RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle inge
zonden door jongens en
meisjes, die „Voor Onze
Jeugd" lezen. De namen van
de kinderen, die mij vóór
Donderdagmorgen oplossin
gen zendien, Worden in bet
vollgend nummer bekend ge
maakt).
1. (Ingezonden door Suzanna Sclior-
nagel).
Wie komt heel graag bij Milderen
Toch maar één keer per jaar,
En dan meestal des avonds
Weet gij hetZeg 't dan maar
2. (Ingezonden door Dirk Herschoe).
Mijn eerste is een getal.
Mijn tweede vindt men in de Al
pen.
Mijn geheel is een stad in Noord-
Brabant.
3. (Ingezonden door Tmus Staal).
Mijn geheel bestaat uit zeventien
letters en is een straat in Haarlem.
4 5 6 11 is ruw.
8 9 10 11 is in elk huis.
I 2 3 4 is niet tegen.
12 13 14 15 16 17 is in elke stad.
7 9 10 11 vindt men bij de kachel.
II 2 4 7 is voedzaam eten.
1 5 6 12 13 is een lichaamsdeel.
4.
per)_.
Ingezonden^ door Gretha Kui-
Weike pit kan men niet zaaien
5. (Ingezonden door Manie Sernée)
Wat maakt ge uit het onderstaan
de?
Ik kan 1 horloge
den
den W den
den
6. (Ingezonden door Gerard Ha
mer).
Hebt ge al gierst gegeven aan de
duiven
Welk begraven land kunt ge uit
onderstaand'en zin maken?
7. (Ingezonden door Albeit Derni-
son).
12345678 is een ongewensohte
gast.
Uit een 3 5 6 7 8 drinkt men.
2 5 6 is een lichaamsdeel.
3 5 7 8 is een verscheurend dier.
3 1 5 4 is een drank.
6 1 2 is ook een
8. (Ingezonden door Betsy van Wen-
gs»n).
Wat leeft in den winter, sterft in
den zomier, en hangt ails een koe
staart naar beneden?
9. (Ingezonden door'de Zusjes Slag
ter).
Wat maakt ge uit onderstaande let
ters?
kkkrreeijbduo
10. (Ingezonden cloor Johanna Bijs
ter).
Het eiersfe client tot mieiis jasspel.
Het tweede gebruikt ieder wel
Het derdie dient in veler woning
Tot bergplaats; en voor vertooning
Dient, het. geheelwie kent het niet,
Als 'k zeg, dat men 't oip straat wel
ziet
Raadseloplossingen
De oplossingen van die raadsels der
vorige week zijn
3. Maag, zaag, haag, waag.
2. Dragten.
3. Anna.
4. Edam.
5. Water.
6. Muizenval.
7. Leer, ree.
8. Bruidegom.
9. Vondelpark.
10. Laa.t gerust je porTIE Liggen, ais
't. je te veel is.
Go'eide oplossingen ontving ik deze
veek van
Wilhlelmdna Vroom 6' Anna en Ma
le van Zut.phen 9, Hubertus Bank 5.
)irk Boeré 8, Gretha Veneona 3, Johan
Jusé 7, Roelof Beiinema. 10, Marie en
ohanna Bijster 7, Christina Beinema
Cato Maas 4, Age Beinema 10, Dirk
>oholten 6, Ja.n de Haan 10, Jacob
rankfort 7, Ina Stol 4, Harry van
Ier Horst 7, Betsy on Trijntje Frölich
9, Adriaan Mars 7, Johan van IIezel7,
Din a van Abs 10, Jo van den Ooster
kamp, 6, Hendrik en Gerdh Groene-
vald 7, Heintje en Izaak Brandon 8,
Bartha Hoetjes 9, Truus Staal 9. Mina
Robin 9, Henny Robin 9, Mien Uiten-
daal 5, Johanna Vester 7, Kniertje
Stam 6.
Wedstrijdiczendiagen
Wedstrijdinzendingen ontving ik de
ze week van
M'ien Hermse, Betsie Ploeg, Cato
Maas, Marie Timmer, Barbara Tim
mer, Christina Beinema, Mien Uiten-
daaï.
Nog even wil ik er jullie
aan herinneren, dat alle
wedstrijd-inzendingen op
Donderdag 2 Augus
t u s aan mij gezonden
moeten zijn
Tantes Pak.
(.Bekroond verhaaltje van Anna van
Daalen).
Het. was nu stil in de woonkamer
van die familie Steenhuizen. Mevrouw
had zooeven cïe beide jongens verbo
den, die aan 't paardje spelen waren,
en zóó luidruchtig, dat Zus bijna
schreiend verklaard bad, dat zóó Ma
rie, haar kleine pop, d'ie netjes in haar
wiegje lag, nooit slapen ging. Toen
het te erg werd, had Ma gezegd
„Jongens, nu is het uit, hoor, en
buitendien is deze kanier de plaats
niet voor zulke spelletjes, gaan jullie
dan maar naar de Muderkamer
Daar hadden cle jongens geen zin
inde kinderkamer was te koud voor
hen, want Ma wildeniet, dat daar de
kachel branldde, dat was niet ver
trouwd.
Zij besloten toen maar iets anders
ter hand te nemen. Tusschen d.e hoe
ken werd nu gesnuffeld naar een
hoek met platen. Eindelijk haalde Piet
(die al acht jaar was) een prachtig
prentenboek voor den dag, nog een
geschenk van St. Nicolaas.
Spoedig waren de jongens zóó ver
diept in het boek met de prachtige
platen, dat ze nergens oogen voor
hadden.
Daar werd luid gescheldDat kon
Pa niet wezen. Pa kwam altijd veel
'later thuis. Wie zou dan op zoo'n on
gewoon uur schelden?
Beitje slofte naar voren, de kinderen
spanden hun ooren in, doch hoorden
niets dan een onderdrukt gemompel.
Zij keken alle drie naai* Ma; deze
had' ook 'haar naaiwerk laten rusten
en luisterde.
Een luid: „Goedenavond!" en de
deur sloeg toe
De meid kwam binnen met edn- pak
je, dat zij Mevrouw overreikte.
Mevroiuw beke'ek het adres,
„Van tante", zei ze.
Een stormachtig .hoera" brak los.
Alle drie kwamen ze aanzetten.
„Maar kinderen", bestrafte Ma, „jul
lie weet toch wel, dat je op Pa wach
ten moeit
Piet keek op die Mok, en rekende
precies uit dat ze (dan nog twee volle
uren moesten wachten.
„Maar Ma, dat dhurt nog zoo
lang 1"
Doch Ma. hield voet bij stuk.
„Neen, jongens, gaat maar weer
spelen."
„Wanneer komt Pa thuis?" vroeg
Liesje, en Piet antwoordde dadelijk
„Nog twee voile uren
Hij was wat blij, dat hij pas geleerd
had op del Mok te zien, en zoodoende
voor Gerard, die één, en Zus, die
twee jaar jonger was dan hij, een
heele bol leek.
,,Ga maai- weer spelen", had Ma ge
zegd', en Zus ging weer naar haar
hoekje en de jongens naar het boek
maar de platen vielen hun opééns biets
meer mee.
„Ma", vi*06g Gerard, „zou Pa liet
ons kwalijk nemen, als wij bet nu
open maken Pa ziet- het straks toch
ei I"
Ma keek op en overzag het groepje,
dat met verlangende blikken naar bet
pakje zag.
,Nu, geef mij maar een schaar."
Piet 1 rolde weg en kwam met het
verlangde terug. Gerard en Liesje
kwamen naderbij, dóch de zesjarige
Liesje kwam bijna niet boven de ta
fel uit. Zij haalde vlug een voeten
bankje. waarop ze ging staan, om be
ter te kunnen zien.
Ma knipte het touwtje door, en
maakte het papier los. Alle drie keken
begeerig naar den inhoud, doch tante
had het goed ingepakt, en zij zagen
niets dan eeai tweede papier. Doch ook
dat werd er afgehaald', en toen kwam
er een doos te voorschijn.
Zus greep er begeerig naar,
deed liet deksel er af.
„Een pop juichte ze.
Die kwam van pas, want Marie leed
reeds lang aan een gebroken been.
Voor Piet een zakje met knikkers,
hetgeen al lang een zijner liefste wen-
sclien was.
Voor Gerard een mooi stel paarden-
leidsels, en voor alle drie mooie boe
ken. Een prachtige broche voor Ma en
een mooie dasspeld voor Pa.
Ma zocht naai' een brief, en raapte
hem eindelijk van den grond op.
..Tan-te komt overmorgen", vertelde
Ma, en de kinderen juichten alle
maal.
Alle drie gingen mot het gekregene
in een hoekje, en dachten aan geen
tijd.
Daar werd weer gescheld. Dat was
Pa. Zij lieten allen hun cadeau zien,
doch Ma kwam tusschenbeiden en ver
telde Pa alles.
Nu. Pa was volstrekt niet boos, en
was blij met do mooie dasspeld.
En Ma seiireef gauw een brief aan
Tante, om te bedanken van de kinde
ren kreeg Tante mooie briefkaarten.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mej. M. C. van Doorn,
Sophia straat No. 22. Haarlem).
Wilhelmina V r. Wel Mien,
wat heb je me een mooie briefkaart
gestuurd Dank je wel, hoorWat
heb je een prachtig plekje voor me
uitgezochtITeb je niet veel hoeken
en houd je toch zooveel van lezen
Dat is ja-mmer, hè't Is maar goed,
dat er zoo nu en dan eens een ver
haal in onze rubriek staat, vind je
niet Vier en een halve week vacan
tia 't. Is eigenlijk veel te langBen
je niet bang, dat je in dien tijd ui
l-es weer vergeten zult?
Kniertje St. Waarom je geen
brief in de courant vondt? Wel, ik
denk, dat 'je mij ook geen brief ge
schreven hadt, en ik kan toch niet
antwoorden als er niets te antwoorden
is, hè Zoodra ik nu wre&r een langen
brief van je krijg, stuur ik jou ook
een langen brief
Jacobus ter H. O, Cobus, wat
heb je me een prachtigen brief ge
schreven over al de pret in Zand-
voortHet doet me plezier, dat Coba
en jij zoo gezellig bruin geworden
zijn maar met de groene zeep zal
't er zeker wel gauw weer af gaan
Ja, 't is wel naar -dat zoo'n prettige
tijd niet altijd d-oor kan duren, maal
ais 't zoo erg lang duurde, geloof ik
toch ook wel, dat je verwend' zou wor
den, jij niet? Ik denk, dat ik dan niet
verwend zou wórden, want als jullie
altijd in Zandvoort was, kreeg 'k
nooit meer een briefOf héb ik dat
zoo mis? Ik vind 'het grappig, dat
iedereen in Zandvoort je verhaaltje
gelezen heeftJij verlangt zeker al
weer naar een nieuwen verhaaltjes-
wedstrijd, is 't niet?
Anna en Marie van Z. Wat
jammer, dat je -hondje maar niet he
ter wordt. Kan hij nu al dien tijd al
roee uitgaan Het is saai, en nu
juist in de vacantiaGaan jullie veel
wandelen, en veel naar buiten Je
nieuwe raadsel is heel goed-. Als ik
weer eens plaats heb, zal ik het in
onze ..Zaterdagavond" zetten. Komen
jullie den brief altijd zelf brengen
Hubertus B. Nee, vent, ik weet
wel, dat een baas die nog geen jaar
op school is, nog niet zoo prachtig
schrijven kanmaar dat is niéts,
dat komt later wel, als je maar eerst
een poosje langer op school bentEn
ik ken je brief ook heel goed lezen.
Heb je die moo'e raadsels zelf be
dacht, zeg? En wat vind je nu pret
tiger, raadsels raden of zelf raad
sels bedenken
Din a V. Ja Dientje, het pa.pier,
waarop je je wedstrijdinzending
schrijft, mag wel aan heide kanten
beschreven worden. Natuurlijk mag
je aan den wedstrijd meedoen Dacht
je van niet Ik had erg veel pret om
dat nieuwe spreekwoord van dat
kleine meisje, had ze dat moois zelf
bedacht Ik hoef, geloof ik, niet te
vragen of je veel van de vacantie
houdtDat kan ik wel zoo'n beetje
raden
Johan. Een achternaam zal ik er
maar niet bijzetten, je begrijpt wel
waarom Maar toch wilde ik je even
bedanken voor de mooie briefkaart
Aardig dat je om mij gedacht hebt
1-Ioe is 't met- jullie allemaal
Gretha V. Je raadsel is goed,
Gretha, ik zal het in onze rubriek
zetten Maar ben je nogal geduldig
uitgevallen Want bet kan nog wel
even duren, weet je
Betsy van W. Of ik je niet dom
vind, vraag je Nu, ik zal maar niet
zeggen, hoe ik je vind. Dom niet zoo
heel erg, hoor I Is het nieuwe hoek
naar je zin Dn hoe is 't met strij
ken gegaan Heb je je vingers niet
gebrand, en zitten de poppen nu al
in de schoone kleeren Wat een
vragenMaar nu houd ik ook gauw
op dag Bets
Jacob Fr. Daar hebben we onzen
vriend Jacob ook weer. Hoe is 't met
je I'ransche werk? Schiet je nu goed
op, en krijg ik nu al eens gauw een
Fransdien brief van je? Nu, voor-
loopig zullen we oins nog maar aan
onze raadsels houden, denk je zeker!
Ook al goed Doe je ook mee aan
den wedstrijd?
Nelly de M. De brievenbesteller
met 't briefje in zijn bek kwam veil'g
bij mij aan. Ik dacht in eens aan
„Er komt een vogel gevlogen" dat
versje ken je toch zeker wel, is t
niet Ik heb nog wel een paar raad
sels van je, maar ik vind ihet toch I
heel best als je me maar weer eens
een nieuwen voorraad stuurt. Ja, Het
Dagboek van een zekeren kleinen
jongen heb ik ook gelezen, en ik vind
het ook erg aardig! Ik ben zoo blij,
dat het nu weer wat beter gaatRe
kijk altijd als ik voorbij kom, maar
ik zie je bijna nooitHet treft toch
ook zoo slecht, hè Dag Nel
Age B. „Ik vind het zo-o leuk, dat
er al driemaal -achter elkaar een
raadsel van me in de courant stond",
schrijf je. En nu staat er vandaag
juist geen raadsel van je in onze ru
briek Ik hoop maar, dat ik gauw
weer plaats heb Nee, ik was Dins
dag niet in Zandvoorthebben jullie
er veel pret gehad Omdat ik er niet
geweest ben, heb ik natuuSrlijk ook
dd/e trap niet gezien, -waarover je
schrijft. Hoe zit dat eigenlijk in el
kaar? Schrijf je me dat eens?
Anniede Z. Zoo, klein ding, wou
je ook graag meedoen? Ik vind het
heel goed. hoor, er zijn wel meer
van die kleine vriendjes en vriendin
netjes bij. En wat heerlijk, dat Dirk
B. je helpen wilHeb je hot hem al
gevraagd Zeg hem dan meteen
maar eens voor me goeien dag
Johan B. Wat prettig, dat broer
tje zoo'n plezier heeft in zijn leven
en haast nooit lrnilt I Toen hij jarig
was lachte hij zeker den heelen dag,
en vooral toen hij dat doosje kegels
van jullie kreeg! Nu moet je me toch
eens vertellen of jullie met nog meer
zijn dan zusje en broertje en jij En
is zusje jonger dan jij Het raadsel
heel goed.
Christina B. Het is niet heel
erg, dat je vers een klein beetje te
groot is, hoor Het mag toch wel,
meedoen met den wedstrijd! Hoe is
het met je poppen Of speel je niet
met poppen Dag hoor, veel groeten
voor Moeder en voor jezelf
To v an W. Zoo To, hoe is 't met
je sinds Woensdag? Ben je niet al le
laat naar bed gegaan, en vond Moe
der niet, dat je erg lang weggebleven
was? Nu hoop ik, dat Totje van de
week eens „iets" niet zal vergelen
Kun je raden vat dat „iets" is?
Vraag het anders maar aan Betsy,
die kan nogal goed raden
Harry en Anna van der R.
Allereerst zal ik jullie tweetjes eens
bedanken voor de aardige briefkaar
ten. Vond je het nu heusch niet jam
mer om die mooie kaarten weg it
sturen, zeg? En maken jullie flink
pret in de vacantie? Dat is toch
maar een heerlijke tijd, hèVeel
groeten voor jullie tweetjes
Lilï. Kleine Lili schrijft haar ach
ternaam niet, maar wil toch graag
bet poesje hebben. Ik zal het aan den
eigenaar vragen, hoor, en dan ver
tel ik je nog wel of je liet krijgt. Wat
heerlijk, dat Moeder 'het goed vondt,
hè? Schrijf je me nu nog eens, hoe
je nog meer heet behalve Lili Want
dat is toch zeker geen geheim, is i
wel
Jo van den O. Maandag mis
schien naar Hilversum Dat "zal een
feest zijn Nu, ik hoop, dat jullie
weer heel, heel veel pret zult heb
ben Krijg ik weer zoo'n praclitigo
beschrijving van je'? Jammer, dat ik
je raadsel niet gebruiken kan, want
de vrucht is geen apel, maar appel.
Maar 't is niets erg, hoor, bedenk nog
maar eens iets anders Gezellig, dat
Annie er nu weer is. hèGroeten
voor Moeder en voor jullie beidjes.
Adriaan M. Wat grappig, dat
Harry en jij vriendjes zijn Wonen
jullie dicht bij elkaar't Is zeker
altijd samen spelen en samen
kattekwaad uitvoerenOf voer je
nooit kattekwaad uit? Hoe kan ik
dat nu ook eigenlijk denken van zulke
zoete jongens Begrijp jij dat'?
Mina R. Ziezoo, Mina, ik heb le
namen van Marie en van jou op de
wedstrijdinzendingen geschreven, dus
nu is de zaak gezond. Nu niet weer
vergeten, hoor Hoe is 't met kleine
Dirk En kwam je Woensdagavond
niet veel te laat thuis?
Jan deH. Ik had er pret om, dat
al dat schrijven Frits wel zou gaan
vervelen Houd hij niet zooveel van
sdhrijven als jij Leuk, dat het nu
juist vocantie is en dat je dus tijd
hebt om spreekwoorden te bedenken
Schiet je al goed op In ieder geval
zal je inzending er wel netjes uit
zien, dat weet-ik wel vast! Dag jon
gens
Betsy en T r ij n t j e F r. Nu zus
jes, dat raadsel is niet goed, want
de man -heet niet Rembrand, maar
Rembrandt. Nu maar weer met nieu
wen moed wat anders bedenken, hè
Hebben jullie veel pret gehad in
Zandvoort Nu, dat hoef ik eigenlijk
niet te vragen in Zandvoort zijn, en
geen plezier hebben, hoe kan dat nu
samen gaan, hè Daar heb je altijd
pret
Johan van I-I. Nu, Johan hoeft
zeker niet bang te zijn, dat hij blijft
zitten, hè Maar naai" welke klas ga
ja nu eigenlijk toe? Dat heb je me
nog niet verteld Veel plezier Woens-1
dag! Zul je er aan denken, Heerman
voor mij te feliciteeron Je raadsel
is goed. Ik ben erg benieuwd, wan
neer de vlinder te voorschijn komt
Schrijf je het me dan En waar heb
je die aardbeien toch gevonden? De
.groeten voor den sergeant en de
marketenstar,
Marie T. Ik weet niet of je er
nog bent als deze courant komt, maar
ik moot je toch nog even vertellen,
dat je inzending goed is aangeko
men. Barbara's leeftijd heb li- op
haar inzending geschreven, dus dat
is nu ook in orde! Ik had pr?t om
dat „bijna heelemaa.1 alleenRai
is toch zoo goéd als alleen, hè
Cato M. Wel Totje, wat los jij
mooi raadsels opKnap zoo, boor
Je bent immers 8 jaar Je hadt ver
geten het. op je inzending te schrij
ven, weet je! Vind jo het boek ircoi,
en ben je al druk aan het lezen ge
weest
Ferdinand II. Ik zal je naam
voor liet poosje opgeven, en dan
schrijf ♦k er je laier nog wel ov v.\ is
dat goed Dan hoor je ook wel f je
het mag komen halen of hoe 1: et
gaat. Houden jullie allemaal v-e!
van een poesje? Want je weet wel dal
je er goed voor moet zorgen.
niet
Din a van A. Al zoo lang van
plan geweest en nu toch eindelijk
eens meegedaan. Nu, Pa heeft gelijk,
ik vind liet heel prettig dat je niee
raag doenhoe meer vriendjes en
vriendinnetjes, hoe liever het mij
is' Ik voldoe daarom dus ook aan je
verlangen en schrijf je een briefje te
rug, omdat, je dat zoo „erg leuk"
vindtIk zou maar eens "aan ae
vriendinnetjes vragen of ze thuis ook
op Haarlem's Dagblad geabonneerd
zijn, misschien komt er dan nog wel
een „jeugdvriendinnetje" te voor
schijn Ja, met een erg moeilijk raad
sel mag je wel een beetje geholpen
worden, hoor! Wanneer ben je jarig,
en weet je nu al zeker, dat er dan
een doos papier komt
Jo en Betsy P. Eerst Jo bedankt
voor de prachtige briefkaart 't Is
een leuk kijkje, dat je me stuurde
Betsy's versje kwam heel goed aan.
Wat zal jij mooi loeren schrijven,
klein dingMoe is 't met de spreek
woorden
Mien U. Wel Mien, ik schrikte
heusch van je brief, toen je daarover
dat groote ongeluk begon Ik dacht
minstens, dafl je een arm of een been
hadt gebroken of allebei tegelijk, en
toen ik nu hoorde dat dat „groote on
geluk" bestond uit het verbranden
van de Zaterdagavond toen voelde
ik me heusch erg opgelucht! Wat een
malle vergissing, hè? Wat een grap
pig vers van Baron en Minneke poes
Ik heb er erg om gelachen Dag
Mieneke
Roelof B. Zoo, dus gauw nog
even de Zaterdagavond bekijken en
dan naar Den 1-IaagWat een pret
Ik hoop, dat. je veel plezier zult heb
ben en dat die onbepaalde tijd, waar
voor je me verlaten hebt, niet al te
lang zal duren Heb je zulke groote
plannen
Barbara T. Wel Bar, wat was
dat een geheimzinnige briefIk -be
greep er eerst niets van, maar nu ik
hoor, dat je me voor 2 Augustus
weer zult schrijven, zal. ik dien twee
den Augustus rnaar geduldig afwach
ten ik ben benieuwd wat er dan
komtIk beloof je, dat ik over jouw
geheim zal zwijgen Tot weerziens
II o n d rik Gerda G r. Wat
een mooie kaarten hebben jullie twee
tjes mij gezonden Erg aardig, en ik
bedank je dan ook welWat zal dat
een prettig dagje geweest zijn naar
Ouderkerk Was je niet -moe toen je
's avonds thuis kwam Nee, spreek
woorden raden is niet gemakkelijk,
maar.. De aanhouder wint! Help ik
je nu mooi op weg of niet
Truus St Moet ITendrika eens
een beetje aangepord worden Goed,
ik zal je wel een handje helpen
H-eudriekje, Truus beklaagt zich over
In Mei heeft zc je het laatst ge
schreven en nu heeft ze nog geen
antwoord Dat is toch wel een beet
je erg, hoorZiezoo, nu zullen we
eens zien of dat niet helpt! Het twee
de deel van het boek heb ik jammer
genoeg nietwil je wat anders heb
ben De .raadsels zijn goed. Veel
plezier in Amsterdam
Maris en Johanna B. Ja, kom
Woensdag maar, dat is goed. Wat
het poesje betreft zal ik om jullie
denken't is wel erg, dat de muizen
hol behang heelemaal stuk eten, hè?
Zijn jullie druk aan het wandelen in
de vacantie? Houd Marie ook meer
van raadsels oplossen dan van brie
ven schrijven Ziezoo zusjes, voor
vandaag is 't genoeg. Veel groeten.
M. C. VAN DOORN.
Ja, jongens, daarmee kan ik jul
lie gelukwenschen, antwoordde de
bakenmeester lachend, hij is zoo
&ood als een pier.... Vlak bij den in
gang der haven van Coztank is hij
Verdronken en men heeft den: volgen-
tien morgen zijn lijk aan de kust ge
vonden.
j Gerguénon en Labat sparden de
oogen wijd open.
Welnu, vroeg die bakenmeester
brutaal, ben jullie niet blij, dat je
iran zulk een ellendeling bevrijd
tent
Neen, neen, zei Labat eindelijk,
bm hem hebben we ons geen zorgen
j&rnaakt, meneer de bakenmeester....
iet was maar om zijn zusters, onze
'rouwen.... ten minste om een van
leiden.... wij zagen immers eenzwar-
en doek voor de deur onzer woning
tn daarom....-
Maar dat was immers Casimir's
loodendoék. Jullie weet immers, dat
lij geen andeTe bloedverwanten had
lan zijn zustershij had geen eigen
mis. geen vrienden en in Coztank
rilde liem niemand meer opnemen...
lis ze hem niet als een hond aan 't
trand wilden laten begraven, moes-
en Jeanne-Yvonne en Perrine het lijk
vel in haar huis nemen.... Dat is de
feele historie.
(N. v. 't N.)
9ET LEVEN VAN EEN
SCHOUWBURGDIRECTEUR.
Volgens de mededeelingen van den
leer Paul Ginisfy, tot nu toe direc
teur van den Parijschen schouwburg
Ddéon, is het een zeer middelmatig
genoegen aan het hoofd van zulk een
niustiinstelling te staan. Hij schrijft
U in de Matin" o. a~:
De directeur betreedt zijn kantoor
én vindt op de tafel een stapel pas
tan gekomen brieven. Hoeveel eigen
belang en hoeveel ijdiedihedd vertegen
woordigt dat papier! Hoeveel zorg
beteékent het voor hem! Daar zijn
vooreerst de officiëete brieven, (.het
Odéon is een door dien staat gesubsi
dieerde schouwburg) met het welbe
kende opschrift: uitnoodigangen tot
het bijwonen van commissiazittingen.
nieuwe- verordeningen', die bet aantal
administratieve voorschriften ver
meerderen enz. Maar dat zijn de las
ten der waardigheid en zij zijn niet
al te moeilijk te dragen. Verder een
couvert met het opsdbrift „.dringend".
De directeur kent dat hand-schrift: het
is dat van een zijner vrouwelijke ar-
tisten. De schrik bevangt zijn gemoed;
jawel, daar staat reeds wat hij vrees
de: „Waarde directeur, het doet mij
■innig leed. Ik was zooals gij weet gis
teren den geheelen dag reeds lij
dend... nu ben ik zeer ziek en het is
mij onmogelijk hedenavond te spelen.
Wees zoo goed den sdhouwburgarts te
zenden om mijn treurigen toestand te
constateeren. Ik blijf met de meeste
achting..." Wat is daaraan te doen?
Het is te laat om een ander stuk te
doen opvoeren en de rol is wel dub
bel be-zet, maar nog slechts voor kor
ten tijd; zal de actrice, die als plaats
vervangster moet dienen bereid zijn
om te spelen?
Terwijl hij haar een boodschap
zendt, opent de bezorgde directeur de
andere brieven. Wat is dat?
„Geachte Directeur! Als oud abon-
rient veroorloof ik mij, ook namens
andere abonnenten u te~ schrijven om
uwe aandacht te vestigen op onzen
gemeenschappeüjken wensch. Wij
zouden n.l. gaarne"...
Ja, maar men kan met den besten
wij niet deicDere'eai tevreden stel
len en in dit geval te minder, omdat
een ander abonnent een brief schrijft,
waarin hij juist vraagt wat de ander
niet wil. En nu een brief van den
schrijver van het stuk, dat juist wordt
gegeven. Het wordt reeds lang ge
speeld' en de recette begint minder te
worden. Maar de schrijver wil niet
gelooven, dat zijn stuk is afgespeeld.
Hij beschuldigt den directeur, die
naar zijn meening geen reclame voor
zijn werk maakt. „Gij zoudt u wel
een weinig meer moeite kunnen ge
ven; het is alsof gij uw best doet om
mijn stuk zoodra mogelijk van het
repertoire te verwijderen."
Dat zijn bezwaren die den directeur
niet veemd zijn, daar hij van iederen
auteur dergelijke klachten hoort. Een
andere brief is van een tooneelspeler,
die zekere reputatie heeft. Hij is met
de rol, die hem werd toebedeeld, niet
tevreden en kleedt zijne poging om
daar af te komen in teamen, op wier
beteékenis men zich niet vergissen
kan.
„Waarde directeur! Ik héb u reeds
medegedeeld, dat ik mij niet in 9taat
acht die rol te spelen. Ik geloof niet
dat ik het daarvoor noodige tempera
ment bezit en dat zou bij de opvoering
zeer hinderlijk zijn. Ongetwijfeld is
er wél een onder uwe kunstenaars,
die hier beter op zijn plaats zou zijn
dan ik."
Welk een bescheidenheid! De direc
teur laat zich echter daardoor niet
bedriegen; hij tradht den briefschrij
ver in zijn zwak te treffen, want kun
stenaars zijn soms als groote kinde
ren en ijd'el! Dan komen weer brieven
van auteurs, aardige, Vleiende, maar
ook beschuldigende en dreigende. Als
men bedenkt, dat een schouwburgdi
recteur in een jaar omtrent driehon
derd handschriften-ontvangt zal men
begrijpen, dat het hem onmogelijk is,
dien voorraad in zoo korten tijd door
te werken als de schrijvers verlangen.
„Mijn waarde directeur! Gij herin-
nert u misschien, dat ik een maand
geleden met u gesproken heb over èèn
groot historisch drama"
Een andere manier:
„Lieve vriend, wij hebben een wei
nig koel tegenover elkander gestaan,
maar ik geloof dat die verhouding
thans tot het verleden behoort. Wilt
gij mij nu bewijzen, dat gij niet lan
ger boos zijt? Er is hier sprake van
een manuscript, waarover ik gaarne
uw oordeel zou liooren. Het zijn vier
bedrijven van een spannend drama;
de titel is goed en het werk, naar ik
mij vleien durf eveneens."
Nu een andere toon;
„Geëerde heer! Is het dan eene on
mogelijkheid te verlangen, dei mij
e enige inlichting werrde gegeven om
trent een stuk, dat ik u reeds acht da
gen geleden ter inzage heb gezon
den?"
Een ander is bitter boos:
„Ik ben te oud geworden om mij
voor den gek te laten houden; ik be
hoor tot hen. voor wie uw
schouwburg de deuren wijd
wijd moest open zetten. Als gij niet
van die meening zijt verstaat gij uw
vak niet; ik behoor niet tot hen die
lang bidden en smeeken en als gij
mij nog langer laat wachten zal ik
mij moeten aansluiten bij hen, die
reeds lang een ijveriger directie ver
langen."
Er volgen brieven, waarvan de
■schrijvers persoonlijk willen komen:
„Ik verlang niets dan een paar
uren om u mijn stuk te kunnen voor
lezen."
Dat is heel goed, maar waar zal
ik den tijd vinden? Nog een brief van
een auteur, wiens stuk aangenomen
is. Hoewel het eerst den yolgenden
winter zal gespeeld worden, spréékt
hij er voortdurend over. Hij stelt
steeds nieuwe eisahen aan de bezet
ting; hij verlangt voor alle rollen de
eerste kraakten en dringt er op aan,
dat die krachten moeten worden ge-
engageerd. Dat belooft onstuimige
débatten! En dan komen aanbevelings
■brieven, lasterbrieven, bedelbrieven.
Als de directeur zich door den voor
raad heeft heengewerkt kan hij con
stateeren, dat, hoewel hij toch menig
een een dienst bewezen heeft, er on
der al die brieven geen enkele dank
betuiging is!
DE ZICHTBAARHEID
VAN DE LUCHT.
Dat men de lucht kan zien, schijnt
ons een onmogelijkheid, en toch kan
men ze onder bijzondere omstandig
heden duidelijk waarnemen. Dr.
Oudemans te Arnhem heeft op dit
gebied interessante waarnemingen
gedaan. Men kan. zegt hij duidelijk
de grenzen van den warmen lucht-
mantel om een kachel waarnemen en
de warme lucht boven de kachel zien
opstijgen. Eveneens is des zomers de
warme lucht boven de velden zicht
baar; de voorwerpen die men door
zulke opstijgende luchtmassa's waar
neemt, zijn" in voortdurende bewe
ging zij dansen als 't ware. Een
geoefend oog kan zelfs 's winters cle
van de dak6n der huizen opstijgende
luchtlaag waarnemen. Dit alles
vindt zijn oorzaak in de verschillen
de straalbreking der luchtdeeltjes af
zonderlijk. Nu neemt men aan, dat
een geweer- of kanonskogel de lucht
voor zich uit sterk samenperst en de
ontzettende wonden der dum-dum-
kogels worden veroorzaakt door de
lucht die zich plotseling weer uitzet.
Daar nu samengeperste lucht de
lichtstralen sterker breekt dan de
omringende, zou men voor een kogel
de samengeperste lucht moeten kun
nen zien. De snelheid van zoo'n ko
gel is echter zoo groot dat daarvan
geen sprake kan zijn. Neemt men
daarom een gummibal en werpt men
dien hoog in de lucht, dan bemerkt
men, dat de snelheid die in den be
ginne minstens 15 M. of meer in de
seconde bedraagt, naar verhouding
zeer gering is. In dit geval ziet men
na eenige oefening duidelijk voor en
naast den bal een heldere luchtlaag
door een donkere streep omringd.
Zoodra de beweging ophoudt, ver
dwijnt plotseling dit verschijnsel en
wanneer de bal valt 2iet menoogen-
blikkelijk. dat hetzelfde verschijnsel
zich nu onder den bal voordoet. Men
heeft onlangs in beweging zijnde ko
gels gephotografeerd en op de photo-
graphie was de mantel van samenge
perste lucht duidelijk te zien. De
juistheid van hot door dr. Oudemans
meegedeelde kan door iedereen wor
den nagegaan.
ANTI-MILITARISTEN.
Wegens het uitdeelen van anti-mili-
tairistische lectuur onder de militai
ren, die opgeroepen warm in verband
met de dreigende stakers-onlusten te
Zilrich, zijn verschillende mens eken
gevangen genomen, onder wie twee
socialistische leden van den Kantona-
len Raad, de hoeren Sigg en Rieder.
Zij zullen terecht staan voor een
krijgsraad.