Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
J. VAN DER MOOLEN
B. C. VAN DIJK
Binnenland
DM VLOMK
24e Jaargang. No. 7122
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1906 B
V'
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIE N:
Vnnr hmm, w dr,b raAANDENl Ist Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor de dórpen'in'dén 'omtrek waar een Xgent gevestigd is (kom der' <~5 30 P"
Franco^er post door Nederland* 1 li SOObf^Sfs X&T £*Zfrho°gstens zes25 cts-P« P'^ing;
Afzonderlijke nummers 0.02H fiviDPi<iP 50 Us. voor 3 plaatsingen a content.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37}/, Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omstreke" en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave de.- Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en AdvertentiSn worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiên
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten mor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Partis, 31bls Faubourg Montmartre.
TWEEDE BLAD.
Aan onderstaande adressen wonden
Abonnementen ©n Advertientliën voor
dit blad "aangenomen zondier wrhoo-
ging van kosten,
Sigarenwinkel, Cronjéstraat 5
Kraideiiiers winkel. Westergraoht
45, hoek Oranjeboomstraat.
DE KONINGIN-MOEDER
TE LEIDEN.
De Koningin-Moeder bracht "Woens
dag -eten bezoek aan de Rembrandt-
tento ons telling te Leiden. Hoewel het
bezoek een strikt officieus karakter
droeg, w.as eir toch veel publiek aan
wezig toen H. M. mët den trein van
2.26 uur aankwam. Zij wend ddordetn
heer mr. N. de Ridder als eere-voor
zitter van het Rembfrandikcomité ont
vangen iem begaf zich eerst naar de
Lakenhal waar dr. Overvoorde H. M.
ontving en dir. Bredius haar hij het
bezichtigen d'er schilderijen vergezed-
de. Daarna werd een bezoek gebracht
aan de tentoonstelling in duet Acade
miegebouw, waar H. M. door d!r. Dy-
serlnck werd rondgeleid.
Met den trein wan 4.33 uur ver
trok de Koningin-Moeder wieder. Op
haar uitdrukkelijk verlangen was de
tentoonstelling voor het. gewone be
zoek niet gesloten.
GENERAAL BERGANSIUS.
Hoewel de patient een rustigen
ma dit doorbracht, w.as Woensdagoch-
tend in den zeer ems'tigem toestand
van d!en oud-minister generaal Ber-
ganisius geieto verandering gekomen.
CELEBES (TORADJALANDEN).
De correspondent te Batavia van
de ,,N. R. Ct." seiinidie
„De bende van Poeang Tikoe wordt
nog steed's belegerd ih die rotsbentimg
Banoiepoe.
Te Riindingalois ten Zuiden van
Bomtabafoe,' in die Tolrad'jatamdem, is
eene nieuwe stekkie ontdekt, dïe te
vergeefs door een uitgezonden pa
trouille werd bestookt."
De „N. R. Grit." teeltent bij dit be
licht het volgende aan
„Men zal zich herinner en, dat Poe
ang Tikoe het Toiradjahoofd is, dat
ons bij Bontoasoe zooveel te doen
heeft gegeven. Nadat deze sterkte ge
vallen Was, lag, naai" gemeld werd,
de wieg naar Pengala of Poengala, d6
hoofdplaats van het gebied van. Poe
ang Tikoe, open. Dit schijnt echter
voor dat hoofd geien reden geweest te
zijn. Baróepoe bestaat uit een verza
meling ratsstellinigen, die alle zelen*
sterlc zijn. Daaruit moet dan ook ver
klaard worden, dat men met d'e gerin
ge tien dieniste staande middelen er
nog .niet. in geslaagd is Poeang Tikoe
te verdrijven de berichten meldden
toch, dat ddt hoofd te Baroepoe een
geregeld lcorps heeft, steile 500 man,
in het zwart gekleed' en allen voor-
zienvan achterlaadgewieren. Niet min
der dan 21 aanvoerders zouden die
benden leddem.
Nabij Baroepoe ligt B ontob atoe (on
ze correspondent seinde er ter verdui
delijking bij „in de Toraidj alan den",
omdat ook in Boert een Bontobatoo
ligt) en ten zuiden daarvan- moet men
Rindingalos zoeken. Wij hebben er
vroeger reeds op gewezen, dat in de
Toradjalanden rondzwervende Siden-
remgers de' oorzaak zijn van het aan
houdende verzet. De civiele gezagheb
ber in die streken heeft dan ook den
last ontvangen, alle Sidemrengers, die
in de Toradjalanden worden aange
troffen, als landloopers te behandelen
en tot dwangarbeid te veroo-rdeelen,
opdat zij uit het land' verwij'deird wor
den. Tot nu toe schijnt dit nog met
gelukt te zijn. Uit de beschieting van
een. door ons nabij Baroepoe betrok
ken bivak bleek trouwen-s wel, dat de
partij van het verzet n-og aan het
woord was.
Het moet ons echter van het hart,
dat tegenwoordig. naar het schijnt,
wat al te zwakke troepemafdieetingen
worden uitgezonden, om benitings te
vermeesteren Ook nu weer heefteen
uitgezondlen patrouille" te vergeefs
die benting' bil Rindingalos bestookt.
Die herhaalde échecs van onze troe
pen moeten een zeer ongumstigem ui-
druk op onze tegenstanders maken.''
Wij herinneren hierbij, dat wij in
ons vorig nummer een regeerangstele-
gmam plaatsten, meldende, dat bij
een poging tot vermeestering van een
versterking nabij Rindingalos, in de
Toradjalanden, op 9 dezer, 3 militar-
-ren beneden den rang van officier
waaronder een Europeaan, gewond
werden.
Wie d-eze tentoonstelling beschouwt
als een publieke vermakelijkheid,
waar hij meent zich eens een oogen-
bbk te kunnen veipoozen, kan er ge
rust vandaan blijven, doch wie belang
stelt in hetgeen in onze groote maat
schappij geschieden motet om alle wet
ten en verordeningen richtig uit te
voeren en de gemeente-bedrijven, enz.
goed' te doen „loopen", moet- er gaan
kijken en goed kijken.
De tentoonstelling wordt a.s. Vrij
dag geopend.
ARBEIDSBEURZEN.
Het belstuur dek Vereenigi-ng Cen
trale Arbeidsbeurs te Amsterdam heeft
aan den Minister van Waterstaat eten
adres gezonden, -met verzoek het daar
heen te -willen leiden, dat ten behoeve
van -arbeidsbeurzen, die in het alge
méén belang werkzaam, zijn, zoowel
voor. het verkeer met andere arbeids
beurzen als v-oor het verkeer met der
den, vrij gebruik van de rïjkstetefoon
worde toegestaan.
DE TENTOONSTELLING TE
AMSTERDAM.
De tentoonstelling op Gemeentelijk
Administratief gebied, .-die vanwege
den ,Nederlanldschen Bond van Ge
meente-ambtenaren' van 14 tot 24 Sep
tember e.k. in de Mhitteza-al te Am
sterdam gehouden zal worden-, belooft
■inderdaad zeer belangrijk en beziens
waard te worden, schrijft 't Hblid.
Wij namen Woensdag in- die zaal
een vo-o-rloopig kijkje -en waren 'ver
baasd over de wijze, waarop men deze
tentoonstelling in elkander wist te
zetten. Inderdaad, de Bond aal er eer
mede inleggen. De Commissie-leden
waren nog druk in- ide wieer om de
talrijke, keurig ingerichte vertrekjes,
waar alles is bijeengebracht, in te
richten-, maar hetgeen gereed wias, be-
wees reeds voldoende, dat er heel wat
te zien- en te loeren z-al zijn voor hen,
die belang stellen in het ingewikkelde
raderwerk e-euer gemeente van -onze
dagen. Niet alleen voor ambtenaren,
doch ook voor bet publiek.
De burger beschouwt de anrbtena.-
ren eemer gemeente nog zoo vaak als
mensc-hen, die niets andean doen daai
dag in, dag uit op een kantoor zitten
en stukken schrijven, en nog eens
stukken schrijven en dat een gemeen
telijke administratie het meest geest-
doodendle werk is, diat er bestaat.
Men zal op deze tentoonstelling tot
eene andere meenirug kunnen komen
en zi.en dat hetgeen op de gemeente-
bureaux geschiedt, van meer belang is
dan menigeen zoo denkt en- dat zelfs
van een schijnbaar dorre admiimstra-
tdie ietüs zeer belangrijks is te maken.
AARDEWERK-FABRICAGE.
Naar aanleiding van het bericht, dat
door d!e vrouwen en meisjes, werk
zaam in de aardewerk-fabricage te
Maastricht, een adhete is gezonden, aaai
H. M. de Koningin, met het verzoek,
dat het Koninklijk besluit van 13 Juli
1906 zoude worden herzien, schrijft
men uit Maastricht o. m. aan het,
Gentr."
Dit adres gaat uit van. het betrok
ken personeel -dier firma Sphlinx, waai
de vrees werd ge-Wekt, diat inderdaad
ha,ar de arbeid een tijd lang zoude
worden onttrokken, welke mededee-
ling kwam verstekken den indruk,
veedis teweeg gebracht door een- aanta
kel in die „Lirnb. Koerier" waarin den
werklieden angst voor werkloosheid
op biet lijf word gejaagd.
Opmerkelijk is verder, dat op de an
d-ere fabrieken niet een- diergelijk adres
is op touw gezet, tenminste er is, naar
mien -ons mededeelt, tot bedien toe nog
niets van bekend.
Wat Ha.re Majesteit zal doen, weteai
wij niet, maar 'dat de hoop gekoes
terd wondt, dat diegenen, die geroe
pen zijn om Hare Majesteit in dezen
voor te lichten, de overtuiging zullen
hebben, dat de overheid in dieze zaak
inderdaad ih heit belang" van sommige
arbeidsters moet ingrijpen, staat vast.
MISHANDELING.
E-en ingezetene van Suameea- (Fa-.),
verdacht van ernstige mishandeling
(met -een mes) op een marechaussee
gepleegd, is in hechtenis genomen.
EEN JACHT GESTOLEN.
Men meldt uit Scheveningeu aan de
N. Ct.
Dinsdagnacht is uit de haven spoor
loos verdwenen het plez-ter-zeiljacht
Sappho, eigendom van een Haagsch
ingezetene. De politie -vermoedt, dat
men er mede naai' den Hoek van Hol
land is gegaan. Men is op onderzoek
uit.
GEARRESTEERD.
Men meldt uit Vlissingen
J. M., van beroep schilder, tegen
iwd-en door -de Mdddelburgsch-e recht
bank rechtsingang met. bevel tot in
hechtenisneming was verleend, we
gens diefstal in de maand Januari
j.l. van een horloge, toebeh-o-orende
aan iemand, te Breskens, wist in die
zelfde maand naar Amerika te vluch
ten. Daar het hem daar ni-et voordee-
1-ig ging, lies loot hij naar Nederland
terug te keer-en. Maandag meldde hij
zich alhier aan als milicien om aan
de naj-aarsoefeningen deel te nemen.
Aangezien hij in het Politieblad ge
signaleerd stond, werd hij door de
politie alhier gearresteerd en naar
hef. Hu-'.s -van Bewaring te Middel
burg overgebracht.
OP VRIJE VOETEN GESTELD.
De 20-jarige ongehuwde Engeltje
K., van Boer tan ge, verdacht, haa-r
zoontje vkn twee maanden om het le
ven te hebben gebracht, is na ver
boor door den rechter-commissaris te
Winschoten op vrije voeten ge
steld.
LANDWEERGEWEREN.
In liet weekblad „De Nede-rlandsche
Jager" wordt er de aandacht op ge
vestigd, diat tegenwoordig zooveel ge
stroopt wordt door landweerpli chti-
gen, idie met verlof zijn. Dezen heb
ben- hiertoe een mooie gelegenheid,
omdat zij hun geweer mee naar huis
krijgen. In het begin meende men,
dat bagelpatromen niet op rijksgewe-
ren gebruikt konden w-orden.
Te Z(uitphen) worden nu echter ha-
gelpatronen voor dieze geweren ver
kocht, waarmee zeer veel wild wordt
gestroopt.
Naar aanleiding van deze mede dee-
ling- merkt men aan de „N. Rott. Ct."
op, dat het veranderen van losse pa
tronen in hageOpatronen zeer eenvou
dig gaat. D© houten kogel wordt af
genomen, de huls met hagel gevuld
en deze met een prop vastgezet. E'en
geweermaker te Arnhem verklaarde
den schrijver, dat hem jaarlijks na.
ailoo-p der verschillende manoeuvres
groote hoeveelheden losse patronen te
koop worden aangeboden, en dat dit
ook aan and-eren geschiedtdeze pa
tronen worden dan gewijzigd-, en als
hagelpatronen- in den handel ge
bracht. Dat is echter zoo eenvoudig,
dat verscheidene landweermannen het
zelf doen.
Men kan dus hagel schieten uit liet
infanteridgeweer. N-atuuidijk zat het
een eeni-gszins onregelmatig verspreid
schot geven door de misvorming van
den hagel op en tegen d'e scherpe kan
ten d-er velden (het gedeelte van den
loop tusschen die trékken), en aai bij
veelvuldig schieten en gebruik maken
van geharden hagel (chü-led shot) de
loop beschadigd' worden op d'e kanten
dei- velden en voor het kogelschot be
dorven worden. Ook is bij gebruik van
groven hagel misschien een vastraken
van de bagetmiassa door de vervor
ming van den hagell en dom de trek
ken niet uitgesloten.
De schrijver wijst, er nu op, dat ge
weren, bestemd om dien vijand van
ons grondgebied te weren, op deze
wijze voor biet kogelschot woaiden be
dorven. De geweren worden door het.
schieten met hagel onbruikbaar ge
maakt voor het kogel-schot en. dus voor
het doelwaarvoor zij vervaardigd'
werden.
Om dit te voorkomen beveelt de
schirijiver in de „N. R. Ct." het vol
gende aan
Het nuéest afdoende middel zou ze
ker bestaan in het bouwen, van maga
zijnen, waarin diïstrictsgewi j ze zoo
wel die geweren als de patronen voor
de landweer opgelegd konden wor
den. Zeker zijn hieraan kosten ver
bonden doch dan was de zaak ook
op ^afdoende wijze geregeld. Moet ech
ter d)e bezuiniging,swoededie het
steeds op de hoofdstukken VI en VIII
der begroo-ting heeft gemunt, ook hier
het laatste woord spreken, dan ver
dient wellicht het volgende overwe
ging:
Bij mobilisatie kan die landweer
man zijin.1 geweer* niet gebruiken, om
dat hij geen patronen heeft; dieze moe
ten hem dan worden uitgereikt. Zou
den er nu bezwiaretn tegen zijn om,
als de landweerman zijn geweer me-
deneemt, dit onbruikbaar te maken
d-ooi' den grendel ei' uit te nemen, en
dit stuk tegelijk met de patronen, hem
weer uit te reiken'? Men zal hieertegen
inbrengen, dat élke grendel bij een
bepaald geweer behoort, maai' het is
nog de vraag of geweren en grendels
niet door elkander kunnen worden ge
bruikt. Moet deze vraag bepaald ont
kennend worden beantwoord', dan is
dit zeker een groot bezwaar, dat ech
ter mijns inzien® wel overwonnen kan
worden Dwaal ik hierin, dan is het
bouwen van magazijnen een onafwijs
bare leisch want uit het hierboven be
sprokene blijkt duidelijk, dat de t.oe-
st. aai d niet kaai blijven zooals hij op
het o ogenblik is.
OPGRAVINGEN IN LIMBURG.
Dr. J. H. Holwerda. Jr. schrijft in
de „N. R. Ct." het volgende
Het geheele terrein bij den Heihof,
waarop zich eenmaal de Romedhsche
aanleg uitstrekte, ligt thans open
voor ons. Fundamenten en «grondtee-
keniing maken het thans volkoanen
mogelijk zich een beehl viaai -dieai aan
leg te vormen. Zondier twijfel ,-s het
e,eu groote boerenhoeve geweest, die
we h:er in resten voor ons zien. Zuid
oostelijk ligt het groote gebouw van
ongeveer 11.50 bij 17 meter, waarvan
reeds vroeger werd' melding gemaakt.
Regelmatig wederkeerende funda-
mentbanken van kiezel droegen daar
gelijk we vermoedden, den steenen
bovenbouwhoe dat vermoeden el
ders bevestigd wordt, zullen we
straks zien. Door een grooten stee
nen muur werd dit gebouw over
langs in twee gr.oo.te vertrekken ver
deeld de verdere indee-ling schijnt
do-or leem en 'hout gevormd te zijn.
doch.is niet meer na te gaan. Inden
Noordhoek van ddt gebouw vonden
we een -door mergelsteenem omsloten
vierkanten put, die waarschijnlijk
voor afval gediend heeft.
Aan ons steenen gebouw grenst
aan de N.W. zijde de groote hof, die
aan de N.O. zijde afgesloten wordt
door een zware houten palissade met
waarschijnlijk een kleinen ingang
aan weerszijden. Deze palissade heeft
niet alleen zware, diepe brandsporen
in den grond achtergelaten, maar
duidelijk bleek h-oe zij aan den bui
tenkant door scbume palen geschoord
werd. De derde afsluiting van den
hof, die aan den N.W. kant, wordt
gevormd door een leemen muur,
waarvan de houten on der balk in
den grond verbrand is. Deze muur
staat in eenigszins schuine richting
op de pali-ssadle, eai loopt dus weer
eeiiigsziais naaa* het gebouw terug;
zij sluit aan aan een tweede pa
lissade, die bepaald' in d'e richting
van het gebouw ombuigt.
Tusschen deze en het gebouw zelf
heeft dus de wijde hoofdingang van
den hof gelegen. De leemen muur is
naar alle waarschijnlijkheid de ach
terwand' geweest van een afdak,
waarvan eenige paalgaten, evenwij
dig aan dien muur gelegen, zijn
weergevonden. Merkwaardig is het
verder ook, dat de grond van den hof
met allerlei gemeugden grond door
trokken iswie in onze tegenwoordi
ge Limburgsche boerderijen de mest
vaalt -in den hof heeft gezien, zal aan
de oorzaak van die eigenaardige ver
menging niet twijfelen.
Achter den leemen muur, meer
naar het N.W., vinden we weer een
vrij groote, eenigszins onregelmatige
ruimte, die eveneens blijkens paalga
ten in den grond een kleinen ingang
aan de N.O. zijde moet hebben ge
had overigens is zij' door een vrij
lichte schutting of een hek, dat be
trekkelijk geringe brandsporen heeft
achtergelaten, omsloten geweest en
h««ft ze waarschijnlijk gediend als
een voortuin voor de steenen woning
van pl. m. 10 bij 7 meter, die aan de
N.W. zijde het complex afsluit. Hoe
zeer hier o.ok -de resten door den
landbouw geleden hebben, kunnen we
toch door middel van den loop van
dergelijke kiezelbanken als bij het
groote gebouw den omtrek van dit
kleinere vaststellen. Eén vondst was
hier zeer merkwaardig. Waai' toch
tot, nog toe onze reconstructie in
steen op een, hoewel zeer waarschijn
lijke, gissing berusttediaar vonden
we hier werkelijk op een fundament-
bank nog een mergelfragment rus
ten, terwijl twee mergelblokken er
naast lagen in de richting van den
veronderstelden muur en blijkbaar
daar afgevallen.
Is dus de aanleg van het geheel
ons volkomen duidelijk geworden,
zeer groot is h'et aantal scherven en
ijzer,fragmentendie 'gedurende de
opgraving verzameld werdener zijn
zeer interessante stukken onder. Het
meest wordt de fantasie zeker wel ge
prikkeld door het vinden van een Ro-
meinsche pilum (op ziclizelf een zeld
zame vondst) en eieai stuk van een
zwaard juist aan een dei' ingangen
van den hof'het was als zagen we
den Romein zijn have en goed verde
digende tegen den moordenden en
brandenden invaller.
Ofschoon de stroom van vreemde
lingen in deze streken ons afgelegen
plekje voorbij gegleden is, hebben we
over belangstelling niet! te klagen ge
had, vooraf ook uit deze buurt zelve.
Werkelijk aanmoedigend' is het te
zien bij hoevelen. zelfs eenvoudige
menschen, van wie men zoo iets niet
zou verwachten, die belangstelling in
de oude geschiedenis van hun streek
levendig is.
Nog een enkele dag- van nameten
en rectificeeren en we zullen onze
Romeinsche villa moeten verlaten,
haar overlaten aan den werkman,
die hare sporen weer onder de aarde
zal doen verdwijnen. Toch zal zij nog
blijvend zichtbaar zijn. Immers van
fundamenten en grondteeken:ng zal
spoedig te Leiden eien model worden
vervaardigd, dat dan met kaarten,
plioÜograpliieën en gevonden voor
werpen en fragmenten zoo gauw mo-
Feuilleton,
Uit het Engelseh van Hall Gaine.
17) -
Dan inviteer ik mij bij u te hi-
neeren U din'eelrt immers te zes
uur zei iken met die woorden
drukte ik haar nogmaals de bevende
hand. Ik meende, diat zij mij half
smeekend, half wanhopig aanzag,
toen ik aan ide deur van de goede,
oudie getrouwe afscheid nam. maar
er werd geen woord tusschen ons ge
sproken en ik verliet het huis.
Wij waren aan tafel bedaard en
bijna terughoudend tegenover el
kaar. Lucy splrak heel weinig, maar
van tijd tot tijd keek zij mij aan. Zij
scheen mij met d'e oogen vaarwel te
willen zeggen.
Ik deed mijn best om kalm te blij
ven en zelfs opgewekt te praten,
maai' mijn heele z;el ,was in opstand.
Terwijl ik over de tafel naar mijn
lieveling keek met haar bleek gelaat
en groote, vochtige oogen, zag ik
ha,ar voor mij in 't gewaad van een
non.
Ik zag ook mijzelf door het leven
gaan als een zwerver zonder tehuis.
Het sche©n mij zoo wreed en af
schuwelijk toe, de beker van geluk
te moeten laten voorbij gaan, nn hij
mij zoo dicht aan ide lippen was ge
bracht.
Zoo goed en zoo' kwaad' als 't ging
hield ik het 'gesprek gaande zonder
ail t,e pijnlijke pauze, en toen Mts.
H'll opstond en heenging, keek zij
mij. weer smeekend aan en mijn ge
duld' was uitgeput.
Dus je gaat nu heen, Lucy?
zei ik.
Ja, antwoordde zij, op zwakken
toon.
Je gaat dus in het gesticht
Ik heb alle toebereidselen ge
maakt en zij noemde er eenige.
En moeteai wij dus zoo scheiden,
Lucy
Het is zoo beter, zed ze. En ik
dank God, dat inzag, wat het ware
was vóórdat het te laat was.
Heb je wel aan mij gedacht?
Wat kan ik daaraan doen Als
ik bedenk, dat jij nu aan hielt begin
van liet leven staat en dat ik bijna.,
ofschoon onbewust dat leven ver
woest zou hebben, niet alleen voor
jezelf, maar misschien ook voor je
kinderen.
Dus je denkt nog altijd, dat je
het slachtoffer bent van dieai vloek?
zed ik,
Hoe zou ik anders kunnen den
ken? antwoordde zij. Denk aan mijn
grootvader en vader en denk aan mij
zelf. Je eigen expériment gaf er ook
alle bewijzen van.
Maar heb je nooit bedacht, zei
ik, dat de kracht van zoo'n idéé
slechts afhangt vah het geloof er in
Als je een man, oen familie of zed%!
een heel volk als blinde Samson ziét>)
wroeten tegen wat het noodlot schijnt
dan zul je als je alles wat, dieper na,-
gaat. ontdekken, dat de hoofddrijf
veer een eenmaal vastgesteld idéé
is. Zoo gaat het ook jou, Lucy. Eigen
lijk is er niets, waarover jij je hebt
te verontrusten. Je moet alleen maar
breken met het geloof, dat je groot
vader en je vader doodd'e, en alles
zal goed gaan.
Zij bleef onveranderd bij haar
idéé.
Het is onmogelijk, zei ze. Nooit
zal ik mijzelf durven vertrouwen.
Nu roeide ik een ander punt aan.
En ik dan vroeg ik.
Jij zei ze op ontroerden toon
jij moet mij vergeten.
Je vergeten, Lucy
Neen, dat ook liever niet zei ze.
Ik kan niet wenschen, dat je nró* ver
geet. Ik zal mij altijd je goedheid
herinneren, Robert, en en Ik wou
dat je aan mij dacht als als
iemand, die je door den dood' verlo
ren hebt.
Maar dot is eenmaal niet. zoo,
Lncy, en daarom kan ik mij daar
niet bij neerleggen.
Zij kon mij niet- antwoorden,, en ik
zag haar boezem heftig op en neer
gaan.
Lucy, zei ik. heb je mij niets
meer te zeggen?
Niets, antwoordde zij bijna
snikkend. Ja, toch iets.
Wat dan
Ik dacht, dat wij al afscheid
genomen hadden.
Wanneer dan
Toen jij in Londen was en ik
Mier alleen.
Het viel haar moeilijk voort te
gaan.
Nu vroeg ik.
Ik hoopte, dat je maar niet weer
zoudt komen, Robert; maar nu je
toch gekomen ben't, nu is er iiets dat
je voor mij doen kunt tets wat je
nog vergeten hebt.
Wat dan, Lucy
Mij mijn woord terug te geven.
Doe dat om mijnentwille. Het is mijn
laatste verzoek. Wil je?
Ja.
Zij zuchtte als van verbazing, dat
ik zoo gauw toestemde en toen volg
de langzaam haar antwoord'
Je bent heel goed, Robert,
Maar ik heb tets te zeggen, Lucy.
Ja?
Ik kwam naar haar toe en leunde
over deai rug van dien stoel naast
haar.
Lucy, zei ik, jij leeft onder den
invloed van een idéé, dat d'en vorm
aanneemt van een noodlot. Het ver
volgt. je en hangt als een donkere
wolk over je heele bestaan. Welnu,
ik leef ook onder den invloed vaai
een idée.
Zij beefdie en zei
Ook een vloek
Neen, een zegen, antwoordde ik.
Toen vertelde ik haar van den
droom van mijn moeder, van haar
ph'antasie, toen zij op haar sterfbed
lag. Terwijl ik sprak, scheen er een
zonnestraal in de kamer te vallen,
en ik kon zien, dat mijn lieveling
diep getroffen was.
Da,t is heel, lieel mooi, zed ze
f lui ster eaiden toen, terwijl zij mij
snel aankeek, maai' geloof jij er
aan
ik riep al mijn beslistheid bijeen,
en antwoordde dapper
Met mijn geheele hart.
Geloof jij, dat die phantasie na
verloop van tijd bewaarheid zal
wordien
Ja, dat geloof ik.
Haar oogen begonnen te glinsteren
en zij zei, niet zonder inspanning
Dat moet een groote, groote bron
van kracht voor je zijn, Robert te
denken, dat je zult trouwen, geluk
kig zijn en kinderen hebben, en dat
het hen later goed1 zal gaan ih de
wereld
Zij kon niet meer. Ik had haar zoo
diep getroffen de teerste snaren in
haar gemoed geraakt.
En Lucy, omdat ik dat geloof,
omdat, ik daarop vertrouw, en daar
van overtuigd' ben....
Ja?
Vraag ik je nu weer mijn vrouw
te worden.
Neen, neeairiep zij uit, zeg dat
niet.
Ik zeg het wel, Lucy, want ik
weet dat de zegen en niet de vloek
zal triomfeeren.
Zij was opgestaan, als wilde zij
Uit de kamer vluchten.
Stel mij niet op de proef, zei ze.
Ik bukte mij en in weerwil van
haar tegenstand, sloeg ik mijn ar
men om haar hals en dwong haar
terug in den stoel.
Lucy, zei ik, ik bemin je, dat
weet je. Met mijn geheele hart. mijn
ziel en kraoht bemin ik je. Ik kaai er
niet aan denken, dat ik je zou moe
ten verliezen. Liefde is sterker dan
elke vloek. Ik kan niet aan je den-
keai als aan een gestorvene. Ik wil
je hebben, want je leeft, mijn hart
Weeft behoefte aan. dat van jou ik
kaai daar ni'et buiten. Lucy, mijn
lieveling, je beait de mijne. Al die
jaren heb ik op je gewacht; en jij
wachtte op mij. Je mag niet in een
gesticht gaan. Ik heb je noodig, lie
veling jou, jou en niemand anders!
Ik heb behoefte aan de geur van je
haar, het licht van je oogen, dé kus
van je lippen. Kom bij mij, kom bij
mij, kom
Ik had haar los gelaten en stond
nu met uitgespreide airmen tegenover
haar.
Een oogenblik wankelde zij als
iemand, die een zworen strijd strijdt
en toen met, haar hand op de tafel
steunende, kwam mijn dapper meis
je naai* mij toe. Zij uitte een zwak
ke kreet, die half een zucht, half
een lach was, en toen rustte zij aan
mijn borst.
Dien avond telegrafeerde ik om
mijn vader.
Dat alles is vijf en dertig jaar ge
leden gebeurd, en ik kan u verzeke
ren. dat de zegen het tot nu toe ge
wonnen heeft van den vloek.
HoopDat is de eenige onfeilbare
geneesheer. Er is geen kwa.ad dat
daardoor niet overwonnen kan wor
den, want al kan zij do ziekte niet
wegnemen, zij kan toch de vrees ver
drijven, diie de ziekte zoo verschrik
kelijk maakt. Het is de eenige pro
fetie, die altijd het begin Ls van haar
vervullingieder kan haar bezitten,
voor den ongelukkige is etr geen beter
medicijn.
Niemand is geheel verloren, dole de
hoop nog niet verloren heeft. Geen
schip is onbeheerd goed, al is het
door de kern van de bemanning ver
laten, zoo lang er nog een levend we
zen aan boord is.
Ideeën zijn eeuwig en onsterfelijk,
alom tegenwoordig en almachtig, en.
Hoop is de vader van alle ideeën, die
ons van het begin der wereld af heb
ben geholpen, gesteund, kracht ge
geven en geleid.
EINDE.