BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ff.20 PER e MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Natuurhistorische
Feuilleton.
He Wrekers
Het geheim.
24ste Jaargang
MAANDAG IJ NOVBMBER 1906
No. 7173
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Wandelingen
IN EN OM HAARLEM.
CXXXVII.
'tis ZondaigmorgemLangzaam be
gint iixi 't Oosten de lucht wat te ver-
helderen, langzaam maakt de inacht
plaats voor cbctn dag, maar de gou
den zonnestralen', zoo door onis ge-
wens oh t, blijven wag, gefiltreerd door
den w'azigen damp, die die aarde om
hult, zijn ze er geheel dloor opgeslorpt.
Maar toch, hoop doet levdn en al
lang is Ibef ouidie -gezegde„Vrijdags-
weea-, Zondags-weer", te schande ge
maakt, want al zes of zeven Vrijdagen
beeft het -achtereen, geriegend, terwijl
toch die daaropvolgende Zondagen
weer mooi weêr gaven,
We ontsluiten deunen en vensters,
om ons daarna gereed te maken op
stap te gaan. Buiten gekomen, zi-en
we al .spoedig, dat hlet geen ij-del©
hioop is, -zelfs geen hoop meer, maar
zoo goed als zekerheid, dat straits h-et
zonnetje baas zal worden, Koud
Ne-en, dat is ihiat -niet-all-een wat
fmisch, we -zijn dan ook niet van plan
dd Zandvoortsch.e tram -op te wach
ten in het w-achthuJi'sje, maar blijven
bui-ten heen i©n weer loopen.
't Is -zoiowat half acht. Om de paar
minuten rollen de trams do Eimma-
brug -af, detee voor de richting station,
die voor de richting- Sipaarne, die lan
ge met volgrijtuig rijidit d-oor, 't is er
een vo-or Amsterdammeer nog, steeds
meer komen er van stall, daar komt de
onze, die moet nog even naar het.
Houtplein, -vanwaar zij toen minuten
voor achten vertrekt.
Spoedig -is zij terug en stappen we
bi. Kalm glijdt zij langs de baan.
.Vanwaar -die kalmte, vanwaar dat
veiheffenide, dat stille, eenvoudige?
Och, we zij-n de eienige r-e/Mgers, en
dan die stille natuur, mot dat schoo-
re, voor dlezan -dag veelbelovende
weer. Links glijden we langs de tui
tten v-an Zwanenburg, rechts van ouids
„Het Rood© Dorp", nu aan beide zij
den weiland. Etn de Leiidscbe Vaart
dan Och-, dlle is ook giroen «n, tm-ofc
©en dichte laag bedekt, zoodaJt er van
water geen- spoor te zien (is. 't Is kroost
zegt een echte Haarlemmer. Kroost?
lacht .een ander, ge meent kroos. Het
zijn van die kleine blaadjes, die
maar eten nader toekijken logenstraft
zijn ledgen w-oordien en hij houdt op.
„Neen", zegt hij, „dat -is geen kroos,
dat is heel wat anders.'
Eien paar vragende blikkeh worden
spoedig beantwoord en de woorden:
Azo-lla, Watervaren roepen meteen
wat herinneringen wakker en spoedig
te het gezelschap op d© hoogte van
dezen vluchteling uit den Leiidschen
plantentuin. Die sporen Vielen -reeds
lang af ein jachtten op den bodem de
levenwekkende voorj aarszonne af, om
dan weer aan de oppervlakte te ko
men. Die plantjes zelve gaan den- dood
tegemoet om tegen hot volgende voor
jaar ook op dien bodem te rusten,
•maar dan- gedachtig aan„van stof
zijt gij, tot stof zult gij wederkeer en",
de laag slijk -en modder te helpen
vermeer deren.
Daar hebben We die brug bij het
Schouwtje al en nog steeds dat dichte
dek. Een nauwkeuriger waarnemen
doei in 't midden een paar breiede,
evenwijdige strepen ontwaren, zoo dat
de ruimte daartusschien niet ongelijk
is aan e-eh -druk bereden ijsbaan met
twee -zoomen van- fijn ijs (sneeuw)
langs de kanten-, daar gebracht door
den bezem van dien baanveger.
Dat zal toch zeker wel zijn oorzaak
hebben? Natuurlijk. Let maar eens
op dat kkdme bootje, dat met moeite
het water klieft. Voor den boeg wij-let
dat Azolla vaneen, de boorden- druk
ken bet verder samen, m-aar nauwe
lijks is die boot gepasseerd, of groote-
re en kleinere klompen haasten zich
om het gat te sluiten. Dat gelukt wel,
maar aan 't verschil in dien tlint van
het groen zien we- toch-, dlat het in hlet
midden w>at ijler is gebleven, terwijl
een baantje overblijft. Zoo ontstona
ook -die brteedé baan in 't middendoor
wat grooter schap.
Een langzaam- stijgen -en wat afbui-
g©n doet ons gevoelen, dat we de
hoogte ingaan-. Een blik ter zij die doet
ons reeds iseta paan' hongerige grijze
kraaien opmerken, die spotten met ons
mooi Novemberweer en z-iclh ea* weinig
aan storen^ dat hiet nog zo.o tmM'd I's.
't Was hun tijd tot vertrek -en ze gin
gen en IhJi-er aankomend, geloof liik wel,
dat ook zij 't -een weinig onnatuurlijk
zullen; vkudien, maar toch wel meer
van dit wéér -zuil-en houden- dan v-an
koud-e en vocht en vorst en. sneeuw.
De enkélie koeien, die nog buiten loo
pen, hebben een dek over tot behoud
van die warmt».
Daar zijn W-e op het hoogste punt
van de viaduct, jurist passeert een
trein, die zijn witte rookpluim ver
achter czrioh laat. Maar is dat wei
crookeen blik van boven af in den
schoorsteen zou ons doen zien, dat er
binnen in een tweede dun pijpje zit,
waardit die witte donzige wolken te
voorschijn ko-mien-. 't Is stoom, die zijn
-dienst -gedaan h-eefit en die thans door
-den "schoorsteen ontsnapt. Eerst, heel
leventjes, is hij niet zichtbaar, dan in
d-e frissch© morgenlucht neemt hij snel
in hdlderh-ed-d toe, kleunt zich meer en
meer 'en ontplooit zich -als opgerol-de
wolken-, die dwarrelend -achter den
trein aankomen. Langzaam worden
-die wolkjes ijler -en ijler, -om te ver-
zwrinldlen in de lucht en dus opnieuw
terug te kedren -tot omzichtbanen water
damp. 't Kost hedenochtend met de
reeds met geinoeg waterdamp bezwan
gerde lucht moeite, -om werkelijk ge
heel -op te lossen.
Langzaam glijden we van de hoogte
af, die duiineh, de bosschen tegemoet,
boe zwart ziet dat -allesaan den -bui
tenkant rils- -al het blad reeds -verdwe
nen en het g-o-uiden zonnetje laat nog
altijd -op zich wachten. Halte Aemdien-
hcut. We schuiven door een berceau
verder en bespeuren -th-ains, diat het
-eikenhakhout nog bladeren gentoeg
heeft, bladeren, schoon gekleurd door
den. lang toev-enden herfst.
Daar -zijn we aan den. Doodweg- Een
vlag Hé, waarvoor dieJ? Weet ge dlain
niet, wat hiér -te doen i-s, vandaag en
moalgen en overmorgen? Kom, treden
wie de serres van den-heter J. H. v an
Vloten maar even binnen, misschien
bemerkt -ge dan ook heter liet. doel van
onzen tocht.
Een uitroep vain- verwtohdierinlg -doet
■ons stilstaan, 't is ©en over wiel digen-de
■indruk. Buiten slechts hier en daar
©en bloempje -meier, eén. nog wij flfeu-
rig uitziende Margeriet in dit of dat
tuintje, -een laat, nakomend bloempje
van het zeiepkr-uiid, hier .en- daar ieen
reedls wat al te voorbarig viooltje, ma
deliefje, -zelfs een enkele paardebloem.
Nog zelfs enkele rozen, maar daar is
Trno-oi nu ook toch af en hier, één al
les overtreffende bloemenpracht, zoo
modi, -zoo schoon-, zoo smaak-vol geëta
leerd, d-at hlet voor leek en werkelijk
een overweldigend-en indruk maakt.
Wat een variati-é! Hier sdhoone,
rij-kldoeieiude trossen met heldergele
bl-oemen, d-aar -andere met groot© gele
bloiemen -zoo prachtig gevlekt bruin- en
purper, d-at ze ons eeuri-gen tijd staan
de houden. Daar planten, rijkbloei-en-
de planten, met kledmiere takjes, met
eien i-etwat purperrood© bloempjes, die
een leek allicht nli-et voor oarchmdle-eën
zou h-ouden. Die hoofdtoon speelt ech
ter in schoon lil-a, 't zij-n idle Cattlega's,
dtie th-an-s bloeien ten ons piet hare
groote bloemen dn verrukking bren
gen» En dan die Cypripedli-ums, die in
vele variëteiten- aanwezig zij-n, waar
onder -zeer mooie, een zelfs, die on
danks blaar bescheiden uiterlijk de
clou der tentoonstelling v-orm-t. Ge
irioet namelijk wetón, dat deze kassen
nog m a-air juii-st één jaar bestaan-, -en
dat de heer Van Vloten daarom
dat feit heeft willen herdenken., en
thans een drietal dagen zijn planten
ter bieziohtiging heeft gesteld. Of hij
succès zal hebben, wie geloovem het
Uit het Engelsch,
vaaa
HEADON HIJ Ij.
5iy
Hoogstwaarschijnlijk zullen mijn.
tegenstanders wel niet -dezen weg
Van Exmouth nemen, dacht Leslie, j
toen hij tamelijk buiten adem stil
stond.
Tot hiertoe had de moeilijke afda-1
ling -hem bijna belet om te denken j
aan hetgeen op handen wias. Maar
nu liet hij zijn aandacht op dit ang- j
etig onderwerp vallen. Hoedanig zou
de ontmoeting zijn Zou hij lang In
deze woestenij moeten dwalen, of
zouden zijn beulen zoo beleefd zijn,
om prompt op tijd te komen en wei
nig omslag te maken? En waar zou
de noodlottige slag zoowat vallen?
Maar hij liet zich door die zenuw
achtige vragen niet beheerschen. De
onvrijwillige zwaarmoedigheid af
schuddend, hernam hij den afgeleg-
den weg, hield een ©ogenblik even
stil om te zien of hij ergens eemg
spoor van de „Idalia" ontdekken
konmaar van Barrysiead af tot
aan de kaap van Portland v-ertoonde
de zee geen ander vaartuig dan een
-enkele visschersschuit.
Als hij het jacht had kunnen zien,
koers zettende naar den mond der
Exe, zou hij daarin een troostende
gebeurtenis opgemerkt hebben, kun
nende begrijpen, dlat de identiteit
van Lukyn ontdekt en kapitein Craw
ford order .gegeven had om zoo gauw
mogelijk dien ongenooden passagier
aan wal te zetten. Maar niets was er
-dat met zekerhe'd een dergelijke hoop
opwekken kon, en dit was niet het
minst wreed© gedeelte van zijn taak
de wereld te moeten vaarwel zeggen,
zonder te weten .welke tragedie zich
in weinige uren afgespeeld kon heb
ben, en geheel onkundig te blijven
van het lot van haar die hij lief
had.
Maar nu ziende waar hij wezen
■moest, schudde hij de teed-erheid af.
die hem 'bij die gedachte dTeigde te
overvallen.
Het is gewoonte om aan een ter
dcod veroordeelde'een goed maal te
geven, aleer hij het schavot bestijgt,
dacht hij, -met een poging om met
zichzelf te schertsen. Laten we zien,
wat die herberg aan te bieden heeft.
Daar die landelijke gelegenheid on
eindig ver uitstak, wat betreft zinde
lijkheid en gemak, boven hetgeen hij
dien morgen te Exmouth had erva
ren, besloot hij< er te blijven totdat
volgaarne. Het bezoek lis fan die dagen
gestegen tot ruim 1500. Bij -tal van
men-schen is een wat ruimer blik ont
staan omtrent deze kindenen der tro
pen, tot nog toe alleen bij name
slechts bekend»
En de vaklui hebben- tetvens kunnen
genieten van s-cihoone cultuur, d-ie zoo
wel den heer Van Vloten als zijn
bekwamen chef -die Culture al-Ie eer
aandoet. De aftrek van- bloemen,
waairom het te doen is, zal er zeker
niet minder do-or wordien. 't Is te ho
pen, dat een en ander wat vergoeding
moge brengen- voor de talrijke zorgen
er moeiten, besteed aan 'h-et kw-eiefcen
der planten, dn 't algemeen1, aan het
exposeeren van de bloedende planten
in 't hij'zonder, dan zal men zich'
ruimschoots beloondi achten.
J. STURING.
EXPOSITIE AERDENHOUT.
Een zestal schoone foto's zullen we
gedurende een paar dagen aan- het
bureau in de Groote Houtstraat ter
bezichtiging stellen.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Den Hdiör Van L. te H. Win
terkoren -i-s koren, dat Sn het najaar
gezaaid wordt (September, October en
enkel ön November), dan -ddn winter
over op het veld blijft ten reeds -heel
wat g-ew-as maakt en- vooral flink urit-
stoelt, -dlat wil zeggen, zich vertakt,
om het volgende voorjaar door te
scieten. Het zomlerkoren wordt in t'
voorjaar gezaaid en brengt bij min
dere orntwflJkkeli-ng ook veel mlindier op.
'tZijn si-echts rogge, tarwe, en gerst,
waanvan winter-vartiëteiteu bestaan.
D e n H e) e r D. t e H. Het gezon
den! insect is een rritn-aald, -de larve
van ©en kniptorze leeft in- den grond'
•eienige jaren als larve en kan h-eet w-at
schade berokkenen, voorat aan jonge
J. STURING.
Eenige dagen na ddn slag bij W
kwam er in de citadel te Reen
telegram, geadresseerd aan 't regi
ment, waartoe .Telk-a behoorde, eer hij
in -dien oorlog ging. D-at telegram. luid
de „Jelka overleden, te WGro
an off".
Die familie van den ongelukkige»
jongen man woonde te REen neef
w-as telegraafbeamhte iën- hem viel de
treurige taak ten deel. het tel-egram
over te schrijven en aan de ongeluk-
Mg-e moeder te brengen. Haast w.as er
niet bij, hij moe'st eelrst maar door
gaan met zijn werk tot den avond.
Werktuigelijk ontcijfer die hij die tee-
k-ens van het lapparaat, maar in zij-n
ooren Manken telkens die woorden:
„Jelka overleden te W
Tegen; den iavond, na zij-n dtensttijid,
was -de telegrafist, gegaan naar het
huis van Jelka's moeder, tante Anna,
die hij in 1-arig niet gezien hadi Er
w-erdi over niets .anders gesproken'dan
over Jelka, de brieven die hij ge
schreven had, zijn -portretten, de voor
wierpen, die hem toebehoorden, en
di-e hij voior zijn v-ertrek onder zijne
-vrienden had verdeeld!. Vooral bewon
derd© men een brief, dein vorige» dag
ontvangen-, met ©en mooi zeg-el dlat
van liet regiment.
De brief ging v-an- moeder's handen
in die van Vera, vain Vera naar
Kol-ia.
Alten hadden dien brief al een'ge
male» ge-lezen, hardop daarna had
den ze geredeneerd over den inhoud
en over het roode teeken -op de enve
loppe, alsof ze nog tets hoopte» te ont
dekken, verborgen in -de geschreven
woorden.
„Ik schrijf u met een grooten
„steen voor tafel, zittende in- die
het tijd zou zijn om den weg naar
West-Down-Beacon te hernemen
want hij bleef bij' zijn besluit om
niet meer naar de stad terug J:e kee-
ren om Quayne niet te ontmoeten,
met zijn doordringend© oogen, zijn
verwarrende vragen en zijn lastige
bescherming. Hij1 bad beloofd om
voor de „Ridders van den arbeid" te
verschijnen alleen en ongewapend, en
hij w.ilde nauwkeurig zijn belofte
houden.
De keuken van den herberg, zinde
lijk en stil, bleek hem wel geschikt;
hij at mét smaak, daar zijn eetlust
door de lange wandeling opgewekt
was. Daarna stak hij zijn pijp aan,
en ging zich bij -het vuur in gepein
zen zitten verdiepen.
Zooals het, naar men zegt, gaat
met hen, die zich voorbereiden om dit
leven te verlaten, kwam zijn gan-
sche leven voor zijn geest opdoemen:
zijn gelukkige kindsheid, zijn schitte
rende jeugd, de roes van het oorlogs
leven, de vreugden van den soldaat...
Dan zijn kortstondige geldelijke moei
lijkheden, de ruïne, de ellende, en die
merkwaardige opkomstd'e ontmoe
ting met Marion, de hevige passie,
die zich van toen af van hem mees
ter gemaakt 'had, elk ander voorne
men terugdringend. Hij bevond zich
in gedachten weer bij dokter Beaman;
herleefde de vreemde gewaarwording
van zichzelf als in een spiegel inden
„loopgraaf. Rondom ris diepe stil
de, de hemel is helder verlicht.
„Ik denk. aan u. Wat zal het nu
„heerlijk zijn bij u De Wol-ga is
„zeker ijsvrij en de weide vol
„.bloemen. Ik houd- zoo van d©
„Welga,! dat vo-el .ik eerst nu, en
„het spijt mij, dat lik mijn guri/taar
„niet hier heb.
„Lieve "Viera, stuur mij je por
ted, rik heb enkel dlat vatn moe
„der. Ik heb gehoord, dat wij mor-
„gen naar 't Zuiden trekken:
„waarschijnlijk gaan wij ook spoe-
„di-g In 't gevecht. Maar dat is
„niets't eenige wat mij hindert
„is/ dat wij geen- goed© cigaretten
„h-ebben en geen suiker; 't eenige
„wat .ik - nu en dan té rooken
„krijg, ie w-at slechte tabak
Deze brief w-as gedateerd van twaalf
dagten te voren. Bij 't leizen stelde men
zich Jdlka voor, zittend© bij- dien steen,
in eien- lange soldatenjas met een
grooten kap over zijn hoofd, waaruit
het frissch© gelaat met d© verstandige,
heldere oogen te -voorschijn kwamen.
Ze verbeeldden zich de nare lucht te
ruiken van d© ordinair© tabak. Arme
Jelka En zelfs geen klontje suiker
-hadi'hij, terwijl hier ©en volle pot
stond
In -die 'loopgraaf -is men buiten- ge
vaar dlacht broödler Koli-a en hij tracht
te d-e moed-er uit te leggen, d-at al pro
beerden-ze ook, op hem te schieten,
Jelka zich kon bergen in di-e verschan
sing.
Vera lachte, moeder zelfs glimlach
te, doch ha-ar lach was droef.
„Waarschijnlijk gaan wij. ook spoe
dig dn 't gevecht", had' J-elka geschre
ven..
En die woorden pijnigden het hart
der arm© moeder. Zij keek tin d;t
©ogenblik naar het ve-snter, zwijgend
en' bleek, en hoewdl haar hoofd was
afgewend', raa-didien alien, d-at er tra
nen in hare oogen stonden-.
Moeder, herinnert ge u wel, wat
J-elka zei, voor -hij heenging? Hij wi
de niet, dat u zo-u huiiiên.
Maar ik'huil ook niet» antwoord
de zij, nog steeds" het' hoofd afge-
■v\ L' UO-
Be telegrafist las op zijn beurt den
brief, gisteren ontvangen, en zuchtte.
Toen de - arme jongen dien brief
schreef, vtermoedde hij zeker niet,, dat
hij -nog slechts zoo kort zou leven»
Ei' w.as in d'at schrijven iets
vreemds, een geheim-: 't le-ek of een
onuitgesproken gedachte was verbor
gen achter elk woord.
Toen -de telegrafist -den brief gele
zen had, legde hij dien op de tafel,
©n zittende op -die sofa, 1-iet 'hij pein
zend het hoofd zakken, strak h-et oog
gericht op het medaillon aan zijn hor
logeketting.
't Is warm v-andiaag, mompelde
hij eindelijk, om toch- iets te zeggen.
Niemand antwoorddeallen -dachten
aan Jelka, aan elke gebeurlijkheid, en.
in de stilte klonk van buiten het. lui
den van een Mok lin de verte, wekken
de in de gemoederen een- onbestemde
ontroering, een gevoel van gelaten
onderwerping aan iets groots- en droe
vigs.
Morgen is er -groot feestzed de
moeder zuchtend.
Zij stond op en liep langzaam, on
zeker naar de andere kamer.
Allen (hadden gezien, d-ait zij tranen
afwischte.
Waarom ben je zoo somber?
vroeg Vera den telegrafist.
Hij schrikte, doch herstelde zich- en
antwoordde haastig
Ik somher? Wel neenvol
strekt niet.
De brave jongen streek met de
band door zijn lokken en begon d©ka
mer op en- neer te-loopen.
Daar verscheen- de moeder weer, de
oogen vol tranen
Hij heeft geen suiker I We moe
ten hem wat sturen-, maar er zal een
heele tijd overheen gaan eer hij het
krijgt. Geef mij den brief nog een-s
Hier, mamazei Koiïia, ©n moeder
persoon van Lukyn te ziendan her
innerde hij zich diens verschrikkelijke
bedreigingen jegens Marionde te
rugkomst, de wederontmoeting, de
kus, de overrompeling, zijn martelin
gen, zijn geluk, en eindelijk zijn ont
moeting met de Amerikanen.
Zoover gekomen, evenals gisteren,
teen hij den voet aan boord zette,
deed zrich weer d© vraag aan hem op
Als het nog eens gedaan moest wor
den, zou ik het doen? En zonder de
minste aarzeling kwam het ant
woord
Ja, ja Honderdmaal ja
Ten opzichte van dat heerlijke we
zen, had een blind© kracht, machti
ger dan zijn wil, hem geleid. Even
min als hij afstand kon doen van
Marion, nadat ze zich in zijn armëh
geworpen .had, evenmin kon hij aar
zelen om zijn leven te offeren, ten
einde het hare terug te ko-open.
Lieve Marionzoo schoon, zoo be
minnelijk, kon hij haar n-og slechts
eenmaal in de trouwe oogen blikken,
haar een woord van vaarwel toev-or-
gen Maar wat Hij kan hetHij
kan haar schrijven, beter, hij moest!
Quayne had wel gelijk, van hem
en van niemand anders moest de
zelfbekentenis komen
Zioh papier verschaft hebbende,
begon hij dadelijk te schrijven. Die
zoo lang teruggehouden bekentenis
zou hij nu eindelijk doeneenvoudig,
begon opnieuw couvert, en poststem
pel t© onderzoeken.
lui die kamer galmde de echo van
de torenMok, di-e gedachten wekte aan
kerken en mystiek sdhehierlicbt.
Ja, j-a, men leeft, men werkt,
strijdt om het bestaan en in een en
kelen slag!dacht, de telegrafist,
met een steelsohien blik naar tante An
na, Vera en Kollia.
Hij kon hun niet zoo. opeens de
werkelijke waarheid zeggenhij
moest hen langzaam v-oorbeieiden.
Toen (hij hier binnentral-, had hij
ook zijn plan 4n 't h-oofd: maar een
enikel-e blik op drie -ongelukkige» -deed
d© ingestudeerde woorden besterven,
en hij had ;er ni©t zoo gauw andere
Ik ben erg zenuwachtighad hij
eindelijk u'i-tgeroepen, als- om zijne
Bomberhérid te verontschuldigen'ik
heb den- heelen dag aan het -toestel
gezeten, en nu hoor ik nog het getik
in mijn hoofd.
Warela er veel dépêches
Verscheidene. Er kan van alles
gebeuren in de wereld-
Hoe bod©el j-e
Och, die oorlogDat is toch ©en
vrëeselijk iets....
't Lijkt wel,'of je rntet opzet her
komt om mama ongerust te maken
haid! Vera gezegd.
Ik ben doodmoe en ik heb hoofd
pijn-, antwoordde hij't is heter dat-ik
naar huis ga»
Hij naderde tante Anna.
Deze beefde en was heel zenuwach
tig.
We moesten maar een telegram
aan' Jelka sturen. Wil je het zelf ver
zenden Maar waarheen het te adrös-
seeren Hij schrijft, dat hij naar het
Zuiden trekt-
't Is best, het te adnessete-ren aan
het regiment. Ze zullën het (hem dan
wel geven.
Nu begonnen -ze het telegram op te
stellen. Elk woord kostte vijftien- ko
peken, 't kwam -er. op aan, met zoo
■weinig-mogelijk woord©» veel té zeg
gen.
oTi-io-tioTi nnjUllwi Uiu-rMljiV
„weinschen het beste; telegrafeer
„om ons gerust te stellen."
Allen wiarön om -d-e tafel geschaard,
kijkend naar id© vingers van Vera,
die vlug over het papier vlogen.
„Heel hartelijk" kan misschien
wel uitgelaten worden, had er één
opgemerkt.
Neen, dat moet blijvenaiep d'e
moeder.
Daarna discuteerde men over „het
beste". Wat moest men eigenlijk hem
toewenschen H- was gezond, opge
wekt.
- Wat zeg jij -er van, Volodja?
vreegen ze den telegrafist.
Deze beefde van schrik, -alsof er
iets ontzettends dreigde; -doch hij be
dwong zich en -antwoordd'©
Ja, groeten- is ook voldoende.
Hij liep weer op en meer, langs zijn
baard strijkend.
We behoeven er geen naam on
der te zetten.' Hij zal wel -raden, wie
het telegram -afzendt.
- Natuurlijk Dat begrijpt hij wel.
- Hij -is ni-et eens komen afscheid
nemen, eer hij -naar den oorlog ging'
riep de moeder met een zucht.
Dezen zin. herhaalde de arme vrouw
iel ken dag, soms in haar zelve, zonder
dat iemand hiet hoorde. I-nidierdaad
was Jelka vertrokken, zond-er de zij
nen ten afscheid te kussenhij w-as
bang geweest, den moed te verliezen
bij zoo'n dramatisch tafereel.
Wat gaf het ook Te Samara had
hij prentbriefkaarten verzonden met
da woorden
„Ik ga naar 't. Oosteth rik kus u
„allen; schrijf mij te Korbin en
„wees toch. vooral niet -angstig om
„mij. Huil niet, moeder
Daarna -was een kameraad van
eerlijk en juist, zelfs niet trachtende
zijn fout te bedekken door een be
roep op den onweerstaanbare.! in
druk, dien zij op hem gemaakf had,
geen andere verontschuldiging wil
lende dan zijn onmetelijke liefde Hij
voegde er niets aan toe. Geen woord
over de Amerikanen, noch over de
plek, waar 'hij zich bevond, noch over
zijn voornemens, haar vrij latende te
gelooven. dat hij het jaCht zou gaan
opzoeken. Voor den driemaal geze-
genden waarborg van haar leven en
dat der opvarenden van de „Idalia"
t© hebben gered, had hij de vvraak
der Yankees afgekocht, en hij wilde
niet, dat ze na de te wachten gebeur
tenis zouden vervolgd worden.
Na zijn brief verzegeld te hebben,
nam hij de moeit© haar naar een bus
te brengen in de nabijheid der stad-,
opdat hij den poststempel van Ex
mouth dragen zou.
Dat alles had tijd gevorderd. De
korte wintermiddag was voorbij.
Reeds blonken de lichten achter de
gordijnen, toen hij de -herberg op
nieuw binnentrad.
Het is hier waarschijnlijk, dacht
hij, dat het onderzoek van den poli
tierechter naalr mijn persoon zal
plaats hebben, ten minste, wanneer
men mij ooit terugvindt.... De plek
schijnt mij wonderwel gekozen, met
al zijn geulen en spleten, om e©n
deugdelijk geheim te bewaTen.
Jelka gekomen met voorwerpen, die
hem hadden toebehoord.
Di-t is al wat hij -niet noodigheeft.
Zijn rijwiel heeft hij verkocht en mij
verzocht, u het geld te brengen in dit
kistje zijn verscheidene souvenirs en
brieven. Jelka vraagt, of u drie wilt be
waren, tot hij terugkomtmet d© rest
kunt u doen naar goedvinden.
Die kameraad w-as, ©venals hij, een-
gezonde jongeman.
Een- gaat u daarheen terug
Ja.
Wordlt u gecommandeerd?
Neen-, ik ga vrijwillig.
Is u ni-et bang
Bang? Waarvoor?
De jonge officier haalde glimla
chend du schouders op en voegde
er bij
Of nu dood ga, of over twintig
jaar, is dat niet bijna hetzelfde
Viola zag dien dappere aan met eer
biedige bewonderingdie jongen had
geen oog van zijn sabel af. De moeder
en Vera waren heed vriendelijk voor
den jongen man het feit, dat hij een
'kameraad v-an Jelka was, maakte hem'
heel gewichtig -in hare oogen en vorm
de zekere intimiteit.
U lijkt wel wat op Jelkahad de
ouid!e> vrouw gezegd.
Waarlijk?
Ja, die heeft zoo dezelfde manier.
van doen in vele -dingenLeeft uw
mama nog?
Neen, ik heb niemand meer. Ik
ben. all-een, -en als ik -stierf, zou nie
mand mij beweenenGoddank
Weet u wed, dat J-elLka niet eens
afscheid is komen nemen?
De jonge officier was opgewekt van
(humeur en zijin gulle lach lenigde
©enigszins de smart der ongelukkigen
en deed hein hopen, dat .allies goed zou
gaan en hun Jelka gezond en wel uit
den oorlog terugkeeren.
Hoewel 'het bezoek kont duurde,
scheen het hun allen., of men elkaar
lang. gekend had, en 'toen hij opstond
om heen te -gaan, waren ze zeer be-
-droiefd.
Als u onzen Jelka weerziet, zeg
hem dan
Wat moest hij zeggen? Hij moest
er een zin, ©en aanbeveling bij, al wat'
hun op het hart lag, en .de officier
antwoordde ma-ar telkens weer, glim
lachend
Zeker, zekerlik zal alles zeggen!
Gezamenlijk dedlen ze luefm uitge
leidie.
- Neem dit, fluisterde de moeder,
hem iets in -die hand! stoppend.
De officier was er eerst mee verle
gen; daarna, bemerkend, dat het voor
werp een kléin -kruis moest zijn, werd
hij bewogen -en boog zioh-, om de ma
gere, bevende hand te kussen, die het
hem gaf.
Kom maar spoedig terug met
mijn Jelka
- Zonder twijfelWij komen te
rug
- Zeg aan Jelka, dat hij dikwijls
moet schrijven.
Zeg hem ook, dat het wat moois
is heen te gaan-, zonder afscheid
van ons te nemen
Het rijtuig raakte in bewegingnog
even zagen ze de uniformtoen
nog den rug v-an den koetsier en alles
was verdwenen.
Droevig staarden ze hem na.
We hadden hem nog wel wat ge
bak kunnen- meegeven op reisbezon
tante Anna, met tranen lin de oogen.
En Jelka had geen afscheid genor
men, eer hij 'heenging.
De telegrafist bleef op en neer wan
delen -in dér kamer; zijn gezicht had
e treurige, raadselachtige uitdruk
king aangenomen. Hij had niet meer
de wilskracht om te spreken.
Men hoorde het klinken van eenige
zilveren munten.
Hier is -het geld voor het tele
gram ©en roebel en tachtig kopeken
komt het zoo uit, Volodja?
De telegrafist liet zioh. het geld' in
de hond geven, zuchtte eh fluisterde
- Goed.
Tot nu toe was hij de eenige bezoe
ker geweest, maar nu terugkomende,
bemerkte hij tot zijn spijt, dat ande
re gasten aangekomen waren, en dat
hij nu niet, gelijk hij gehoopt had,
zijn laatste oogenblikken met zichzelf
alleen zou kunnen zij-n. Maar het
was nu te laat om een ander verblijf
te zoeken. Hij trad binnen.
Links en rechts van den schoor
steen zaten twee heerende een was
Scomer Vo.ules, de ander Fayter
Frayne.
Die twee mannen, daar gekomen
om het uur der executie -af te wach
ten, schonen zoo verschrikt, zoo ver
ward bij de onverwachte verschijning
van 'hun slachtoffer, dat Leslie, zijn
meerderheid voelende, niet kon na
laten een weinig met hen te spotten.
Goeden avond, heeren 1 zei hij.
Wat is er? Gij schijnt belden zeer
ongerust.... Herstel u, bid ik u Ik
word door niemand gevolgd, mij
woord er op
Hij sloot de deur, en ©en steel ne
mende, plaatste hi-j zich voor het
vuur, tusschen de beide Amerikanen.
Ik heb hier den heelen namid
dag doorgebracht, ging hij voort, op
een -klein loopje na, waarvan ik nu
terugkom. Ik was alleen, en dacht
niet het genoegen te zullen hebben u
hier nu al te ontmoeten.
(Wordt vervolgd).