BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Feuiflef
De Wrekers
Over een beresleider.
24ste Jaargang.
MAANDAG 15 OCTOBEB 1906
No. 7148
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
fL20 PER 3 iAANDEN
OF iO CENT PER WEEK,
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Natuurhistorische
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
CXXXIII.
't Is vroeg nog. D© eerst© lichtstra
len van -de zon, ofschoon zelve nog
niet zichtbaar, doen de duisternis wij
kon, en een vaag, onbestemd licht
dringt door tot in de slaapkamers van
.hen, die afspraak gemaakt hebben
voor het tocJhtje. Vlug uit. de voeren,
vlug aangekleed, vlug ontbeten. Met
oen niet te ontkennen nieuwsgierig
heid hebben we, half aangekleed', met
de rugzijde der vingers de ruiten reeds
doorzichtig gemaakt en voorloopig
zijn we bevredigd.
Nu opgestapt, slagvaardig voor bet
geen ons wachten zal. Haast ne
die hebben we niet, hoe zouden
met zulk mooi weer, op zulk een
schoon en oohtend ons nog kunnen
haasten Maar de tredin dan Och
wat, onze berekening faalt niet, we
hebben nog al den tijd om op onze
kleine wandeling naar 't station reeds
volop te genieten.
Zie die boomen, hoe .rustig staan ze
daar, niet eens bewogen door een
kleine morgenkoelte. Ja tochZie die
bladeren eens dwarrelend naar bene
den tuimelen, nu één voor één, dan bij
vlieren tegelijk of in niet nader aan te
duiden wanorde. Maar is het d'e wind,
die dat doet Let toch eens op, geens
zins. Neen, 't zijn de boomen zelve,
die ze loslaten, 'die ze afstooten. Wat
heerlijk geel, thans dubbel heerlijk,
beschenen door d;e gouden morgen
zon, wier licht weet door te dringen
in de, al is 't nog niet veel, ijler wor
dende kronen, 't Is zoo stil, zoo rustig,
en we voelen een bijna niet te weer
staan gevoel in ons opkomen, om in
't Kenaupark elven neer te vallen op
een bank, om in detailsdJoch. neen,
onze afspraak drijft, ons voort-
Wat oen goudgloddl over dat plein,
(biet oude vuile station merken we niet
eens oponder de viaduct nog even
gewacht, daar komt de trein binnen
en allen zijn spoedig in die wagens.
Nog even, daar voelt ohs paardi den
ruk aan den teugel, en vooruit naar 't
Western, en verder naar 't Noorden.
De groene) weiden bieden bet grazende
vee nog voedsel in overvloed. Even
houden de roeken ons bezig, maar on
ze blikken gflijden over de laagveen-
weidelanden naar de 'duinen, thans
schitterend in de morgenzon. Ook. de
trein heeft geen haast, de derde maSl
gestopt, en we zijn ver genoeg.
„Driehuis roept die conducteur en
we wippen uit de coupé. We stappen
■de spoorbaan over en hoe schoon, höe
heerlijk ligt dat buiten daar, die wo
ning bij de bekende begraafplaats
een verhevener pen dan de onze, een
verhevener geest dan wij bezitten, is
noodig om dien aanblik te beschrij
ven, maar toch worden allen overwel
digd door dien trotschen aanblik. Die
eenvoudige villa is op baar schoonst
getooid, geplaatst als in. een reuzen-
nis, tegen de eerst langzaam, daarna
sr.el stijgende helling van die zand-
massa. die even achter het huis zoo
hoog is, dat het huis zelve in een diep
dal gelegen schijnt.
We gevoelen hier de schoone ligging
maar kunnen ons nauwelijks reken
schap geven, wat wel het meest ons
interesseert.
Gaan we daarom eens even de de
tails na, eerst de reeks van boomen,
die d'e groote nis beMeeden, van rechts
naar links. Zie de majestueus© spar
ren, hoe steken die lange kegels (han
gend) af tegen dat groen, daarnaast
mooie popels, voorts een hoek lagere
(kornoelje, bladeren en hout rood' kleu
rend in den herfst, daar eeh mooie
plataan, van verre gemakkelijk her
kenbaar aan de groote witte plekken
op den, stam, dan een Spaansche spar
met rechtopstaande kegels, en tal van
andere boomen achter het huis hoog
opklimmend, beschenen door het volle
morgenlicht- der lieve zon, dat, dank
Utt het Engetech,
HBADÖN HELL,
27)
Hij is ingeschreven onder den
naam van Badger, zei Crawford, en
vanmorgen gekomen met een briefje
van mrs. Armytage, met bevel, dat
hij voor den dienst in db salon en in
de eetzaal zou zijn.
Maar die naam herinnerde tante
Jane niets. Hoogstens een paar malen
'had zejhem vluchtig gezien geduren
de de weinige dagen, dat hij de lift
'bediende. En daar ze niets afwist van
de zending, waarmee bij belast was,
noch van dengeen, in wiens dienst
hij stond, kon het haar niet in de ge
dachte komen, dat Badger gezonden
was door Quayne, op dringend ver
zoek van Marion, om mogelijke han
delingen van de „Ridders van den
arbeid" te bespieden.
Want het was niet geheel en al
waar, wat ze tot den detective ge
zegd had„Wij vreezen niets". De
tijd had zijn werk gedaan. De harts
tocht der eerste ontmoeting had zich
zij den 'in de lucht aanwezigen wa
terdamp een goudgloed over alles too-
vert, om nooit weer te vergeten. De
villa zelf mët een wilden wingerd zoo
kleurrijk en sierlijk behangen, neen,
't zii'fc niet in enkele on der dealen, 't is
het geheel, die ruimte, overgoten met
bet heerlijkste licht.
We wemelen ons links, en wagen
voor de Zanderij een half uur ee.i
kijkje onder die mooie bevaiUigedaoom-
groiepen, de van nature onregelmatig
stijgende en dalen die bodem, eerst be
zet met zware beuken, later meer
overgaand in gemengd bosc-h met tal
wan open ruimten, >nu eens kaal, dan
weer met lief witte rendiermos be
groeid, hier duizenden dennekegels
op een bed van naalden, met enkele
doode takken en wat door den wind
verstrooide bladeren, daar
Héwat zijn dat, wat groote pad
destoelen, meer dan een voet hoog,
een ring (manchet) om den slanken,
beneden wat dikkeren steel, en ge
dekt dooi- een hoed, van bijna drie
d.M. doorsnede. Het stemmige bruin
wordt wat verLevendigd door de brui
ne schubben. En wat een massa, we
tellen er een twaalftal, in verschillen
de stadiën van ontwikkeling. Zie daar
•die twee; de een hooger, grooter dan
de andere, heeft een groot deel van
den kleinen bestrooid met zijn spo
ren, die vielen uit kleine openingen
•in de straalsgewijze geplaatste plaat
jes. 't Is een van onze grootste plaat-
zwammen, en niet giftig, zelfs wel
eetbaar, maai- niet fijn.
Maar (bet lijkt hier wel eeln Eden)voor
den botanicus, zié daar die dohker-
rood'e, lichtrood© Russula's, een stij
ve korte steel, een in de jeugd bol, la
ter platte hoed met de genoemde
kleurdat zijn giftige, sommige zélfs
zeer gevaarlijk laten we voorzichtig
zijn. Niet aanraken dus Wel waarom
niet, dat zal niet hinidieren, we zuigen
toch niet op onze vingers. Ziie e,ens,
hoe mooi de plaatjes aan de onderzij
de gerangschikt zijn. En daar, wat
heerlijk oranje, klein maar rein bre
ken we eens .een stukje van deze af.
dan: zien we spoedig uit d'e wonden
een wit melksap te voorschijn komen;
g-ocm wonder: dus, 'diat men ze met 'den
naaim melkzwammen aanduidde.
Nogmaals bukken we ons, maar de
glibberige hoed doet ons een oógien-
blife weifelen, maar zie, er schijnt toe t
van gegeten te zijn. door 't een of an
der dier, dus moed gevat, en weldra
hebben wc de zware, kort-gesteelde
paddestoel losgerukt.
Hé, dat is eén geheel andlere, geen
spoor van platen, slechts een massa
gaatjes in het geelgekleurde vleesch.
't Is een: Boletus, een gaatjeszwam,
aie, daar staan er nog meer, duidelijk
zien we, dat er van gegeten is door
't een of ander dier, en 't is een goed
eten ook, die paddestoelen in 't alge-
in een, want ze bevatten een hoeveel
heid eiwit, grooter dan we elders in
't plantenrijk aantreffen, zelfs niet bij
de daarvoor bekend staande „bruine
booneh".
Jammermaar, dat er zooveel giftige
soorten bij zijn ('t aantal is echter
kleiner da.n men denkt) en ten andere,
dat zij alle min of meer giftig worden
als ze beginnen te rotten.
Opmerkelijk is het, dat de zoekers
en zoekstei-s, ook al zijn ze weten
schappelijk slecht ontwikkeld, soms
niet. eens kunnen lezen of schrijven,
zich nooit in de soorten vergissen.
Wel gebeurt het soms, dat ze een
goede eetbare soort voor giftig hou
den, maar nooit het omgekeerde. Ze
hebben geleerd een aantal soorten te
herkennen, en in wat vorm- of Meur-
a eranderiing ze zich ook mogen voor
doen, ze kennen ze op een prik, ze we
ten precies, wanneer en waar ze te
vinden zijn ien hoe ze het moeten aan
leggen om ze het best te transportee
ren, enz. Alles als bij instinct, zoo als
bij die dieren ook
Of er verschil is Let eens op dezé
gele, met wat vuilbruin' midden
den hoed, een tweede keninieak is de
dito vuil bruin-gele, vaak ©enigszins
snel ontwikkeld', had diepe wortels
geschoten, was een machtige liefde
geworden. De hoop van Leslie was
overvloedig .vervuldelke vlag, elke
minuut verbond liaar hechter aan
hem. Maar naarmate haar liefde toe
nam, vermeerderde ook haar vrees.
Ze sprak dat vermetele woord niet
meer uit, want zo wist nu, dat ze
wiel degelijk "bang was en ze nam
maatregelen om de catasstrofe, die
hen bedreigde, te voorkomen, en wijl
Leslie weigerde om aan ©enig plan
tot zelfverdediging deel te nemen, be
sloot zij hem ondanks zichzelf, te be
schermen, tot zijn 'bestwil.
Eehmaal haar besluit genomen,
schreef zij zonder aarzelen aan
Quayne een uitvoerig relaas van 'het
gebeurde op Eyot-Cottage, en hem
biddende om dadelijk dien weg in te
slaan, die hem het best zou toeschij
nen. Waarop do detective antwoord
de, dat hij Badger zou zenden, die
met zijn geslepenheid, zijn „flair" en
de drie Amerikanen van nabij ken
nende, aangewezen was om haar te
bewaken.
Intusschen was de zuster van barm
hartigheid bij miss Middleton toege
laten.
Het was inderdaad, gelijk Craw
ford gezegd had, een merkwaardige
figuurlief, jong. bevallig onder het
ruwe kleed.
Dadelijk kwam zij tot. de zaak, een
gebogen steel, en eindelijk zijn gezel
lig voorkomen, diat hlem den naam gaf
van bundelvormige plaatzwam. We
zullen idien vanochtend nog wel eens
een keelr of vier ontmoeten ©n telkens
verschillend, naar leeftijd, naar stand
plaats.
Maar wat is dat Hebt ge ooit aan
dien vormenrijkdom van de natuur
getwijfeld, raap dan dlie geaster, die
aardster op. Zoudt geMaar kijk
eens, net een eiJuist, dat^zijn de
zelfde dingen, da.t ei wordt over een
paar dagen zoo'n aardster, de huid
splijt in tweeën, dte buitenste dikke
gaat in een 5- tot 7-tal driehoekige
lappen zich buitenwaarts omkrullen,
dj binnenste vormt dat bolletje, even
tjes gesteeld, even met een schoor
steentje aan den top om als een echte
schoorsteen hij den minsten druk een
rookwolk uit te stooten van bruine
sp-oren. Ik herinner me nog, hoe wij
len de heer Van Eeden me er eens op
attent maakte, ze eens te zoeken en
hoe spoedig ik er een drietal soorten
van gevonden hadde grootste afkeer
van paddestoelen is niet in staat een
kreet van bewondering te onderdruk
ken, als men tusschen dorre takjes,
dennen aaiden, enz. zoo'n aardster ont-
dekt.
Daar hebt ge nog een andere stuif-
zwam. ook al wedr met een opening
aan den top, een Lycoperdondie
daar, als met diamanten korreltjes
bezet, is e'en Scleroderma, die bij
rijpheid de sporen slechts kwijtraakt
door verrotting of door onregelmat'g
openbersten. Vooral de eerste worden
om dien minder aangenomen reulc in
'tFransdh „veisse de loup" genoemd'.
Laten we even deze lage takken mij
den, enNieuwe uitroep van ver
wondering, bij 't aanschouwen van
die mooie, sierlijke, groote vliegen-
zwaon. Dat heldere rood, we hadden
het van verre reedte gezien, met die
eigenaardig witte, woillige vlokken er
•overheen, een deel van de algemeeno
huid), die hij- jeugdigen toestand den
geheelen hoed omgeeft en aan den
stengel weer bevestigd is, scheurt in
vlokken stuk, het restje hangt in flar
den neer, om den steel een manchet,
een ring, achterlatende. Rood, de
kleur van gevaar, zou .d;a.t hier
zijn? Nu. in erge mate. Giftig is cleze
zwam en niet weinig ook, en toe-hls ze
zoo mooi. We vinden er hier nog met
do huid gesloten, zooidiait er van aio
platen nog niets te zien is. Loten we
die bij onze collectie doen om er
thuis nog eens op ons gemak van te
genieten.
Zoo waarlijk, weer wat nieuws, een
Hel veil a. wat een vreeand gekroesd©
hoed, wat een dliepgevoor.de steel.
Eenmaal goed aanschouwd, zal hei
ons nimmer moeit© kosten die Kolvel-
la's weer te herkennen, evenmin als
deze Bekerzwammen; zie eens wataar-
diae ©enigszins onregelmatig gevorm
de" bekers, kleine en groote, dicht
opeen.
Pas op, breek ze niet, er knappen ge
makkelijk stukken van den rand af.
Wat was dat
Een stofwolk, och', al weer sporen,
sporen, microscopisch klem-ei korrel
tjes, tot een wolkje van millioenen
vereenigd, nauwelijks zichtbaar om,
elders heengevoerd, opnieuw uit te
groeien tot schimmeldraden en daar
dan bij voldoende vochtigheid tegen
den herfst of voorjaar deze vrucht-
lichamen te voorschijn te roepen. Zoo
Is het met alle zwammende eigen
lijke plant zien we gewoonlijk nieten
deze vergankelijke dingen zijn slechts
middelen om het verzamelde voedsel,
gezogen uit do odé, rottende bestand-
d.eelen, ja, .soans uit levende planten,
om te zetten sporen, voor de plant
zelve een der vele middelen ter ver
spreiding.
't Zou ons te ver voeren liter al die
kleinere plaatzwammen te deternv-
ueerenwe weten er te veel van om
ons te laten verleiden, op overeen
komst met een prentje af te gaan, ze
zijn er echter in allo tinten wit, geel
wit, naar 't rose, 't blauwe, 't lila
grooten woordenrijkdom in een
vreemd accent ten beste gevend.
„Zij kwam niet voor zich zelf,
o, neen.... Het was voor die arme,
uitgeputte Zusters, die een toevlucht
gezocht hadden op het eiland Wight,
en die letterlijk van alles beroofd wa
ren. Zij lrad hooren zeggen, dat miss
Fermor weldadig was, en zoo rijk
Met- een pennestreek, door een wissel
te teekenen, kon zij die ongelukkigen
te hulp komen, ze uit de moeilijkhe
den redden. Ah hoe zou men voor
haar bidden En het zou haar zoo
weinig kosten
Men heeft u niet bedrogen, zei
tante Jane, die ingepakt was door
het kleine 'Woord van lof van haar
lieve nicht, en nu spijt had de kleine
vraagster haar opmerking niet be
spaard te hebben. Maar behalve, dat
er geen miss Femior meer bestaat,
omdat zij tegenwoordig mrs. Army
tage heet, spreekt gij ook niet met
haar. Ik ben slechts haar vertegen
woordigster, en kan ook niet zoover
gaan, als gij van haar goedheid
schijnt te verwachten. Als een paar
souvereinen u helpen kunnen, zijn ze
tot uw dienst, maar....
Zuster Ursula maakte een bewe
ging van hevig protest.
Twee soevereinen Ten naas
tenhij vijftig francs, is 't niet.?...
Waar denkt ge aan, madame? Ziet
ge mij voor een bedelares aan Ik
zweemende, dusons half uurtje
•is tot andërhalf bier aangegroeid en
al nemen we ook met weerzin af
scheid van dit schoone plekje, nog
even die li'ohtegele meegepikt, die en
door zijn donkerder vlokken, èn door
zijn ring de overeenkomst met de
vliegenzwam verraadt, we gaan.
Wat een gat is daar in de duinen
gestoken; hoe verzinken die spoorwa
gens in 't niet bij dat hooge duin, en
duizenden en duizenden kub. Meter
zand kunnen hier nog weggehaald
worden, om elders spoorbanen enz. op
te hoogen.
Wat mooi lichtrood gekleurd bloe
rnetje bloeit daar nog? 't Is Zeep-
kruid, een eigenaardige naam, die
spoedig verklaard wordt, als we mer
ken, hoe 't water door het sap der
plant gaat schuimen, net wat orn onze
handen -even te wasschen in dit af
voerkanaal tje, de verzamélplaats van
't water uit de Zanderij.
Wat een brandnetels hier langs de
walletjes om die akkers, zou men ook
in ons land nog eens die plant
nutte maken tot bereiding van netel
doek
Kijk eens hier wat een bladrozetten,
zeker van tweejarige planten, om het
volgende jaar de bloemstengels voort
tó brengen. Kent gij ze niet En dat
wil nog aanspraak maken op een
botanicus van eenige beteekenis Zorg
dan, dat ge ze kent, zelfs in het sta
dium van kieming. Hier hebt ge de
St. Teunisbloem, daar het Slangen-
kr.udd, wat verdér met die meer wol
lige bladaren zijn van de Hondstong,
en die heel zachte van de Toorts.
Het buiten Duin en Kruddberg hou
den we voortdurend rechts, even slaan
we een blik op de talrijke kalkoenen
en parelhoendecrs (poule pintadie),
heel even op de met wilde wingerd
behangen veranda van het buiten zel
ve; links door 't geboomte ontwaren
we de stevige muren van de ruïne
van Brederode. 't Is ons doel, achter
Me eren berg om, huiswaarts te keeren.
Hoe schoone gedachte, de zieken van
geest hier te brengen, te midden van
Holland's lustwarande, om misschien
genezing te vinden'; zie de verpleeg
sters even een luchtje scheppen eh
nieuwe krachten verzamelen op do
morgenwandeling voor de moeilijke
taak, die haar straks wacht.
Daar hadden we bijna niet dien
maaien paddestoel opgemerkt, als een
dichtgeslagen paraplu van ietwat
lompen vorm, is die thans nog in een
toestand om medegenomen te worden,
eenmaal verder heen ten hij vervloeit
toC zwarten inkt, om op die manier de
sporen, te verspreiden. Geeta. wonder,
dat men hen met den naam inkt-
zvvammen bestempelde.
Ofschoon de gele, krans wijs ge
plaatste bloemetjes reeds lang ver
dwenen zijn. herkennen we toch aan
de eigenaardige bladeren, thans geel
gekleurd door den herfst, gemakkelijk
de Aristolochda Clematitis, door Hei
debrand in zijne Camera Obscura hier
opgegeven, en niet in gering aantal.
De naam pijpbloem en de eigenaardi
ge maaier van bestuiving kunnen we
niet nagaan.
Een oogenblikje nemen we rust on
der edn. laagstam-eik, waar we d'e ei
kels zoo bij banden vol kunnen af
plukken, genietende -van den zonni-
gen, lekkeren Octobermorgen en spoe
den ons daarna huiswaarts.
J. STURING
VRAGENBUS.
Den Heer L. teH. Die forsche
planten met de groote bladeren,
die stengels met vele vutte bloemen,
met zoo'n lange bloembuis, is eene
soort tabak, namelijk Nicotiana Syl-
vestris, sedert eenige jiaren ingevoerd
uit Zuid-Amerika. In 't voorjaar wat
warm uitgezaaid, ontwikkelen de
planten zich in Mei buiten uitgeplant
spoedig tot mooie exemplaren, die oiis
langen tijd tot in den laten- herfst toe
van haar bloei do-en genieten. Men
kan eo.' gemakkelijk zelf zaad van win
nen..
zei u, wij -rekenen op afdoende hulp,
een wissel van duizend pond ster
ling hebben we noodig, onvermijdelijk
en die verwachtte ik van een zoo wel
dadige en zoo rijke vrouw....
Werkelijk vroeg miss Middle
ton met koude ironie. Welnu, binnen
twee uren zal mrs. Armytage hier
zijn. Doe haar zelve uw bescheiden
verzoek. Gij kunt boven op de brug
wachten....
Neen, ik mag niet zoo lang weg
blijven, ik zal haar schrijven, zei de
vraagster. Héb de goedheid mij haar
adres op te geven.
Schrijf naar Gibraltar, zei miss
Jane, die, hoe gewoon ook aan vra
gen om hulp, nog nooit zulk een be-
leedigd uiterlijk gezien had. Maar ik
meen u te moeten waarschuwen niet
al te zeer op uw som met drie nullen
te moeten rekenen.
Duizendmaal dankIk zal naar
Gibraltar schrijven. Ik groet u, ma
dame....
Zij stond op om afscheid te nemen,
toen juist de deur open ging en Bad
ger in zijn nieuwe livrei naar de
kleuren van het schip op den drem
pel verscheen. Hij liet haar met eer
biedig neergeslagen oogen voorbij
gaan en kwam toen den theeboel neer
zetten. Maar alvorens wic-rp hij zich
met een levendige beweging op de
plaats, waar Zuster Ursula gezeten
had en begon levendig onder de kus
Den Heer N. te B. Voor vang-
banden is het reeds te laat, dlie hadt
reeds in Juni moeten aanbrengen,
om allerlei schadelijk gedierte aldus
eene schuilplaats te bieden en dus te
vangen en natuurlijk te vernietigen,
het best ze te verbranden.
Kleefbainiden, die meer in 't bijzon
der dienen tegen de plaag van den
wintervlinder moeten om de vrucht-
boomenappel, peer en kers in Octo
ber worden aangebracht. Het zijn
strooken papier, die met de als „rup-
senlijm" bekende) stof worden inge
smeerddit mengsel blijft, langen tijd
kleverig. Komt nu de wintervlinder
uit den poptoestand te voorschijn,
dan moeten de vleugellooze wijfjes,
om bij de knoppen te komen, tegen
d'e stammen opkruipen en worden al
dus tegengehouden of gevangen. Ook
de vliegende mannetjes vangt men. In
Januari kan men ze afnemen en ver
nietigen.
D en H e er F. J. M. H. te E. (Rhein-
gau-Deutsdhland). Ik dank u -zeer
voor d'e toezending van het uitknipsel:
,.Die Farbe unserer Beeren", 't kan
echter -volstrekt geen aanspraak ma-
doem op volledigheid, zooals met de
meeste van die artikels, er zijn er veel
meer, oök roode, geile, blauwe enz.
Wat over de verspreiding dier zakten
door vogels geschreven is, heb ook ik
meermalen aangevoerd.
J. STURING.
ZELDZAME PLANT.
ten stoffen noodiga. waterb. zou
ten; c. koolzuur.
De beide eerste worden uit den
grond opgenomen door de wortels, het
laatste uit de lucht door de bladeren.
Do onderaardsche dealen van onze
plant -dan zorgen voor de eerste twee,
de bovcnaardsohe voor hot laatste.
Wederkeeri'ge uitwisseling heeft nu
tengevolge, dat 'het door de wortels
opgenomen water en zouten van den.
aadrappel met het uit de lucht opge
nomen koolzuur (omzetting tot zet
meel!) van de tomaat, nu in den grond
aardappel knollen en ]x>ven den grond
tomaten vormen. Daar de tomaat een
zeer gewillige groeier is en bij een
weinig onoplettend planten zelf ook
graag wrortels schiet, moet inen dit
steeds zorgvuldig trachten te voor
komen.
J. STURING.
In „Haarlem's Dagblad" werd on
der 't hoofd Land- en Tuinbouw in "t
nummer van Diinsdag 9 October mel
ding gemaakt van een zeldzame plant,
half tomaat, half aardappel, 't Is om
verschillende) redenen, dat we op dat
artikel ons enkele opmerkingen ver
oorloven.
In de eerste plaats dan vermelden
we, dat het al wel 6 a 7 jaar geleden
is, dat we zelf een dergelijke plant
kweekten op de kweekerij Zwanen
burg alhier. Die plant met aardappo-
In ide rubriek „Onder de men-
schen" schrijft de heer Brusse in de
„N. R. Crt." over Chodaschewitz, den
Russischon berenleider die een paar
jaar geleden in de omstreken van Tie-1
zoo laaghartig door de boeren is aan-
gevallea en mishandeld ondermeer
het volgende
„Een taai sterke buitenlucht-kerel,
soort, straatmuzikant, met van die min
of meer af-geroisd© beenen, waar
schoenen en broek omheen vergroeid
schijnen, en z'n schouders een beetje
naai' voren, zooals de jagers in 'tzeel
van een trekschuit langs die einde-
looze kanalen. Maar al is z'n jas ook
nóg zoo uitgezakt van den regen en
door de zon vengroend, en al zijn z'n
laarzen bedenkelijk verloopen en opge
kruld over die gloei-beete keien,
toch) maakt hij een indrukwekkende
entrée, dat je kamer wel te klein lijkt
om 'm binnen te laten.
Dan klapt hij z'n hielen tegen el
kaar, zwaait op nobele wijs z'n flam
bard ten saluut en buigt gedragen,
terwijl hij je met z'n heldere oogen
trouwhartig blijft aanzien. Een prach
tig hoof scha groetEn nu spreekt hij
1 en "onder den grond en tomaten er j© eerbiedig aan als Edele Heer, wat
boven hebben we destijds ook op zuiver in stijl is met. zijn romantische
„Tuinbouw en Plantkunde" laten zien. verschijning, en heel niet lachwek-
In de tweede plaats willen we even kend. Want z'n taal is ook veel weid-
meer in bijzonderheden nagaan, hoe schor dan zoo maar Hollandsch. Een
de vereendging dier twee planten idioom van uit alle landen die hij be-
plaats grijptwellicht zijn er onder loopon heeft; waar je Duitsch in hoort,
de letzers nog eens enkelen, die deze eu Poolseh en somber Russisch in ver-
leerzame, en tevens interessante proef moedt, Italiaansch en vooral ook het
eens willen nemen. hoffelijke Spaansch, Fransch, even-
Vroeg in 't voorjaar dan zaait men 1 zeer a.ls boertig VIaamsch, hoewel 't
in een bloempot of bakje de Tomaat. J tóch Nederln.ndsch bedoelt te wezen.
Verspeend, dat wil zeggen in de prille Want, o, 't is de type van den ouder-
jeugd verplant, worden dit spoedig al1 wetschcn cabotinedelman bij de
aardige plantjes, die bij verderen gratie van alle kermls-volken, die op
groei noodig moeten worden afge- getogen luisteren naar zijn polyglot-
hard. Maar omstreeks dien tijd tisch converseeren met de woeste
plaatsen we in dezelfde warmte ook reuze-beren, waarover hij van krachts
in eenige potten, eenige aardappels, vege de genadige heerscher is. Beren
die spodclig beginnen uit te loopen,koning, maar die straks minzaam af-
ook al lang en dun. Hebben de sten-1 daalt van zijn hoogte, om in 't bakje
gels nu eenige lengte bereikt, dan de centen on halfjes op te halen" bij
worden alle dunne scheuten verwij- de verblufte boeren en buitenlui. En
derd en ook de dikke op een tweetal die dan telkens voor iedere gave den
na. Deze snijdt men nu af, een halve breedgeranden hoed licht
h één d.M. boven den grond, splijt die I Ook heeft hij dat echte, gitzwarte
half open; neemt verder zoo'n jong'haar van de kennis-artisten, en het
tomatenplantje, snijdt daarvan den gezicht van een vreemdeling tusschen
top af, maakt het ondereind van den onze grovere Hollandsch© koppen, met
stengel plat, door aan twee kanten iets droomerig-triestigs van verian
een schuin stuk af te snijden en schuift gen naar z'n verre vaderland, wat je
dat top-eind in den gespleten aardap- je ook in de oogen van z'n beren kon
pelstengel. Nu vastgebonden, en de verbeelden. En aan een vervaarlijken
wondc-n zijn genezen binnen veertien ketting, waarmee je wel 'n olifant kon
dagen, die tomaat groeit door als was boeien, bungelen opzichtig de geelge-
re niets mot haar gebeurd. worden jachtfropeeen, allerhande be-
D© weekheid en sappigheid van den aienkiauwen in goud gevat, langs z'n
stengel maakt, dat een scherp mes j vest. Hij rookt zelfs z'n sigaren uit
en wat handigheid een paar noodza- een doorboorden bere-nagel in ziveren
kelijke voorwaarden zijn. Een over de i beslag.
plant gestulpte klok kan in den eer- Maar als je dan dien enorm stoeren,
eten tijd het slap worden van de to-ineengedrongen berentemmer, rnet z'n
maat togen gaan. wijden oogopslag, bij je neer ziet zit-
In do derde plaats is het een bota-ten, ontdek je in eens 't schrikkelijk
nisoh-e eigenaardigheid, die we welgeheim, dat z'n eigenMauwen,
even nader moeten verklaren. Vooi machteloos verlamd zijn, en dood-stijf
de voeding, en het voortbrengen van uitgekrampt, op twee vingers van z'n
viuchten, knollen enz., zijn driesoor- rechterhand na, dlie nog leven. Dat is
voorgekomen was, zag hij nu met
een rustiger oog aan uit liefde had
hij gezondigd, en zou zij' zich voor
dergelijke misdaad onverbiddelijk,
toonen? Neen, hij voelde het, hij
mocht alles «van de toekomst hopen
Marion zou zijn fout vergeven, of,
zoo ze zich al herinnerde, zou het zijn
om ze hem tot een verdienste aan te
rekenen.
Aan de „Ridders van den Arbeid",
die verschrikkelijke vijanden „per
procuratie", dacht hij ternauwernood
meer. Hij had niet overdreven, toen
hij aan den detective zei^dat hij niet
bang was voor de lieden'het eenigë
wat hem deed beven, was Marion te
kunnen verliezen.
Hij leefde dus in de \yolken, en was
dezen kouden Decemberavond gereed
om met zijn lieve vroaiw naar zach
ter klimaat te vluchten, toen hij plot
seling een onverwacht gevoel van
schaamte kreeg, dat hem de keel toe-
neep en uit de "wolken op aarde terug
bracht.
De geheelo equipage had zich ver
zameld om hulde te brengen aan do
meesteresse van het jacht, en een.
jonge koningin kon niet met grooter
en eerbiediger hartelijkheid door al
deze brave lieden ontvangen zijn.
(Wordt vervolgd).
sens en die franje te voelen.
Wat doe je daar? vroeg miss
Jane verwonderd.
Dacht een schijnheilige te zien,
rn'am
En liet theeblad opnemende, bracht
hij dat naar de keukendaarna bleef
hij in gedachten de figuur van Zus
ter Ursula nastaren, die zich in de
richting der dokken verwijderde.
Als ik nu maar wist, wat ze in
haar schild voert, mompelde de leer
ling-detective. Ik verwed er een shil
ling onder, dat ze hier of daar wat
verborgen heeft, en toch heb ik niets
kunnen vinden. Misschien heeft de
speurhond me door het open raampje
gezien en daarom haar plan niet dur
ven volvoeren.
XVII.
Vol liefde, hoop en vertrouwen zet
te Leslie Armytage eenige uren later
yoet aan boord van de „Idalia", de
bevallige jonge vrouw begeleidende,
die bij den eersten oogopslag zijn
hart gewonnen had. die hij duizend
maal voor zich verloren gewaand
had, en die nu geheel de zijne was.
De bittere zorg, die op zijn eerlijkf
ziel drukte, de afschuw, zijn veel ge
minde Marion te bedriegen, die hem
zoo geheel vertrouwde, die marteling
scheen vervlogen. Die fraude, die hem
eenige dagen geleden onvergeeiiijk