HAARLEM'S DAGBLAD Stadsnieuws Uit de Rechtszaal. Uit de Omstreken Bisaeaaiaei Feuilleton. De Verdwijning van Gerald Rathbone EEN BEDELAAR. Het brutale individu, dat ik (thans voor. oogen zie, tracht de goedgeloo- vigö mensehen Oip allerlei listige ma- nieinien geld al te bedelen. Zoo heelt hij zich ook aan eenige heerenhuizen in het Kenaupark vertoond niet een bedelbrief. Och, hij had het zoo ar moedig, zijn vrouw was ziek van de aen/uwen en kon haar huishouden niet doen. dan vier arme bloedjes vlan kinderen, en hij zelf geen werk!..'. Wiat een mooie voorstelling, om onder den indruk te komen, om me delijden te krijgen (met den stakker, om hem je heel© poittemonnaie te gevten!.... Maar... er komt ©en maar bij!.... Die man is niet die stakker zooals hij; Voorgeeft. Zijn vrouw heeft hem) ver laten en de kinderen zijn hem ont nomen door den Voogdijraad. Alle maal omdat hij zoo slecht oppast, geen man en vader is, zooals dat be hoort. Om de laagheid van dezen bede laar' nog beter aan het licht te dloen komen, had de Officier van Justitie den veldwachter van Aalsmeer laten komen, die vertelde „Die man (de beklaagde) is in liet begin van dit jaar met een scheepje in ons dorp geweest. Hij, zijn vrouw en kinderen hadden het zoo arm en ellendig. Er is toen moeite voor hem gedaan, honderden guldens zijn op gehaald, ik zelf gaf van mijn armoe nog drie kwartjes. Tom de man al les binnen had, trok hij er tusschen uit om alles weer te verbrassen." Terecht noemde de Officier van Justitie in zijn requisitoir beklaagde een gemeen, laag individu, en vor derde wegens bedelarij eenige dagen hechtenis en twee jaar opzending naar Veenhuizen. De naam van dezen bedelaar is Hend. Jan Caspars, oud 32 jaar. TE HARDHANDIG. 't Gebeurde op 1 November in de Luitensteeg alhier. Eenige jongens waren den werkman Simon Hoender dos aan het plagen. Daardoor werd deze kwaad en pakte een hunner vast, gaf hem een slag om de ooren en bovendien een trap tegen den 'linkerarm. Die is nog al hard aangekomen, 't Negenjarig ventje Hendrik v. d. Zeeuw moest 20 dagen in liet Gast huis verpleegd worden en loopt nu nog met den arm in eien gipsverband. Wegens deze ongemotiveerde mis handeling (het ventje beweerde niet geplaagd te hebben, dat hadden an deren gedaan) vorderde het O. M. een niaaoid gevangenisstraf. ARME VROUW EN KINDEREN. Ik dacht aan dit refrein van een straatliedje, to.en de zaak van den 39-jarigen sigairenmaikelr Joh La- mer-s berecht werd. Zijn. vrouw acht kinderen wonen in Rotterdam, terwijl hii hier tijdelijk werkt. Op 23 October wilde de man van zijn weekloon vier gulden naar huis zenden (niet te veel, hè en vroeg een kameraad even een postwissel te schrijven, omdat hij dit zelf niet kan. Deze1 lokte Earners echter mee, en niet nog een „goeie" kameraad) ging men aan den rol. Van Maandagmid dag tot Dinsdagmorgen. Toen was' al het geld van Lam'ers on en ook dat geld, dat een der kameraden ontvan gen had voor een broek, die hij van zijn lijf verkocht .had, of liever ruil de voor een ouden. Toen ging men ergens in het Scha- ■terkwai'tïer op visite, waarvan La- mers gebruik maakte om van de gast vrouw een portemonnaie met een gul den Inhoud te stelen. Ook voor dit geld! Werd weer ge dronken. Nu stond Lamers wegens diefstal terecht. Het Openhaar Ministerie eiscbte weken, rneenende, dat bet niet tot (zachtmoedigheid kan stemimlen,. dat het gestolen geld verbrast is. De beklaagde kreeg een welver diend standje van den president, dat 'hij zoo slecht zijn plichten als vader van acht kinderen schijnt te begrij pen. Dit was zeker niet zonder, reden Sempre Crescendo. Be gemengde 'zangvereeniging jvSempre Crescendo" toonde Woens dagavond in de groote zaal van het Brongebouw haar naam alle eer aan te doen, door (steeds meer) voor uit .te gaan. Biji de uitvoering van verleden jaar en die van gisterenavond was een he melsbreed verschil te bespeuren, en dit bevestigt dit. De directeur, de heer W. A. Kwan tes, geen onbekende in de zangerswe reld, had voor dit koor (naar schatting ongeveer 60 leden tellende) een uitste kend' programma gekozen, de krachten van de uitvoerenden niet te boven gaande. 'Hiermede wordt evenwel niet gezegd, dat alles haarfijn uitgevoerd werd, doch werkelijk is ons, het nog izoo jong bestaande koor, meegeval len. Eenige .aanmerkingen waren nog te maken op de navolgende nummers, n.l. „Tenebrae factae sunt" van M'. Haydn, te fweinig genuanceerd, en! daarom te weinig gekleurd. ,jDe Tranen" van J. Witt, de melo die door de alten mooi voorgedragen, doch' overstemd door de andere par tijen. .Rustig ondergaan" van S. de Lange; de tenoren izongen iets te laag en daardoor werd Eet geheel onzuiver. Maar waar, zooals boven gezegd, deze vereeniging nog zeer jeugdig is, zijn deze kleine fouten te vergeven. Te wen- schen is het voor deze vereeniging, dat zij' nog enkele mooie heldere sopranen •mag winnen, daar deze partij dit noo- dig heeft. De vraag: Waarom de heer Kwantes sommige nummers een halven toon hooger aangeeft, dan zij' staan, be hoeft niet beantwoord te worden, doch deze vrijheid werkt ons inziens ver moeiend op de sopranen. De heer Kwantes toonde niettemin alweer een bevoorrecht directeur te zijn, die n.l. gedaan krijgt van zijn schare zange ressen en zangers wat hiji wil. Zijn op vatting van de uitgevoerde nummers is zeer te roemen, getuige het Avond lied van Er. Abt, een der mooist ver tolkte nummers van het programma. Dat hij let op goede uitspraak was ook in dit nummer en .andere num mers te merken. En nu een woord o,ver de solisten: Mej. Johanna Oorver, alt-zangeres van hier, heeft vroeger reeds een aan- genamen indruk op ons gemaakt, en thans deed zij dit weer, en gaf blijken met ernst gestudeerd' te hebben, al thans haar geluid" is in omvang zeer toegenomen. Nog een weinig meer voordracht en zij izal zeker vaker onze Haarlemsche vereenigingen moeten vereeren met haar optreden en met haar lief geluid een aangename afwis seling in de programma's brengen. Zij had een dankbaar auditorium en een gelukkige keuze van nummers ge daan. Van den heer (Re in al da had den wij reeds veel goeds vernomen, doch had den nog niet het genoegen gehad, met zijn vioolspel kennis te maken. Hij toonde zich in de door hem ge speelde nummers „Adagio" .(uit het A- dur-concert) van W. A. Mozart; „Ober tas Mazurka" van Wieniawski, „Le gende" van dezelfde en „Mazur" van Emile Mlynarski, .een goed geschoold violist, met mooie streek en goede vin gers; dit laatste te oordoelen haar de mooie enkele en dubbele trillers, die hij. maakte. Dat zijn E-snaar piepte, was van zijn wil onafhankelijk, doch was niettemin hinderlijk voor de hoor ders. 'Bij' een volgend optreden zullen wij wat meer van hem zeggen, daar het moeilijk is een violist In de o-mstan- dliigheden^ als boven gezegd' en dab voor de ïe maal, te critiseeren. Niet temin moeten wij, toch melden, dat hem eveneens de (bijvalsbetuigingen van het goed opgekomen publiek niet werden onthouden. Sempre 'Crescendo mag, met voldoe ning op dit concert terugzien .en waar- deeren de wijze waarop, de heer Hen ri Wilhelmus de door haar geënga geerde solisten, begeleidde. dat perceel tévens ingericht voor be stelhuis, aangeduid' door plaatsing van een groot bord voor het café, dat bovendii'en is voorzalen van een© elec- trische lantaarn. Ook heeft de heer Paul en twee! hui zen aangekocht op het Begijnhof, no. 17 en 19, die reeds worden afgebro ken en ingericht tot stalling van 25 paarlden ten behoéve van dJe vracht rijders. ORGELBESPELING in de Groote of St. Bavokerk te Haar lem op Dinsdag 4 December 1906, des namiddags van 1—2 uur, d'oor den heer W. Ezerman. 1. Sonate, Fihk. a. Allegro moderato. b. Andante. o. Allegro. 2. Preludium en Fuga II, Men delssohn. 3. Rhapsoidie No. 2, C. Saint-Saëns. 4. Inleiding en VariatJën, A. Hesse. 5. Ave Maria, Schubert. BLOEMEND AAL. De zitttinig van den Militieraad voor déze gemeente is bepaald op Woens dag 19 December e.k., dés voormid dags tien uur, te Haarlem in den Doelen. Voor dezen raad moeten verschijn nen, die vrijstelling verlangenwe gens ziekelijke gesteldheid, of gebrek, of wegens geimis der gevorderde lengte. UMUIDEN. Onze correspondent schrijft: Uw zetter speelt me 'n poets door 'n Zin over te slaan uit mijn bericht' over biet nieuwe postkantoor, waardoor 'n verkeerde lezing ontstaat. Ik schrééfiets1 echt postaals te 't weder de brievenbus niet naast den ingang voor. het publiek te plaatsen, maar 'n meter of 15 verder naast deta ingang van de directeurswoning". Standplaats vr achtwa,gens. Reeds thans kan medegedeeld' wor den, dat die vrachtrijders met hunne nieuwe standplaats zeer in hun schik zijn, -en Idloor hen ais eene groote ver betering wordt beschouwd'. Het Begijnhof is voor hen een rus tige plaats, gelegen in het midden der stad, tevens zeer geriefelijk en ge makkelijk vo<or het in- en uitladén hunner goederen. De heer C. J. PauLen, eigenaar van het grooite koffiehuis aldaar, heeft TWEEDE KAMER. De verwachte „politieke" stemming over het behandelen der financieele ontwerpen is met een sisser afgeloo- pen. 'Nadat de heer Kolkman zijn voor stel aldus had gewijzigd, dat de behan deling in de afdeelingen zou aanvan gen op 39 'Januari, werd, na een enkele opmerking van de heeren Drucker en Heemskerk, dit voorstel aangenomen met... algemeene stemmen, onder hila riteit der Kamer. De algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting werden voortge zet. De heer Troelstra qualificeerde ze later op den dag als „niet belangrijk en diep; een spiegelgevecht hoogstens.' De heer 'Heemskerk was de eerste sipreker. 'Hij constateerde, dat deze Regeering niet veel minder staatscom missies instelde dan de vorige; hij critiseerde lichtelijk 'de feestrede te Valparaiso van den heer Kraus, ge lukkig ontkomen aan de overstroo ming in ;Zeeland en 'de aardbeving in Chili; hij' liet de oorlogsquaesti© rus ten, maar vroeg of aan de wijziging der militiewet een regeling nu de vóór- oefeningen zou voorafgaan. Hij trad vervolgens in financieele beschouwin gen, betoogde dat tijdelijke -verster king der middelen niet noodig was en dat geen nieuwe middelen moesten ge voteerd worden zonder -dat nieuwe uit gaven 'vaststonden. Het moest vast staan, dat de nieuwe uitgaven verster king der middelen noodzakelijk maak ten en inen moest geen millioen-en toe staan, vóór de bestemming daarvan te kennen. •Komende tot de politiek, haalde spr. een tweetal redevoeringen van den heer CBorgesius 'aan en betwistte dat de rechterzijde een valsche voorstelling had gegeven van de Kabinetsformatie. Was het 't Kabinet ernst met -de ver zoening? Maar sommige daden wezen daarop niet. Het -doen voorafgaan bv. van de financieele wetten aan de so ciale wetten. Dat -getuigde niet van verzoeningsgezindheid, evenmin -a.ls de strijd voor het blanco-artikel. Men poogde daarmede de -antithese te ver wijderen en tot .andere .partijgroepee- ring te -komen. Maar aan de rechterzij de wilde men geen algemeen kiesrecht, al zou later pas blijken wat zij wèl wilde. Uitbreiding van kiesrecht wilde zij wèl, ook sociale -wetten, maar niet in een vorm en op een wijze tegen haar beginsel indruischend. Zij moest ech ter de openbaring Gods handhaven ook op politiek terrein en als de linkerzijde oppermachtig werd, zou de geloofsvrijheid niet gewaarborgd zijn. (De heer Li-eftinck: Bewijzen!) In aansluiting aan zijn belangrijke financieele rede van het vorig jaar, leverde de heer Rati ja opnieuw een betoog over de inrichting der begroo ting, de wijze van boeking van gewone en buitengewone -uitgaven, constatee- rend dat de Min. van Fin. een stap in goede richting had -gedaan. Naar die richting zouden de gewone uitga ven stijgen, doch daartegenover stond een lagere raming van middelen dan noodig was, al gaf hij dan ook toe dat versterking der middelen niet kon uit blijven. De financieele toestand was z. i. beslist verbeterd. Daarna kwam de heer Troelstra aan het woord. Hij wraakte het verwijt der rechterzijde aan de xegeering wat de sociale wetten betrof; 'hij achtte het mogelijk, dat de Re-g. 'juist zag wat de verzekeringswetten betrof, maar vroeg of -de invaliditeitsverzekering in deze 4-jarige periode niet meer tot stand •zou komen. Over de vergaderingen der Lib. Unie sprak (hij niet; die hadden z. i. niet veel nut naar buiten, maai* •aan den heer Kolkman merkte hij op, dat men van diens partij nooit iets hoorde. De rechterzijde liet zich nooit 'Maar en helder uit over het kiesrecht. De antithese had z. -i. afgedaan; bij geen enkele stemming van politieke beteekenis sedert 1905 was er van de antithese iets te bemerken geweest dan .alleen op financieel ge'bied. De Reg. was zwak; zij maakt bonne mine mauvais jeu. Zij moest op -alle par tijen steunen en spr." was bereid haar op een paar punten steunen. Als men conflicten vólde uitlokken, dan was op de socialisten niet te rekenen. (Men riep:jhet is nog niet zoo ver). Welnu, dat gaf spr. toe; de rechter zijde blafte wel, maar zij- beet niet. De solidariteit van de Heg. met den Min. van Oorlog juichte spr. toe. Wer den debezuinïgingen goedgekeurd en met de hulp der anti-militaristen de begrooting van oorlog verworpen, dan trof dit niet de politiek der regeering, !doch alleen den Min. van Oorlog. Een nieuwe partij groepeering kon alleen tot stand worden gebracht met een nieuw kiezerscorps. En nu wensch- te spr. de heer (Borgesius geluk met zijn -propaganda voor het blanco-arti kel, want Patrimonium had' zich nu ook verklaard voor het wegvallen der staketsels tegen al-gemeen kiesrecht. Hij' ging vervolgens -de kiesrecht-op vattingen der antirevolutionairen na- en toonde aan dat die propaganda vaal -links ook ter rechterzijde het kies- r-echtvraagstuk naar voren had ge bracht. 'Ook de katholieke kiesrechtbe- schouwing-en ging spr. na en meende, dat wel eens duidelijker mocht 'blijken wat men wilde. Hetzelfde gold in de Lib. Unie. Er moest rond en open wor den gesproken. Ten slotte het regeeringsprograrn besprekende, zeide de heer Troelstra, dat bij den Min. v. Oorlog geen bezui niging bleek op de stelling van Am sterdam1 -en evenmin van een streven daarnaar bij den Min. van Oorlog, ter wijl de Min. van Fin. aan ons belas tingstelsel principieel (wat de progres sie aanging) niets veranderde. Heden 11 uur voortzetting. zwakke sekse, vrouw M. en Vrouw v. V., die voortdurend met elkaar* in on min leven, wiaren handgemeen ge raakt. Eerstgenoemde had een bijl als strijdmiddellaatstgenoemde een gersmes en een zakje peper tot wapens ,'t Gong er een oogenblik warm toe. Vrouw V. kreeg eenige slagen met dien bijl op haar rug, w-aardloor zij op twee plaatsen bloe dend verwond werd, vrouw M. kreeg een slag met biet mes op haar hand, dlie daardoor opzwol. Gelukkig .verscheen spoedig daarop politie, die de vechtende -vrouwen -scheidde. Op eens echter schrikte het paard en zette het op een loopen. Steenrueijer. werd omver geduwd -en geraakte on der den wagen, waarvan een voorwiel over zijn linkervoet ging en een ach terwiel over zijn borstkas. De voet zoo wel als de borstkas werden ernstig gekneusd. Steenmeijer is ter verpleging in het O. L. Vrouwegasthuis -opgenomen. „GEEN HAAR OP MIJN HOOFD". Wij; hebben deizer dagen melding gemaakt van een gerucht, als zoumr. Zadok van den Bergh. bereid zijn het lidmaatschap der Twedde Kamer ne der te leggen, mocht hij eventueel tot wethouder wordten gekozen. Mr. Van' den Bergh schrijft ons naar aanleiding daarvan -. „Ik kan' u de verzekering geven dat „geen haar op mijn hoofd" daaraan gedacht heeft, noch denkt". Zoo-als men weet, alt de Heldersche afgevaardigde nog wij stevig in zijn haar. C/Tel.") NEDERLANDSCHE WERKZOEKEN DEN IN DUITSCHLAND. Ter voorkoming, dat Nederlandsche werkzoekenden in Duitsehlland geva ren of slechte kansen bij aanneming van werk -van stakers zouden kunnen loopen, is, volgens mededeelin-g van den minister van Buitenlandsche Za- i-, aan de consulaire ambtenaren uitdrukkelijk opgedragen, slechts dan v-an gelegenheid tot plaatsing mel ding te maken, wanneer naar hunne overtuiging uit gemis aan- taalkennis of andere omstandigheden -geen na deel voor onze werkzoekenden zou kennén voortspruiten. Verder is hun voorgeschreven om trent bijzonderheden dienaangaande de belangstellenden in te lichten. W-EERPLICHT CANDIDAAT- JNDISCHE AMBTENAREN. Naar men verneemt zijn door den minister van 'Koloniën niet alleen stappen gedaan om de candidaat-In- dische ambtenaren vrij- -te stellen van militieplicht, maar ook tot ontheffing ivan dienst bij het reservekader, in dien zij zich daartoe reeds verbonden mochten hebben. GEVAARLIJK. Bij aankomst te Diéren Dinsdag avond is door dien conducteur van den locaal trein, dliie om 6.56 uit Ila-t- tenï vertrekt, gemeld, dat er onder weg twee maal op den tredn was ge schoten; eens tusschen Hattem en Apeldoorn etn tusschen Apeldoorn en Soeren. Een agent van politie, die in een dwde Masse rijtuig zat, werd door de schenen van ,een brekend raampje in het gelaat getroffen. TREURIG. Door twee agenten van politie werd Woensdag hulp verleend ten huize, van eene bewoonster van -de van Swin- denstraat te Amsterdam, alwaar een 16-jarige 'zoon in -een toestand van he vige overspanning alles kort en klein sloeg. De knaap was zoo woest, dat men 'hem ter voorkoming van verder onheil moest vastbinden. TWEEDE VREDES CONFERENTIE. Het programma der tweede Vredes conferentie, dat alsnog een voorloopig' karakter draagt, is -ter rimzag© van die Kaïherledien ter griffie niediergelegd. De minister helt over tot de meening van hien die, hoezéer ook voor ont wapening gestemd', vreecsen dat door deze kwestie te ve-él naar den voor grond te dringen, eene hindernis zou kunnen ontstaan voor de onderhande lingen op -ander tenrete, dlie wèl tot belangrijke practósehe resultaten kun nen voeren. VECHTENDE VROUWEN. Men schrijft ui'b Arnhem aan de „Tel." Wotensdlagavond had op het Niéu weplein -alhier eien groote volksoploop -plaats. Een, tweetal leden van die EEN ENGELSCH OORDEEL OVER ONS LAND. De Londensohe correspondent der „ïiek" schrijft: Ik kreeg hedenmorgen van de Lon- densche uitgeversfirma Smith-, EldJe-r en Co. weer een nieuw boek over ons land ter recensie toegezonden„The Rise and Decline of the Netherlands", door J. Ellis Barker, schrijver van eén werk over „Modem Germany". Ik ga het eens aandachtig lezen en zend u over een paar dagen eene beoordée- linig. Het even inkijkende, kreeg fik dien indruk, dat de heer Ellis Barker aan de toekomst v-an ons vaderland twij felt, en het verval der -vroegere groot heid aan de zoogenaamde partij regee- r-ing tijdens de republiek toeschrijft Dit is zijn concluste „De Nederlanden, die eenmaal in de wereld een grootere positie innamen dan Groot-Brittarinië tegenwoordig bezit-, zijn in een toestand Van qmbë duidendhei'd! vervallen en Holland kan a-ls onafhankelijk© staat gel verdwijnen. Zij kan, (en zal zeer waarschijnlijk) door Duitschiland geslokt worden, en het is denkbaar, dat de Hollandsch© taal :in een eeuw of twee een -doode taal zal zijn, enkel nog door wéinige phiilogogen gekend. Sedert stoom en electriciteit den af stand ophieven-, is de tijd voor groote naties gekomen. De Nederlanden héb ben een verleden, maar geen toe komst." Uli-t dleze pessimistische slotsom blijkt de strekking van het boekdat Groot-Brlttannië zich aan ons land moet spiegelen-, om niet -eveneens tot onbeduideindihielid te vervallen. INBRAAK. Dinsdagnacht is te s-Gravenhage in gebroken bij den heer Z. op den Rijs- wijkschen weg. De dief -of dieven heb ben -op schandelijke wijze huis gehou den en alles vernield; gestolen is er evenwel weinig. Gelukkig was alles verzekerd. /Vad.) ONGELUKKEN. Donderdagmiddag, hij het verhalen v-an het stoomschip „Potsdam", aian de WilhieQJminakade te Rotterdam, kreeg het liohterschip „Vrouw Arend je" een Map van de schroef, waar door het schip, galadein met 25' last mans, onmiddellijk zonk. De opvaren den werdén bijtijds gered. 'De koetsier van de „Rotterdams'cihe Tramwegmaatschappij" J. Steen meijer, stond Donderdag met een paard en wagen in de le Oosterpark straat. Hij hield het -dier bij den hek vast, ten einde het 't wegloopen te be letten. TER WAARSCHUWING. Men schrijft uit Sittard aan ,,Hefc Centrum" Wij waarschuwen eigenaars van rijtuigen, automobielen, motors en vélocipèdes, die van hier over Prui sen naar ons land willen rijden, om geen binnenwegen, maar de groote keerbaan te nemen, waarlangs de kantoren rijn gelegen. Zoo bijv. mag men niet rijden van hier over Wehr naatr Doenrade langs de binnenwe gen, maar is men verplicht, wil men over Pruisen gaan, den grooten weg langs Süsterseel tot Gangelt te ne men, vandaar langs het kantoor bij Schinveld over Bingelrade naar Doenrade. Deze maatregel geldt ook voor België. Wordt hieraan -niét voldaan, zoo stelt men zich bloot aan inbeslagne ming der rijtuigen en proces-verbaal. Om van onaangenaamheden bevrijd te blijven kan -men op een zegel van 221/2 pent vergunning vragen, met opgave der wegen, bij den directeur, der directe belastingen te Maas tricht, om buiten de kantoren langs binnenwegen ons land binnen te ko- ,men, DE A. N. D. B. ÉN BELASTINGVREES. In het laatst verschenen ..Week blad van den A. N. D. B." stond een stukje betreffende een versteller, die geen drie centen wilde bijdragen voor een telegram v-an gelukwensehing aan heit bondsbestuur, ter gelegen heid van het twaalfjarig bestaan van den bond. „omdat -de verstellersloo- nen nog niet geregeld' waren", welke man, ondanks dien on-geregelden loontoestand, toch f 75 per week ver diende. De heer Polak, bondsvoorzitter, schrijft nu in het jonaste weekblad, dat 'hij -een aantal kwade brieven heeft ontvangen, waarin hem ,,om de belasting" de bovenstaande publica tie wordt verweten. Hij is daarover zeer ontstemd en leest lnin, die zoo beangst zijn voor het betalen van belasting, als volgt de les „Het is eenvoudig belachelijk, dat scnuilevinkj© sjoelen met de loonen, dat aanhoudend pogen het te doen voorkomen alsof de toestand maar bitter weinig beter is dan een jaar of drie, -vier geleden. Zeker, ik weet wel, dat er op dat stuk door de buitenwereld sterk over dreven wordt. Maar dan kan het toch den leden niet onbekend zijn, dat ik tegen valsche voorstellingen en ern stige overdrijvingen herhaaldelijk ©n met kracht ben opgekomen. Aan den anderen kant echter, zie ik geen en kele reden om de waarheid te beman telen, als over deze dingen' een enke- lie maal gesproken moet worden. En (Naar hetEngelsch van Guy Thome). 4) Hij keek nog eens, en zag nu, dat ue stoel o-p een kleine Yierhevenhe'd stond én van eigenaardige c-onstruc- ti-e was. Het volgend oogenblik zag hij met verbazing, dat ea* i'ets vreemds was aan liét hoofd van- Sir Williiia,ro. Door eien Miedin venster, dat op een grasv-eld -achter bet huis uitzag, viel fcen zonnestraal naar bd-mnen. Die verlichtte het bovenlichaam van den geleerde, eau met een onderdrukten fcreet van verbazing zag Mr. Charlie- Wood-, d!at Sir William ©dn soort Van helm op het hoofd had-, een uitge sneden', glimmend -hoofddeks-el van koper, dat dieted d'enke.n aan belt dopje van -een eikel, en van waaruit een flik, zwart koord liep naar eem por- celeinen knop in dien muur daar dichtbij. Goedé hiemel, Gouldesbrough- Zei hij, op -een toon' vlaai de grootsitë Verbazing, wiat Terwijl hij sprak, keerde S-ir Wil liam zich om en stak eeto band op. a-ls om hem tot Stilte te vermanen. Het knappe eai verstandige gelaat, dat bij het publiek zoo algemeen be kend was, htMd zich. vol attentie met i'ets bezig en Met zich niet van de wijs breaigen door -dleh uitroep van Charlfiie-wood. De waarschuwende hand bleef in d© hoogte, dat was alles. CharlieWood stond! baar -als -een zoutpilaar vol verbazing eni niet op zijn gemak, hij begreep ©r blijkbaar nnets van. Zijn zenuwen begonnen helm weer den baas te spelen; hij hadi een gevoel als was zijn lichaam -eien speldekussen, waarin ontelbare spelden' gestoken werden. Toein voel'dé hij plotseling een ge heel anderen schok. Ergens in die kamer vlak bij h-em -ging een éiectriscbe 'bel met giio'ot ge raas af. De 'groote man sprong v-an schrik op. Bij1 hét oin-Vea.'wacht afgaan va-m dl9 bel greep Sir William mét zijn hand naar zijn -hoofd, naakte iets aan-, dat een knippend geluid gaf, en na-m de zware metalen kap van zijn hoofd. Zorgvuldig zette hij ba-ar op de schrijftafel', en streek even met een gebaar van vermoeidheid zijn hland over zijn gelaat, toen wendde hij rich tot zijn gast. Hoe gaat het? vroeg Hij. Het verheugt mij je te rien, Gharliewood. HOOFDSTUK II. Onvé-hwacht© lcomst van twee fla-mes. Eustace Cbarliewood was niet da delijk in staat dén groeit van- zijn ga.stheer te beantwoorden. Niét al leen was hij verbaasd over die mlerk- waiardige vertooning, waarvan hij zoo juist getuige was1 geweest, maar hij voelde rich ook niet vriendielijk Wat ter wereld haal je. nu toch uit, Gouldesbrongh vroég hij op on- vastien toon. Weer éenis 'een van die beestachtige -expeahnmten Mij dunkt, j-e moest e-eto gewoon mensoh miiet zoo aan 't schrikken- brengen. Sir WiÖMia-rn keek den grooten man, wiens gelaat lijkbleek >zag, scherp aan. Er w.as ©en verbazend groot con trast tussohén. die beide menschen in de kamer. Gouldesbrough was eén heel knap mam, even knap a-ls Ghar liewood zelf in zijn jonge dagen was geweest, aniaar toch was zijn uiterlijk van een heel -ander soort. Zijn gelaat was ook glad geschoren, maar het was donker, en met -een vroome uit drukking. Zijn oogen waren donker blauw, schitterend en overschaduwd door zware wenkbrauwen. Het ge heel© gelaat -en de houding van het groote, slanke lichaam sprak van kra-cht, kennis en beslistheid. Dé eien was .eén bekend m-an van do wereldde ander sc-heen ver af te staan v-an laJlé materieel© dingen. Toch zou misschiién iemand, die een ernstige Studie had gemaakt van de verborgen motieven dea* anienschelij-ke daden, ben zwakken- zich' gemakkelijk latende meeslepen-, ziilnnelijfcen rnensch veik-oizeu hebben boven het harde, scherpe Verstand, den- onverzettélijkén geen wetten erkennenden- wil, -dié zoo nu en- dan als een lamp het gelaat van dien geleerde verlichtte'. Gharliewood ging op een wenk van rijn ga-sthéer zitten. Hij d-eed dat m-et een zucht, want hij wist, bat hij opgeroepen was om in het h.uis v-an Sir William Goulbefebrough te komen, om een of andere geheime opdracht te volbrengen, -die' -hem niet beviél. Ja Het was -een hopeloos geval. De laatste jaren stonid deze man onder den invloed van een wil, -sterker dan dien zij.nle', een wil, die gesteund werd door een scherpen, rusteUioozen- geest. Langzamerhand was Hij gevangen in hét net, dat Gouldesbrough voor hem uitspreidde. En het lokaas was toen en ook later geweest, gelei bet eeni ge, dat Chiarliewooid van- belang vond op -deze wereld. Het verhaal -o-ver hét langzaam aan groeien van rijn dienstbaarheid te genover dezen man was lang. Hij had! "hem geld geleend', 'hij had een papier onderteekend, zijne andere groote sc-buideai Waren door dan ge léérd© betaald, en na drie jaar w:as hij een willoos werktuig geworden, m-et licba-am en ziel de dienaar' van dézen man, die hern, als hij wildé, kon ruïneeren en zoo aan zijn gemakkelijk leventje eén -einde maken. Geen levende zoel wist of vermoedde dat er tusschen deze twee menschep een dergelijke band bestond. Zélfs de vijanden van Gharliewood raadden nooit de waarheid, dat hij een sooirt van- jakhals was, een spion, •die te déen had' wat. zijn meester zei, die een- of andere geheime opdracht had uit te voiekon en dlie op hevel moest komen en gaaai. Tot nu toe hadden alle diensten, diie Charliéwood Sir William bewezen had, en waarvoor hij, dat moet gezegd worden, uitstekend betaald was, nooit de grenzen van eerlijkheid of verraad overschreden-, ofschoon zij wel bik- wijls op 't randje daarvan geweest waren. Gouldjesbro'Ugth gebruikte Charlié wood om het een of ander te weten te komen, om kennis te maken met dien een of den ander, en daaruit zelf zijn gevolgtreldiihgen te maken-. En wat ea* gebeurde nadat Cbarlite- w-ood zijn opdracht volvoerd had, dat wist hij niet en dat kon hem ook niet schelen. Van één ding échter was hij zeker, dat, wait ook de motieven van den geteerde zijn mochten en hij was niet van plan ze te onderzoeker dat zij niet van de gewone, misda dige soort war-eh ja, waarschijnlijk mét misdadige bedoelingen niets te maken hadden. Alles wat Gharliewood zich met bitterheid en .een gevoel van machte loosheid voorhield, was, dat hij ©en werktuig en spion van dézen man geworden was, ©ear navorscher van. geheimen, iemand, die op zijp-a-den wandelde. Waarom telegrafeerde je mij vroeg Charliéwood op gemelijken toon. Wat moet ik voor je doen Sir William keek zijn gast snel aan, en even kwam er eene uitdrukking van drift, op zijn .gelaat, maar hij antwoordde op weïwil'lenden -toon Beste Gharliewood, wees zoo goed1 zoo'-n toon niét aan te slaan. Wij zijn nu al te lang geassocieerd, om nu nog op die wijze tot mij te spre ken. Jij was er mee geholpen om sommige dingen voor mij te doen, en mij was het veel waard, dat jij die dingen deedt. Dat is de geheel© zaak- Laten wij dus vriendschappelijk met elkaar omgaan, zooals tot nu toe het geval was. Gharliewood haalde zijn schouders (Wórdt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 5