BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD Feuiflef De Wrekers Over een beresleider. 24ste Jaargang. MAANDAG 15 OCTOBEB 1906 No. 7148 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST fL20 PER 3 iAANDEN OF iO CENT PER WEEK, ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. CXXXIII. 't Is vroeg nog. D© eerst© lichtstra len van -de zon, ofschoon zelve nog niet zichtbaar, doen de duisternis wij kon, en een vaag, onbestemd licht dringt door tot in de slaapkamers van .hen, die afspraak gemaakt hebben voor het tocJhtje. Vlug uit. de voeren, vlug aangekleed, vlug ontbeten. Met oen niet te ontkennen nieuwsgierig heid hebben we, half aangekleed', met de rugzijde der vingers de ruiten reeds doorzichtig gemaakt en voorloopig zijn we bevredigd. Nu opgestapt, slagvaardig voor bet geen ons wachten zal. Haast ne die hebben we niet, hoe zouden met zulk mooi weer, op zulk een schoon en oohtend ons nog kunnen haasten Maar de tredin dan Och wat, onze berekening faalt niet, we hebben nog al den tijd om op onze kleine wandeling naar 't station reeds volop te genieten. Zie die boomen, hoe .rustig staan ze daar, niet eens bewogen door een kleine morgenkoelte. Ja tochZie die bladeren eens dwarrelend naar bene den tuimelen, nu één voor één, dan bij vlieren tegelijk of in niet nader aan te duiden wanorde. Maar is het d'e wind, die dat doet Let toch eens op, geens zins. Neen, 't zijn de boomen zelve, die ze loslaten, 'die ze afstooten. Wat heerlijk geel, thans dubbel heerlijk, beschenen door d;e gouden morgen zon, wier licht weet door te dringen in de, al is 't nog niet veel, ijler wor dende kronen, 't Is zoo stil, zoo rustig, en we voelen een bijna niet te weer staan gevoel in ons opkomen, om in 't Kenaupark elven neer te vallen op een bank, om in detailsdJoch. neen, onze afspraak drijft, ons voort- Wat oen goudgloddl over dat plein, (biet oude vuile station merken we niet eens oponder de viaduct nog even gewacht, daar komt de trein binnen en allen zijn spoedig in die wagens. Nog even, daar voelt ohs paardi den ruk aan den teugel, en vooruit naar 't Western, en verder naar 't Noorden. De groene) weiden bieden bet grazende vee nog voedsel in overvloed. Even houden de roeken ons bezig, maar on ze blikken gflijden over de laagveen- weidelanden naar de 'duinen, thans schitterend in de morgenzon. Ook. de trein heeft geen haast, de derde maSl gestopt, en we zijn ver genoeg. „Driehuis roept die conducteur en we wippen uit de coupé. We stappen ■de spoorbaan over en hoe schoon, höe heerlijk ligt dat buiten daar, die wo ning bij de bekende begraafplaats een verhevener pen dan de onze, een verhevener geest dan wij bezitten, is noodig om dien aanblik te beschrij ven, maar toch worden allen overwel digd door dien trotschen aanblik. Die eenvoudige villa is op baar schoonst getooid, geplaatst als in. een reuzen- nis, tegen de eerst langzaam, daarna sr.el stijgende helling van die zand- massa. die even achter het huis zoo hoog is, dat het huis zelve in een diep dal gelegen schijnt. We gevoelen hier de schoone ligging maar kunnen ons nauwelijks reken schap geven, wat wel het meest ons interesseert. Gaan we daarom eens even de de tails na, eerst de reeks van boomen, die d'e groote nis beMeeden, van rechts naar links. Zie de majestueus© spar ren, hoe steken die lange kegels (han gend) af tegen dat groen, daarnaast mooie popels, voorts een hoek lagere (kornoelje, bladeren en hout rood' kleu rend in den herfst, daar eeh mooie plataan, van verre gemakkelijk her kenbaar aan de groote witte plekken op den, stam, dan een Spaansche spar met rechtopstaande kegels, en tal van andere boomen achter het huis hoog opklimmend, beschenen door het volle morgenlicht- der lieve zon, dat, dank Utt het Engetech, HBADÖN HELL, 27) Hij is ingeschreven onder den naam van Badger, zei Crawford, en vanmorgen gekomen met een briefje van mrs. Armytage, met bevel, dat hij voor den dienst in db salon en in de eetzaal zou zijn. Maar die naam herinnerde tante Jane niets. Hoogstens een paar malen 'had zejhem vluchtig gezien geduren de de weinige dagen, dat hij de lift 'bediende. En daar ze niets afwist van de zending, waarmee bij belast was, noch van dengeen, in wiens dienst hij stond, kon het haar niet in de ge dachte komen, dat Badger gezonden was door Quayne, op dringend ver zoek van Marion, om mogelijke han delingen van de „Ridders van den arbeid" te bespieden. Want het was niet geheel en al waar, wat ze tot den detective ge zegd had„Wij vreezen niets". De tijd had zijn werk gedaan. De harts tocht der eerste ontmoeting had zich zij den 'in de lucht aanwezigen wa terdamp een goudgloed over alles too- vert, om nooit weer te vergeten. De villa zelf mët een wilden wingerd zoo kleurrijk en sierlijk behangen, neen, 't zii'fc niet in enkele on der dealen, 't is het geheel, die ruimte, overgoten met bet heerlijkste licht. We wemelen ons links, en wagen voor de Zanderij een half uur ee.i kijkje onder die mooie bevaiUigedaoom- groiepen, de van nature onregelmatig stijgende en dalen die bodem, eerst be zet met zware beuken, later meer overgaand in gemengd bosc-h met tal wan open ruimten, >nu eens kaal, dan weer met lief witte rendiermos be groeid, hier duizenden dennekegels op een bed van naalden, met enkele doode takken en wat door den wind verstrooide bladeren, daar Héwat zijn dat, wat groote pad destoelen, meer dan een voet hoog, een ring (manchet) om den slanken, beneden wat dikkeren steel, en ge dekt dooi- een hoed, van bijna drie d.M. doorsnede. Het stemmige bruin wordt wat verLevendigd door de brui ne schubben. En wat een massa, we tellen er een twaalftal, in verschillen de stadiën van ontwikkeling. Zie daar •die twee; de een hooger, grooter dan de andere, heeft een groot deel van den kleinen bestrooid met zijn spo ren, die vielen uit kleine openingen •in de straalsgewijze geplaatste plaat jes. 't Is een van onze grootste plaat- zwammen, en niet giftig, zelfs wel eetbaar, maai- niet fijn. Maar (bet lijkt hier wel eeln Eden)voor den botanicus, zié daar die dohker- rood'e, lichtrood© Russula's, een stij ve korte steel, een in de jeugd bol, la ter platte hoed met de genoemde kleurdat zijn giftige, sommige zélfs zeer gevaarlijk laten we voorzichtig zijn. Niet aanraken dus Wel waarom niet, dat zal niet hinidieren, we zuigen toch niet op onze vingers. Ziie e,ens, hoe mooi de plaatjes aan de onderzij de gerangschikt zijn. En daar, wat heerlijk oranje, klein maar rein bre ken we eens .een stukje van deze af. dan: zien we spoedig uit d'e wonden een wit melksap te voorschijn komen; g-ocm wonder: dus, 'diat men ze met 'den naaim melkzwammen aanduidde. Nogmaals bukken we ons, maar de glibberige hoed doet ons een oógien- blife weifelen, maar zie, er schijnt toe t van gegeten te zijn. door 't een of an der dier, dus moed gevat, en weldra hebben wc de zware, kort-gesteelde paddestoel losgerukt. Hé, dat is eén geheel andlere, geen spoor van platen, slechts een massa gaatjes in het geelgekleurde vleesch. 't Is een: Boletus, een gaatjeszwam, aie, daar staan er nog meer, duidelijk zien we, dat er van gegeten is door 't een of ander dier, en 't is een goed eten ook, die paddestoelen in 't alge- in een, want ze bevatten een hoeveel heid eiwit, grooter dan we elders in 't plantenrijk aantreffen, zelfs niet bij de daarvoor bekend staande „bruine booneh". Jammermaar, dat er zooveel giftige soorten bij zijn ('t aantal is echter kleiner da.n men denkt) en ten andere, dat zij alle min of meer giftig worden als ze beginnen te rotten. Opmerkelijk is het, dat de zoekers en zoekstei-s, ook al zijn ze weten schappelijk slecht ontwikkeld, soms niet. eens kunnen lezen of schrijven, zich nooit in de soorten vergissen. Wel gebeurt het soms, dat ze een goede eetbare soort voor giftig hou den, maar nooit het omgekeerde. Ze hebben geleerd een aantal soorten te herkennen, en in wat vorm- of Meur- a eranderiing ze zich ook mogen voor doen, ze kennen ze op een prik, ze we ten precies, wanneer en waar ze te vinden zijn ien hoe ze het moeten aan leggen om ze het best te transportee ren, enz. Alles als bij instinct, zoo als bij die dieren ook Of er verschil is Let eens op dezé gele, met wat vuilbruin' midden den hoed, een tweede keninieak is de dito vuil bruin-gele, vaak ©enigszins snel ontwikkeld', had diepe wortels geschoten, was een machtige liefde geworden. De hoop van Leslie was overvloedig .vervuldelke vlag, elke minuut verbond liaar hechter aan hem. Maar naarmate haar liefde toe nam, vermeerderde ook haar vrees. Ze sprak dat vermetele woord niet meer uit, want zo wist nu, dat ze wiel degelijk "bang was en ze nam maatregelen om de catasstrofe, die hen bedreigde, te voorkomen, en wijl Leslie weigerde om aan ©enig plan tot zelfverdediging deel te nemen, be sloot zij hem ondanks zichzelf, te be schermen, tot zijn 'bestwil. Eehmaal haar besluit genomen, schreef zij zonder aarzelen aan Quayne een uitvoerig relaas van 'het gebeurde op Eyot-Cottage, en hem biddende om dadelijk dien weg in te slaan, die hem het best zou toeschij nen. Waarop do detective antwoord de, dat hij Badger zou zenden, die met zijn geslepenheid, zijn „flair" en de drie Amerikanen van nabij ken nende, aangewezen was om haar te bewaken. Intusschen was de zuster van barm hartigheid bij miss Middleton toege laten. Het was inderdaad, gelijk Craw ford gezegd had, een merkwaardige figuurlief, jong. bevallig onder het ruwe kleed. Dadelijk kwam zij tot. de zaak, een gebogen steel, en eindelijk zijn gezel lig voorkomen, diat hlem den naam gaf van bundelvormige plaatzwam. We zullen idien vanochtend nog wel eens een keelr of vier ontmoeten ©n telkens verschillend, naar leeftijd, naar stand plaats. Maar wat is dat Hebt ge ooit aan dien vormenrijkdom van de natuur getwijfeld, raap dan dlie geaster, die aardster op. Zoudt geMaar kijk eens, net een eiJuist, dat^zijn de zelfde dingen, da.t ei wordt over een paar dagen zoo'n aardster, de huid splijt in tweeën, dte buitenste dikke gaat in een 5- tot 7-tal driehoekige lappen zich buitenwaarts omkrullen, dj binnenste vormt dat bolletje, even tjes gesteeld, even met een schoor steentje aan den top om als een echte schoorsteen hij den minsten druk een rookwolk uit te stooten van bruine sp-oren. Ik herinner me nog, hoe wij len de heer Van Eeden me er eens op attent maakte, ze eens te zoeken en hoe spoedig ik er een drietal soorten van gevonden hadde grootste afkeer van paddestoelen is niet in staat een kreet van bewondering te onderdruk ken, als men tusschen dorre takjes, dennen aaiden, enz. zoo'n aardster ont- dekt. Daar hebt ge nog een andere stuif- zwam. ook al wedr met een opening aan den top, een Lycoperdondie daar, als met diamanten korreltjes bezet, is e'en Scleroderma, die bij rijpheid de sporen slechts kwijtraakt door verrotting of door onregelmat'g openbersten. Vooral de eerste worden om dien minder aangenomen reulc in 'tFransdh „veisse de loup" genoemd'. Laten we even deze lage takken mij den, enNieuwe uitroep van ver wondering, bij 't aanschouwen van die mooie, sierlijke, groote vliegen- zwaon. Dat heldere rood, we hadden het van verre reedte gezien, met die eigenaardig witte, woillige vlokken er •overheen, een deel van de algemeeno huid), die hij- jeugdigen toestand den geheelen hoed omgeeft en aan den stengel weer bevestigd is, scheurt in vlokken stuk, het restje hangt in flar den neer, om den steel een manchet, een ring, achterlatende. Rood, de kleur van gevaar, zou .d;a.t hier zijn? Nu. in erge mate. Giftig is cleze zwam en niet weinig ook, en toe-hls ze zoo mooi. We vinden er hier nog met do huid gesloten, zooidiait er van aio platen nog niets te zien is. Loten we die bij onze collectie doen om er thuis nog eens op ons gemak van te genieten. Zoo waarlijk, weer wat nieuws, een Hel veil a. wat een vreeand gekroesd© hoed, wat een dliepgevoor.de steel. Eenmaal goed aanschouwd, zal hei ons nimmer moeit© kosten die Kolvel- la's weer te herkennen, evenmin als deze Bekerzwammen; zie eens wataar- diae ©enigszins onregelmatig gevorm de" bekers, kleine en groote, dicht opeen. Pas op, breek ze niet, er knappen ge makkelijk stukken van den rand af. Wat was dat Een stofwolk, och', al weer sporen, sporen, microscopisch klem-ei korrel tjes, tot een wolkje van millioenen vereenigd, nauwelijks zichtbaar om, elders heengevoerd, opnieuw uit te groeien tot schimmeldraden en daar dan bij voldoende vochtigheid tegen den herfst of voorjaar deze vrucht- lichamen te voorschijn te roepen. Zoo Is het met alle zwammende eigen lijke plant zien we gewoonlijk nieten deze vergankelijke dingen zijn slechts middelen om het verzamelde voedsel, gezogen uit do odé, rottende bestand- d.eelen, ja, .soans uit levende planten, om te zetten sporen, voor de plant zelve een der vele middelen ter ver spreiding. 't Zou ons te ver voeren liter al die kleinere plaatzwammen te deternv- ueerenwe weten er te veel van om ons te laten verleiden, op overeen komst met een prentje af te gaan, ze zijn er echter in allo tinten wit, geel wit, naar 't rose, 't blauwe, 't lila grooten woordenrijkdom in een vreemd accent ten beste gevend. „Zij kwam niet voor zich zelf, o, neen.... Het was voor die arme, uitgeputte Zusters, die een toevlucht gezocht hadden op het eiland Wight, en die letterlijk van alles beroofd wa ren. Zij lrad hooren zeggen, dat miss Fermor weldadig was, en zoo rijk Met- een pennestreek, door een wissel te teekenen, kon zij die ongelukkigen te hulp komen, ze uit de moeilijkhe den redden. Ah hoe zou men voor haar bidden En het zou haar zoo weinig kosten Men heeft u niet bedrogen, zei tante Jane, die ingepakt was door het kleine 'Woord van lof van haar lieve nicht, en nu spijt had de kleine vraagster haar opmerking niet be spaard te hebben. Maar behalve, dat er geen miss Femior meer bestaat, omdat zij tegenwoordig mrs. Army tage heet, spreekt gij ook niet met haar. Ik ben slechts haar vertegen woordigster, en kan ook niet zoover gaan, als gij van haar goedheid schijnt te verwachten. Als een paar souvereinen u helpen kunnen, zijn ze tot uw dienst, maar.... Zuster Ursula maakte een bewe ging van hevig protest. Twee soevereinen Ten naas tenhij vijftig francs, is 't niet.?... Waar denkt ge aan, madame? Ziet ge mij voor een bedelares aan Ik zweemende, dusons half uurtje •is tot andërhalf bier aangegroeid en al nemen we ook met weerzin af scheid van dit schoone plekje, nog even die li'ohtegele meegepikt, die en door zijn donkerder vlokken, èn door zijn ring de overeenkomst met de vliegenzwam verraadt, we gaan. Wat een gat is daar in de duinen gestoken; hoe verzinken die spoorwa gens in 't niet bij dat hooge duin, en duizenden en duizenden kub. Meter zand kunnen hier nog weggehaald worden, om elders spoorbanen enz. op te hoogen. Wat mooi lichtrood gekleurd bloe rnetje bloeit daar nog? 't Is Zeep- kruid, een eigenaardige naam, die spoedig verklaard wordt, als we mer ken, hoe 't water door het sap der plant gaat schuimen, net wat orn onze handen -even te wasschen in dit af voerkanaal tje, de verzamélplaats van 't water uit de Zanderij. Wat een brandnetels hier langs de walletjes om die akkers, zou men ook in ons land nog eens die plant nutte maken tot bereiding van netel doek Kijk eens hier wat een bladrozetten, zeker van tweejarige planten, om het volgende jaar de bloemstengels voort tó brengen. Kent gij ze niet En dat wil nog aanspraak maken op een botanicus van eenige beteekenis Zorg dan, dat ge ze kent, zelfs in het sta dium van kieming. Hier hebt ge de St. Teunisbloem, daar het Slangen- kr.udd, wat verdér met die meer wol lige bladaren zijn van de Hondstong, en die heel zachte van de Toorts. Het buiten Duin en Kruddberg hou den we voortdurend rechts, even slaan we een blik op de talrijke kalkoenen en parelhoendecrs (poule pintadie), heel even op de met wilde wingerd behangen veranda van het buiten zel ve; links door 't geboomte ontwaren we de stevige muren van de ruïne van Brederode. 't Is ons doel, achter Me eren berg om, huiswaarts te keeren. Hoe schoone gedachte, de zieken van geest hier te brengen, te midden van Holland's lustwarande, om misschien genezing te vinden'; zie de verpleeg sters even een luchtje scheppen eh nieuwe krachten verzamelen op do morgenwandeling voor de moeilijke taak, die haar straks wacht. Daar hadden we bijna niet dien maaien paddestoel opgemerkt, als een dichtgeslagen paraplu van ietwat lompen vorm, is die thans nog in een toestand om medegenomen te worden, eenmaal verder heen ten hij vervloeit toC zwarten inkt, om op die manier de sporen, te verspreiden. Geeta. wonder, dat men hen met den naam inkt- zvvammen bestempelde. Ofschoon de gele, krans wijs ge plaatste bloemetjes reeds lang ver dwenen zijn. herkennen we toch aan de eigenaardige bladeren, thans geel gekleurd door den herfst, gemakkelijk de Aristolochda Clematitis, door Hei debrand in zijne Camera Obscura hier opgegeven, en niet in gering aantal. De naam pijpbloem en de eigenaardi ge maaier van bestuiving kunnen we niet nagaan. Een oogenblikje nemen we rust on der edn. laagstam-eik, waar we d'e ei kels zoo bij banden vol kunnen af plukken, genietende -van den zonni- gen, lekkeren Octobermorgen en spoe den ons daarna huiswaarts. J. STURING VRAGENBUS. Den Heer L. teH. Die forsche planten met de groote bladeren, die stengels met vele vutte bloemen, met zoo'n lange bloembuis, is eene soort tabak, namelijk Nicotiana Syl- vestris, sedert eenige jiaren ingevoerd uit Zuid-Amerika. In 't voorjaar wat warm uitgezaaid, ontwikkelen de planten zich in Mei buiten uitgeplant spoedig tot mooie exemplaren, die oiis langen tijd tot in den laten- herfst toe van haar bloei do-en genieten. Men kan eo.' gemakkelijk zelf zaad van win nen.. zei u, wij -rekenen op afdoende hulp, een wissel van duizend pond ster ling hebben we noodig, onvermijdelijk en die verwachtte ik van een zoo wel dadige en zoo rijke vrouw.... Werkelijk vroeg miss Middle ton met koude ironie. Welnu, binnen twee uren zal mrs. Armytage hier zijn. Doe haar zelve uw bescheiden verzoek. Gij kunt boven op de brug wachten.... Neen, ik mag niet zoo lang weg blijven, ik zal haar schrijven, zei de vraagster. Héb de goedheid mij haar adres op te geven. Schrijf naar Gibraltar, zei miss Jane, die, hoe gewoon ook aan vra gen om hulp, nog nooit zulk een be- leedigd uiterlijk gezien had. Maar ik meen u te moeten waarschuwen niet al te zeer op uw som met drie nullen te moeten rekenen. Duizendmaal dankIk zal naar Gibraltar schrijven. Ik groet u, ma dame.... Zij stond op om afscheid te nemen, toen juist de deur open ging en Bad ger in zijn nieuwe livrei naar de kleuren van het schip op den drem pel verscheen. Hij liet haar met eer biedig neergeslagen oogen voorbij gaan en kwam toen den theeboel neer zetten. Maar alvorens wic-rp hij zich met een levendige beweging op de plaats, waar Zuster Ursula gezeten had en begon levendig onder de kus Den Heer N. te B. Voor vang- banden is het reeds te laat, dlie hadt reeds in Juni moeten aanbrengen, om allerlei schadelijk gedierte aldus eene schuilplaats te bieden en dus te vangen en natuurlijk te vernietigen, het best ze te verbranden. Kleefbainiden, die meer in 't bijzon der dienen tegen de plaag van den wintervlinder moeten om de vrucht- boomenappel, peer en kers in Octo ber worden aangebracht. Het zijn strooken papier, die met de als „rup- senlijm" bekende) stof worden inge smeerddit mengsel blijft, langen tijd kleverig. Komt nu de wintervlinder uit den poptoestand te voorschijn, dan moeten de vleugellooze wijfjes, om bij de knoppen te komen, tegen d'e stammen opkruipen en worden al dus tegengehouden of gevangen. Ook de vliegende mannetjes vangt men. In Januari kan men ze afnemen en ver nietigen. D en H e er F. J. M. H. te E. (Rhein- gau-Deutsdhland). Ik dank u -zeer voor d'e toezending van het uitknipsel: ,.Die Farbe unserer Beeren", 't kan echter -volstrekt geen aanspraak ma- doem op volledigheid, zooals met de meeste van die artikels, er zijn er veel meer, oök roode, geile, blauwe enz. Wat over de verspreiding dier zakten door vogels geschreven is, heb ook ik meermalen aangevoerd. J. STURING. ZELDZAME PLANT. ten stoffen noodiga. waterb. zou ten; c. koolzuur. De beide eerste worden uit den grond opgenomen door de wortels, het laatste uit de lucht door de bladeren. Do onderaardsche dealen van onze plant -dan zorgen voor de eerste twee, de bovcnaardsohe voor hot laatste. Wederkeeri'ge uitwisseling heeft nu tengevolge, dat 'het door de wortels opgenomen water en zouten van den. aadrappel met het uit de lucht opge nomen koolzuur (omzetting tot zet meel!) van de tomaat, nu in den grond aardappel knollen en ]x>ven den grond tomaten vormen. Daar de tomaat een zeer gewillige groeier is en bij een weinig onoplettend planten zelf ook graag wrortels schiet, moet inen dit steeds zorgvuldig trachten te voor komen. J. STURING. In „Haarlem's Dagblad" werd on der 't hoofd Land- en Tuinbouw in "t nummer van Diinsdag 9 October mel ding gemaakt van een zeldzame plant, half tomaat, half aardappel, 't Is om verschillende) redenen, dat we op dat artikel ons enkele opmerkingen ver oorloven. In de eerste plaats dan vermelden we, dat het al wel 6 a 7 jaar geleden is, dat we zelf een dergelijke plant kweekten op de kweekerij Zwanen burg alhier. Die plant met aardappo- In ide rubriek „Onder de men- schen" schrijft de heer Brusse in de „N. R. Crt." over Chodaschewitz, den Russischon berenleider die een paar jaar geleden in de omstreken van Tie-1 zoo laaghartig door de boeren is aan- gevallea en mishandeld ondermeer het volgende „Een taai sterke buitenlucht-kerel, soort, straatmuzikant, met van die min of meer af-geroisd© beenen, waar schoenen en broek omheen vergroeid schijnen, en z'n schouders een beetje naai' voren, zooals de jagers in 'tzeel van een trekschuit langs die einde- looze kanalen. Maar al is z'n jas ook nóg zoo uitgezakt van den regen en door de zon vengroend, en al zijn z'n laarzen bedenkelijk verloopen en opge kruld over die gloei-beete keien, toch) maakt hij een indrukwekkende entrée, dat je kamer wel te klein lijkt om 'm binnen te laten. Dan klapt hij z'n hielen tegen el kaar, zwaait op nobele wijs z'n flam bard ten saluut en buigt gedragen, terwijl hij je met z'n heldere oogen trouwhartig blijft aanzien. Een prach tig hoof scha groetEn nu spreekt hij 1 en "onder den grond en tomaten er j© eerbiedig aan als Edele Heer, wat boven hebben we destijds ook op zuiver in stijl is met. zijn romantische „Tuinbouw en Plantkunde" laten zien. verschijning, en heel niet lachwek- In de tweede plaats willen we even kend. Want z'n taal is ook veel weid- meer in bijzonderheden nagaan, hoe schor dan zoo maar Hollandsch. Een de vereendging dier twee planten idioom van uit alle landen die hij be- plaats grijptwellicht zijn er onder loopon heeft; waar je Duitsch in hoort, de letzers nog eens enkelen, die deze eu Poolseh en somber Russisch in ver- leerzame, en tevens interessante proef moedt, Italiaansch en vooral ook het eens willen nemen. hoffelijke Spaansch, Fransch, even- Vroeg in 't voorjaar dan zaait men 1 zeer a.ls boertig VIaamsch, hoewel 't in een bloempot of bakje de Tomaat. J tóch Nederln.ndsch bedoelt te wezen. Verspeend, dat wil zeggen in de prille Want, o, 't is de type van den ouder- jeugd verplant, worden dit spoedig al1 wetschcn cabotinedelman bij de aardige plantjes, die bij verderen gratie van alle kermls-volken, die op groei noodig moeten worden afge- getogen luisteren naar zijn polyglot- hard. Maar omstreeks dien tijd tisch converseeren met de woeste plaatsen we in dezelfde warmte ook reuze-beren, waarover hij van krachts in eenige potten, eenige aardappels, vege de genadige heerscher is. Beren die spodclig beginnen uit te loopen,koning, maar die straks minzaam af- ook al lang en dun. Hebben de sten-1 daalt van zijn hoogte, om in 't bakje gels nu eenige lengte bereikt, dan de centen on halfjes op te halen" bij worden alle dunne scheuten verwij- de verblufte boeren en buitenlui. En derd en ook de dikke op een tweetal die dan telkens voor iedere gave den na. Deze snijdt men nu af, een halve breedgeranden hoed licht h één d.M. boven den grond, splijt die I Ook heeft hij dat echte, gitzwarte half open; neemt verder zoo'n jong'haar van de kennis-artisten, en het tomatenplantje, snijdt daarvan den gezicht van een vreemdeling tusschen top af, maakt het ondereind van den onze grovere Hollandsch© koppen, met stengel plat, door aan twee kanten iets droomerig-triestigs van verian een schuin stuk af te snijden en schuift gen naar z'n verre vaderland, wat je dat top-eind in den gespleten aardap- je ook in de oogen van z'n beren kon pelstengel. Nu vastgebonden, en de verbeelden. En aan een vervaarlijken wondc-n zijn genezen binnen veertien ketting, waarmee je wel 'n olifant kon dagen, die tomaat groeit door als was boeien, bungelen opzichtig de geelge- re niets mot haar gebeurd. worden jachtfropeeen, allerhande be- D© weekheid en sappigheid van den aienkiauwen in goud gevat, langs z'n stengel maakt, dat een scherp mes j vest. Hij rookt zelfs z'n sigaren uit en wat handigheid een paar noodza- een doorboorden bere-nagel in ziveren kelijke voorwaarden zijn. Een over de i beslag. plant gestulpte klok kan in den eer- Maar als je dan dien enorm stoeren, eten tijd het slap worden van de to-ineengedrongen berentemmer, rnet z'n maat togen gaan. wijden oogopslag, bij je neer ziet zit- In do derde plaats is het een bota-ten, ontdek je in eens 't schrikkelijk nisoh-e eigenaardigheid, die we welgeheim, dat z'n eigenMauwen, even nader moeten verklaren. Vooi machteloos verlamd zijn, en dood-stijf de voeding, en het voortbrengen van uitgekrampt, op twee vingers van z'n viuchten, knollen enz., zijn driesoor- rechterhand na, dlie nog leven. Dat is voorgekomen was, zag hij nu met een rustiger oog aan uit liefde had hij gezondigd, en zou zij' zich voor dergelijke misdaad onverbiddelijk, toonen? Neen, hij voelde het, hij mocht alles «van de toekomst hopen Marion zou zijn fout vergeven, of, zoo ze zich al herinnerde, zou het zijn om ze hem tot een verdienste aan te rekenen. Aan de „Ridders van den Arbeid", die verschrikkelijke vijanden „per procuratie", dacht hij ternauwernood meer. Hij had niet overdreven, toen hij aan den detective zei^dat hij niet bang was voor de lieden'het eenigë wat hem deed beven, was Marion te kunnen verliezen. Hij leefde dus in de \yolken, en was dezen kouden Decemberavond gereed om met zijn lieve vroaiw naar zach ter klimaat te vluchten, toen hij plot seling een onverwacht gevoel van schaamte kreeg, dat hem de keel toe- neep en uit de "wolken op aarde terug bracht. De geheelo equipage had zich ver zameld om hulde te brengen aan do meesteresse van het jacht, en een. jonge koningin kon niet met grooter en eerbiediger hartelijkheid door al deze brave lieden ontvangen zijn. (Wordt vervolgd). sens en die franje te voelen. Wat doe je daar? vroeg miss Jane verwonderd. Dacht een schijnheilige te zien, rn'am En liet theeblad opnemende, bracht hij dat naar de keukendaarna bleef hij in gedachten de figuur van Zus ter Ursula nastaren, die zich in de richting der dokken verwijderde. Als ik nu maar wist, wat ze in haar schild voert, mompelde de leer ling-detective. Ik verwed er een shil ling onder, dat ze hier of daar wat verborgen heeft, en toch heb ik niets kunnen vinden. Misschien heeft de speurhond me door het open raampje gezien en daarom haar plan niet dur ven volvoeren. XVII. Vol liefde, hoop en vertrouwen zet te Leslie Armytage eenige uren later yoet aan boord van de „Idalia", de bevallige jonge vrouw begeleidende, die bij den eersten oogopslag zijn hart gewonnen had. die hij duizend maal voor zich verloren gewaand had, en die nu geheel de zijne was. De bittere zorg, die op zijn eerlijkf ziel drukte, de afschuw, zijn veel ge minde Marion te bedriegen, die hem zoo geheel vertrouwde, die marteling scheen vervlogen. Die fraude, die hem eenige dagen geleden onvergeeiiijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11