RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels Raadseloplossingen Koninginnedag Wedstrljdbericht Brievenbus (Deze raadsels zij® alle gezoniden door jongens en méiisjes. die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Donderdagmorgen oplossin gen zenden, worden in liet volgend nummer bekend maakt). 1. (Ingezonden door Jacobus Ver meren). Mijn eerste drie dealen voranen sa n-en eén meisjesnaam. Mijn -vierde dJeei vindt men in dorp en stad. Mijn geheel is een straat in Haar lem. 2. (Ingezonden door Gretha Kui per). Ik draag een -heel rood rokje, !k Lig als een hond in 't hokje, Met tweeden-dertig vriendjes om mij iheen Een gezelschap zoo hard en stom als steen 3. (Ingezonidlen -door Agnes van den Berg). Waarom kunnen de boeren geen muziek leeren 4. (Ingezonden door Bet-sy en Trijn tje Frölich). 1 2 3 4 5 is een windstreek. 6 7 8 9 4 is een (viervoetig dier. 6 7 9 4 is een verscheurend dier. 10 11 12 13 is geen water. 10 2 3 13 is een metaal. 5. (Ingezonden door Anna en Marie van Zutfen). Blijf ik bij mijn meester, dan dien ik niet Geeft bij mij aan een ander, dan dien ik. 6. (Ingezonden door Truus Staal). Mijn eerste vindt men op straat. Mijn tweede is een. vogel. Mijn geheel is een soort van mijn tweede. 7. (Ingezonden dJoor Dirk Boeré). Zoek uiilt onderstaande® zin een be graven stad. Wees precies om drie uur bij tante. 8. (Ingezonden door Nellie Modioo). Welke sikkel komt nooit in het ko ren? 9. (Ingezonden -dóór Herman Vogel sang). Welk deel van Noord-Holland maakt ge uit onderstaande letters? e e en ain m rd aki 10. (Ingezonden door Dina Vester). Mijn geheel bestaa.t uit tien lettors en is een gebouw in Haarlem. 1 2 9 7 5 groeit op dien. akker. In een 6 4 8 3 10 karn men geld ber gen. 6 4 3 1 iis ieien hoorn. 6 2 1 is een viervoetig dli'er. 6 7 8 1 is ook een boom. De -oplossingen van idiö raadsels der vorige week zijn 1. Alkmaar. 2. Hansworsten. 3. Schoolopziener. 4. HOOR Naar goeden raad, Jan! 5. De Poppendokter. 6. Opstand op Cuba. 7. Nijl, lijn. 8. Zevenbergen. 9. Scheen, been, peen, geen, leen, veen. 10. Gierstraat. Goiedle oplossingen- ontving dlc deze week van Gerard! I-Iekkeliman 7, Jo Ploeg 9, Martimus Waard 9, Gretha Kuiper 4, Willem van den Berg 9, Anna Jonker 9, Leonard Gerrneraad 10, Janbiena Joost 7, e-en inzender zonder naam, die met rooden inkt schreef, 9, Theo en Anna Donkerlo 9, J-ohan van Bezel 7, inzender zander naarn 8, Micn Uiten- daal 8, Hubertus Bank 7, Trijntje en Bet-sy Frölich 9, Gerrit Groenevéld 8, Anna en Marie van Zutfen 8, Dirk Boe ré 9, Jan cLe liaan 9, Hendrik en Ger- da Groeneveld 8, Ag nes van den Berg 9. Jeanne Hommers en 8, Marietje de Jong 9, Johan Busé 10, Anna Groot 8. Wim Gerrneraad 9, Marie -en Johanna. Bijster 5, Jansje en Suze Schoraia- gel 8, verder van nog twee inzenders zonder naam beiden 7 oplossingen. De vorige week kwamen nog in, te laat om te vermelden, oplossingen van Marie S-ernee 7, Leonard Gerrneraad 10, Wim Gerrneraad 10. door Jolïan Wal ter. (Eervolle vermelding spreekwoorden wedstrijd). Het was de morgen van 31 Augustus. Moe kwam me wekken en riep „Johan, opstaanDe morgenstond heeft goud in -den mond." Ik rekte mij eens uit. Moe zei „Foei kind, luihdid is des duivels oorkussen, gauw zonder geeuwen op staan." Ik stapte met al die drukte inet mijn verkeerde heen uit bed, -en kleedde mij aan, maar -haastige spoed is zelden goed, mijn veter brak en de zeep was op, want teen ongeluk komt zelden al leen. Ik Itep in me zelf -te brommen. Moe zei „Johan kijkt net als schelvisch, die op liet -diroge ligt Ik moest om dat gezegde lachen en zei „Ja Moe, de beste stuurlui staan aan wal, U is ai gekleed." Wij gingen ontbijten: ik -dacht wat smaakt die boterham lekker, hon ger is de beste saus, 'dat is toch maar waar Lang kon ik niet zitten, want tijd is geld, en om -kwart over acht moest ik bij school zijn. Op weg naar school kwam ik verscheidene makkers tegen, die mij met open armen ontvingen, wanit hoe meer zieltjes hoe meer vreugd, en vroolijk kwamen wij reeds vóór acht uur aan de school. Deze was tot aller teleurstelling nog geslo ten, maar geduld evev.wint alles en na eenigen tijd gewacht te hebben za.- gen wij onzen, meester al aankanten. Spoedig werden wij opgesteld om naar -de -booten- te gaan en nadat meester onderzocht had of er geen vreem-dle eenden in de bijt waren-, g;n- g-en wij opgeruimd op weg. Wie htet, eerst komt, wie het eerst maalt, dacht ik en bad spoedig een goede plaats veroverd. Waar liet hart vol van is loopt de mond van over en spoedig hoorde men niets -als Oranje-liedjes en voort ging bet, eerst met e-an. slak kengang, maar spoedig ging het als van een leien dakje. Op het Bu-i-ten-Spaarme zagen wij de wedstrijden-, wiaar heel wat deelne mers waren, want wie niet waagt wie niet wint. Er waren er bij de' hard- roeier-s van wiie men miet recht, kon zeggen /het zij-n niet -allen koks, die lange messen diragen, ofschoenma ker, -houd je hij j-e leestWij zagen ook di-e op houten, paarden aan het vochten waren. Dat was erg leuk. We werden met onze booten met recht in iliet zonnetje gezet, want wat was het warm. Toen het watertochtje a-fgeloopen was, -gingen wij -opge ruimd naar huis -en voor een -ooge-n- bliilc dachlt ik „Oost weet, thuis best". Na den eten ging ik met mijn broer Abram naar den optocht kijken. Wat zagen de dames en hoeren er netjes uit „De kleeren maken dien man", zei broer Bram. „Maar toch zeker ook de vrouw", liet er op volgen. Wij zagen den optocht drie maal erg goed, want wij dachteneen- bru taal mensoh ibeeft- -de halve wereld en wij kropen overal -door. Op weg naar den Hout kwamen wij twee schooldames tegen wij groetten beleefd, want met de pet in de hand -komt men door het gansche land. De dames hielden ons staande en -vroegen of wij twee staanplaatsen voor liet terras wilden- hebben. Wij vonden het heeilijk -en namen ze onder vriendelij ken d-ank -aan, en -dachteneen vlie gende kraai heeft altijd wat Daar ging ons -petje weer af, want een -ding. dat men niet sparen moet, dat is -die -rand van -uwen hoed, zoo dachten wij ook over dé klep van onze pet. We 'hadden liever een zitplaats gehad, maar dachtenje moet geen gegeven paard in den bek zien, en 't is beter een -half ei dan een leege dop. We zagen het tournooi uitstekend en onze oogén -gingen te gast, maar liet zal veel kosten. Wij dachten: dat komt la-ter, want onder in den zak vindt men de rekening. Na afloop van het toumooi stroom de alles naar den uitgang; wij ston den daar gepakt als haring in de ton dit duurde echter niet lang, want waar af gaat -en niet bij komt mindert hard, was hier goed van toepassing en- spoe dig waren we buiten het terrein. Hier stond -het vol niet ijswagens en fruit- verkoopers, -die dachten waar volk is is de nering -en in hun vuistj e lachten dat ze zulke goede zaken maakten. Graag hadden wij ons ook te goed gedaan, maar wij moesten de tering naar de -nering zetten en dachten1 even als de vos de druiven zijn ons te zuur Nu de beenen wat naar ons toege haald en spoedig naar huis, want daar het al laat geworden was, waren we bang den -hond in -den pot te linden, wat gelukkig niet het geval was. Tot slot gingen we 's avonds naar het vuurwerkhet was prachtig. Do vuurpijlen vlogen door de lucht en, eind goed, ial goed. kregen we tot slot een prachtig stuk te zien en gingen wij vergenoegd huiswaarts. Van verschillende zijden werd mij medegedeeld, dat die bekroonde inzen ding. die die vorige week in do Cou rant stond afgedrukt (de samenspraak in spreekwoorden) geen eigen werk 's, maar overgeschreven werd uit een leesboek. Jullie zult het zeker -allemaal wel met mij eens zijn, dat deze manier om een prijs te verdienen heel oneer lijk ds Het spijt mij heel erg, dat dit gebeurd isten eerste om -den jongen zélf. -dlie bij het overschrijven van de bewuste, samenspraak het spreek woord „Recht, -door zeezoo geheel vergeten schijnt te hebbenen ten ten tweede -omdat 'dé prijs nu ten deel is gevallen -aan iemand, die geen prijs verdiende, zoodat de rechtmati ge prijswinner door hem is bena deeld. De rechtmatige prijswinner had dus moeten zijn JOHAN WALTER, wiens opstel vandaag in de Courant staat, en aan wien de eerste prijs ook zeer zeker zou zijn toegekend, wan neer niet een -ander zich va® diezen prijs langs oneerlijken weg had mees ter gemaakt. (Brieven -aan -de Redactie van de Kin der-Af deeJiihg moe ten geizoraden worden- aan Mejuffrouw M. C. van Doorn, S'op'hiiastr-aat No. 22, H-aair- 1-eim). J o P. Vandaag begin ik eens met mijn vriendinnetje- Jo, dat in li-aar snipperuurtje al -dadelijk begonnen is met iets te maken voor den Sint Ni- colaas-wedstrijd. Bravo Dat vtnld ik fer-m Ik verlang er al naar om te weten wat hét -is-, miaar voor ik daar achter kom zal ik zeker n'og wel wat geduld moeten hebben Wat hebben jullie veel beukenooten gevonden! Maak je er ook kettingen van Zóezoo, nu ga ik straks nog aan Bieppie schrij ven ook. Dag, -hoor G-er ar-d H. Wat leuk, -dat er in hét nieuwe huis zoon mooie witte muur ds om den tooverlanitaam te ver- toonenZijn de platen nog allemaal heel Em die groote t-uin zal zeker ook wel naar je -zin zijn Krijg je nu 't volgend voorjaar ook een eigen tuintje, om zelf in te zaaien Wat kreeg ik weer een gezellige brief van jeJe verleert liet br-ieven schrijven nogal niet, geloof ikOok veel groeten voor Moeder en voor jezelf Gretha K. Gelukkig, dat h-etnu ook gauw Woensdag is, hè, Gretha We zullen een mooi boek voor je uit zoeken, hoorHoe heet het .poesje, Greetje, of heeft het geen naam? Je raadsel ds heel goed Ik begreep er eerst heelemaal niets van Lach je me nu niet- uit, zeg? Johan B. Ik vind je raadsel wol gced, maar ik kan maar heelemaal r.iet bedenken, waar die straat is Vertel je me dat eens Dan ga ik er eens naar toe wandielen! Aardig, dat je toch iets voor de arme kinderen wilt geven, al maak je het niet zelf Speel je al mooie stukjes op de piano? Trijntje en Betsy Fr. Of je een popje mag aanMeeden voor den wedstrijd? Ja zeker, mag dat! Dat zal een heerlijke -inzending worden, wed ikWe zullen zeker wel een klein meisje dol gelukkig kunnen ma ken met. jullie poppenkind! De raad sels zijn heel goed. Haddën jullie ook niet gevraagd of je weer een boek mocht hebben? Je mag Woensdagtus- schen 1 en 2 uur weer komen, hoor Leonard G. We zullen er ver der maar over zwijgen, je ziet -wel dat de zaak nu in orde is. Wa-t hebben jullie knapjes geraden wie „Knol" is Ik weid, dat „Knol" zelf 't maar half aa-rdig vind, -dat haar geheim uitgeko men is Hoe zijn juMde er aohter ge komen, zeg? Prettig, dat jullie alle bei aan den wedstrijd mee wilt doen., al heb je ook weinig tijd Vertél je me eens -hoe het gaat met de lessen Schiet je goed op en gaat het naar je zin? Marie S. Nee, Marietje, nieuwe letterraadsels komen niet meer in de rubriek, maar de oude, die er nog wa ren, komen nog allemaal aan de beurt zooals je ziet, en dat -is zoo gauw niet afgeloopen Kom Woensdag tusschen 1 en 2 uur ook maar weer, dan zal 5k weer eens naar een boek kijken Ga je in Blo em endaal altijd wandelen Ook groeten voor Betsy en voor jou. Johnny do J. Ha, daar is mijn vriendje Johnny ook w-eer, en met een raadsel dat op pooten staat PrachtigDaar zullen de jongens en meisjes heel wat aan te radJen hébben, ■wed ik Ga jo ook weer meedoen aan den wedstrijd Ik ben dé aardige lij'stjes -voor de poppemkamer nog niet vergeten;, zoo alls je ziet N-e 11 y de M. Nee, Nel, ik weet wel, dlat je mij en de Rubriek niet ver geet Wat mij betreft, we blijven dikke vrinden, en wat de Rubriek be treft., ik hoop dat je daarmee zulke goede vrienden geworden- hemt, dat je ook later nog heel dikwijls zult den ken aan de uu-rtjes met haar -doorge bracht. Als dat nu geen mooie wensch is, weet ik het nietJ a zeker, poppen •is ook -speelgoed; prettig, dat je ook meeübet aan -dén w-edistrijd Je fraaie teekening héb ik zeer bewonderd)Ik hoop maar, dlat de poes geen enkel vogeltje meer vangt, jij ook niet Mien U. Ook al aan den wed strijd bezig Hè, dat belooft wat, hoor! Ik -vind biet heerlijk, al die ijverige jongens en meisjes! Ja, er zijn ook een heelehoel „nieuwe kinderen" hij, zooals jij -ze -noemtJij bent leen van mijn oudste vriendinnetjes, wind j-e dat -niet gra-ppiiig artinuis van W. Als ik het, gced vind wou je du-s -ook -graag mee doen Nu, ik vind' het uitstekend. Hoe in eer vriendjes en vriendinnetjes ik heb, hoe liever het mij isIk be-n blij, dat je 't ook eens wil-t probeeren miet dén -nieuwen wedstrijd. :-t Is met zoo gemakelij-k, dat is waar, maar 't is een erg dankbaar werkje Je raad sels wil ik 'heel graag in de „Zater dagavond" zetten: heb je ze zelf be-1 dacht Dina V. Ja, Dina, als ik nog een plaatsje over héb, zal ik je ver haaltje ook in de rubriek zetten. Zou je bet leuk vinden om liet gedrukt te zien? Prettig dat je Mij bent met hét -beek. Heb je er .al in gelezen? En zijn de verhaaltjes aardig? Bedankt voor dé raadsels T h o én Anna D. Zeg, twee-1 tal, hoe oud -zijn jullie eigenlijk? Want je hebt mie nu wel verteld, da-t Theo ouder is maar nu weet ik toch nog niet hoe oud jullie zijn Ik vind het knap van je, dat je negen raadsel oplossingen hébt geraden, en- nu hoop ik, dat je ze van de week alle tien in ditVerder veel groeten voor jullie beidjes B-eppie PI. Ook een geheim wat je maakt, kleine Bep Nu, ik be-1 lcof je, dat ik_niet AL te nieuwsgierig zal worden jtn of het weer in de Groote Houtstraat komt, vraag je?Ja hoor, nu vra.ag je ni9 meer dan ik weet, dat komt later pas Ik vind, dat Moeder groot gelijk heeft; alle beetje© helpen, dat is waar J o h a n W. Je ziet, dat je in het gelijk gestéld bent, Johan. Een prijs heb ik nu niet -meer, en ik kan je dus alleen de -eér gevenVind je bet niet leuk, dat je „Koninginnedag" vandaag in, de Courant staat Je zult het zeker wel -gau w ontdekken Marie Gr. Ja, een lange brief is gezellig, dat is waar, maar toch kan er niet altijd een lange brief op overschietende anderen moeten ook een beurt hebben, maar dat be grijp jo ook zedf welNee, ik was niet boos, -dat je brief was laat was, maar het nadeel was, dat ik je den vorigen keer niet meer antwoorden konWel, had ik geen gelijk toen ik zei, dat de nieuwe wedstrijd naar je zin zou zijn Ik houd wel net zoo veel van kleine kinderen als jij (van groote ook) Dat laatste dacht je zéker niet, hè? Dirk B. O, jongen, wat héb je mij ook aan 't raden gezetMaar ik kan toch maar heelemaal niet beden ken wat je voor den wedstrijd maakt Je ziet, zoo heel knap in het raadsels raden ben ik nietIk had er pret om, dat je zélf meestal de antwoorden-van je eigen raadsels vergeten bent. Dan heb jij er twee maal pleizïer van, eerst als je het -raadsél bedenkt en dan als je het oplost Tonia K. A, daar hébben we dat nieuwe vriendinnetje., dat me als een zusje van Catrient-je bijzonder welkom isOok met de -poppenkinde- ren heb ik met veel plezier kennis ge maakt; zijn ze nogal zoet, en wordt Wim niet te veel geplaagd door a.l die zusjes Ik verlang er al naar om te hooien wat Catharina aan het maken i's Dag, Tonia, voor vandaag neem :k afscheid van je. tot dé volgende week 1 J an s j-e eni Su-ze Sc h, Het denkbeeld om iedere week wrat geld apart te leggen voor de arme kinderen vind -ik heel hef van jullie bedacht, en je mag het ook wel doem maai' ik wil het toch -niLet bi j den wedstrijd op nemen. Ten eerste kan niet ieder wat van zijn zakgeld missén-, en ten twee de is het dan toch ook eigenlijk geen wedstrijd meer, vind je dlat zelf ook niet Wat beben jullie al een prachtig begin gemaakt! Ja, ik was erg blij met de bloemen, en ze zijn zoo lang mooi gebleven Johan van H. Ja, je mag ook wel -een -boek van me te leen hebben. Kom het Woensdag tusschen eén en twee uur maar halenIs Lo-uise ook op school -in de Zuiidersteeg Of er veel -kinderen aan onze rubriek mee doen, vraag je? Ja zeker, (dat merk je wel, als j-e i-edere week al die namen zietDoem er -ook -veel vriendjes van je mee, -of w<eét je -er geen een? De groeten vo-or Louise -en voor jou C at har in a K. Zoo, ben j-e -;p je schik met iliet boek; nu, dat doet me plezier ik vind het prettig, dat de verhaaltjes naar je zon zijnWat d'cm van me om te vergeten dat je wel -eens over je zusjes geschreven hadt. Maar ik wist er heusch niets meer vanik dacht zelfs, dat je zelf dertien jaar was, heb ik dat zoo mis? Ja, zie ik, want je schrijft zelf, da-t je gauw vijftién wordt. Ik hoop, dat- je een heel prett-igen verjaardag zult hebben, -en zend je, al is het- wat vroeg, toch mijn hartelijke gelukwen- schen Dat -andere heb ik -al in orde gebracht, zoo als je wel zien zult. Hendrik en Gerda Gr. Ik zou niet graag de Brievenbus dicht doen zonder er eerst een brief voor Hendrik -en Gerda in te doen En jul lie profiteert -dus van het mooie Octo- berweer en -geniet nog wat van je-fiets. Nu, die tocht van Zondag was zeker flinken is die kleine Gerda dan niet moe als ze -thuiskomt? Tot slot wensch ik jullie Zondag weer veel plezier en mooi weer Corrie, Joco en Minet. Een drietal, dat me -een heele poos lang !n deu steek liet, maar nu toch toont dat het nog schrijven kan! Nee, overschrij ven mag natuurlijk nooitIk hoop, dat je tijd kunt vinden voor een mooie wedstrijd-inzending. Heb je er met Marie S. al eens over gebabbeld En geven Joco en Minet ook-raad Dag, hoor, veel groeten Jan die H. Nee. Jan, raadsels waarvan de let-ters door elkaar staan Mogen niet meer opgegeven worden. Zoo, zitten jullie thuis zoo dikwijls te lezen? Heerlijk rustig, denk ik, als je zoo niets van zoo'n paar lastige ben gels van jongens merkt.Of maken jul lie liet gewoonlijk met al te bont? Wat een geplaag, hè Ik hoop, dat je wat moois voor den wedstrijd kunt bedenken. Anna Gr, Wel, wel, dat is een nuttig besteden dag geweest, zie ik Is je nichtje even oud als jij. en vond kleine broer het niet heerlijk, toen hij met jullie uit mocht? Van tollen schijnt hij -anders nog niet veel be grip te hebben. Hij vond het zeker heel raar, dat die malle tol niet begon te draaien als hij er een; flinken slag te gen gaf niet den stokHadden jullie er geen pret om Ma-rietje d'e J. Jo raadsel ia heel mooi, Marietje Ik verlang er al naar om te weten wat je maakt, en ik zal mijn best maar doen om heel geduldig te zijn, want ik denk, dat liet me niet veel zal helpen of -ik al wat ga visschehMarietje zwijgt ais een mof Dag, hoor Inzendertje zondier naam. Hoe jammer, dat je naam niet 'n den brief stond 't Was zoo'n gezellige lange brief en nu weet ik maar half, wat ik antwoorden moetJa, er doen altijd heel wat kinderen mee aan den Sint Nicolaas-wedstrijd. Verleden jaar waren er meer dan honderd verschil lende dingen, wat heerlijk, hè Ik ben blij, dat het boek naar Zusjés zin is, al weet ik nu ook niet wie Zusje is Nu miet weer je naam vergeten, hoor Johanna en Marie B. Met jullie popje zal ik heel blij zijn, en- je zult 'het met je beidjes zeker W-él' net jes aankleeden. Met het poesje heb ik d!us achter het net gevischt. Dat is wel jammer, maar wat er aan te doen, hè? Ja, Woensdag tusschen 1 én 2 uur wil ik wel weer eens naar een boek voor jullie kijken ook Dag, Zus- Hubertus B. Zoo, was het zoo'n drukke verjaard-a.g Nu, ik denk dat jij liet -maar wat leuk vond, dat er zooveel menschen. kwamen, en- de presentjes waren zeker ook wel naar je zin En dan zoo'® flinke timmerdbos Ik ben al benieuwd of dlaar wat moois voor onzen Sint Nieolaas-wedstrijd uitkomtWas je naam dé vorige maal vergetiön? Wat jammer Voortaan be ter -oppassen, vind je niet Een i n z e- n d e r ti j e zloinidér naa-m stu-urt in .roeden inkt een paar mooie raadsels en' ver-telt- me, dat hij ook aan den Sint Nioolaas-wedstrijd mee doet. Mooi -zoo 1 A-Is je er -nu een vol genden keer ook maar -aan denkt je naam op te geven 1 Agues en Wil Ié m van den B. Willem's verhaaltje vind ik wel aardig. Waar heb je liet. gelezen, zeg En wat -de boeken betreft-, heb ik dus een goede keus gedaannu, daar ben ik blij o-m 1 Wanneer 't raadsel komt weet ik heusch niet-zoodra liet aan de beurt is, maar verder kan ik je er niets van vertellen Of ik verlang naar dé Sint Nicolaas-inzendingen Nu, of ik 1 Jij ook niet? Anna en Marie van Z. Ge lukkig, -dat je den wedstrijd ook al jhleerlijk" vindtDe raadsels zijn goed, Zusjes, maar je moet niet on geduldig worden. Heusch, ik heb nog zooveel -raadsels, en ik kan jullie niet aJLeimaal -tegelijk tevreden stellen Hoe gaat liet op school Schieten jullie goed op Abonné „Ha-arlcmi's Dagbl." Wat U mij mededeelde, vernam :k reeds van verschillende zij-den. Overi gens kunnen anonieme brieven niet beantwoord worden. M C. VAN DOORN. Zou 't dier zingen? Wie zingt, wanneer 'm z'n oogen uitgebrand zijn wanneer hij niet meer kan zien licht en zon, zelfs niet in de gevangenis? Neen Het dier zingt niet kan ook niet zingen maar treurt om het verloren geluk van te hebben kunnen zien, alles wat voor 'n vogel mooi is wat voor ons men s c h e n, mooi is. Het blinde diertje hoort in de verte het geluid van 'n anderen vogel misschien wel 'n lotgenoot. Hetgeefi antwoord. „Tju, itiju tju tju -tju tjwart-jie-ëw! Het ontvangt troost in lijden en schenkt op zijn beurt weer troost- Wie verstaat de taal der vogelsZe ker niet de wreedaard, die lachend met 't pijpje in den mond, hot arme dier voor eeuwig het licht heeft ont nomen en gedoemd heeft tot het al tijd ronddolen -in den nacht-, „Tju, tju tju tju -tju tjwart-jie-ëw!' Zou 't zingen zijn_of weenen? Dwaze, domme, wreedaard'ge men schen, die zich verbeelden dal een vink mooier zingt als ie blind 'S. Zingen doet ie in de heerlijke na tuur, wanneer zijn oogjes kunnen ge nieten van alles, wat v-oor hem te ge nieten valt wanneer hij vrij uit kan vliegen van boom tot boom en van tak tot tak. Zingen doet ie, als de jongen in t nest zich verzadigen aan het voedsel, dat hij hun gebracht heeft. Zingen doet ie, zooals de menscli zou zingen, die vrij en onbezorgd voortleeft, onbewust van. den dag van morgen niet, kennend leed en zor gen, maar genietend, van het ooeen- blik. Zingen doet. ie niet, in de kooi, waarin hij zich nauwelijks bewegen kan waarin bij elke beweging, het kleine lichaam, de kleine kop, in aan raking komt met de houten muren van z'n gevangenis, waaruit alleen de dood 'hem kan verlossen. „Tju, tju tju tju tju tjwart-jie-ëw!' 't Is, als hoor ik een vloek slinge ren naar den onverlaat, den moorde naar, den ontroover van wat voor mensch en dier het hoogste goed is. 't Is7 als hoor ik een kreet om wraak op het menschdom, dat derge lijke individuen straffeloos hun ont- eerend werk Iaat doen. „Tju, itlju tju tju tju tjwa-rt-jie-ëw!' Dat is geen zang d-at is een kreet, een lange; aanhoudende kreet van ellende en de mensch vindt dat m-ooi verlustigt zich daarin, maakt 'n goeden prijs voor dienblin den vogel, die zoo'n prachtige® slag heeft. Gaat naar 't bosch hoort de vin ken, hoort hen jubelen en zingen. Hoort ook den zang van den vink, wien men het licht heeft uitgebrand en vraagt u af! of dat precies bet zelfde is. „Tju, tju tju tju tju tjwart-jie-ëw!' 't. Geluid klinktvoor velen mis scliien mooi maar ga voor de kooi staan beschouw jnet aandacht die uitaebraiide oogjes,'dat kleine, steeds bewegelijke lichaam en vraag u dè® af, of zoo'n gemaTteld dier nog zin gen kan. „Tju, tju tju tju tju tjwart-jie-ëw!" 't Klinkt bij een blinden vink, als 'n a.fscheïd van 't levé®. Enschedé. H. KESNIG. EEN WATERMONSTER Een der gevaarlijkste slangen uit tropisch Amerika is de aboma. Kronkelend tusscthen het dichte struikgewas of de waterplanten, zoekt d!e waterabomia een geschikte plaats, en van waar zij ongemerkt op haar prooi kan loeren. En instinct matig kiest tzij zulke plekken, waar andere dieren gewoon zijn te komen drinken. Daarom beklimt zij een 'boom en strekt zich in- de lengte op een lagen tak uit. terwijl de van een heenactvtigen haak voorziene staart loodrecht naar beneden hangt-. Jonge anaconda's hébben geen haak aan. den staart, maar beloeren toch haar prooi op dezelfde wijze. Heeft de water-abomia zich eenmaal op den tak vastgezet, dan begint zij terstond haar aanlokkingsmiddelen in practijk te brengen. Nu eens bla tend als een hert, dan weer brullend als een jaguar, laat zij allerlei gelui den. Maar gelijk zij haar listen weet •te gébruiken, zoo bent ook het slacht offer instinctmatige behoedzaam}) eid en zoo gebeurt het, dat het monster weken of maanden vruchteloos rond trekt van de eene naar 'de andere drinkplaats. De juiste tijd-, die een water-aiboma zonder voedsel kan doorbrengen, laat zich moeilijk bepalen. Verscheidene personen in Suriname hébben abom a's -gehad, die wel een jaar zonder voed sel bleven, en in het museum te Geor- geiown wias, eenigen tijd geledén, een anaconda, die bijna twee jaren gevast had, maar er toch nog even plomp en rond uitzag. Volwassen zoogdieren laten zich niet gemakkelijk door de water-aboma verschalken. De onervaren jongen daarentegen, nog onbekend met de listen en gevaren van hun wisselvallig bestaan-, moeten het gewoonlijk ont gelden. Alle bosdhdieren hebben min of meer de gewoonte, onder het loopen vlak voor zich uit te kijken, en wenden den kop zeer zelden rechts of links en nog zeldzamer naar boven. Deze eigenschappen nu stellen de water-aboma's in staat haar prooi te bemachtigen. Wanneer nu een onvoorzichtig dier tot vlak bij de schuilplaats der water- 'aboima gekomen is, zwaait deze den afhangenden staart en kronkelt zich onder vreeselijk sissen om het door den schrik reeds haJf verlamd slacht offer. Nu tradht zij met haar tanden en het haakvormige uitgroeisel aan het staartuiteinde een houvast of steun aan hét lidhaam van het slachtoffer te krijgen. Hierdoor is zij in staat zlidh zelf in te krimpen of samen te trek ken, met het gevolg, dat de beenderen van het slachtoffer gebroken of ineen- gedrukt worden ,of wel zij oniklemt bet zoo stijf, dat het weldra door ver stikking sterft. En niet aanstonds laat zij dan nog los, neen. Het geringste teeken van te rugkeer tot het. leven is haar voldoen de om d'e omfclearurming nog vaster te maken. Na op deze wijze haar prooi geworgd' te hebben, kruipt de slang er eenige malen omheen. Dan verbrijzelt zij de beenderen voorgoed en verwerkt het géheele lichaam tot een vormloozen, met, speeksel bedekten Tleesehüdomp. Hiermede gereed zijn-de, begint zij hem naar binnen te slikken, hetgeen dikwijls geruimen tijd duurt. Zij vangt doorgaans aan met den kop van het gedoode dier; zij grijpt dit binnen de sterk uitgezette ge wrichtsbanden en werkt het langzaam naar binnen. Gewoonlijk is de prooi grooter d'an het lichaam der slang. Doch geen nood, want de «kaken van het reptiel zijn elastisdh, en ook de tanden na r binnen gekromd, zoodiat ze als weer haken dienst doen. -Duim voor duim slikt dan de water-aboma haar prooi in. Eerst schuift zij een kaak een wei nig vooruit, zoodat de tanden een wei- ng verder in het vleesch der prooi dringen. Dan brengt zij de andere kaak -naar voren. Dit gaat zoo voort tot eindelijk het géheele lichaam naar binnen gewerkt is. Deze slang kan een lengte van 10 M. bereiken. DRIE VORSTEN De keizer van Oostenrijk was eens met de koning van Saksen op jacht. Vermoeid en verdwaald kwamen zij in een bosch een boer op zijn kar te lgen en vroegen hem om mee te mogen rijden. Wie zïj-t ge? vroeg de boer, aan de twee besftof-te wandelaars. Ik ben de keizer van Oostenrijk! En ik de koning van Saksen! Wel aardig, zeide de boer die dacht dat de twee hem voor den gek hieflden, en ik ben den shah van Per- zïë. Maar stijg maar op heeren, mijn kar heeft nog nooit zoo'n adellijk ge- zeUsdhap gedragen. En de boer soleg over zijn klepper heen en floot een wijsje. Toen ze nabij de stad kwamen, zag hij, dat een ieder eerbiedig voor zijn gasten groette; maar dezen bleven zwijgen totdat ze, dicht genoeg nabij de stad, verzoch ten af te stijgen en zeiden: „Ziedaar ons portret, om te zien dat wij u niet beetnemen," en de boer ontving twee goudstukken met den beeldenaar der vorsten. Tableau. HET BOOZE OOG! Op een plein te Rixdorf, een voor stad van Berlijn, heeft een Hongaar een 65jarige weduwe zonder aanlei ding met een dolk aangevollen. Na drie steekwonden trof hij een pols ader. De man werd bijna gelyncht, doch door de politie bevrijd en wegge bracht, het slachtoffer werd in hope- loozen toestand naar een ziekenhuis gebracht. Op de vraag, waarom hij de vrouw had aangevallen, verklaarde de moordenaar, dat zijn slachtoffer het booze oog haxl; daardoor was hij bui ten zichzelf geraakt toen zij hem aan zag en had haar daarom buiten zijn vil edood! PLUNDERING VAN BAKKERIJEN. Bakkersgezellen te Toulouse die sinds acht dagen het werd hobben ge staakt, hebben in die stad een ontzet tend spektakel gemaakt. Na afloop van een vergadering in de Arbeidsbeurs, waar flink geschol den en tot verzet aangespoord was, vielen de stakers onverhoeds twaalf bakkerijen aan, en vernielden de rui ten en de winkelkast. Op vrsoheiden plaatsen werd gevochten en geschoten en er vloeide Woed; het is een wonder dat niemand het leven inschoot. Ze kere Cappelle, een bakkorspaf.ro on werd ernstig aan het hoofd en de borst gekwetst, en zoo werden er vér- scheidenen het kind van de rekening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 13