NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. sSe?fkeplid^N^rr JL hO08S,en5 265 rege,s-25 Cte- 24e Jaargang. No. 7*38 Vsrschii'! é-.ser- £ea= ss Feestdagen DONDERDAG 31 JANUARI 1907 B ABONNEMENTEN dffe. ADVERTENTIËN: Voor Haarlem PBR ÖR!E MAANDEN' IfélT. Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement ned^°nr'in'den'0ra'trek Waaf Mn <k0m 'd« Haar,em Va" 1-5 fe6e'^ ArónfeemrnfLm„^«e.dameS30Cen'Perregel 'geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37!i Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omslrcken e" franco per post «0.45 lntercommunaalTeIefoonnummerderRedactie600enderAdministratie724. Uitgave der Vennootschap (.parens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Aconnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advert-ntiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Oénêrale de Publtcité Etrangère O. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31"" FaubourgMontmartre. TWEEDE BLAD. BEURSBERICHT VAN MERENS TIELEMAN Haarlem, 29 Jan. 1907. Een© histelooze stemming heerscto- le heden aan onze beurs in verband met de daling in Amerikaansche waarden. Staatsfondsen varieerden weinig, maar waren eerder vast. De omzetten bleven echter oven beperkt als voorheen. Ook heden waren het weder de Tabakswaarden, waarop van de lokale fondsen de aandacht zichi concentreerde. Opnieuw waren de koersen belangrijk hooger en de kooplust tot de verhoogde koersen tamelijk uitgebreid. Vooral de Aand. Senembaih en Deli Cult, waren he den de favorites en verbeterden revp. 15 en 6 Eene wijziging in de stem ming valt in dieze af deeling nor niet waar te nemen. Niettegenstaande de hooge- koersen blijven tabakshandela ren willig gestemd. Petroleum- en mijnwaarden wa ren lager. De teruggang- moet in hoofdzaak toegeschreven worden aan de lustelooze stemming, welke er aan ónze markt freerschte, en zooals ge woonlijk bleef ook heden eene daling in do Amerik. afdeeiing niet zonder invloed op die overige afdeelingen. Zonder dat er tzich bepaald ongun- stigd fatea.hebben voorgedaamTbiij li de markt te New-York een zeer zwaik- ke houding aan den dag leggen en is het moeilijk om te beoorcLeelen, welke redenen aan de vrij hevige da ling dier '(ïf^oloapon dapjon ton eroaid slag liggen. Ook in Wall Street schij nen de opinies zeer verdeeld te zijn en blijkt zulks o. a. uit die medJedóe- lingetn, welke wij hedenmorgen van onze vrienden aldaar ontvingen. Waar de eene firma als hare opinie uitspreekt, dat het niet waarschijn lijk is, dait de daling verdere afme tingen zal aannemen en tot koopen adviseert, is de andere minder opti mistisch gestemd, ofschoon ook deze toegeeft, dat er op het tegenwoordige koersniveau en bij eventueel flauwe dagen geen gevaar bestaat op roati- tige schaal te koopen, mits niet klei ne marges realiseerende. Natuurlijk hebben deze opinies 'alleen betrek king ten opzichte van den o ogenMik- keli j ken markttoestand. Wat de toe komst betreft is men over het alge meen niet willig gestemd en is de heersohende meening, dat de groote voorspoed in de Vereenagde Staten voorloopia haar pessimistische stem ming verdrijven en eene betere stem ming op de fondsenmairkt teweeg brengen, dit neemt niet weg, dat uit de reusachtige prosperiteit in de Ven-. Staten een min of meer abnormale toestand is geboren, welke zich te «eniger tijd op den economiscfaen toe stand in het algemeen zal wreken. Over g«a en ander hebben wij giste ren mei een enkel woord gesproken en hopen hierop binnenkort uitvoeri ger terug te komen. De dagspeculant kan in de tegenwoordige markten wellicht met voordeel opereeren, maar niettemin blijft het verstandig geen te groote posities in Amerikaan sche waarden open te hebben. Wat de markt van gisteren betreft, bleek de onzekere stemming het dui delijkst uit de belangrijke koersv aria- ties der meeste waarden. Ofschoon de opening aanvankelijk vast was. werd deze spoedig tot staan gebracht door aanzienlijke liquidaties, welke tot 't einde: aanhielden, zoodjat liet slot aanzienlijk lager was. Benige gun stige factoren als de vaste stemming voor Obligaties, de lage geldkoersen en de netto vermeerderingen van en kele spoorwegen als de Ghic. Rock Isl. en de Frisco bleven zonder in vloed op de algemeen© tendenz. Tn- tusscihen, waar de daling in de laat ste dagen belangrijke verhoudingen- heeft aangenomen, is het niet onmo gelijk, dat bijaldien de Londensche rescontre eene inkrimping der Ame rik. posities aanwijst en de contango rates dientengevolge meer normaal zullen ziin, een gunstige invloed op de markt 'in New-York daarvan het gevolg is en een tijdelijke verbete ring intreedt. In aansluiting bij New-York was onze Amerik. afdeeiing voor de mees- Ie soorten lager. Niettemin was de stemming niet ongunstig, in hoofd zaak doordien Londensche telegram men gewag maakten van een zeer ge makkelijk verloop der rescontre, "én men daarvan een gumstigen indruk aan de New-Yolrksc'he beurs verwacht te. Over het algemeen viel hier eeni ge. koonlust op te merken, inzonder heid voor dó lager geprijsde Aandee- len als Steels, Rock Isl. en Missouri shares. Hoewel d<© koersen in den loop van ju©! beursverkeer iets verbe terden, was het slot wederom min der gunstig en aan het shrtmgsuur de stemming flauw. Geld 51/2%. Beo-Ali-Bey komt. 't Stond dagen te voren reeds in reuzenletters on een groot wit dook boven oien itiooramgang van het Gla zen Baleis": Ben-Al'-Bey! 'k Dacht aan het wondere sprook jesland van ALi Baba, aan.de toover- wereld uit de „Duizend en een Nacht". B en-Ali-Bey 's too ver vo orstel 1 in gen Zou ier nu waarlijk zoo'n myste- rieuse godenzoon uit 'het oude Oosten komen, om ons te o verweid'gen met zijn meer-dan-m ens cihel ijk e kracht? Of zou het er weer eentje zijn, zooals wij ze hier zoo dikwijls zien optreden in onze specialiteitentroepen, met al lerlei cosmopolitdsche namen, maar naar den bloede uit onvermengd Ger- maansöhen stamp Variété Flora, ca- fézaal Panopticum (in de wandeling ,,De Pan"), Frits van Haarlem in het circus Carré, het. Rembrandttheater, benevens eenige zalen en zaaltjes van minderen en verdachteren rang, zij allen publiceeren geregeld lange pro gramma's vol vreemd uitgedoste na men, saamgekomen uit alle deelen der bekende wereld. En wanneer er nog ieens een nieuw werelddeel mocht worden ontdekt, zal het vermoedelijk geen maand duren of de een of andere geniale impressario welke impres- sar.io is, tenminste in zijn eigen oo- igen, niet geniaal lokte zoo'n tro'epje steeneters, of eierleggende 'homo's naar de Arasterdamsche specialitei- tenplaniken en liet het publiek zich „Dol" aanuseeren. Docili een Holland- sche naam daartussohen?? Wel foei, wat gewoontjes zou dat zijn. -Stel, dat zoo'n directeur het eens zou probee- ren voor één enkele veertien dagen slechts, niets dan echte Hollardsdhe jongens- en meisjesnamen op zijn pro gramma te plaatsen; vóór dat de week voorbij was, kon hij voor een zaal met leege stoelen laten jongleer en, equili- breeren, declaaneeren en hoe al die kunstenmakerij verder heet en vóór die veertien dagen om waren, kon hij er verzekerd van zijn, dat de deuren beplakt moesten worden met groote biljetten: Onvrijwillige liquidatie." Nou ja, één zoo'n Hollandsche naam mag er bij, van een karakter-komiek, die roet ontzagwekkend dédain de al- leronbenulligste versjes voordraagt... waren het dan ruog maar versjes, maar het houdt nog niet eens proza of rijim, 't zijn zoo'n beetje rijmende onbeduidendheidjes en dan liefst op 't kantje af. Voor een enkele keer is een Holland- sdhe soubrette ook nog geoorloofd, vooral wanneer ze zich nogal gemak kelijk met een karakterkomiek tot du- ettiste laat combineeren, maar daar mee is dan ook alles uit. Al het ove rige bloed moet zuiver Italiaansch zijn, 'of lEmgelisch, Berlijnsdh, Ty- roolsch, Australisch, Amerikaansch, Egyptisch of Hottentoitsch. Sedert een paar jaren doen Russische boeren ook opgeld. Gewoonlijk evenwel heeft zoo'n Tyroler troepje dat het goed- laohscjhe publiek wat eenvoudige bergwijsjés voorjodelt, van dat Tyro lean Alpenland al even weinig gezien als schrijver dezes van de Noordpool. En de Russische boeren en boerin nen, die de volksdansen uit liet „Land der Zwarte Aarde" komen vertoonen, hebben met den moedajiek al even weinig overeenkomst, als Berlinerin- neties .met. hlnrpn.de Alnendjpnrpi.pr> Wilt ge een proefje program ma-litera tuur? Ziehier eenige mummers uit het schitterend programma, dat tegen woordig eiken avond in Carré wordt afgewerkt: Belie Davis, and her Precocious Pick-Chicks. Luigi dell'Oro, de vermaarde har monica virtuoos. Tabarini-Trio, vocaal Intermezzo ,,De Zangles". Les Delbosqs, de hoogst komische springers. Marco Belly, de vermakelijke „Ont goochelende Goochelaars". Steadier, Ventriloque „Een uitstap je per fiets". Honeysückle Compande, Exentri- sche jongleur Scène. Miss Orford, met hare uitstekend gedresseerde olifanten. The American Bio-Tableaux. Ra, ra, wie zegt mij, wat voor na tionaliteiten dat zijn? Probeer maar niet, op den klank af te gissen, want ge zoudt wellicht bedrogen udaemon. Zooals ik straks zeide, de Tyrolerin- nen komen veelal uit Berlijn, en zoo komen de Amerikaansahe exentrici- teiiten misschien uit Parijs, of uit Weernen of Londen of Hamburg, of uit... Amsterdam. En in het men- schenstamboek, bij den Burgerlijken Stand zijn ze ingeschreven met heel gewone burgerlijke namen als: Meyer de Jong, Dubois, Smith enz. Evenwel: ,.Mundus vult decipi, ergo decipia- tur." Dames en heeren „artisten" hebben gelijk, dat ze hunne wezenlijke na men wegmoffelen, waait de specialitei- ten-théatre-directeur zou er hartelijk voor bedanken zulke burgerlijke klan ken op zijn programma's te plaatsen en de directeur van zijn kant is ook weer in het volste recht, omdat liet publiek, dat de smaak van den im pressario bepaalt, er even hartelijk voor bedankt, te komen kijken naar mensohen met gewone namen. Eeni- gen tijd geleden zat ik zoo eens in een van onze ispeci aliteiten-théatres mijn aandacht te verdeelen over een paar springende en potsenmakende gymnasten, toen ik achter mij dit ge sprek mocht afluisteren: „Gossie, Moe, kêik, daar hèb je Janus". „Janus, wat Janus?" „Janus, nou u weet wel, van de overkant. Kék, daar op 'et teneel. Die met die rooie mus op, dat is t'em." „Och jong, hou je stil. Dat benne Amerikanen." En de moeder radbraakte van haar programma „The brothers Co „American exentriciteiten.". „Nou moeder, ik seg toch, dat-ie 't is, Siet u nou self.". „Heereiuentijd, ja, 't is hem. Nee maar, wat een opschepperij. Seg man, daar hei je Janus van d'overkant. Dat had je niet gedocht hè? Bedriegerij. „Mundus vult decipü, ergo decipia- tur", mompelde ik in mezelf. Maar Ben-Ali-Bey??? De naam klonk toch waarlijk te echt, dat kon geen bedrog zijn. En een onzer groote dag bladen plaatste een beridhtje( waarin de goê-gemeente werd opgewekt een bezoek te brengen aan den Ooster- schen toovenaar, die zes jaar geleden ronsuerutuiu vllu üju n«wte-rcii verstomd had doen staan. Toen dk een dergelijk bericht 'in nóg een Amsterdamseh blad aantrof, was mijn wantrouwen geweken. Ik herin nerde mij daar wel niets van, maar een anensohelijk geheugen is nu een maal geen onuitwischbare encyclo paedic. Zoo besloot ik dan aan Ben- Ali-Bey een avond te spendeeren. Toen eindelijk de wondermensen in de Hoofdstad gearriveerd was, ston den weldra op verschillende drukke punten in de stad mannen, die met kwistige hamuli biljetten verspreidden, waarin gemeld werd, dat in toet Pa leis voor Volksvlijt, westelijke toneel zaal, op Zaterdag 5 Januari 1907 en volgende avonden Ben-Ali-Bey's Indi sche en Egyptische toovervoorsteJlin- gen zouden worden gegeven. Boven dien Woensdags, Zaterdags en Zon dags, 's namiddags 2 uur matinée. Ik streek mijn harem eens extra uit de war en wandelde op een goeden avond naar het Paleis. Ik was vroeg, omdat ik verzekerd wilde zijn van een goed plaatsje en ik vreesde, dat toet stroamen zou. Toen ik evenwel om kwart voor acht 'binnenstapte, was de zaal mog zoo goed als leeg. De „westelijke too- neelzaal", dezelfde pijpenla, die ge woonlijk de 500 leden sterke Konink lijke Oratorium-Vereen iging voor haar repetities gebruikt was in drïeen verdeeld: Vooraan de eerste rang: zware met groen laken bekleede bu reaustoelen; dan de tweede rang:Wie- ner caféstoelen, met houten zittingen; eindelijk de derde rang met ge wone biesmatstoölen. Alle rangen wa ren nog zoo goed als onbezet. Eén en kele heer op den eersten rang, een echtpaar met een duizend1wekage doch- ter en nog twee „Meisjes" op de eer- j ste lij van den tw-eeden rang; een vader en moeder met zoontje op den derden rang. Van de gelegenheid, plaatsen te bespreken was blijkbaar geen gebruik gemaakt. Mijn eerste werk was, nadat ik een goed plaats je had uitgekozen, een programma te koopen. Zoo'n specialiteiten-program ma heeft drie kenmerkende eigen schappen: het is onmisbaar voor de bezoekers en duur, het is een voordee- li-ge handel voor dó exploitaten. Het bevat zestien bladzijden, waarvan aLle zestien worden ingenomen door ad vertenties, behalve een klein, met sprekende annonces omgeven vakje op do negende en tiende pagina. Dit vakje bevat de eigenlijke opsomming van wat er dien avond te zien zal zijn. Er zijn er, die die advertentiepa gina's geregeld overslaan, maai- als men kans loopt, zich met wachten te vervelen, is ook hierin nog wel eenige humor te vinden. Allengskens kwamen er tocth meer bezoekers. Op den eersten rang raak ten zelfs drie rijen bezet, op den tweeden nóg meer. Die gelukkige eerste-rangers wa ren echter meerendeels houders van vrijkaarten. Nu en dan kwam de im pressario een paar lieel vriendelijk naar binnen brengenhij zorgde voor de claque. Merkwaardig, dat het vrouwelijk element verre de over hand kreeg. De vrouw staat bekend denk, 'dat het hieraan as'toé te schrij ven, dat zij zich meer dan de man nen tot toet geheimzinnige voelt aan getrokken. Er schuilt achter die too- •verij zoo iets onlogisch ethisch, zoo ietsvrouwelijks zou ik bijna zeg gen, als ik niet vreesde, het met de dames van „Evolutie" aan den stok te krijgen. Er hing een ietwat ang- (stig gedrukte stemming in de zaal, vooral niet het rumoerige beweeg, dat men gewoonlijk in onze „vairié- deiten" aantreft. Wel giechelde het (kleine brunettetje even onderdrukt tegen haar buurmeisje, maar het ischeen meer van zenuwachtige span- nin'g dan om vroolij.kh.eid en de blon dine keek zoo strak dat de brunette 'haar giecheltjes maar verder inslik te. Uit een zijdeur kwam met veel (drukte een paar maal een sdgaret- .rookende kellner binnen, en ik was •al van plan geweest, hem wat tebe stellen, maar daarvan teruggehou den. omdat ik de sigaret en het hel- roode doekje, dat uit zijn front stak, fin strijd vond met kellnerwaardig- iheid, toen deze heer zich voor de pia no plaatste en ik begreep, dat het de pianist en kapelmeester was zoo als het programma verklaarde. Later bleek het orkest, dat deze kapelmees ter dirigeerde, niets anders te zijn •dan de piano, die hij erbarmelijk liet rammelen, of, waarop hij, zooals al weder het programma aanwees, al lerlei composities van den kapel meester vertolkte. Eindelijk, om ■kwart over achten, rees voor de nog niet voor een vierde gevulde „too- •neelzaal" het doek omhoog. Eerst was het woord aan de „Mad.ls Asoka und Desima" voor hun „Japanische Zau- herspiel Veel hadden die dametjes niet van Japannerinnetjes. en wat ze vertoonden waren heel gewone goo chelkunstjes. Ze hadden, dat is waar, mooie pakjes aan, maar haar bewe- igingen waren die van gewone Duit- sche balletdanseressen. Ten overvloe de begon Mad. Asoka vloeiend Duitsch te spreken. Doch ik beschouwde dit slechts als „opluistering" en ik wacht te met ongeduld het optreden van Ben-Ali-Bey, der „agyptische Ma- gier". Eindelijk kwam 'hij, na een korte pauze. Voor h-em was het toó- neel op een verhoogïng gebracht, ter wijl de .ruimte onder den vloer door electrisolie gloeilampjes helder was verlicht. Op het tooneel-zelf heersch- te de diepste duisternis en uit dat geheimzinnig donker kwam de Egyptische magiër" als een myste- ï'ieuse geest opdagen naai' den voor grond. Hij was een rijzige verschij ning, met een spierwitten baand en met een Oosterschen tulband gedekt. Een lang zijden kleed sleepte om zijn leden en waarlijk, die kleedii ver hoogde wel de spanning. Het g©z:cht evenwel.... Dadelijk begon hij in vjoeiend Duitsch ons toe te sprokeur, verhaalde van de geheime machten, waarmee hij in verbinding stond, verklaarde, hae er van bedrog geen sprake kon zijn, wanneer hij zijn experimenten uit don grond liet oprijzen, daar toch de onderzijde van hot tooneel voor ieder zichtbaar was, enz. onz. Het stond bij mij nu al vast, dat Ben-Ali- Bey oon gewoon Germaan was, een Obernreyer, of Untermeyer, of l'isch- meyer, of Hausmeyer mot oen val- sclven baard of iets dergelijks. Zijn eerste toeren waren wal ver rassend. Hij sloeg met zijn sta? op den grond en bliksemsnel verrazen de voorwerpen, die hij had opgeroepen. Maar wie de diepte met de oogen peilde, die verlicht was onder het tooneel. beer een al snnodte wAairin bestond. tMoet echter gezegd, de lichteffec ten waren kunstig aangebracht, en hierdoor scheen liet, alsof het geheele tooneel van onderen helder was ver licht, terwijl toch in werkelijkheid slechts een klein deel daarvan voor het publiek zichtbaar was. En uit dat niet-zichtbare gedeelte rezen natuur lijk de vreemde dingen omhoog. Doch toen kwam het „Tafeltje dek- je" en de koffiekokerij. Zelden zag ik zulke doorzichtige tooverstukjes. Het was duidelijk, dat op den pik- donkeren achtergrond van het too neel onzichtbare helpers stonden, onzichtbaar, doordat ze in een juist gekozen zwart waren gekleed, die liet tafeltje dekten, de koffie in die leege kaïn schonken, de melk in de melR- kan- „Ben-Ali-Bey" was oen toovenaar van de gewone soort, waarschijnlijk een Duitscher, die hot in zijn stuk ken nog verre moest af loggen tegen een paar Japanners (ditmaal echte) die eonigen tijd geleden in Carré op traden. Na Ben-Ali-Bey" was de beurt aan „La belle Sulamitli' uit „Agypten-In- diën". En deze Belle Sulamith was dezelfde alsMad. Asoka, uit Ja pan. Ook haar toovenarijen hadden niet veel te beduiden. Maar liet pu bliek was tevreden. In een onzer grootste dagbladen was immers de room van Bon-Ail-Bey verkondigd, werd aan 'smans echt heid van bloede niet getwijfeld. Mundus vult decipi xtisSsnifiw»".-, Centrale Raad van Beroep. In de Dinsdag te Utrecht gehouden openbare terechtzitting had de uit spraak plaats in de volgende zaken Hooger beroep van de Rijksverzeke ringsbank tegen de uitspraak van Feuilleton De Verdwijning van Gerald Rathbone (Naar höt Engelsch van Guy Thorne). Toen sprak Lord Landsena. Hij was besloten, nadat hi] het gezegd had, zoo mogeLijk van het too neel te verdwijnen. Waarom wilt u zelf met aan de proef onderworpen worden Sir William zei hij met een naet heel vriendeJiiken glimlach; of wil dat hoe-Doemt-ge-hetrOok-weer, met wer ken voor zijn meester. U heeft mijn gedachten voor niets gekregenik ■zal voor de uwe een dubbeltje beta- '^en moeilijk onderdrukt gelach liet zich hooien van het luchthartig- ste deel der toeschouwers maar Lord Mal vin keerde zich om en keek den jongen man verwijtend aan. Er was lets in dat eerwaardige gezicht en die kalme, verstandige ©ogen, dat hem dwong te zwijgen. Toen sprak Herr Schmoulder, een beroemd geleerde uit Berlijn. Het zou heel interessant zijn, zei hij, om te kunnen constateeren, wat Sir Gouldesbrougto zooeven ge zegd heeft van het ontwikkelde en het minder ontwikkelde breindaar om zou ik de gedachten willen zien in beeld eebracht van iemand, die in ontwikkeling veel lager staat dan wij. Lady HoskenHeatlh stemde daar mee in, haar mooie zilveren stem klonk na 'het diepe, ernstige geluid van den Duitscher, als klokgelui te midden van een heftigen donderbui. Wat een goed idéé, Sir William! zei ze. Staat u mij toe om mijn lakei te zenden. Hij is stellig bij de bedien den in de hal. Het zou zoo interes sant zijn zijn werkelijke opinie te hooren over mij en mijn echtgenoot, en hij is op en top een domoor, juist iemand voor zoo'n .experiment. Ik heb hem meegenomen uit Gloucester shire. Hij was een van de mindere lakeien op het buitengoed van mijn broer, anoet u weten, en ik heb nu mijn best gedaan hem wat op te voe den. ofschoon met weinig succes Ik geloof, dat hij te dom is, om verlegen te zijn en daarom zal hij er niets te gen hebben, zooals anderen mis schien, om den helm op te zetten en daar in de duisternis te gaan zitten. Werkelijk. Lady Hosken—Heath, zei Gouldesbrough glimlachend. On getwijfeld kan men geen beter sujet wenschen, en dan zal ik meteen in staat zijn het verschil tussohen de gedachtebeelden van een meer of minder ontwikkeld brein te laten zien. Sir William keerde zicto om, om Wilson Guest te vragen, of hij zoo vriendelijk wilde zijn, zidh met die boodschap te belasten, maar kon hem niet vinden. Ik zal om mijn knecht bellen, zei h ijen hem vragen uw lakei te 'halm. O, 't is ntet noodïg. zed een stem uit de tweede rij van toeschouwers. Ik ik ben hm ik voel mij niet heel goed, Sir William, en ik was juist van plan u verlof te vra gen even een paar minuten in de hal te gaan zitten om weer normaal te wordenik zal wel een van uw be dienden waarschuwen. Die stem was van Donald Megbie. Hij zag er heelemaal niet z'ek uit, maar verliet glimlachend het labora torium, terwijl iedereen wachtte op de komst van den lakei van Lady HoskenHealth. Weer keek Sir William rond om te zien of Wilson Guest was terugge komen. Het apparaat, waardoor de licht stralen op het scherm werden ge worpen, eischte eenig toezicht. Walt u mij excuseeren, zei hij te gen de aanwezigen, als ik u weereen o ogenblik in donker zet, totdat de mam komt? ik moet even dat appa raat nazien en dat kan ik alleen doen als de lichten uit zijn. Er volgde een kodr van O, met genoegen, ga uw gang, Sir William en plotseling was het laboratorium weer in duisternis gehuld. Merkwaardig genoeg, had niemand nu veel te vertellen. Een poosje was er niets anders te hooren idan het ge regeld heen en weer slaan van den waaier van Lady Poole en een fluis terend gesprek, dat waarschijnlijk gevoerd werd tusschon de onverbeter lijke Lady Hosken—Heath en Lord Landsend. Toen liet de donder, die een poos stil geweest was, zich weer hooren. En in de duisternis nam Lord Mal- vin de hand van Marjorie Poole in de zijne. Houd je dapper, fluisterde hij haar in 't oor. Ik weet wat je hebt uit te staan, vervuld -van die eene ge dachte. Zij fluisterde terug Nu ik hier ben, weet iik 't zeker, zei zo. O, Lord Mal vin, ik ben er stel lig van overtuigd Gerald is in dit huis Donald Megbie is de kamer uit gegaan, zooals te getrien hebt. ant woordde hij. Houd je dapper Weest sterkIk heb ook een gevoel of er iets vreeselijks, iets geheimzinnigs in dit huis is. Een oogehblik later kwam het be gin van het einde. Het groote cirkJelvlak lichtte weer op het scherm, maar nu buitenge woon helder en levendig, zooals de toeschouwers dien middag nog niet gezien hadden. Tien seconden lang ongeveer was er totaal niets te hooren. Niemand was er zich direct van bewust, dat er iets buitengewoons gebeurde, behal ve mogelijk de geleerden, die de me chanische metlhode van de proefne mingen al geheel in zidh hadden op genomen en die donstateerden, dat niemand der aanwezigen den helm droeg. Er klonk een luide kreet van ver bazing en naar 't scheen van schrik. Duidelijk afgoteekend tegen het lich te cirkel vlak en scherp uitkomende in reusachtige afmetingen en juist beschenen door de sdherpe bchtbun- dels uit de lens van den projector zagen de toeschouwers Sir William Gouktesbrough stann. Zij zagen even zijn gelaat. Dat zag er uit als hót ge laat van een dood©. Zijn armen zwaai den rond als molenwieken en toonde scherpe kreet wegstierf in de groote ruimte van het laboratorium, klonk er een doffe slag en de gestalte van den geleerde verdween op den grond. Op lvet scherm kwam een beeld. Het was het portret van een meisje, maar van een meisje met een gelaat zóo allerliefst en aantrekkelijk, zóo stralend van goedheid en vertrou wen, zóo droevig en toch zoo teeder, dat geen schilder ooit zoo'n jong meisje op het doek zou kunnen bren-» gen, en geen Madonna in een der musea van de geheele wereld, die er m/oolelr en bekoorlijker uitzag. En hot gelaat was van een persoontje, dat zij allen kenden en dadelijk lier- kenden. Het was het gelaat van een hunner, het gelaat van Marjorie Poo le en het was zoo mooi, omdat het geschadderd. was door een artiest, die nooit meer voor 't menschelijk oog haar schilderij had getoondhet was geschilderd door wanhopige Liefdé zelf. Bij dat verbazingwekkende gezicht een gezicht dat geen der toeschou wers in zijn lateir leven ooit zou ver geten liet zich plotseling een vreem de kreet, hooren. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 5