Ect Weerzien.
Greta, GretaHot meisje zag o)p.
Dat was Arthurs stem, ze klonk zoo
jubelend en vr-oiolijlk; waar was liij
toch? Misschien in den stall.
Is Artlhiu'r hier'? riep ze eax eer
een knecht antwoord kon geven, zag
ze door de wijld geopende staldeur,
toe die kleine baas op liet nog onge
temde veulen zat, dat ,papa hean on
langs bad geschonken.
Doo del-ijk verschrikt gildie Greta,
van angst.
Hoe kom je dat toelaten, riep ze
den knieoiit toie, doch d<eae baalde die
schouders o-p eai zei:
Wat zou ik er aan dom, hij
dwong er zooi om.
Miaar houd bean dan togen! Ar
thur! vol schrik kwaan die uitroep
over de bleeke lippen van het meisje,
toen ze bemerkte boe de knaap onver
schrokken den teugel vasthield en bet
wilde dier met bean voortholde.
Arthur! tevergeefs snelde de
knecht hem na;, voort rende bet piaard.
de staldeur uit en bet ging in zoon
vaart, dat men zag aankomen, hoe de
kleine ruiter wel al beel spoedig zou
worden afgeworpen op ,de bardie keien
van d'en weg. Greta vloog liet buis
door om nog vóór bet paardje den
straatweg' te bereiken en geen oogen-
todiik kwam ze te vroeg.
•De kleine jongen- hing leedis doods-
bleek' en vol angst aan de anoniem van
het veulen en wan alle kanten kwa
men de mensdbem toeloopen.
O, bet arme ventje, als bet paard
fliem -afwerpt is hij verloren!
Grelia boorde1 deze uitroepen m jam
merklachten. Met wijd gespelde oo
gen in baar gezichtje zag -ze naar
haar broertje. Hou je vast, Arthur,
hou jie vast! De miensctben keken naar
(baar om. Watt zou dat teere meisje
'Wilton?
Voorzichtig kind, ga uit den weg,
rlepeai ze haar toe. Vergeefs! Ze had
BJich voor bet wild steigerende dier ge
worpen m pakte de teugels. Een val,
een gil, bet arme, .armie kind! Een
eind werd ze meegesleept en order
die paardelboeven vertrapt...
■Zoo log ze nu bewusteloos op baar
wit bedje en vreemde mensoben zaten
er schralend omheen. Da spoedig te
hulp geroepen doctoren schudden het
hoofd.
Er is geen boop meer, was bun
uitspraak.
't Was reads laat toen ze einde
lijk de oogjes langzaam opende en
luisterde naar bet geluid van een na
der komend rijituig.
Arthur? vroeg ze z xcibltDe oude
Gceuikenmiead kwiam madea- en Wees op
het bedjie naast bet bare.
Hij slaapt lekker, de kleine baas.
Een glimlach gleed over Greta's ge-
izichtjie; stijf zag ze toen naar de deur,
die haastig en zenuwachtig werd ge
opend.
Schrik niet, mtoieldlêffi, Arthur is
'had ze verstaan.
Arthur, ja, maar jij-, mijn iief,
dief kindjie?
Ik? .0, maatje. Het was dia eerste
maal, dat zij den naam nxxiler voor
tbet kinderlijk ,,maafj-e" varvhsseldk,
de eerste maal, d'at zij bare teere arm
pjes om den bals van moeder sloeg.
't Was alsof zij in dit teatst-e uur
al bet verdriet van haar kort© leven
tje van zich wiilde werpen en al d'e
(onderdrukte liefde nog tot baar recht
moest doen komen. Heel even nog be
wogen zich baar steeds bleek 2 r vror-
'diende llipjes en boorde men haar sta
melen:
Ik was altijd zoo alleen, ik...
O stóil, kimd, stil.
Spijt bet u, mama? Dat was het
laatste wat ze zei. Zacht sloten zich
haar oogjies en stil, .zooials ze had ge
leefd, stierf bet lieve kind1, dat zidh
bad opgeofferd voor baar mooie broer-
tfcjo.
Over baar bedje gebogen snikte de
moedier, radeloos van sonant.
Nu eerst weet ik, dat zij zich steeds
zoo eenzaam .gevoelde, dat arm© kind
©n nu nu is bet te- laait!
(Uüt bet Duitscb).
Die jonge sdhiiilder, diie op bet kleine
eilandje in die Elbe bad zitten schil
deren, pakte zijn boeltje bij elkaar om
den terugtocht te 'aanvaarden. Over
eeax half uur zou bet sobip naar Ham
burg vertrekken. Langzaam ging ïxij
over de moerassige weide, bet para-
diji9 zijner kitodlerj'aren, waaraan Mj'
de eerste triomfen zijner kunst te dan
ken bad. Voor een vervallen buisje,
dat bij reeds verscheiden keer en op
doek bad gebracht, bleef hij staan.
„De mieenaslbuit" werd het algemeen
genoemd en de met stroio gedelete but
scheen werkelijk voor een deel in bet
moeras te liggen. Tuissclxen riet en
Mezen bloeiden gele irissen en witte
spirea's, nadhtvioileai eax vergeet mrij-
nietjies. Een oude wilg strekte zijn
spookachtige takken over biet met fijn
gras begroeide dak uit. Voor d'e deur
zat een oud man en herstelde een jas.
Bij die hog stoaxdlem baaid in band een'
groote, Leelijfkie jongen, en een klein
meisje met blauwe oogen en bruine
lakken. D© beide kinderen zeiden
niets: ze waren geheel in de beschou
wing van dien avondhemel verzonken.
De schilder knikte hun vriendelijk toe
en wensdbte den oudeax mian goeden
avond. Hij was hun grootvader en
moest bij hen de plaats van vader en
moeder innemen. Ze beminden en ver
eerden dien zadhrtiaardigen, verstamdfi-
gen grijsaard boven alles. De jonge
man was een paar schreden verder
gegaan, toeai Mj bespeurde, dat de
knaap hom volgde.
Wiel, Bruno, wat wlou je?
-- Ik zou mijn kleine Lerni graag af
geschilderd hebben, mieneer Rode-
mann.
Terwijll bij dit zei. bet bij een blan
ken thaler zien.
Ik wil er ook goed voor betalen.
Wilt u hot doen?
De kunstenaar bedaoiiit zich een
aogebblik.
Ja, zei bij eindelijk, ik zal Lend
'VOiOT je schilderen.
Misschien morgen al'?
Jia,. morgen, Bruno.
Toen Fritz Roidieoniaain den volgen
den dag' weorkwiami, stonden de kin
deren band in band bij de landings
brug.
Er is vandaag geen- school, zed
Bruno, omdat bet zoo warm it.
Lena bad eein. witte; jurk aan en om
den bals luet groate snoier van barn
steen, dat haar broer baar op die laat
ste kermis bad gekocht. De jonge
kunstenaar kon baast niet wegkomen:
zoo mooi als dieai dag bad hij het kind
nog nooit gevonden.
Reeds vele sc/hiiMers hebben Le
nd geschilderd, zei Bruno, maar allen
/willen, "t portret meenemenniemand'
geeft mij er ©en, daarom wil ik er nu
voior betalen.
'I-lij. bad den tlbaler weer in de band.
Zie kwiamien bij het buis. Fritz Ro-
idemaun pakte zijn schildersbenoo-
idlgdihiedeai udt en babbelde nuet den
grootvader, den ouden Hansen.
.Het is roemend' om) te zien, boe-
veel de jongen van zijn zusje boiudlt,
tziei dleze, zoo ieits beeft men. werkelijk
nog nooit gezien. Hij. zou voor haar
idoo-r 't vuur gaan. Hij heeft haar
reeds tweeanaal met gevaar voor eigen
•lerven uit 'belt water gehaald.
De kinderen waren in den kleinen
tuin adliter het buis jjfcgaan. Toen de
1: unsteaxa.ar ze ging balen zat Lena met
een groat itlnalbarbeiibiad' op bet hoofd',
irnet gevouwen banden onder eeax groo-
rtie zonnebloem en Bruno, die naast
Ibaar op den grond lag, vertelde 'baair
een sprookje. De anders zoo leelijke
(trekken van den knaap hadden, nu
eien veiüxeeriijklte uitdrukking.
iSiterker dan ooit gevoelde de jonge
schilder den adem dier poëzie, welke
over dit stille ldeiland en zijn bewo-
auers streeft. 1
Blijft daar; blijft stil zoo zitten.
Zoo, als je diaar bent, Wil ik je aftee-
'kenen.
'En bij' begon te werken aan een
potloodt©ekeoimg in lichte tinten. Toen
idie kleine vermoeid begon te worden,
'•was bet niiet meer nioodlig, dat ze zoo
isltil en onlbeweeglijik zat; ze mocht op
staan en babbelen. De knaap bad vah
;alles te vertellen. Het liefst sprak hij
van zijn plannen voor d'e toekomst,
lbo© hij., als bij groot wa.s en geld' ver-
€Vitfm'17marenm]tK^vTi[icEe bouwen.. Daa r
was hot beter dan- hier in 't moeras,
waar zooveel kleine kinderen de keel-
'zielkte kregen.
De schilderij was gereed'. Met zoo
veel toewijding bad Fritz Rodemiann
In king geen portret meer geschilderd.
Hij begreep, dat geen der kunstenaars
■van Lena's portret had willen schei-
dien.
Bruno's gelaat straalde van blijd
schap.
Kleine Leni, hief geld is niet weg
geworpen, _zed hij, toen hij den kun-
slbemiaJar diens honorarium overhan
digde. Die jonge man stond in gedach
ten verzonken met den blanken tha
ler in de band. Nu dacht 'hij erover
ma, wat bij wel voor den knaap, voor
wien bij groot© syimpa'tihie koesterde,
'zou kunnen doen. Spoiedig zou 'Mj dat
welen.
Bruno hield van "muziek. Vlam riet
(had bij zich een fkuit geruiaakt en har
monie aspelen Icon hij ook. Een oud
instrument bad bij weer in. orde ge
maakt.
Terwijl bijl daarop nu ©en aardig
volkslied speelde, zei zijn klein zusje:
De viool klinkt toch veel mooier.
Nu die Abater weg is, kan het nog heel
lang duren, eer je Glansen de mooi©
viool kunt aflko'open. Misschien wed
leien jaar.
De schilder luisterde en vroeg den
louden Peter Hansen, wat dat met de
viool was. Toen boorde hij, dat bak
ker Clausen een' oud© vioioi bad, wel
ke hij voor tien mark willde verkno
pen.
Dat was een blijde dag in de moe-
rashut. Tot laat in den nadut speelde
Bruno op zijn viool en beschouwde
telkens weer kleine Leni's portret. Op
zijn bijizonderen wenseh had de kun
stenaar naam eax datum, er onder ge
schreven. Fritz Rodemiam, 32 Au
gustus 1892". Den blanken f haler had
de schilder aaux den grootvader gege
ven om er een 1 ijlst om de schilderij
voor te koopen...
Fritz Rödemiamn was op liet schip
geistapt. Het was een zonderlinge ver
lichting, waarin hij die omgeving be
schouwde. Een breed©, bloedrood©
'streep liep dwars over den bledkbliau-
wen hemel en weerspiegelde zich in
hef loodgrijze water. D© luctlit was on
draaglijk lxeet. De druk van een ïxa-
IdJeremd' onweer lag in de' lucht. Maf
(en uitgeput schamen, de meaxschen op
het schip. Eindelijk was men, waar
men wezen moest. Het was Wat koe
ler geworden. Een zacht windje waal
de uit het Noordwesten. In den blouw-
grijzen. either dreef eenzaam en schoon
'de maan, Dij de brug was een o:p-
eenhoopkig van menschen. Eer de
kunstenaar ©r op verdacht was, stond'
hij midlden in 't gedrang voor de
•grootte aanplakzuil en las de aanikon-
idiiigiing der po'litiie, welke de opmerk-,
■zaauxheid der menigte trok. In Ham-
(Buxg was die aliioleaia uitgebroken.
Eenige welken later Fritz Roide-
maiin, wiiien de vieeselijlke ziekte niet
had gespaard, was genezen, maar nog
zwak en uitgeput, Nog dilcwijïs luid
ihij aan den dag bij de hut gedacht:
zonden zijn vriemiden daar gespaard
izijn gebleven? Zouden ze zich zeer be
zorgd over hem maken? Zioodra bij
iwat sterker was, wilde bij hun sobrij-
vien.
Maai- eer bij dat plan volvo'ea'die,
kreeg ixij beatcthf vian daaxgindis. Bru
no. schreef hem:
Beste meneer Rodjemann!
Mijn kleine Lena is gestorven. Ze
heeft de cholera gehiald. Gisteren ;s
ze begraven. Girootvadier en ik wil
len bet liand' veifaten. Het portret
en de viool nemen we mee, anders
miiebs. lik dank u nog wel voor de
isicbiiMerij en de viool.
I3!w Bruno.
Twaalf jaren zijn sedert verioopen.
De jonge schilder vaix toen is een be
roemd man .geworden. Niet alleen iux
',t vaderland, maar ook in 't buiten-
Hand, vooral in Parijis, waardeert men
zijn schMdiersf'ukkeax vol poëzie de een
voudige motieven v.an de waterrijke
Vlakte.
Als Fritz Rioidieimann nieit de streek,
waar bij geboren is, doorkruist en
studies maakt, 'vinidlt uxen 'lxem ge-
woanlij|k in de Fraaxscih© hoofdstad.
Op zekeren avond bezocht bij ©en
«onoert, dat een zangeres van naiarn
raat medewerking van eeax beroemden
vioolfvairtuoos gaf. I-lij' was zoo geluk
kig geweest nog ©eax plaats op de
voorste- rij te krijgen.
Naast beun zat een eerwaardige
grijisaard. Zijn magere, bevende 'ban
den hielden bet programma. Die blau
we, sprekende oogeax lazen haastig de
•verschillend© nummers ©11 de bleeke
■lippen bewogen zich zachtjes.
Waar baid Rioidemann dit gezicht
fo'clh eender gezien? Waar en wan
neer?
De zangeres betrad liet podium. De
oude beer scheen slechts weinig be
llang te steUNen in baar gezang. Zijn
handen bewo<gen zich niet, toen alen
ilruii'dle bun bijval betuiigden.
Maar nu de violist treedt op.
Hier en daar in de zaal wordt er ge-
laipplaudasseerh, nog eer bij begint. Hij
buigt even, laat dan zijn blik diwalen
naar dien. oudlen beer, glimlacht even.
Een niet schoon, maar veelzeggend
igeilaat, omilijst door korte bruine lok-
1 ken. Nxi rusteen zijn oogen op biet ge-
Haat van den schilder nu ©eax
haastig, geltijlktijldlig herkennen.
Fritz Ro'derniann gtaat onWilileilceu-
'rig op en doet êenige solireden voor-
wnarts naar bet podium. Debeide
mannen drukken elkaar d'e band,:-
Daarop begint Bnumo Iifaa^ien te spe-
gramma Sbaiat, doch heel kunstlooze,
©©nvoudige melodieëndie berinnerexi
aan d'e oude volUMtiiediereni.Het wa
ren. de stukken, die hij eens als rond
reizend muzikant voor die deuren dier
huizen 'had gespeeld.Een bijvail, die
niet wild© eindigen, beloonde hem.
Toen die storm wat bedaard' was, trad
idle pianist, dlijg de zangeres had bege
leid, naar voiren en kondigde aan, dat
de kunstenaar thans de nummers zou
spelen, die op bat programma ver
meld stonden. De grijsaard bad zijn
buurman berkend en diens hand ge-
vat. Tronen roilden. bern ov©r 't ver-
imagend' gelaat; bij. was te ontroerd
om aan zijn gevoiel uiting t© kunnen
geven. Dit onverwachte weerzien^ Éet-
welk bet verleden in hem deed herle
ven, bad hem tot in het diepst zijner
tóiel geschokt.
It Is Iaat in. den avond. De drie
miannen zitten in Bruniois salon en
-verteJlli1©!"! elkaar wederkeerlg, wiat ze
betlieefd hdbben.
Op ©en Müeine tafel naast bet groote
maainx staat, in eien eenvoudige 'lijist biet
nxoittret, dot Fritz op den onvergete] ij
ken twee-en-twfiinitigsfen Augustus ge-
echdHdieird' beeft. D© kleine bruin©
/viool, wiaaroip bij zijn eerste stukken
gespeeld en waarmiee bij zijn eerste
gelid: verdiend heeft, hangt aan den
wand.
Hoe Penny verzorgd werd
Naar het Engelsch.
De dominee streek peinzend d©
l'.and om ziin kin en zuchtte
Ik wou, dat we Fredierik weer
hadden.
Hij blad dit reeds zoo vaak tegen
Serena gezegd, dat zij geen aanlei
ding vond. tot antwoorden, en slechts
glimlachend knikte, terwijl ze thee
inschonk, waarop hij voortging -.
Ik was zoo aaax hem gewoon.
Twee schep jas suiker, George'
vroeg zijn vrouw, kalm overgaandt'ot
de orde van den dag, de vorige week
heb ik er maar één genomen.
Twee. rnijxx kind. Ik heb wel ge-
lozen, dat zoete stoffen die yetvorming
bevorderen, en ik heb immers toch
ui aanleg tot (zwaarlijvigheid, maar
twee schepjes suiker dat kan 'k
toch nog wel wagen, niet waar?
Zijn vrouw lachte en schoof lxem
zijn kopje toe over de- tafel, die met
een schaal rozen versierd was.
'n Paar pond zullen je geen
kwaad doen, meende zij. Overigens
weet ik niet, wat je tegen Drew hebt.
Hij is gewillig en beleefd, houdt al
les in huis en tuin in' orde en is bij
na beter voor zijn werk dan Frede-
■rik, Dab je dien toch mist, begrijp ik
wel. Dat spreekt van zelf, als men
iemand elf jaar in zijn dienst gehad
Leeft. Maar afgezien daarvan is de
nieuwe toch eigenlijk nog beter.
Er zijn ook të goede dienstbo
den, lieve Sciena. eax zoo een is bij,
Iiij is uitstekend, ijverig, wat meni
van Frederik niet zeggen kon, maair
ik kan hem bijna niet bevelen. En
idan maakt hij me altijd aan bet
lachen.
Nu, dat geeft toch niets.
Lachen maakt iemand dik, Se
rena.
Lieve man, je zult nooit dik
worden. Je bent banger dan ik, met
je slankheid, tegenover mijn Jionderd
en vijftig pond. Lach toclx zooveel als
jo lust hebt. Wat zegt Drew dan voor
vermakelijks
't Is minder wat hij zegt, als boe
hij 't zegt. Hij heeft iets zoo komieks
■over zich, dat, ik me al zoovel' verge
ten hel), hem 'n paar moppen te ver
tellen. En toch is bij niet ongepast
gemeenzaam. Ik moet eenvoudig
voortaan beter oppassen. Ile'b ilk al
twee kopjes thee gedronken?
Jawel, en meer is er niet.
Dominee Emmons schoof zijn stoel
terug en stond op. I-lij was klein en
mager, maar toclx steeds bang, da.t
zijn nog ©enigszins jongeiiixgsacbü-
g© slankheid mettertijd voor zwaan-
lijvigheid zou wijken.
Die gedachte was 'hem vreesedijk.
Serena dacht daarover anders en was
tevreden nxet haar sleed® toenemen
de zwaarte. Maar de lieer Bmmions
nam met schrik zijn toenemende dik
te, die overigens geen mensch don
hij-«elf opmerkte, waar.
Zijn vrouw kwam naar hem toe exx
streek hein over 't zachte, grijzige
lxaar. Hij legde zijn arm om haar
schouders. Z.ij vormden een idieaal-
gezih, de flinke, nu kmderlooze men-
sclxen. die, als eenige herinnering
dat het eens anders geweest was, het
kindergaaf op het donpskerkhof over
hadden.
George en Serena Emmons spraken
ïutusschen nog altijd van „Maai©",
alsof het gisteren geweest was, dat
ze in hun huis terugkeerden om el
kaar bij het leege bedje de hand te
reiken en te weenen, zoo als men dat
•doet, wanneer men dien geheelen in
houd van zijn toekomst verloren
heeft. Nu leefde hij voor zijn ambt
en zijn ^meerite, zij voor haar vele
armen, die ze allen persoonlijk lief
had. Maar hoofddoel was voor hei
den elkaar het huiselijk leven zoo
aangenaam mogelijk te maken.
De pastori© lag niet aan de straal,
maar ais verborgen In den groeten
tuin vol heerlijke oud© boonxen. Tus-
sclxen de grasperken voerde een
recht pad naar het huis. Alles in den
tuin groeide- prachtigde hooge sier-
struiken stonden elk jaar in vollen
bloei en de vogels zongien, bijen
zoemden op het mooie plekje grond
van het begin der lente tot Ixet einde
van den herfst,
Achter het huis was d© groot©
boomgaard, een waar paradijs voor
alle neefjes en nichtjes of bekende
kinderen. De aanblik van dteze wel
verzorgde bezitting wekte onwillekeu
rig den lust tot rusten in dezen van
de wereld verwijderde vrede,
De man, die dien predikant aan het
lachen maakte, sloot dé dêur van de
wageaxschuur en 'richtte zijn schreden
naar het pad, dat langs het nxet
klimop-begroeide terras voerde. Oud
V'obriioof'd en de vele plooien bij de
ooghoeken, zeker nog niet. Hij was
groot, stevig gebouwd on lifep recht
op. Zijn diepliggende grauwe oogen
hadden een zeldzame, moeilijk te
ontraadselen uitdrukking, eax de neer
getrokken mondhoeken gaven zijn ge
laat iets weiemoedigs.
Als bij, zoo als nu, niet werd gade
geslagen, keek hij zoo ernstig, dat
niemand he.ro den door zijn meester
opgemerkten humori'stischen aanleg
zou hebben aangezien.
Toen de predikant de schreden van
zijn bediende op de kiezels hooide,
trad hij uit zijn werkkamer op het
terras. Hij wilde streng doen, zoo
als het. iemand ais hij was betaamt.
Klaar vroeg hij kart.
Kant en klaar, mijnheer de do
minee. Paarden, koeien, voor alles
gezorgd, wagen schoongemaakt, tuixi-
weirk gedaan, voor vandaag heb
ik niie-ts meer te doen dan te eiten, en
dat kost weinig tijd. Daarna zou ik
gaarne voor mij uitgaan, als ik mag.
Om half eilf ben ik wieer terug.
Natuurlijk kun je ©en vrijen
avond krijgen. Maar Fredierik kwam
altijd veel vroeger terug. Er is hier
werkelijk niets te doien waarvoor j©
zoo laat behoeft weg te blijven. Tot
tien uur dat is tijd genoeg.
Dat gaat niet, met dien besten
wil ter wereld, dominee. Ik wou naar
Huilrybua'g, eax d© trein komt eerst
om tién uur twintig weer 'hier plan.
Zoo, dus in Hurryburg zat de
aantrekkingskracht. Daar steekt ze
ker een dame achter
De dominee zweeg, voorhoofd-fron-
send.
Biigienlijk had hij deze sedert, kort
gevoede verdeaxkang niet willen uiten.
Dat heeft mijnheer dei dominee
juist geraden, antwoordde Drew met
een eigenaardig lachje, als men een
geheelen dag gewerkt heeft, is het
een genoegen, zich netjes te kleeden
en dan een uurtje in het gezelschap
van een vrouw door te brengen.
Zeer juist gedacht, loofde de
oude heer, die steeds solide paren wel
genegen was. Beter d'an bier drin
ken. Goeden avond, Drew.
Anton Drew kleedde zich in zijn ka
mer boven d© wagenschuur ©n ging
dan snel weg'.
Als 't maar niet gaat regenen,
dacht hij, bezorgd naar den bewolk
ten hemel opkijkend.
Den volgenden morgen kwam hij
haastig de woonkamer binnen.
Buiten in den tuin is ©en klein
meisje, dat verdwaald schijnt, meld
de hij kort. Weggaan wil, het niet en
wat het zegt kan ik niet verstaan.
Wat moet ik nu doen
Vooreerst het binnenbrengen,
riep Serena, ik zal het kind wel ver
staan. Het is zeker van het hotel
hierheen gekomen.
Drew ging, kwam spoedig terug©n
schoof met een niet al te beminnelijk
„Daar is zeeen klein, bruinoogig
meisje nxet blonde haren naar bin
nen en verdween d'an weer.
De domine© zond hem een afkeu
renden blik na..
Lief popje, kom ©ens 'hier, riep
rneivrouw Serena, zich niet moeite
neerbuigend en de; armen uitbrei-
demd. Hoe heet je dan
D© kleine kwaan gehoorzaam nader
en liet zich omarmen. De oud© man
streelde haar blonde hoofdje. Zij
scheen noch schuchter, noch bang,
maar glimlachte en zei iets onver
staanbaars.
Dat versta ik niet), '.riep de domi
nee uit, is het Franseh
Neen, zeker niet, antwoordde
zijn vrouw beslist. Wat dat voor een
taal fis, weet ik niet.
Hoe heet 't nieisj© vroeg de do-
rnanee nog ©ens zoo lief als hij kon,
weet meisje dat niet?
Het kind zag de beiden
aan en wees dan 'op zich-zelf.
Ja, ja, riepen man en vrouw te
gelijk, en wezen miet den vinger naar
do kleine. Ja, hoe je heet.
Penny, .lispelde de kleine vreem
delinge.
Ach, 'hemelzei de dominee ver
wonderd, en zocht, in zijn vestzak.
Zoo, hier is ©en penny. Zeg nu ©ens,
fee ie heet.
Maar biet meisje liet die munt on
verschillig vallen en schudde het
'hoofd, dat de lange lokken zwierden.
Penny, herhaalde zij, en wees
met beide handen op zidhzelf.
Dut is haar na aan, riep mevrouw
Serena. Ga eens in de andere kamer.
George, en roep haar.
De dominee deed dit.
De klein© wendde zich dadelijk om,
klapte in .de handjes en liep naar
hem toe.
Mevrouw Serena sloot haar op
nieuw in de armen.
Nu zullen we er gauw uitkrijgen
wie zij is, meende zij blij.
Maar dat was ©en dwaling. Na ©en
uur gaf zij haar pogingen ontmoe
digd op. Behalve „Penny" was ©ruit
de kleine geen verstandig woord te
halen. Hierop zocht Drew dien gehee
len dag naar de verwanten van het
zeer goed gekleed© kind.
Maar bet scheen wel als uit de
lucht gevallen, niemand had liet ooit
te voren gezien.
Het echtpaar moest de kleine wei
dien nacht in ihuis houden.
M'aaa' den volgenden morgen ver
klaard© de predikant
Wij moeten advertenties plaat
sen, Drew, span in, 'ik wil naar Hur-
rybuirg. In alle groote bladen van.de
streek moet d© advertentie. Tot het
afgehaald wordt, biijft het kind na
tuurlijk hier.
Ook cleze .stap b'leef zonder uitwer
king: vijf weken verliepen, maar
niemand nxeldde rich aan. Toen
daardoor kleine Penny's verblijf
voortdurend gerekt wyud, merkte de
heer Emmons ten slotte op
De geschiedenis is toch zeer
raadselachtig, Serena.
En geen stuk van haar goed is
gemerktdan is alles zoo fijn en
•mooi, als voor ©en prinsesje. Ach
George, 't i® het liefste kind, dat ik
ooit ge-zien heb, bulten Marie na
tuurlijk. Zij is zoo aardig en speelt
met Marie's speelgoed en zingt daar
bij liedjes, di© ik niet verstaan kan
Penny moet ongeveer zoo oud zijn,
als onze eigen lieve kleine was, toen
of ik kan het niet zeggen lieve
George, ik wilde haar zoo gaarne be
houden.
Haar stem weigeaxle.
Lieve kind, wind j© niet zoo op,
vermaande haar man. Zeker, ik be-
S'rijp, maai' wij moeten bedenken
YV at dan Het kind schijnt nie
mand op de wereld te hebben. En op
gevoed moet het toch worden. Wat
zegt Drew ©r van
Drew zei de oud© heer op boe
zem toon. Die was vandaag zoo ge>-
voelloos mij te vragen, of wij Penny
;n 't weeshuis zouden doen, als w©
haar verwanten niet vonden.
Ongehoord
Bedaard, bedaard. Ik bieb hem
al op zijn plaats 'gezet. D© man houdt
niet van kinderen. Iiij geeft Xxiets om
Pienny.
In t weeshuis Slechts aanhaar
eigen familie zou ik haar overgeven
e»i iik hoop dat we .nooit hoor en, wie
dat is.
Twee maanden moeten we nog
wel geduld hebben, vond haar 'echt
genoot len verliet dan, zonder er iets
bij te Voegen, de kamer.
Zeifs drie maanden verliepen na
dezen dag, en nog had niemand naar
het kind gevraagd. Mevrouw. Serena
bewaakte 'en verzorgde de kleine
goed, terwijl 'haar angst, ze te moe
ten verliezen, steeds minder werd.
De volgen de week ga ik haar on
derrichten, verklaarde zij eindelijk.
Voor wat .ze zoo terloops opneemt
ben ik niet verantwoordelijk maar
lxaar moer dan strikt noodig was va,11
onz© taal te loeren, durfde ik tot nu
toe niet. 't Was den ouders misschien
niet naar den zin geweest. Maar nu
moet ze behoorlijk Engeisch leer-en.
Den volgenden morgen stapte de
dominee naar zijn knecht, die inden
tuin aan het houthakken was.
Het spijt mij, Drew, zei hij afge
meten, maar wij moeten scheidien.
De aangesprokene dreef zijn bijl
in ©en blok hout eax wendde zich vlug-
om.
Zeer goed, mijnheer de dominee.
Ik heb rnijin uiterste best gedaan,
-maar ii'k merkte al lang, dat u niet
over mij tevreden waart. Dan is het
maar heter, dat ik ga.
Tegen j,e persoon heb ik eigen
lijk niets Drew, maar wij wilden
liever iemand nemen, d®e wat van
tenderen houdt. Wij hebben n.l. be
sloten, de kleine Penny te behou
den, en daar je
Hij zweeg getroffen het wezen van
dien andere was geheel veranderd.
Hij wisselde van gelaatskleur, haalde
diep adem en kneep de handen sa
men, ais wilde hij zich nxet geweld
bedwingen.
Goede man, zei de dcminiee ver
goelijkend, ik wilde je niet bel-eedte
gen. Maar
Gelukkig, ontsnapte den met alle
kracht naar zelf-bedwaxig pogende
mijn Penny, mijn lief, eenig kind, is
verzorgd.
Zijn langjarig© praktijk -als predi
kant had den heer Bm-mons geleerd,
in menschenharten te lezen. Iiij zag,
idat hier meer was, dan zi-ch aan den
oppervlakkigen beschouwer to-onde.
Kom, zei hij mild, ©n voerde"
hen) naar de schuur, hier kunnen we-
ongestoord praten.
E11 daar, op 'I. frissche, geurige
hooi gezeten, vertelde Anton Drew
zijn geschiedenis.
Dominee, begon hij, ik hel) u d©n
gehee l en tijd bedrogen. Van bekoop-
ben ik kavalcterkoiniek en zanger en
heb ©en go-eden, welbekenden naam.
Mijn vrouw -was ©en Engelsche, en
heeft zich als gouvernante door het
leven moeten slaan. Zij was veel te
-goed en te fijn voor mij, hoewel ik
uit een geachte VermoiUscbe familie
stam. Maar ik was zoo'n soort mis
lukt© zoon, altijd op circusvoorstel--
lingen ,en dergelijke dingen uit, en
zoo liep ik van 'huis weg, toen vijf
tien jaar was. Ik kwam toen goed
vooruit., en toen ik mijn Penelope
leerde kennen, ontbrak mij niets
meer. Nu had i;k weer eien tehuis, een
plek, waarop ik behoorde, en ik. had
nog- slechts dezen wensehzoov-eel te
spa-ren, dat ik -een huisje kon koo
p-en ;en daarin blijven. Dat zo-u me
ook gelukt zijn, want we hielden aar
dige sommetjes over. Maar no. twee-'
jarigen echt stierf mijn vrouw.
Arm© k-erel
U-it de stem va'n d'eux do-mine-e- klonk
barteli'jlk© deeïuic-ming.
Toen Penelop e- voel diet dait het
met, haar na-air 't ©inde li©p, vroeg ze
..Airafcoh, beloof nxii. dal te- de kleine!
hij: die beste mensehen, dik je vindien
kunt, doet." Ik 'befo het lua-a.r geizwo-
ïetn. Niiet waar, dominee, u zult mè'
h&lp-eai, mijn eed te houdetn-, en voor'
bet atOrri'© mnediemlooze Itindi zoipgeh
Alsof bot mijn ei-gcax was, verze
kerd de predikant, vertel nu ve-rder.
Nu stond ik wce-r altoen in de
wereld, nxet een beroep, dat -mij vani
ide eene stad naar die andere1 dreef,
en een kind van 8 maanden. Nu is
ze bijna vier jaar oud.
Even oud' ais onze Manie toen ze:
stierf, fi uist-eMe die pneidilkaimt nauwe
lijks hoorbaar.
Eerst dacht ik dial ik van vera
dri-eit en van zong om dl© kleine het
verstand zoiu verliezen. Van hindlec-;
verzorging wist ik .niets ik wist]
slechts, dat z-oo'n wormpje veel hulp
en oppassing- nooidig heeft.
Een collega, vertelde mij vaar een
brave Noomstóbei familie, die gaarne
een kind wilde verplegen. Ik gaf toen.
Penny aan lien, oive-r. De mieaxschen
fipralk-en jeen woord Eng.elscb, maar
dat was voor rn!ij-n klein© g&eax be
zwaar eax vo-or mij ook niiet.
Aha.zei die domdmeie-, Noorsch
bieb ik nooit geleerd.
Drew glimlachte.
We n-oe-mdte-m de kJ-étAn© Penny eit'
lioha-1-ve dit ©en© woord verstond ze,
tot. nu toe Weinig van haar moeder
taal, Daarom wa.s heit zoo gemakken
lijk, baar voor een vre-ennd© te laten
-doorgaan.
Mij zag ze zeld/eax, en ze zal. m© wel.
niet van -de een© tot de ander© maal
onthouden be-bben.
Op den duur kó-n hot ©cb.ter zoo
niet, ©n veeids lang óverlegde ik, wat
er later van worden moest. Toen nu
deu vorigen winter het echtpaar,
daar d© vrouw ziek werd, besloot
naar Europa terug te kee-ren-, vond
tic. dia* W. up) nanny in ©en
andere, bescliaafdleire omgeving te
brengen, ©n- begon daarnaar onx te
zien. Eenige weken later speelde onze
troep in IJuirrybuirg. Den Zondag
waarop we zo.udien afrei-zen, omtlspooJ-i
de- er een- goederentreinbiet spoo-r-
wegverkee.r werd geiStnarndi, en we
mo-öst-cax wei tot Maiandag blijven. Ik
maakte van hiet hieerlijke w.e©r ge-'
i bruik, om met Guo Wemer, oixzen;
tweiedlen. komiek, een tochtje in het
land, te maken-. Zoo kwamen we hiiier
in: FayyOle, m zioodra ik uw luuis
zag, dacihit ik „Hier zou ik mijifj
klleiue wijten hebben." Zonder mij
lang i© bezinnen liJet ik h-e-t rijtuig
slil-lioudie-n en sprong er uiit. „Zoo",.]
zeti ik, „ik wil hier eein® kijken-. Rijil
jij dloo-r, en over een ba Hf uur komen
we bier weer bij ellkaar." Wat ik
di-geuiliik dloen moest, .ways m© nic-t
d'uteleliik, maar ik openid-e- hle-t hekj
h-eip h©t tuinpad op ©n onxt'dielcte ach-j
ter-in- op d© bank naast dien. paa rden-
istail ©en langen, roodhanigen man, j
die -op z'n genxaik eien pijpje rookt©.
Frederik, riep die dominee.
Ja, dat was Frederik. Ik begjn
oen gesprek met biean, ©a) Iiij prees
zijn nxoeister en meesteres voortdu
rend), wat mijn verlangen, liet kind
daar verzorgd tie ziiem, versterkte.
Waarde vriend, zei ik, vlug be-j
sloten, -ik wilde uw plaats hier -in
nemen. Voor hoevec-1 wilt gij z© mij
afstaa-n
Di© is niiet t© koop,, lachte hij.'
Ik Werk allleien voor do-mimee- Em
mons. Overigens, wa-t had je er aan 1
Je kent hiet werk toch. niet.
Ik verteld© We-m, dat ik tooiieel-
speler wa.s. ziek el ijk, en dla-t ik op
raiadl van. deax dokter naar niet te
zwaiar w-erk buiten, zoo mogelijk bij
rdet te streaxg© l-iied-eni, xn-o'est om-
zien. Ik vertel d'e- hlenx een handig ver- j
haal, maar er biieip niets aan. Zijn
meester kon heaxi niet mftssen,.
Toen- zei ik lxem de- ware redlen. Hij
11 istierdl© opletteaid toe, dan sprong hij 1
op en scihnd'die mij die hand'.
Top riep hij. Ter wille viain het
kleun© meisje wil ik het dlocai, ik houd 1
veel vaai kleine meisjes.
Wii spraken allen af en
Zoo, daarom ils FredëriOt w-egre-
g'aiaini
De zaohite, blauwe oogen van den
dominee waren achter dien bri'l groo-
ter en- gr00ter van verbaaing gewor- j
dle-n.,
Ja, hij ging, en ik kwam in- zijn j
-plaats. Ik had gezorgd, dait mijn
c-ontract niet doorging -en had in dien
winter ee-rst een. betrekking bij e-en
stalhouder, dan een. bij een tuinier
o.angenomon, vervolgens op een boer
derij boteren, melken en alle andere
op het land voorkomiende werkzaam
heden gieili^/eaidIlk wals dius daarna 1
v.©Ivoor mijax betrekking geschikt. De
Noreai reisden af, en Penny kwam
met .een o-uden bloeidverwant v'an Se-
nen voai' eeax paar maand©n na-ar
Hurryburg. Twee m-aa-1 per week be
zocht ik ha-ar diaar, tot o-p den avoaxd,
dat ik hia-ar hier bracht. Dien nacht
sliep zij iai mijn kamea- en ik zat tot
den morgen aan Tiaar bedje en ba.d
om het gelukken van- mijn plan.
Lieve hemel, riep de dominee,
wat een omwegen voor zoo'n .eenvou
dige zaak 1
Een- vraag, zei Drew ernstig.
Had! u luet kind opgenomen-, wanneer