NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Uit de Hoofdstad. Birai rated Feuilletf De Wrejker® 24e Jaargang. No. 7150 Verschijnt dagelijks, beMm ep Zon- Feestdagen; WOENSDAG 17 OCTOBER 1900 B HAARLEMS DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: Voor Haarlem pegs brie maandens Van 1—5 regels 50 Cts,: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement "«*££8?*de" W Agent 'gevestigd is (hom der' 1-5 'egeis^elh^e. ^a.S^eiames 30 Cent per regel. F^^p^Nmiêriind i i.^ 50*8» h0085teflS Gëfllustreeid Zondagsblad, voor Haarlem 03714 Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. -de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Teleloonnnrnmer der Redactie 600 en der Administratie 724. Wigave de.- Vennootscllap Lourens Coster, Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buiteuspaarue 6. Telefoonnummer 122. i en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiEn en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie générale de Publlclté Etrangère O. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3P" Faubourg Montmartre. TWEEDE BLAD. Ük had imajm oude plaatsje ingeno men ap de sofa in den boek van de ka lmer. M'n vriend Frats sneed.' schijfjes voor idle gnoe. We (hebben dat zoo elke veertien dagen geregeflJd eenmaal. Dan trekken we ons voor een' enkelen avond van alles en aMem terug op Frits' werkkamer, om elkaar onze be vindingen van de laatste dagen te vertellen, of daar wdjsgeerige boomen tolver op te izetten ondier het genot van een warm grocje. met een pittige si gaar. Vriend Flits schenk warm water bij. Moet jie toooren, begon hij toen, wat me diaar deze week in d'e tram Overkomt, lik kom izo'o van kantoor om een uur of vijf met een sigaar, die tik jiuist (heb aangestoken, 't Begint wat te regienen ien ik denk, omdat ik zon der paraipliiie (ben, kom, weet je wat, Ik pak een trammetje. Goed1 ik stap op, lijn 10. en omdat het op het balcon vol is. ga lk (binnen zitten. Nu is het consigne In de train: „Niet rooken". Dat Vindt lik ook billijk, hoewel ik erg van een sigaar houd, en ik laat dus M'n sigaar bedaard uitgaan. Weg gooien vond ik zoude, omdat ik er pas een halve centimeter van had opge rookt. We Waren ial een heel eind op weg, het (Riokin en de 'ReguMerébreestraat al iaf, en ik raaktte izoo ieen beetje in de dut, omdat je in de tram nu eenmaal (als een zoutpilaar zit. zonder een en kel woordje te spréken, toen d'r op het Rembrandtp'Mn een juffrouw in stapt met een liberty-hoed op en in reform maar izoo'n hobbezak-reform die met d'e noodige nonchalance in leen (hoek neerploft. Een wijsgeertg boek had ze natuurlijk onder d'r arm. Ja, oit t wijlsgeerig was heb ik niiet gezien, miaar dat zal wel. Enfin, pas zijn we weer in beweging of ze begint den neus op te halen van nog-een's-izoo, ien ruikt en snuffelt en loenscht naar aüle kanten. En waar achtig daar (had ze 't ontdekt!" "Vriend Frits (had zich omgedraaid 'en stond te oreeren vol vuur en gram schap nog, met den warm-waterketel In die eene hand, een groc-lepel in de önder. Verbeeld (je, ging hij voort, daar öbaipt ze ito eens met een allerbeminne lijkst (grijnsje naar mij toe en voor ik er nog maar half 'op verdacht ben, neemt ze mijn sigaar, die nu al lang uit was, tusschen -duim en vinger en draagt idie een armlengte voor zich uit, buiten de tram, om hem op straat te gooien. En toen Wendt ze zich weer met haar liiefleijk grijinsje tot mij: „Och, u neeimt me toch niet kwalijk, mijnheer? ük ben Jeanne van lAmstel van den an ti-nicotinebanld". Ik was te beteuterd om antwoord te geven, die passagiers grijnsden in stie- kemlte, gelukkig nog meer om haar dan om mij. Het was datzelfde schep sel, dat laatst tegen de uitgedoofde si garen in de kranten schreef. Met een ismak zette vriend Frits de ketel bij den schoorsteen neer en nog vol emotie tengevolge van de (herinne ring zakte hij in z'n luien stoel. (Tot inlichting van mijn lezers, merik ik hierbij op, dat onze dagmis den enkele diagen geleden overstroomd werden irnet ingezonden stukken- schrijvers en schrijfsters, die allen nu eens willd'en zeggen, wat ze op het hart hadden, voor onze tram: de een vond, dat ze te langzaam reed, de ander te snel, een derde protesteert tegen drin gen en vechten en wil de wachtende passagiers „en queue" plaatsen, een vierde wil andere kaartjes, een vijfde zweert bij Den Haag, een zesde wil nikkelmuntstukken daarvoor invoe ren, enzoovoorts. Wellicht vertel ik l-ater nog eens van onze tram. Wat Jeanne van lAtoistel vertelde zagen we reeds. Ik meende tm'n vriend wat zout cp den staart te mloeten leggen en ik zei: Kijk, ouwe Jongen, meisj'es zijn meisjies en daar ds de zaak mee uit. Ze zijn je ten slotte toch de baas. Maar dat wias wind op d'e zeilen van Frits zijn oppositiemolen. Meisjes zijn meisjes? Voer hij uit. Juist, meisjes zijn meisjes en 'die mochten zich wel wat bedaard hou den! Weet je wei dat er op dit oogen- blik 24.382, zegge vier en twintig dui zend drie honderd twee en tachtig, vrouwen en miedsjes te veel zijn in (Am sterdam? Ik Méld tmij van den domme, Facits kwam op zijn stokpaardje. Die 24,382 m'oeten per sé ongetrouwd blij'ven en in dét opzicht ken jij de vrouwen net zoo goed als ik. Zij zien het nog lang niet genoeg in, walk een overmacht wij over ze hébben, door dat wij zooveel minder in aantal zijn. En reiken daarbij dan nog eens liet groote aantal mannen, dat tegenwoor dig het celibaat verkiest boven vader Cats' huwelijksfuik, vooral hier in Amsterdam. Dat wordt ook al jaar op jaar erger. Maar 't is de vrouwen d'r eigen schuld. Meer dan vier en twin tig duizend vrouwen méér dan man nen, en idan nog zooveel praats! t Is belachelijk! We wanen aan een tweede grocje be gonnen en ons gesprek was terecht gekomen op de groote-mannen-veree- ring van de laatste dagen. Ben jij bij de BiMendijkfeesten in het Concertgebouw geweest? vroeg ik Frits. Dat kan je nèt denken, (mopper de hij terug. Ik zal me daar naar een nationale feestviering gaan, die door een stuk of wat menscheen voltrokken wordt. 't Lijkt werkelijk, of de gulden mid denweg nu 'absoluut niet meer bestaat. Daar had je laatst dlie hyper-dolle „Volks"-veTeering van Remibrancft, door menschen, die dagelijks in de ge legenheid zijn. van Rembrandts kunst te genieten, maar die het zoowat geen enkele keer de moeite waard achten, eens een haiven dag in het Rijksmu seum door te brengen. Optochten, vuurwerk, een can-can in de straten, dolle foospartijen van „kiele-fcae&e- Rembrandt" enz. Enfin, de organisa tors hebben over hun festiviteiten ge noeg te slikken gehad en ze hebben blijkbaar .ook ingezien, dat zóó'n ver eering van een groot kunstenaar meer lijkt op een onteering. En nu... slaan ze eens naar den an dieren kant over. Nu is Bilderdijk ver eerd, maar door slechts een stuk of wat van de „beste" Amsterdammers. Heb je het in het „Handelsblad" gele zen? Heuschi, het stond er. „Gansch de (zaal. de gaanderijen en het orkest wa ren gevuM door datmies en beeren uit dé (besta kringen dor hoofdstad," olm' naar de feestrede van dr. Kuyper te luisteren. Ik geloof best, dat die redle van dr. Kuyper heel mooi is ge weest, dat is dén oud-minister wél toe vertrouwd, en ik geloof ook wel, dat Bouwmeester prachtig heeft voorge dragen, en dat de tentoonstelling in het .Stedelijk (Museum heel aardig is, dat de onthulling van Bilderdijk's buste in het Rijksmuseum werkelijk 'amusant was amusant natuurlijk tin de goeie foeteekenis ik geloof aan nog een heeléboel dingen meer, maar dat die stMé afgetrokkenheid bij die Bilderdijkfeesten recht evenredig zijh Moest aan .de dolle Md'ruchtighei'd bij de Rembrandtfeesten, zie je, ik vind het eerste net zoo dwaas als"het laat ste. Nu was dé ididhter-vereering slechts aan enkelen weggelegd. Een nationale vereering op (gereserveerde plaatsen. Bilderdijk aal het niet doen, de dichter was een te stroeve kamer geleerde, maar als hij den jolytigen aard had van Rembrandt, dan zou hij zich even kostelijk op zijn vereereude AlmateidlamlmePs wreken, als Rem brandt dat gedlapt heeft.. Kerel, wat heb ik gelachen. Ik vond de Mop. éénig". Ik wist Waarlijk niet, op welke wraak vriend Frits- (doelde, en ik keek hem vragend aan. Heb je dan de geschiedenis van Rembrandt" van de Maatschappij „Nederland" niet gelezen? vroeg hij. Ta, 'die had ik wel gelezen, miaar ik snapte toch het verband nog niet recht. Dan zal ik héfc je zeggen. Dat groote schip heeft niet 'alleen Rem brandts naam- gekregen, maar verle den week was er ook zijn geest in ge varen. En toen hij nu verleden week door Ide Oosterdoksluis naar 'het IJ Moest worden gebracht, toen vertikte hij het lekk-eT. Je weet, dat men het een keer of drie geprobeerd heeft, hem er door te krijgen, altijd bij midder nacht, want pas om half twee kan de spoorbrug geopend worden, waar hij door moest. De directeur der Ne'd. Scheepsbouwmaatschappij kon trek ken zoo hij wou, Rembrandt bleef. En toen is dat stiekeme duiveltje der wraak nog verder gegaan. Je hebt ge zien hoe verleden week de grachten overloopeud vol stonden. Een dorado voor de straatjongens! Het wemelde van schepnetjes aan den waterkant om de ■visdhjes te bemachtigen, die overal (aan de oppervlakte hun laatste strijd kwamen strijden. Niemand snapte eerst, waar -diat boo ge water vandaan kwam. Maar verscheidene Amsterdammers werden vrijiwat door den watervloed geteisterd. Heel wat (kelders zijn ondeirgeloopen. (Rembrandt, Rembrandt, guitige Rembrandt! Daar hebben ze (je eerst een idag of wat geleden „gevierd en aangebeden", en nu neem je ze zoo te pakken. Ik .denk, dat hij zich den tijd nog herinnerde, dat Hendrikje Stoffels niets meer op de pof kon krijgen. Och, heer, die brave handelaars, 'm kruide niers- -en grutterswaren, nu hebben ze zulke prachtige feesten voor hem ge organiseerd een winkeliers-comité in het Bilderdijfc-kwartier ging zelfs zoover, te puMliceeren, dat ook In die buurt veel moois te zien zou zijn, en die boaze, guitige Rembrandt orga niseert voor hun een „Rembrandt- vloed". Hunne pakkedders met allerlei waren liepen onder. De bouwondernemers zijn niet min der op hun teentjes getrapt. Pompen, meneer, pompen, den heelen dag. (Schade, allemaal schade! Kamerlingh Onnes ontdekte, ölat hét évenals de Letdsche watervloed 3n 1574 ook juist op den 3en October viel. En, geestige Rembrandt, wat geef je ook (Burgemeester en Wethouders een zware pijp te rooken. Ook als beloo ning voor die scboone feesten? Vian 'alle kanten Wordt nu geroepen: „Wie gaf (B. en W. het recht), 'de sluizen te 'openen?" (olm het water te doen stij gen ten behoeve van één enkele Maat schappij ten naldeele echter van hon derden ingezetenen van Amsterdam?" B. en W. geven geen antwoord. Nie mand geeft (antwoord! Van den laag- sten tot den hoogsten 'ambtenaar, al len zwijgen ze als moffen. (Stoute ReMbranidt, nu je daar zoo rustig op het IJ ligt te dobberen, nn je eindélijk hebt toegegeven aan den Idrang van vier sterke sleepbooten, weet (jij- het niet...? Vriend Frilts had rich' opgewonden ■onder hét spreken, Zoozeer vergenoeg de hij zich in het geval. Bilderdijk zal ri'ch natuurlijk niet izoo wreken, die achtte rich te ver ver beven boven ail het kleine mensdhelijk gedoe. Z'n geest heeft meewarig ge lachen om dehuflldé. iMaar eerstdaags kamt Vondel. Mis schien, Misschien dat die Bilderdijk gaat wreken. Je weet wel dat groote schop, dat nu weer op stapel ligt, is „Vondel" gedoopt, 't Is evengroot ais dé „.Rembrandt". Wie weet, hoe die nu weer z'n Amsterdammers te pak ken neemt. Och. man, wiat zou ik dat leuk vinden! iSlecht van me, hè? Och ja, ,zoo ben ik nu Stadsnieuws Muziek- en voordracht- avond. De eerste muziek- en voordracht avond (der Haarlemsche Toynb.ee-V-er- eeniiging zal gegeven worden oj: Woensdag 17 October in de bovenzaal der Vereeniging. Er zullen medewerken mevr. Jose phine Spoor, Laren (voordracht), me juffrouw Mannie Neeb, 's-Gravenbage (zang) en de heeren J. Vergay, W. J Coque'lin, D. II. van Aken, Haarlem (mandoline) en N. P. Reinzijn, Haar lem (gunt aar). Een aanbeveling voor dezen avond te schrijven achten wij ormoodiig. Wij behoeven slechts aan de avonden van vorige jaren- te herinneren, die zoo uitnemend slaagden. ZANG EN VRIENDSCHAP TE TOURCOENG. De heer M. H. van 't Rruijs schrijft in de Muziekbode De heer Torc'het uit. Parijs, die in d|e hoogste nfdeeling van het Con cours te Tourcoing secretaris was (Maréchal uit Parijs was president) zond mij een exemplaar van „Le Monde orphéoniqué', waarin het ver slag over dat concours. Met verba zing herlas ik toen opnieuw de feiten over het koor uit la Bouverie, dat één toon te hoog eindigde. Verviers dat een kleine terts was gerezen en dan vraag lk mijzeïve af, hoe dat te rijmen Is met de eischen, die men als jurylid stellen moetIk neem aan, dat een koor rijst of zakt door om standigheden, dat zal ieder jurylid wel begrijpen, maar een kleine terts te hoog en dan een tweede prijs Haarlem bleef op toon, Haarlem zong het meest accuraat en als Haarlem zijn directeur niet met 50 leden te weinig naar Tourcoing had laten trekken, dan.... enfin, 't is voorbij 1 HOFBERICHTEN. H. M. de Koningin-Moeder, verge zeld' van baronesse van Ittersum, Jonkvr. van de Poll en Ridder Pauw van Wieldrecht, woonde Zondagmor gen de godsdienstoefening bij. in de Herv. kerk te Baarn, onder gehoor v.an Ds. H. H. Meulenbelt. MINISTER RINK TE GRONINGEN. Maandag om 12.45 -arriveerde te Groningen de Minister van Binnen- landsche Zaken, mr. Rink, met den heer Royer, referendaris der afdee- ling kunsten en wetenschappen en onderwijsgebouwen, afgehaald door rair. Geertsema en mr. Ten Bruggen Café, rasp. voorzitter en secretaris van het College van Curatoren der Universiteit. Het bezoek staat in ver band met een door de Curatoren bij den Minister ingediend plan tot her stelling van het Academiegebouw. Na de lunch bij den heer Ten Bruggen Cate werd het 'afgebrande Academie gebouw bezichtigd en vervolgens een bezoek gebrachït aan enkele andere Academische inrichtingen, zoo aan het Academisch Ziekenhuis, waar de burgemeester, als voorzitter van de Commissie van Beheer, de bezoekers ontving. Na het diner bij mr. Geertse ma vertrok de Minister met den avondsneltrein. BALI. Blijkens een Uit Nederlandsch- Ind-ië bij de Regeering ontvangen te legram heeft het zelfbestuur van het Balische landschap Bangli er in toe gestemd een nieuw politiek contract te sluiten, de vuurwapenen in te le veren en andere waarborgen te ge ven voor de toekomst. Het Hbld. teekent daarbij aan Het is dan op Bald dank zij ook ongetwijfeld de goede voorbereiding, zoowel in militairen als in staatkun digen zin wel bijzonder voorspoe dig gegaan Den lOen September vertrokken de troepen van Batavia, den 14den was de landing bij Sanoer afgeJaopen den 14en October, du9 binnen één maand, is aan allen tegenstand een einde gemaakt, Badoeng veroverd.... Tabanan onderworpen.... Kloeng- koeng, en thans Bangli aan alle eischen gehoorzamend. Er is, dunkt ons, (geen twijfel aan of thans zal op Bali, gelijk sedert een twaalftal ja ren op het naburig Lombok, een tijd perk aanvangen van rust en toene mende welvaart. Do correspondent der Tel. te Bata via seint „Bangli heeft toegestemd in de do'or onze regeering gestelde voorwaarden en twee hoofden uitgeleverd, die ons gouvernement vijandig gezind wa ren. Deze twee hoofden zijn naar Ban- joewangi, op de Oostkust van Java, overgebracht." EEN LANDGOED GESLOTEN. Men schrijft uit Oosterbeek Heden is het landgoed Sonnenberg voor het publiek gesloten. Oorzaak der sluiting van dit door het geheele land bekende goed, rijn de patiënten van het longlijders-sanatorium Boschlust. EEN SCHOT GELOST. Door rijks- en gemeentepolitie te Lonneker is naar Almelo overge bracht de strooper S„ die in het jachtveld achtervolgd wordende door den gemeenteveldwachter B., op de zen een schot loste, zonder hem even wel te treffen. DESERTEURS. De beide gedeserteerde huzaren van het 3de regiment uit Den Haag, H. uit Glanerburg en S. uit Dordrecht, heb ben zich bij de marechaussees te Gla nerburg aangemeld. LANDVERHUIZING NAAR ECUADOR. De Tagliche Rundschau waar schuwt, op grond: van ambtelijke me dedeel irjgen (zegt hét blad) tegen landverhuizing naaf de Zuid-Ameri- kaansche Republiek Eicuador, op aan biedingen van Vasconez Cepeda en de firma Alexander en Co., die op treden voor een „Equatorian Emigra tion Land Company". Deze maat schappij heeft van de regeering van Ecuador een groot terrein verkregen, om daarop landverhuizers te vesti gen, bij voorkeur Duitschers en Hol landers. Volgens het Duitsche blad. is ech ter dit terrein nog ten cteele onbe kend, er zijn geen wegen, ook geen levensmiddelen te krijgen. ERNSTIGE MISHANDELING. In den nacht van Zondag op Maan dag is er te Woensel duchtig gevoch ten. In den Boomgaard bij C. v. d. Vorst, vader van vier kinderen, is de huisdeur gebombardeerd en nage noeg ingetrapt. V. d. V., die reeds te bed lag, kwam op zijn bloote voeten naar buiten, waar hij een' riek greep om rijn aanvallers te verjagen. Hij werd toen e venwel uieit zijn eigen riek 'hevig toegetakeld. Elf wonden wer den hem in den rug toegebracht, waarvan twee levensgevaarlijk. Als veamoedelijke dader is gearresteerd de 19-jarige sigarenmaker H. te Woen sel, wiens zwager M. met zijn buur man den getroffene, sedert eenigen tijd op gespannen voet stond. HONDENVOER. Te Veenendaal is door den brigade commandant der marechaussee weder beslag gelegd -op een aan vlekziekte gestorven varken, dat te Eist voor f 4.25 gekocht was. Het do o de dier woog 270 pond, en was voor den schijn nog geslacht (gestoken). Het heette besteand te zijn voor honden voer, doch zelfs daarvoor was het be derf reeds te veel ingetreden', eru bo vendien zijn alle honden te Veenen daal en omstreken niet in staaf te ver orberen wat aan gestorven vee voor hen bestemd heef. De gezondheids commissie, wetende hoeveel dergelijk vleesch van daar en omstreken langs zijwegen en over kleine stations vervoerd woidt naar Uif (hief Engelsch, van HEADON HILL. Zoo, mijn waarde, we behoefden wiet op u te wachfein om dat te we ten te komen, zei Bertiha Roumier spottend. De oude juffer heeft er voor gezorgd, dat we het weten. Crispin nam een houding aan-. Ja, maar dlie (informatie deugt niet, z-eii ze trotsdh. De „Idialia" gaat niet naar Gibraltar. Men zal de kust houdenExmiout-h is de eerste aan legplaats. Zij heeft haar plan veran derd, na van een bezoek gehoord te hebben. En dat is niet alles. Mijne meesteres weet al lang wat haar dreigt, en IK weet wie haar waar schuwt. Hét .is de nieuwe jongen, die het buffet bedlient, dezelfde snuiter, die een dag of tien de lift bediend hééft, dadelijk na onze komst te Lon den. De drie saamverbondenen keken el kaar aan. Zij hebben opniieuw hun gdheim- -zihniigen détectliive in (dien arm geno men, en 'dé jongen as een van zijne spionnen, zei VouJes. Dat is toevallig, sprak Bertha. Ik zag hem ah den salon, en dat heeft me belet een- klein „souvenir" achter te laten, dat ik mijn wijde mouw ver borgen) had. Maar hij is een onbedui- dende spion in de partij, voegde ze er zorgeloos 'bij. Wat we moeten weten, is, wié- die man is die hem gebruikt. Misschien kan ik u op den weg 'helpen, zei Crispin levendig. Dadelijk nadat ze haar plan gemaakt ha.d om de route te veranderen, is ze een tele gram gaan schrijven, dat ze mij wei gerde mee te geven. Als ge weet te handelen, kunt ge het papier onder- icheppen. De lcadé is donker genoeg. Bestzei Bertha, glimlachend twee rijen schitterend© tanden too rnende. Fayter, diat plannetje komt u van rechtsweg© toe. Gauw, ga den jongen opwachten, Wat u betreft, miss Crispin, ge hebt goed gewerkt. Ziehier een voorschot van vijf honderd fres. cp de som, die ge krijgt als alles afge- loopen is. Kunt u nn niiet zeggen, wat dat eigenlijk is vroeg Crispin, hoewel ze toch het geld aannam. Het schijnt rne toe, dat ik toch wel mag weten welk gevaar ik loop. Ik heb u geholpen' v.an den dag af dat u mij vroegt Dat ik n betaald heb om mij op de hoogt© te houden van het -doen en laten uwer meesteres, zei Berthia uit de hoogte. Laten we de zaken bij hun naam noemen. Neen, miss Crispin, wij betalen onze bedienden goed, maar wij zeggen niet waar het om gaat. Ga nn terug naar uw post, en als ge mijnheer Fray.nie bezig ziet om den jongen aan het praten te krijgen, kijk dan als het u belieft een -anderen kant uit. Zoodr.a ge Exmouth bereikt hebt, verzeker u dan aan bet postkantoor of er ook iets voor u is. In het geval, -dat wij uw diensten noodig hebben-, zult gij ©en brief vinden, als naar ge woonte gea-dheteseerd'. Tot ziéns Aldus afgescheept, ging de ontrou we kamenier, die geen tijd te verlie zen had, snel naar het jacht terug, dat ze in weinig tijd bereikte. Marion had ai lang haar telegram gereed, maar uit eten soort van wan trouwen haastte zij rich niet om het te verzenden. Té en de eerste bel van hef middagmaal luidde, en toen Cris pin bezig was in de toiletkamer, ging de jonge vrouw naar Badger, en stel de hteni het telegram ter hand'. Het droeg het telegrafisch adres van Quayne. „Alwetend. Londen. Zij zijn op „(het jacht geweest en kennen onze „bestemming. Veranderen van „route om hen te misleiden. Eer- „ste aanlegplaats Exmouth." Mét het. papier in de hand, ging Badger vlug over de nu bijna, verlaten kadé en was weldra hij de plek waar Frayne hem verscholen opwachtte, be sloten te weten te komen wat er op het papier stond, .al moest -hij er ook voor gebruiken wat Bertha noemde de meest dringend© 'argumenten. Hem ziend© aankomen, verliet hij zijne schuilplaats om dien knaap te ontmoe ten, toen er iets vreemds gebeurde. Badger ging j uist den hoek om toen een man van hooge gestalte, in een langen reismantel en met een linnen pet tot in de oogen, den hoek bereikte, en, met enkele stappen den jongen in halende, naast hem ging loopen. Frayne hield' plotseling stand. Het wasmoeilijk in tegenwoordigheid;van een getuige Badger te ondervragen of hem met geweld het telegram te ont rukken. Wat te doen BerthaRou mier of Scorrier Voules zouden wel licht in hun vruchtbaren geest een redmiddel gevonden hebben. Frayne wist niets anders te doen dan op zijn tanden te knersen, zijn slechte kans te vervloeken en 'de tw*ee te volgen om te trachten iets van hun onderhoud op te vangen. Al wat hij 'kon héoren was de uit roep van Badger In dat geval, mijnheer, moet ik gehoorzamen Maar als de Amerikaan' het vervolg van hun gesprek had kunnen hooren, zon (hij grootelijks verwonderd zijn geweest, diaar hij van zijn schuil plaats het half verlichte jacht niet uit het oog verforen had, en zeker wist, dat er na Billy niemand aan wal was j gegaan. Wacht -een minuut, mijn jongen, had de man- met den reismantel ge zegd ik moet weten of er geen ver gissing in dat papier staat. Badger, zich levendig omkee'renide, en met scherpen blik het half ondér de pet verborgen gelaat beschouwen de, herkende of meende te -herkennen den man, die ham zoo pas was voor- gestéld ais de echtgenoot van miss Fermermaar de jongen was voor zichtig en gewaarschuwd; uit een half woord had hij begrepen, dat Mari'on niet wilde, dat mijnheer Armytage op de hoogte zou zijn van haar corres pondentie met Quayne, en dus vroeg bij, alvorens het papier over te geven: Stuurt miadiam© u Ja, zij zelf. Zij heeft me aanbe volen te zien of er geen abuis in is, herbaalde de man met een stern, die Badger herinnerde aan. het korte on- dciboud met Armytage op het Strand. Toen sprak Billy de woorden, die het oor van Frayne bereikten „In dat geval, mijnbeer, moet ik gehoorza men." En 'hij ;gaf dear ander het papier, dat deze zich baaste onder een eüectrische lamp te lezen. Dank je, zei 'hij kort, en gaf het papier terug. Er is niets te verbéte ren. En omkeerende nana hij. of schoen te nemen -den weg naar het jacht. terwijl Badger, verlangend den ver- lonen tijd in te halen, zich in tegen overgestelde -richting verwijderde. Dadelijk nadat hij den jongen af scheid- had zien nemen van den man met de pet, wilde Fr.ayne hem achter volgen, maar hij kon tegen den klei nen detective met op. Nog vóór dat de Amerikaan de helft van de kade was overgestoken, had de andere den gan- scbeui weg cl afgelegd', was door de poort der dokken gegaan en in de drukke, half verlichte straat verdwe nen. Met dezelfde haast gaf hij zijn telegram aan het bureau af, en na eenige zigzagbewegingen kwam hij op de „Idalia" terug, zonder zelfs door zijn vervolger genaderd te zijn. De heele zaak had niet meer dan tien mi nuten gevorderd. Want Badger had niet alleen ge vleugelde voetenbij scheen ook de roepsgave te bezitten van zijn oogen te hebben in zijn achterhoofd. Hij had Frayne heel goed' herkend en had er schik in gehad, als een echt kind, dat hij eigenlijk nog was, om hem nutte loos de straten te doen doorkruisen; daarna was hij met lichten tred den weg naar liet toevluchtsoord ingesla gen. Ik heb niet slecht gewerkt, zei de hij tevreden tot zichzelf. Twee van. dlie vogels op één dag om den tuin geleed; d© patroon zal tevreden over me zijn. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 5