogenblik hier ziek is, heeft haar moeder ook al een Malincourt daarvoor dank te wéten. Uw zuster is op 't oogenblik zonder tehuis en zonder middelen ten gevolge van de wreed e onverschilligheid van een an der lid dier familie. Ik heb geen waarborg, dat u dezelfde eigenschap blank als melk op forschen stengelj of schitterend gevlekt; de.... maar waai-toe meer, ze leggen het alle af bij de roos. Het enkele duinroosje, of de hondsroos of meer andere, hoe sierlijk staan ze daar, hoe zijn vorm en kleur van blad en bloem met el kaar in harmonie. Over het geheel een wezen van eenvoud, grootsche eenvoud. En als was het om te too- nen, dat ze toch anders zegevieren, kan ook, blijf dan eens hier of daar in de stad een oogenblikje staan bij de lei- of klimroos Crimson Rambler, 't. Kleine, nog niet volkomen gevulde roosje beschikt over een kleur, zoo innig warm, en dan die overvloed, wat -een tros we telden er de vori ge week een van na, en meer dan zes tig van die kleine roosjes tot een prachtig, los bouquet vereenigd. En als was die overvloed nog niet ge noeg, die reuzentrossen zelve tellen we bij tientallen, neen, als de -plan ten wat op kracht gekomen zijn, bij houderden. Maar men moet haar •goed doen, dan brengt ze ten veile in toepassing: „voor wat, hoort wat." In 't vroege voorjaar 1905 plaat sten we op een heel geschikt plekje een aangewortelde stek van den daar aan voorafgaanden zomer. Spoedig begon ze uit te loopen en Dracht naast kleinere takjes een tweetal flinke scheuten te voorschijn. 'I Was of er geen eind kwam aan dat groeien, die scheuten nUj dit voorjaar aangebon den, brachten uit de zijknoppen jonge takjes te voorschijn- én thans prijken _er aan d© schutting zoo'n 40 trossen, 'thans in vollen bloei, 't Spreekt van zelf, dat we die dankbaarheid met dankbaarheid aanzien neen, beta len. Of liever, egoïst als de mensch van nature is, haar nog beter behan delden, haar volop voedsel verstook ten, haar gingen zuiveren van al 't ongedierte, het gewone „wit" een zwa.ni bij het eerste optreden gingen vernietigen en zié, nieuwe scheuten, krachtiger, fors char dan die van 't vorige jaar en grooter in aantal en een groei, neen, we zouden die zelf niet kunnen-, niet willen gelooven, als we daarvan niet aantee-kening had den gehouden. Den lsten Juli toch plaatsten we bij den top een streepje op de schutting en nu den 12den Juli, dus in 11 dagen tijd bleek de lengtevermeerdering 42 c.M. te zijn. En ho'eveel andere rozen zijn er nog niet? Hoe velerlei is niet het ge bruik Of hebt ge in de laatste week niet eens even balt gehouden bij de prachtige stamrozen In 't Kenaupark, bij de heerlijke perken, die hier en daar in onze stad, die hier en daar buiten onze oogen een oogenblik boeien Hebt ge wel eens de ontwik keling van zoo'n enkele knop nage gaan om het moment te kennen, waarop ieder van die vele koningin nen zich in al haar trots, in al haar luister had ontwikkeld? Maar beschikt ge in uw tuin met over voldoende zon, dan raden we u aan andere planten te nemen, die daaromtrent wat bescheidener eischen hebben. J. STURING. VRAGENBUS. Aan Mej. C. v. R. te H. Ge vraagt, me, of ik u ook kan mededeel en een piekje, waar ge die bekend© water varen vinden kunt. Welnu, begeef u naar den Wagenweg, dan vindt ge van af het huis met de beelden tot aan Bosch en Vaartshoek, naar ik meen ©en boerderij, ©en slootje, waar ge zooveel kunt krijgen als ge maar wilt. Plaatst ge nu wat daarvan in een ondiepen schotel, dan kunt ge daarvan thuis langen tijd genieten. Den Heer v. L. te H. Pissebedden zijn het beste te vangen, door -hier en daar halve, een weinig uitgeholde aardappels of andere dergelijke din gen neer te leggen en die af en toe te inspecteeren. 't Zijn gemakkelijke lokplaatsen, want niet alleen leveren ze den dieren voedsel, maar een schuilplaats tevens. Een nazien van tijd tot tijd, zal u doen zien, dat er heel wat op die manier te vangen zijn. Aan Mej. Z. te H. Het ldeine plantje met -die smalle blaadjes en als 't ware kleine witte bolletjes, dat hier en daar zeer veel zelfs tusschen de straatsteenen zit is v-etmuur Sagina procumbens. Aan Mevr. H. te O. Welzeker, uwe vriendin heeft volkomen gelijk, ex- zijn gele Aronskelken, en wel nog :n verschillende soorten. Zelfs komen er rose voor, J. STURING. pen niet zult vertoonen. Daarom houd ik het voor het best nw aanzoek te weigeren en de zaak nu maar als afgedaan te beschouwen. Hij stond op, terwijl hij sprak, en Cesar kon niet anders dan hetzelfde doen. Maar nu is toch nog de vraag, hoe Miss Wickham zelf er over denkt, zei de laatste. - Daarover behoeft u zich niet te bekommeren. En u denkt dus, dat bet hiermee afgeloopen is Wat denkt u zelf er van, Mr. Malincourt - Ik zeg er nu verder niets van. Ik zal trouw zijn tegenover Gillian en u weet, -dat zij mij trouw zal blij ven. Als ik klaar ben, dan kom ik weer om haar hand' vragen. Ilc heb besloten, dat zij mijn vrouw zal wor den. Tot nu toe mag ik in mijn pogen niet geslaagd zijn en ik mag haar nu niets hebben aan te biedendat zal niet altijd zoo blijven. Gillian keurde mijn liefde waard om aange nomen te wordenzij zal .ondervin den, dat haar vertrouwen niet mis plaatst is. Is u van plan hier vannacht te blijven Het is laat. Misschien wenscht u morgen uw zusters nog te spreken. Cesar schudde zijn hoofd. Ik hoop haar een andermaal ie Toen hij de grooto boot zachtjes cte wijde riviermond zag uitstoomen, ver hardde d-e treurige trek op zijn forsch flink gelaat, want hij trachtte alle sentimentaliteit op zij te zetten en de moeilijkheid van zijn positie onder de oogen te zien. De rol van t-ussclienpersoon was niet nieuw voor James Branmer, hij had die eigenlijk al sedert vijf of zes maan den gespeeld, maar in het vervolg zou het hem moeilijker vallen en gevaar lijker voor hem zijn dan tot nog toe. Het was gemakkelijk geweest, om. als hij eear bezoek bij de Fordiham's aflegde, Nelly een briefje van Dick in handen te smokkelen, waait het kwam nooit-in de gedachten van den heter en mevrouw Fordham-, diat hij, dien zij zoo gaarne tot hun schoonzoon wensé-hten-, en aan, wiens liefde voor Nelly zij geen oogenblik twijfelden, tegen hun wil zou ha/nidieiien door als bemiddelaar op te toédien 'tusschen hun dochter ©in Diilck Vernon, in een hei melijke liefdlesgeschiiedlenii'S. Maar nu de jongen was vertrokken om over zee een fortuin te zoeken, zo-u de rol van bemiddelaar oneindig moeilijker val len. Er zou minder te doen zijn, om dat Dick slechits eenmaal per week kon schrijven. maar er zou meer te denken en te gevoelen zijn. James had beloofd Nelly dikwijls te bezoeken om haar te troosten in haar verdriet, dat ze voor luaar ouders ver bergen moest, om te spreken over Diek en over zijn liefde voor haar en zijn plannen om terug te keeren met een aardig fortuintje, zoodat hij haar zou kunnen huwen, zoodra ze meer derjarig was. James had dit alles beloofd en nog meer dan dat om den jongen en het meisje van dienst te zijn en hun ge heime lief dësverhouding te vergemak kelijken. Toen hij het beloofde scheen het hem gemakkelijk toe, maar nu hij de zaak ondier oogen zag en bedacht, hoe hij den vrienden het meisje beide liefhad, wist hij, dat het hern moei lijker zou vallen, omdat de vriend thans ver weg was. Het feit dot Nelly's oud'ers hem tot hun schoonzoon wenschten, maakte zijn posiltie nog moeilijker, vooral omdat hij beter in staat was liaar een tdhuiis, dat hai-er waardig was, aan te bidden dan Dick Ve/mioii hiat waarschijnlijk ooit zou worden. En het werd nog erger, omdat lxij in zijn -hart niet kon toegeven, diat Dick met zij.n oppervlakkig doch be minnelijk karakter dn staat was een meisje als Nelly inderdaad gelukkig to maken. Maar James had een belofte afge legd en toen liij -den grijzen romp van de stoomboot zag verdwijnen in dien -nevel aan den mond van de rivier, keerde hij zich van dé rivier af, en begon den tocht naar huis, haastig ontmoeten, antwoordde hij. Nu ga ik naar Oakhui'st. Goede nacht. Mr. Wickham boog zonder iets te zeggen en Cesar ging heen uiterlijk kalm, maar innerlijk hevig ontroerd. De vernedering, die hij had moeten verduren en dé bittere pil, die Mr. Wickham hem te slikken had gegeven waren des te moeilijker te verdragen, omdat hij gedwongen was de waar heid er van te erkennen. Maar, ofschoon de herinnering aan de woorden van Mr. Wickham Cesar door 't hart sneed, toch was hij des te vaster besloten met Gillian te trouwen. Toen hij op Oakhurst, aankwam en van zijn rijwiel sprong, was hij juist bezig naar zijn huissleutel te zoeken, toen tot zijn verrassing Cur- zon de deur opende en hem be groette. Ik ging -naar je kamers om wat te ï'ooken, zei hij, terwijl Gesar bin nen kwam en kon je nergens vinden. Is &r iets bijzonders gebeurd Ben je op Ryelands geweest? Alles is daar toch in orde, hoop ik? De oprechte bezorgdhei/d in zijn stem trok Cesar's aandacht. Neen, niets; Ik ben op Ryelands geweest, maar niet om mijn zusters te ontmoeten. Zeg waarom liet je nn; hier met Gillian Wickham? De naam ontsnapte hem, maar Ce- sar zag, dat het geheim, dat hemont- oni nog zoo vroeg mogelijk thuis *e zijn, ten einde een paar woorden tot Nelly te kunnen spieken, voor het nacht was. Ongelukkig genoeg kwam hij een paar minuten te laat voor dén snel trein en kwam hij daardoor te laat aan het kleine dorpsstation, om nog een bezoek bi] de Fordihaais af te leg gen. Hij ging daarom dien volgenden morgen zoo vroeg mogelijk en het kost te hean geen moeite c.en gelegenheidf.e vin-den om Nellly alleen te spreken, want ha-ar ouders, wier hoop, dat Nelly Dick Vernon te zijnen voordeele vergeten zou, herleefde, waren blijk baar besloten bet hem zeer gemakke lijk te maken zijn doel na te stre ven. Ik zal nu wat vaker, 'komen. Nel ly, zeide li ij op ©enigszins vaderlijke wijze, wat hem vrij dwaas storm, want hij' was slechts twee jaar ouder dan zij, want je zult wel behoefte heb ben af en toe met iemand over hem te spreken en wij kunnen dan ook zijn brieven samen behandelen. Je bent verbazend vriendelijk voor mij, Jim, antwoordde zij open hartig, terwijl zij hem glimlachend aankeek, maar ik wil je niet vervelen. Het zou heerlijk zijn met jou over hem te spa-eken, maar je moet niet denken, dat ik wanhopig ben doorzijn vertrek. Ik gevoel, dat hij in zekeren zin, door mij te verlaten den dag na derbij doet komen, waarop we voor altijd samen zullen zijn. Dat is ook een opvatting, riep hij uit, niet wetend of hij zich met dit ant woord ingenomen gevoelde of niet. En. zie je, voegde zij er haastig bij, terwijl zij het hoofd afwendde, wanneer je heel dikwijls kwaaant, zouden va-der en moeder misschien gaan denken zouden ze een ver keerd idéé krijgen, en de menschen zou dan allerlei onaangename dingen over ons gaan gen. O ja, ja, dm begrijp ik heel goed, Nelly, zeide hij. terwijl hij met een peinzend- gelaat aan zijn snor trok. Heel goed. Ilt zal alleen komen, wan neer ik een. brief voor je heb. O, maar nu verval je in een ander uiterste, merkte zij opgewekt op. Kom, wanneer je lust hebt. Dat is goed. Je weet, dat ik dik wijls dezen kant uitkom, en meneer Fordham is zeker een gezellige prater, cn hef za:l zoo prettig zijn, met jou over Diclc te praten. Zullen wij zeg gen, dat ik kom waarneer ik een re den heb om te kamen En zoo werd het afgesproken. Zij waren in den tuin toen hij-haar, ruim een week later, Dick's eersten brief gaf. Hij had uit de wijze, waar op zij hem begroette, begrepen, dat zij had gegist, dat hij iets voor haar had. Alleen verwonderde het hem, dat zij dein brief eenvoudig tusschen haar blouse stak en hem "niet alleen liet om hem te gaan lezen. Kom nu, zeide hij glimlachend, je beleefdheid overschrijdt de grenzen van het menschel ij ke. Nelly. Oh, riep ze uit, ik heb er zoo lang op gewacht, dat ik best nog even lan ger kan wachten uit beleefdheid, je gens den bode, dien ik in een even langen tijd niet heb gezien. Zijn oogen glinsterden vriendelijk bij haar woorden, maar een antwoord geven op het compliment was te ge vaartijk in de gegeven omstandighe den. Hij verliet haar kort d:a,ama en voegde zich bij haar vader in de or- chMeieën-bro el-kas Vóór hij: heen ging om zijn luiis weer op te zoeken, ontmoette Nelly hem voor -dén tweeden keer en ze waren juist lang genoeg alleen, dat zij hem kon vragen spoedig weer te komen om over een gedeelte van Dick's brief te pr-ajtm. En zoo speelde hij zeven maanden lang zijn rol van lusschieupersoon hoe wel na. de eerste drie maanden NeflJly er de voorkeur aan gaf te spreken over de brieven, die Dick aan Jim Bran mer schreef, want deze ontving telken- viel, voor zijn vriend geen geheim meer was. Ga mee naar je kamer en ga eens zitten zei Bertram, hem voor gaande. Vertel mij nu, wat er ge beurd is. Met zijn ellebogen op d-e knieën en het hoohl in de handen gesteund, deed Cesar het verhaal. -Hoe wist jij, hoe zij eigenlijk heette? vroeg hij. Want ik zie, dat jij dat vist. Vertel mij maar niet, waar om zij een anderen naam aannam dat vil ik van niemand anders dan van haarzelf hooren, maar lioe ken de jijhaar naam Re ben in Amerika met den heer en mejuffrouw Wickham bevriend geweest, antwoordde Curzon. Ik weet evenmin als jij, waarom zij Miss Ferris genoemd wenschte te worden, en toen ik haar onder dien naam aan mijn tante voorstelde, deed ik niets anders dan gehoor geven aan een verzoek van haar. Wat betreft de ontvangst- van Mr. Wickham van je aanzoek, kan ik niets anders zeggen dan dat zooiets mijn begrip te boven gaat. Hij is dé laatste man op -de wereld, die er toe zou komen do verkeerde eigenschappen vaneen familie op ieder lid persoonlijk toe te passen. Maar dat geld van Malin court schijnt veel hoofden op hol te brengen. Ik ga naar Ryelands en wil hem zelf spreken. male een afzonderlijk epistel van hein. Op den eei-sten Zaterdag van de acht ste maand na Dick's vertrek, zocht Jim's morgens in de brievenbus vruch teloos naar een brief van zijn vriend, en toen hij eindelijk tot do overtui ging kwam, dat er geen was, smaakte zijn ontbijt hem niet, zoo ontsteld was bij. Eén gevoel van boosh-ekl tegenover Dick maakte zich van hean meester bij de gedachte aan Nelly. Want hij schreef het uitblijven van een brief niet toe aan de mogelijkheid', dat Dick door ziekte of een ongeluk vér-1 hinderd zou kunnen zijn te schrijven. Reeds sedert eenige weken had een vaag vermoeden zich van hem mees ter gemaakt, dat de vurige liefde van den jongen niet bepaald verkoelde, maar een zaak van minden* belang in zijn leven werd en da.t hij niet zoo veel genoegen vond in hét beantwoor den van Nelly's brieven, als zij er in had om hem te schrijven en zijn brie ven te lezen. Dit vermoeden was intuïtiefhij trachtte er zich wel tegen te verzetten, maai* het gelukte hem niet. Hij was boos op Dick, hij was bedroefd Nelly te moeten teleurstellen en hij bad het hart niet. haar te vertéllen, dat er geen brief voor haar was. Maar het moest er toch toe komen. En toen hij er eenmaal too overging, vond hij zóóveel mogelijke omstandig heden, die Dick hadden kunnen ver hinderen te schrijven, dat zij geheel getroost was en dé vervulling van. zijn taak hem gemakkelijker bleek dan hij zich had voorgesteld. En het zou natuurlijk slechts een uitstel van een week zijn. Dan zou zij wel weer van hem hooren. Maar den volgenden Zaterdag was er geen brief voor Nel'ly. Branmer was hierover zeer ontstemd en nadat hij Dick eerst een telegram gezonden had, reed hij naar Nelly's woning om zich te troosten door haar te troosten. Het viel hean op, dat de mander. waarop zij luet. niéuws ontving, bijzon der koel was. Hij had wel weer zijn best gedaan een aannemelijk excuus te vin-dien, maar hij had toch niet ge- dacht, -diat zij hét zoo gemakkelijk zou aannemen. Maar hij wist, dat haar uiterlijk geen maatstaf wasvoor haar innerlijke emoties. Zij was geen meisje, -dat het hart op de tong droeg. Hij wist ook, da-t zij liever wilde den ken, dat Dick te ziek was om te schrijven, clan dat zij zijn zwijgen aan onwil wilde toe-schrijve-n en daar om legde hij zeer veel nadruk op een veronderstelling, dat Dick door koorts aangetast zou zijn. Zij sprak haar eigen opinie over de zaak echter niet uit en weldra begon nen zij over andere dingen te spre ken. Daar was geen telegram van Dick toen Branmer weer thuis kwam, en daarom telegrafeerde hij den volgen den Maandag naar een vriend in Zuid Afrika, voor wien hij Dick een intro- duet ie had meegegeven. Nu vroeg hij dézen om nieuws. Hij ontving tot ant woord het bericht, dat Dick het bin nenland was ingegaan en dat men niet precies wist. waar hij zich be vond. Jim dacht, gedurende eenige oogen- blikken ernstig over deze tijding na. Het is best -mogelijk, mompelde hij toen, dat hij daar in het binnen land een aanval van koorts lieeft ge kregen, .maar hij had toch moeten schrijven, dat hij ging. Waarschijn lijk zal hij den volgenden Zaterdag wel sthrijven. Maar er was den volgenden Zatei*- diag geien brief en toen hij het Nelly vertelde, zag hij eien blik in baar oogen, die meer zeide dan woorden of tranen hadden kunnen doen. Het is nu eén maand geleden se dert we een brief van -hem ontvangen hebben en uw vriend zei, dat Dick drie wieken geleden naai* liet binnenland vertrokken Is, merkte zij op. Dat be- teekent wiainneer men den tijd, dde er noodig is om de reis te maken mee- Niet uit mijn naam Ik ga uit mijn eigen naam, zei Curzon. Cesar aankijkend. Stel je voor, dat Mr. Wickham zag, hoe an dere menschen volstrekt niets tegen de familie Malincourt hebben. Jij bent niet de eenige, die liefdé kan voelen, en daar je mij zooveel ver teld hebt. dat jou aangaat, is het niet meer dan billijk, dat ik je ook iets van mijzelf vertel. Cesar keek snel op. Nancy zei hij, vragend. De ander knikte. Cesar strekte zijn hand uit en Ber tram drukte -haar. Je moet bedenken, zei hij, dat ik niet zoo gelukkig men als jij, ik weet er niets v-on hoe mijn aan zoek door je zuster zal worden opge nomen. Maar ik zal mijn best doen ha-ar te winnen, ik wil het. O, dat komt terechtzei Cesar broodertijk oprecht. Zij zal je stellig willen hebben. En ik kan je zeggen, Curzon, -dat 'het mij groot genoegen doet dat ik zeggen kan dat die lieve, -kleine Nancy een goed echtgenoot zal krijgenen dat er goede dagen van overvloed voor haar zullen aan breken. Wij hebben allen haar onze zorgen op de schouders gelegd en het als de natuurlijkste zaak van de we reld beschouwd, dat zij de d-agelijk- sche onaangenaamheden verdroeg, terwijl wij onzen eigen weg gingen. telt, dat hij een maand, vóór dat hij naai* het binnenland vertrok, het laatst geschreven heeft. Ja, antwooi*dde hij, maar hij heeft ook voel tijd noodig gehad, om dé toebereidselen voor die reis te ma ken bovendien is het mogelijk, dat bij de brieven aan een bediende heeft gegeven, om ze op de post te doen, en dat de kerel het heeft verge ten. Misschien zullen wij plotseling hooi'en, da-t hij op de een of ander wonderbaarlijke manier fortuin heeft geanaakt, zooals dat daar soms ge beurt, en dat bij mét de volgende boot thuis komt. llij zuchtte want hij zag, dat zij niet voldaan was. De flauwe glimlach, die - om haar lippen speeMé zeide voldö-en- die, da-t zij haar eigen gedachte over de zaak had. - Kijk eens aan, zeide Jim tot zich zélf, toen liij dien -avond in zijn ka mer zat cn alle brieven, die hij van Dick had ontvangen, nog eens had overgelezen, jc moet den jongen niet langer wantrouwen en je moet zor gen. dat haar vertrouwen in hem niet geschokt wordt. Hoe duivel kan je weten wat de oorzaak is van zijn stil zwijgen? En er is geen twijfel aau, dat je op je onhandig© manier zelf aanleiding hebt gegeven, dat Nelly iets gaat vermoeden. Je vervult de be lofte, die je den jongen gedaan hebt, heel slecht, Jim. Hoe moet je je zelf tegenover hem verantwoorden, wan neer iiij plotseling te voorschijn komt Wat heb je anders gedaan dan voordeel t rekken van je positie en haar zoo dikwijls opzoeken als je met fat soen doen kon Het is niet goed, Jirn, en hoe spoediger je daarvan over tuigd wordt hoe beter. Je hebt de zaak slechts erger gemaakt. Je hebt den jongen beloofd, dat je een soort scha kel tusSch-en hem en haai* zoude zijn, en toch laat toe dat deze omstan digheid, waarvoor misschien gemak kelijk een uitlegging te vinden zou zijn, de oorzaak wordt van een ver- wijdeiing tusschen ben beide. Wanneer liet. zoo nog langer voort gaat, zal zij zich verongelijkt gaan gevoelen en haai' liefdé voer hean zal minder wovdén. Dan is het té laat en je zoudt het niet meer kunnen goed maken. Laat eens zien, het eenige wat or te doen is, zal zijn te zorgen, dat zij een brief krijgt, dde haar hart je zal geruststellen. III. Den volgenden Zaterdag ging hij naar Nelly toe en gaf haar met een vroolijk gelaat een brief. Die zag er heel anders uit dan andere brieven, die hij haar had gegeven, maar om dat Dick zijn brieven aan Nelly altijd insloot in enveloppen welke hij aan Jim adresseerde, verrees geen moei lijkheid ten aanzien van den poststem pel. Maar do brief had Jim verschei dene uren van gewetenswroeging ge kóst cn zijn verbeelding inzake eene verkeerde daad verrichten, sterk ge prikkeld. Hij gaf hein haar zondereen woord er bij te spreken, met een ge dwongen lachje en hi-dld haar verwon dering voor blijdschap. Uh, lispelde zij. kijkende naar het adres op dé enveloppe, wat is liet schrift, onvast. Ja, antwoordde hij, flauw ge noeg, in aanmerking genomen, dat hij zicli volkomen op zulk een opmer king had voorbereid. Ik vermoed, dat hij een- aa-nval van koorts heeft .ge- li-ad, en dat doét iemands schrift diik- wijls veranderen. Arme jongen, moimpéldo zij, zon der op hem te letten. Nu, ik ga even met je vader spre ken, terwijl jij den brief leest, Nellly. Mét een beschaamd gelaait keerde hij om en liet haar ailleeu en toen hij in do huisdeur verdwenen was, draai de zij een tijdlang met den brief tus schen haar vingers. Daarna opende zij hem en toen zij de schandelijk slecht geschreven woorden las kwam eén wonderlijk zachten glimlach op Zij is het beste zieltje van de we reld, en zal je zeker heel gelukkig maken. Curzon zweeg. Nancy was voor hem wel iets meer dan het beste zieltje van de wereld. Toen sprak hij weer over de belangen van Cesar. Je bent zoo trotsch en zoo fijn gevoelig, zei hij, dat men bijna bang is je iets voor te stellen. Natuurlijk weet ik, dat jij te goed bent voor je tegenwoordige betrekking. Jij moest hier agent zijn, geen rentmeester. Ben je van plan het mij kwalijk te nemen als ik je vraag om het agent schap van dit landgoed en dat van Mr. Dampier aan te nemen Hij sprak er mij vandaag over, dat hij uitziet naar een nieuwen Ik ben nu niet trotsch en gevoe lig meer. antwoordde Cesar glimla chend. Wat het agentschap van Mr. Dampier betreft, dat wil ik gaarne aannemen. Maar ik blijf hier als rentmeester. Nu jij weer teruggeko men bent, kun je evenals vroeger al les heel goed zelf regelen. Je doet het meeste zelf. (Wordt vervolgd;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 9