iLEM dagblad dimi 5 1907
üiananittl
Feuilleton,
TER GEDACHTENIS
BEZOEK VAN PRINS HENDRIK
AAN VL1SSINGEN.
Uit Vlissiogen Wordt gemeld
Biotas kan beslist wonden ineege»
eJd, dat Z. K. H. de Prins der Ne-
srlanden. de De Ruyter-feesten al-
er zal bijwonen.
De Prins zal op den feestdag te
.20 uur arriveeren en te 5 uur ver-
elcken.
De- invaai-1 van De Ruyter, zoome
de historische optocht, zullen door
)m Ai-orden in oogenschouw geno-
en, op liet bordes van het stadliu's.
K. H. zal ook tegenwoordig zijn
de eerste-steenlegging van de Zee-
lartschool, genaamd de De Ruyter-
hool.
JHR. DE SAVORNIN LOHMAN.
De" lieer De Savornin Lohman, ver-
omen hebbende, dat eenige zijner
ienden .voornemens zijn hem op
n zeventigsten verjaardag aenig
nenlijk blijk te gaven van hun
iendschap en sympathie verzoekt
5e. Ned." mede te deeleii, dat of-
hoon hij dit voornemen op zeer
jogen prijs stelt,, en in andere oni-
andigheden zulk een blijk zeer
aarne zou hebben aanvaard, het
em hat aangenaamst zou zijn in-
tan de dag, voor hem een diag van
e herinnering, onopgemerkt
lorbijging.
(Zooals men weet, werd jhr. De
pornin Lohman onlangs diiep ge-
offen door het verlies van zijn echt
koet».
BÜTERVERVALSCHING..
Te Breda heeft men een brutale bo-
irvervalscihing ontdekt. Een agent
au een boterfabriek daar ter stede
leed de papiertjes, waarop het
tijks-contrólemJerk van de ontvan-
en natuurboter en plakte die dan
met margarine vermengde, welk
ïeogsel hij als roomboter in den-
an del bracht. Door de politie is
lans proces-verbaal tegen hem op-
Smaakt.
VERMIST.
Te 's-Gr avenhage is vermist 1
roote ttrudne portamonnaie, inihou-
erode 1 coupon 51/2 pCt. Oblig. Bïby
jrbat no. 594, vervallende Juni of
ecember, waande plm. 301 cou-
W an 4 pCt. Centr. Pacific Refunding
ïotes no. 8195, vervallende Februari'
H)7, waaide plm. f 25, het stuk is
IPoot 500 dollarsverder inhoudende
wig Mean geld plm. f 2.50, een cou-
anboekje dier hameenige postze-
voor ongeveer f 1.
VALSCH BANKBILJET.
Men meldt uit Deventer, dato 2
Heden is ïiier aangehouden een
'rouw uit Zutphen, die trachtte een
alsch bankbiljet van f 100 te wisse-
m bij verschillende ingezetenen.
Het hieek, dat het biljet was een
ithografie van een fotograpkie van'
en echt bankbiljet.
Die vrouw is ter beschikking der
iUtiphensche justitie gesteld.
RIVIERVISCH-STUDIE
In de Kampioen schrijft Henri
le ij er:
,,Ik heb iaën 'Haastrechter boertje
«kend. dat groote studie had ge
maakt van riviervisch. Na een schaats
ocht over de Vlist ontmoette ik hem
p het ijs in een der polders, gewar
end met een soort stalen drietand,
lalingschaar gelieeten. Van vriend
'almgschaar heb ik toen veel geleerd,
lat mij tot op den dag dezer ontrnoe-
ing duister was.
Op mijn belangstellende vragen wil
le het boertje mij wel een kijkje in
,e geheimen van zijn kunst gunnen.
,Kijk, heertje", zei hij, met zijn drie-
and naar een plek' midden op het ijs
ran een breede sloot wijzend: „daar
lit nou een baas van een paling."
Ik keek naar de plek, ging er bijna
liet den neus op liggen, maar zag
liets. Lichtelijk verontwaardigd, wil
de ik den bedrieger links laten liggen,
oen (hij nog eens op stelligen, bijna
iefkoozenden toon zei: „Kerel, kerel,
wat een pracht van een paling!" Toen
naaide hij een priem uit den zak, peu
terde een gat in het ijs tot er een
lang, smal zaagje in paste, waarmee
bij nu knaphandig een driehoekig
bijtje za/agde. Dan stak hij zijn drie
tand in het gat, peilde voorzichtig
den bodem, stootte daarna fluks toe,
en riep: „Kip, .ik heb je!"
En waarempel, (tusschen de zaag
tanden wan zijn palingschaar zat een
kanjer van een paling vastgekneld.
We wandelden speurend verder. Ik
keek en keek, maar zag niéts. Vriend
Palingschaar evenwel zag van alles.
„Daar, (heertje," zei hij, weer op een
plekje wijzend, waaraan absoluut
niets te zien was, „daar zit nou een
zeelt. Maar 't is een nest, niet de
moeite waard."
Op mijn verzoek evenwel wilde hij
't bewijzen, vooral toen 'ik zei. ,,'k
Wed om 'n fijne sigaar dat je 't liegt."
Toen zaagde'Palingschaar weer zijn
bijtje, stak zijn drietand meteen vlug
gen stoot in den modderbodem en...
tusschen de schaar zat een zeeltje!...
'k Heb wel anderhalf uur met dien
wonderkerel in den polder gestroopt.
Hier zag hij een zeelt en daar zag hij
een baars en ginds zag hij paling,
dunne en idikke en middelsoort en zijn
knapzak raakte aardig vol want maar
hoogst zelden ontging hem zijn prooi.
Ten slotte vond 'hij er aardigheid in
om mij ook eens een palinkje te laten
steken. Hij wees mij de plek waar ze
zaten en gaf mij dan den drietand in
de handen. Maar 't mocht mij niet ge
lukken er ook miaar één te pakken te
krijgen. Dat vond vriend Paling
schaar verschrikkelijk grappig. ,,Ja,
ja", zei hij, „die statische meneertjes
denken wel dat ze van alles kennen.
Ze parlesanten Fransch en Latijnsch
en de duvel weet wat al meer, maar
een hoertje is ze soms nog te glad af!"
Nu zal de lezer vragen: hoe kon
deze brave borst aan het ijs zoen wat
in de 'diepte in den modder verscho
len zat? Als 11c de zaak goed begrepen
heb, dan waren het de luchtbelletjes
tegen de onderzijde van het ijs, die
vriend Palingschaar precies vertelden
wat hij weten wilde: de soort en de
grootte van de visdh en, waar het
vooral bij het steken op aankwam, de
juiste ligging van het dier. Want
stak je overlangs, dan was het altijd
mis, stak je overkruis, dan had j'm..."
BRANDSTICHTING
Donderdagavond, 'omstreeks tien
uur, ontdekten de bewoners van
Puiflijk brand aan den 'hooiberg van
de gebroeders Van der WJelen. Door
flink optreden was men den brand
spoedig meester, zoodat de schade
niet heel groot is.
Tom dit afgeloopen was, ontstond
eveneens brand in eene schuur van
A .Kotvenbach te Affenden. De schuur,
gevuld met turf en stroo, met nog
wat .hooi, werd spoedig een prooi der
vlammen. Dit gebeurde omtrent Kalf
één.
Men vermoedt, dat. beide branden
door kwaadwilligen aangestoken zijn.
iu de stoomvaartdienst volgens deze
overeenkomst wordt onderhouden, zal
met 20 reizen, als hierboven om
schreven, kunnen wordlen volstaan.
4. Het comité heeft volledige vrij
heid om meer reizen per jaar te doen
maken of meer havens te laten aan
doen, dan waartoe zij bij overeen
komst verplicht is.
Art 3. Het comité zal voor het uit
voeren van dJe hierboven omschreven,
dienst kunnen bezigen de thans bij
de naamlooze Vennootschap Zuid-
Ameffikalijn in gebruik zijnde stoom
schepen.
DE MlDDEiLBURGSCHE
GASTHUISKWESTIE.
Het weekblad „Nosokomos" deelt
mede, dlat het hoofdbestuur der Ver-
eeni-ging tot bevordering der belan
gen van verpleegsters en verplegers
aan 65 .directies van inrichtingen
voor zie/keniverplegimg en krankzinni
gengestichten 'heerft gevraagd of de
ontslagen, en door haar directie op
een zwarte lijst gebrachte leerling-
veapleegsters uit Middelburg, bil een
sollicitatie' evenveel kans op aanstel
ling zouden hebben als andere oandi-
daten. Er kwamen 34 antwoorden,
waarvan zonder voorbehoud, 29 be
vestigend' luidden. Twee zijn ontwij
kend, o. a. dat /van den directeur van
het Binnen-Gasthuis te Amsterdam
aan de directie van het Vlissingsche
ziekenhuis is de zwarte lijst niet toe-
NEÜERLANDSCHE STOOMVAART
OP BRAZILIë EN ARGENTENIë.
Een wetsontwerp is ingediend tot
toekenning van een voorschot ten be>-
hoove van eene stoomvaartverbiiv
cling tusschen Nederland, Brazilië en
Argentinië. Aan de betreffende stuk
ken is het volgende ontleend
Voorgesteld wordt eene bij de wet
gevoegde overeenkomst met het co
mité tot reorganisatie dei' Zuid-Am e-
bka-Lijn goed tie keuren.
De overeenkomst wordt aangegaan
tusschen den minister van landbouw,
nijverheid en handel ter eene zijde
en commissarissen en directeuren der
Nationale Stoombootmaatschappij, te
zamen vormende het comité tot reor
ganisatie der ZuidkAmerika-Lijn, ter
andere zijde. De voornaamste artike
len van deze overeenkomst zijn
Art. 1. Het comité verbindt ach om
een stoomvaartdienst onder Neder-
landsciie vlag te onderhouden tus
schen Nederland, Brazilië en Argen
tinië.
Ait. 2. 1. Het comité verbindt zich
om door stoomschepen met tussdhen-
poozeii vian ongeveer 15 dogen jaar
lijks 24 reizen te doen maken in den
navolgenden dienstvan Amsterdam
of Rotterdam over Rio de Janeiro,
Buenos-Ayres en Santos of Rio de Ja
neiro naar Amsterdam of Rotterdam.
2. Van aandoen van Rio de Janeiro
en Santos kan door den minister van
Landbouw, nijverheid en handel vrij-
stahimg worden verleend', al dan niet
onder voorwaarde dat eene andere
Brazilia ansche hoven zal worden aan-
3. Gedurende het eerste jaar, waar
slag heeft toegepast bij een patiënt,
die, na een amandel operatie, tegen
het uitdrukkelijke verbod in, vast
vcedsel had gebruikt en een hevige
nabloöding had gekregen. De gewone
middelen vermochten de bloeding niet
tot staan te brengen. Nadat de agrar
ven echter op de boven aangeduide
wijze waren aangebracht, hield de
bloeding onmiddellijk op. De niéuwe
methode stelt den dokter in staat tij
dig in te grijpen, en daar de bewer
king zondér veel omhaal dn de spreek
kamer kan geschieden, kan voorko
men .worden, dat men zijne toevlucht
moet nemen tot de onderbinding van
de halsslagader, een operatie waar
voor vele toebereidselen noodig zijn
en die daardoor dikwijls te laat ge
schiedt.
De waarnemende geneesheer-direc
teur van het geneeskundig gesticht
voor krankzinnigen te Utrecht is niet
bereid de Middelbungsche leerling-
verpleegsters in zijn gesticht aan te
stellen.
WERKLOOSHEID TE HILVERSUM.
Het steuncomité voor de werkloo-
zeu, dat zich te Hilversum gevormd
heeft, kan thans op meer medewer
king bogen dan aanvankelijk.
In de afgeloopen week kwam aan
giften f 1363.67 in, waarbij niet is in
begrepen een collecte, welke langs de
huizen gehouden is en waarvan de
opbrengst nog niet békend is.
Voorts ontving 'liet comité van de
coöperatieve bakkerij „Ons Belang"
100 broaden, met toezegging van een
zelfde aantal. De firma Paul C. Kai
ser heeft voor deze week 500 broeden
Tot dusverre hebben er 3 uitdeel in-
gen plaats gehad.
ROOFMOORD.
Van 6 op 7 Augustus 1906 is te Fa-
tenberg roofmoord gepleegd op den
getoeente-voorzitter Janssen door
vier .personen, waarvan er reeds twee
gearresteerd. en nog twee voort
vluchtig zijntegen idleze twee perso
nen is een steekbrief (bevel van ge
vangenneming) uitgevaardigd.
Dé twee voortvluchtigen zijn
lo. Holte, Mast Karl Menso, gebo
ren 8 Maart '1870 t.e Itzekoe, lang 1.65
M., slenk, tamelijk krachtige figuur,
slepende, gang, donkerblond haar,
zware snorbaard, of geschoren, of
volbaard, voorhoofd hoog, blauwe
oogen, vol aangezicht, kin rond, op
gezette aderden, operatiewond aan
den linker onderscheen, beetwond
aan .die .rechterhand, vermoedelijk
aan den wijsvinger.
Men vermoedt, dat 'hij rond/zwerft
met een draaiorgel, vergezeld van
een vrouw, hij zou nog niet lang ge
leden gezien zijn in het logement van
Blokpoel te Sittard.
2o. Güttich, Georg Gust a v August
Karl, geboren 18 December 1875, geta-
touöend in rood op de bonst, op den
linkerarm getatoueerd, 2 vlaggen
tusschen duim en wijsvinger der lin
kerhand een sleep met tours en een
anker met touw op den rechterarm.
Op verzoek van de politie te Aken,
wordt dooi" den brigade-commandant
der koninklijke marechaussee te
Vaals verzocht, te woT.den bekend ge
maakt met de verblijfplaats van bo
vengenoemde personen.
INTERN. BAKKERIJ
TENTOONSTELLING 1906.
Donderdag bad in een der zalen van
het café „Krasnapolsky" te Amster
dam een vergadering plaats van aan
deelhouders der Internationale Bak
kerij-tentoonstelling te Amsterdam.
De vergadering wend geleid door
den heer H. Franken Sr., die in zijn
openingswoord wees op het succes de
zer tentoonstelling, een succes, dat
vooral te danken was aan de ltxach-
tigte medewerking ivan ai-lle betrok
kenen. van de comité's en de pers.
Spr. herinnerde met een enkel woord
aan het bezoek door Prins Hendrik en
vele autoriteiten aan de tentoonstel
ling gebracht, aan de onderscheiding
hem, den voorzitter van het Dage-
lijksch Bestuur der tentoonstelling,
verleend. Spr. sprak ten slotte de
hoop uit, dat deze ook uit finan
cieel oogpunt zoo schitterend ge
slaagde tentoonstelling moge bijdra
gen tot de verheffing van het .bak
kersvak.
Onder de ingekomen stukken wa
ren brieven van de besturen der ver
een iging en „Onderling Hulpbetoon"
on „De Voorzorg", die 'beide vragen
indien wiinst .mooht zijn gemaakt, de
ze aan hun vereenigingen te zullen
afstaan. Het bestuur van de „Voor
zorg" vroeg dit met 'het oog op de
stichting van een vakschool.
Uit de balans en de winst- en ver
liesrekening, waartoe de penning
meester, de beer Paul C. Kaiser een
korte toelichting gaf, blijkt, dat een
winst is gemaakt van 3181.701/2.
Aan 'huren .van plaatsruimten en aan
entrèe's en abonnementen werd door
het bestuur ontvangen (de helft dei-
opbrengst de andere helft kwam ten
goede aan het Paleis voor Volksvlijt)
respectievelijk ƒ7588.18 en 13.532.48.
Met een woord van dank aan den
voorzitter werd dien penningmeester
decharge verleend voor het gehouden
beheer.
De gemaakte winst sal dus den
aandeelhouders^ wiorden uitgekeerd
en zij zullen vrij zijn een deel dezer
winst -voor een of andere Bakkers-
vereeniging of fonds te besteden. Een
lijst werd 'hiervoor bij den uitgang
der vergadering ter teekening neer
gelegd.
BLOEDSTELPING.
In het Ned. Tijdis. v. Geneeskunde
beschrijft de heer I. C. Henkes, keel-,
neus- en oorarts te Amsterdam,
door hem uitgedachte methode van
bloedst^lping, ter toepassing na
amandel-operaties. Deze methode
komt hierop neer, dat met een bij
zondere soort van tang agraven, van
grootere en dikkere afmetingen dan
in de chirurgie gebruikt worden,op
de wond bevestigd worden, die na
een etmaal wear met een andere op
zettelijk daarvoor geconstrueerde
tang verwijderd worden.
De schrijver deelt ten slotte mede,
hoe hij zijne methode met goeden uit-
de Middellandscbe Zee, gelegenheid
voor het bestudeeren van de antitho-
bij Turken, Arabieren, Fellah's en
Mooren.
Wij ontvangen wel eens brieven
van de volgende soort. Een Neder
landier, in Bagdad wonend, wil een
reis maken via den Kaukasus naar
den Oeral, en van daar via Archan
gel en de Noordkaap naar Groen
land. Kan hij zijn correspondentie te
gen zóóveel per stuk aan „Het Va
derland" zenden?
Helaas schrikken vorm en inklee
ding van den brief wei eens af van
kennismaking met de veelbelovende
correspon denties.
Zijn wij Nederlanders, die ons zoo
lïchft een vreemde taal eigen maken,
ons zoo gemakkelijk voegen naar de
zeden en gewoon/tem van vreemde lan
den, en ondanks onze „petieterig-
bed'd" thuis, zoo licht te voldoen zijn
op reis zijn wij misschien inter-
natóonaier aangelegd dan andere vol
ar?
Een overblijfsel, een atavistisch ru
diment wellicht van. den aanleg voor
en die neiging tot reizen, die onze
voorouders in het bloed zat
- „Ik geloof het wel", meende de in
Iradië geboren dame (zie boven), die
op reds naar Venezuela ons bureau
praaide. „Ik geloof het wel. Als ik
eetn mailboot, zie, gevoel ik mij als
een trekvogel in den herfst. Maar
mijn opinie iis, dat ons koloniaal be
zit, het karakter van ons land al9
polderland, onze oude nationale nei
gingen en voorliefden, dien trek heb
ben. verstekt. Mijn faanilie in Vene-
zu.ola is familie van moeders zijde;
mijn vader heeft in de West gewoond
en mijn moeder was een Spaansche.
Mijn man verbetert in Boelgarije een
rivierbed. Mijn ééne zoon zal hiem
daarin waarschijnlijk navolgen. Mijn
anderen zoon zit de echte Hdll'and-
sche liefde voor bloemencultuur ;n
het bloed'
En die muziek van uw dochter
De muziek is de internationale
taal bij uitnemendheid. Zij behoort
bij „internationale rnmschetn", was
het antwooTd.
(„Vad."!
INTERNATIONALE MENSCHEN.
De toenemende snelheid, gemakke
lijkheid en goedkoopte van het ver
keer, de opgewekte belangstelling voor
wat leiders gebeurt, en nog eenige
andere factoren, hebben liet aan
schijn gegeven aan' een ras van „in
ternationale menschen", personen
voor wie een reis naar San Francis
co, (Yokohama of Buenos Ayr es ge
lijk staat met een „pasje" op d'e
ti am.
Een dame»van onze keinnis is in
Iiidië geboren, was dezer dagen op
<Le passage door Holland, waai* zij
een paar dagen bleef alvorens naar
Venezuela te gaan, waar zij familie
heeft. Haar man, e«en ingenieur, is itn
Boelgarije. Haar dochter studeert mu
ziek te Berlijn. Van haar twee» zoons
is de een op een Techinicum in Sak
sen, de andere in dein tuinbouw te
Gent.
Een Nederlander, die op een der
Kleine Antillen woont, reisde dezer
'd/agem even voor zaken naar Ran
goon. Zijn vrouw ging in dien tus-
schientijd logeer en bij een vriendin te
Ghristiania, waar zij hoopte op haar
verjaardag haar zoon te zulletn ziien,
die in Parijs schildert
Bekend is in ons land liet geval
van eein Nederlandscli koloniaal
staatsman, die, terwijl zijn villa op
den Noord-Hollands chen duinrand
werd verbouwd, zoolang ging logee-
rem teBombay.
Een ander Niederlandsch staats
man, tijdens zijn activiteit reeds veel
besproken wegens zijn geruchtmaken
de buitenlandsche reizen, deed zoo
mogelijk nóg medr van zich spreken
door zijn reis rondom het bekken van
EENE ROERENDE
GESCHIEDENIS.
De vogelkenner J. L. F. de Meyere
uit Ede, die in De Levende Natuur
van Januari het een en ander vertelt
over proeven door iheon genomen met
Berlepsohe kunstnestjes verhaalt cle
volgende roerende geschiedenis van
een viiagerav angertje, met drie an
dere van dezelfde soort wonende
in nestje no. 14. Hij schrijft
Of de 4 vliegenvangertjes uit no. 14
het veel varder gebracht hebben dan
tot vliegen, meen ik te mogen betwij
felen. Ze waren nog zeer slecht ter
vleugel, .toen zij de wijde ruimte bo
ven het warme nestje verkozen en
zijn, vrees ik, een prooi der Vlaom-
sche gaaien geworden. Dat één der
vier dit lot heeft getroffen, weet 'k
zéér zeker, omdat ik het met eigen
oogen waarnam.
Het was den 7den Juli om half twee
ongeveerik zat voor het open raam
van mijn kamer een brief te schrij
ven. Op het tuinpad, een meter of
tien van inij af, zat een pas uitge
vlogen vliegenvangertje nog stumpe
rig en onnioozel om zich heen te tojr
ken. Nu en dan kwam een der ouden
hem een vlinder, een vlieg of wat an
ders brengen. Opeens een groote op
schudding in de vogelwereld. Nog
juist 'had ik tijd tusschen velerlei vo-
gclgefl adder een gaai te onderschei
den, die vlug als h)et weerlicht het
jonge diertje ophapte. Even nog zag
ik 't blauw van den spiegel en 't wit
van den stuit fel schitteren in de
zon_ toen was de kleurrijke roover u!t
't gezicht verdwenen. Een merel, een
paar roodstaartjes, die zelf jongen
hadden, dus meevoeldén wat het zeg
gen wil als je kind voor je oogen
wordt opgehapt, en de oude vliegen
vangers hoorde ik nog heftig napro-
testeeren, toen keerde .de rust zacht
jesaan weer terug.
DIEFSTALLEN IN DE KAZERNE.
In de kazerne te Middelburg moe
ten diefstallen van Meeding, bedde-
goed ian sdhoenen aan het licht zijn
gekomen, door drie tamboers ,en een
soldaat reeds geruimen tijd gepleegd
iZe zijn Donderdag aan het lidht geko
men, toen die vier manschappen, on
der den invloed van sterken drank,
ruzie maakten, handgemeen wenden
en elkaar de diefstallen verweten.
Ean tamboer is reeds in arrest geno
men; de andere schuldigen zitten in
de provoort. Er moet ook door diezelf
de personen dienst geweigerd zijn,
onder do bewering, dat die hun, nu
ze zoo weinig in aantal zijn, te zwaar
is. Op dit oogenblik rest er in de ka
zerne slechts een tamboer, die nu alle
diensten moet verrichten. De kazerne
is gesloten.
Tot zoover de door ons verkregen
mededeelingen. Ook deed het gerucht
de ronde, dat twee militairen beneden
den rang van onderofficier zouden ge
deserteerd zijn. (Midd. Ct.)
TWEEDE KAMER.
Vier afdeelingen van de Tweede Ka
mer zijn Vrijdag uiteengegaan tot
morgen, Dinsdag, ter voortzetting van
het onderzoek der financieele wetten,
dat men de volgende week hoopt ten
einde te brengen. In ééne afdeeling ia
't al afgeloopen. Het gerucht, reeds
na den eersten dag van het sectie-on
derzoek verspreid, dat de belasting-
watten ook van vrij-liberale zijde sterk
zouden zijn bestreden, vindt geen be
vestiging.
Het Haagsche Correspondentiebu
reau kan veeleer het tegendeel verze
keren, zelfs zou de meerderheid in de
afdeelingen zidh vocrr de belastingwet
ten verklaard hebben.
BRANDEN.
Door onbekende oorzaak is te Ter-
heide de 'hoeve met schuur en stal
van den landbouwer Van der Mark
tot den ga-ond afgebrand. Niets kon
gered worden. Drie koeien kwamen
in de vlammen om. Alles was verze
kerd.
Een felle brand brak uit in de wo
ning van Kers, aan den Binnenweg
naair Den-enter te Twello. Door den
sterken wind stond het huis in zulk
een korten tijd in vlammen, dat aan
blusschen niet te denken vielalleen
het huisraad en 't vee kon gered war
den twee geiten verbrandden. N-'ets
was verzekerd, ook het huis niet.
Te Hengelo ontstond brand in een
'huis van 3 uroningen aan de Olden-
zaalsohe straat, toébedioorende aan en
bewoond door het gezin Evers. Het
huis brandde geheel af. Huis en ;n-
boedel waren verzekerd.
Te Rouuan is voor den vierden keer
in 14 dagen hrand geweest aan de
haven en wel in een lading vlas, die
op de kade lag. De schade dOairaan
bedraagt 200,000 francs en tevens is
voor 50,000 francs aan planken ver
brand. Men vermoedt brandstichting,
maar heeft nog niets met zekerheid
kunnen ontdekken.
ONGELUKKEN.
Te Lekkerkerk wias de '.hovenier Van
Herk bezig hoornen te snoeien. Een
der takken trof zijn dochter, die daar
juist passeerde, met het noodlottig
gevolg dat zij terstond gedood werd.
Te Vianen is de molenaarsknecht
De Jong door een der wieken gedood.
SC HAP EN WEELDE
De N. Gron. Ct. vertelt: Het is markt
dag. Door eenige mannen wurdt met
het gebruikelijke, aanmoedigende ge
roep een kudde schapen door de 'Oos
terstraat geleid. De belhamel voorop,
de anderen gedwee daar achteraan.
Uit het huis van een geacht ingeze
tene komt het dienstmeisje, dat even
aan den overkant een boodschap moet
doen. Gemakshalve Laat zij de deur
van het heerenhuis openstaan. In
blanke reinheid' strekt zich 4e lange,
marmeren gang voor 'de oogen der
voorbijgangers uit. Onder deze voor
bijgangers bevindt zidh ook een straat
jongen, die glunder eerst naar de
gang en dan naar de kudde schapen
ziet, welke blatend nadert. Een boos
aardig plan komt in zijn kwajongens-
hrein op. Hij plaatst zich vóór de
kudde en weet. dien belhamel te bren
gen naar de stoep van liet heeren
huis. Dan aaept hij „ssst!" En liet ge
hoorzame dier loopt, als eerste schaap
dat over den dam, in casu over de
stoep is, de in blanke reinheid schit
terende marmeren gang binnen, ter
stond gevolgd door de anderen. Wel
dra vervullen de ongenoode gasten 't
huis met hun angstig geblaat. Het
kost heel wat moeite om de afgedw,aai
den op het rechte pad terug te bren
gen. De heer des huizes lacht om het
JOHN INGERFIELD eoi adf*
vrouw ANNA.
Ee» verhaal uit oud-Londen
dóör JEROME K. JEIROME.
J 2)
Zij staan bekend als goede echtge-
aooten, vaders en meesters te zijn
geweest maar men moet zich hen ze
ker meer geacht dan bemind voor
stellen.
Het Wiaren menschen, die den hal
ven cent, die lxun toekwam', afpers
ten, maar ook niet zonder volkomen
overtuigd te zijn van hertgeen van
hen geëischt werd Ihun edgen plicht
en verantwoordelijkheid allen had
den zelfs die oogenblikken van hel
denmoed, die de plicht van groote
mannen is De geschiedenis vermeldt
dat een zekere kapitein InigerfiéM' met
groote schatten hoe ze verkregen
waren, zullen wij liever niet nauw
keurig onderzoeken uit West-
Inddë terugkeert en in 'volle zee door
een fregat van den koning wordt in
gehaald. De kapitein Van hét konank-
lijk fregat zendt kapitein Ingerfield
een (beleefde (boodschap, waarin hij
verzocht zoo Vriendelijk te willen
zijn, hem een zeker lid van zijn
scheepsbemanning, dat zich om de
een of andere oorzaak bij de vrien
den des konings gehaat had' gemaakt,
uit te lav^ien, opdat hij (namelijk de
bedoelde gallate persoonlijkheid) da
delijk aan de ra zou kunnen worden
opgehangen.
Kapitein Ingerfield zendt den kapi
tein van het koninklijk fregat het
beleefde antwoord, dat hij (kapitein
Ingerfield) met het grootste genoegen
ieder van zijn scheepsbemanning, die
verdiende opgehangen te worden, zou
ophangen, ma air, dat nodh de koning
van Engeland, noch iemand anders,
wie dan ook dit op Gods zee voor
hem behoefde te doen. De kapitein
van liet koninklijk fregat laat zeg
gen, dat. wanneer men den gehaten
persoon niet dadelijk uitlevert, hij
tot zijn leedwezen gedwongen zou
zijn, kapitein Ingerfield en zijn
schip naeir den bodem der zee te
zenden.
Daarop antwoordt kapitein Inger
field juist dat, zal hij moeten doen,
eer ik een van mijn mannen uitle
ver, en hij bevecht het groote fregat
bevecht het zoo woedend, dat de
kapitein van het koninklijk fregat na
verloop van drie uur goed vindt), on
derhandelingen te beproeven en daar
over een nadere boodschap zond. Hij
erkende beleefd den moed en de be-
löwaaimineid van kapitein Ingerfield,
daar deze voldoende bewezen had,
zijn moed en roem te kunnen verde
digen, maai' liet zou nu verstandiger
zijn, de onwaardige aanleiding van
den strijd uit te leveren, en dan met
zijn schatten te ontkomen.
Zeg uw kapitein, roept deze In
gerfield, die wel weet, dat er heerlij
ker dingen bestaan dian geld. wam
men voor strijden kan, dat .de Wilde
Eend" tot nu toe met schatten bela
den over de zeeën vloog, en zoo God
wil weer zal vliegen, maar dat lieer
en manschap met haar samen zeilen,
samen strijden en samen sterven 1
Daarop gaat het koninklijk fregat
nog krnchtigek dan te voren er op
los en het gelukt hem werkelijk zijn
bedreiging ten uitvoer te brengen. De
„Wilde Eend" zinkt, haar laatste
jacht ds gedaan, zij stort met plotse-
lingen vol en met wapperende vlag
gen, hols over kop naar beneden, en
met. haai- gaat elk man onder die
op haar dele stond.
Zoo liggen nog op den huidigen
dag op dem bodem van den Atlanti
sch en- Oceaan heer en bemanning
naast elkaar en houden de wacht bij
hun schatten.
Dit wel geloofwaariüg voorval be
wijst voldoende, dat de Ingerfields,
welke begeerige en vrekkige mannen
zij oiok zijn mogen, mannen, die
liever geld verdienen dan liefde ver
werven, die meer van den killen druk
van het goud dan van den warmen
druk van hart en hand houden
to oil in hun hart de toean van edele
dapperheid verborgen houden, die
echter door den on vruchtbaren bo
dem van hun eerzucht slechts weiniig
voedsel krijgt.
De John Ingerfield van dat veithaal
is de typische verschijning van zijn
geslacht. Ilij heeft ontdekt, dat olie-
en talk-koken zoo ook al geen aange
name, dan toch een zeer winstgeven
de zaak is. Het is de goede oudetij'd
ondier koning George III, en Londen
wordt weldra de stad, waar het des
nachts licht wordt.
Talk. olie en al dergelijke verlich-
tlngisstaffen, 'komen meer en meer
in navraag, en de jonge Jodin Inger
field bouwt een groote ohefabriek en
eon huis en kantoor in de voorstad
Limehouse, die zich uitbreidde en
tusschen de drukke rivier en de kal
me velden ligt.
Nu verzamelt hij een menigte lie
den om zich heen, begint met een
moedig hart zijn werk en wordt rijk.
Zijn jeugd gaat voorbij met werken
on schatten verzamelen. In zijn „bes
te jaren" is hij een rijk man. De
hoofdzaak in het leven, geld verdie
nen, iis gedaan. Zijn onderneming
staat hecht gegrondvest en zal aicli
zonder al te groote inspanning voort
ontwikkelen. Het wordt tijd voor
hem, aan de tweede levenstaak te
denken een wouw en een tehuis te
verkrijgen, want do Ingerfields wa
ren altijd goede burgers, achtens
waardige hoofden van huisgezinnen,
gastvrije gastheeren, die zich aan
buren en vrienden wel mochten ver-
toonen.
Op een stoel met redhite booge leu-
nnig zit John Ingerfield in de eetka
mer boven zijn kantoor, langzaam
slurpt, hij een glas portwijn en zit in
zichzelf verdtept.
Hoe moet zij zijn
Hij is rijk en kaïn zidh iets goeds
permitieeren. Zij moet jong en
schoon zijn een sieraad voor het
pirachtige huis, dat hij in de nette
Bloomsburu streek, verwijdend van
de olie- en talkhicbt voor Ihaar huren
zal. Zij moet welopgevoed zijn. en be
vallige, beschaafde manieren heb
ben, die zij-n gasten in verrukking
brengen en eer en aanzien op hem
.doen terugstralen.
Voor alles moet zij van goeden hui-
ze zijn, met een voldoend langen ge-
sLadhteboain, die de Lavender kade
voor de oogen ddr maatschappij ver
bergt.
Hoe zij voor het overige zijn of
niet zijn moet, lis hem onverschillig.
Natuurlijk zal zij deugdzaam en vol
doende godsdienstig zijn, zooals het
voor vrouwen behoort.
Het zal ook goed zijn, dat zii zacht
aardig en toegevend van aard is,
maar dat is, voor zoover het hem be
treft, van minder belangde Inger
fields behooren als echtgenooten niet
tot de soort, waaraan do vrouwen
hare luimen kannen botvieren.
Nadat hij besloten heeft hoe zij zijn
moest, overlegt, hij verder, wie het
zijn1 zal. De kring van zijn kennissen
is klein. In gedachten gaat hii gere
geld de gelieele rij langs en onder
zoekt in zijn geest elk 'hem bedoemd
meisje. Eenigen zijn bekoorlijk, eeni-
gen zijn schoon,, eenigen zijn rijk
maar geene van haar komt met zijn
zorgvuldig uitgezocht ideaal over
een.
Hij houdt liet onderwerp in go-
dachten en denkt er tusschen de pau
zen in de zaken over na.
Wordt vervolgd).