AARLEM'S BaöBLAÖ
1
r
Handels vereenigiüg
Haarlemmer Halletjes
Stadsnieuws
iaarlemsche
(isedgek. by Eon. Bssl. van 12 Nov. 1899
De Haarlemsehe Haaxdelsvereeni-
ing hter ter stede opgericht 10 Me1*
heeft iu den loop -van den tijd
vei haar recht van bestaan bewezen,
n zeer vel'e gevallen, zaken van ver-
chülenöen aard betreffende, is zij
pgetröden, en dikwijls met groot
mcces. Jammer echter, d'at men alge-
aeen niet meer blijk geeft-, dit te
aar deer en, door ails lid der Vereeni-
jng toe te treden. Er zijn wel meer
an 600 leden, maar dat is niet vol-
loende. Elk handelaar, n©ringdeen-
ja, zelfs particulieren, moesten
ld worden, om ten minste te laten
evoelen, dat men toet weTk op prijs
itelt, dat de Haarlemsehe Handels-
isreemiigitig steeds opneemt, aüsdoen-
le, wat hare hand vindt om te doen.
De voerdeel-en, die de Vereeniging
uiten hare bemoeiingen van versciril-
mden aard, haren leden aanbiedt,
ijn zeer vele en zeer groote tegen-
ver- de 'geringe j-aarlijksch© oontri-
utié vam f 3.50 die gevraagd wordt.
De Haarlemsehe Handel sver een i -
[iag bemoeit zich 'in de eerste plaats
ir mede de belangen van hare leden
bevorderen, door onwillige beta-
ers voor hen tot betaling aan te ma
aien en information vooir toen in te
ïinnen. Bovendien hebben de leden
iet recht het bom gratis te verstrek
en advies van den rechtsgeleerden
dviseur dier Vereeniging te vragen,
lie ook in procednren ©n faillisse-
aenten gratis voor hen optreedt, na-
iiuriijk alleen voor zaken betxieffen-
handel en het bedrijf der
iden.
Rechtsgeleerd adviseur der Veree-
igtog is de heer Mr. Th. de Haan
lugenlioltz, Spaarne 94, alhier, die
oor de leden eiken werkdag van
-4 uur des namiddags is te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge-
restigd Kruisweg 30 rood.
Voor incasso's door bemiddeling
Ier Vereeniging wordt ©en vastrecht
an 5 der vordering berekend.
Bovendien moet 10 ct. voor port
tóeds worden bijgevoegd, bij omzeil
ing van vorderingen door benAldé-
ing der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
uiten de stad woonachtige personen
«dragen 60 ets. per informatie plus
i ets. porto vergoeding, Informatiën
iaair binnen de stad wonende perso
on worden gratis verstrekt.
Pretention op buiten de stadi wo-
isnde personen worden niet befti'an-
eld, wanneer niet 10 ct. voor porto-
ergoeding ia toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechtsge-
eerde adviezen werden in het afge-
üopen jaar gegeven.
In de maanden Juni en Juli zijn 49
orderingen tot een bedrag van
1707.14 'betaald. 11 vorderingen wor-
£m afbetaald, 14 vorderingen zijn
itgesteld.
Men wordt geraden alvorens te Ie-
aren aan m-ej. Schippers van der
leuviel, Schoterweg78 zwart, en A. L.
lorver, Kennemerplem 36, zich om
ulichtingen te vervoegen aan het
antoor. -
Volgens art. 7 dient het geheim der
sten van wanbetalers ongeschonden
blijven.
Alle brieven, aanvtrageni, reclames
1 wat ook, moeten worden geadires-
esrd aan het bureau, dat geopend is
lagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
's namiddag van 2 tot 4 uur waar
au ook verdere inlichtingen zijn te
«komen.
HET BESTUUR.
De Amsterdamsche
ankdirecteuren voor het Gerecht
(Van onzen Verslaggever.)
Vijftiende Zitting.
(Vervolg.)
Mi'. Muller Massis zet zijn
leidooi voort.
BRDUISTERING OF PROLON-
IAT1E 7
Thans komen aan de orde de beide
61'duis te ringen van k asgeld in 1896
(Een Zaterdagavondpra atj e)
en '98, ten bedrage van f 30.000 en
50.000. Het O. M. beweertdeze som
men zijn verduisterd De Geer ech
ter zegtIk heb .ze op prolone-atie ge
nomen. PI. meent, dat De Geer in de
instructie niet zoo heel veel anders
heeft bedoeld, dan hij ter terechtzit
ting zeide.
Al heeft beklaagde toen gezegd)Ik
heb die bedragen op prolongatie ge
nomen, heeft hij niet bedoeld rille
•schuld te ontkennen, 't Is nuaar de
vraag, wat men on dek' een prolonga
tie verstaat. Dat. De Geer tegen De
Montigny niet van prolongaties heeft
igeiépt, acht spreker niet zoo vreemd,
evenmin vindt hij onaanneembaar,
dat De Geer niet zou gezegd hebben
tegen getuige Gilhuys ..Ik zal wel
voor onderpand zongen. Juist in dit
geval zou hij er niet over moeten
spreken. Gilhuys (verklaart wel, dat
De Geer die uitdrukking wel gebezigd
heeft, maat' Idi-en-s herinneringsvermo
gen is een beetje zwak.
Ook kan het heel goed waar zijn,
dat de onderpanden dadelijk zijn .ge
deponeerd. Maar wat geeft het? Als
ze neergelegd yvaren, bestonden ze
toch uit Klein-Azië's en waren dus
waardeloos. De 'Verklaringen in de in
structie en ter terechtzitting afge
legd, verschillen dus niet heel Veel.
DE PIJNLIJKE PASSAGE.
De Geer heeft beweerd geen valsch-
heden in geschrifte te willen plegen.
Hiermede komen we aan de meest
pijnlijke passage voor De Geer in dit
strafproces.
De Rechter van Instructie, mr. Hey-
mans, heeft n.l. gemeend ziïn verkla
ringen te moeten illustreeren.
Na alles wat er over geschreven en
gesproken is, zegt pleiter, zal ik kort
zijn,: Ik zal niet ..enfoncer une porte
ouverte" 'een open deur openstooten.)
ook wil ik niet nagaan wat toen om
ging in de borst van dezen beklaagde.
Het treurige van dit voorval is, dat
liet publiek die woorden Leest, Voor
wien deze qualificaties, omdat ze
door dien Rechter-Commissaris ge
sproken zijn, een officieel tintje
krijgen.
Ik wil daarom niet betoenen, dat
deze manier van optreden in strijd is
met een goede Justitie, te rneer niet,
omdat ik weet, dat de woorden van
mr. Heymans geen invloed zullen
hebben op de uitspraak, daar staat
de Rechtbank te hoog voor., maar
wanneer de qualificaties nog invloed
mochten hébtoen, dan geloof ik, dat
deze den beklaagde niet -zullen scha
den. doch ten goéde zullen komen.
Wiel wil .ik opkomen tegen de qua
lificaties zelve, tegen de woorden
geslepen en geniale misdadi
ger. Is dat een geslepen misdadiger
•de man, die aan een onweerstaanba
re speculatiezucht lijdt, die zich on
telbare malen in den nek laat zien en
dóór gëwéten-lioo-ze schurken laat' pluk
ken, zoodat 'hij bij zijn arrestatie na
genoeg straatarm is en niets meer
bezit, dan de meubelen van zijn
huis Is dat eén geslepen misdadiger,
die na den sprong uit den trein
thuisgebracht, de malversaties ver
zwijgt voor vrouw en kindéren en bij
'het eerste verhoor van den Rechter
van Instructie alles bekent Gaat het
op di;e gronden aan den beklaagd© een
geslepen misdadiger te noemen
En is het geniaal, dat deze man
pandbrieven ging toeleenen, die zon
der toezicht bij hoopen bij 'hem lagen
•opgestapeld? Dan heb ik altijd iets
anders onder geniaal verstaan.
De beklaagde De Geer is tijdens de
ze pr er oratie, welke met een gloed
van verontwaardiging door mr. Mul
ler Massis wordt uitgesproken, ten
prooi aan een hevige ontroering. De
tranen, biggelen hem langs de hioogr
rooide wangen, terwijl hij nu en dan
•liet gezicht in de handen verbergt.
Daarna meent pl. dat dé R-.-C. ook
niet den term valsche boeking bad
mogen gebruiken, daar di;e eveneens
een qualificatie inhoudt. Stapels lite
ratuur zijn daarover geschreven en
zelf juristen zijn er, die den term
niet begrijpen.
DF, VERVALSCHINGÈN.
Pleiter ontkent, dat voor de Asso-
Maar de propaganda naar buiten
dan! Daar kan wat van komen. Toch
zal een zangvereeniging, bezield met
de allerbeste bedoelingen, goed doen
wanneer zij' niet den héélen avond de
lof staat 'te- zingen van de dranken,
die ik daareven noemde, 't Mocht een
tonig worden, ook voor die toehoor
ders, welke als bloedverwanten en
vrienden van de uitvoerenden, van de
zelfde beginselen doortrokken zijn.
Ik kan dan ook niet anders doen,
dan den geheel-onthouders een welge
meend: houdt u ferm!" toe te roepen.
De oo ren van de geheel e niet-geh e el-
onthoudende zangerswereld zijn op u
gevestigd. Ieder rauw geluid, ieder
onzuiver accoord zal worden gebruikt
als een stormram tegen uw beginsel.
Laat ik herhalen wat 'een vader-ge-
heelonthouider, jdtep aangedaan, tot
zijn zoon zei bij diens vertrek naar
verre landen: Jongen, hou je taai
en ónthou je van een taaie!"
.De aan de huizen ventende kooplui
worden een ware plaag. Hun aantal
neemt voortdurend toe en hun listen
om de vrouw des huizes te spreken te
krijgen eveneens. Ernstige briefjes
aan den gevel, dat er aan de deur niet
wordt gekocht en op bezichtiging ge
zonden artikelen niet worden terug
gegeven, helpen al lang niet meer.
Een vent-ersman, die voor zulke klei
nigheden terugdeinst, is geen knip
voor den neus waard, zelfs al zit die
knip" op de deur waar hij aanbelt.
Het wordt langzamerhand moeilijk,
•de heeren te onderkennen. Het mand
je met koopwaar, duidelijk toeken van
het beroep, wordt dikwijls tüiuisgela-
ten, de koopman kan de waar gewoon
lijk wel bergen in den binnenzak van
zijn jas. Gelukkig houdt hij nog meer
kenmerken van zijn beroep over; de
c'atie-Cassa opnieuw verduistering
kon ontstaan door deze vervalsching.
Immers, neemt men de verduistering
met het daaruit voortvloeiende nadeel
aan, dan kon voor de H. H. B. geen
niéuw nadeel ontstaan door valsche
boeking. Ook voor de A. C. is dit niet
het geval, daar zij een ontvangstbe
wijs had voor de totale som van
f 95.000.
Hierna wordt op verzoek van den
verdediger pauze gehouden.
MIDDAGZITTING.
Na de pauze wordt door mr. Muller
Massis het eerst besproken de ver
duistering van de gelden, ontvangen
•van de firma A. Cramer. Evenals
mr. Kappéyne Donderdag voor hét
kasboek der Zekerheddsstelitog: be
toogt mlr. Muller Massis thans, dat
het kasboek der IIoll. Hyp. Bank
geen bewijskracht heeft, 't Is geen
koopmansboek, daar er in geradeerd
en het dius niet rich tig gehouden is.
Hierbij komt spreker er tegen op,
dat de Officier gesproken heeft over
de radeeringen, waarvan men ©ven
wel niet weet, rneit welke bedoelingen
ze gepleegd zijn.
DE H H. B. GEEN KOOPVROUW.
De Hold. Hyp. Bank is nOch koop
vrouw, noch bankierster.
Dat de H. H. B. geen. koopvrouw
is, baseert spreker op de statuten der
Bank en op arresten van den Hoogeh
Raad. De pandbrieven zün nl. geen
eigenlijke effecten, ze worden niet
„beroepsmatig" ingekocht en. het kno
pen geschiedt niet om winst te maken.
Ook Ls de Bank geen bankierster.
Spreker <reéft' hier ter verklaring een
histor.scbe schets der Hypotheekban
ken, die hij. meer op haar plaats
acht-, dan een geschiedkundig over
zicht van het bankwezen in het alge
meen, gelijk mr. Besier gaf.
DE EERSTE HYPOTHEEKBANK.
Zij ontstonden na dien zeven-jarigen
oorlog tusschen Oostenrijk en Prui
sen, (17561763), toen Frederik de
Groote alle hypotheken drie jaar uit
stelde. Toen nu de particuliere geld
schieters bang wierden om meer geld
te geven, bracht de Berlijneir Wolf
gang Büring een combinatie van
geldschieters tot stand. Frederik de
Groote bevorderde den blo,ei idlezer in
stelling en later kwamen er meer,
zoo 20 jaar later een te Hannover. In
ons land dateert de eerste Hypotheek
bank van 1823, 't was er een van „be
klemde meiers" 1) uit Friesland.
Daarna kwam er een in 1838, toen
de wet «©maakt werd. Geen dier
Hypotheekbanken was bankierster.
Deze quailificatie valt ook niét af te
leiden uit art. 4 der wet.
Eén bankier is een tusschienpersoon
tusschen kapitaal en industrie, wat
h ier niet het geval is. Ook is niet elk
houder van een bank een bankier.
Een bank van leeninghouder is im
mers ook geen bankier.
De Hypotheekbanken nu, zijn geen
tusschenpersonen, zij handelen zelf
standig; alleen deze overeenkomst
hébben ze met banken, dat ze dienen
ter geldbelegging. Toch is 'hierin dit
verschil, dat de Hvuotheekbanken al
leen transacties plegen met onroeren
de goederen. De bedoeling van den.
uitgever is geweest om de Hypotheek
banken niet onder de bankiers te
•rangschikken. Ofschoon in 1838 (zie
boven) reeds Hypotheekbanken in ons
land bestonden, komt in het Burg.
Wetboek, dat dit jaar werd samen
gesteld, de Hypotheekbank niet voor
als bankierster.
MOET DE GEH-EELE DAGVAAR
DING VERVALLEN
De beslissing dier Rechtbank over
de quaesti© de H. H. B. is al of niet
koopvrouw, is van het hoogste ge
wicht, meent pleiter, daarmede staat
Of valt de geheele dagvaarding. Er i&
1) Friesche pachters, die krachtens
het z. g. beklemrecht van vadier op
zoon hun landerijen eeuwigdurend in
pacht hebben.
eigenaardige kleur van zijn huid, ge
blakerd door de zon, afgewassdlien
door den regen en gebarsten door den
scherpen oostenwind. En dan... het
zelden ontbrekende j eneverdampj-e,
dat. van zijn heele persoonlijkheid
pleegt 'af te stralen. Als h ij lid werd
van ide gebeel-onthouders-zangver.eeni-
•gin-g, dan zou er een zondaar gered
zijn. Jammer genoeg kan hij niet in
aanmerking komen, want zijn stem
'heeft niets muzikaals of liefelijks
meer.
De nieuwste slimmigheid is, dat hij
zich uitgeeft voor een ambachtsman.
Tot de dienstbode die hem opendoet,
zegt hij' met de vrijmoedigheid waar
aan bij zoo rijk is: ,,mag ik mevrouw
even spreken? zegt u maar dat de
timmerman Van der Hóeven er is!' Het
meisje,'twijfelende of 't wel echt spul
is, nraar aan den anderen kant be
denkende dat een timmerman in zijn
werk er ook niet als een banjerheer
kan uitzien, gaat naar binnen en
brengt mevrouw de boodschap over.
Deze', door ervaring wantrouwend ge
worden, vraagt zich af of mijnheer
•misschien om iden timmerman kan
hebben gezonden voor het raam op de
slaapkamer, dat zoo schrikkelijk ram:
melt, of voor de planken op den bo
vengang, die los liggen voor een
timmerman is er in ieder huis altijd
w.at te doen.
Gaat ze nu naar de deur, dan ont
popt zich de zoogenaamde timmerman
onmiddellijk als koopman. Zijn hand
grijpt het bundeltje verfonfaaid post
papier uit 'den borstzak, zijn voet
wordt tusschen deur en deurstijl ge
plant. En voordat ze hem weg heeft,
kost het haar zeker een stuiver en de
onaangename gewaarwording, dat ze
toch weer is beetgenomen.'
Gaat ze niet, dan poeiert de dienst
in.1. gesteld dat de H. H. B. is een
Na ami. Venn. Doch uit art. 14 Burg.
Wotb. blijktniet koopman, geen
naaml. venn. Deze bepaling komt ook
voor in die wetboeken van België, Por
tugal. Frankrijk, Italië, Rumenië, Ja
pan, Turkije en Servië.
Daar geldt de bepaling, dat een
naaml. venn. altijd koopvrouw is,
ook al drijft zij geen koopmanschap.
Als de H. II. B. bankier is, dan zijn
alle notarissen bankiers.
NIET IN DIENSTBETREKKING.
Pleiter ontkent thans, dat De Geer
in dienstbetrekking -waS bij de II. H.
B., zooals het O. M. beweerthij was
meer orgaan van dé Bank.
Mijn geachte medepleiter, zegt mr.
Muller Massis, heeft de bestrijding
van deze bewering van liet O. M, aan
mij overgelaten. Ik zal er niet ver
der op ingaan.
Spreker is 'bliide, dat het requisi
toir reeds dadelijk de legende den
kop heeft ingedrukt, dat De Geer de
verleider van De Montipny is ge
weest. Beiden hébben eerst onafhan
kelijk van elkander malversaties ge
pleegd.
Pleiter wil niet telgen spreken, dot
De Montigny poigingen deed om de
zaken weer in orde te brengen, en
daartoe contróle-boe'ken aanlegde,
maar deze werden niet bijgehouden.
Het kasboek werd niet afgenomen
v/egens malversaties van De Geer,
■maar omdat deze ziek was en het boek
niet had bijgehouden.
Gaat echter het O. M. bij de repliek
er, op in, dan twijfel ik niet. of mijn
geachte mede-pleiter zal er dan op
antwoorden. (Algemeen gelach).
DE STRAFMAAT.
Nu pMter zijn juridisch betoog
heeft beëindigd, komt hij tot den
eaéoh van het O. M.
Hierbij komt mr. Muller Massis op
eeto moeilijk punt, daar zijn tegen-
pleoltar (het O. M.) meer zijn mede-
ptater is dlaai zijn medé-pleiter (mr.
K. v. <dl C.)
De verdediger wil geen' zwaardere
straf voor den beklaagde De Montigny.
Maar wel wil hij een lichtere straf
voor Jhr. De G'eér vragen. In tegen-
s telling mie-t mr. Kappeyn© van de
Coppello meent pletter, d'at dé feiten
door beklaagdé's hroedetr Herman die-
Geer op zijn sterfbed bedoeld, niet
ernstig waren. Herman de Geer was
een zeer braaf man-, dié elke geringe
afwijking ernstig opnam. Door er Vas
Vi&seir over te spnakfn, meende hij de
zaak voor zijn broeder zoo goed mo
gelijk te régelen. Dat er veel rots in
aé hypotheken was, geeft geetn reden
om te zeggen, diat er wél meer niet
in orde zal geweest zijn.
Verder komt de raadsman van' dén
beklaagde er tegen op, dat, indien h
zich niet bedriegt., mr. Kappeynie den
uitroep Als deze main niet naast mij
gesteld! was. had ilk nooit hs«®. (in. aé
beklaagdlenbanik) gezeten 1) verkeerd
hééft geciteerd.
De Geie>r heeft uitgeroepenWan
neer de man, dien .ik indertijd had
willen hebben (Jhr. Van Réenen) naast
mij gesteld was, enz.
Dit is dé kreet van den ruian, die
zich altijd zwak heeft gevoeld, dié een
krachtig man, als Jhr. Van Reenen,
naast zich noodi'g wist, en die teleur
gesteld wierid toen' zijn candid'aat voor
bijgegaan werd'.
Hij vvilde zijn zwager Van Reenen
ara ast zich, niet om hem naai' zijne
hand te kunnen zetten, maar omdat
'bij voélde, steun nooddig te hebben. De
waarden stapelden zich om hem op,
en hij wist, dat hij op de vingers ge
keken moest wordén. Was Jhr. Van
Reenen benoemd, De Geer zou veel
eerdlar financieel ten gronde zijn ge
gaan, maar hij was nooit in de gevan
genis gekomen. In- de plaats van Jhr. i
Van Reenen werd de 26-j'arig,e Del
Montigny benoemd. Pleiter wil de
jeugd van. dien beklaagd!© als ver
zachtend© omstandigheid niet bestrij
den, maai' deze verzachtende om-
Ij Inderdaad heeft mr. Kappeyne
van de Coppeüloi verkeerd geciteerd,
zi© ons verslag dier- eerste zitting in
ons nummer van 25 October Tweede
Blad.
bode ten slotte met moeite, maar kos
teloos den kerel weg, die onmiddellijk
de leugen van zijn boodschap erkent,
door bij het volgende_huis aan te bel
len.
•Waaruit blijkt-, dat. men nog voor
zichtiger moet worden bij het naar de
deur gaan voor onbekenden. Het beste
is eigenlijk om maar nooit voor iden
dag te komen, w.ant op een zeldzame,
zeer zeldzame uitzondering na, is ie
dere cent die aan dez© rondzwervende
zusters ien broeders geschonken Wordt,
versmeten geld', daar het veelal in de
handen van den tapper komt-.
Ik heb onlangs een ambtenaar ge
sproken, <een zeer bezadigd man, die
het in 't algemeen afkeurde, dat de
couranten al 'en toe critiek leverden
op politiezaken. Hij redeneerde daar
bij zoo: ,,de politie heeft een bijzonder
zware taak, het groote publiek is er
gewoonlijk meer op uit die te verzwa
ren, dan te verlichten; laat dus "de
pers. dit orgaan van de openbare or
de liever de band boven (het houden,
dan er nog aanmerkingen op ten beste
f© geven."
Oppervlakkig beschouwd is daar
weinig op af te dingen, maar van na
derbij bezien, gaat de redeneering
toch niet op. Zeker, het publiek werkt
gewoonlijk niet mee. Als 't kan, rukt
het een .arrestant graag uit de handen
van de politie, zonder ook maar een
oogénblik te vragen of 't goed en nut
tig -is voor. de maatschappij, dat de
man in verzekerde bewaring wordt ge
nomen. Als an de courant aanmerking
wordt gemaakt óp het beleid van de
politie, dan geschiedt dat niet om
haar afbreuk te doen of onaangenaam
te wezen, maar in de hoop, dat de
critiek een goeden invloed zal heb
staaidiigbedd pleit dan ook vóór den
zwakkeren De Geer.
DE SPECULATIES.
Beide beklaagden hebben gespecu
leerd. De Montigny gelukkigDé Geer
ongelukkig.
De Géer's ongelukkige speculaties
waren op cte Beurs spreekwoordelijk.
Wam neer hij iaa eén fonds was, ging
iiedereen eir uit. Hij heeft gespeeld
met pandbrieven rils kinderen met
bankpapierhij stak zich in allerlei
ondernemingen-, de .een ai dwazer dan
do ander.
Spreker wil niet het woord van mr.
Kappeynie ook voor zijn cliënt over
nemen Deze beklaagde is een' prooi
geworden van de roofdieren, dlie in de
uithoeken der financieel© wereld
zwerven.
De verdediger wil niét De Geerh
onto erelcenbaarhieid bepleiten, maar
toch. wil hij opmerken, dat niet alles
psvchologisch te verklaren, is.
Dé Geer liet zich hypnotiseer en- en
hypnose ais een jong kind voor den
hypnose als gen jong kind voor den
verwijtenden Mik van zijn vadert'. Hij
heéft_ zich laten verlokken naar dé
verleidend© stemmen te luisteren, dia
hiem wondéi'en zongen ven goudmij
nen in Ivlein Azië, van verbeterin
gen van voiedingsmiddielen, van con
serveeringen en welke dwaasheden
meer. Hij liet zich bepraten om pre
sident of commissaris van bouwmaat
schappijen té worden. En telkens als
er tekorten waren, moest hij maken,
dat er geld kwam.
Men kende zijn luchthartigheid, due
een naif idealisme was. Daaiivan
heeft men misbruik gemaakt. Men kon
•met hem doen, wat men wilde.
Toen. is dé periode gekomen, dat
De Geer op ide hoogte kwam. van zijne
malversaties.
Overeenkomstig zijn natuur heeft hij
zich toen laten biologiseeren door De
Montigny. Deze had aanvankelijk de
bedoeling om die zaken in orde te
brengen. Dat waren ze ook allebei
van plan, maar De Montigny nam de
leiding der speculaties over, omdat
hij, kennende D© Geer's ongelukkige
manier van speculeeren, dit. zelf beter
dacht te kunnen doen.
WAAR BLEEF HET GELD?
„Waar is al dat geld gebleven?"
vraagt pleiter. En zijn antwoord
luidtBe vermag deze vraag niet op
te lossen. Dé mede-pleiiter heeft be
weerd, dat al het geld ten bate van
De Geier is aangewend. Daar iis ech
ter geen sprake van en goeh sterve
ling aal clat ooit geüoovem De Geer's
levenswijze- was volgens de getuigenis
van Mr. De Beaufort hoogst eenvou
dig, eenvoudiger dan mét zijn inko
men overeen kwam.
„Ik wil niet bestrijden", vervolgt
de verdediger, „dat het voor iden jon
gen De Montigny geen moeilijke taak
was. toen bii kwam te. staan haast
een zwak man- als De Geer, maar toch
zou ik willen vragen, of niet meer
dan het gisteren aangehaalde gebed
(„Leid ons niet in verzoeking, maar
verlos ons v.an den Booze") voor De
Montigny, voor dé beide beklaag
den het gebed op zijn plaats zou ge
weest zijn„Vergeef ons onze schul
den'"
VERZACHTENDE OMSTAN
DIGHEDEN.
De Geer heeft ook zelfstandig' gé-'
tracht zijn zaken te regelen.
Daartoe sloot hij levensverzekerin
gen tot een> gezamenlijk bedrag van
drie ton, waarvoor hij premiën be
taalde, en die na zijn dood het mee-
rendeel ider tekorten: zouden hebben
aangezuivercL
Na twintig jaar lang e©n trouw di
recteur geweest te zijn, kwam 'hij er
toe om zijn zoon', wiens opleiding
mislukt wias, aan een- betrekking te
helpen.
De zaalk, waarvan deze thans het
hoofd is, heeft den bekl. ƒ125.000 ge
kost.
Een andere verzachtende omstan
digheid is het ndét-uiitoefenen van
toe-zicht door den Raad van Toezicht
en van Commissarissen.
Demelfd© beperking to acht nemen
ben en fouten, die worden aangewe
zen, zullen worden verbeterd.
Zoo heb ik dan ook, 't spijt me wel,
dezen keer weer 'een aanmerking, die
ik niet achterhouden ka.n.
Jansen was dood, plotseling gestor
ven. Een man met veel dienstjaren
niet alleen, maar ook een man van
bekwaamheid, getuige het- feit, dat hij
met Van Halst was belast met het op
sporen van misdadigers. Het .moeilijk
ste werk, dat aan een agent van po
litie kan worden opgedragen, de re
cherche naar diefstal, -inbraak, moord,
was hem -toevertrouwd.
De man sterft, onverwacht, op een
leeftijd waarop -men den grauwen
dood nog niét verwacht. Hij wordt
naar zijn laatste rustplaats gebracht.
•Er zijn tal van zijn kameraden tegen
woordige, sommige die er verlof voor
hebben gekregen, andere, die er een
deel van hun hun rust voor (hebben
opgeofferd. Een hunner brengt hem
een laatsten groet.
Maar niemand van zijn chefs heeft
er het woord gevoerd. Was de Com
missaris zelf verhinderd, waarom,
sprak dan niet een van de inspec-,
teurs? Waren de inspecteurs daartoe
niet in de gelegenheid, dan zou toefi
een van de adjuncten de nagedachte
nis van dezen wel eenvoudigen, maar
verdienstelijken .politieman met een
kort Woord hebben kunnen eeren.
Had men dat niet verzuimd, dan zou
dit ten voordeel© zijn gekomen v.an de
positie, die de politieman inneemt te
genover .het publiek en tevens een hart
hebben gestoken onder den riem van
agenten, die in hun moeilijk werk ook
wel ©ogenblikken van moedeloosheid
zullen kennen. De hulde aan een zou
een ruggesteun voor allen zijn ge
weest.
Als ik den ambtenaar van wien ik
de als zijn mede-pleiter, mag déze ver-
dedigea* deze zuak niet onbesproken,
AANSPRAKELIJKHEID EN
TOF7irHTLD VN ,DEN RAAD VAN
i DEZ IC Hl IS door het géheele land
gevoeld. En zoo die aansprakelijkheid
betwist mocht worden, dian is er hel
advies van niemand minder dan Mrs.
v liélatnder Hein en Thorbecke, inge
wonnen dooi' de aandeeHioudéra,
waarover Maandag a.s. zal beslist
worden. Er bestaat volgens pleiter een
ci voel e aansprakelijkheid.
AAN DE KAAK GESTELD,
„Ais^ onverantwoordelijk moet aan
do kaak gesteld worden", zegt Mr
Muiter Massis, „dat dé Uaad van
toezicht, wetende dat De Geer een
luchthartig man was, geen reglement
op de dagelijksohe kas ontwierp, dat
hij de on-coil posten niet in de brand
kast. met twee .sleutels bor«, dat hél
geheeiö toezicht zoo slecht .was.
Schandelijk vooral is het, dat geen
nauwkeuriger toezicht noodzakelijk
werd geacht, toen cle jonge De Mon-
togny als mede-directeur werd be
noemd. was di/t gedaan^ dan was de
zaak nooit zoover gekomen.
Voorts laakt pleiter het, dat een der
Van Ogtrop, De Geer
ÏAAHJ per jaar liet aflossen, terwijl
hij wist, dat hij maar f 17000 ver
diend
DE PUBLIEKE OPINIE.
Ten slotte bespreekt de verdedüger
het te verwachten vonnis. Hij zect
hiervan ongeveer het volgende
„Gij staat bij deze beslissing voor
eeue moeilijke taak. Gij moet er voor
waken-, dat gij- niet .onwillekeurig te
zacht straft, maar er zou een -ander
gevaar-kunnen zijn, dat het oor werd
geleend aan het geroep van hén, die
buiten staan en die een man van
nc-O'gen stand voorbeeldig willen straf
fen."
Pleiter weet evenwél, dat, wanneer
uit .een juridisch! oogpunt, bijna alle
punten of de geheel© dagvaarding
vervollen moest, die Rechtbank zód
hoog staat, dat zij geen utiliteitsredé-
nen zal laten geiden en den beklaag
de zou ontslaan van rechtsvervolging,
al stak er door het gansché land een
storm van verontwaardiging op.
„Mocht gij, mijne heeren, u nog
niet krachtig genoeg vtodén. denkt
dan- aan den hoogen leeftijd'van de
zen beklaagdehij is een oud man,
die misschien nog maar kort. te leven
heeft.
Maakt gij dé straf te hoog. daai zou
er gevaar zijn, dat gij een straf toe-
pasteit, die dé Nederiandsche wet
niet voor dit misdrijf kent, namelijk
tevenslange gevangenisstraf.
Uw vonnis wordt dioor de geliefd©
echtgenoo.te en dé kinderen in eén
vreemd land met angstige spanning
verbeid, om te weten, of hét hun nog-
vergund zal wijn den.man en. vadér
nog eenmaal weer te zien.
Ik vraag U, diat deze' oude man niet
alle hoop zal behoeven te laten varen,
diat het hem nog' eens gegeven zal
zijn, zijn geliefden in 'dé armen té
mogen drukken, ter wille van zijne
vrouw en kinderen."
Vooral heit slot dezer re'dé wekte
veefl. emotie dn dé zaal. De Geer gaf
aan zijn tranen .den vrij.'em loop,
weenend Werd' hij weggeleid.
Dinsdag a.s. r-epliek.
Technische Vriendenkrin$f£
Men schrijft ons:
Donderdag vergaderde de Techait-
iclie Vriendenkring in hare ma.ande-
lijksc'h© ledenvergadering.
Na opening gaf de Voorzitter het
woord aan dén heer J. cle Kort, tech
nisch ambtenaar aan het telefoon-
bureau alhier, die daarop een lezing
hield over de inrichting van een
plaatselijk telefoonnet, en wel spe-
h aal dat van onze gemeente.
Vanuit het hoofdbureau gaan on
dergrondskabels uit naar 62 spreipun-
teni van waaruit cle lijnen in luchtge-
leidlingen overgaan naar een 1480
aansluitingen. Dez© ond'ergrondsche
•hierboven sprak, weer eens ontmoet,
zal ik hem vragen of hij' deze critiek
nu ook weer ongepast- heeft gevonden.-
Onlangs heb ik verteld, dat de jon
gelui van de II. (B. ,S. hun plan om een
eigen weekblad te laten drukken, heb
ben moeten opgeven. Wreede bezwa
ren van stoffelijken aard beletten de
ontwerpers hunne letterkundige vleu
gels uit te slaan. Helaas, waarom
z ij n er dergelijke bezwaren van zoo
laagstaanden aard in de wereld?
Waarom moet (het talent zijn wieken
stooten tegen een centenquaestie?
'Waarom moet, om het huiselijker te
zeggen, het zakgeld van een Hoogere
burgerscholier z-oo laag en de prijs
van zetten en drukken van een week
blad zoo hoog wezen?
Evenwel, een flinke Hollandse!!©
jongen is nooit voor éen gat gevan
gen. Het blad is -toch verschenen, zoo
niet gedrukt, dan todh gehectogTa-
feerd. -Rood -is deko.p, blauw de tekst,
Op de Hoogte de titel. Deze naam:
vertolkt een gepast gevoel van eigen
waarde. Als aan de redacteuren ge
vraagd. wordt: „wie bent u?" dan kun
nen zij antwoorden: „wij zijn op de
hoogte." Wat lang niet van alle cou
ranten gezegd kan worden. Ik roep
den nieuwen collega dan ook een har
telijk welkom toe. In de drukletter,
moet hij maar denken, zit het hem'
•niet. Vóór Lourens Coster waren er
ook talentvolle mannen en na hem 's
heelwat prullewerk in druk versche
nen.
Vlieg dan, o nieuwe collega, in broe
den vleugelslag op uw hoogte, zij het
dan ook hectografisch.
FIDELIO.