RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
Raadseloplossingen
Wedstrijd Inzendingen
Brievenbus
Deze raadsels zijn alle
gezonden door jongens en
meisjes, die „Voor onze
Jeugd" lezen. De namen van
de kinderen, die mij vóór
Donderdagmorgen oplossin
gen zenden, worden in het
volgend nummer bekendge
maakt).
1. (Ingezonden door Marie en Anna
van Zutphen.
Mijn eerste en tweede vormen samen
een jongensnaam.
Mijn derde gebruikt men om te
eten.
Mijn vierde vindt men in stad en
dorp.
Mijn geiteed is een straat iin Haar
lem.
2. (Ingezonden door Trans Staal).
Mijn geiheél bestaat uit tien letters
en is een plaatsje in Zeeland.
2 3 4 8 is ruw.
16 7 is een lichaamsdeel.
2 6 10 8 draagt men om den vin
ger.
In die 2 9 5 beftïooren de kippen.
3. (Ingezonden door Johan Busé).
Vijf en vijftig en een o,
Welke stad spelt men zoo
4. (Ingezonden door Margaretha
Venemn).
Mét k ben ik een ander woord Voor
hen.
Met kl ben ik een rots in zee.
Met st ben ik een punt.
Met fl ben ik een afgekorte jon
gensnaam.
Met w behoor ik in den speeltuin.
5. (Ingezonden door Dirk Her-
Bdhóe).
Welke begraven stad vindt ge inon-
derstaanden zin
Zijden dassen zijn duur.
6. (Ingezonden door Hubertus
Bank).
Welke Broek wordt niet gedragen
7. (Ingezonden door Marie Bijster).
Mijn eerste deel behoort- bij een
wapenrusting.
Mijn tweede is een klein dier.
Mijn geheel is een dier waarvan
mijn eerste waarde heeft.
8. (Ingezonden door Jo Ploeg).
Mijn geheel bestaat uit negen let
teers en is een stadje in Groningen.
12 3 vindt men in de vracht.
9 7 5 is een viervoetig dier.
4 7 5 9 is een vracht.
6 8 5 9 is een water.
9. (Ingezonden door Carel Toebes).
Twee en een half dozijn,
Hoeveel zou dat wel zijn?
„Dat is dertig", antwoordt Piet,
Maar ik zeg u Zoo is 't niet
Die jongen heeft het mis
Zeg gij, hoeveel het is
10. (Ingebonden door Gretiha Rui-
per).
Eenmaal n en eenmaal lc,
Eenmaal b en tweemaal a,
Noemien U een eiland, dat
Schatten in dein grond bevat,
't Ligt heel ver van onze kust
Raad nu maar, als h'et U lust
De oplossingen van dé raadsels der
vorige week zijn
1. Sint Nioclaas.
2. Zevenbergen.
3. Vooruitgangstraat.
4. De lampepit.
5. Ik kan een ho-rloge opwinden.
6. Hebt ge AL GIERSt gegeven aan
de duiven?
7. Inbreker.
8. De ijskeged.
9. Boekdrukkerij.
10. Poppenkast.
Goéde oplossingen ontving ik deze
week van
Kniertje Stam 5, Annie de Zaayer7,
Joh an Busé 8, Hendrik Groenéveld 7,
Andirina. Groot 9, Gerda Groeneveld 7,
Andrina Groot 10, Cato Harkmans 9,
Marie Bau meister 8, Johanna en Ma
rie Bijster 9, Betsy en Trijntje Frö-
Kch 9, Gerard Hekkefhnan 8, Dirk
Roeré 9, Jan de Haan 10, Age Beine-
ma 9, Lena Bos 7. Marguretha Vene-
ma 3, Roelof Bednema 9, Christina
Beinema 7, Cornelia Venema 3. Marie
en Anna van Zutphen 9, Johan van
Hezei 8, Jacob Frankfort 8. Hubertus
Bank 4.
Wedstrijdinzendingen ontving >k
deze week van
Jo Daemen, Ddna Vester, Anton
Koomen, Hondrika de Wijs, Anme
da Zaaver, Herman Popelier, Jan
Piel age, Willem Pielage, Mariletje
Seveke, Johan Busé, Hendrik en Ger
da Groeneveld, Abraham Walter, An
drina Groot, Gerard van Driesten,
Roza Weill, Anna Groot, Roelof Bei
nema. Jo Ploeg, Cato Harkmans,
Geertje Houtsdhildt, Trijntje Frölich,
Adriaan van Servellen, Gerardus van
den Bel, Gerard1 Hekkelman, Age Bei
nema, Dirk Boeré, Wilhiehnina Ga-
sin jetHilda Roozen, Dirk Hea-schoe,
Marie Groenewegen, Neeltje Bonman,
Jan de Haan, Simon Roos jen, Hen
drik Smits, Maxgareth'a Kuijper, Cor
nells Rad em aker, Dirk de' Lange, Lau
ra Smits, Betsy van Wengen, To van
Wengen, Marie van Zutphen, Anna
van Zutphen, Gerard Hubers, Johan
van Hezell', Bernard Steenhoff, Hu
bertus Banlk, Lucia VoetaLink, Eliza
beth Stekhoven, Dïna Heylige-rs, Tim
Pielage.
Hubertus B. Jongen, wat heb
jij me een langen brief geschreven!
Of ik je briefkaart mooi vind, vraag
je? Ja, erg aardig, en ik bedank jeer
ook hartelijk voor. Maar vond je het
eigenlijk niet jammer om die mooie
briefkaart weg te sturen, zeg? Ja, ik
vind het ook wel jammer, dat ik je
niet ken, maar we zullen nog wel
eens kennis maken, denk ikDag,
hoor. veel groeten
Betsy van W. Ik vond het
leuk, dat je me een briefkaart uit
Amsterdam stuurde. Dus toch uit lo
gee-ren, hè? Blijf je nog lang weg?
A n drina G r. - Boos Wel nee,
ik denk er niet over. Die drukte is me
ook wat, hè Ik vind het lied goed,
dat je me voortaan zoo nu en dan een
brief bij dé raadsels schrijft. Hel) je
lang werk gehad aan de spreekwoor
den
Gerard van Da\ Ha, daar is
mijn vriendje Gerard ook weerIk
was blij, dat ik weer eens wat van
je hoorde, en hoop mu-maar, dat al je
wel eens in Harlingen geweest, of is
dit de eerste maal? Nee, ik ben niet
boos als ik nu de volgende week
geen brief krijg, want daar in Har
lingen zal je zekei; wel wat anders te
doen hebben dan brieven schrijven
Héél veel plezier en veel groeten
Hendrik Gr. Die kleine Ge
rard is een grappenmaker, hoorHij
had zeker gedacht dat de zee droog
was, toen hij Gerda en jou er zoo
kalmpjes door heen zag wandelen i
En wat bergen met gangen maloen
betreft scheen hij er ook meer slag
van te hebben den boel af te breken
dan op te bouwenIk wil best ge-
looven, dat jullie de vacantia echt
heerlijk vindt, hoor! Goed dat al die
pret nog een poosje duurt, hè
C h r i s ti na B. Twee groote
poppen en een schommetwiegWel,
Glmstdenitje, wat za.l je daarmee heer
lijk kunnen spelen Gaan ze wel eens
mee uit wandelen? Zéker nooit alle
bei tegelijk 'ti's ook wel een beetje
zwaar om met twee poppenldnderen
te sjouwen, is 't. niet
„Grootma, wat zou U nu wel het
liefst op Uw verjaardag hebben?"
vraagt Gerda.
„Dat weet ik niet", zegt Grootma,
„diaa-r moet ik mij eerst eens op be
slapen."
„Krijgt U ook visite vraagt Geiida
weer.
„Ja", zegt Grootma, „ik wou dit
jaar graag een groote visite hebben
van aardige meisjes, en die moet jij
dan voor me vragen."
,,D.at is heerlijk!" roept Gerda. „En
welke meisjes moeten dat zijn?
„Niet de meisjes, die jij altijd op
visite krijgt.. Die zijn mij veel te druk.
Oude menschen kunnen niet best zoo
veel drukke kinderen om zich heb
ben."
„Maar, Grootma, U zegt mei s j e s,
en dat zijn toch ook kinderen, en Ma
zegt, dat gezonde kinderen altijd druk
zijn. Zijn di'e meisjes van dan
ziek?"
„Neen hoor!" lacht Grootma, „liet
zijn juist frisscbe, gezonde kinde
ren.
„Waar wonen ze dan
„Buiten de stad."
„O, zijn het buitenkinderen Dan
zuilen 'het wel geien fijne juffertjes
wezen."
„Ja, juist heel fijne juffertjes."
„Zijn ze mooi gekleed
„Beeldig. De eene heeft eén blauw
jurkje aan, het rokje met puntjes,
een ander een rood met zwarte vlek
ken. Weer een ander een wit met
-*5#
goudgeel. Weer een ander eon lila met
writ of geel. En nog wél meer Meu
ren dragen ze. En zoo dun en fijn zijn
de jurkjes."
„Och, Grootma, U fopt mij
„Neen, lie us oh niet. Vraag maar hij
mij op visitejuffertje Korenbloem,
juffertje Klaproos, juffertje Ganze-
bloem, juffertje Vlooitje en nog meer
vriendinnetjes van) die meisjes. Jon
geheer Grashalm mag ook wel mee
komen met een paar andere groene
kameraadjes."
„O, Grootma, U meent bloemen,
veldbloemen. Ja, ja, diie zal ik bij
op visite vragen. Maar mag ik dan
zelf meekomen?"
„Dat- mag!' zegt- Grootma.
K. L.
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afdeel'ing moeten
gezonden worden aan Mej.
M. C. van Doorn, Sophia-
straat No. 22, Haarlem).
Dirk H. Nee maar, Dirk, wat
kan jij keurig netjes werkenDie in
zending van je ziet er kranig uit,
hoorIk wist heuseh niet dat je zoo
mooi kon schrijvenNu maai- gedul
dig op den uitslag gewacht, hè?
Ben je al- verlangend naar vandaag
over een week
H i 1 d a R. Ook Hilda's inzen
ding is goed en wiel bij me aangeko
men. Dat is een heel werkje geweest,
hè 'tls maar goed, dat het ook een
prettig werkje wasEn. nog een
versjes-inzending ook Je hebt je duch
tig geweerd, liooa-Dat kwam zeker
doordat het vacanti© was, is 'tniet?
spreekwoorden goed zijnEn nu
maak je zeker Craaf pret in Gouda,
is 't niet Is Willleani entje ook mee,
en worden jullie niet flink bedorven
door de ooms en tantes, en door
Grootmoe Ook veel groeten voor al
lemaal
Lena B. Wel, Lena, wat stond
er dezen keer een mooi plaatje op je
postpapierWat zal die vacantie een
pret gevenEn misschien ook nog
uit de stad Als 'tnu maar mag, hè?
Ben je niet bang dat je allés weer
vergeten bent als je op school terug
komt
Marietje S. Nu, naar de
vlak op je werk heb ik maai* niet ge
keken dat stelt je zeker nogal ge
rust, is 'tniet? Als zusje het bij onge
luk gedaan heeft is 't ook niet je
schuldWas je niet blij, toen je
klaar was met schrijven?
J o v. d. O. In Harlingen logee-
ren? Wel Jo, wat heerlijk? Ben je
Wilhelm!en G. Ik vind het
heel best, dat je ook mee gaat döen
en ik vind dat je al een flink begin
gemaakt hebt. Vind je het prettig in
Haarlem
Gerrit van de B. Je inzen
ding kwam goed aan, en ziet er ge
lukkig weer keurig uit! Is Jac. al aan
het fotografeeren geweest en worden
de kiekjes aardig Zoo'n lange va
cantie is toch maar heerlijk, hè?
Verlang je er al weer naar om aan
den nieuwen wedstrijd ie begin
nen
Marie Gr. Een Brievenbus
schrijven en Marie overslaan dat
doe ik niet graagEn dan nog wel
zoo'n lange brief Ja, ik vond'het ook
grappig, dat ik je verleden week Za
terdag juist nog even zagAls je dit
nu leest ben je zeker al weer terug
uit Muiden Veel pret gehad Nu,
dat hoef ik eigenlijk niet te vragen,
dat" kan ik me wel zoo'n beetje be
grijpen Die kleine Leni met haar
„Alka" Wat een bij-de-handje, hè
Hoe oud is dat kleine ding nu eigen
lijk?
J o P. Nee maar, die Jo heieft
ook een heerlijke vacantie, hoorDat
is maar uitgaan en nog eens uitgaair
als ik het niet mis hebWat een
prettige dagenNaar Nieuwendam,
naar die Kolk, naar Hoorn, naar Wijk
aan Zee, 't kan niet opAls ik klaar
kom met nazien komt de uitslag de
volgende week in de courant. Wat
heb je prachtige letters gemaakt, zeg!
Veel groeten voor ie tweetjes
S i1 m o n R. Het doet me veel ple
zier, met een broer van Antoon ken
nis te maken; en dan nog wel een
broea' dlie zoo mooi schrijftIk kan
me wel begrijpen, dat die spreek-
woordlen-wedlstrijd naar je zin wias
je hebt er dan ook prachtexemplaren
bij Waar heb je die vandaan ge
haald, of leende je ze allemaal?
Dina V. Dat is hard werken ge-
eest, hè, Dina? En net op hlei laat-
stié oogenblik nog klaar gekomen, dat
is prachtig, hoorNu ben ik be
nieuwd of ik van de week weer raad
sels van je krijg; ze. zijn niet zoo heel
erg moeilijk, dus ik denk wel, dat je
ze raden kuntDag, Dientje
Betsy en T rij nt j e F r. Jullie
raadsel lijkt me heel mooi, maar o,
zusjes, nu heb je vergeten het ant
woord er onder te schrijven, hoe kom
je daar nu bij Wil je het nu nog
eens opschrijven, en dan met het
antwoord er bij Dan zal ik het
plaatsen. Nee, ik heb niet naar de
vlek gekeken, hoordat was zeker
een ongelukje, hè?
Geertje H. Ik ben blij, datje
weer eens meegedaan hebt, Geertje
je vondt het zeker een leuk werkje, is
't niet? En de vacantie geeft voor
zoo iets altijd nog wel tijdHeb je het
verder druk, en in welke Idas zit je
nu eigenlijk
Cornells B. Ja, ik herinner me
nog wel, dat je me eens verteld heb,
dat jij en Carel T. het zoo goed samen
kunt vindén. Die wandelingen met den
pi a ntentr ommel zijn zeker echt gezel
lig, is 't niet Je moet Carel eens
vragen hoe of het met dat geheim van
hem is, dat hij mij beloofd hoéft. Zul
je er aan denken?
Anna Gr. Naar Amsterdam ge
weest? Nu, dat was een goed begin
van de vacantie, en toen het nichtje
hier gelogeerd, ook gezellig. Veel
pret gehad in Zandlvoort? Nu, mooi
weer was het in ieder geval, en dat
is alvast een goéd ding! Dag, An-
netje
Roza W. Wel, Roza, wat heb
je een moeite over gehad voor je wed
strijd-inzending Was je niet erg blij
toen je klaar was? Ik vond het pret
tig, dat je weer eens meedeed, maar
zoo'n spreekwoordien-verzameüing
ook wei iets voor jouIk zal nog
eens iets met spreekwoorden beden
ken, hoor! Vind je d:at niet Leuk?
Dina H. Jammer, dat je een
paar keer te laat, was, maar nu heb
je gelukkig beter opgepastAls je
niet voor een prijs in aanmerking
komt,, mag je je inzending terugheb
ben, anders niet. Heerlijk, dat je over
gegaan bent met een goed rapport
Nog wel gefeliciteerd
Kniertje St. O, o Vergeten
of je zelf een briefje hebt geschre
ven of niet? Wed, Kniertje, daar
moest ik toch zoo om lachen, hoe
kom je daar* nu bij, bè? Je speelt nu
zeker i©deren d>ag heerlijk aan het
strand, is 'tniet? Jij treft het toch
maar, cüat je in IJmuidén woont
Johan B. Nu, ik weet wel vie
er blij was toen hij Maar was met de
spreekwoordenZoo'n reeks is ook
wel erg moeilijk, hè En zoo goed
mogelijk je best gedaan? Ja, dat is
altijd goed, en je werk zag er netjes
uit ookVond kleine Zus het niet
gewichtig, toen je daar zoo hard aan
hét werk was?
Hendrik a N. Ook al druk ge
had met dne logeetjes. Zijn ze alle
drie jonger dan jij Dat zal lieai wat
pret geven, denk ikwed, wed, wat
zullen "jullie met je viertjes veel druk
te makenNee, voetbal speel ik niet.,
hoorjé moet 's Zondags maar eens
op het voetbalveld gaan kijken, dan
zul je wel zien, dat ik daar niet bij
ben! Truus zal blij 'zijn met je brief;
schrijf haar maar eens gauwHoe ia
het met de kiespijn
Age B. Wat zal dat in Zaad-
voort een leuko glijpartij zijn langs
die trapDat was zeker net een
werkje voor jullie, is 't niet? Wat
heerlijk, dat je in Den Heldèr gaiat
logeeren! Ben je er vroeger ook wel
eena geweest, en blijf je lang weg
Wat een vragen! Maar nu houd :k
ook gauw op. Veel plezier
CafcharinaK. Wed, is je nioht-
je er nog en maken jullie veel pret
Corrie is nu toch thuis geweest; ik
kreeg tenminste een brief van haar
uit Haarlem, maar ze schreef, dat ze
gauw weer uit de stad ging. Die is
maar aan 't uitgaan, hè Nu, de va
cantia is er ook eigenlijk niet om aan
zakdóiekjes te werkendan maak je
liever eens plezier, is 'tniet'?
Gerard H. Wat heb je me een
aardige briefkaart uit Zaandam ge
stuurd, GerardJe briefje was de
vorige week te iaat om je uog te ant
woorden, en daarom doe ik het nu
maarNu geloof ik half, dat ik je
raadsel al geplaatst heb, of heb ik het
mis? Verlang je al weer naar den
nieuwen wedstrijd, Gerard Veel
groeten voor Moeder en voor jezelf
J an en Pim P. Het spijt ine,
dat TLne ziek is, begint ze nu alweer
\wali( op te knappen in Hilversum?
Pim had, geloof ik, nog nooit aaneen
wedstrijd meegedaan, is t wel Jan
wel. die ken ik al lang! Jammer, dat
er nog zoo'n lange lijst over bleef Of
ik veel na te zien heb Nu, dat be
grijp je! Ik hoop. dat ik van de week
Maar kom, dan hooren jullie denvol-
igenden Zaterdag den uitslag
Marie en Anna van Z. Nu,
jullie trof het, dat je de zon juist
zag ondergaan toen je op liet hooge
duin bij Kraantjelek stond! Dat ri
dan toch ook zoo'n prachtig gezicht,
hè? Zulke wandelingen zijn maar
heerlijk, maar het is dan ook erg
mooi, dat liet juist, zulk mooi weer is
in de vacantie. Begin je nog niet naar
school terug te verlangen
A n t h o n i e J. Wél jongen, wat
heb je me ten prachtige kaart uit
Amersfoort gestuurd! Dank je wel,
hoor Heb je veel plezier en ben 'e
dikwijls aan het spelen in de bos-
sohen? Nu, dat kan ik me wel zoo'n
beet je voorst elk<nMaak nog maar
veel pretVerder veel groeten
.Gei*dia Gr. ja, jo uizending
mag wel meetellen, hoorIk vind het
gelukkig niet zoo lieel erg, dat Moeder
er wel eens eentje gezegd heeftOok
ai va.cantiopret Geen wonderWat
zullen die fietsen nu heerlijk te pas
koanenVandaag heb ik jullie maar
weer eens allebei een brief geschre
venDat is zeker wel naar je zin, is
'tniet? Dag, Gerda!
Roelof B. Ik wist niet, dat het
boek van „Dilk Trom" zoo vurig dóór
je verlangd werd. Een volgenden keer
zal ik er aan denken, hoorIk hoop,
dat je een prettig tijdje in Dén Haag
zult hebben. Lees je dit nu eigenlijk
voor je weggaat of als je weer terug
gekomen bent?
T i n i P. Daar hebben we deee
Tini ook weer; flink dat je weer
■eens meegedaan hebtHeb je in
Oudenbosch gelogeerd Ik begreep
eerst maar lieelemaal niet van wie
die brief loch kwamOok hartelijke
groeten
Johan van H. Ja. Johan, ik
vind, dat- je de wedstrijd-inzending
mooi geschreven hebt, en de brief zag
er ook al netjes uit! Nee, ik denk ook
wel niet, dat er veel kinderen zijn,
die al die spreekwoorden zelf wisten,
maar dat vind ik ook niet erg. Wat
heeft Hénman een heeriijke verjaar
dag gehad Hij is ingespannen, hoor!
Jouw verjaardag zal ik nu ook op
schrijven. en dan zullen we eens kij
ken of ik er aan denk Veel groeten
vcor Louise en jou.
De brieven van Corrie de H., Cato
H„ Gretha K., Dirk B„ Johanna en
Marie B., Alida H„ Herman P., Keu-
drika de W.. Jacob Fr. en Jo D. wor
den in het volgend nummer beant
woord.
M. C. VAN DOORN.
voor Kaar in Amerika werken om
baar spoedig te doen overkomen.
Voorloopig moest hij de plaats van
rijn verblijf geheim houden.
Op dezen brief volgde eenige maan
den later éen officieel schrijven uit
de stad Indianopolis, dat Hans Berg
in -het stedelijk hospitaal aan eene
longontsteking was overleden en dat
het geld. hetwelk men bij' hem had
gevonden en de opbrengst van rijn
nave juist voldoende waren geweest
fan daarvan de kosten der begrafenis
te bestrijden.
Elly nam het bericht van 't over
lijden van haren man verwonderlijk
kalm op. Geen hard woord kwam
over hare lippen, maar ook geene
uiting van smart. Met mijne hulp
bracht zij hare aangelegenheden in
orde. Een klein kapitaal, hetwelk ze
van hare ouders had geërfd, stelde
haar in staat om in stille afzonde
ring te kunnen leven. Ik weet niet
of ze tot op dat oogenblik vermoed
heeft, hoe innig lief ik haar had,
maar eer er een half jaar was ver-
loopen, ken ze niet meer in twijfel
•verkeeren omtrent mijn mnigsten
wensch. Nieuw leven, nieuwe hoop
bezielden mij, en alleen het respect
voor den gebruikelijken rouwtijd
weerhield mij haar dadelijk hart en
hand aan te bieden. Maar ook deze
tijd van wachten ging voorbij. Ik
'deed haar miin voorstel en werd
verhoord
Twee maanden duurde de gelukkig
ste tijd mijns levens, en toen kwam
er een slag, welke plotseling al mij
ne hoop, aJ mijn geluk vernietigd.
Op zekeren avond bespeurde ik een
eigenaardige verandering in het we
zen mijner verloofde. Z-e was ver
strooid, zag me niet vaak aan, toon
de zich zeer onrustig, maar ontweek
al mijne vragen om opheldering.
Zoo ging het eenige dagen achter
een. Toen moest ik noodzakelijk voor
zaken naar Berlijn, "en toen ik terug
kwam, was Elly.... verdwenen, maar
had een brief voor mij achtergela
ten, die mij terneergeslagen maakte.
Ze schreef, dat de hemel onze ver-
eeniging niet wilde. Gebiedende
noodzakelijkheid dwong haar mij te
ontvluchten. Ik moest haar niet laten
vervolgen. Als het tijd was, zou ze
mij uitvoeriger schrijven.
Ja, ze schreef ook, maar haar brief
wierp mij op het ziekbed. Vier maan
den na hare vlucht berichtte Elly mij
dat ze in San Francisco met een me
neer Havelberg in het huwelijk was
getreden. Dus mij, die haar jaren
lang trouw had bemind, wien ze eerst
kort geleden, naar het' scheen uit
trouwe wederliefde, hart eu hand had
beloofd, mij gaf ze op, ter wille van
een vreemd man, dien ze nauwelijks
eenige weken kon kennen. Nog groo-
ter dan mijne wanhoop was mijne
woede over de valschheid der vrouw
en ik zwoer met een duren eed Elly
te zullen verachten en de herinne
ring aan haar uit mijn hart tie ruk
ken. En dat was dezelfde Elly, die
nu tien jaar geleden hier terugkwam
en mij door haren vriendschappelij-
k)en omgang de laatste 1 evensj airen
heeft veraangenaamd,
Tobias Witt zweeg een oogenblik
en zag peinzend' voor zich uit. Of
schoon ik met opmerkzaamheid en
inspanning naar zijn verhaal had
geluisterd, waagde ik toch niet zijn
zwijgen af te breken.
Eindelijk vervolgde hij
Het gelukte mij- niet de herinnering
aan mijne geliefde te verdrijven,
maar m§t de jaren had ik het even-
dicht mijner ziel toch herkregen, ik
schepte alle gelegenheden om weer
verliefd te worden. Eén gedachte
kwelde mij, en door die gedachte
werd mijn oorspronkelijk zoo bard
oordeel over Elly verzachteén ge
heim, dat voor mij ondoorgrondelijk
was, moet haar hebben bewogen te
handelen, zooals ze deed. Al de lan
ge jaren heeft die gedachte mij niet
verlaten.
Zoo kwam het dan ook, dat de
post mij op zekeren dag een brief
bracht, waarvan het adires door Elly
was geschreven. Zou het geheim mij
nu eindelijk worden onthuld? Ik
scheurde het coucert open. Nogmaals
slechts eenige regelseenige hartelij
ke groeten en dan de mededeeling,
dat mij door een bankiershuis te New-
York eene groote som gelds zou wor
den gezonden, welke voor de schuld-
eischers van haren eersten man was
bestemd. Uit oude vriendschap zou
ik dat wel in orde willen brengen.
Een nader adres was niet opgegeven.
De brief was tusschen Chicago en
New-York aan '-een station op den
trein gedaan.
Weer verliepen jaren. De ouder
dom deed' de wenscben van den jon
geling en den man sterven de her
innering aan de liefde mijner jeugd
en de treurige teleurstelling voor
mijn hart begonnen voor mij een le
vendagen dtroom te worden. Maar God
was genadig, Hij heeft mij nog voor
mijn uiteinde de waarheid onthulden
het beeld der vrouw, die ik in mijn
jeugd beminde, van alle vlekken ge
reinigd. Er kwam weer een brief met
het bericht, dat Elly zelf hem op den
voet zou volgen. Haar man, meneer
Havelberg, was gestorvenzij ver
langde nu weer naar het vaderland
en was verzekerd, dat ik haar alle
teleurstellingen zou vergeven, wan
neer ze mij de reden voor hare vlucht
van toenmaals uiteen zette.
Toen Tobias Witt een oogenblik op
hield. kon ik niet nalaten een nieuws
gierig „welnu?" te doen hooren. Hij
keek glimlachend tot mij op en
zeide
Ik behoef slechts een woord te zeg
gen, en alles zal u duidelijk rijn:
Hans Berg en meneer Havelberg wa
ren een en dezelfde persoon. Berg had
werkelijk met een longontsteking in
het hospitaal te Indianopolis gelegen.
Toen hij weer genezen was, gaf do
administratie der inrichting bij ver
gissing de legitimatiepapieren van
een zekeren Havelberg, die onder den
naam Berg was begraven. Zoo was
Berg dood en Havelberg leefde en,
Elly had nooit een tweeden man ge
nomen, maar was tot haren Hans te
ruggekeerd. die als handig man van
zaken den wenk van het noodlot be
greep en opnieuw een groot vermo
gen verwierf.
MOTTEN.
Deze beboeren tot de lastigste in
secten. Vooral in Juni en ook in het
begin van Juli vliegen ze rond en zoe
ken een plaatsje om eieren te leggen.
Aan wollen stoffen, pelswerk en be-
kleede meubelen of gordijnen schen
ken zij de voorkeur. Juist zijn het die
eitjes, waartegen wij moeten waken,
want zij brengen dé vraatzuchtige,
alles vernielende wormpjes voor!
Zooals alle nachtvlinders, wordt de
mot door licht aangetrokken en men
kan vaak een aardige hoeveelheid
motten buit maken, wanneer men
over de lampekap een dun papier legt
met een of andere kleefstof bestre
ken.
Om yan mottenbezoek in uwe klee-
ren verschoond te blijven, handele
men als volgt
Men moet Meeren en pelswerk goed
uitkloppen en ze in hermetisch geslo
ten kasten of kisten opbergen vóórdat
de motten gaan vliegen. Uiterlijk moet
dat Juni gebeuren, dan heeft de huis
vrouw. zich er niet meer om te be
kommeren en zal zij het zoodanig
opgeborgene tn den herfst ongedeerd
terug vinden.
Ook in begin Juli moeten de meube
len die niet opgeborgen kunnen wor
den, zorgvuldiger behandeld worden
dan anders. Dikwijls uitkloppen en
afborstelen. Ontdekt men bij het na
zien hier of daar een verdacht plaats
je en vreest men daarvoor een mot
gaatje. dan neemt men een heete
strijkbout, of zoo deze te groot is, een
warm gemaakte keukenlepel en strijkt
er flink mee over het plekje. De hitte
zal de eitjes dooden.
Gedurende de afwezigheid moet
men de kamer zooveel mogelijk don
ker houden, doch eerst het bekleeden
der meubelen met schoonen linnen-
of katoenen doeken omwikkelen. Het:
is steeds een goed middel gebleken,
schalen met water gevuld, in de ka
mer te plaatsen. Water trekt de mot
aan. Zij vliegen er in en verdrinken,
voordat rij zich een plekje in onze
stoelen of gordijnen hebben uitgeko
zen om hunne eieren te leggen.