NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
De Verdwijning
van Gerald Rathbone
Stadsnieuws
BntnetilatsS
24e Jaargang. No. 7198 Verschijnt dagelijks, behaiw ©p Zen- en Feestdagen, woensdag 12 december i»oe b
HAARLEM S DAGBLAD
abonnementen advertentiën:
PBiR PRfiE maanden; ||||u ^ól|||||5sVan 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem f 1.20 Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) w 1.30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland 1:65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant
aSSz3a5blad,vo'or Haarlem '.tam jm£mët<£f*x> «edacfie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoon nummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur j. c. peereboom. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Gourantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreflende Haritfèl,-Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Sacc., Parijs, 31bl» Faubourg Montmarfre.
TWEEDE ©LAD.
Uit de Hoofdstad.
St. Nico.laasHeeren teekenaars
yam St.-Nicolaas-prentjes moge® hun
repertoire wel eens herzien. Volgens
de lieve traditie verscheen tot nog toe
de goede Sint steeds onder een
sneeuwhui of bleef ten minste zijn
spoor in versch gevallen sneeuw ach
ter, maar in de laatste jaren is-hiea-
in een kentering gekomen. De matuur
moge echter gebroken hebben met al
oude gewoonten, die memschen zijn
soms nog conventiomeeler dam de na
tuur en blijven hunne tradities hand
haven, elk op zijn .eigen wijs. Hoe wij
Amsterdammers dit jaar weer ge-
sinterklaasd hebben, moge blijken uit
ondeTstaanden brief 'van Jochean
Krent aan zijn vader Klaas Krent,
Mr. bakker te Droogesloot. Jochiem,
die zijn vader na verloop van tijd'als
oudste stamhouder in diens welbe
klante bakkerij moet opvolgen:, is
met October j.l. begonnen een paar
leerjaren in de hoofdstad bii! een col
lega-kennis zijns vaders door te ma
ken, vooral ook, omdat in de laatste
jaren in zijn geboorteplaats de vraag
naar fijner baksel steeds groeier
wordt, en vader Krent zich hiermede
neet voldoende vertrouwd acht.
Jochein setorijft
Waarde Ouders 1
Och, och, wat was dat eien drukte
in de laatste dagen met die Sinter
klaas. Als moeder nu eens hier had
kunnen kijken, wat zou ze dan'groo
te oogen hebben1 gezet. En als U nu
eens bij ons in de bakkerij, had' kun
nen gluren, vaderWij hebben bet
zoo druk gehad! O, zoo druk. En we
'moesten maar bijna aldoor niets an
ders dan fijn goed bakken. Geen
taai-taai. Dat speet .mij anders echt,
want ik hou, zooals TT wel weet, zoo-
vee! van taai-taai. Maar mijn baas
zegt, dat de Amsterdammers dat niet
lusten. Die hebben liever zoetigheid,
zegt de meesterknecht. Ja, ik sprak
daar straks van mijn baas. Maar dat
'doe ik in het vervolg niet meer, ik
deed het nou nog maar zoo uit ge
woonte weg. Maar Dirk, de tweede
knecht, heeft mij gezegd, dat dat niet
netjes meer is. Hij zegt, dat het ouder-
w.etsch is. De knechts noemen hier
hun baas allemaal mijnheer. Nou doe
ik het natuurlijk ook, want ik ben
'hier toch om te leeren en voolruit te
kernen, niet waar?
Wat wij dan hebben gebakken,
zult U vragen? Vooreerst heele ber
gen Sinter,klaasgoed zooals ze dat
hier noemen. Dat is het .gewone sui
kergoed. Maar dat vind ik, dat U
veel .lekkerker kunt bakken, vader. Ik
heb dat ook tegen mijnheer gezegd,
zoo 's avonds eens, itoen wij met el
kaar eaten koffie te drinken. Mijn
heer zei toen, dat liet niet waar was,
en dat het 'bepaald aan mijn smaak
lei. Maar toen we een poosje later
alleen waren en nlem'and ons be
luisteren kon, zei hij ..Hoor eens,
Johan" (ze noemen me hier Johan en
niet Jochem, hoe vindt U dat?) ,,h,oor
fcens Johan", zegt mijnheer, ,,je bent
hier om te leeren en je moet dus maar
goed uit je oogen kijken. Maar je
moet niet meer zulke dingen zeggen,
als je daar straks deed, wanneer er
andere menschel» hij zijn. Zie je, je
hebt gelijk gehad-, je Vader bakt het
Sinterklaasgoed' werkelijk veel lek-'
tender dan ik, maar dat gaat andere
tfvenschen niets aan. Ik kan het ook
Wel zoo lekker, maar dat doe ik niet
Om die lamme concurrentie. Je be
grijpt misschien nu nog niet, hoe dat
komen kan, doch dat zal ik je later
feuilleton.
(Naar het. Sngelsch van Guy Thome).
m
Toen wij elkaar beter leerden ten
ten, eag1 «k ook het memsctoalijke, dat
uï jje was en ik voelde-mij, en, als je
Cüj toestaat het te zeggen, ik voel
mij nog 'tot je aangetrokken. En alls
M niet neen veel machtiger gevoel in.
Rïijn Teven gekomen was, dan zou 'ik
Mn oprechte 'en .trouwe vrouw en
Tfieudlin voor je geworden zijn.
Maar jé hebt stellig al begrepen en
Weet duis reeds, dat er een verande-
hnig gekomen .is. Zijn wij niet .allen
«aohtoffietrs van het noodlot Is het
Ifieii waar, dat niemand onzer voor
at kan zeggen, boe of door wien onze
iticgen geopend zullen' worden, waar
door wij duidelijk onzen wieg voor ons
Con, dis ons .eerst totaal onbekend
TTas. O", gij- weet alles. Ads iemand het
Wtetö, (dan weet gij het
Keker behoef ik verdek geen bijzon-
wrfctedeni be vertellen, want gij hebt
Mttoegr begrepen, om te' weten, wat
wel eens vertellen. Zie jij maar goed
uit je oosren, en als je wat te 'vragen
hebt, dan kom je maar eens bij mij
alleen. De meid was er nu vanavond
ook bij., en die gaat zulks niets aan,
(vindt je niet?"
Nou, dat vond ik ook wel, maar
waarom of nou door de concurrentie
het suikergoed lang zoo lekker niet
.smaalct, daarvan snap ik niemendal.
Begrijpt U het, Vadeir? Weet U, wat
ik nu ook geleerd heb? Borstplaat te
maken. Dat is een heel precies werk
je en daarom doet de meesterknecht
het maar alleen. Ma.ar heerlijk dat
•het is Hierbij stuur ik U een pakje
die boterletter heb ilc zelf gebakken,
en dat suikergoed ook, maar die borst
plaat heeft de meesterknecht ge
maakt.
Verder heb ik nog enkele kleine
dingen in bet .pakje gedaan een
varken van marsepijn, ten een stuk
worst van marseniin, en die spons
met leeren lap is voor moeder. Maar
die kan alleen, maar opgegeten wor
den. Vindt U dat allemaal niet prach
tig nagemaakt? Ik wed, dat moeder
hem haast zoo .zon hebben aange
pakt, om er haar bril mee schoon te
maken.... en bet is toch maar marse
pijn. Die dingen leer ik hier echter
niet maken. Wij hebben wel veel van
die zaken in den winkel, maar die
krijgen we allemaal van tde fabriek.
Mijnheer zegt, dat hij ze daar goed-
kooper kan krijgen: dan dat hdji ze
zelf maakt. Nu, dan 'heeft hij gelijk,
vindt U ook niét
Zie zoo, nu heb ik U al een heele-
boel van onze bakkerij verteld. Maar
ik heb hier in d'eze dagen nog zoo
veel andere dingen gezien, dat ik
daar ook (niet van zwijgen kan. Een
avond ben ik met Dirlc de straat! op
(gowteest en ook een paar keer met
Corrie. Cohrie is een heel aardig
meisje. Mijnheer gaf mij toen vrij,
want hij zei, dan kon Corrie mij den
weg wijzen en Corrie had meteen een
.geleider. Want het staat heelémaal
niet netjes, ziet U, als een meisje
's avonds alleen op Straat komt. En
ik vond bet wèt leuk, dat begrijpt U
wel. waait alleen was ik in die drukte
toch 'verdwaald geraakt. Corrie is
net zoo oud als ik, ook vijftien, Vijf
tien lentes, zegt Dirk, de tweede
knecht. O, dat is soms zoo'n grappi
ge Piet. Maar hij zegt ook wel eens
rare dingen.
Maar landlers is hij wiel ©en goeie
jongen, eni ik kan wel veel van. liem
leeren, omdat hij mij op alles attent
maakt, .en overal den wieg weet. Zoo
is hij ook met mij naar den Joden
hoek geweest. Dat had u moeten zien,
wat een IhörraeEn overal hingen ge
vilde ganizen voor de ramen van' ver
scheidene winkels en in de kelders.
Ja, gevild. Ik weet. nog wel, toten wij
vertedien jaar onze gans geslacht heb-
ben, moest die geplukt worden en dan
gebraden. Maar luier wonden ze ge
vild. Dirk zegt, dat de echte Amster
dammers met Sinterklaas gans willen
eten.
Hij heeft -mij ook naar den groot-
sten bazar van Amsterdam ge
bracht, naar „La Bourse", dat betee-
kenli „de beurs". Nou, (dat is wel een
echte beurs. Van alles compleet kan
je daar koopen: papier, pennen, boe-
kon, haarkammen (van die mooie
ook met -edelgesteenten), timmermans
gereedschappen, bijlen, ien mokers,
fijn porselein., mooie, stoelen, potten
en pannen, rijwielen, speelgoed, pet
ten, doorrookers', parapluies, lampen,
hobbelpaarden, klokken en pendules,
en ik zou nog wel drie kantjes vol
kunnen schrijven, met alles op te
noemen, wat daar wel te .koop is.
Toen wij er i/n kwamen, waren er
vast Wiel duizend menschen dn, die er
zoo ma.ar vrij bij alles rondliepen om
i.c verder zou moeten vertellen. Het
is genoeg, William, als ik je: zeg,
w at je al weet dat dk iemand an-1
'ders liefheb, en (dat, als ik waar wil
zijn tegenover mijzelf, wat toch, zeker
ons aller eetrste plicht is1, ik noodt
mét je kan trouwen. Ik kan nooit
voor je zijn wat je zoudf wenschén,
or wat ik -Zelf ials je vrouw voor je zou
willen zijn. Innig leed' 'doet het mij.
als 'ik bedenk, hoeveel verdriet dk je
door deze woorden bezorg, ofschoo'n
ik den hemel dank, dat dit verdriet
riet onvoorbereid tót je komt. Ik durf
niet te vragen, of je mij wilt verge
ven dk kan niets zeggen om je te
•troosten.
Ik heb l'chtzin.niig en' verkeerd ge
handeld, onaar ik kan niet anders
doem dan wat ik nu doe.
Vefgeef mij, als je kunt, en (denk
zoo mogelijk vriendelijk aan
MARJORIE."
Nu wist hij alles. Hij vouwde den
brief voorzichtig dicht en kuste hem
'een dwaze daad voor zoo'n st'erken
man toen stak hij hem in den bin
nenzak van zijn jas, bijna op zijn
hart.,
Hij' trok aan de bel.
Vraag .aan- Mr. Gue^t. of bij
even bij. mij, komt, zei' hij.
Heel goed, mijnheler, antwoord
de de bottelier; maar Mr. Chariie-
.woodi ts er juist om u te spreken.
- Vrnag dan, of hij binnenkomt,
te kijken, of wat voor Sinterklaas te
koopen. En die menschen lieden zoo
ma.ar vrij uit en in. Ik begrijp niet,
hoe daar niet meer gegapt wordt. Ja,
D,irk zegt altij d'gegapt, en dan bedoelt
hij daarmede gestolen, m daarom
zeg dk toet ook maar. Maar er zijn, ge
loof ik, ook wel meer dan honderd
bedienden, .die je maar aldoor op je
vingers kijken, of je niets meepakt.
Ik toeto er nog een prachtig broche ge
kocht, met diamanten steemen, vloor
een kwartje. Maar ik (heb niet aan
Diik gezegd', voor wie dat wasEn
weet u, wat dk nu mlet dit broche ge
daan heb Ik heb den volgenden dag
een fijne boterletter gebakken, .eten
C-, en zij is w at prachtig uitgeval
len, ie® daar heb ik vooraf het broche
ingestopt, goed ingepakt natuurlijk.
Nu heb ik haar aan Corri-e cadeau
gegeven en gezegd, dat Ze dale eens
proeven moest, omdat dat nu een bak
sel van mij was. Zii zal er denkelijk
vanavond .eens van, proeven. Ban is
dia litter vast nog niet oudbakken!.
Wat zal ze rare oogien opzetten, als
dat klein© pakje er uitrolt
Hoe denkt u nu wel, dat ik op dat
idee gekomen ben
Ik -heb immers al verteld1, dat ik ook
een paar keer met Corrie die stad in
ben geweest. Toen (heeft zij allerlei
- kleine dingen gekocht, om er sur
prises -van te maken. Wieét u wat een
surprise is Bat is een cadeautje dat
je krijgt om je voor de® mal te. hou
den. Zij heeft vo.or alïie drie knechts
wiat gekocht ren. -ook voor haar vader
en moeder wat.
Ik was er bij, dus ik wist natuurlijk
all-es, maar zij zet, dat ik niets zeggen
mocht. Voor Dirk, die al eien heel
- (kléin beetje een snor begint te krij
gen (hij is al drie keer naar idle® bar
bier geweest) heeft ze een klein, snor-
r ©kopje gekocht, -en daar een héél
1 groot pak va® gemaakt. Voor de®
meesterknecht, die zoo kouwelijk is,
lueeft -ze van bordpapier e®1 ,asch e®
tooutlijm een kool tout gemaakt, pre
cies echt, en daarin een pijp va®' cho-
1 oolald'e gestopt. -En de meesterknecht
rookt nooit. Dat pakje heeft ze -hem
op S-interisLaasdag gestuwd.
Ik 'heb met Sinterklaasdag ook een
pakje gekregen. Toen ik toet open
maakte,-zat er een groote pop in v.an
marsepijn, met rokken aan e® een
boezelaar voor. Ik dacht, dat Corrie
dat ook stilletjes gestuurd had, en ik
kreeg er .een kleur va®. Bit speet mij
later, want -Dirk zei, .dat 'toet was om
mij voor (den mal te houden, en. Cor-
irie is toch een aardig meisje. He denk
dan ook niet, dlat Corrie d!at gestuurd
heeft. En wat waren de winkels nu
met Sinterklaas -prachtig. Ze hadden
8.11e® hun beste beentje voorgezet.
In de Ralverstraiat ware® verschei
dene, waar den getoeele® dag bét licht
brandde, alleen maar, o-m er zoo mooi
mogelijk uit te zie®. 'Ja, en er waren
er ook een .stuk of wat, waarin d'en
beek®, dag Sinterklaas rondliep. Na
tuurlijk geen echte, want die is al
(lang dood. En op dén Niieuw-endijk,
wat een drukte e®, wat een ge
schreeuw. Baar stonde® allerlei koop
lui door .elkaar te schreeuwe®. Ze
hadden van alles en nog wat te koop.
„Mooie prentenboek©, koste maar tien
cent„Mét -plate en verbale, twee
voor tien oent!" „Hoitloge met ket
ting. Horloge .met ketting. Tien cent
Tien cent,,De rijdende otomobiel.
Kost maar .een kwartje„Eén kam
en een spiegel voor tien cent„Haal
uit menschen, haal uit, kost maar
tien cent„Trompetten, trompetten,
toeteuetoeoeoe Tien cent, tien cient
Zoo schreeuwden die lui maar al
door elkaar. Het was haast om er zee
ziek van te worden. Maar toet grap
pigste was wel, dat je .allle menschen
mét pakjes zag l-oopen, want dat-doen
zo hier allemaal, ze sturen elkander
zei Gouldesbrough.
Chiariiewood 'kwam bin-toe®.
Kerel', wat zie jij -er uit, zei deze,
'zoo heb ilk je nog nooit gezien
Sir William ging naar hem toe, e®
legde zijn hand op zij® schouder,
Hoor eens, zei hij, ik heb van
morgen leen klap in hét gezicht ge
kregen, CtoaadiewoadL Je weet wat ik
be do. el, ik behoef je geen nadere uit
legging te geven. En hoor nu nog
iee®s verder, ik heb je hulp noodig,
en vraag je mij te helpen, zooals je
mij neg nooit te voile® geholpen hebt.
dk ben bang, beste kérel, dat je mij
dikwijls verwensch't hebt, e® dat je
dikwijls mijn ai® gedaan hebt, omdat
je mij geld schuldig bent Vergeef mij
de moeilijkheden, waarin tik je m'S-
sóhiién gebracht heb. Nu doe ik werke
lijk taan beroep cup je vriendschap
Och, antwoordde Oh-arliewood
mij -dunkt, wij moesten- maar met
van vriendschap spreken tusscben
ons beiden. Ik heb gedaan, wat mij
opgedragen werd, -dat is alles.
Sir William Meld hem nog bij den
sc-houder vast-
Voél je werkelijk niets voor mij,
Charliewood? vroeg hij op kalme®
toon, en daarmee begon dé sterke ziel -
Jinvloed uit te -Oefenen op dé zooveel
zwakkere.
- Koon, kont, antwoordde hij, wat
is hert nu eigenlijk? Ik héb een ge
voel, of wij samen een gevaarlijken
tocht soma-akt hebben en nu don eind-
pakjes en dan bedenken ze d)e grap
pigste dingen. Hè, wait spijt toet mij,
dat ik Woensdagavond niet wat op
straat heb kunne® 'kijken. Maar dat
kon niet, want wij 'hadden liet toen
natuurlijk veel te druk. To-ch heb ik
er zoo nu én dan nog w-at van voor
bij zie® -gaan. Midden overdag reed
er ee® Si®terklaas op een wit paard
voorbij met -zwarten Piet naast hem,
heusch zwart, e® Piet -deelde aan
iedereen prentjes uit, waarop stond,
dat. je 'smoest gaan kijken bij Van
I d-e® Oven op den NdJeuwendijk, waar
'hét fijnste gebak -te koop was, en
waar den heelen dag Sinterklaas op
bezoek was.
„Dat dis nou ccxncurrentié", zedde
mijnheer. Begrijpt u nou, vader,
waarom -de concurrentie maakt, dat
het suikergoed' niet zoo lékker is Ik
nog niet.
Tegen schemeravond ging er een
man voorbij, met een vrouw op zijn
-arm, net een baker. Dat w-as weer
een pop, -e® wie weet, wat daar in
zat. Ik héb ook iemand voorbij zien
gaan mét een -groote® gieter, zoo
groot wel ails moteder's koperen w-asch-
ketel. Daar zat ook vast wat in. Wat
later op den avond ward hét ook
Leuk-
Dan zag je -allerlei msenschen h-aird
voorbij loopen en eien poosje later
kwamen -ze terug, -met eten -pakje in- de
hand. Die hadden, zooals Dirk zei,
een pakje -gekregen en moesten nu.ook
gauw iets terugsturen. Vóór wat,
hco-rt wat, nietwaar 't Zal mij eens
benieuwen, of Corrie mij ook wat stu
ren zal, als ze mijn broche gevonden
beeft. Want die marsepijnpop was
vast niet van haar. Hè, waardé oudei's
dlat -is een lange brief geworden. Maar
er is hier -ook zoo ve'el te zién. Maar
na is mijn papter vol ie® -daarom zeg
ik maarlater meer
Weest hartelijk gegroet van
Uw liefhebbenden Zoon
JOCHEM.
HET T00NEEL.
„MéSALLLANCE" DOOR DE ROT
TERDAMMERS, ONDER VAN
EIJSDEN.
In April 1904 heeft luitenant Schuil
zijn entrëe als tooneelsctorijver ge
daan met twee kleinere stukken
„Op haair kamer" en „Een Huwe
lijk" die door de vereemging
„Crem-er" alhier voor 't eerst voor
het voetlicht zijn gebracht.
Bij onze bespreking van deze dra
matische eerstelingen zeiden we, toen
we ook o-p de gebreken van deze proe
ven van zijn talent wezen, -dat de heer
Schuil als militair heel goed wist,
dat men zelden bij den eersten aan
val w.int en dat hij dus moest blijven
volhouden, om te bereiken wat hem
bij zijn debuut nog niet gelukt was.
En dat heeft- dé hieer Schuil p-edaa®.
Want in het daarop volgende j-aaa*,
in 1905, kwam hij met een nieuw en
grooier stuk, „Gedé-balloteerd" gehee-
te-n, waarin ons getee-kend wend om
welke kleinzielige redenen een eer
lijk en -oprechte kerel als lid eeneir
sociëteit in Indië gedéballoteerd
wordt ©en zedenschets uit toet In
dische leven in de binnenlanden, die
veel succes had.
En dit stuk werd nu niet gegeven
door een dilettanten-gezelschap,
maar het Rotterdamsc-h tooneelgezel-
sch-ap van den heer Van E-ijsden was
bereid geweest 't op zijn répertoire te
brengen.
Met dezen tweeden aanval was lui
ten ant Schuil -echter nog niet tevre
den, en, nauwelijks na een jaacr tijds,
heeft -hij nu a.l een derde gedaan te-
sprong moeten -doen.
Juist, antwoordde Sir William.
Eerst moet ik je zegge®, dat dit de
Iaa-tsta dienst is, dien ik je ooit zal
vragen. Ik-zal je hierna zoovéél gold
geve®, lafs je maar moodiig toetot, om
naar je zin te kunnen leven-, al'les wat
eenilgszins compromitteerend voor je
zou kunne®, worde®, -zal ik jie terug
geven, en d'an -zulten- wij elkander
groieten.
Ctoaritewood keek v-eilbaasd op.
Dat is uiterst vriendelijk van je,
zei hij. Ik denk niet, dat ik 't noodig
vind, dat wij elkaar groeten. Maar
wat wil je nu van mij
Rathbone, (antwoordde Sir Wil
liam, dien na-am blijkbaar met moeite
uitsprekend.
Is alles^ dus uit antwoordde
Ctoaritewood)
Ja„
Ik dacht -hét wel. Ik heb je' alles
verteld wat er omging e® -ik wist, dat
b et zoo gaan zou.
Ze heeft mij vanmorgen geschre
ven, zei Gouldesbrough. Een vrien-
délijke® brief, maar een, die aan al
les een einde maakt.
Toe® werd de zwakkere', kleinere
•mam de verleider, zooals zoo -dikwijls
in het leven gebéurt, werd hij: het
werktuig, dat -den -ander trok naar
dé don-kers «n somber® zijde van toet
leven.
Charliewood was bewogen eü aan
gedaan door de onverwachte yrien-
gein -de vesting van de Kunst, die bo
ven op haar stedlen rots, zoo moei
lijk in te nemen is.
Het nieuwe .stuk van den heer
Schuil beet „Mésalliance" en duidt
dus al dadelijk aan welk gegeven
door hem voor het tooneel -daarin is
bewerkt. Werkelijk is -dan ook toet
huwelijk van twee menschen van
ongelijken „stand" (alias afkomst")
het donnée, waaruit hij zijn drama
tische verwikkeling heeft gehaald.
In een plaatsj-e aan de zee de
heer Schuil ligt in Den Helder in gar
nizoen wonen een kruidenier en
zijn vrouwWolters toeeten ze. En
die hebben een dochter Jo, die als on
derwijzeres naar ïn'd-ië is gegaan en
daar getrouwd ts met eén officier der
marine, den luitenant ter zee Henk
van Weeldene®, zoon van een zeer
aristocratische U-trectotsctoe familie.
Deze is er-g tegen deze mésalliance
v-an hun zoon geweest, en heeft de
brave oudelui Wolters in 'hun boos
heid zelfs erg loimp behandeld, door
toen -deze haar een visite wilden ma
ken. ze niet eens te ontvang-e®.
Maar de jong-gehuwden komen nu
naar Nederland, en dit geeft aan de
Van Weelderens aanleiding om plot
seling bij de oudelui van hun schoon
dochter te verschijnen om hen, na
veel omhaal te beduiden, dat 't wen-
sctoelijk is, dat de jongelui zoo min
-mogelijk bij hen iin den Kruideniers
winkel komen.
Dit leert ons het eerste bedrijf.
Maar in den verderen loop van
■het stuk zien we, dat de jongelui tóch'
bij d'e kruideniersfam-ilie komen en
logeer en, maa-r ook -hoe en daardoor
allerlei verwikkelingen omtstaan voor
toem als officier, hoe Ier scènes voor
vallen. totdat hij. eindelijk en dat
is den -k-urzen Reden langer Sin®
ontslag neemt uit den dienst en een
burger betrekking zoekt, om zoo ee®
einde te maken aan de moeilijkheden
voor hem in -zijn positie en die on
aangenaamheden, waar hij en zijn
vrouw in geraken.
Dit is de oplossing -der gevolge®
van deze „mésalliance".
En wat heeft de heer Schuil nu met
de behandeling van dit gegeven be
doeld, of wille® bereiken?
We moeten eerlijk zeggen, dat wé
't niet te weten -zijn kunnen komen.
Heeft hij een „zedenspel" willen le-
vei'en 't Is moge-lijk. Heeft hij wil
len .wijzen op de onaangename ge
volgen van een -huwelijk beneden den
stand 't Is mogelijk. Heeft hij de
kleinzieligheid van het publiek, dat
't de menschen. die een mésalliance
aangaan, lastig maakt, aan de kaak
willen stellen 't 'Is ook mogelijk.
Maar zeker weten we 't toch' niet,
want daarvoor is toet gegeven te on
zeker, te twijfelachtig, te onvast uit
gewerkt.
Maar wiel weten we, dat het stuk
erg leeg is; toet is niet gevuld met
hét gegeven. En 't is h-em niet gel-ukt
het -geval van 'deze mésalliance tot
iets belangrijks uit -te werken, er een
dramatisch tevensongeluk van te ma
ken. Neen, 't is een ge v a 11 e t j e ge
bleven van- twee onensctoen, d-ie heel
lailedaagsöhen last ondervinden van
hun omgeving, omdat zij tegen de
conventie in met elkander getrouwd
zijn, mijn hemel, zooals honderden
mensctoén in zulke omstandigheden
dat bebbe®.
En die menscWen zelf zijn heel ge
wone, on-interessante Mede®,, en hét-
geen- zij in tounipositie beleven i-s ook
niet interessant of dramatisch.; zij
beleven niets -anders da® de last van
wat gebabbel. Het is een gevalle-
t j e gebleven, .e® geen dramatisch
tevens-évenement geworden. Alteen
wanneer hij va® deze alledia-agsch-e
délijkheid va® zijn zoogenaamden be
schermer.
Zeg niét-, dat toet uit is, zei hij,
niets is onmogelijk voor een man a.ls
jij, die tot to-ulp -toe-eft iemand als ik
Natu-urlijk te h.-et niet ui-t. Je toébt niet
altijd zoo tegen mij gehandeld' als je
toadt beboonen te doen, Gouldes
brough-, maar ik zal je nu Welpen. Ik
zal allés doen, waarvoor je mij -noo-
idig kunt hebben. Spréék maar op,
oudie jongenIk .zou nu mijn brieven
nog maar .wat laten wachten.
Wat bedoel je?
Nu, wat Wilde je mij vragen?
Zij keken elkaar met koortsachtig
seMïter-ende oogen aan, dies te meter
uitkomende in beider ble-eke gelaaits-
kléuir.
Opdat oogenbli-k ging de deur lang
zaam ope® e® ee® heel vmeemdle per
soonlijkheid kwam de kamer bin-
ne®.
Het was een kort, -dok man, meteén
jeugdige uitdrukking op -zijn groot,
rood en volkome® -gladgeschoren ge
laat. Hij zag er bijzondér intelligent
uit, maar dé gevolgen van ee®' los
bandig leve® haddén hun spore® on
miskenbaar achtergelaten. Hier kwam
een man binnen, die do stoffelijke
genietingen des levens niet beschouw-
dé als afwisseling op zijn levensweg,
•maiar -als hpofdzaak.
Deze -man was Mr. Guest, die ver
trouwde .assistent van Sir Willi-aim bij
zij® werk, een una®, die zelf geen ïni-
gebeurtems, van- dezie ailedaagsche
menschen met zijn- talent iets bijzon
ders van leed of emotie had weten.' te
fantaseere®, toad -dit stuk reden va®
bestaan getoad. Nu te 't een iteeg stuk
gebleven, waar eénige alleenstaande
go/ede tooneeütjes in voorkomen (o.a.
in het tweede bedrijf tussche® de
moeder, H-etok en Jo), maar dat ver
der onbevredigd laat door zij-nie hol
heid.
E® woUc e'e® gewdldtoiedidi in Weit toe
val, dat Henk j-u-ist geplaatst Wordt
in het stadje waar zijn- schoonouders
wonenMaar de heer Schuil weet
toch wel, idiat de marine-autoriteiten,
die zulke mésalliances van officieren
ongaarne -zien (wie vernemen, zelfs, dat
een admiraal bestaat er een in1 ons
land'?dit al tegen zijn ouders heeft
gezegd) -er juist voor gezorgd zou
hebben, dat hij daar niet kwam?
Maar dan. had de heer Schuil zijn
gewild effect en aangedikte tegenstel
ling niet gekregen. Lev© de omwaar-
schijnlijkhéild dus maar
Ook maakt de heer .Schuil gebruik
van burgerlijke suecèsmiddeltjes
la Justus va® Mau-Pik. Zoo- is die tante
va® toet hofje een -tooneeltypetj-e voor
ecu Hollandsche klucht, waar mén
altijd bij toet publiek dér hoogere ran
gen een 'liactosuccèsj© -mee behaalt,
welk succèsje hij zelfs veel te veel
uitmelkt. En van succès dér hoogére
rangen gesproken, dat moet de loods
daan' ook vandaan halen-, want men
houdt er daar van, dat voornam!© lie
den eens door ©en man uit toet volk
de waarheid te hooren krijgen e® af
gepoeierd vvoxdien, onder wélk soort
van succèskLo-pperije® eveneens 't ten
tooneete kom-en van den kindorw-agen
als slot-apotto-éose gerekend mocht
worden.
Een technische) fout iis, dat dé heer
Schuil van' d'e drie bedrijven er een
gehéél -voor inleiding, aanloop 'en ex
posé e nooidig to-eéft want dat is bét
eerste bedrijf, zoodat er miaar twee
voor. 't eigenlijke stuk overblijven, ter
wijl wé ook niet te weten kornle®, hoe
't. komt, dlat de zeeofficier, die zich in
liet tweede bedrijf zoo erg ingenomen
niet voelt met 't milieu va® zijn bur
gerlijke schoonouders, in 't ideidie be
drijf zoo met die menschen weg
loopt.
Dan-k zij de zeer goede vertolking
dcor de Rotterdammers vielen de vele
fouten -Ét 777 ln Jl3t- "OS. en'
't was dan ook toet spel, dat de aan-
diactot overeind heeft gehouden; n-iet
toet leeg-e stuk.
Mevrouw TartaudKlei® was een
goede, beschaafde, ladylike Jo
Alexander Faasse® eén mooi' type
van een loods, die er rondemmt alles
maar uitflaptPoolman -een beste
kruidenier -en braaf man, die zich
sympathiek maaktTartaud een
Henk, zoo-als men zi-ch maar wen-
sc-hén kan, dié in 't tweede bedrijf
moo-i stil spel zien liet; én de overi
gen wanen cok allen goed op huil
plaats.
Met een -si echt ar gezel soh-ap was 't
stuk misschien wel gevallen.
Het publiek de zaal was goéd be
zet, maar niet vol heeft toet stuk
beleefd maar niet met warmte ont
vangen; al-leen na 't laatste bedrijf
kwam ler wat enthousiasme in toet
applausde heer Schuil verscto-een
te® toomeelé e® werd met een grooten
krans vereerd.
FRANS NETSCHËR.
HOFBERICHTEN.
De Minister van Marine vertrok
Maandagochtend per Staatsspoor
naar Het Loo voor een conferentie
met H.M. de Koningin.
II. M. de Koningin. Z. K. H. Prins
tiaitief gen-oeg bezat om zelf wat uit te
rinden op wetenschappelijk gebiéd,
maar e-en man, die, als -hij eenmaal
op het spoor gebracht was, de intel
ligentste speurhond ln die wetemseihap-
pelij-ke wereld was.
Wilson Guest was misschien onder
de lévenden een dér knapste doctoren
in physica van Europa. Hij was voor
zijn chef iémand van groote waarde,
en h-ij.' schee® er zich mee tevreden te
stellen, dat zijn werk blesef tussohen
de h-ooge, roodsteen-en muren va® hei
oude -huis i® Regent's Park, voorzien
van alles wat hij noodig toad voor zijn
eigen amusementen en met hét voor
uitzicht van steeds mee® triomfen- on
der de lei-ding va®-zijn meestér.
Wat is er vroeg deze dikke, jon
ge man- met zijn alleronaangenaamst-
uiterlijk.
Het groote feit zal nu moeten
gebeuren, Gu-est, iamtwoordde Sir Wil
liam, -mét zijn ha®d' nog steeds op defi
schouder va®. Charliewood.
Hét gedrongen ventje met liét vuur
rood© gelaat lachte kwaadaardig.
Ik wist, dat -het -hiertoe komeu
zou, zei hij, omdat je nog in iets an
ders d-an jo wetenschap belang bent
gaan -stellen, Gouldesbrough. -Waar
om heb je mij laten roépen
Het geheele gelaat van Gouldes
brough veranderde; toet kréég 1-eta
duivelachtigs.
(Wordü fWTVolgd-).