BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ff.20 PER e MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Natuurhistorische Feuilleton. He Wrekers Het geheim. 24ste Jaargang MAANDAG IJ NOVBMBER 1906 No. 7173 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Wandelingen IN EN OM HAARLEM. CXXXVII. 'tis ZondaigmorgemLangzaam be gint iixi 't Oosten de lucht wat te ver- helderen, langzaam maakt de inacht plaats voor cbctn dag, maar de gou den zonnestralen', zoo door onis ge- wens oh t, blijven wag, gefiltreerd door den w'azigen damp, die die aarde om hult, zijn ze er geheel dloor opgeslorpt. Maar toch, hoop doet levdn en al lang is Ibef ouidie -gezegde„Vrijdags- weea-, Zondags-weer", te schande ge maakt, want al zes of zeven Vrijdagen beeft het -achtereen, geriegend, terwijl toch die daaropvolgende Zondagen weer mooi weêr gaven, We ontsluiten deunen en vensters, om ons daarna gereed te maken op stap te gaan. Buiten gekomen, zi-en we al .spoedig, dat hlet geen ij-del© hioop is, -zelfs geen hoop meer, maar zoo goed als zekerheid, dat straits h-et zonnetje baas zal worden, Koud Ne-en, dat is ihiat -niet-all-een wat fmisch, we -zijn dan ook niet van plan dd Zandvoortsch.e tram -op te wach ten in het w-achthuJi'sje, maar blijven bui-ten heen i©n weer loopen. 't Is -zoiowat half acht. Om de paar minuten rollen de trams do Eimma- brug -af, detee voor de richting station, die voor de richting- Sipaarne, die lan ge met volgrijtuig rijidit d-oor, 't is er een vo-or Amsterdammeer nog, steeds meer komen er van stall, daar komt de onze, die moet nog even naar het. Houtplein, -vanwaar zij toen minuten voor achten vertrekt. Spoedig -is zij terug en stappen we bi. Kalm glijdt zij langs de baan. .Vanwaar -die kalmte, vanwaar dat veiheffenide, dat stille, eenvoudige? Och, we zij-n de eienige r-e/Mgers, en dan die stille natuur, mot dat schoo- re, voor dlezan -dag veelbelovende weer. Links glijden we langs de tui tten v-an Zwanenburg, rechts van ouids „Het Rood© Dorp", nu aan beide zij den weiland. Etn de Leiidscbe Vaart dan Och-, dlle is ook giroen «n, tm-ofc ©en dichte laag bedekt, zoodaJt er van water geen- spoor te zien (is. 't Is kroost zegt een echte Haarlemmer. Kroost? lacht .een ander, ge meent kroos. Het zijn van die kleine blaadjes, die maar eten nader toekijken logenstraft zijn ledgen w-oordien en hij houdt op. „Neen", zegt hij, „dat -is geen kroos, dat is heel wat anders.' Eien paar vragende blikkeh worden spoedig beantwoord en de woorden: Azo-lla, Watervaren roepen meteen wat herinneringen wakker en spoedig te het gezelschap op d© hoogte van dezen vluchteling uit den Leiidschen plantentuin. Die sporen Vielen -reeds lang af ein jachtten op den bodem de levenwekkende voorj aarszonne af, om dan weer aan de oppervlakte te ko men. Die plantjes zelve gaan den- dood tegemoet om tegen hot volgende voor jaar ook op dien bodem te rusten, •maar dan- gedachtig aan„van stof zijt gij, tot stof zult gij wederkeer en", de laag slijk -en modder te helpen vermeer deren. Daar hebben We die brug bij het Schouwtje al en nog steeds dat dichte dek. Een nauwkeuriger waarnemen doei in 't midden een paar breiede, evenwijdige strepen ontwaren, zoo dat de ruimte daartusschien niet ongelijk is aan e-eh -druk bereden ijsbaan met twee -zoomen van- fijn ijs (sneeuw) langs de kanten-, daar gebracht door den bezem van dien baanveger. Dat zal toch zeker wel zijn oorzaak hebben? Natuurlijk. Let maar eens op dat kkdme bootje, dat met moeite het water klieft. Voor den boeg wij-let dat Azolla vaneen, de boorden- druk ken bet verder samen, m-aar nauwe lijks is die boot gepasseerd, of groote- re en kleinere klompen haasten zich om het gat te sluiten. Dat gelukt wel, maar aan 't verschil in dien tlint van het groen zien we- toch-, dlat het in hlet midden w>at ijler is gebleven, terwijl een baantje overblijft. Zoo ontstona ook -die brteedé baan in 't middendoor wat grooter schap. Een langzaam- stijgen -en wat afbui- g©n doet ons gevoelen, dat we de hoogte ingaan-. Een blik ter zij die doet ons reeds iseta paan' hongerige grijze kraaien opmerken, die spotten met ons mooi Novemberweer en z-iclh ea* weinig aan storen^ dat hiet nog zo.o tmM'd I's. 't Was hun tijd tot vertrek -en ze gin gen en IhJi-er aankomend, geloof liik wel, dat ook zij 't -een weinig onnatuurlijk zullen; vkudien, maar toch wel meer van dit wéér -zuil-en houden- dan v-an koud-e en vocht en vorst en. sneeuw. De enkélie koeien, die nog buiten loo pen, hebben een dek over tot behoud van die warmt». Daar zijn W-e op het hoogste punt van de viaduct, jurist passeert een trein, die zijn witte rookpluim ver achter czrioh laat. Maar is dat wei crookeen blik van boven af in den schoorsteen zou ons doen zien, dat er binnen in een tweede dun pijpje zit, waardit die witte donzige wolken te voorschijn ko-mien-. 't Is stoom, die zijn -dienst -gedaan h-eefit en die thans door -den "schoorsteen ontsnapt. Eerst, heel leventjes, is hij niet zichtbaar, dan in d-e frissch© morgenlucht neemt hij snel in hdlderh-ed-d toe, kleunt zich meer en meer 'en ontplooit zich -als opgerol-de wolken-, die dwarrelend -achter den trein aankomen. Langzaam worden -die wolkjes ijler -en ijler, -om te ver- zwrinldlen in de lucht en dus opnieuw terug te kedren -tot omzichtbanen water damp. 't Kost hedenochtend met de reeds met geinoeg waterdamp bezwan gerde lucht moeite, -om werkelijk ge heel -op te lossen. Langzaam glijden we van de hoogte af, die duiineh, de bosschen tegemoet, boe zwart ziet dat -allesaan den -bui tenkant rils- -al het blad reeds -verdwe nen en het g-o-uiden zonnetje laat nog altijd -op zich wachten. Halte Aemdien- hcut. We schuiven door een berceau verder en bespeuren -th-ains, diat het -eikenhakhout nog bladeren gentoeg heeft, bladeren, schoon gekleurd door den. lang toev-enden herfst. Daar -zijn we aan den. Doodweg- Een vlag Hé, waarvoor dieJ? Weet ge dlain niet, wat hiér -te doen i-s, vandaag en moalgen en overmorgen? Kom, treden wie de serres van den-heter J. H. v an Vloten maar even binnen, misschien bemerkt -ge dan ook heter liet. doel van onzen tocht. Een uitroep vain- verwtohdierinlg -doet ■ons stilstaan, 't is ©en over wiel digen-de ■indruk. Buiten slechts hier en daar ©en bloempje -meier, eén. nog wij flfeu- rig uitziende Margeriet in dit of dat tuintje, -een laat, nakomend bloempje van het zeiepkr-uiid, hier .en- daar ieen reedls wat al te voorbarig viooltje, ma deliefje, -zelfs een enkele paardebloem. Nog zelfs enkele rozen, maar daar is Trno-oi nu ook toch af en hier, één al les overtreffende bloemenpracht, zoo modi, -zoo schoon-, zoo smaak-vol geëta leerd, d-at hlet voor leek en werkelijk een overweldigend-en indruk maakt. Wat een variati-é! Hier sdhoone, rij-kldoeieiude trossen met heldergele bl-oemen, d-aar -andere met groot© gele bloiemen -zoo prachtig gevlekt bruin- en purper, d-at ze ons eeuri-gen tijd staan de houden. Daar planten, rijkbloei-en- de planten, met kledmiere takjes, met eien i-etwat purperrood© bloempjes, die een leek allicht nli-et voor oarchmdle-eën zou h-ouden. Die hoofdtoon speelt ech ter in schoon lil-a, 't zij-n idle Cattlega's, dtie th-an-s bloeien ten ons piet hare groote bloemen dn verrukking bren gen» En dan die Cypripedli-ums, die in vele variëteiten- aanwezig zij-n, waar onder -zeer mooie, een zelfs, die on danks blaar bescheiden uiterlijk de clou der tentoonstelling v-orm-t. Ge irioet namelijk wetón, dat deze kassen nog m a-air juii-st één jaar bestaan-, -en dat de heer Van Vloten daarom dat feit heeft willen herdenken., en thans een drietal dagen zijn planten ter bieziohtiging heeft gesteld. Of hij succès zal hebben, wie geloovem het Uit het Engelsch, vaaa HEADON HIJ Ij. 5iy Hoogstwaarschijnlijk zullen mijn. tegenstanders wel niet -dezen weg Van Exmouth nemen, dacht Leslie, j toen hij tamelijk buiten adem stil stond. Tot hiertoe had de moeilijke afda-1 ling -hem bijna belet om te denken j aan hetgeen op handen wias. Maar nu liet hij zijn aandacht op dit ang- j etig onderwerp vallen. Hoedanig zou de ontmoeting zijn Zou hij lang In deze woestenij moeten dwalen, of zouden zijn beulen zoo beleefd zijn, om prompt op tijd te komen en wei nig omslag te maken? En waar zou de noodlottige slag zoowat vallen? Maar hij liet zich door die zenuw achtige vragen niet beheerschen. De onvrijwillige zwaarmoedigheid af schuddend, hernam hij den afgeleg- den weg, hield een ©ogenblik even stil om te zien of hij ergens eemg spoor van de „Idalia" ontdekken konmaar van Barrysiead af tot aan de kaap van Portland v-ertoonde de zee geen ander vaartuig dan een -enkele visschersschuit. Als hij het jacht had kunnen zien, koers zettende naar den mond der Exe, zou hij daarin een troostende gebeurtenis opgemerkt hebben, kun nende begrijpen, dlat de identiteit van Lukyn ontdekt en kapitein Craw ford order .gegeven had om zoo gauw mogelijk dien ongenooden passagier aan wal te zetten. Maar niets was er -dat met zekerhe'd een dergelijke hoop opwekken kon, en dit was niet het minst wreed© gedeelte van zijn taak de wereld te moeten vaarwel zeggen, zonder te weten .welke tragedie zich in weinige uren afgespeeld kon heb ben, en geheel onkundig te blijven van het lot van haar die hij lief had. Maar nu ziende waar hij wezen ■moest, schudde hij de teed-erheid af. die hem 'bij die gedachte dTeigde te overvallen. Het is gewoonte om aan een ter dcod veroordeelde'een goed maal te geven, aleer hij het schavot bestijgt, dacht hij, -met een poging om met zichzelf te schertsen. Laten we zien, wat die herberg aan te bieden heeft. Daar die landelijke gelegenheid on eindig ver uitstak, wat betreft zinde lijkheid en gemak, boven hetgeen hij dien morgen te Exmouth had erva ren, besloot hij< er te blijven totdat volgaarne. Het bezoek lis fan die dagen gestegen tot ruim 1500. Bij -tal van men-schen is een wat ruimer blik ont staan omtrent deze kindenen der tro pen, tot nog toe alleen bij name slechts bekend» En de vaklui hebben- tetvens kunnen genieten van s-cihoone cultuur, d-ie zoo wel den heer Van Vloten als zijn bekwamen chef -die Culture al-Ie eer aandoet. De aftrek van- bloemen, waairom het te doen is, zal er zeker niet minder do-or wordien. 't Is te ho pen, dat een en ander wat vergoeding moge brengen- voor de talrijke zorgen er moeiten, besteed aan 'h-et kw-eiefcen der planten, dn 't algemeen1, aan het exposeeren van de bloedende planten in 't hij'zonder, dan zal men zich' ruimschoots beloondi achten. J. STURING. EXPOSITIE AERDENHOUT. Een zestal schoone foto's zullen we gedurende een paar dagen aan- het bureau in de Groote Houtstraat ter bezichtiging stellen. J. STURING. VRAGENBUS. Den Hdiör Van L. te H. Win terkoren -i-s koren, dat Sn het najaar gezaaid wordt (September, October en enkel ön November), dan -ddn winter over op het veld blijft ten reeds -heel wat g-ew-as maakt en- vooral flink urit- stoelt, -dlat wil zeggen, zich vertakt, om het volgende voorjaar door te scieten. Het zomlerkoren wordt in t' voorjaar gezaaid en brengt bij min dere orntwflJkkeli-ng ook veel mlindier op. 'tZijn si-echts rogge, tarwe, en gerst, waanvan winter-vartiëteiteu bestaan. D e n H e) e r D. t e H. Het gezon den! insect is een rritn-aald, -de larve van ©en kniptorze leeft in- den grond' •eienige jaren als larve en kan h-eet w-at schade berokkenen, voorat aan jonge J. STURING. Eenige dagen na ddn slag bij W kwam er in de citadel te Reen telegram, geadresseerd aan 't regi ment, waartoe .Telk-a behoorde, eer hij in -dien oorlog ging. D-at telegram. luid de „Jelka overleden, te WGro an off". Die familie van den ongelukkige» jongen man woonde te REen neef w-as telegraafbeamhte iën- hem viel de treurige taak ten deel. het tel-egram over te schrijven en aan de ongeluk- Mg-e moeder te brengen. Haast w.as er niet bij, hij moe'st eelrst maar door gaan met zijn werk tot den avond. Werktuigelijk ontcijfer die hij die tee- k-ens van het lapparaat, maar in zij-n ooren Manken telkens die woorden: „Jelka overleden te W Tegen; den iavond, na zij-n dtensttijid, was -de telegrafist, gegaan naar het huis van Jelka's moeder, tante Anna, die hij in 1-arig niet gezien hadi Er w-erdi over niets .anders gesproken'dan over Jelka, de brieven die hij ge schreven had, zijn -portretten, de voor wierpen, die hem toebehoorden, en di-e hij voior zijn v-ertrek onder zijne -vrienden had verdeeld!. Vooral bewon derd© men een brief, dein vorige» dag ontvangen-, met ©en mooi zeg-el dlat van liet regiment. De brief ging v-an- moeder's handen in die van Vera, vain Vera naar Kol-ia. Alten hadden dien brief al een'ge male» ge-lezen, hardop daarna had den ze geredeneerd over den inhoud en over het roode teeken -op de enve loppe, alsof ze nog tets hoopte» te ont dekken, verborgen in -de geschreven woorden. „Ik schrijf u met een grooten „steen voor tafel, zittende in- die het tijd zou zijn om den weg naar West-Down-Beacon te hernemen want hij bleef bij' zijn besluit om niet meer naar de stad terug J:e kee- ren om Quayne niet te ontmoeten, met zijn doordringend© oogen, zijn verwarrende vragen en zijn lastige bescherming. Hij1 bad beloofd om voor de „Ridders van den arbeid" te verschijnen alleen en ongewapend, en hij w.ilde nauwkeurig zijn belofte houden. De keuken van den herberg, zinde lijk en stil, bleek hem wel geschikt; hij at mét smaak, daar zijn eetlust door de lange wandeling opgewekt was. Daarna stak hij zijn pijp aan, en ging zich bij -het vuur in gepein zen zitten verdiepen. Zooals het, naar men zegt, gaat met hen, die zich voorbereiden om dit leven te verlaten, kwam zijn gan- sche leven voor zijn geest opdoemen: zijn gelukkige kindsheid, zijn schitte rende jeugd, de roes van het oorlogs leven, de vreugden van den soldaat... Dan zijn kortstondige geldelijke moei lijkheden, de ruïne, de ellende, en die merkwaardige opkomstd'e ontmoe ting met Marion, de hevige passie, die zich van toen af van hem mees ter gemaakt 'had, elk ander voorne men terugdringend. Hij bevond zich in gedachten weer bij dokter Beaman; herleefde de vreemde gewaarwording van zichzelf als in een spiegel inden „loopgraaf. Rondom ris diepe stil de, de hemel is helder verlicht. „Ik denk. aan u. Wat zal het nu „heerlijk zijn bij u De Wol-ga is „zeker ijsvrij en de weide vol „.bloemen. Ik houd- zoo van d© „Welga,! dat vo-el .ik eerst nu, en „het spijt mij, dat lik mijn guri/taar „niet hier heb. „Lieve "Viera, stuur mij je por ted, rik heb enkel dlat vatn moe „der. Ik heb gehoord, dat wij mor- „gen naar 't Zuiden trekken: „waarschijnlijk gaan wij ook spoe- „di-g In 't gevecht. Maar dat is „niets't eenige wat mij hindert „is/ dat wij geen- goed© cigaretten „h-ebben en geen suiker; 't eenige „wat .ik - nu en dan té rooken „krijg, ie w-at slechte tabak Deze brief w-as gedateerd van twaalf dagten te voren. Bij 't leizen stelde men zich Jdlka voor, zittend© bij- dien steen, in eien- lange soldatenjas met een grooten kap over zijn hoofd, waaruit het frissch© gelaat met d© verstandige, heldere oogen te -voorschijn kwamen. Ze verbeeldden zich de nare lucht te ruiken van d© ordinair© tabak. Arme Jelka En zelfs geen klontje suiker -hadi'hij, terwijl hier ©en volle pot stond In -die 'loopgraaf -is men buiten- ge vaar dlacht broödler Koli-a en hij tracht te d-e moed-er uit te leggen, d-at al pro beerden-ze ook, op hem te schieten, Jelka zich kon bergen in di-e verschan sing. Vera lachte, moeder zelfs glimlach te, doch ha-ar lach was droef. „Waarschijnlijk gaan wij. ook spoe dig dn 't gevecht", had' J-elka geschre ven.. En die woorden pijnigden het hart der arm© moeder. Zij keek tin d;t ©ogenblik naar het ve-snter, zwijgend en' bleek, en hoewdl haar hoofd was afgewend', raa-didien alien, d-at er tra nen in hare oogen stonden-. Moeder, herinnert ge u wel, wat J-elka zei, voor -hij heenging? Hij wi de niet, dat u zo-u huiiiên. Maar ik'huil ook niet» antwoord de zij, nog steeds" het' hoofd afge- ■v\ L' UO- Be telegrafist las op zijn beurt den brief, gisteren ontvangen, en zuchtte. Toen de - arme jongen dien brief schreef, vtermoedde hij zeker niet,, dat hij -nog slechts zoo kort zou leven» Ei' w.as in d'at schrijven iets vreemds, een geheim-: 't le-ek of een onuitgesproken gedachte was verbor gen achter elk woord. Toen -de telegrafist -den brief gele zen had, legde hij dien op de tafel, ©n zittende op -die sofa, 1-iet 'hij pein zend het hoofd zakken, strak h-et oog gericht op het medaillon aan zijn hor logeketting. 't Is warm v-andiaag, mompelde hij eindelijk, om toch- iets te zeggen. Niemand antwoorddeallen -dachten aan Jelka, aan elke gebeurlijkheid, en. in de stilte klonk van buiten het. lui den van een Mok lin de verte, wekken de in de gemoederen een- onbestemde ontroering, een gevoel van gelaten onderwerping aan iets groots- en droe vigs. Morgen is er -groot feestzed de moeder zuchtend. Zij stond op en liep langzaam, on zeker naar de andere kamer. Allen (hadden gezien, d-ait zij tranen afwischte. Waarom ben je zoo somber? vroeg Vera den telegrafist. Hij schrikte, doch herstelde zich- en antwoordde haastig Ik somher? Wel neenvol strekt niet. De brave jongen streek met de band door zijn lokken en begon d©ka mer op en- neer te-loopen. Daar verscheen- de moeder weer, de oogen vol tranen Hij heeft geen suiker I We moe ten hem wat sturen-, maar er zal een heele tijd overheen gaan eer hij het krijgt. Geef mij den brief nog een-s Hier, mamazei Koiïia, ©n moeder persoon van Lukyn te ziendan her innerde hij zich diens verschrikkelijke bedreigingen jegens Marionde te rugkomst, de wederontmoeting, de kus, de overrompeling, zijn martelin gen, zijn geluk, en eindelijk zijn ont moeting met de Amerikanen. Zoover gekomen, evenals gisteren, teen hij den voet aan boord zette, deed zrich weer d© vraag aan hem op Als het nog eens gedaan moest wor den, zou ik het doen? En zonder de minste aarzeling kwam het ant woord Ja, ja Honderdmaal ja Ten opzichte van dat heerlijke we zen, had een blind© kracht, machti ger dan zijn wil, hem geleid. Even min als hij afstand kon doen van Marion, nadat ze zich in zijn armëh geworpen .had, evenmin kon hij aar zelen om zijn leven te offeren, ten einde het hare terug te ko-open. Lieve Marionzoo schoon, zoo be minnelijk, kon hij haar n-og slechts eenmaal in de trouwe oogen blikken, haar een woord van vaarwel toev-or- gen Maar wat Hij kan hetHij kan haar schrijven, beter, hij moest! Quayne had wel gelijk, van hem en van niemand anders moest de zelfbekentenis komen Zioh papier verschaft hebbende, begon hij dadelijk te schrijven. Die zoo lang teruggehouden bekentenis zou hij nu eindelijk doeneenvoudig, begon opnieuw couvert, en poststem pel t© onderzoeken. lui die kamer galmde de echo van de torenMok, di-e gedachten wekte aan kerken en mystiek sdhehierlicbt. Ja, j-a, men leeft, men werkt, strijdt om het bestaan en in een en kelen slag!dacht, de telegrafist, met een steelsohien blik naar tante An na, Vera en Kollia. Hij kon hun niet zoo. opeens de werkelijke waarheid zeggenhij moest hen langzaam v-oorbeieiden. Toen (hij hier binnentral-, had hij ook zijn plan 4n 't h-oofd: maar een enikel-e blik op drie -ongelukkige» -deed d© ingestudeerde woorden besterven, en hij had ;er ni©t zoo gauw andere Ik ben erg zenuwachtighad hij eindelijk u'i-tgeroepen, als- om zijne Bomberhérid te verontschuldigen'ik heb den- heelen dag aan het -toestel gezeten, en nu hoor ik nog het getik in mijn hoofd. Warela er veel dépêches Verscheidene. Er kan van alles gebeuren in de wereld- Hoe bod©el j-e Och, die oorlogDat is toch ©en vrëeselijk iets.... 't Lijkt wel,'of je rntet opzet her komt om mama ongerust te maken haid! Vera gezegd. Ik ben doodmoe en ik heb hoofd pijn-, antwoordde hij't is heter dat-ik naar huis ga» Hij naderde tante Anna. Deze beefde en was heel zenuwach tig. We moesten maar een telegram aan' Jelka sturen. Wil je het zelf ver zenden Maar waarheen het te adrös- seeren Hij schrijft, dat hij naar het Zuiden trekt- 't Is best, het te adnessete-ren aan het regiment. Ze zullën het (hem dan wel geven. Nu begonnen -ze het telegram op te stellen. Elk woord kostte vijftien- ko peken, 't kwam -er. op aan, met zoo ■weinig-mogelijk woord©» veel té zeg gen. oTi-io-tioTi nnjUllwi Uiu-rMljiV „weinschen het beste; telegrafeer „om ons gerust te stellen." Allen wiarön om -d-e tafel geschaard, kijkend naar id© vingers van Vera, die vlug over het papier vlogen. „Heel hartelijk" kan misschien wel uitgelaten worden, had er één opgemerkt. Neen, dat moet blijvenaiep d'e moeder. Daarna discuteerde men over „het beste". Wat moest men eigenlijk hem toewenschen H- was gezond, opge wekt. - Wat zeg jij -er van, Volodja? vreegen ze den telegrafist. Deze beefde van schrik, -alsof er iets ontzettends dreigde; -doch hij be dwong zich en -antwoordd'© Ja, groeten- is ook voldoende. Hij liep weer op en meer, langs zijn baard strijkend. We behoeven er geen naam on der te zetten.' Hij zal wel -raden, wie het telegram -afzendt. - Natuurlijk Dat begrijpt hij wel. - Hij -is ni-et eens komen afscheid nemen, eer hij -naar den oorlog ging' riep de moeder met een zucht. Dezen zin. herhaalde de arme vrouw iel ken dag, soms in haar zelve, zonder dat iemand hiet hoorde. I-nidierdaad was Jelka vertrokken, zond-er de zij nen ten afscheid te kussenhij w-as bang geweest, den moed te verliezen bij zoo'n dramatisch tafereel. Wat gaf het ook Te Samara had hij prentbriefkaarten verzonden met da woorden „Ik ga naar 't. Oosteth rik kus u „allen; schrijf mij te Korbin en „wees toch. vooral niet -angstig om „mij. Huil niet, moeder Daarna -was een kameraad van eerlijk en juist, zelfs niet trachtende zijn fout te bedekken door een be roep op den onweerstaanbare.! in druk, dien zij op hem gemaakf had, geen andere verontschuldiging wil lende dan zijn onmetelijke liefde Hij voegde er niets aan toe. Geen woord over de Amerikanen, noch over de plek, waar 'hij zich bevond, noch over zijn voornemens, haar vrij latende te gelooven. dat hij het jaCht zou gaan opzoeken. Voor den driemaal geze- genden waarborg van haar leven en dat der opvarenden van de „Idalia" t© hebben gered, had hij de vvraak der Yankees afgekocht, en hij wilde niet, dat ze na de te wachten gebeur tenis zouden vervolgd worden. Na zijn brief verzegeld te hebben, nam hij de moeit© haar naar een bus te brengen in de nabijheid der stad-, opdat hij den poststempel van Ex mouth dragen zou. Dat alles had tijd gevorderd. De korte wintermiddag was voorbij. Reeds blonken de lichten achter de gordijnen, toen hij de -herberg op nieuw binnentrad. Het is hier waarschijnlijk, dacht hij, dat het onderzoek van den poli tierechter naalr mijn persoon zal plaats hebben, ten minste, wanneer men mij ooit terugvindt.... De plek schijnt mij wonderwel gekozen, met al zijn geulen en spleten, om e©n deugdelijk geheim te bewaTen. Jelka gekomen met voorwerpen, die hem hadden toebehoord. Di-t is al wat hij -niet noodigheeft. Zijn rijwiel heeft hij verkocht en mij verzocht, u het geld te brengen in dit kistje zijn verscheidene souvenirs en brieven. Jelka vraagt, of u drie wilt be waren, tot hij terugkomtmet d© rest kunt u doen naar goedvinden. Die kameraad w-as, ©venals hij, een- gezonde jongeman. Een- gaat u daarheen terug Ja. Wordlt u gecommandeerd? Neen-, ik ga vrijwillig. Is u ni-et bang Bang? Waarvoor? De jonge officier haalde glimla chend du schouders op en voegde er bij Of nu dood ga, of over twintig jaar, is dat niet bijna hetzelfde Viola zag dien dappere aan met eer biedige bewonderingdie jongen had geen oog van zijn sabel af. De moeder en Vera waren heed vriendelijk voor den jongen man het feit, dat hij een 'kameraad v-an Jelka was, maakte hem' heel gewichtig -in hare oogen en vorm de zekere intimiteit. U lijkt wel wat op Jelkahad de ouid!e> vrouw gezegd. Waarlijk? Ja, die heeft zoo dezelfde manier. van doen in vele -dingenLeeft uw mama nog? Neen, ik heb niemand meer. Ik ben. all-een, -en als ik -stierf, zou nie mand mij beweenenGoddank Weet u wed, dat J-elLka niet eens afscheid is komen nemen? De jonge officier was opgewekt van (humeur en zijin gulle lach lenigde ©enigszins de smart der ongelukkigen en deed hein hopen, dat .allies goed zou gaan en hun Jelka gezond en wel uit den oorlog terugkeeren. Hoewel 'het bezoek kont duurde, scheen het hun allen., of men elkaar lang. gekend had, en 'toen hij opstond om heen te -gaan, waren ze zeer be- -droiefd. Als u onzen Jelka weerziet, zeg hem dan Wat moest hij zeggen? Hij moest er een zin, ©en aanbeveling bij, al wat' hun op het hart lag, en .de officier antwoordde ma-ar telkens weer, glim lachend Zeker, zekerlik zal alles zeggen! Gezamenlijk dedlen ze luefm uitge leidie. - Neem dit, fluisterde de moeder, hem iets in -die hand! stoppend. De officier was er eerst mee verle gen; daarna, bemerkend, dat het voor werp een kléin -kruis moest zijn, werd hij bewogen -en boog zioh-, om de ma gere, bevende hand te kussen, die het hem gaf. Kom maar spoedig terug met mijn Jelka - Zonder twijfelWij komen te rug - Zeg aan Jelka, dat hij dikwijls moet schrijven. Zeg hem ook, dat het wat moois is heen te gaan-, zonder afscheid van ons te nemen Het rijtuig raakte in bewegingnog even zagen ze de uniformtoen nog den rug v-an den koetsier en alles was verdwenen. Droevig staarden ze hem na. We hadden hem nog wel wat ge bak kunnen- meegeven op reisbezon tante Anna, met tranen lin de oogen. En Jelka had geen afscheid genor men, eer hij 'heenging. De telegrafist bleef op en neer wan delen -in dér kamer; zijn gezicht had e treurige, raadselachtige uitdruk king aangenomen. Hij had niet meer de wilskracht om te spreken. Men hoorde het klinken van eenige zilveren munten. Hier is -het geld voor het tele gram ©en roebel en tachtig kopeken komt het zoo uit, Volodja? De telegrafist liet zioh. het geld' in de hond geven, zuchtte eh fluisterde - Goed. Tot nu toe was hij de eenige bezoe ker geweest, maar nu terugkomende, bemerkte hij tot zijn spijt, dat ande re gasten aangekomen waren, en dat hij nu niet, gelijk hij gehoopt had, zijn laatste oogenblikken met zichzelf alleen zou kunnen zij-n. Maar het was nu te laat om een ander verblijf te zoeken. Hij trad binnen. Links en rechts van den schoor steen zaten twee heerende een was Scomer Vo.ules, de ander Fayter Frayne. Die twee mannen, daar gekomen om het uur der executie -af te wach ten, schonen zoo verschrikt, zoo ver ward bij de onverwachte verschijning van 'hun slachtoffer, dat Leslie, zijn meerderheid voelende, niet kon na laten een weinig met hen te spotten. Goeden avond, heeren 1 zei hij. Wat is er? Gij schijnt belden zeer ongerust.... Herstel u, bid ik u Ik word door niemand gevolgd, mij woord er op Hij sloot de deur, en ©en steel ne mende, plaatste hi-j zich voor het vuur, tusschen de beide Amerikanen. Ik heb hier den heelen namid dag doorgebracht, ging hij voort, op een -klein loopje na, waarvan ik nu terugkom. Ik was alleen, en dacht niet het genoegen te zullen hebben u hier nu al te ontmoeten. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 11