HAARLEM'S DAGBLAD
Stadsnieuws
Uit de Rechtszaal.
Uit de Omstreken
Bisaeaaiaei
Feuilleton.
De Verdwijning
van Gerald Rathbone
EEN BEDELAAR.
Het brutale individu, dat ik (thans
voor. oogen zie, tracht de goedgeloo-
vigö mensehen Oip allerlei listige ma-
nieinien geld al te bedelen. Zoo heelt
hij zich ook aan eenige heerenhuizen
in het Kenaupark vertoond niet een
bedelbrief. Och, hij had het zoo ar
moedig, zijn vrouw was ziek van de
aen/uwen en kon haar huishouden
niet doen. dan vier arme bloedjes vlan
kinderen, en hij zelf geen werk!..'.
Wiat een mooie voorstelling, om
onder den indruk te komen, om me
delijden te krijgen (met den stakker,
om hem je heel© poittemonnaie te
gevten!....
Maar... er komt ©en maar bij!....
Die man is niet die stakker zooals hij;
Voorgeeft. Zijn vrouw heeft hem) ver
laten en de kinderen zijn hem ont
nomen door den Voogdijraad. Alle
maal omdat hij zoo slecht oppast,
geen man en vader is, zooals dat be
hoort.
Om de laagheid van dezen bede
laar' nog beter aan het licht te dloen
komen, had de Officier van Justitie
den veldwachter van Aalsmeer laten
komen, die vertelde
„Die man (de beklaagde) is in liet
begin van dit jaar met een scheepje
in ons dorp geweest. Hij, zijn vrouw
en kinderen hadden het zoo arm en
ellendig. Er is toen moeite voor hem
gedaan, honderden guldens zijn op
gehaald, ik zelf gaf van mijn armoe
nog drie kwartjes. Tom de man al
les binnen had, trok hij er tusschen
uit om alles weer te verbrassen."
Terecht noemde de Officier van
Justitie in zijn requisitoir beklaagde
een gemeen, laag individu, en vor
derde wegens bedelarij eenige dagen
hechtenis en twee jaar opzending
naar Veenhuizen.
De naam van dezen bedelaar is
Hend. Jan Caspars, oud 32 jaar.
TE HARDHANDIG.
't Gebeurde op 1 November in de
Luitensteeg alhier. Eenige jongens
waren den werkman Simon Hoender
dos aan het plagen. Daardoor werd
deze kwaad en pakte een hunner
vast, gaf hem een slag om de ooren
en bovendien een trap tegen den
'linkerarm.
Die is nog al hard aangekomen,
't Negenjarig ventje Hendrik v. d.
Zeeuw moest 20 dagen in liet Gast
huis verpleegd worden en loopt nu
nog met den arm in eien gipsverband.
Wegens deze ongemotiveerde mis
handeling (het ventje beweerde niet
geplaagd te hebben, dat hadden an
deren gedaan) vorderde het O. M. een
niaaoid gevangenisstraf.
ARME VROUW EN KINDEREN.
Ik dacht aan dit refrein van een
straatliedje, to.en de zaak van den
39-jarigen sigairenmaikelr Joh La-
mer-s berecht werd. Zijn. vrouw
acht kinderen wonen in Rotterdam,
terwijl hii hier tijdelijk werkt.
Op 23 October wilde de man van
zijn weekloon vier gulden naar huis
zenden (niet te veel, hè en vroeg
een kameraad even een postwissel te
schrijven, omdat hij dit zelf niet
kan.
Deze1 lokte Earners echter mee, en
niet nog een „goeie" kameraad) ging
men aan den rol. Van Maandagmid
dag tot Dinsdagmorgen. Toen was' al
het geld van Lam'ers on en ook dat
geld, dat een der kameraden ontvan
gen had voor een broek, die hij van
zijn lijf verkocht .had, of liever ruil
de voor een ouden.
Toen ging men ergens in het Scha-
■terkwai'tïer op visite, waarvan La-
mers gebruik maakte om van de gast
vrouw een portemonnaie met een gul
den Inhoud te stelen.
Ook voor dit geld! Werd weer ge
dronken.
Nu stond Lamers wegens diefstal
terecht.
Het Openhaar Ministerie eiscbte
weken, rneenende, dat bet niet tot
(zachtmoedigheid kan stemimlen,. dat
het gestolen geld verbrast is.
De beklaagde kreeg een welver
diend standje van den president, dat
'hij zoo slecht zijn plichten als vader
van acht kinderen schijnt te begrij
pen.
Dit was zeker niet zonder, reden
Sempre Crescendo.
Be gemengde 'zangvereeniging
jvSempre Crescendo" toonde Woens
dagavond in de groote zaal van het
Brongebouw haar naam alle eer aan
te doen, door (steeds meer) voor
uit .te gaan.
Biji de uitvoering van verleden jaar
en die van gisterenavond was een he
melsbreed verschil te bespeuren, en
dit bevestigt dit.
De directeur, de heer W. A. Kwan
tes, geen onbekende in de zangerswe
reld, had voor dit koor (naar schatting
ongeveer 60 leden tellende) een uitste
kend' programma gekozen, de krachten
van de uitvoerenden niet te boven
gaande. 'Hiermede wordt evenwel niet
gezegd, dat alles haarfijn uitgevoerd
werd, doch werkelijk is ons, het nog
izoo jong bestaande koor, meegeval
len. Eenige .aanmerkingen waren nog
te maken op de navolgende nummers,
n.l. „Tenebrae factae sunt" van M'.
Haydn, te fweinig genuanceerd, en!
daarom te weinig gekleurd.
,jDe Tranen" van J. Witt, de melo
die door de alten mooi voorgedragen,
doch' overstemd door de andere par
tijen. .Rustig ondergaan" van S. de
Lange; de tenoren izongen iets te laag
en daardoor werd Eet geheel onzuiver.
Maar waar, zooals boven gezegd, deze
vereeniging nog zeer jeugdig is, zijn
deze kleine fouten te vergeven. Te wen-
schen is het voor deze vereeniging, dat
zij' nog enkele mooie heldere sopranen
•mag winnen, daar deze partij dit noo-
dig heeft.
De vraag: Waarom de heer Kwantes
sommige nummers een halven toon
hooger aangeeft, dan zij' staan, be
hoeft niet beantwoord te worden, doch
deze vrijheid werkt ons inziens ver
moeiend op de sopranen. De heer
Kwantes toonde niettemin alweer een
bevoorrecht directeur te zijn, die n.l.
gedaan krijgt van zijn schare zange
ressen en zangers wat hiji wil. Zijn op
vatting van de uitgevoerde nummers
is zeer te roemen, getuige het Avond
lied van Er. Abt, een der mooist ver
tolkte nummers van het programma.
Dat hij let op goede uitspraak was
ook in dit nummer en .andere num
mers te merken.
En nu een woord o,ver de solisten:
Mej. Johanna Oorver, alt-zangeres
van hier, heeft vroeger reeds een aan-
genamen indruk op ons gemaakt, en
thans deed zij dit weer, en gaf blijken
met ernst gestudeerd' te hebben, al
thans haar geluid" is in omvang zeer
toegenomen. Nog een weinig meer
voordracht en zij izal zeker vaker onze
Haarlemsche vereenigingen moeten
vereeren met haar optreden en met
haar lief geluid een aangename afwis
seling in de programma's brengen. Zij
had een dankbaar auditorium en een
gelukkige keuze van nummers ge
daan.
Van den heer (Re in al da had den wij
reeds veel goeds vernomen, doch had
den nog niet het genoegen gehad, met
zijn vioolspel kennis te maken.
Hij toonde zich in de door hem ge
speelde nummers „Adagio" .(uit het A-
dur-concert) van W. A. Mozart; „Ober
tas Mazurka" van Wieniawski, „Le
gende" van dezelfde en „Mazur" van
Emile Mlynarski, .een goed geschoold
violist, met mooie streek en goede vin
gers; dit laatste te oordoelen haar de
mooie enkele en dubbele trillers, die
hij. maakte. Dat zijn E-snaar piepte,
was van zijn wil onafhankelijk, doch
was niettemin hinderlijk voor de hoor
ders.
'Bij' een volgend optreden zullen wij
wat meer van hem zeggen, daar het
moeilijk is een violist In de o-mstan-
dliigheden^ als boven gezegd' en dab
voor de ïe maal, te critiseeren. Niet
temin moeten wij, toch melden, dat
hem eveneens de (bijvalsbetuigingen
van het goed opgekomen publiek niet
werden onthouden.
Sempre 'Crescendo mag, met voldoe
ning op dit concert terugzien .en waar-
deeren de wijze waarop, de heer Hen
ri Wilhelmus de door haar geënga
geerde solisten, begeleidde.
dat perceel tévens ingericht voor be
stelhuis, aangeduid' door plaatsing
van een groot bord voor het café, dat
bovendii'en is voorzalen van een© elec-
trische lantaarn.
Ook heeft de heer Paul en twee! hui
zen aangekocht op het Begijnhof, no.
17 en 19, die reeds worden afgebro
ken en ingericht tot stalling van 25
paarlden ten behoéve van dJe vracht
rijders.
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokerk te Haar
lem op Dinsdag 4 December 1906, des
namiddags van 1—2 uur, d'oor den
heer W. Ezerman.
1. Sonate, Fihk.
a. Allegro moderato.
b. Andante.
o. Allegro.
2. Preludium en Fuga II, Men
delssohn.
3. Rhapsoidie No. 2, C. Saint-Saëns.
4. Inleiding en VariatJën, A. Hesse.
5. Ave Maria, Schubert.
BLOEMEND AAL.
De zitttinig van den Militieraad voor
déze gemeente is bepaald op Woens
dag 19 December e.k., dés voormid
dags tien uur, te Haarlem in den
Doelen.
Voor dezen raad moeten verschijn
nen, die vrijstelling verlangenwe
gens ziekelijke gesteldheid, of gebrek,
of wegens geimis der gevorderde
lengte.
UMUIDEN.
Onze correspondent schrijft:
Uw zetter speelt me 'n poets door 'n
Zin over te slaan uit mijn bericht' over
biet nieuwe postkantoor, waardoor 'n
verkeerde lezing ontstaat.
Ik schrééfiets1 echt postaals te 't
weder de brievenbus niet naast den
ingang voor. het publiek te plaatsen,
maar 'n meter of 15 verder naast deta
ingang van de directeurswoning".
Standplaats vr achtwa,gens.
Reeds thans kan medegedeeld' wor
den, dat die vrachtrijders met hunne
nieuwe standplaats zeer in hun schik
zijn, -en Idloor hen ais eene groote ver
betering wordt beschouwd'.
Het Begijnhof is voor hen een rus
tige plaats, gelegen in het midden
der stad, tevens zeer geriefelijk en ge
makkelijk vo<or het in- en uitladén
hunner goederen.
De heer C. J. PauLen, eigenaar van
het grooite koffiehuis aldaar, heeft
TWEEDE KAMER.
De verwachte „politieke" stemming
over het behandelen der financieele
ontwerpen is met een sisser afgeloo-
pen.
'Nadat de heer Kolkman zijn voor
stel aldus had gewijzigd, dat de behan
deling in de afdeelingen zou aanvan
gen op 39 'Januari, werd, na een enkele
opmerking van de heeren Drucker en
Heemskerk, dit voorstel aangenomen
met... algemeene stemmen, onder hila
riteit der Kamer.
De algemeene beschouwingen over
de Staatsbegrooting werden voortge
zet. De heer Troelstra qualificeerde ze
later op den dag als „niet belangrijk
en diep; een spiegelgevecht hoogstens.'
De heer 'Heemskerk was de eerste
sipreker. 'Hij constateerde, dat deze
Regeering niet veel minder staatscom
missies instelde dan de vorige; hij
critiseerde lichtelijk 'de feestrede te
Valparaiso van den heer Kraus, ge
lukkig ontkomen aan de overstroo
ming in ;Zeeland en 'de aardbeving in
Chili; hij' liet de oorlogsquaesti© rus
ten, maar vroeg of aan de wijziging
der militiewet een regeling nu de vóór-
oefeningen zou voorafgaan. Hij trad
vervolgens in financieele beschouwin
gen, betoogde dat tijdelijke -verster
king der middelen niet noodig was en
dat geen nieuwe middelen moesten ge
voteerd worden zonder -dat nieuwe uit
gaven 'vaststonden. Het moest vast
staan, dat de nieuwe uitgaven verster
king der middelen noodzakelijk maak
ten en inen moest geen millioen-en toe
staan, vóór de bestemming daarvan
te kennen.
•Komende tot de politiek, haalde spr.
een tweetal redevoeringen van den
heer CBorgesius 'aan en betwistte dat de
rechterzijde een valsche voorstelling
had gegeven van de Kabinetsformatie.
Was het 't Kabinet ernst met -de ver
zoening? Maar sommige daden wezen
daarop niet. Het -doen voorafgaan bv.
van de financieele wetten aan de so
ciale wetten. Dat -getuigde niet van
verzoeningsgezindheid, evenmin -a.ls
de strijd voor het blanco-artikel. Men
poogde daarmede de -antithese te ver
wijderen en tot .andere .partijgroepee-
ring te -komen. Maar aan de rechterzij
de wilde men geen algemeen kiesrecht,
al zou later pas blijken wat zij wèl
wilde. Uitbreiding van kiesrecht wilde
zij wèl, ook sociale -wetten, maar niet
in een vorm en op een wijze tegen haar
beginsel indruischend. Zij moest ech
ter de openbaring Gods handhaven
ook op politiek terrein en als de
linkerzijde oppermachtig werd, zou de
geloofsvrijheid niet gewaarborgd zijn.
(De heer Li-eftinck: Bewijzen!)
In aansluiting aan zijn belangrijke
financieele rede van het vorig jaar,
leverde de heer Rati ja opnieuw een
betoog over de inrichting der begroo
ting, de wijze van boeking van gewone
en buitengewone -uitgaven, constatee-
rend dat de Min. van Fin. een stap
in goede richting had -gedaan. Naar
die richting zouden de gewone uitga
ven stijgen, doch daartegenover stond
een lagere raming van middelen dan
noodig was, al gaf hij dan ook toe dat
versterking der middelen niet kon uit
blijven. De financieele toestand was
z. i. beslist verbeterd.
Daarna kwam de heer Troelstra aan
het woord. Hij wraakte het verwijt der
rechterzijde aan de xegeering wat de
sociale wetten betrof; 'hij achtte het
mogelijk, dat de Re-g. 'juist zag wat de
verzekeringswetten betrof, maar vroeg
of -de invaliditeitsverzekering in deze
4-jarige periode niet meer tot stand
•zou komen. Over de vergaderingen der
Lib. Unie sprak (hij niet; die hadden
z. i. niet veel nut naar buiten, maai*
•aan den heer Kolkman merkte hij
op, dat men van diens partij nooit iets
hoorde. De rechterzijde liet zich nooit
'Maar en helder uit over het kiesrecht.
De antithese had z. -i. afgedaan; bij
geen enkele stemming van politieke
beteekenis sedert 1905 was er van de
antithese iets te bemerken geweest
dan .alleen op financieel ge'bied. De
Reg. was zwak; zij maakt bonne mine
mauvais jeu. Zij moest op -alle par
tijen steunen en spr." was bereid haar
op een paar punten steunen. Als
men conflicten vólde uitlokken, dan
was op de socialisten niet te rekenen.
(Men riep:jhet is nog niet zoo ver).
Welnu, dat gaf spr. toe; de rechter
zijde blafte wel, maar zij- beet niet.
De solidariteit van de Heg. met den
Min. van Oorlog juichte spr. toe. Wer
den debezuinïgingen goedgekeurd en
met de hulp der anti-militaristen de
begrooting van oorlog verworpen, dan
trof dit niet de politiek der regeering,
!doch alleen den Min. van Oorlog.
Een nieuwe partij groepeering kon
alleen tot stand worden gebracht met
een nieuw kiezerscorps. En nu wensch-
te spr. de heer (Borgesius geluk met
zijn -propaganda voor het blanco-arti
kel, want Patrimonium had' zich nu
ook verklaard voor het wegvallen der
staketsels tegen al-gemeen kiesrecht.
Hij' ging vervolgens -de kiesrecht-op
vattingen der antirevolutionairen na-
en toonde aan dat die propaganda vaal
-links ook ter rechterzijde het kies-
r-echtvraagstuk naar voren had ge
bracht. 'Ook de katholieke kiesrechtbe-
schouwing-en ging spr. na en meende,
dat wel eens duidelijker mocht 'blijken
wat men wilde. Hetzelfde gold in de
Lib. Unie. Er moest rond en open wor
den gesproken.
Ten slotte het regeeringsprograrn
besprekende, zeide de heer Troelstra,
dat bij den Min. v. Oorlog geen bezui
niging bleek op de stelling van Am
sterdam1 -en evenmin van een streven
daarnaar bij den Min. van Oorlog, ter
wijl de Min. van Fin. aan ons belas
tingstelsel principieel (wat de progres
sie aanging) niets veranderde.
Heden 11 uur voortzetting.
zwakke sekse, vrouw M. en Vrouw v.
V., die voortdurend met elkaar* in on
min leven, wiaren handgemeen ge
raakt. Eerstgenoemde had een bijl als
strijdmiddellaatstgenoemde een
gersmes en een zakje peper tot
wapens ,'t Gong er een oogenblik
warm toe. Vrouw V. kreeg eenige
slagen met dien bijl op haar rug,
w-aardloor zij op twee plaatsen bloe
dend verwond werd, vrouw M. kreeg
een slag met biet mes op haar hand,
dlie daardoor opzwol.
Gelukkig .verscheen spoedig daarop
politie, die de vechtende -vrouwen
-scheidde.
Op eens echter schrikte het paard en
zette het op een loopen. Steenrueijer.
werd omver geduwd -en geraakte on
der den wagen, waarvan een voorwiel
over zijn linkervoet ging en een ach
terwiel over zijn borstkas. De voet zoo
wel als de borstkas werden ernstig
gekneusd.
Steenmeijer is ter verpleging in het
O. L. Vrouwegasthuis -opgenomen.
„GEEN HAAR OP MIJN HOOFD".
Wij; hebben deizer dagen melding
gemaakt van een gerucht, als zoumr.
Zadok van den Bergh. bereid zijn het
lidmaatschap der Twedde Kamer ne
der te leggen, mocht hij eventueel tot
wethouder wordten gekozen.
Mr. Van' den Bergh schrijft ons naar
aanleiding daarvan -. „Ik kan' u de
verzekering geven dat „geen haar op
mijn hoofd" daaraan gedacht heeft,
noch denkt".
Zoo-als men weet, alt de Heldersche
afgevaardigde nog wij stevig in zijn
haar.
C/Tel.")
NEDERLANDSCHE WERKZOEKEN
DEN IN DUITSCHLAND.
Ter voorkoming, dat Nederlandsche
werkzoekenden in Duitsehlland geva
ren of slechte kansen bij aanneming
van werk -van stakers zouden kunnen
loopen, is, volgens mededeelin-g van
den minister van Buitenlandsche Za-
i-, aan de consulaire ambtenaren
uitdrukkelijk opgedragen, slechts dan
v-an gelegenheid tot plaatsing mel
ding te maken, wanneer naar hunne
overtuiging uit gemis aan- taalkennis
of andere omstandigheden -geen na
deel voor onze werkzoekenden zou
kennén voortspruiten.
Verder is hun voorgeschreven om
trent bijzonderheden dienaangaande
de belangstellenden in te lichten.
W-EERPLICHT CANDIDAAT-
JNDISCHE AMBTENAREN.
Naar men verneemt zijn door den
minister van 'Koloniën niet alleen
stappen gedaan om de candidaat-In-
dische ambtenaren vrij- -te stellen van
militieplicht, maar ook tot ontheffing
ivan dienst bij het reservekader, in
dien zij zich daartoe reeds verbonden
mochten hebben.
GEVAARLIJK.
Bij aankomst te Diéren Dinsdag
avond is door dien conducteur van
den locaal trein, dliie om 6.56 uit Ila-t-
tenï vertrekt, gemeld, dat er onder
weg twee maal op den tredn was ge
schoten; eens tusschen Hattem en
Apeldoorn etn tusschen Apeldoorn en
Soeren. Een agent van politie, die in
een dwde Masse rijtuig zat, werd
door de schenen van ,een brekend
raampje in het gelaat getroffen.
TREURIG.
Door twee agenten van politie werd
Woensdag hulp verleend ten huize,
van eene bewoonster van -de van Swin-
denstraat te Amsterdam, alwaar een
16-jarige 'zoon in -een toestand van he
vige overspanning alles kort en klein
sloeg. De knaap was zoo woest, dat
men 'hem ter voorkoming van verder
onheil moest vastbinden.
TWEEDE VREDES
CONFERENTIE.
Het programma der tweede Vredes
conferentie, dat alsnog een voorloopig'
karakter draagt, is -ter rimzag© van die
Kaïherledien ter griffie niediergelegd.
De minister helt over tot de meening
van hien die, hoezéer ook voor ont
wapening gestemd', vreecsen dat door
deze kwestie te ve-él naar den voor
grond te dringen, eene hindernis zou
kunnen ontstaan voor de onderhande
lingen op -ander tenrete, dlie wèl tot
belangrijke practósehe resultaten kun
nen voeren.
VECHTENDE VROUWEN.
Men schrijft ui'b Arnhem aan de
„Tel."
Wotensdlagavond had op het Niéu
weplein -alhier eien groote volksoploop
-plaats. Een, tweetal leden van die
EEN ENGELSCH OORDEEL OVER
ONS LAND.
De Londensohe correspondent der
„ïiek" schrijft:
Ik kreeg hedenmorgen van de Lon-
densche uitgeversfirma Smith-, EldJe-r
en Co. weer een nieuw boek over ons
land ter recensie toegezonden„The
Rise and Decline of the Netherlands",
door J. Ellis Barker, schrijver van
eén werk over „Modem Germany". Ik
ga het eens aandachtig lezen en zend
u over een paar dagen eene beoordée-
linig.
Het even inkijkende, kreeg fik dien
indruk, dat de heer Ellis Barker aan
de toekomst v-an ons vaderland twij
felt, en het verval der -vroegere groot
heid aan de zoogenaamde partij regee-
r-ing tijdens de republiek toeschrijft
Dit is zijn concluste
„De Nederlanden, die eenmaal in de
wereld een grootere positie innamen
dan Groot-Brittarinië tegenwoordig
bezit-, zijn in een toestand Van qmbë
duidendhei'd! vervallen en Holland
kan a-ls onafhankelijk© staat gel
verdwijnen. Zij kan, (en zal zeer
waarschijnlijk) door Duitschiland
geslokt worden, en het is denkbaar,
dat de Hollandsch© taal :in een eeuw of
twee een -doode taal zal zijn, enkel
nog door wéinige phiilogogen gekend.
Sedert stoom en electriciteit den af
stand ophieven-, is de tijd voor groote
naties gekomen. De Nederlanden héb
ben een verleden, maar geen toe
komst."
Uli-t dleze pessimistische slotsom
blijkt de strekking van het boekdat
Groot-Brlttannië zich aan ons land
moet spiegelen-, om niet -eveneens tot
onbeduideindihielid te vervallen.
INBRAAK.
Dinsdagnacht is te s-Gravenhage in
gebroken bij den heer Z. op den Rijs-
wijkschen weg. De dief -of dieven heb
ben -op schandelijke wijze huis gehou
den en alles vernield; gestolen is er
evenwel weinig. Gelukkig was alles
verzekerd. /Vad.)
ONGELUKKEN.
Donderdagmiddag, hij het verhalen
v-an het stoomschip „Potsdam", aian
de WilhieQJminakade te Rotterdam,
kreeg het liohterschip „Vrouw Arend
je" een Map van de schroef, waar
door het schip, galadein met 25' last
mans, onmiddellijk zonk. De opvaren
den werdén bijtijds gered.
'De koetsier van de „Rotterdams'cihe
Tramwegmaatschappij" J. Steen
meijer, stond Donderdag met een
paard en wagen in de le Oosterpark
straat. Hij hield het -dier bij den hek
vast, ten einde het 't wegloopen te be
letten.
TER WAARSCHUWING.
Men schrijft uit Sittard aan ,,Hefc
Centrum"
Wij waarschuwen eigenaars van
rijtuigen, automobielen, motors en
vélocipèdes, die van hier over Prui
sen naar ons land willen rijden, om
geen binnenwegen, maar de groote
keerbaan te nemen, waarlangs de
kantoren rijn gelegen. Zoo bijv. mag
men niet rijden van hier over Wehr
naatr Doenrade langs de binnenwe
gen, maar is men verplicht, wil men
over Pruisen gaan, den grooten weg
langs Süsterseel tot Gangelt te ne
men, vandaar langs het kantoor bij
Schinveld over Bingelrade naar
Doenrade.
Deze maatregel geldt ook voor
België.
Wordt hieraan -niét voldaan, zoo
stelt men zich bloot aan inbeslagne
ming der rijtuigen en proces-verbaal.
Om van onaangenaamheden bevrijd
te blijven kan -men op een zegel van
221/2 pent vergunning vragen, met
opgave der wegen, bij den directeur,
der directe belastingen te Maas
tricht, om buiten de kantoren langs
binnenwegen ons land binnen te ko-
,men,
DE A. N. D. B. ÉN
BELASTINGVREES.
In het laatst verschenen ..Week
blad van den A. N. D. B." stond een
stukje betreffende een versteller, die
geen drie centen wilde bijdragen voor
een telegram v-an gelukwensehing
aan heit bondsbestuur, ter gelegen
heid van het twaalfjarig bestaan van
den bond. „omdat -de verstellersloo-
nen nog niet geregeld' waren", welke
man, ondanks dien on-geregelden
loontoestand, toch f 75 per week ver
diende.
De heer Polak, bondsvoorzitter,
schrijft nu in het jonaste weekblad,
dat 'hij -een aantal kwade brieven
heeft ontvangen, waarin hem ,,om de
belasting" de bovenstaande publica
tie wordt verweten.
Hij is daarover zeer ontstemd en
leest lnin, die zoo beangst zijn voor
het betalen van belasting, als volgt
de les
„Het is eenvoudig belachelijk, dat
scnuilevinkj© sjoelen met de loonen,
dat aanhoudend pogen het te doen
voorkomen alsof de toestand maar
bitter weinig beter is dan een jaar of
drie, -vier geleden.
Zeker, ik weet wel, dat er op dat
stuk door de buitenwereld sterk over
dreven wordt. Maar dan kan het toch
den leden niet onbekend zijn, dat ik
tegen valsche voorstellingen en ern
stige overdrijvingen herhaaldelijk ©n
met kracht ben opgekomen. Aan den
anderen kant echter, zie ik geen en
kele reden om de waarheid te beman
telen, als over deze dingen' een enke-
lie maal gesproken moet worden. En
(Naar hetEngelsch van Guy Thome).
4)
Hij keek nog eens, en zag nu, dat
ue stoel o-p een kleine Yierhevenhe'd
stond én van eigenaardige c-onstruc-
ti-e was.
Het volgend oogenblik zag hij met
verbazing, dat ea* i'ets vreemds was
aan liét hoofd van- Sir Williiia,ro.
Door eien Miedin venster, dat op een
grasv-eld -achter bet huis uitzag, viel
fcen zonnestraal naar bd-mnen. Die
verlichtte het bovenlichaam van den
geleerde, eau met een onderdrukten
fcreet van verbazing zag Mr. Charlie-
Wood-, d!at Sir William ©dn soort Van
helm op het hoofd had-, een uitge
sneden', glimmend -hoofddeks-el van
koper, dat dieted d'enke.n aan belt dopje
van -een eikel, en van waaruit een
flik, zwart koord liep naar eem por-
celeinen knop in dien muur daar
dichtbij.
Goedé hiemel, Gouldesbrough-
Zei hij, op -een toon' vlaai de grootsitë
Verbazing, wiat
Terwijl hij sprak, keerde S-ir Wil
liam zich om en stak eeto band op.
a-ls om hem tot Stilte te vermanen.
Het knappe eai verstandige gelaat,
dat bij het publiek zoo algemeen be
kend was, htMd zich. vol attentie met
i'ets bezig en Met zich niet van de
wijs breaigen door -dleh uitroep van
Charlfiie-wood.
De waarschuwende hand bleef in
d© hoogte, dat was alles.
CharlieWood stond! baar -als -een
zoutpilaar vol verbazing eni niet op
zijn gemak, hij begreep ©r blijkbaar
nnets van. Zijn zenuwen begonnen
helm weer den baas te spelen; hij
hadi een gevoel als was zijn lichaam
-eien speldekussen, waarin ontelbare
spelden' gestoken werden.
Toein voel'dé hij plotseling een ge
heel anderen schok.
Ergens in die kamer vlak bij h-em
-ging een éiectriscbe 'bel met giio'ot ge
raas af.
De 'groote man sprong v-an schrik
op.
Bij1 hét oin-Vea.'wacht afgaan va-m dl9
bel greep Sir William mét zijn hand
naar zijn -hoofd, naakte iets aan-, dat
een knippend geluid gaf, en na-m de
zware metalen kap van zijn hoofd.
Zorgvuldig zette hij ba-ar op de
schrijftafel', en streek even met een
gebaar van vermoeidheid zijn hland
over zijn gelaat, toen wendde hij
rich tot zijn gast.
Hoe gaat het? vroeg Hij. Het
verheugt mij je te rien, Gharliewood.
HOOFDSTUK II.
Onvé-hwacht© lcomst van
twee fla-mes.
Eustace Cbarliewood was niet da
delijk in staat dén groeit van- zijn
ga.stheer te beantwoorden. Niét al
leen was hij verbaasd over die mlerk-
waiardige vertooning, waarvan hij
zoo juist getuige was1 geweest, maar
hij voelde rich ook niet vriendielijk
Wat ter wereld haal je. nu toch
uit, Gouldesbrongh vroég hij op on-
vastien toon. Weer éenis 'een van
die beestachtige -expeahnmten Mij
dunkt, j-e moest e-eto gewoon mensoh
miiet zoo aan 't schrikken- brengen.
Sir WiÖMia-rn keek den grooten man,
wiens gelaat lijkbleek >zag, scherp
aan.
Er w.as ©en verbazend groot con
trast tussohén. die beide menschen in
de kamer. Gouldesbrough was eén
heel knap mam, even knap a-ls Ghar
liewood zelf in zijn jonge dagen was
geweest, aniaar toch was zijn uiterlijk
van een heel -ander soort. Zijn gelaat
was ook glad geschoren, maar het
was donker, en met -een vroome uit
drukking. Zijn oogen waren donker
blauw, schitterend en overschaduwd
door zware wenkbrauwen. Het ge
heel© gelaat -en de houding van het
groote, slanke lichaam sprak van
kra-cht, kennis en beslistheid.
Dé eien was .eén bekend m-an van
do wereldde ander sc-heen ver af
te staan v-an laJlé materieel© dingen.
Toch zou misschiién iemand, die een
ernstige Studie had gemaakt van de
verborgen motieven dea* anienschelij-ke
daden, ben zwakken- zich' gemakkelijk
latende meeslepen-, ziilnnelijfcen rnensch
veik-oizeu hebben boven het harde,
scherpe Verstand, den- onverzettélijkén
geen wetten erkennenden- wil, -dié zoo
nu en- dan als een lamp het gelaat
van dien geleerde verlichtte'.
Gharliewood ging op een wenk van
rijn ga-sthéer zitten. Hij d-eed dat
m-et een zucht, want hij wist, bat hij
opgeroepen was om in het h.uis v-an
Sir William Goulbefebrough te komen,
om een of andere geheime opdracht
te volbrengen, -die' -hem niet beviél.
Ja Het was -een hopeloos geval. De
laatste jaren stonid deze man onder
den invloed van een wil, -sterker dan
dien zij.nle', een wil, die gesteund werd
door een scherpen, rusteUioozen- geest.
Langzamerhand was Hij gevangen in
hét net, dat Gouldesbrough voor hem
uitspreidde. En het lokaas was toen
en ook later geweest, gelei bet eeni
ge, dat Chiarliewooid van- belang vond
op -deze wereld.
Het verhaal -o-ver hét langzaam aan
groeien van rijn dienstbaarheid te
genover dezen man was lang. Hij
had! "hem geld geleend', 'hij had een
papier onderteekend, zijne andere
groote sc-buideai Waren door dan ge
léérd© betaald, en na drie jaar w:as
hij een willoos werktuig geworden,
m-et licba-am en ziel de dienaar' van
dézen man, die hern, als hij wildé, kon
ruïneeren en zoo aan zijn gemakkelijk
leventje eén -einde maken.
Geen levende zoel wist of vermoedde
dat er tusschen deze twee menschep
een dergelijke band bestond.
Zélfs de vijanden van Gharliewood
raadden nooit de waarheid, dat hij
een sooirt van- jakhals was, een spion,
•die te déen had' wat. zijn meester zei,
die een- of andere geheime opdracht
had uit te voiekon en dlie op hevel
moest komen en gaaai.
Tot nu toe hadden alle diensten, diie
Charliéwood Sir William bewezen
had, en waarvoor hij, dat moet gezegd
worden, uitstekend betaald was, nooit
de grenzen van eerlijkheid of verraad
overschreden-, ofschoon zij wel bik-
wijls op 't randje daarvan geweest
waren.
Gouldjesbro'Ugth gebruikte Charlié
wood om het een of ander te weten te
komen, om kennis te maken met dien
een of den ander, en daaruit zelf zijn
gevolgtreldiihgen te maken-.
En wat ea* gebeurde nadat Cbarlite-
w-ood zijn opdracht volvoerd had, dat
wist hij niet en dat kon hem ook niet
schelen. Van één ding échter was hij
zeker, dat, wait ook de motieven van
den geteerde zijn mochten en hij
was niet van plan ze te onderzoeker
dat zij niet van de gewone, misda
dige soort war-eh ja, waarschijnlijk
mét misdadige bedoelingen niets te
maken hadden.
Alles wat Gharliewood zich met
bitterheid en .een gevoel van machte
loosheid voorhield, was, dat hij ©en
werktuig en spion van dézen man
geworden was, ©ear navorscher van.
geheimen, iemand, die op zijp-a-den
wandelde.
Waarom telegrafeerde je mij
vroeg Charliéwood op gemelijken toon.
Wat moet ik voor je doen
Sir William keek zijn gast snel aan,
en even kwam er eene uitdrukking
van drift, op zijn .gelaat, maar hij
antwoordde op weïwil'lenden -toon
Beste Gharliewood, wees zoo
goed1 zoo'-n toon niét aan te slaan. Wij
zijn nu al te lang geassocieerd, om
nu nog op die wijze tot mij te spre
ken. Jij was er mee geholpen om
sommige dingen voor mij te doen, en
mij was het veel waard, dat jij die
dingen deedt. Dat is de geheel© zaak-
Laten wij dus vriendschappelijk met
elkaar omgaan, zooals tot nu toe het
geval was.
Gharliewood haalde zijn schouders
(Wórdt vervolgd)