NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Uit de Hoofdstad.
Birai rated
Feuilletf
De Wrejker®
24e Jaargang. No. 7150
Verschijnt dagelijks, beMm ep Zon- Feestdagen;
WOENSDAG 17 OCTOBER 1900 B
HAARLEMS DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
Voor Haarlem pegs brie maandens Van 1—5 regels 50 Cts,: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
"«*££8?*de" W Agent 'gevestigd is (hom der' 1-5 'egeis^elh^e. ^a.S^eiames 30 Cent per regel.
F^^p^Nmiêriind i i.^ 50*8» h0085teflS
Gëfllustreeid Zondagsblad, voor Haarlem 03714 Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
-de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Teleloonnnrnmer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Wigave de.- Vennootscllap Lourens Coster, Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buiteuspaarue 6. Telefoonnummer 122.
i en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiEn
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie générale de Publlclté Etrangère O. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3P" Faubourg Montmartre.
TWEEDE BLAD.
Ük had imajm oude plaatsje ingeno
men ap de sofa in den boek van de ka
lmer. M'n vriend Frats sneed.' schijfjes
voor idle gnoe. We (hebben dat zoo elke
veertien dagen geregeflJd eenmaal. Dan
trekken we ons voor een' enkelen
avond van alles en aMem terug op
Frits' werkkamer, om elkaar onze be
vindingen van de laatste dagen te
vertellen, of daar wdjsgeerige boomen
tolver op te izetten ondier het genot van
een warm grocje. met een pittige si
gaar.
Vriend Flits schenk warm water bij.
Moet jie toooren, begon hij toen,
wat me diaar deze week in d'e tram
Overkomt, lik kom izo'o van kantoor
om een uur of vijf met een sigaar, die
tik jiuist (heb aangestoken, 't Begint wat
te regienen ien ik denk, omdat ik zon
der paraipliiie (ben, kom, weet je wat,
Ik pak een trammetje. Goed1 ik stap
op, lijn 10. en omdat het op het balcon
vol is. ga lk (binnen zitten. Nu is het
consigne In de train: „Niet rooken".
Dat Vindt lik ook billijk, hoewel ik erg
van een sigaar houd, en ik laat dus
M'n sigaar bedaard uitgaan. Weg
gooien vond ik zoude, omdat ik er pas
een halve centimeter van had opge
rookt.
We Waren ial een heel eind op weg,
het (Riokin en de 'ReguMerébreestraat
al iaf, en ik raaktte izoo ieen beetje in de
dut, omdat je in de tram nu eenmaal
(als een zoutpilaar zit. zonder een en
kel woordje te spréken, toen d'r op
het Rembrandtp'Mn een juffrouw in
stapt met een liberty-hoed op en in
reform maar izoo'n hobbezak-reform
die met d'e noodige nonchalance in
leen (hoek neerploft. Een wijsgeertg
boek had ze natuurlijk onder d'r arm.
Ja, oit t wijlsgeerig was heb ik niiet
gezien, miaar dat zal wel.
Enfin, pas zijn we weer in beweging
of ze begint den neus op te halen van
nog-een's-izoo, ien ruikt en snuffelt en
loenscht naar aüle kanten. En waar
achtig daar (had ze 't ontdekt!"
"Vriend Frits (had zich omgedraaid
'en stond te oreeren vol vuur en gram
schap nog, met den warm-waterketel
In die eene hand, een groc-lepel in de
önder.
Verbeeld (je, ging hij voort, daar
öbaipt ze ito eens met een allerbeminne
lijkst (grijnsje naar mij toe en voor ik
er nog maar half 'op verdacht ben,
neemt ze mijn sigaar, die nu al lang
uit was, tusschen -duim en vinger en
draagt idie een armlengte voor zich
uit, buiten de tram, om hem op straat
te gooien.
En toen Wendt ze zich weer met
haar liiefleijk grijinsje tot mij: „Och, u
neeimt me toch niet kwalijk, mijnheer?
ük ben Jeanne van lAmstel van den an
ti-nicotinebanld".
Ik was te beteuterd om antwoord te
geven, die passagiers grijnsden in stie-
kemlte, gelukkig nog meer om haar
dan om mij. Het was datzelfde schep
sel, dat laatst tegen de uitgedoofde si
garen in de kranten schreef.
Met een ismak zette vriend Frits de
ketel bij den schoorsteen neer en nog
vol emotie tengevolge van de (herinne
ring zakte hij in z'n luien stoel. (Tot
inlichting van mijn lezers,
merik ik hierbij op, dat onze dagmis
den enkele diagen geleden overstroomd
werden irnet ingezonden stukken-
schrijvers en schrijfsters, die allen nu
eens willd'en zeggen, wat ze op het hart
hadden, voor onze tram: de een vond,
dat ze te langzaam reed, de ander te
snel, een derde protesteert tegen drin
gen en vechten en wil de wachtende
passagiers „en queue" plaatsen, een
vierde wil andere kaartjes, een vijfde
zweert bij Den Haag, een zesde wil
nikkelmuntstukken daarvoor invoe
ren, enzoovoorts. Wellicht vertel ik
l-ater nog eens van onze tram. Wat
Jeanne van lAtoistel vertelde zagen we
reeds.
Ik meende tm'n vriend wat zout cp
den staart te mloeten leggen en ik zei:
Kijk, ouwe Jongen, meisj'es zijn
meisjies en daar ds de zaak mee uit.
Ze zijn je ten slotte toch de baas.
Maar dat wias wind op d'e zeilen van
Frits zijn oppositiemolen.
Meisjes zijn meisjes? Voer hij uit.
Juist, meisjes zijn meisjes en 'die
mochten zich wel wat bedaard hou
den! Weet je wei dat er op dit oogen-
blik 24.382, zegge vier en twintig dui
zend drie honderd twee en tachtig,
vrouwen en miedsjes te veel zijn in (Am
sterdam?
Ik Méld tmij van den domme, Facits
kwam op zijn stokpaardje.
Die 24,382 m'oeten per sé ongetrouwd
blij'ven en in dét opzicht ken jij de
vrouwen net zoo goed als ik. Zij zien
het nog lang niet genoeg in, walk een
overmacht wij over ze hébben, door
dat wij zooveel minder in aantal zijn.
En reiken daarbij dan nog eens liet
groote aantal mannen, dat tegenwoor
dig het celibaat verkiest boven vader
Cats' huwelijksfuik, vooral hier in
Amsterdam. Dat wordt ook al jaar op
jaar erger. Maar 't is de vrouwen d'r
eigen schuld. Meer dan vier en twin
tig duizend vrouwen méér dan man
nen, en idan nog zooveel praats!
t Is belachelijk!
We wanen aan een tweede grocje be
gonnen en ons gesprek was terecht
gekomen op de groote-mannen-veree-
ring van de laatste dagen.
Ben jij bij de BiMendijkfeesten in
het Concertgebouw geweest? vroeg ik
Frits.
Dat kan je nèt denken, (mopper
de hij terug. Ik zal me daar naar een
nationale feestviering gaan, die door
een stuk of wat menscheen voltrokken
wordt.
't Lijkt werkelijk, of de gulden mid
denweg nu 'absoluut niet meer bestaat.
Daar had je laatst dlie hyper-dolle
„Volks"-veTeering van Remibrancft,
door menschen, die dagelijks in de ge
legenheid zijn. van Rembrandts kunst
te genieten, maar die het zoowat geen
enkele keer de moeite waard achten,
eens een haiven dag in het Rijksmu
seum door te brengen. Optochten,
vuurwerk, een can-can in de straten,
dolle foospartijen van „kiele-fcae&e-
Rembrandt" enz. Enfin, de organisa
tors hebben over hun festiviteiten ge
noeg te slikken gehad en ze hebben
blijkbaar .ook ingezien, dat zóó'n ver
eering van een groot kunstenaar meer
lijkt op een onteering.
En nu... slaan ze eens naar den an
dieren kant over. Nu is Bilderdijk ver
eerd, maar door slechts een stuk of
wat van de „beste" Amsterdammers.
Heb je het in het „Handelsblad" gele
zen? Heuschi, het stond er. „Gansch de
(zaal. de gaanderijen en het orkest wa
ren gevuM door datmies en beeren uit
dé (besta kringen dor hoofdstad,"
olm' naar de feestrede van dr. Kuyper
te luisteren. Ik geloof best, dat die
redle van dr. Kuyper heel mooi is ge
weest, dat is dén oud-minister wél toe
vertrouwd, en ik geloof ook wel, dat
Bouwmeester prachtig heeft voorge
dragen, en dat de tentoonstelling in
het .Stedelijk (Museum heel aardig is,
dat de onthulling van Bilderdijk's
buste in het Rijksmuseum werkelijk
'amusant was amusant natuurlijk
tin de goeie foeteekenis ik geloof aan
nog een heeléboel dingen meer, maar
dat die stMé afgetrokkenheid bij die
Bilderdijkfeesten recht evenredig zijh
Moest aan .de dolle Md'ruchtighei'd bij
de Rembrandtfeesten, zie je, ik vind
het eerste net zoo dwaas als"het laat
ste. Nu was dé ididhter-vereering
slechts aan enkelen weggelegd. Een
nationale vereering op (gereserveerde
plaatsen. Bilderdijk aal het niet doen,
de dichter was een te stroeve kamer
geleerde, maar als hij den jolytigen
aard had van Rembrandt, dan zou hij
zich even kostelijk op zijn vereereude
AlmateidlamlmePs wreken, als Rem
brandt dat gedlapt heeft..
Kerel, wat heb ik gelachen. Ik vond
de Mop. éénig".
Ik wist Waarlijk niet, op welke
wraak vriend Frits- (doelde, en ik keek
hem vragend aan.
Heb je dan de geschiedenis van
Rembrandt" van de Maatschappij
„Nederland" niet gelezen? vroeg hij.
Ta, 'die had ik wel gelezen, miaar
ik snapte toch het verband nog niet
recht.
Dan zal ik héfc je zeggen. Dat
groote schip heeft niet 'alleen Rem
brandts naam- gekregen, maar verle
den week was er ook zijn geest in ge
varen. En toen hij nu verleden week
door Ide Oosterdoksluis naar 'het IJ
Moest worden gebracht, toen vertikte
hij het lekk-eT. Je weet, dat men het
een keer of drie geprobeerd heeft, hem
er door te krijgen, altijd bij midder
nacht, want pas om half twee kan de
spoorbrug geopend worden, waar hij
door moest. De directeur der Ne'd.
Scheepsbouwmaatschappij kon trek
ken zoo hij wou, Rembrandt bleef.
En toen is dat stiekeme duiveltje der
wraak nog verder gegaan. Je hebt ge
zien hoe verleden week de grachten
overloopeud vol stonden. Een dorado
voor de straatjongens! Het wemelde
van schepnetjes aan den waterkant
om de ■visdhjes te bemachtigen, die
overal (aan de oppervlakte hun laatste
strijd kwamen strijden. Niemand
snapte eerst, waar -diat boo ge water
vandaan kwam. Maar verscheidene
Amsterdammers werden vrijiwat door
den watervloed geteisterd. Heel wat
(kelders zijn ondeirgeloopen.
(Rembrandt, Rembrandt, guitige
Rembrandt! Daar hebben ze (je eerst
een idag of wat geleden „gevierd en
aangebeden", en nu neem je ze zoo te
pakken.
Ik .denk, dat hij zich den tijd nog
herinnerde, dat Hendrikje Stoffels
niets meer op de pof kon krijgen. Och,
heer, die brave handelaars, 'm kruide
niers- -en grutterswaren, nu hebben ze
zulke prachtige feesten voor hem ge
organiseerd een winkeliers-comité
in het Bilderdijfc-kwartier ging zelfs
zoover, te puMliceeren, dat ook In die
buurt veel moois te zien zou zijn,
en die boaze, guitige Rembrandt orga
niseert voor hun een „Rembrandt-
vloed". Hunne pakkedders met allerlei
waren liepen onder.
De bouwondernemers zijn niet min
der op hun teentjes getrapt. Pompen,
meneer, pompen, den heelen dag.
(Schade, allemaal schade!
Kamerlingh Onnes ontdekte, ölat hét
évenals de Letdsche watervloed 3n 1574
ook juist op den 3en October viel.
En, geestige Rembrandt, wat geef je
ook (Burgemeester en Wethouders een
zware pijp te rooken. Ook als beloo
ning voor die scboone feesten? Vian
'alle kanten Wordt nu geroepen: „Wie
gaf (B. en W. het recht), 'de sluizen te
'openen?" (olm het water te doen stij
gen ten behoeve van één enkele Maat
schappij ten naldeele echter van hon
derden ingezetenen van Amsterdam?"
B. en W. geven geen antwoord. Nie
mand geeft (antwoord! Van den laag-
sten tot den hoogsten 'ambtenaar, al
len zwijgen ze als moffen.
(Stoute ReMbranidt, nu je daar zoo
rustig op het IJ ligt te dobberen, nn
je eindélijk hebt toegegeven aan den
Idrang van vier sterke sleepbooten,
weet (jij- het niet...?
Vriend Frilts had rich' opgewonden
■onder hét spreken, Zoozeer vergenoeg
de hij zich in het geval.
Bilderdijk zal ri'ch natuurlijk niet
izoo wreken, die achtte rich te ver ver
beven boven ail het kleine mensdhelijk
gedoe. Z'n geest heeft meewarig ge
lachen om dehuflldé.
iMaar eerstdaags kamt Vondel. Mis
schien, Misschien dat die Bilderdijk
gaat wreken. Je weet wel dat groote
schop, dat nu weer op stapel ligt, is
„Vondel" gedoopt, 't Is evengroot ais
dé „.Rembrandt". Wie weet, hoe die
nu weer z'n Amsterdammers te pak
ken neemt. Och. man, wiat zou ik dat
leuk vinden!
iSlecht van me, hè? Och ja, ,zoo ben
ik nu
Stadsnieuws
Muziek- en voordracht-
avond.
De eerste muziek- en voordracht
avond (der Haarlemsche Toynb.ee-V-er-
eeniiging zal gegeven worden oj:
Woensdag 17 October in de bovenzaal
der Vereeniging.
Er zullen medewerken mevr. Jose
phine Spoor, Laren (voordracht), me
juffrouw Mannie Neeb, 's-Gravenbage
(zang) en de heeren J. Vergay, W.
J Coque'lin, D. II. van Aken, Haarlem
(mandoline) en N. P. Reinzijn, Haar
lem (gunt aar).
Een aanbeveling voor dezen avond
te schrijven achten wij ormoodiig. Wij
behoeven slechts aan de avonden van
vorige jaren- te herinneren, die zoo
uitnemend slaagden.
ZANG EN VRIENDSCHAP
TE TOURCOENG.
De heer M. H. van 't Rruijs schrijft
in de Muziekbode
De heer Torc'het uit. Parijs, die in
d|e hoogste nfdeeling van het Con
cours te Tourcoing secretaris was
(Maréchal uit Parijs was president)
zond mij een exemplaar van „Le
Monde orphéoniqué', waarin het ver
slag over dat concours. Met verba
zing herlas ik toen opnieuw de feiten
over het koor uit la Bouverie, dat één
toon te hoog eindigde. Verviers dat
een kleine terts was gerezen en
dan vraag lk mijzeïve af, hoe dat te
rijmen Is met de eischen, die men als
jurylid stellen moetIk neem aan,
dat een koor rijst of zakt door om
standigheden, dat zal ieder jurylid
wel begrijpen, maar een kleine terts
te hoog en dan een tweede prijs
Haarlem bleef op toon, Haarlem zong
het meest accuraat en als Haarlem
zijn directeur niet met 50 leden te
weinig naar Tourcoing had laten
trekken, dan.... enfin, 't is voorbij 1
HOFBERICHTEN.
H. M. de Koningin-Moeder, verge
zeld' van baronesse van Ittersum,
Jonkvr. van de Poll en Ridder Pauw
van Wieldrecht, woonde Zondagmor
gen de godsdienstoefening bij. in de
Herv. kerk te Baarn, onder gehoor
v.an Ds. H. H. Meulenbelt.
MINISTER RINK TE GRONINGEN.
Maandag om 12.45 -arriveerde te
Groningen de Minister van Binnen-
landsche Zaken, mr. Rink, met den
heer Royer, referendaris der afdee-
ling kunsten en wetenschappen en
onderwijsgebouwen, afgehaald door
rair. Geertsema en mr. Ten Bruggen
Café, rasp. voorzitter en secretaris
van het College van Curatoren der
Universiteit. Het bezoek staat in ver
band met een door de Curatoren bij
den Minister ingediend plan tot her
stelling van het Academiegebouw. Na
de lunch bij den heer Ten Bruggen
Cate werd het 'afgebrande Academie
gebouw bezichtigd en vervolgens een
bezoek gebrachït aan enkele andere
Academische inrichtingen, zoo aan
het Academisch Ziekenhuis, waar de
burgemeester, als voorzitter van de
Commissie van Beheer, de bezoekers
ontving. Na het diner bij mr. Geertse
ma vertrok de Minister met den
avondsneltrein.
BALI.
Blijkens een Uit Nederlandsch-
Ind-ië bij de Regeering ontvangen te
legram heeft het zelfbestuur van het
Balische landschap Bangli er in toe
gestemd een nieuw politiek contract
te sluiten, de vuurwapenen in te le
veren en andere waarborgen te ge
ven voor de toekomst.
Het Hbld. teekent daarbij aan
Het is dan op Bald dank zij ook
ongetwijfeld de goede voorbereiding,
zoowel in militairen als in staatkun
digen zin wel bijzonder voorspoe
dig gegaan
Den lOen September vertrokken de
troepen van Batavia, den 14den was
de landing bij Sanoer afgeJaopen
den 14en October, du9 binnen één
maand, is aan allen tegenstand een
einde gemaakt, Badoeng veroverd....
Tabanan onderworpen.... Kloeng-
koeng, en thans Bangli aan alle
eischen gehoorzamend. Er is, dunkt
ons, (geen twijfel aan of thans zal op
Bali, gelijk sedert een twaalftal ja
ren op het naburig Lombok, een tijd
perk aanvangen van rust en toene
mende welvaart.
Do correspondent der Tel. te Bata
via seint
„Bangli heeft toegestemd in de do'or
onze regeering gestelde voorwaarden
en twee hoofden uitgeleverd, die ons
gouvernement vijandig gezind wa
ren. Deze twee hoofden zijn naar Ban-
joewangi, op de Oostkust van Java,
overgebracht."
EEN LANDGOED GESLOTEN.
Men schrijft uit Oosterbeek
Heden is het landgoed Sonnenberg
voor het publiek gesloten. Oorzaak
der sluiting van dit door het geheele
land bekende goed, rijn de patiënten
van het longlijders-sanatorium
Boschlust.
EEN SCHOT GELOST.
Door rijks- en gemeentepolitie te
Lonneker is naar Almelo overge
bracht de strooper S„ die in het
jachtveld achtervolgd wordende door
den gemeenteveldwachter B., op de
zen een schot loste, zonder hem even
wel te treffen.
DESERTEURS.
De beide gedeserteerde huzaren van
het 3de regiment uit Den Haag, H. uit
Glanerburg en S. uit Dordrecht, heb
ben zich bij de marechaussees te Gla
nerburg aangemeld.
LANDVERHUIZING NAAR
ECUADOR.
De Tagliche Rundschau waar
schuwt, op grond: van ambtelijke me
dedeel irjgen (zegt hét blad) tegen
landverhuizing naaf de Zuid-Ameri-
kaansche Republiek Eicuador, op aan
biedingen van Vasconez Cepeda en
de firma Alexander en Co., die op
treden voor een „Equatorian Emigra
tion Land Company". Deze maat
schappij heeft van de regeering van
Ecuador een groot terrein verkregen,
om daarop landverhuizers te vesti
gen, bij voorkeur Duitschers en Hol
landers.
Volgens het Duitsche blad. is ech
ter dit terrein nog ten cteele onbe
kend, er zijn geen wegen, ook geen
levensmiddelen te krijgen.
ERNSTIGE MISHANDELING.
In den nacht van Zondag op Maan
dag is er te Woensel duchtig gevoch
ten. In den Boomgaard bij C. v. d.
Vorst, vader van vier kinderen, is
de huisdeur gebombardeerd en nage
noeg ingetrapt. V. d. V., die reeds te
bed lag, kwam op zijn bloote voeten
naar buiten, waar hij een' riek greep
om rijn aanvallers te verjagen. Hij
werd toen e venwel uieit zijn eigen riek
'hevig toegetakeld. Elf wonden wer
den hem in den rug toegebracht,
waarvan twee levensgevaarlijk. Als
veamoedelijke dader is gearresteerd
de 19-jarige sigarenmaker H. te Woen
sel, wiens zwager M. met zijn buur
man den getroffene, sedert eenigen
tijd op gespannen voet stond.
HONDENVOER.
Te Veenendaal is door den brigade
commandant der marechaussee weder
beslag gelegd -op een aan vlekziekte
gestorven varken, dat te Eist voor
f 4.25 gekocht was. Het do o de dier
woog 270 pond, en was voor den
schijn nog geslacht (gestoken). Het
heette besteand te zijn voor honden
voer, doch zelfs daarvoor was het be
derf reeds te veel ingetreden', eru bo
vendien zijn alle honden te Veenen
daal en omstreken niet in staaf te ver
orberen wat aan gestorven vee voor
hen bestemd heef.
De gezondheids commissie, wetende
hoeveel dergelijk vleesch van daar en
omstreken langs zijwegen en over
kleine stations vervoerd woidt naar
Uif (hief Engelsch,
van
HEADON HILL.
Zoo, mijn waarde, we behoefden
wiet op u te wachfein om dat te we
ten te komen, zei Bertiha Roumier
spottend. De oude juffer heeft er voor
gezorgd, dat we het weten.
Crispin nam een houding aan-.
Ja, maar dlie (informatie deugt
niet, z-eii ze trotsdh. De „Idialia" gaat
niet naar Gibraltar. Men zal de kust
houdenExmiout-h is de eerste aan
legplaats. Zij heeft haar plan veran
derd, na van een bezoek gehoord te
hebben. En dat is niet alles. Mijne
meesteres weet al lang wat haar
dreigt, en IK weet wie haar waar
schuwt. Hét .is de nieuwe jongen, die
het buffet bedlient, dezelfde snuiter,
die een dag of tien de lift bediend
hééft, dadelijk na onze komst te Lon
den.
De drie saamverbondenen keken el
kaar aan.
Zij hebben opniieuw hun gdheim-
-zihniigen détectliive in (dien arm geno
men, en 'dé jongen as een van zijne
spionnen, zei VouJes.
Dat is toevallig, sprak Bertha. Ik
zag hem ah den salon, en dat heeft me
belet een- klein „souvenir" achter te
laten, dat ik mijn wijde mouw ver
borgen) had. Maar hij is een onbedui-
dende spion in de partij, voegde ze er
zorgeloos 'bij. Wat we moeten weten,
is, wié- die man is die hem gebruikt.
Misschien kan ik u op den weg
'helpen, zei Crispin levendig. Dadelijk
nadat ze haar plan gemaakt ha.d om
de route te veranderen, is ze een tele
gram gaan schrijven, dat ze mij wei
gerde mee te geven. Als ge weet te
handelen, kunt ge het papier onder-
icheppen. De lcadé is donker genoeg.
Bestzei Bertha, glimlachend
twee rijen schitterend© tanden too
rnende. Fayter, diat plannetje komt u
van rechtsweg© toe. Gauw, ga den
jongen opwachten, Wat u betreft, miss
Crispin, ge hebt goed gewerkt. Ziehier
een voorschot van vijf honderd fres.
cp de som, die ge krijgt als alles afge-
loopen is.
Kunt u nn niiet zeggen, wat dat
eigenlijk is vroeg Crispin, hoewel ze
toch het geld aannam. Het schijnt rne
toe, dat ik toch wel mag weten welk
gevaar ik loop. Ik heb u geholpen' v.an
den dag af dat u mij vroegt
Dat ik n betaald heb om mij op
de hoogt© te houden van het -doen en
laten uwer meesteres, zei Berthia uit
de hoogte. Laten we de zaken bij hun
naam noemen. Neen, miss Crispin,
wij betalen onze bedienden goed, maar
wij zeggen niet waar het om gaat. Ga
nn terug naar uw post, en als ge
mijnheer Fray.nie bezig ziet om den
jongen aan het praten te krijgen, kijk
dan als het u belieft een -anderen kant
uit. Zoodr.a ge Exmouth bereikt hebt,
verzeker u dan aan bet postkantoor
of er ook iets voor u is. In het geval,
-dat wij uw diensten noodig hebben-,
zult gij ©en brief vinden, als naar ge
woonte gea-dheteseerd'. Tot ziéns
Aldus afgescheept, ging de ontrou
we kamenier, die geen tijd te verlie
zen had, snel naar het jacht terug,
dat ze in weinig tijd bereikte.
Marion had ai lang haar telegram
gereed, maar uit eten soort van wan
trouwen haastte zij rich niet om het
te verzenden. Té en de eerste bel van
hef middagmaal luidde, en toen Cris
pin bezig was in de toiletkamer, ging
de jonge vrouw naar Badger, en stel
de hteni het telegram ter hand'. Het
droeg het telegrafisch adres van
Quayne.
„Alwetend. Londen. Zij zijn op
„(het jacht geweest en kennen onze
„bestemming. Veranderen van
„route om hen te misleiden. Eer-
„ste aanlegplaats Exmouth."
Mét het. papier in de hand, ging
Badger vlug over de nu bijna, verlaten
kadé en was weldra hij de plek waar
Frayne hem verscholen opwachtte, be
sloten te weten te komen wat er op het
papier stond, .al moest -hij er ook voor
gebruiken wat Bertha noemde de
meest dringend© 'argumenten. Hem
ziend© aankomen, verliet hij zijne
schuilplaats om dien knaap te ontmoe
ten, toen er iets vreemds gebeurde.
Badger ging j uist den hoek om toen
een man van hooge gestalte, in een
langen reismantel en met een linnen
pet tot in de oogen, den hoek bereikte,
en, met enkele stappen den jongen in
halende, naast hem ging loopen.
Frayne hield' plotseling stand. Het
wasmoeilijk in tegenwoordigheid;van
een getuige Badger te ondervragen of
hem met geweld het telegram te ont
rukken. Wat te doen BerthaRou
mier of Scorrier Voules zouden wel
licht in hun vruchtbaren geest een
redmiddel gevonden hebben. Frayne
wist niets anders te doen dan op zijn
tanden te knersen, zijn slechte kans te
vervloeken en 'de tw*ee te volgen om
te trachten iets van hun onderhoud op
te vangen.
Al wat hij 'kon héoren was de uit
roep van Badger
In dat geval, mijnheer, moet ik
gehoorzamen
Maar als de Amerikaan' het vervolg
van hun gesprek had kunnen hooren,
zon (hij grootelijks verwonderd zijn
geweest, diaar hij van zijn schuil
plaats het half verlichte jacht niet uit
het oog verforen had, en zeker wist,
dat er na Billy niemand aan wal was j
gegaan.
Wacht -een minuut, mijn jongen,
had de man- met den reismantel ge
zegd ik moet weten of er geen ver
gissing in dat papier staat.
Badger, zich levendig omkee'renide,
en met scherpen blik het half ondér
de pet verborgen gelaat beschouwen
de, herkende of meende te -herkennen
den man, die ham zoo pas was voor-
gestéld ais de echtgenoot van miss
Fermermaar de jongen was voor
zichtig en gewaarschuwd; uit een half
woord had hij begrepen, dat Mari'on
niet wilde, dat mijnheer Armytage op
de hoogte zou zijn van haar corres
pondentie met Quayne, en dus vroeg
bij, alvorens het papier over te geven:
Stuurt miadiam© u
Ja, zij zelf. Zij heeft me aanbe
volen te zien of er geen abuis in is,
herbaalde de man met een stern, die
Badger herinnerde aan. het korte on-
dciboud met Armytage op het Strand.
Toen sprak Billy de woorden, die
het oor van Frayne bereikten „In dat
geval, mijnbeer, moet ik gehoorza
men."
En 'hij ;gaf dear ander het papier, dat
deze zich baaste onder een eüectrische
lamp te lezen.
Dank je, zei 'hij kort, en gaf het
papier terug. Er is niets te verbéte
ren.
En omkeerende nana hij. of schoen
te nemen -den weg naar het jacht.
terwijl Badger, verlangend den ver-
lonen tijd in te halen, zich in tegen
overgestelde -richting verwijderde.
Dadelijk nadat hij den jongen af
scheid- had zien nemen van den man
met de pet, wilde Fr.ayne hem achter
volgen, maar hij kon tegen den klei
nen detective met op. Nog vóór dat de
Amerikaan de helft van de kade was
overgestoken, had de andere den gan-
scbeui weg cl afgelegd', was door de
poort der dokken gegaan en in de
drukke, half verlichte straat verdwe
nen. Met dezelfde haast gaf hij zijn
telegram aan het bureau af, en na
eenige zigzagbewegingen kwam hij op
de „Idalia" terug, zonder zelfs door
zijn vervolger genaderd te zijn. De
heele zaak had niet meer dan tien mi
nuten gevorderd.
Want Badger had niet alleen ge
vleugelde voetenbij scheen ook de
roepsgave te bezitten van zijn oogen
te hebben in zijn achterhoofd. Hij had
Frayne heel goed' herkend en had er
schik in gehad, als een echt kind, dat
hij eigenlijk nog was, om hem nutte
loos de straten te doen doorkruisen;
daarna was hij met lichten tred den
weg naar liet toevluchtsoord ingesla
gen.
Ik heb niet slecht gewerkt, zei de
hij tevreden tot zichzelf. Twee van. dlie
vogels op één dag om den tuin geleed;
d© patroon zal tevreden over me zijn.
(Wordt vervolgd).