RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels Raadseloplossingen Wedstrijd Inzendingen Brievenbus Deze raadsels zijn alle gezonden door jongens en meisjes, die „Voor onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Donderdagmorgen oplossin gen zenden, worden in het volgend nummer bekendge maakt). 1. (Ingezonden door Marie en Anna van Zutphen. Mijn eerste en tweede vormen samen een jongensnaam. Mijn derde gebruikt men om te eten. Mijn vierde vindt men in stad en dorp. Mijn geiteed is een straat iin Haar lem. 2. (Ingezonden door Trans Staal). Mijn geiheél bestaat uit tien letters en is een plaatsje in Zeeland. 2 3 4 8 is ruw. 16 7 is een lichaamsdeel. 2 6 10 8 draagt men om den vin ger. In die 2 9 5 beftïooren de kippen. 3. (Ingezonden door Johan Busé). Vijf en vijftig en een o, Welke stad spelt men zoo 4. (Ingezonden door Margaretha Venemn). Mét k ben ik een ander woord Voor hen. Met kl ben ik een rots in zee. Met st ben ik een punt. Met fl ben ik een afgekorte jon gensnaam. Met w behoor ik in den speeltuin. 5. (Ingezonden door Dirk Her- Bdhóe). Welke begraven stad vindt ge inon- derstaanden zin Zijden dassen zijn duur. 6. (Ingezonden door Hubertus Bank). Welke Broek wordt niet gedragen 7. (Ingezonden door Marie Bijster). Mijn eerste deel behoort- bij een wapenrusting. Mijn tweede is een klein dier. Mijn geheel is een dier waarvan mijn eerste waarde heeft. 8. (Ingezonden door Jo Ploeg). Mijn geheel bestaat uit negen let teers en is een stadje in Groningen. 12 3 vindt men in de vracht. 9 7 5 is een viervoetig dier. 4 7 5 9 is een vracht. 6 8 5 9 is een water. 9. (Ingezonden door Carel Toebes). Twee en een half dozijn, Hoeveel zou dat wel zijn? „Dat is dertig", antwoordt Piet, Maar ik zeg u Zoo is 't niet Die jongen heeft het mis Zeg gij, hoeveel het is 10. (Ingebonden door Gretiha Rui- per). Eenmaal n en eenmaal lc, Eenmaal b en tweemaal a, Noemien U een eiland, dat Schatten in dein grond bevat, 't Ligt heel ver van onze kust Raad nu maar, als h'et U lust De oplossingen van dé raadsels der vorige week zijn 1. Sint Nioclaas. 2. Zevenbergen. 3. Vooruitgangstraat. 4. De lampepit. 5. Ik kan een ho-rloge opwinden. 6. Hebt ge AL GIERSt gegeven aan de duiven? 7. Inbreker. 8. De ijskeged. 9. Boekdrukkerij. 10. Poppenkast. Goéde oplossingen ontving ik deze week van Kniertje Stam 5, Annie de Zaayer7, Joh an Busé 8, Hendrik Groenéveld 7, Andirina. Groot 9, Gerda Groeneveld 7, Andrina Groot 10, Cato Harkmans 9, Marie Bau meister 8, Johanna en Ma rie Bijster 9, Betsy en Trijntje Frö- Kch 9, Gerard Hekkefhnan 8, Dirk Roeré 9, Jan de Haan 10, Age Beine- ma 9, Lena Bos 7. Marguretha Vene- ma 3, Roelof Bednema 9, Christina Beinema 7, Cornelia Venema 3. Marie en Anna van Zutphen 9, Johan van Hezei 8, Jacob Frankfort 8. Hubertus Bank 4. Wedstrijdinzendingen ontving >k deze week van Jo Daemen, Ddna Vester, Anton Koomen, Hondrika de Wijs, Anme da Zaaver, Herman Popelier, Jan Piel age, Willem Pielage, Mariletje Seveke, Johan Busé, Hendrik en Ger da Groeneveld, Abraham Walter, An drina Groot, Gerard van Driesten, Roza Weill, Anna Groot, Roelof Bei nema. Jo Ploeg, Cato Harkmans, Geertje Houtsdhildt, Trijntje Frölich, Adriaan van Servellen, Gerardus van den Bel, Gerard1 Hekkelman, Age Bei nema, Dirk Boeré, Wilhiehnina Ga- sin jetHilda Roozen, Dirk Hea-schoe, Marie Groenewegen, Neeltje Bonman, Jan de Haan, Simon Roos jen, Hen drik Smits, Maxgareth'a Kuijper, Cor nells Rad em aker, Dirk de' Lange, Lau ra Smits, Betsy van Wengen, To van Wengen, Marie van Zutphen, Anna van Zutphen, Gerard Hubers, Johan van Hezell', Bernard Steenhoff, Hu bertus Banlk, Lucia VoetaLink, Eliza beth Stekhoven, Dïna Heylige-rs, Tim Pielage. Hubertus B. Jongen, wat heb jij me een langen brief geschreven! Of ik je briefkaart mooi vind, vraag je? Ja, erg aardig, en ik bedank jeer ook hartelijk voor. Maar vond je het eigenlijk niet jammer om die mooie briefkaart weg te sturen, zeg? Ja, ik vind het ook wel jammer, dat ik je niet ken, maar we zullen nog wel eens kennis maken, denk ikDag, hoor. veel groeten Betsy van W. Ik vond het leuk, dat je me een briefkaart uit Amsterdam stuurde. Dus toch uit lo gee-ren, hè? Blijf je nog lang weg? A n drina G r. - Boos Wel nee, ik denk er niet over. Die drukte is me ook wat, hè Ik vind het lied goed, dat je me voortaan zoo nu en dan een brief bij dé raadsels schrijft. Hel) je lang werk gehad aan de spreekwoor den Gerard van Da\ Ha, daar is mijn vriendje Gerard ook weerIk was blij, dat ik weer eens wat van je hoorde, en hoop mu-maar, dat al je wel eens in Harlingen geweest, of is dit de eerste maal? Nee, ik ben niet boos als ik nu de volgende week geen brief krijg, want daar in Har lingen zal je zekei; wel wat anders te doen hebben dan brieven schrijven Héél veel plezier en veel groeten Hendrik Gr. Die kleine Ge rard is een grappenmaker, hoorHij had zeker gedacht dat de zee droog was, toen hij Gerda en jou er zoo kalmpjes door heen zag wandelen i En wat bergen met gangen maloen betreft scheen hij er ook meer slag van te hebben den boel af te breken dan op te bouwenIk wil best ge- looven, dat jullie de vacantia echt heerlijk vindt, hoor! Goed dat al die pret nog een poosje duurt, hè C h r i s ti na B. Twee groote poppen en een schommetwiegWel, Glmstdenitje, wat za.l je daarmee heer lijk kunnen spelen Gaan ze wel eens mee uit wandelen? Zéker nooit alle bei tegelijk 'ti's ook wel een beetje zwaar om met twee poppenldnderen te sjouwen, is 't. niet „Grootma, wat zou U nu wel het liefst op Uw verjaardag hebben?" vraagt Gerda. „Dat weet ik niet", zegt Grootma, „diaa-r moet ik mij eerst eens op be slapen." „Krijgt U ook visite vraagt Geiida weer. „Ja", zegt Grootma, „ik wou dit jaar graag een groote visite hebben van aardige meisjes, en die moet jij dan voor me vragen." ,,D.at is heerlijk!" roept Gerda. „En welke meisjes moeten dat zijn? „Niet de meisjes, die jij altijd op visite krijgt.. Die zijn mij veel te druk. Oude menschen kunnen niet best zoo veel drukke kinderen om zich heb ben." „Maar, Grootma, U zegt mei s j e s, en dat zijn toch ook kinderen, en Ma zegt, dat gezonde kinderen altijd druk zijn. Zijn di'e meisjes van dan ziek?" „Neen hoor!" lacht Grootma, „liet zijn juist frisscbe, gezonde kinde ren. „Waar wonen ze dan „Buiten de stad." „O, zijn het buitenkinderen Dan zuilen 'het wel geien fijne juffertjes wezen." „Ja, juist heel fijne juffertjes." „Zijn ze mooi gekleed „Beeldig. De eene heeft eén blauw jurkje aan, het rokje met puntjes, een ander een rood met zwarte vlek ken. Weer een ander een wit met -*5# goudgeel. Weer een ander eon lila met writ of geel. En nog wél meer Meu ren dragen ze. En zoo dun en fijn zijn de jurkjes." „Och, Grootma, U fopt mij „Neen, lie us oh niet. Vraag maar hij mij op visitejuffertje Korenbloem, juffertje Klaproos, juffertje Ganze- bloem, juffertje Vlooitje en nog meer vriendinnetjes van) die meisjes. Jon geheer Grashalm mag ook wel mee komen met een paar andere groene kameraadjes." „O, Grootma, U meent bloemen, veldbloemen. Ja, ja, diie zal ik bij op visite vragen. Maar mag ik dan zelf meekomen?" „Dat- mag!' zegt- Grootma. K. L. (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeel'ing moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sophia- straat No. 22, Haarlem). Dirk H. Nee maar, Dirk, wat kan jij keurig netjes werkenDie in zending van je ziet er kranig uit, hoorIk wist heuseh niet dat je zoo mooi kon schrijvenNu maai- gedul dig op den uitslag gewacht, hè? Ben je al- verlangend naar vandaag over een week H i 1 d a R. Ook Hilda's inzen ding is goed en wiel bij me aangeko men. Dat is een heel werkje geweest, hè 'tls maar goed, dat het ook een prettig werkje wasEn. nog een versjes-inzending ook Je hebt je duch tig geweerd, liooa-Dat kwam zeker doordat het vacanti© was, is 'tniet? spreekwoorden goed zijnEn nu maak je zeker Craaf pret in Gouda, is 't niet Is Willleani entje ook mee, en worden jullie niet flink bedorven door de ooms en tantes, en door Grootmoe Ook veel groeten voor al lemaal Lena B. Wel, Lena, wat stond er dezen keer een mooi plaatje op je postpapierWat zal die vacantie een pret gevenEn misschien ook nog uit de stad Als 'tnu maar mag, hè? Ben je niet bang dat je allés weer vergeten bent als je op school terug komt Marietje S. Nu, naar de vlak op je werk heb ik maai* niet ge keken dat stelt je zeker nogal ge rust, is 'tniet? Als zusje het bij onge luk gedaan heeft is 't ook niet je schuldWas je niet blij, toen je klaar was met schrijven? J o v. d. O. In Harlingen logee- ren? Wel Jo, wat heerlijk? Ben je Wilhelm!en G. Ik vind het heel best, dat je ook mee gaat döen en ik vind dat je al een flink begin gemaakt hebt. Vind je het prettig in Haarlem Gerrit van de B. Je inzen ding kwam goed aan, en ziet er ge lukkig weer keurig uit! Is Jac. al aan het fotografeeren geweest en worden de kiekjes aardig Zoo'n lange va cantie is toch maar heerlijk, hè? Verlang je er al weer naar om aan den nieuwen wedstrijd ie begin nen Marie Gr. Een Brievenbus schrijven en Marie overslaan dat doe ik niet graagEn dan nog wel zoo'n lange brief Ja, ik vond'het ook grappig, dat ik je verleden week Za terdag juist nog even zagAls je dit nu leest ben je zeker al weer terug uit Muiden Veel pret gehad Nu, dat hoef ik eigenlijk niet te vragen, dat" kan ik me wel zoo'n beetje be grijpen Die kleine Leni met haar „Alka" Wat een bij-de-handje, hè Hoe oud is dat kleine ding nu eigen lijk? J o P. Nee maar, die Jo heieft ook een heerlijke vacantie, hoorDat is maar uitgaan en nog eens uitgaair als ik het niet mis hebWat een prettige dagenNaar Nieuwendam, naar die Kolk, naar Hoorn, naar Wijk aan Zee, 't kan niet opAls ik klaar kom met nazien komt de uitslag de volgende week in de courant. Wat heb je prachtige letters gemaakt, zeg! Veel groeten voor ie tweetjes S i1 m o n R. Het doet me veel ple zier, met een broer van Antoon ken nis te maken; en dan nog wel een broea' dlie zoo mooi schrijftIk kan me wel begrijpen, dat die spreek- woordlen-wedlstrijd naar je zin wias je hebt er dan ook prachtexemplaren bij Waar heb je die vandaan ge haald, of leende je ze allemaal? Dina V. Dat is hard werken ge- eest, hè, Dina? En net op hlei laat- stié oogenblik nog klaar gekomen, dat is prachtig, hoorNu ben ik be nieuwd of ik van de week weer raad sels van je krijg; ze. zijn niet zoo heel erg moeilijk, dus ik denk wel, dat je ze raden kuntDag, Dientje Betsy en T rij nt j e F r. Jullie raadsel lijkt me heel mooi, maar o, zusjes, nu heb je vergeten het ant woord er onder te schrijven, hoe kom je daar nu bij Wil je het nu nog eens opschrijven, en dan met het antwoord er bij Dan zal ik het plaatsen. Nee, ik heb niet naar de vlek gekeken, hoordat was zeker een ongelukje, hè? Geertje H. Ik ben blij, datje weer eens meegedaan hebt, Geertje je vondt het zeker een leuk werkje, is 't niet? En de vacantie geeft voor zoo iets altijd nog wel tijdHeb je het verder druk, en in welke Idas zit je nu eigenlijk Cornells B. Ja, ik herinner me nog wel, dat je me eens verteld heb, dat jij en Carel T. het zoo goed samen kunt vindén. Die wandelingen met den pi a ntentr ommel zijn zeker echt gezel lig, is 't niet Je moet Carel eens vragen hoe of het met dat geheim van hem is, dat hij mij beloofd hoéft. Zul je er aan denken? Anna Gr. Naar Amsterdam ge weest? Nu, dat was een goed begin van de vacantie, en toen het nichtje hier gelogeerd, ook gezellig. Veel pret gehad in Zandlvoort? Nu, mooi weer was het in ieder geval, en dat is alvast een goéd ding! Dag, An- netje Roza W. Wel, Roza, wat heb je een moeite over gehad voor je wed strijd-inzending Was je niet erg blij toen je klaar was? Ik vond het pret tig, dat je weer eens meedeed, maar zoo'n spreekwoordien-verzameüing ook wei iets voor jouIk zal nog eens iets met spreekwoorden beden ken, hoor! Vind je d:at niet Leuk? Dina H. Jammer, dat je een paar keer te laat, was, maar nu heb je gelukkig beter opgepastAls je niet voor een prijs in aanmerking komt,, mag je je inzending terugheb ben, anders niet. Heerlijk, dat je over gegaan bent met een goed rapport Nog wel gefeliciteerd Kniertje St. O, o Vergeten of je zelf een briefje hebt geschre ven of niet? Wed, Kniertje, daar moest ik toch zoo om lachen, hoe kom je daar* nu bij, bè? Je speelt nu zeker i©deren d>ag heerlijk aan het strand, is 'tniet? Jij treft het toch maar, cüat je in IJmuidén woont Johan B. Nu, ik weet wel vie er blij was toen hij Maar was met de spreekwoordenZoo'n reeks is ook wel erg moeilijk, hè En zoo goed mogelijk je best gedaan? Ja, dat is altijd goed, en je werk zag er netjes uit ookVond kleine Zus het niet gewichtig, toen je daar zoo hard aan hét werk was? Hendrik a N. Ook al druk ge had met dne logeetjes. Zijn ze alle drie jonger dan jij Dat zal lieai wat pret geven, denk ikwed, wed, wat zullen "jullie met je viertjes veel druk te makenNee, voetbal speel ik niet., hoorjé moet 's Zondags maar eens op het voetbalveld gaan kijken, dan zul je wel zien, dat ik daar niet bij ben! Truus zal blij 'zijn met je brief; schrijf haar maar eens gauwHoe ia het met de kiespijn Age B. Wat zal dat in Zaad- voort een leuko glijpartij zijn langs die trapDat was zeker net een werkje voor jullie, is 't niet? Wat heerlijk, dat je in Den Heldèr gaiat logeeren! Ben je er vroeger ook wel eena geweest, en blijf je lang weg Wat een vragen! Maar nu houd :k ook gauw op. Veel plezier CafcharinaK. Wed, is je nioht- je er nog en maken jullie veel pret Corrie is nu toch thuis geweest; ik kreeg tenminste een brief van haar uit Haarlem, maar ze schreef, dat ze gauw weer uit de stad ging. Die is maar aan 't uitgaan, hè Nu, de va cantia is er ook eigenlijk niet om aan zakdóiekjes te werkendan maak je liever eens plezier, is 'tniet'? Gerard H. Wat heb je me een aardige briefkaart uit Zaandam ge stuurd, GerardJe briefje was de vorige week te iaat om je uog te ant woorden, en daarom doe ik het nu maarNu geloof ik half, dat ik je raadsel al geplaatst heb, of heb ik het mis? Verlang je al weer naar den nieuwen wedstrijd, Gerard Veel groeten voor Moeder en voor jezelf J an en Pim P. Het spijt ine, dat TLne ziek is, begint ze nu alweer \wali( op te knappen in Hilversum? Pim had, geloof ik, nog nooit aaneen wedstrijd meegedaan, is t wel Jan wel. die ken ik al lang! Jammer, dat er nog zoo'n lange lijst over bleef Of ik veel na te zien heb Nu, dat be grijp je! Ik hoop. dat ik van de week Maar kom, dan hooren jullie denvol- igenden Zaterdag den uitslag Marie en Anna van Z. Nu, jullie trof het, dat je de zon juist zag ondergaan toen je op liet hooge duin bij Kraantjelek stond! Dat ri dan toch ook zoo'n prachtig gezicht, hè? Zulke wandelingen zijn maar heerlijk, maar het is dan ook erg mooi, dat liet juist, zulk mooi weer is in de vacantie. Begin je nog niet naar school terug te verlangen A n t h o n i e J. Wél jongen, wat heb je me ten prachtige kaart uit Amersfoort gestuurd! Dank je wel, hoor Heb je veel plezier en ben 'e dikwijls aan het spelen in de bos- sohen? Nu, dat kan ik me wel zoo'n beet je voorst elk<nMaak nog maar veel pretVerder veel groeten .Gei*dia Gr. ja, jo uizending mag wel meetellen, hoorIk vind het gelukkig niet zoo lieel erg, dat Moeder er wel eens eentje gezegd heeftOok ai va.cantiopret Geen wonderWat zullen die fietsen nu heerlijk te pas koanenVandaag heb ik jullie maar weer eens allebei een brief geschre venDat is zeker wel naar je zin, is 'tniet? Dag, Gerda! Roelof B. Ik wist niet, dat het boek van „Dilk Trom" zoo vurig dóór je verlangd werd. Een volgenden keer zal ik er aan denken, hoorIk hoop, dat je een prettig tijdje in Dén Haag zult hebben. Lees je dit nu eigenlijk voor je weggaat of als je weer terug gekomen bent? T i n i P. Daar hebben we deee Tini ook weer; flink dat je weer ■eens meegedaan hebtHeb je in Oudenbosch gelogeerd Ik begreep eerst maar lieelemaal niet van wie die brief loch kwamOok hartelijke groeten Johan van H. Ja. Johan, ik vind, dat- je de wedstrijd-inzending mooi geschreven hebt, en de brief zag er ook al netjes uit! Nee, ik denk ook wel niet, dat er veel kinderen zijn, die al die spreekwoorden zelf wisten, maar dat vind ik ook niet erg. Wat heeft Hénman een heeriijke verjaar dag gehad Hij is ingespannen, hoor! Jouw verjaardag zal ik nu ook op schrijven. en dan zullen we eens kij ken of ik er aan denk Veel groeten vcor Louise en jou. De brieven van Corrie de H., Cato H„ Gretha K., Dirk B„ Johanna en Marie B., Alida H„ Herman P., Keu- drika de W.. Jacob Fr. en Jo D. wor den in het volgend nummer beant woord. M. C. VAN DOORN. voor Kaar in Amerika werken om baar spoedig te doen overkomen. Voorloopig moest hij de plaats van rijn verblijf geheim houden. Op dezen brief volgde eenige maan den later éen officieel schrijven uit de stad Indianopolis, dat Hans Berg in -het stedelijk hospitaal aan eene longontsteking was overleden en dat het geld. hetwelk men bij' hem had gevonden en de opbrengst van rijn nave juist voldoende waren geweest fan daarvan de kosten der begrafenis te bestrijden. Elly nam het bericht van 't over lijden van haren man verwonderlijk kalm op. Geen hard woord kwam over hare lippen, maar ook geene uiting van smart. Met mijne hulp bracht zij hare aangelegenheden in orde. Een klein kapitaal, hetwelk ze van hare ouders had geërfd, stelde haar in staat om in stille afzonde ring te kunnen leven. Ik weet niet of ze tot op dat oogenblik vermoed heeft, hoe innig lief ik haar had, maar eer er een half jaar was ver- loopen, ken ze niet meer in twijfel •verkeeren omtrent mijn mnigsten wensch. Nieuw leven, nieuwe hoop bezielden mij, en alleen het respect voor den gebruikelijken rouwtijd weerhield mij haar dadelijk hart en hand aan te bieden. Maar ook deze tijd van wachten ging voorbij. Ik 'deed haar miin voorstel en werd verhoord Twee maanden duurde de gelukkig ste tijd mijns levens, en toen kwam er een slag, welke plotseling al mij ne hoop, aJ mijn geluk vernietigd. Op zekeren avond bespeurde ik een eigenaardige verandering in het we zen mijner verloofde. Z-e was ver strooid, zag me niet vaak aan, toon de zich zeer onrustig, maar ontweek al mijne vragen om opheldering. Zoo ging het eenige dagen achter een. Toen moest ik noodzakelijk voor zaken naar Berlijn, "en toen ik terug kwam, was Elly.... verdwenen, maar had een brief voor mij achtergela ten, die mij terneergeslagen maakte. Ze schreef, dat de hemel onze ver- eeniging niet wilde. Gebiedende noodzakelijkheid dwong haar mij te ontvluchten. Ik moest haar niet laten vervolgen. Als het tijd was, zou ze mij uitvoeriger schrijven. Ja, ze schreef ook, maar haar brief wierp mij op het ziekbed. Vier maan den na hare vlucht berichtte Elly mij dat ze in San Francisco met een me neer Havelberg in het huwelijk was getreden. Dus mij, die haar jaren lang trouw had bemind, wien ze eerst kort geleden, naar het' scheen uit trouwe wederliefde, hart eu hand had beloofd, mij gaf ze op, ter wille van een vreemd man, dien ze nauwelijks eenige weken kon kennen. Nog groo- ter dan mijne wanhoop was mijne woede over de valschheid der vrouw en ik zwoer met een duren eed Elly te zullen verachten en de herinne ring aan haar uit mijn hart tie ruk ken. En dat was dezelfde Elly, die nu tien jaar geleden hier terugkwam en mij door haren vriendschappelij- k)en omgang de laatste 1 evensj airen heeft veraangenaamd, Tobias Witt zweeg een oogenblik en zag peinzend' voor zich uit. Of schoon ik met opmerkzaamheid en inspanning naar zijn verhaal had geluisterd, waagde ik toch niet zijn zwijgen af te breken. Eindelijk vervolgde hij Het gelukte mij- niet de herinnering aan mijne geliefde te verdrijven, maar m§t de jaren had ik het even- dicht mijner ziel toch herkregen, ik schepte alle gelegenheden om weer verliefd te worden. Eén gedachte kwelde mij, en door die gedachte werd mijn oorspronkelijk zoo bard oordeel over Elly verzachteén ge heim, dat voor mij ondoorgrondelijk was, moet haar hebben bewogen te handelen, zooals ze deed. Al de lan ge jaren heeft die gedachte mij niet verlaten. Zoo kwam het dan ook, dat de post mij op zekeren dag een brief bracht, waarvan het adires door Elly was geschreven. Zou het geheim mij nu eindelijk worden onthuld? Ik scheurde het coucert open. Nogmaals slechts eenige regelseenige hartelij ke groeten en dan de mededeeling, dat mij door een bankiershuis te New- York eene groote som gelds zou wor den gezonden, welke voor de schuld- eischers van haren eersten man was bestemd. Uit oude vriendschap zou ik dat wel in orde willen brengen. Een nader adres was niet opgegeven. De brief was tusschen Chicago en New-York aan '-een station op den trein gedaan. Weer verliepen jaren. De ouder dom deed' de wenscben van den jon geling en den man sterven de her innering aan de liefde mijner jeugd en de treurige teleurstelling voor mijn hart begonnen voor mij een le vendagen dtroom te worden. Maar God was genadig, Hij heeft mij nog voor mijn uiteinde de waarheid onthulden het beeld der vrouw, die ik in mijn jeugd beminde, van alle vlekken ge reinigd. Er kwam weer een brief met het bericht, dat Elly zelf hem op den voet zou volgen. Haar man, meneer Havelberg, was gestorvenzij ver langde nu weer naar het vaderland en was verzekerd, dat ik haar alle teleurstellingen zou vergeven, wan neer ze mij de reden voor hare vlucht van toenmaals uiteen zette. Toen Tobias Witt een oogenblik op hield. kon ik niet nalaten een nieuws gierig „welnu?" te doen hooren. Hij keek glimlachend tot mij op en zeide Ik behoef slechts een woord te zeg gen, en alles zal u duidelijk rijn: Hans Berg en meneer Havelberg wa ren een en dezelfde persoon. Berg had werkelijk met een longontsteking in het hospitaal te Indianopolis gelegen. Toen hij weer genezen was, gaf do administratie der inrichting bij ver gissing de legitimatiepapieren van een zekeren Havelberg, die onder den naam Berg was begraven. Zoo was Berg dood en Havelberg leefde en, Elly had nooit een tweeden man ge nomen, maar was tot haren Hans te ruggekeerd. die als handig man van zaken den wenk van het noodlot be greep en opnieuw een groot vermo gen verwierf. MOTTEN. Deze beboeren tot de lastigste in secten. Vooral in Juni en ook in het begin van Juli vliegen ze rond en zoe ken een plaatsje om eieren te leggen. Aan wollen stoffen, pelswerk en be- kleede meubelen of gordijnen schen ken zij de voorkeur. Juist zijn het die eitjes, waartegen wij moeten waken, want zij brengen dé vraatzuchtige, alles vernielende wormpjes voor! Zooals alle nachtvlinders, wordt de mot door licht aangetrokken en men kan vaak een aardige hoeveelheid motten buit maken, wanneer men over de lampekap een dun papier legt met een of andere kleefstof bestre ken. Om yan mottenbezoek in uwe klee- ren verschoond te blijven, handele men als volgt Men moet Meeren en pelswerk goed uitkloppen en ze in hermetisch geslo ten kasten of kisten opbergen vóórdat de motten gaan vliegen. Uiterlijk moet dat Juni gebeuren, dan heeft de huis vrouw. zich er niet meer om te be kommeren en zal zij het zoodanig opgeborgene tn den herfst ongedeerd terug vinden. Ook in begin Juli moeten de meube len die niet opgeborgen kunnen wor den, zorgvuldiger behandeld worden dan anders. Dikwijls uitkloppen en afborstelen. Ontdekt men bij het na zien hier of daar een verdacht plaats je en vreest men daarvoor een mot gaatje. dan neemt men een heete strijkbout, of zoo deze te groot is, een warm gemaakte keukenlepel en strijkt er flink mee over het plekje. De hitte zal de eitjes dooden. Gedurende de afwezigheid moet men de kamer zooveel mogelijk don ker houden, doch eerst het bekleeden der meubelen met schoonen linnen- of katoenen doeken omwikkelen. Het: is steeds een goed middel gebleken, schalen met water gevuld, in de ka mer te plaatsen. Water trekt de mot aan. Zij vliegen er in en verdrinken, voordat rij zich een plekje in onze stoelen of gordijnen hebben uitgeko zen om hunne eieren te leggen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11