NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. De Verdwijning van Gerald Rathbone Stadsnieuws BntnetilatsS 24e Jaargang. No. 7198 Verschijnt dagelijks, behaiw ©p Zen- en Feestdagen, woensdag 12 december i»oe b HAARLEM S DAGBLAD abonnementen advertentiën: PBiR PRfiE maanden; ||||u ^ól|||||5sVan 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem f 1.20 Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente) w 1.30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland 1:65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant aSSz3a5blad,vo'or Haarlem '.tam jm£mët<£f*x> «edacfie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoon nummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur j. c. peereboom. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Gourantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreflende Haritfèl,-Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Sacc., Parijs, 31bl» Faubourg Montmarfre. TWEEDE ©LAD. Uit de Hoofdstad. St. Nico.laasHeeren teekenaars yam St.-Nicolaas-prentjes moge® hun repertoire wel eens herzien. Volgens de lieve traditie verscheen tot nog toe de goede Sint steeds onder een sneeuwhui of bleef ten minste zijn spoor in versch gevallen sneeuw ach ter, maar in de laatste jaren is-hiea- in een kentering gekomen. De matuur moge echter gebroken hebben met al oude gewoonten, die memschen zijn soms nog conventiomeeler dam de na tuur en blijven hunne tradities hand haven, elk op zijn .eigen wijs. Hoe wij Amsterdammers dit jaar weer ge- sinterklaasd hebben, moge blijken uit ondeTstaanden brief 'van Jochean Krent aan zijn vader Klaas Krent, Mr. bakker te Droogesloot. Jochiem, die zijn vader na verloop van tijd'als oudste stamhouder in diens welbe klante bakkerij moet opvolgen:, is met October j.l. begonnen een paar leerjaren in de hoofdstad bii! een col lega-kennis zijns vaders door te ma ken, vooral ook, omdat in de laatste jaren in zijn geboorteplaats de vraag naar fijner baksel steeds groeier wordt, en vader Krent zich hiermede neet voldoende vertrouwd acht. Jochein setorijft Waarde Ouders 1 Och, och, wat was dat eien drukte in de laatste dagen met die Sinter klaas. Als moeder nu eens hier had kunnen kijken, wat zou ze dan'groo te oogen hebben1 gezet. En als U nu eens bij ons in de bakkerij, had' kun nen gluren, vaderWij hebben bet zoo druk gehad! O, zoo druk. En we 'moesten maar bijna aldoor niets an ders dan fijn goed bakken. Geen taai-taai. Dat speet .mij anders echt, want ik hou, zooals TT wel weet, zoo- vee! van taai-taai. Maar mijn baas zegt, dat de Amsterdammers dat niet lusten. Die hebben liever zoetigheid, zegt de meesterknecht. Ja, ik sprak daar straks van mijn baas. Maar dat 'doe ik in het vervolg niet meer, ik deed het nou nog maar zoo uit ge woonte weg. Maar Dirk, de tweede knecht, heeft mij gezegd, dat dat niet netjes meer is. Hij zegt, dat het ouder- w.etsch is. De knechts noemen hier hun baas allemaal mijnheer. Nou doe ik het natuurlijk ook, want ik ben 'hier toch om te leeren en voolruit te kernen, niet waar? Wat wij dan hebben gebakken, zult U vragen? Vooreerst heele ber gen Sinter,klaasgoed zooals ze dat hier noemen. Dat is het .gewone sui kergoed. Maar dat vind ik, dat U veel .lekkerker kunt bakken, vader. Ik heb dat ook tegen mijnheer gezegd, zoo 's avonds eens, itoen wij met el kaar eaten koffie te drinken. Mijn heer zei toen, dat liet niet waar was, en dat het 'bepaald aan mijn smaak lei. Maar toen we een poosje later alleen waren en nlem'and ons be luisteren kon, zei hij ..Hoor eens, Johan" (ze noemen me hier Johan en niet Jochem, hoe vindt U dat?) ,,h,oor fcens Johan", zegt mijnheer, ,,je bent hier om te leeren en je moet dus maar goed uit je oogen kijken. Maar je moet niet meer zulke dingen zeggen, als je daar straks deed, wanneer er andere menschel» hij zijn. Zie je, je hebt gelijk gehad-, je Vader bakt het Sinterklaasgoed' werkelijk veel lek-' tender dan ik, maar dat gaat andere tfvenschen niets aan. Ik kan het ook Wel zoo lekker, maar dat doe ik niet Om die lamme concurrentie. Je be grijpt misschien nu nog niet, hoe dat komen kan, doch dat zal ik je later feuilleton. (Naar het. Sngelsch van Guy Thome). m Toen wij elkaar beter leerden ten ten, eag1 «k ook het memsctoalijke, dat uï jje was en ik voelde-mij, en, als je Cüj toestaat het te zeggen, ik voel mij nog 'tot je aangetrokken. En alls M niet neen veel machtiger gevoel in. Rïijn Teven gekomen was, dan zou 'ik Mn oprechte 'en .trouwe vrouw en Tfieudlin voor je geworden zijn. Maar jé hebt stellig al begrepen en Weet duis reeds, dat er een verande- hnig gekomen .is. Zijn wij niet .allen «aohtoffietrs van het noodlot Is het Ifieii waar, dat niemand onzer voor at kan zeggen, boe of door wien onze iticgen geopend zullen' worden, waar door wij duidelijk onzen wieg voor ons Con, dis ons .eerst totaal onbekend TTas. O", gij- weet alles. Ads iemand het Wtetö, (dan weet gij het Keker behoef ik verdek geen bijzon- wrfctedeni be vertellen, want gij hebt Mttoegr begrepen, om te' weten, wat wel eens vertellen. Zie jij maar goed uit je oosren, en als je wat te 'vragen hebt, dan kom je maar eens bij mij alleen. De meid was er nu vanavond ook bij., en die gaat zulks niets aan, (vindt je niet?" Nou, dat vond ik ook wel, maar waarom of nou door de concurrentie het suikergoed lang zoo lekker niet .smaalct, daarvan snap ik niemendal. Begrijpt U het, Vadeir? Weet U, wat ik nu ook geleerd heb? Borstplaat te maken. Dat is een heel precies werk je en daarom doet de meesterknecht het maar alleen. Ma.ar heerlijk dat •het is Hierbij stuur ik U een pakje die boterletter heb ilc zelf gebakken, en dat suikergoed ook, maar die borst plaat heeft de meesterknecht ge maakt. Verder heb ik nog enkele kleine dingen in bet .pakje gedaan een varken van marsepijn, ten een stuk worst van marseniin, en die spons met leeren lap is voor moeder. Maar die kan alleen, maar opgegeten wor den. Vindt U dat allemaal niet prach tig nagemaakt? Ik wed, dat moeder hem haast zoo .zon hebben aange pakt, om er haar bril mee schoon te maken.... en bet is toch maar marse pijn. Die dingen leer ik hier echter niet maken. Wij hebben wel veel van die zaken in den winkel, maar die krijgen we allemaal van tde fabriek. Mijnheer zegt, dat hij ze daar goed- kooper kan krijgen: dan dat hdji ze zelf maakt. Nu, dan 'heeft hij gelijk, vindt U ook niét Zie zoo, nu heb ik U al een heele- boel van onze bakkerij verteld. Maar ik heb hier in d'eze dagen nog zoo veel andere dingen gezien, dat ik daar ook (niet van zwijgen kan. Een avond ben ik met Dirlc de straat! op (gowteest en ook een paar keer met Corrie. Cohrie is een heel aardig meisje. Mijnheer gaf mij toen vrij, want hij zei, dan kon Corrie mij den weg wijzen en Corrie had meteen een .geleider. Want het staat heelémaal niet netjes, ziet U, als een meisje 's avonds alleen op Straat komt. En ik vond bet wèt leuk, dat begrijpt U wel. waait alleen was ik in die drukte toch 'verdwaald geraakt. Corrie is net zoo oud als ik, ook vijftien, Vijf tien lentes, zegt Dirk, de tweede knecht. O, dat is soms zoo'n grappi ge Piet. Maar hij zegt ook wel eens rare dingen. Maar landlers is hij wiel ©en goeie jongen, eni ik kan wel veel van. liem leeren, omdat hij mij op alles attent maakt, .en overal den wieg weet. Zoo is hij ook met mij naar den Joden hoek geweest. Dat had u moeten zien, wat een IhörraeEn overal hingen ge vilde ganizen voor de ramen van' ver scheidene winkels en in de kelders. Ja, gevild. Ik weet. nog wel, toten wij vertedien jaar onze gans geslacht heb- ben, moest die geplukt worden en dan gebraden. Maar luier wonden ze ge vild. Dirk zegt, dat de echte Amster dammers met Sinterklaas gans willen eten. Hij heeft -mij ook naar den groot- sten bazar van Amsterdam ge bracht, naar „La Bourse", dat betee- kenli „de beurs". Nou, (dat is wel een echte beurs. Van alles compleet kan je daar koopen: papier, pennen, boe- kon, haarkammen (van die mooie ook met -edelgesteenten), timmermans gereedschappen, bijlen, ien mokers, fijn porselein., mooie, stoelen, potten en pannen, rijwielen, speelgoed, pet ten, doorrookers', parapluies, lampen, hobbelpaarden, klokken en pendules, en ik zou nog wel drie kantjes vol kunnen schrijven, met alles op te noemen, wat daar wel te .koop is. Toen wij er i/n kwamen, waren er vast Wiel duizend menschen dn, die er zoo ma.ar vrij bij alles rondliepen om i.c verder zou moeten vertellen. Het is genoeg, William, als ik je: zeg, w at je al weet dat dk iemand an-1 'ders liefheb, en (dat, als ik waar wil zijn tegenover mijzelf, wat toch, zeker ons aller eetrste plicht is1, ik noodt mét je kan trouwen. Ik kan nooit voor je zijn wat je zoudf wenschén, or wat ik -Zelf ials je vrouw voor je zou willen zijn. Innig leed' 'doet het mij. als 'ik bedenk, hoeveel verdriet dk je door deze woorden bezorg, ofschoo'n ik den hemel dank, dat dit verdriet riet onvoorbereid tót je komt. Ik durf niet te vragen, of je mij wilt verge ven dk kan niets zeggen om je te •troosten. Ik heb l'chtzin.niig en' verkeerd ge handeld, onaar ik kan niet anders doem dan wat ik nu doe. Vefgeef mij, als je kunt, en (denk zoo mogelijk vriendelijk aan MARJORIE." Nu wist hij alles. Hij vouwde den brief voorzichtig dicht en kuste hem 'een dwaze daad voor zoo'n st'erken man toen stak hij hem in den bin nenzak van zijn jas, bijna op zijn hart., Hij' trok aan de bel. Vraag .aan- Mr. Gue^t. of bij even bij. mij, komt, zei' hij. Heel goed, mijnheler, antwoord de de bottelier; maar Mr. Chariie- .woodi ts er juist om u te spreken. - Vrnag dan, of hij binnenkomt, te kijken, of wat voor Sinterklaas te koopen. En die menschen lieden zoo ma.ar vrij uit en in. Ik begrijp niet, hoe daar niet meer gegapt wordt. Ja, D,irk zegt altij d'gegapt, en dan bedoelt hij daarmede gestolen, m daarom zeg dk toet ook maar. Maar er zijn, ge loof ik, ook wel meer dan honderd bedienden, .die je maar aldoor op je vingers kijken, of je niets meepakt. Ik toeto er nog een prachtig broche ge kocht, met diamanten steemen, vloor een kwartje. Maar ik (heb niet aan Diik gezegd', voor wie dat wasEn weet u, wat dk nu mlet dit broche ge daan heb Ik heb den volgenden dag een fijne boterletter gebakken, .eten C-, en zij is w at prachtig uitgeval len, ie® daar heb ik vooraf het broche ingestopt, goed ingepakt natuurlijk. Nu heb ik haar aan Corri-e cadeau gegeven en gezegd, dat Ze dale eens proeven moest, omdat dat nu een bak sel van mij was. Zii zal er denkelijk vanavond .eens van, proeven. Ban is dia litter vast nog niet oudbakken!. Wat zal ze rare oogien opzetten, als dat klein© pakje er uitrolt Hoe denkt u nu wel, dat ik op dat idee gekomen ben Ik -heb immers al verteld1, dat ik ook een paar keer met Corrie die stad in ben geweest. Toen (heeft zij allerlei - kleine dingen gekocht, om er sur prises -van te maken. Wieét u wat een surprise is Bat is een cadeautje dat je krijgt om je voor de® mal te. hou den. Zij heeft vo.or alïie drie knechts wiat gekocht ren. -ook voor haar vader en moeder wat. Ik was er bij, dus ik wist natuurlijk all-es, maar zij zet, dat ik niets zeggen mocht. Voor Dirk, die al eien heel - (kléin beetje een snor begint te krij gen (hij is al drie keer naar idle® bar bier geweest) heeft ze een klein, snor- r ©kopje gekocht, -en daar een héél 1 groot pak va® gemaakt. Voor de® meesterknecht, die zoo kouwelijk is, lueeft -ze van bordpapier e®1 ,asch e® tooutlijm een kool tout gemaakt, pre cies echt, en daarin een pijp va®' cho- 1 oolald'e gestopt. -En de meesterknecht rookt nooit. Dat pakje heeft ze -hem op S-interisLaasdag gestuwd. Ik 'heb met Sinterklaasdag ook een pakje gekregen. Toen ik toet open maakte,-zat er een groote pop in v.an marsepijn, met rokken aan e® een boezelaar voor. Ik dacht, dat Corrie dat ook stilletjes gestuurd had, en ik kreeg er .een kleur va®. Bit speet mij later, want -Dirk zei, .dat 'toet was om mij voor (den mal te houden, en. Cor- irie is toch een aardig meisje. He denk dan ook niet, dlat Corrie d!at gestuurd heeft. En wat waren de winkels nu met Sinterklaas -prachtig. Ze hadden 8.11e® hun beste beentje voorgezet. In de Ralverstraiat ware® verschei dene, waar den getoeele® dag bét licht brandde, alleen maar, o-m er zoo mooi mogelijk uit te zie®. 'Ja, en er waren er ook een .stuk of wat, waarin d'en beek®, dag Sinterklaas rondliep. Na tuurlijk geen echte, want die is al (lang dood. En op dén Niieuw-endijk, wat een drukte e®, wat een ge schreeuw. Baar stonde® allerlei koop lui door .elkaar te schreeuwe®. Ze hadden van alles en nog wat te koop. „Mooie prentenboek©, koste maar tien cent„Mét -plate en verbale, twee voor tien oent!" „Hoitloge met ket ting. Horloge .met ketting. Tien cent Tien cent,,De rijdende otomobiel. Kost maar .een kwartje„Eén kam en een spiegel voor tien cent„Haal uit menschen, haal uit, kost maar tien cent„Trompetten, trompetten, toeteuetoeoeoe Tien cent, tien cient Zoo schreeuwden die lui maar al door elkaar. Het was haast om er zee ziek van te worden. Maar toet grap pigste was wel, dat je .allle menschen mét pakjes zag l-oopen, want dat-doen zo hier allemaal, ze sturen elkander zei Gouldesbrough. Chiariiewood 'kwam bin-toe®. Kerel', wat zie jij -er uit, zei deze, 'zoo heb ilk je nog nooit gezien Sir William ging naar hem toe, e® legde zijn hand op zij® schouder, Hoor eens, zei hij, ik heb van morgen leen klap in hét gezicht ge kregen, CtoaadiewoadL Je weet wat ik be do. el, ik behoef je geen nadere uit legging te geven. En hoor nu nog iee®s verder, ik heb je hulp noodig, en vraag je mij te helpen, zooals je mij neg nooit te voile® geholpen hebt. dk ben bang, beste kérel, dat je mij dikwijls verwensch't hebt, e® dat je dikwijls mijn ai® gedaan hebt, omdat je mij geld schuldig bent Vergeef mij de moeilijkheden, waarin tik je m'S- sóhiién gebracht heb. Nu doe ik werke lijk taan beroep cup je vriendschap Och, antwoordde Oh-arliewood mij -dunkt, wij moesten- maar met van vriendschap spreken tusscben ons beiden. Ik heb gedaan, wat mij opgedragen werd, -dat is alles. Sir William Meld hem nog bij den sc-houder vast- Voél je werkelijk niets voor mij, Charliewood? vroeg hij op kalme® toon, en daarmee begon dé sterke ziel - Jinvloed uit te -Oefenen op dé zooveel zwakkere. - Koon, kont, antwoordde hij, wat is hert nu eigenlijk? Ik héb een ge voel, of wij samen een gevaarlijken tocht soma-akt hebben en nu don eind- pakjes en dan bedenken ze d)e grap pigste dingen. Hè, wait spijt toet mij, dat ik Woensdagavond niet wat op straat heb kunne® 'kijken. Maar dat kon niet, want wij 'hadden liet toen natuurlijk veel te druk. To-ch heb ik er zoo nu én dan nog w-at van voor bij zie® -gaan. Midden overdag reed er ee® Si®terklaas op een wit paard voorbij met -zwarten Piet naast hem, heusch zwart, e® Piet -deelde aan iedereen prentjes uit, waarop stond, dat. je 'smoest gaan kijken bij Van I d-e® Oven op den NdJeuwendijk, waar 'hét fijnste gebak -te koop was, en waar den heelen dag Sinterklaas op bezoek was. „Dat dis nou ccxncurrentié", zedde mijnheer. Begrijpt u nou, vader, waarom -de concurrentie maakt, dat het suikergoed' niet zoo lékker is Ik nog niet. Tegen schemeravond ging er een man voorbij, met een vrouw op zijn -arm, net een baker. Dat w-as weer een pop, -e® wie weet, wat daar in zat. Ik héb ook iemand voorbij zien gaan mét een -groote® gieter, zoo groot wel ails moteder's koperen w-asch- ketel. Daar zat ook vast wat in. Wat later op den avond ward hét ook Leuk- Dan zag je -allerlei msenschen h-aird voorbij loopen en eien poosje later kwamen -ze terug, -met eten -pakje in- de hand. Die hadden, zooals Dirk zei, een pakje -gekregen en moesten nu.ook gauw iets terugsturen. Vóór wat, hco-rt wat, nietwaar 't Zal mij eens benieuwen, of Corrie mij ook wat stu ren zal, als ze mijn broche gevonden beeft. Want die marsepijnpop was vast niet van haar. Hè, waardé oudei's dlat -is een lange brief geworden. Maar er is hier -ook zoo ve'el te zién. Maar na is mijn papter vol ie® -daarom zeg ik maarlater meer Weest hartelijk gegroet van Uw liefhebbenden Zoon JOCHEM. HET T00NEEL. „MéSALLLANCE" DOOR DE ROT TERDAMMERS, ONDER VAN EIJSDEN. In April 1904 heeft luitenant Schuil zijn entrëe als tooneelsctorijver ge daan met twee kleinere stukken „Op haair kamer" en „Een Huwe lijk" die door de vereemging „Crem-er" alhier voor 't eerst voor het voetlicht zijn gebracht. Bij onze bespreking van deze dra matische eerstelingen zeiden we, toen we ook o-p de gebreken van deze proe ven van zijn talent wezen, -dat de heer Schuil als militair heel goed wist, dat men zelden bij den eersten aan val w.int en dat hij dus moest blijven volhouden, om te bereiken wat hem bij zijn debuut nog niet gelukt was. En dat heeft- dé hieer Schuil p-edaa®. Want in het daarop volgende j-aaa*, in 1905, kwam hij met een nieuw en grooier stuk, „Gedé-balloteerd" gehee- te-n, waarin ons getee-kend wend om welke kleinzielige redenen een eer lijk en -oprechte kerel als lid eeneir sociëteit in Indië gedéballoteerd wordt ©en zedenschets uit toet In dische leven in de binnenlanden, die veel succes had. En dit stuk werd nu niet gegeven door een dilettanten-gezelschap, maar het Rotterdamsc-h tooneelgezel- sch-ap van den heer Van E-ijsden was bereid geweest 't op zijn répertoire te brengen. Met dezen tweeden aanval was lui ten ant Schuil -echter nog niet tevre den, en, nauwelijks na een jaacr tijds, heeft -hij nu a.l een derde gedaan te- sprong moeten -doen. Juist, antwoordde Sir William. Eerst moet ik je zegge®, dat dit de Iaa-tsta dienst is, dien ik je ooit zal vragen. Ik-zal je hierna zoovéél gold geve®, lafs je maar moodiig toetot, om naar je zin te kunnen leven-, al'les wat eenilgszins compromitteerend voor je zou kunne®, worde®, -zal ik jie terug geven, en d'an -zulten- wij elkander groieten. Ctoaritewood keek v-eilbaasd op. Dat is uiterst vriendelijk van je, zei hij. Ik denk niet, dat ik 't noodig vind, dat wij elkaar groeten. Maar wat wil je nu van mij Rathbone, (antwoordde Sir Wil liam, dien na-am blijkbaar met moeite uitsprekend. Is alles^ dus uit antwoordde Ctoaritewood) Ja„ Ik dacht -hét wel. Ik heb je' alles verteld wat er omging e® -ik wist, dat b et zoo gaan zou. Ze heeft mij vanmorgen geschre ven, zei Gouldesbrough. Een vrien- délijke® brief, maar een, die aan al les een einde maakt. Toe® werd de zwakkere', kleinere •mam de verleider, zooals zoo -dikwijls in het leven gebéurt, werd hij: het werktuig, dat -den -ander trok naar dé don-kers «n somber® zijde van toet leven. Charliewood was bewogen eü aan gedaan door de onverwachte yrien- gein -de vesting van de Kunst, die bo ven op haar stedlen rots, zoo moei lijk in te nemen is. Het nieuwe .stuk van den heer Schuil beet „Mésalliance" en duidt dus al dadelijk aan welk gegeven door hem voor het tooneel -daarin is bewerkt. Werkelijk is -dan ook toet huwelijk van twee menschen van ongelijken „stand" (alias afkomst") het donnée, waaruit hij zijn drama tische verwikkeling heeft gehaald. In een plaatsj-e aan de zee de heer Schuil ligt in Den Helder in gar nizoen wonen een kruidenier en zijn vrouwWolters toeeten ze. En die hebben een dochter Jo, die als on derwijzeres naar ïn'd-ië is gegaan en daar getrouwd ts met eén officier der marine, den luitenant ter zee Henk van Weeldene®, zoon van een zeer aristocratische U-trectotsctoe familie. Deze is er-g tegen deze mésalliance v-an hun zoon geweest, en heeft de brave oudelui Wolters in 'hun boos heid zelfs erg loimp behandeld, door toen -deze haar een visite wilden ma ken. ze niet eens te ontvang-e®. Maar de jong-gehuwden komen nu naar Nederland, en dit geeft aan de Van Weelderens aanleiding om plot seling bij de oudelui van hun schoon dochter te verschijnen om hen, na veel omhaal te beduiden, dat 't wen- sctoelijk is, dat de jongelui zoo min -mogelijk bij hen iin den Kruideniers winkel komen. Dit leert ons het eerste bedrijf. Maar in den verderen loop van ■het stuk zien we, dat de jongelui tóch' bij d'e kruideniersfam-ilie komen en logeer en, maa-r ook -hoe en daardoor allerlei verwikkelingen omtstaan voor toem als officier, hoe Ier scènes voor vallen. totdat hij. eindelijk en dat is den -k-urzen Reden langer Sin® ontslag neemt uit den dienst en een burger betrekking zoekt, om zoo ee® einde te maken aan de moeilijkheden voor hem in -zijn positie en die on aangenaamheden, waar hij en zijn vrouw in geraken. Dit is de oplossing -der gevolge® van deze „mésalliance". En wat heeft de heer Schuil nu met de behandeling van dit gegeven be doeld, of wille® bereiken? We moeten eerlijk zeggen, dat wé 't niet te weten -zijn kunnen komen. Heeft hij een „zedenspel" willen le- vei'en 't Is moge-lijk. Heeft hij wil len .wijzen op de onaangename ge volgen van een -huwelijk beneden den stand 't Is mogelijk. Heeft hij de kleinzieligheid van het publiek, dat 't de menschen. die een mésalliance aangaan, lastig maakt, aan de kaak willen stellen 't 'Is ook mogelijk. Maar zeker weten we 't toch' niet, want daarvoor is toet gegeven te on zeker, te twijfelachtig, te onvast uit gewerkt. Maar wiel weten we, dat het stuk erg leeg is; toet is niet gevuld met hét gegeven. En 't is h-em niet gel-ukt het -geval van 'deze mésalliance tot iets belangrijks uit -te werken, er een dramatisch tevensongeluk van te ma ken. Neen, 't is een ge v a 11 e t j e ge bleven van- twee onensctoen, d-ie heel lailedaagsöhen last ondervinden van hun omgeving, omdat zij tegen de conventie in met elkander getrouwd zijn, mijn hemel, zooals honderden mensctoén in zulke omstandigheden dat bebbe®. En die menscWen zelf zijn heel ge wone, on-interessante Mede®,, en hét- geen- zij in tounipositie beleven i-s ook niet interessant of dramatisch.; zij beleven niets -anders da® de last van wat gebabbel. Het is een gevalle- t j e gebleven, .e® geen dramatisch tevens-évenement geworden. Alteen wanneer hij va® deze alledia-agsch-e délijkheid va® zijn zoogenaamden be schermer. Zeg niét-, dat toet uit is, zei hij, niets is onmogelijk voor een man a.ls jij, die tot to-ulp -toe-eft iemand als ik Natu-urlijk te h.-et niet ui-t. Je toébt niet altijd zoo tegen mij gehandeld' als je toadt beboonen te doen, Gouldes brough-, maar ik zal je nu Welpen. Ik zal allés doen, waarvoor je mij -noo- idig kunt hebben. Spréék maar op, oudie jongenIk .zou nu mijn brieven nog maar .wat laten wachten. Wat bedoel je? Nu, wat Wilde je mij vragen? Zij keken elkaar met koortsachtig seMïter-ende oogen aan, dies te meter uitkomende in beider ble-eke gelaaits- kléuir. Opdat oogenbli-k ging de deur lang zaam ope® e® ee® heel vmeemdle per soonlijkheid kwam de kamer bin- ne®. Het was een kort, -dok man, meteén jeugdige uitdrukking op -zijn groot, rood en volkome® -gladgeschoren ge laat. Hij zag er bijzondér intelligent uit, maar dé gevolgen van ee®' los bandig leve® haddén hun spore® on miskenbaar achtergelaten. Hier kwam een man binnen, die do stoffelijke genietingen des levens niet beschouw- dé als afwisseling op zijn levensweg, •maiar -als hpofdzaak. Deze -man was Mr. Guest, die ver trouwde .assistent van Sir Willi-aim bij zij® werk, een una®, die zelf geen ïni- gebeurtems, van- dezie ailedaagsche menschen met zijn- talent iets bijzon ders van leed of emotie had weten.' te fantaseere®, toad -dit stuk reden va® bestaan getoad. Nu te 't een iteeg stuk gebleven, waar eénige alleenstaande go/ede tooneeütjes in voorkomen (o.a. in het tweede bedrijf tussche® de moeder, H-etok en Jo), maar dat ver der onbevredigd laat door zij-nie hol heid. E® woUc e'e® gewdldtoiedidi in Weit toe val, dat Henk j-u-ist geplaatst Wordt in het stadje waar zijn- schoonouders wonenMaar de heer Schuil weet toch wel, idiat de marine-autoriteiten, die zulke mésalliances van officieren ongaarne -zien (wie vernemen, zelfs, dat een admiraal bestaat er een in1 ons land'?dit al tegen zijn ouders heeft gezegd) -er juist voor gezorgd zou hebben, dat hij daar niet kwam? Maar dan. had de heer Schuil zijn gewild effect en aangedikte tegenstel ling niet gekregen. Lev© de omwaar- schijnlijkhéild dus maar Ook maakt de heer .Schuil gebruik van burgerlijke suecèsmiddeltjes la Justus va® Mau-Pik. Zoo- is die tante va® toet hofje een -tooneeltypetj-e voor ecu Hollandsche klucht, waar mén altijd bij toet publiek dér hoogere ran gen een 'liactosuccèsj© -mee behaalt, welk succèsje hij zelfs veel te veel uitmelkt. En van succès dér hoogére rangen gesproken, dat moet de loods daan' ook vandaan halen-, want men houdt er daar van, dat voornam!© lie den eens door ©en man uit toet volk de waarheid te hooren krijgen e® af gepoeierd vvoxdien, onder wélk soort van succèskLo-pperije® eveneens 't ten tooneete kom-en van den kindorw-agen als slot-apotto-éose gerekend mocht worden. Een technische) fout iis, dat dé heer Schuil van' d'e drie bedrijven er een gehéél -voor inleiding, aanloop 'en ex posé e nooidig to-eéft want dat is bét eerste bedrijf, zoodat er miaar twee voor. 't eigenlijke stuk overblijven, ter wijl wé ook niet te weten kornle®, hoe 't. komt, dlat de zeeofficier, die zich in liet tweede bedrijf zoo erg ingenomen niet voelt met 't milieu va® zijn bur gerlijke schoonouders, in 't ideidie be drijf zoo met die menschen weg loopt. Dan-k zij de zeer goede vertolking dcor de Rotterdammers vielen de vele fouten -Ét 777 ln Jl3t- "OS. en' 't was dan ook toet spel, dat de aan- diactot overeind heeft gehouden; n-iet toet leeg-e stuk. Mevrouw TartaudKlei® was een goede, beschaafde, ladylike Jo Alexander Faasse® eén mooi' type van een loods, die er rondemmt alles maar uitflaptPoolman -een beste kruidenier -en braaf man, die zich sympathiek maaktTartaud een Henk, zoo-als men zi-ch maar wen- sc-hén kan, dié in 't tweede bedrijf moo-i stil spel zien liet; én de overi gen wanen cok allen goed op huil plaats. Met een -si echt ar gezel soh-ap was 't stuk misschien wel gevallen. Het publiek de zaal was goéd be zet, maar niet vol heeft toet stuk beleefd maar niet met warmte ont vangen; al-leen na 't laatste bedrijf kwam ler wat enthousiasme in toet applausde heer Schuil verscto-een te® toomeelé e® werd met een grooten krans vereerd. FRANS NETSCHËR. HOFBERICHTEN. De Minister van Marine vertrok Maandagochtend per Staatsspoor naar Het Loo voor een conferentie met H.M. de Koningin. II. M. de Koningin. Z. K. H. Prins tiaitief gen-oeg bezat om zelf wat uit te rinden op wetenschappelijk gebiéd, maar e-en man, die, als -hij eenmaal op het spoor gebracht was, de intel ligentste speurhond ln die wetemseihap- pelij-ke wereld was. Wilson Guest was misschien onder de lévenden een dér knapste doctoren in physica van Europa. Hij was voor zijn chef iémand van groote waarde, en h-ij.' schee® er zich mee tevreden te stellen, dat zijn werk blesef tussohen de h-ooge, roodsteen-en muren va® hei oude -huis i® Regent's Park, voorzien van alles wat hij noodig toad voor zijn eigen amusementen en met hét voor uitzicht van steeds mee® triomfen- on der de lei-ding va®-zijn meestér. Wat is er vroeg deze dikke, jon ge man- met zijn alleronaangenaamst- uiterlijk. Het groote feit zal nu moeten gebeuren, Gu-est, iamtwoordde Sir Wil liam, -mét zijn ha®d' nog steeds op defi schouder va®. Charliewood. Hét gedrongen ventje met liét vuur rood© gelaat lachte kwaadaardig. Ik wist, dat -het -hiertoe komeu zou, zei hij, omdat je nog in iets an ders d-an jo wetenschap belang bent gaan -stellen, Gouldesbrough. -Waar om heb je mij laten roépen Het geheele gelaat van Gouldes brough veranderde; toet kréég 1-eta duivelachtigs. (Wordü fWTVolgd-).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1906 | | pagina 5