NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
sSe?fkeplid^N^rr JL hO08S,en5 265 rege,s-25 Cte-
24e Jaargang. No. 7*38
Vsrschii'! é-.ser- £ea= ss Feestdagen
DONDERDAG 31 JANUARI 1907 B
ABONNEMENTEN dffe. ADVERTENTIËN:
Voor Haarlem PBR ÖR!E MAANDEN' IfélT. Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
ned^°nr'in'den'0ra'trek Waaf Mn <k0m 'd« Haar,em Va" 1-5 fe6e'^ ArónfeemrnfLm„^«e.dameS30Cen'Perregel
'geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37!i Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
de omslrcken e" franco per post «0.45 lntercommunaalTeIefoonnummerderRedactie600enderAdministratie724.
Uitgave der Vennootschap (.parens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Aconnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advert-ntiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Oénêrale de Publtcité Etrangère O. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31"" FaubourgMontmartre.
TWEEDE BLAD.
BEURSBERICHT
VAN
MERENS TIELEMAN
Haarlem, 29 Jan. 1907.
Een© histelooze stemming heerscto-
le heden aan onze beurs in verband
met de daling in Amerikaansche
waarden. Staatsfondsen varieerden
weinig, maar waren eerder vast. De
omzetten bleven echter oven beperkt
als voorheen. Ook heden waren het
weder de Tabakswaarden, waarop
van de lokale fondsen de aandacht
zichi concentreerde. Opnieuw waren
de koersen belangrijk hooger en de
kooplust tot de verhoogde koersen
tamelijk uitgebreid. Vooral de Aand.
Senembaih en Deli Cult, waren he
den de favorites en verbeterden revp.
15 en 6 Eene wijziging in de stem
ming valt in dieze af deeling nor niet
waar te nemen. Niettegenstaande de
hooge- koersen blijven tabakshandela
ren willig gestemd.
Petroleum- en mijnwaarden wa
ren lager. De teruggang- moet in
hoofdzaak toegeschreven worden aan
de lustelooze stemming, welke er aan
ónze markt freerschte, en zooals ge
woonlijk bleef ook heden eene daling
in do Amerik. afdeeiing niet zonder
invloed op die overige afdeelingen.
Zonder dat er tzich bepaald ongun-
stigd fatea.hebben voorgedaamTbiij li
de markt te New-York een zeer zwaik-
ke houding aan den dag leggen en
is het moeilijk om te beoorcLeelen,
welke redenen aan de vrij hevige da
ling dier '(ïf^oloapon dapjon ton eroaid
slag liggen. Ook in Wall Street schij
nen de opinies zeer verdeeld te zijn
en blijkt zulks o. a. uit die medJedóe-
lingetn, welke wij hedenmorgen van
onze vrienden aldaar ontvingen.
Waar de eene firma als hare opinie
uitspreekt, dat het niet waarschijn
lijk is, dait de daling verdere afme
tingen zal aannemen en tot koopen
adviseert, is de andere minder opti
mistisch gestemd, ofschoon ook deze
toegeeft, dat er op het tegenwoordige
koersniveau en bij eventueel flauwe
dagen geen gevaar bestaat op roati-
tige schaal te koopen, mits niet klei
ne marges realiseerende. Natuurlijk
hebben deze opinies 'alleen betrek
king ten opzichte van den o ogenMik-
keli j ken markttoestand. Wat de toe
komst betreft is men over het alge
meen niet willig gestemd en is de
heersohende meening, dat de groote
voorspoed in de Vereenagde Staten
voorloopia haar pessimistische stem
ming verdrijven en eene betere stem
ming op de fondsenmairkt teweeg
brengen, dit neemt niet weg, dat uit
de reusachtige prosperiteit in de Ven-.
Staten een min of meer abnormale
toestand is geboren, welke zich te
«eniger tijd op den economiscfaen toe
stand in het algemeen zal wreken.
Over g«a en ander hebben wij giste
ren mei een enkel woord gesproken
en hopen hierop binnenkort uitvoeri
ger terug te komen. De dagspeculant
kan in de tegenwoordige markten
wellicht met voordeel opereeren,
maar niettemin blijft het verstandig
geen te groote posities in Amerikaan
sche waarden open te hebben.
Wat de markt van gisteren betreft,
bleek de onzekere stemming het dui
delijkst uit de belangrijke koersv aria-
ties der meeste waarden. Ofschoon de
opening aanvankelijk vast was. werd
deze spoedig tot staan gebracht door
aanzienlijke liquidaties, welke tot 't
einde: aanhielden, zoodjat liet slot
aanzienlijk lager was. Benige gun
stige factoren als de vaste stemming
voor Obligaties, de lage geldkoersen
en de netto vermeerderingen van en
kele spoorwegen als de Ghic. Rock
Isl. en de Frisco bleven zonder in
vloed op de algemeen© tendenz. Tn-
tusscihen, waar de daling in de laat
ste dagen belangrijke verhoudingen-
heeft aangenomen, is het niet onmo
gelijk, dat bijaldien de Londensche
rescontre eene inkrimping der Ame
rik. posities aanwijst en de contango
rates dientengevolge meer normaal
zullen ziin, een gunstige invloed op
de markt 'in New-York daarvan het
gevolg is en een tijdelijke verbete
ring intreedt.
In aansluiting bij New-York was
onze Amerik. afdeeiing voor de mees-
Ie soorten lager. Niettemin was de
stemming niet ongunstig, in hoofd
zaak doordien Londensche telegram
men gewag maakten van een zeer ge
makkelijk verloop der rescontre, "én
men daarvan een gumstigen indruk
aan de New-Yolrksc'he beurs verwacht
te. Over het algemeen viel hier eeni
ge. koonlust op te merken, inzonder
heid voor dó lager geprijsde Aandee-
len als Steels, Rock Isl. en Missouri
shares. Hoewel d<© koersen in den
loop van ju©! beursverkeer iets verbe
terden, was het slot wederom min
der gunstig en aan het shrtmgsuur
de stemming flauw.
Geld 51/2%.
Beo-Ali-Bey komt.
't Stond dagen te voren reeds in
reuzenletters on een groot wit dook
boven oien itiooramgang van het Gla
zen Baleis": Ben-Al'-Bey!
'k Dacht aan het wondere sprook
jesland van ALi Baba, aan.de toover-
wereld uit de „Duizend en een Nacht".
B en-Ali-Bey 's too ver vo orstel 1 in gen
Zou ier nu waarlijk zoo'n myste-
rieuse godenzoon uit 'het oude Oosten
komen, om ons te o verweid'gen met
zijn meer-dan-m ens cihel ijk e kracht?
Of zou het er weer eentje zijn, zooals
wij ze hier zoo dikwijls zien optreden
in onze specialiteitentroepen, met al
lerlei cosmopolitdsche namen, maar
naar den bloede uit onvermengd Ger-
maansöhen stamp Variété Flora, ca-
fézaal Panopticum (in de wandeling
,,De Pan"), Frits van Haarlem in het
circus Carré, het. Rembrandttheater,
benevens eenige zalen en zaaltjes van
minderen en verdachteren rang, zij
allen publiceeren geregeld lange pro
gramma's vol vreemd uitgedoste na
men, saamgekomen uit alle deelen
der bekende wereld. En wanneer er
nog ieens een nieuw werelddeel mocht
worden ontdekt, zal het vermoedelijk
geen maand duren of de een of andere
geniale impressario welke impres-
sar.io is, tenminste in zijn eigen oo-
igen, niet geniaal lokte zoo'n tro'epje
steeneters, of eierleggende 'homo's
naar de Arasterdamsche specialitei-
tenplaniken en liet het publiek zich
„Dol" aanuseeren. Docili een Holland-
sche naam daartussohen?? Wel foei,
wat gewoontjes zou dat zijn. -Stel, dat
zoo'n directeur het eens zou probee-
ren voor één enkele veertien dagen
slechts, niets dan echte Hollardsdhe
jongens- en meisjesnamen op zijn pro
gramma te plaatsen; vóór dat de week
voorbij was, kon hij voor een zaal met
leege stoelen laten jongleer en, equili-
breeren, declaaneeren en hoe al die
kunstenmakerij verder heet en vóór
die veertien dagen om waren, kon hij
er verzekerd van zijn, dat de deuren
beplakt moesten worden met groote
biljetten: Onvrijwillige liquidatie."
Nou ja, één zoo'n Hollandsche naam
mag er bij, van een karakter-komiek,
die roet ontzagwekkend dédain de al-
leronbenulligste versjes voordraagt...
waren het dan ruog maar versjes,
maar het houdt nog niet eens proza
of rijim, 't zijn zoo'n beetje rijmende
onbeduidendheidjes en dan liefst op
't kantje af.
Voor een enkele keer is een Holland-
sdhe soubrette ook nog geoorloofd,
vooral wanneer ze zich nogal gemak
kelijk met een karakterkomiek tot du-
ettiste laat combineeren, maar daar
mee is dan ook alles uit. Al het ove
rige bloed moet zuiver Italiaansch
zijn, 'of lEmgelisch, Berlijnsdh, Ty-
roolsch, Australisch, Amerikaansch,
Egyptisch of Hottentoitsch. Sedert een
paar jaren doen Russische boeren ook
opgeld. Gewoonlijk evenwel heeft
zoo'n Tyroler troepje dat het goed-
laohscjhe publiek wat eenvoudige
bergwijsjés voorjodelt, van dat Tyro
lean Alpenland al even weinig gezien
als schrijver dezes van de Noordpool.
En de Russische boeren en boerin
nen, die de volksdansen uit liet „Land
der Zwarte Aarde" komen vertoonen,
hebben met den moedajiek al even
weinig overeenkomst, als Berlinerin-
neties .met. hlnrpn.de Alnendjpnrpi.pr>
Wilt ge een proefje program ma-litera
tuur? Ziehier eenige mummers uit het
schitterend programma, dat tegen
woordig eiken avond in Carré wordt
afgewerkt:
Belie Davis, and her Precocious
Pick-Chicks.
Luigi dell'Oro, de vermaarde har
monica virtuoos.
Tabarini-Trio, vocaal Intermezzo
,,De Zangles".
Les Delbosqs, de hoogst komische
springers.
Marco Belly, de vermakelijke „Ont
goochelende Goochelaars".
Steadier, Ventriloque „Een uitstap
je per fiets".
Honeysückle Compande, Exentri-
sche jongleur Scène.
Miss Orford, met hare uitstekend
gedresseerde olifanten.
The American Bio-Tableaux.
Ra, ra, wie zegt mij, wat voor na
tionaliteiten dat zijn? Probeer maar
niet, op den klank af te gissen, want
ge zoudt wellicht bedrogen udaemon.
Zooals ik straks zeide, de Tyrolerin-
nen komen veelal uit Berlijn, en zoo
komen de Amerikaansahe exentrici-
teiiten misschien uit Parijs, of uit
Weernen of Londen of Hamburg, of
uit... Amsterdam. En in het men-
schenstamboek, bij den Burgerlijken
Stand zijn ze ingeschreven met heel
gewone burgerlijke namen als: Meyer
de Jong, Dubois, Smith enz. Evenwel:
,.Mundus vult decipi, ergo decipia-
tur."
Dames en heeren „artisten" hebben
gelijk, dat ze hunne wezenlijke na
men wegmoffelen, waait de specialitei-
ten-théatre-directeur zou er hartelijk
voor bedanken zulke burgerlijke klan
ken op zijn programma's te plaatsen
en de directeur van zijn kant is ook
weer in het volste recht, omdat liet
publiek, dat de smaak van den im
pressario bepaalt, er even hartelijk
voor bedankt, te komen kijken naar
mensohen met gewone namen. Eeni-
gen tijd geleden zat ik zoo eens in
een van onze ispeci aliteiten-théatres
mijn aandacht te verdeelen over een
paar springende en potsenmakende
gymnasten, toen ik achter mij dit ge
sprek mocht afluisteren:
„Gossie, Moe, kêik, daar hèb je
Janus".
„Janus, wat Janus?"
„Janus, nou u weet wel, van de
overkant. Kék, daar op 'et teneel. Die
met die rooie mus op, dat is t'em."
„Och jong, hou je stil. Dat benne
Amerikanen."
En de moeder radbraakte van haar
programma „The brothers Co
„American exentriciteiten.".
„Nou moeder, ik seg toch, dat-ie 't
is, Siet u nou self.".
„Heereiuentijd, ja, 't is hem. Nee
maar, wat een opschepperij. Seg man,
daar hei je Janus van d'overkant. Dat
had je niet gedocht hè? Bedriegerij.
„Mundus vult decipü, ergo decipia-
tur", mompelde ik in mezelf.
Maar Ben-Ali-Bey??? De naam klonk
toch waarlijk te echt, dat kon geen
bedrog zijn. En een onzer groote dag
bladen plaatste een beridhtje( waarin
de goê-gemeente werd opgewekt een
bezoek te brengen aan den Ooster-
schen toovenaar, die zes jaar geleden
ronsuerutuiu vllu üju n«wte-rcii
verstomd had doen staan.
Toen dk een dergelijk bericht 'in nóg
een Amsterdamseh blad aantrof, was
mijn wantrouwen geweken. Ik herin
nerde mij daar wel niets van, maar
een anensohelijk geheugen is nu een
maal geen onuitwischbare encyclo
paedic. Zoo besloot ik dan aan Ben-
Ali-Bey een avond te spendeeren.
Toen eindelijk de wondermensen in
de Hoofdstad gearriveerd was, ston
den weldra op verschillende drukke
punten in de stad mannen, die met
kwistige hamuli biljetten verspreidden,
waarin gemeld werd, dat in toet Pa
leis voor Volksvlijt, westelijke toneel
zaal, op Zaterdag 5 Januari 1907 en
volgende avonden Ben-Ali-Bey's Indi
sche en Egyptische toovervoorsteJlin-
gen zouden worden gegeven. Boven
dien Woensdags, Zaterdags en Zon
dags, 's namiddags 2 uur matinée. Ik
streek mijn harem eens extra uit de
war en wandelde op een goeden
avond naar het Paleis. Ik was vroeg,
omdat ik verzekerd wilde zijn van
een goed plaatsje en ik vreesde, dat
toet stroamen zou.
Toen ik evenwel om kwart voor
acht 'binnenstapte, was de zaal mog
zoo goed als leeg. De „westelijke too-
neelzaal", dezelfde pijpenla, die ge
woonlijk de 500 leden sterke Konink
lijke Oratorium-Vereen iging voor
haar repetities gebruikt was in drïeen
verdeeld: Vooraan de eerste rang:
zware met groen laken bekleede bu
reaustoelen; dan de tweede rang:Wie-
ner caféstoelen, met houten zittingen;
eindelijk de derde rang met ge
wone biesmatstoölen. Alle rangen wa
ren nog zoo goed als onbezet. Eén en
kele heer op den eersten rang, een
echtpaar met een duizend1wekage doch-
ter en nog twee „Meisjes" op de eer- j
ste lij van den tw-eeden rang; een
vader en moeder met zoontje op den
derden rang. Van de gelegenheid,
plaatsen te bespreken was blijkbaar
geen gebruik gemaakt. Mijn eerste
werk was, nadat ik een goed plaats
je had uitgekozen, een programma te
koopen. Zoo'n specialiteiten-program
ma heeft drie kenmerkende eigen
schappen: het is onmisbaar voor de
bezoekers en duur, het is een voordee-
li-ge handel voor dó exploitaten. Het
bevat zestien bladzijden, waarvan aLle
zestien worden ingenomen door ad
vertenties, behalve een klein, met
sprekende annonces omgeven vakje
op do negende en tiende pagina. Dit
vakje bevat de eigenlijke opsomming
van wat er dien avond te zien zal
zijn. Er zijn er, die die advertentiepa
gina's geregeld overslaan, maai- als
men kans loopt, zich met wachten te
vervelen, is ook hierin nog wel eenige
humor te vinden.
Allengskens kwamen er tocth meer
bezoekers. Op den eersten rang raak
ten zelfs drie rijen bezet, op den
tweeden nóg meer.
Die gelukkige eerste-rangers wa
ren echter meerendeels houders van
vrijkaarten. Nu en dan kwam de im
pressario een paar lieel vriendelijk
naar binnen brengenhij zorgde
voor de claque. Merkwaardig, dat het
vrouwelijk element verre de over
hand kreeg. De vrouw staat bekend
denk, 'dat het hieraan as'toé te schrij
ven, dat zij zich meer dan de man
nen tot toet geheimzinnige voelt aan
getrokken. Er schuilt achter die too-
•verij zoo iets onlogisch ethisch, zoo
ietsvrouwelijks zou ik bijna zeg
gen, als ik niet vreesde, het met de
dames van „Evolutie" aan den stok
te krijgen. Er hing een ietwat ang-
(stig gedrukte stemming in de zaal,
vooral niet het rumoerige beweeg,
dat men gewoonlijk in onze „vairié-
deiten" aantreft. Wel giechelde het
(kleine brunettetje even onderdrukt
tegen haar buurmeisje, maar het
ischeen meer van zenuwachtige span-
nin'g dan om vroolij.kh.eid en de blon
dine keek zoo strak dat de brunette
'haar giecheltjes maar verder inslik
te. Uit een zijdeur kwam met veel
(drukte een paar maal een sdgaret-
.rookende kellner binnen, en ik was
•al van plan geweest, hem wat tebe
stellen, maar daarvan teruggehou
den. omdat ik de sigaret en het hel-
roode doekje, dat uit zijn front stak,
fin strijd vond met kellnerwaardig-
iheid, toen deze heer zich voor de pia
no plaatste en ik begreep, dat het
de pianist en kapelmeester was zoo
als het programma verklaarde. Later
bleek het orkest, dat deze kapelmees
ter dirigeerde, niets anders te zijn
•dan de piano, die hij erbarmelijk liet
rammelen, of, waarop hij, zooals al
weder het programma aanwees, al
lerlei composities van den kapel
meester vertolkte. Eindelijk, om
■kwart over achten, rees voor de nog
niet voor een vierde gevulde „too-
•neelzaal" het doek omhoog. Eerst was
het woord aan de „Mad.ls Asoka und
Desima" voor hun „Japanische Zau-
herspiel Veel hadden die dametjes
niet van Japannerinnetjes. en wat ze
vertoonden waren heel gewone goo
chelkunstjes. Ze hadden, dat is waar,
mooie pakjes aan, maar haar bewe-
igingen waren die van gewone Duit-
sche balletdanseressen. Ten overvloe
de begon Mad. Asoka vloeiend Duitsch
te spreken. Doch ik beschouwde dit
slechts als „opluistering" en ik wacht
te met ongeduld het optreden van
Ben-Ali-Bey, der „agyptische Ma-
gier". Eindelijk kwam 'hij, na een
korte pauze. Voor h-em was het toó-
neel op een verhoogïng gebracht, ter
wijl de .ruimte onder den vloer door
electrisolie gloeilampjes helder was
verlicht. Op het tooneel-zelf heersch-
te de diepste duisternis en uit dat
geheimzinnig donker kwam de
Egyptische magiër" als een myste-
ï'ieuse geest opdagen naai' den voor
grond. Hij was een rijzige verschij
ning, met een spierwitten baand en
met een Oosterschen tulband gedekt.
Een lang zijden kleed sleepte om zijn
leden en waarlijk, die kleedii ver
hoogde wel de spanning. Het g©z:cht
evenwel....
Dadelijk begon hij in vjoeiend
Duitsch ons toe te sprokeur, verhaalde
van de geheime machten, waarmee
hij in verbinding stond, verklaarde,
hae er van bedrog geen sprake kon
zijn, wanneer hij zijn experimenten
uit don grond liet oprijzen, daar toch
de onderzijde van hot tooneel voor
ieder zichtbaar was, enz. onz. Het
stond bij mij nu al vast, dat Ben-Ali-
Bey oon gewoon Germaan was, een
Obernreyer, of Untermeyer, of l'isch-
meyer, of Hausmeyer mot oen val-
sclven baard of iets dergelijks.
Zijn eerste toeren waren wal ver
rassend. Hij sloeg met zijn sta? op
den grond en bliksemsnel verrazen de
voorwerpen, die hij had opgeroepen.
Maar wie de diepte met de oogen
peilde, die verlicht was onder het
tooneel. beer een al snnodte wAairin
bestond.
tMoet echter gezegd, de lichteffec
ten waren kunstig aangebracht, en
hierdoor scheen liet, alsof het geheele
tooneel van onderen helder was ver
licht, terwijl toch in werkelijkheid
slechts een klein deel daarvan voor
het publiek zichtbaar was. En uit dat
niet-zichtbare gedeelte rezen natuur
lijk de vreemde dingen omhoog.
Doch toen kwam het „Tafeltje dek-
je" en de koffiekokerij. Zelden zag
ik zulke doorzichtige tooverstukjes.
Het was duidelijk, dat op den pik-
donkeren achtergrond van het too
neel onzichtbare helpers stonden,
onzichtbaar, doordat ze in een juist
gekozen zwart waren gekleed, die liet
tafeltje dekten, de koffie in die leege
kaïn schonken, de melk in de melR-
kan-
„Ben-Ali-Bey" was oen toovenaar
van de gewone soort, waarschijnlijk
een Duitscher, die hot in zijn stuk
ken nog verre moest af loggen tegen
een paar Japanners (ditmaal echte)
die eonigen tijd geleden in Carré op
traden.
Na Ben-Ali-Bey" was de beurt aan
„La belle Sulamitli' uit „Agypten-In-
diën". En deze Belle Sulamith was
dezelfde alsMad. Asoka, uit Ja
pan. Ook haar toovenarijen hadden
niet veel te beduiden. Maar liet pu
bliek was tevreden.
In een onzer grootste dagbladen
was immers de room van Bon-Ail-Bey
verkondigd, werd aan 'smans echt
heid van bloede niet getwijfeld.
Mundus vult decipi
xtisSsnifiw»".-,
Centrale Raad van Beroep.
In de Dinsdag te Utrecht gehouden
openbare terechtzitting had de uit
spraak plaats in de volgende zaken
Hooger beroep van de Rijksverzeke
ringsbank tegen de uitspraak van
Feuilleton
De Verdwijning
van Gerald Rathbone
(Naar höt Engelsch van Guy Thorne).
Toen sprak Lord Landsena.
Hij was besloten, nadat hi] het
gezegd had, zoo mogeLijk van het too
neel te verdwijnen.
Waarom wilt u zelf met aan
de proef onderworpen worden Sir
William zei hij met een naet heel
vriendeJiiken glimlach; of wil dat
hoe-Doemt-ge-hetrOok-weer, met wer
ken voor zijn meester. U heeft mijn
gedachten voor niets gekregenik
■zal voor de uwe een dubbeltje beta-
'^en moeilijk onderdrukt gelach
liet zich hooien van het luchthartig-
ste deel der toeschouwers maar Lord
Mal vin keerde zich om en keek den
jongen man verwijtend aan. Er was
lets in dat eerwaardige gezicht en die
kalme, verstandige ©ogen, dat hem
dwong te zwijgen.
Toen sprak Herr Schmoulder, een
beroemd geleerde uit Berlijn.
Het zou heel interessant zijn,
zei hij, om te kunnen constateeren,
wat Sir Gouldesbrougto zooeven ge
zegd heeft van het ontwikkelde en
het minder ontwikkelde breindaar
om zou ik de gedachten willen zien
in beeld eebracht van iemand, die in
ontwikkeling veel lager staat dan wij.
Lady HoskenHeatlh stemde daar
mee in, haar mooie zilveren stem
klonk na 'het diepe, ernstige geluid
van den Duitscher, als klokgelui te
midden van een heftigen donderbui.
Wat een goed idéé, Sir William!
zei ze. Staat u mij toe om mijn lakei
te zenden. Hij is stellig bij de bedien
den in de hal. Het zou zoo interes
sant zijn zijn werkelijke opinie te
hooren over mij en mijn echtgenoot,
en hij is op en top een domoor, juist
iemand voor zoo'n .experiment. Ik
heb hem meegenomen uit Gloucester
shire. Hij was een van de mindere
lakeien op het buitengoed van mijn
broer, anoet u weten, en ik heb nu
mijn best gedaan hem wat op te voe
den. ofschoon met weinig succes Ik
geloof, dat hij te dom is, om verlegen
te zijn en daarom zal hij er niets te
gen hebben, zooals anderen mis
schien, om den helm op te zetten en
daar in de duisternis te gaan zitten.
Werkelijk. Lady Hosken—Heath,
zei Gouldesbrough glimlachend. On
getwijfeld kan men geen beter sujet
wenschen, en dan zal ik meteen in
staat zijn het verschil tussohen de
gedachtebeelden van een meer of
minder ontwikkeld brein te laten
zien.
Sir William keerde zicto om, om
Wilson Guest te vragen, of hij zoo
vriendelijk wilde zijn, zidh met die
boodschap te belasten, maar kon
hem niet vinden.
Ik zal om mijn knecht bellen, zei
h ijen hem vragen uw lakei te 'halm.
O, 't is ntet noodïg. zed een stem
uit de tweede rij van toeschouwers.
Ik ik ben hm ik voel mij
niet heel goed, Sir William, en ik
was juist van plan u verlof te vra
gen even een paar minuten in de hal
te gaan zitten om weer normaal te
wordenik zal wel een van uw be
dienden waarschuwen.
Die stem was van Donald Megbie.
Hij zag er heelemaal niet z'ek uit,
maar verliet glimlachend het labora
torium, terwijl iedereen wachtte op
de komst van den lakei van Lady
HoskenHealth.
Weer keek Sir William rond om te
zien of Wilson Guest was terugge
komen.
Het apparaat, waardoor de licht
stralen op het scherm werden ge
worpen, eischte eenig toezicht.
Walt u mij excuseeren, zei hij te
gen de aanwezigen, als ik u weereen
o ogenblik in donker zet, totdat de
mam komt? ik moet even dat appa
raat nazien en dat kan ik alleen doen
als de lichten uit zijn.
Er volgde een kodr van O, met
genoegen, ga uw gang, Sir William
en plotseling was het laboratorium
weer in duisternis gehuld.
Merkwaardig genoeg, had niemand
nu veel te vertellen. Een poosje was
er niets anders te hooren idan het ge
regeld heen en weer slaan van den
waaier van Lady Poole en een fluis
terend gesprek, dat waarschijnlijk
gevoerd werd tusschon de onverbeter
lijke Lady Hosken—Heath en Lord
Landsend.
Toen liet de donder, die een poos
stil geweest was, zich weer hooren.
En in de duisternis nam Lord Mal-
vin de hand van Marjorie Poole in
de zijne.
Houd je dapper, fluisterde hij
haar in 't oor. Ik weet wat je hebt uit
te staan, vervuld -van die eene ge
dachte.
Zij fluisterde terug
Nu ik hier ben, weet iik 't zeker,
zei zo. O, Lord Mal vin, ik ben er stel
lig van overtuigd Gerald is in dit
huis
Donald Megbie is de kamer uit
gegaan, zooals te getrien hebt. ant
woordde hij. Houd je dapper Weest
sterkIk heb ook een gevoel of er
iets vreeselijks, iets geheimzinnigs in
dit huis is.
Een oogehblik later kwam het be
gin van het einde.
Het groote cirkJelvlak lichtte weer
op het scherm, maar nu buitenge
woon helder en levendig, zooals de
toeschouwers dien middag nog niet
gezien hadden.
Tien seconden lang ongeveer was
er totaal niets te hooren. Niemand
was er zich direct van bewust, dat er
iets buitengewoons gebeurde, behal
ve mogelijk de geleerden, die de me
chanische metlhode van de proefne
mingen al geheel in zidh hadden op
genomen en die donstateerden, dat
niemand der aanwezigen den helm
droeg.
Er klonk een luide kreet van ver
bazing en naar 't scheen van schrik.
Duidelijk afgoteekend tegen het lich
te cirkel vlak en scherp uitkomende
in reusachtige afmetingen en juist
beschenen door de sdherpe bchtbun-
dels uit de lens van den projector
zagen de toeschouwers Sir William
Gouktesbrough stann. Zij zagen even
zijn gelaat. Dat zag er uit als hót ge
laat van een dood©. Zijn armen zwaai
den rond als molenwieken en toonde
scherpe kreet wegstierf in de groote
ruimte van het laboratorium, klonk
er een doffe slag en de gestalte van
den geleerde verdween op den
grond.
Op lvet scherm kwam een beeld.
Het was het portret van een meisje,
maar van een meisje met een gelaat
zóo allerliefst en aantrekkelijk, zóo
stralend van goedheid en vertrou
wen, zóo droevig en toch zoo teeder,
dat geen schilder ooit zoo'n jong
meisje op het doek zou kunnen bren-»
gen, en geen Madonna in een der
musea van de geheele wereld, die er
m/oolelr en bekoorlijker uitzag. En
hot gelaat was van een persoontje,
dat zij allen kenden en dadelijk lier-
kenden. Het was het gelaat van een
hunner, het gelaat van Marjorie Poo
le en het was zoo mooi, omdat het
geschadderd. was door een artiest, die
nooit meer voor 't menschelijk oog
haar schilderij had getoondhet was
geschilderd door wanhopige Liefdé
zelf.
Bij dat verbazingwekkende gezicht
een gezicht dat geen der toeschou
wers in zijn lateir leven ooit zou ver
geten liet zich plotseling een vreem
de kreet, hooren.
(Wordt vervolgd