Ect Weerzien. Greta, GretaHot meisje zag o)p. Dat was Arthurs stem, ze klonk zoo jubelend en vr-oiolijlk; waar was liij toch? Misschien in den stall. Is Artlhiu'r hier'? riep ze eax eer een knecht antwoord kon geven, zag ze door de wijld geopende staldeur, toe die kleine baas op liet nog onge temde veulen zat, dat ,papa hean on langs bad geschonken. Doo del-ijk verschrikt gildie Greta, van angst. Hoe kom je dat toelaten, riep ze den knieoiit toie, doch d<eae baalde die schouders o-p eai zei: Wat zou ik er aan dom, hij dwong er zooi om. Miaar houd bean dan togen! Ar thur! vol schrik kwaan die uitroep over de bleeke lippen van het meisje, toen ze bemerkte boe de knaap onver schrokken den teugel vasthield en bet wilde dier met bean voortholde. Arthur! tevergeefs snelde de knecht hem na;, voort rende bet piaard. de staldeur uit en bet ging in zoon vaart, dat men zag aankomen, hoe de kleine ruiter wel al beel spoedig zou worden afgeworpen op ,de bardie keien van d'en weg. Greta vloog liet buis door om nog vóór bet paardje den straatweg' te bereiken en geen oogen- todiik kwam ze te vroeg. •De kleine jongen- hing leedis doods- bleek' en vol angst aan de anoniem van het veulen en wan alle kanten kwa men de mensdbem toeloopen. O, bet arme ventje, als bet paard fliem -afwerpt is hij verloren! Grelia boorde1 deze uitroepen m jam merklachten. Met wijd gespelde oo gen in baar gezichtje zag -ze naar haar broertje. Hou je vast, Arthur, hou jie vast! De miensctben keken naar (baar om. Watt zou dat teere meisje 'Wilton? Voorzichtig kind, ga uit den weg, rlepeai ze haar toe. Vergeefs! Ze had BJich voor bet wild steigerende dier ge worpen m pakte de teugels. Een val, een gil, bet arme, .armie kind! Een eind werd ze meegesleept en order die paardelboeven vertrapt... ■Zoo log ze nu bewusteloos op baar wit bedje en vreemde mensoben zaten er schralend omheen. Da spoedig te hulp geroepen doctoren schudden het hoofd. Er is geen boop meer, was bun uitspraak. 't Was reads laat toen ze einde lijk de oogjes langzaam opende en luisterde naar bet geluid van een na der komend rijituig. Arthur? vroeg ze z xcibltDe oude Gceuikenmiead kwiam madea- en Wees op het bedjie naast bet bare. Hij slaapt lekker, de kleine baas. Een glimlach gleed over Greta's ge- izichtjie; stijf zag ze toen naar de deur, die haastig en zenuwachtig werd ge opend. Schrik niet, mtoieldlêffi, Arthur is 'had ze verstaan. Arthur, ja, maar jij-, mijn iief, dief kindjie? Ik? .0, maatje. Het was dia eerste maal, dat zij den naam nxxiler voor tbet kinderlijk ,,maafj-e" varvhsseldk, de eerste maal, d'at zij bare teere arm pjes om den bals van moeder sloeg. 't Was alsof zij in dit teatst-e uur al bet verdriet van haar kort© leven tje van zich wiilde werpen en al d'e (onderdrukte liefde nog tot baar recht moest doen komen. Heel even nog be wogen zich baar steeds bleek 2 r vror- 'diende llipjes en boorde men haar sta melen: Ik was altijd zoo alleen, ik... O stóil, kimd, stil. Spijt bet u, mama? Dat was het laatste wat ze zei. Zacht sloten zich haar oogjies en stil, .zooials ze had ge leefd, stierf bet lieve kind1, dat zidh bad opgeofferd voor baar mooie broer- tfcjo. Over baar bedje gebogen snikte de moedier, radeloos van sonant. Nu eerst weet ik, dat zij zich steeds zoo eenzaam .gevoelde, dat arm© kind ©n nu nu is bet te- laait! (Uüt bet Duitscb). Die jonge sdhiiilder, diie op bet kleine eilandje in die Elbe bad zitten schil deren, pakte zijn boeltje bij elkaar om den terugtocht te 'aanvaarden. Over eeax half uur zou bet sobip naar Ham burg vertrekken. Langzaam ging ïxij over de moerassige weide, bet para- diji9 zijner kitodlerj'aren, waaraan Mj' de eerste triomfen zijner kunst te dan ken bad. Voor een vervallen buisje, dat bij reeds verscheiden keer en op doek bad gebracht, bleef hij staan. „De mieenaslbuit" werd het algemeen genoemd en de met stroio gedelete but scheen werkelijk voor een deel in bet moeras te liggen. Tuissclxen riet en Mezen bloeiden gele irissen en witte spirea's, nadhtvioileai eax vergeet mrij- nietjies. Een oude wilg strekte zijn spookachtige takken over biet met fijn gras begroeide dak uit. Voor d'e deur zat een oud man en herstelde een jas. Bij die hog stoaxdlem baaid in band een' groote, Leelijfkie jongen, en een klein meisje met blauwe oogen en bruine lakken. D© beide kinderen zeiden niets: ze waren geheel in de beschou wing van dien avondhemel verzonken. De schilder knikte hun vriendelijk toe en wensdbte den oudeax mian goeden avond. Hij was hun grootvader en moest bij hen de plaats van vader en moeder innemen. Ze beminden en ver eerden dien zadhrtiaardigen, verstamdfi- gen grijsaard boven alles. De jonge man was een paar schreden verder gegaan, toeai Mj bespeurde, dat de knaap hom volgde. Wiel, Bruno, wat wlou je? -- Ik zou mijn kleine Lerni graag af geschilderd hebben, mieneer Rode- mann. Terwijll bij dit zei. bet bij een blan ken thaler zien. Ik wil er ook goed voor betalen. Wilt u hot doen? De kunstenaar bedaoiiit zich een aogebblik. Ja, zei bij eindelijk, ik zal Lend 'VOiOT je schilderen. Misschien morgen al'? Jia,. morgen, Bruno. Toen Fritz Roidieoniaain den volgen den dag' weorkwiami, stonden de kin deren band in band bij de landings brug. Er is vandaag geen- school, zed Bruno, omdat bet zoo warm it. Lena bad eein. witte; jurk aan en om den bals luet groate snoier van barn steen, dat haar broer baar op die laat ste kermis bad gekocht. De jonge kunstenaar kon baast niet wegkomen: zoo mooi als dieai dag bad hij het kind nog nooit gevonden. Reeds vele sc/hiiMers hebben Le nd geschilderd, zei Bruno, maar allen /willen, "t portret meenemenniemand' geeft mij er ©en, daarom wil ik er nu voior betalen. 'I-lij. bad den tlbaler weer in de band. Zie kwiamien bij het buis. Fritz Ro- idemaun pakte zijn schildersbenoo- idlgdihiedeai udt en babbelde nuet den grootvader, den ouden Hansen. .Het is roemend' om) te zien, boe- veel de jongen van zijn zusje boiudlt, tziei dleze, zoo ieits beeft men. werkelijk nog nooit gezien. Hij. zou voor haar idoo-r 't vuur gaan. Hij heeft haar reeds tweeanaal met gevaar voor eigen •lerven uit 'belt water gehaald. De kinderen waren in den kleinen tuin adliter het buis jjfcgaan. Toen de 1: unsteaxa.ar ze ging balen zat Lena met een groat itlnalbarbeiibiad' op bet hoofd', irnet gevouwen banden onder eeax groo- rtie zonnebloem en Bruno, die naast Ibaar op den grond lag, vertelde 'baair een sprookje. De anders zoo leelijke (trekken van den knaap hadden, nu eien veiüxeeriijklte uitdrukking. iSiterker dan ooit gevoelde de jonge schilder den adem dier poëzie, welke over dit stille ldeiland en zijn bewo- auers streeft. 1 Blijft daar; blijft stil zoo zitten. Zoo, als je diaar bent, Wil ik je aftee- 'kenen. 'En bij' begon te werken aan een potloodt©ekeoimg in lichte tinten. Toen idie kleine vermoeid begon te worden, '•was bet niiet meer nioodlig, dat ze zoo isltil en onlbeweeglijik zat; ze mocht op staan en babbelen. De knaap bad vah ;alles te vertellen. Het liefst sprak hij van zijn plannen voor d'e toekomst, lbo© hij., als bij groot wa.s en geld' ver- €Vitfm'17marenm]tK^vTi[icEe bouwen.. Daa r was hot beter dan- hier in 't moeras, waar zooveel kleine kinderen de keel- 'zielkte kregen. De schilderij was gereed'. Met zoo veel toewijding bad Fritz Rodemiann In king geen portret meer geschilderd. Hij begreep, dat geen der kunstenaars ■van Lena's portret had willen schei- dien. Bruno's gelaat straalde van blijd schap. Kleine Leni, hief geld is niet weg geworpen, _zed hij, toen hij den kun- slbemiaJar diens honorarium overhan digde. Die jonge man stond in gedach ten verzonken met den blanken tha ler in de band. Nu dacht 'hij erover ma, wat bij wel voor den knaap, voor wien bij groot© syimpa'tihie koesterde, 'zou kunnen doen. Spoiedig zou 'Mj dat welen. Bruno hield van "muziek. Vlam riet (had bij zich een fkuit geruiaakt en har monie aspelen Icon hij ook. Een oud instrument bad bij weer in. orde ge maakt. Terwijl bijl daarop nu ©en aardig volkslied speelde, zei zijn klein zusje: De viool klinkt toch veel mooier. Nu die Abater weg is, kan het nog heel lang duren, eer je Glansen de mooi© viool kunt aflko'open. Misschien wed leien jaar. De schilder luisterde en vroeg den louden Peter Hansen, wat dat met de viool was. Toen boorde hij, dat bak ker Clausen een' oud© vioioi bad, wel ke hij voor tien mark willde verkno pen. Dat was een blijde dag in de moe- rashut. Tot laat in den nadut speelde Bruno op zijn viool en beschouwde telkens weer kleine Leni's portret. Op zijn bijizonderen wenseh had de kun stenaar naam eax datum, er onder ge schreven. Fritz Rodemiam, 32 Au gustus 1892". Den blanken f haler had de schilder aaux den grootvader gege ven om er een 1 ijlst om de schilderij voor te koopen... Fritz Rödemiamn was op liet schip geistapt. Het was een zonderlinge ver lichting, waarin hij die omgeving be schouwde. Een breed©, bloedrood© 'streep liep dwars over den bledkbliau- wen hemel en weerspiegelde zich in hef loodgrijze water. D© luctlit was on draaglijk lxeet. De druk van een ïxa- IdJeremd' onweer lag in de' lucht. Maf (en uitgeput schamen, de meaxschen op het schip. Eindelijk was men, waar men wezen moest. Het was Wat koe ler geworden. Een zacht windje waal de uit het Noordwesten. In den blouw- grijzen. either dreef eenzaam en schoon 'de maan, Dij de brug was een o:p- eenhoopkig van menschen. Eer de kunstenaar ©r op verdacht was, stond' hij midlden in 't gedrang voor de •grootte aanplakzuil en las de aanikon- idiiigiing der po'litiie, welke de opmerk-, ■zaauxheid der menigte trok. In Ham- (Buxg was die aliioleaia uitgebroken. Eenige welken later Fritz Roide- maiin, wiiien de vieeselijlke ziekte niet had gespaard, was genezen, maar nog zwak en uitgeput, Nog dilcwijïs luid ihij aan den dag bij de hut gedacht: zonden zijn vriemiden daar gespaard izijn gebleven? Zouden ze zich zeer be zorgd over hem maken? Zioodra bij iwat sterker was, wilde bij hun sobrij- vien. Maai- eer bij dat plan volvo'ea'die, kreeg ixij beatcthf vian daaxgindis. Bru no. schreef hem: Beste meneer Rodjemann! Mijn kleine Lena is gestorven. Ze heeft de cholera gehiald. Gisteren ;s ze begraven. Girootvadier en ik wil len bet liand' veifaten. Het portret en de viool nemen we mee, anders miiebs. lik dank u nog wel voor de isicbiiMerij en de viool. I3!w Bruno. Twaalf jaren zijn sedert verioopen. De jonge schilder vaix toen is een be roemd man .geworden. Niet alleen iux ',t vaderland, maar ook in 't buiten- Hand, vooral in Parijis, waardeert men zijn schMdiersf'ukkeax vol poëzie de een voudige motieven v.an de waterrijke Vlakte. Als Fritz Rioidieimann nieit de streek, waar bij geboren is, doorkruist en studies maakt, 'vinidlt uxen 'lxem ge- woanlij|k in de Fraaxscih© hoofdstad. Op zekeren avond bezocht bij ©en «onoert, dat een zangeres van naiarn raat medewerking van eeax beroemden vioolfvairtuoos gaf. I-lij' was zoo geluk kig geweest nog ©eax plaats op de voorste- rij te krijgen. Naast beun zat een eerwaardige grijisaard. Zijn magere, bevende 'ban den hielden bet programma. Die blau we, sprekende oogeax lazen haastig de •verschillend© nummers ©11 de bleeke ■lippen bewogen zich zachtjes. Waar baid Rioidemann dit gezicht fo'clh eender gezien? Waar en wan neer? De zangeres betrad liet podium. De oude beer scheen slechts weinig be llang te steUNen in baar gezang. Zijn handen bewo<gen zich niet, toen alen ilruii'dle bun bijval betuiigden. Maar nu de violist treedt op. Hier en daar in de zaal wordt er ge- laipplaudasseerh, nog eer bij begint. Hij buigt even, laat dan zijn blik diwalen naar dien. oudlen beer, glimlacht even. Een niet schoon, maar veelzeggend igeilaat, omilijst door korte bruine lok- 1 ken. Nxi rusteen zijn oogen op biet ge- Haat van den schilder nu ©eax haastig, geltijlktijldlig herkennen. Fritz Ro'derniann gtaat onWilileilceu- 'rig op en doet êenige solireden voor- wnarts naar bet podium. Debeide mannen drukken elkaar d'e band,:- Daarop begint Bnumo Iifaa^ien te spe- gramma Sbaiat, doch heel kunstlooze, ©©nvoudige melodieëndie berinnerexi aan d'e oude volUMtiiediereni.Het wa ren. de stukken, die hij eens als rond reizend muzikant voor die deuren dier huizen 'had gespeeld.Een bijvail, die niet wild© eindigen, beloonde hem. Toen die storm wat bedaard' was, trad idle pianist, dlijg de zangeres had bege leid, naar voiren en kondigde aan, dat de kunstenaar thans de nummers zou spelen, die op bat programma ver meld stonden. De grijsaard bad zijn buurman berkend en diens hand ge- vat. Tronen roilden. bern ov©r 't ver- imagend' gelaat; bij. was te ontroerd om aan zijn gevoiel uiting t© kunnen geven. Dit onverwachte weerzien^ Éet- welk bet verleden in hem deed herle ven, bad hem tot in het diepst zijner tóiel geschokt. It Is Iaat in. den avond. De drie miannen zitten in Bruniois salon en -verteJlli1©!"! elkaar wederkeerlg, wiat ze betlieefd hdbben. Op ©en Müeine tafel naast bet groote maainx staat, in eien eenvoudige 'lijist biet nxoittret, dot Fritz op den onvergete] ij ken twee-en-twfiinitigsfen Augustus ge- echdHdieird' beeft. D© kleine bruin© /viool, wiaaroip bij zijn eerste stukken gespeeld en waarmiee bij zijn eerste gelid: verdiend heeft, hangt aan den wand. Hoe Penny verzorgd werd Naar het Engelsch. De dominee streek peinzend d© l'.and om ziin kin en zuchtte Ik wou, dat we Fredierik weer hadden. Hij blad dit reeds zoo vaak tegen Serena gezegd, dat zij geen aanlei ding vond. tot antwoorden, en slechts glimlachend knikte, terwijl ze thee inschonk, waarop hij voortging -. Ik was zoo aaax hem gewoon. Twee schep jas suiker, George' vroeg zijn vrouw, kalm overgaandt'ot de orde van den dag, de vorige week heb ik er maar één genomen. Twee. rnijxx kind. Ik heb wel ge- lozen, dat zoete stoffen die yetvorming bevorderen, en ik heb immers toch ui aanleg tot (zwaarlijvigheid, maar twee schepjes suiker dat kan 'k toch nog wel wagen, niet waar? Zijn vrouw lachte en schoof lxem zijn kopje toe over de- tafel, die met een schaal rozen versierd was. 'n Paar pond zullen je geen kwaad doen, meende zij. Overigens weet ik niet, wat je tegen Drew hebt. Hij is gewillig en beleefd, houdt al les in huis en tuin in' orde en is bij na beter voor zijn werk dan Frede- ■rik, Dab je dien toch mist, begrijp ik wel. Dat spreekt van zelf, als men iemand elf jaar in zijn dienst gehad Leeft. Maar afgezien daarvan is de nieuwe toch eigenlijk nog beter. Er zijn ook të goede dienstbo den, lieve Sciena. eax zoo een is bij, Iiij is uitstekend, ijverig, wat meni van Frederik niet zeggen kon, maair ik kan hem bijna niet bevelen. En idan maakt hij me altijd aan bet lachen. Nu, dat geeft toch niets. Lachen maakt iemand dik, Se rena. Lieve man, je zult nooit dik worden. Je bent banger dan ik, met je slankheid, tegenover mijn Jionderd en vijftig pond. Lach toclx zooveel als jo lust hebt. Wat zegt Drew dan voor vermakelijks 't Is minder wat hij zegt, als boe hij 't zegt. Hij heeft iets zoo komieks ■over zich, dat, ik me al zoovel' verge ten hel), hem 'n paar moppen te ver tellen. En toch is bij niet ongepast gemeenzaam. Ik moet eenvoudig voortaan beter oppassen. Ile'b ilk al twee kopjes thee gedronken? Jawel, en meer is er niet. Dominee Emmons schoof zijn stoel terug en stond op. I-lij was klein en mager, maar toclx steeds bang, da.t zijn nog ©enigszins jongeiiixgsacbü- g© slankheid mettertijd voor zwaan- lijvigheid zou wijken. Die gedachte was 'hem vreesedijk. Serena dacht daarover anders en was tevreden nxet haar sleed® toenemen de zwaarte. Maar de lieer Bmmions nam met schrik zijn toenemende dik te, die overigens geen mensch don hij-«elf opmerkte, waar. Zijn vrouw kwam naar hem toe exx streek hein over 't zachte, grijzige lxaar. Hij legde zijn arm om haar schouders. Z.ij vormden een idieaal- gezih, de flinke, nu kmderlooze men- sclxen. die, als eenige herinnering dat het eens anders geweest was, het kindergaaf op het donpskerkhof over hadden. George en Serena Emmons spraken ïutusschen nog altijd van „Maai©", alsof het gisteren geweest was, dat ze in hun huis terugkeerden om el kaar bij het leege bedje de hand te reiken en te weenen, zoo als men dat •doet, wanneer men dien geheelen in houd van zijn toekomst verloren heeft. Nu leefde hij voor zijn ambt en zijn ^meerite, zij voor haar vele armen, die ze allen persoonlijk lief had. Maar hoofddoel was voor hei den elkaar het huiselijk leven zoo aangenaam mogelijk te maken. De pastori© lag niet aan de straal, maar ais verborgen In den groeten tuin vol heerlijke oud© boonxen. Tus- sclxen de grasperken voerde een recht pad naar het huis. Alles in den tuin groeide- prachtigde hooge sier- struiken stonden elk jaar in vollen bloei en de vogels zongien, bijen zoemden op het mooie plekje grond van het begin der lente tot Ixet einde van den herfst, Achter het huis was d© groot© boomgaard, een waar paradijs voor alle neefjes en nichtjes of bekende kinderen. De aanblik van dteze wel verzorgde bezitting wekte onwillekeu rig den lust tot rusten in dezen van de wereld verwijderde vrede, De man, die dien predikant aan het lachen maakte, sloot dé dêur van de wageaxschuur en 'richtte zijn schreden naar het pad, dat langs het nxet klimop-begroeide terras voerde. Oud V'obriioof'd en de vele plooien bij de ooghoeken, zeker nog niet. Hij was groot, stevig gebouwd on lifep recht op. Zijn diepliggende grauwe oogen hadden een zeldzame, moeilijk te ontraadselen uitdrukking, eax de neer getrokken mondhoeken gaven zijn ge laat iets weiemoedigs. Als bij, zoo als nu, niet werd gade geslagen, keek hij zoo ernstig, dat niemand he.ro den door zijn meester opgemerkten humori'stischen aanleg zou hebben aangezien. Toen de predikant de schreden van zijn bediende op de kiezels hooide, trad hij uit zijn werkkamer op het terras. Hij wilde streng doen, zoo als het. iemand ais hij was betaamt. Klaar vroeg hij kart. Kant en klaar, mijnheer de do minee. Paarden, koeien, voor alles gezorgd, wagen schoongemaakt, tuixi- weirk gedaan, voor vandaag heb ik niie-ts meer te doen dan te eiten, en dat kost weinig tijd. Daarna zou ik gaarne voor mij uitgaan, als ik mag. Om half eilf ben ik wieer terug. Natuurlijk kun je ©en vrijen avond krijgen. Maar Fredierik kwam altijd veel vroeger terug. Er is hier werkelijk niets te doien waarvoor j© zoo laat behoeft weg te blijven. Tot tien uur dat is tijd genoeg. Dat gaat niet, met dien besten wil ter wereld, dominee. Ik wou naar Huilrybua'g, eax d© trein komt eerst om tién uur twintig weer 'hier plan. Zoo, dus in Hurryburg zat de aantrekkingskracht. Daar steekt ze ker een dame achter De dominee zweeg, voorhoofd-fron- send. Biigienlijk had hij deze sedert, kort gevoede verdeaxkang niet willen uiten. Dat heeft mijnheer dei dominee juist geraden, antwoordde Drew met een eigenaardig lachje, als men een geheelen dag gewerkt heeft, is het een genoegen, zich netjes te kleeden en dan een uurtje in het gezelschap van een vrouw door te brengen. Zeer juist gedacht, loofde de oude heer, die steeds solide paren wel genegen was. Beter d'an bier drin ken. Goeden avond, Drew. Anton Drew kleedde zich in zijn ka mer boven d© wagenschuur ©n ging dan snel weg'. Als 't maar niet gaat regenen, dacht hij, bezorgd naar den bewolk ten hemel opkijkend. Den volgenden morgen kwam hij haastig de woonkamer binnen. Buiten in den tuin is ©en klein meisje, dat verdwaald schijnt, meld de hij kort. Weggaan wil, het niet en wat het zegt kan ik niet verstaan. Wat moet ik nu doen Vooreerst het binnenbrengen, riep Serena, ik zal het kind wel ver staan. Het is zeker van het hotel hierheen gekomen. Drew ging, kwam spoedig terug©n schoof met een niet al te beminnelijk „Daar is zeeen klein, bruinoogig meisje nxet blonde haren naar bin nen en verdween d'an weer. De domine© zond hem een afkeu renden blik na.. Lief popje, kom ©ens 'hier, riep rneivrouw Serena, zich niet moeite neerbuigend en de; armen uitbrei- demd. Hoe heet je dan D© kleine kwaan gehoorzaam nader en liet zich omarmen. De oud© man streelde haar blonde hoofdje. Zij scheen noch schuchter, noch bang, maar glimlachte en zei iets onver staanbaars. Dat versta ik niet), '.riep de domi nee uit, is het Franseh Neen, zeker niet, antwoordde zijn vrouw beslist. Wat dat voor een taal fis, weet ik niet. Hoe heet 't nieisj© vroeg de do- rnanee nog ©ens zoo lief als hij kon, weet meisje dat niet? Het kind zag de beiden aan en wees dan 'op zich-zelf. Ja, ja, riepen man en vrouw te gelijk, en wezen miet den vinger naar do kleine. Ja, hoe je heet. Penny, .lispelde de kleine vreem delinge. Ach, 'hemelzei de dominee ver wonderd, en zocht, in zijn vestzak. Zoo, hier is ©en penny. Zeg nu ©ens, fee ie heet. Maar biet meisje liet die munt on verschillig vallen en schudde het 'hoofd, dat de lange lokken zwierden. Penny, herhaalde zij, en wees met beide handen op zidhzelf. Dut is haar na aan, riep mevrouw Serena. Ga eens in de andere kamer. George, en roep haar. De dominee deed dit. De klein© wendde zich dadelijk om, klapte in .de handjes en liep naar hem toe. Mevrouw Serena sloot haar op nieuw in de armen. Nu zullen we er gauw uitkrijgen wie zij is, meende zij blij. Maar dat was ©en dwaling. Na ©en uur gaf zij haar pogingen ontmoe digd op. Behalve „Penny" was ©ruit de kleine geen verstandig woord te halen. Hierop zocht Drew dien gehee len dag naar de verwanten van het zeer goed gekleed© kind. Maar bet scheen wel als uit de lucht gevallen, niemand had liet ooit te voren gezien. Het echtpaar moest de kleine wei dien nacht in ihuis houden. M'aaa' den volgenden morgen ver klaard© de predikant Wij moeten advertenties plaat sen, Drew, span in, 'ik wil naar Hur- rybuirg. In alle groote bladen van.de streek moet d© advertentie. Tot het afgehaald wordt, biijft het kind na tuurlijk hier. Ook cleze .stap b'leef zonder uitwer king: vijf weken verliepen, maar niemand nxeldde rich aan. Toen daardoor kleine Penny's verblijf voortdurend gerekt wyud, merkte de heer Emmons ten slotte op De geschiedenis is toch zeer raadselachtig, Serena. En geen stuk van haar goed is gemerktdan is alles zoo fijn en •mooi, als voor ©en prinsesje. Ach George, 't i® het liefste kind, dat ik ooit ge-zien heb, bulten Marie na tuurlijk. Zij is zoo aardig en speelt met Marie's speelgoed en zingt daar bij liedjes, di© ik niet verstaan kan Penny moet ongeveer zoo oud zijn, als onze eigen lieve kleine was, toen of ik kan het niet zeggen lieve George, ik wilde haar zoo gaarne be houden. Haar stem weigeaxle. Lieve kind, wind j© niet zoo op, vermaande haar man. Zeker, ik be- S'rijp, maai' wij moeten bedenken YV at dan Het kind schijnt nie mand op de wereld te hebben. En op gevoed moet het toch worden. Wat zegt Drew ©r van Drew zei de oud© heer op boe zem toon. Die was vandaag zoo ge>- voelloos mij te vragen, of wij Penny ;n 't weeshuis zouden doen, als w© haar verwanten niet vonden. Ongehoord Bedaard, bedaard. Ik bieb hem al op zijn plaats 'gezet. D© man houdt niet van kinderen. Iiij geeft Xxiets om Pienny. In t weeshuis Slechts aanhaar eigen familie zou ik haar overgeven e»i iik hoop dat we .nooit hoor en, wie dat is. Twee maanden moeten we nog wel geduld hebben, vond haar 'echt genoot len verliet dan, zonder er iets bij te Voegen, de kamer. Zeifs drie maanden verliepen na dezen dag, en nog had niemand naar het kind gevraagd. Mevrouw. Serena bewaakte 'en verzorgde de kleine goed, terwijl 'haar angst, ze te moe ten verliezen, steeds minder werd. De volgen de week ga ik haar on derrichten, verklaarde zij eindelijk. Voor wat .ze zoo terloops opneemt ben ik niet verantwoordelijk maar lxaar moer dan strikt noodig was va,11 onz© taal te loeren, durfde ik tot nu toe niet. 't Was den ouders misschien niet naar den zin geweest. Maar nu moet ze behoorlijk Engeisch leer-en. Den volgenden morgen stapte de dominee naar zijn knecht, die inden tuin aan het houthakken was. Het spijt mij, Drew, zei hij afge meten, maar wij moeten scheidien. De aangesprokene dreef zijn bijl in ©en blok hout eax wendde zich vlug- om. Zeer goed, mijnheer de dominee. Ik heb rnijin uiterste best gedaan, -maar ii'k merkte al lang, dat u niet over mij tevreden waart. Dan is het maar heter, dat ik ga. Tegen j,e persoon heb ik eigen lijk niets Drew, maar wij wilden liever iemand nemen, d®e wat van tenderen houdt. Wij hebben n.l. be sloten, de kleine Penny te behou den, en daar je Hij zweeg getroffen het wezen van dien andere was geheel veranderd. Hij wisselde van gelaatskleur, haalde diep adem en kneep de handen sa men, ais wilde hij zich nxet geweld bedwingen. Goede man, zei de dcminiee ver goelijkend, ik wilde je niet bel-eedte gen. Maar Gelukkig, ontsnapte den met alle kracht naar zelf-bedwaxig pogende mijn Penny, mijn lief, eenig kind, is verzorgd. Zijn langjarig© praktijk -als predi kant had den heer Bm-mons geleerd, in menschenharten te lezen. Iiij zag, idat hier meer was, dan zi-ch aan den oppervlakkigen beschouwer to-onde. Kom, zei hij mild, ©n voerde" hen) naar de schuur, hier kunnen we- ongestoord praten. E11 daar, op 'I. frissche, geurige hooi gezeten, vertelde Anton Drew zijn geschiedenis. Dominee, begon hij, ik hel) u d©n gehee l en tijd bedrogen. Van bekoop- ben ik kavalcterkoiniek en zanger en heb ©en go-eden, welbekenden naam. Mijn vrouw -was ©en Engelsche, en heeft zich als gouvernante door het leven moeten slaan. Zij was veel te -goed en te fijn voor mij, hoewel ik uit een geachte VermoiUscbe familie stam. Maar ik was zoo'n soort mis lukt© zoon, altijd op circusvoorstel-- lingen ,en dergelijke dingen uit, en zoo liep ik van 'huis weg, toen vijf tien jaar was. Ik kwam toen goed vooruit., en toen ik mijn Penelope leerde kennen, ontbrak mij niets meer. Nu had i;k weer eien tehuis, een plek, waarop ik behoorde, en ik. had nog- slechts dezen wensehzoov-eel te spa-ren, dat ik -een huisje kon koo p-en ;en daarin blijven. Dat zo-u me ook gelukt zijn, want we hielden aar dige sommetjes over. Maar no. twee-' jarigen echt stierf mijn vrouw. Arm© k-erel U-it de stem va'n d'eux do-mine-e- klonk barteli'jlk© deeïuic-ming. Toen Penelop e- voel diet dait het met, haar na-air 't ©inde li©p, vroeg ze ..Airafcoh, beloof nxii. dal te- de kleine! hij: die beste mensehen, dik je vindien kunt, doet." Ik 'befo het lua-a.r geizwo- ïetn. Niiet waar, dominee, u zult mè' h&lp-eai, mijn eed te houdetn-, en voor' bet atOrri'© mnediemlooze Itindi zoipgeh Alsof bot mijn ei-gcax was, verze kerd de predikant, vertel nu ve-rder. Nu stond ik wce-r altoen in de wereld, nxet een beroep, dat -mij vani ide eene stad naar die andere1 dreef, en een kind van 8 maanden. Nu is ze bijna vier jaar oud. Even oud' ais onze Manie toen ze: stierf, fi uist-eMe die pneidilkaimt nauwe lijks hoorbaar. Eerst dacht ik dial ik van vera dri-eit en van zong om dl© kleine het verstand zoiu verliezen. Van hindlec-; verzorging wist ik .niets ik wist] slechts, dat z-oo'n wormpje veel hulp en oppassing- nooidig heeft. Een collega, vertelde mij vaar een brave Noomstóbei familie, die gaarne een kind wilde verplegen. Ik gaf toen. Penny aan lien, oive-r. De mieaxschen fipralk-en jeen woord Eng.elscb, maar dat was voor rn!ij-n klein© g&eax be zwaar eax vo-or mij ook niiet. Aha.zei die domdmeie-, Noorsch bieb ik nooit geleerd. Drew glimlachte. We n-oe-mdte-m de kJ-étAn© Penny eit' lioha-1-ve dit ©en© woord verstond ze, tot. nu toe Weinig van haar moeder taal, Daarom wa.s heit zoo gemakken lijk, baar voor een vre-ennd© te laten -doorgaan. Mij zag ze zeld/eax, en ze zal. m© wel. niet van -de een© tot de ander© maal onthouden be-bben. Op den duur kó-n hot ©cb.ter zoo niet, ©n veeids lang óverlegde ik, wat er later van worden moest. Toen nu deu vorigen winter het echtpaar, daar d© vrouw ziek werd, besloot naar Europa terug te kee-ren-, vond tic. dia* W. up) nanny in ©en andere, bescliaafdleire omgeving te brengen, ©n- begon daarnaar onx te zien. Eenige weken later speelde onze troep in IJuirrybuirg. Den Zondag waarop we zo.udien afrei-zen, omtlspooJ-i de- er een- goederentreinbiet spoo-r- wegverkee.r werd geiStnarndi, en we mo-öst-cax wei tot Maiandag blijven. Ik maakte van hiet hieerlijke w.e©r ge-' i bruik, om met Guo Wemer, oixzen; tweiedlen. komiek, een tochtje in het land, te maken-. Zoo kwamen we hiiier in: FayyOle, m zioodra ik uw luuis zag, dacihit ik „Hier zou ik mijifj klleiue wijten hebben." Zonder mij lang i© bezinnen liJet ik h-e-t rijtuig slil-lioudie-n en sprong er uiit. „Zoo",.] zeti ik, „ik wil hier eein® kijken-. Rijil jij dloo-r, en over een ba Hf uur komen we bier weer bij ellkaar." Wat ik di-geuiliik dloen moest, .ways m© nic-t d'uteleliik, maar ik openid-e- hle-t hekj h-eip h©t tuinpad op ©n onxt'dielcte ach-j ter-in- op d© bank naast dien. paa rden- istail ©en langen, roodhanigen man, j die -op z'n genxaik eien pijpje rookt©. Frederik, riep die dominee. Ja, dat was Frederik. Ik begjn oen gesprek met biean, ©a) Iiij prees zijn nxoeister en meesteres voortdu rend), wat mijn verlangen, liet kind daar verzorgd tie ziiem, versterkte. Waarde vriend, zei ik, vlug be-j sloten, -ik wilde uw plaats hier -in nemen. Voor hoevec-1 wilt gij z© mij afstaa-n Di© is niiet t© koop,, lachte hij.' Ik Werk allleien voor do-mimee- Em mons. Overigens, wa-t had je er aan 1 Je kent hiet werk toch. niet. Ik verteld© We-m, dat ik tooiieel- speler wa.s. ziek el ijk, en dla-t ik op raiadl van. deax dokter naar niet te zwaiar w-erk buiten, zoo mogelijk bij rdet te streaxg© l-iied-eni, xn-o'est om- zien. Ik vertel d'e- hlenx een handig ver- j haal, maar er biieip niets aan. Zijn meester kon heaxi niet mftssen,. Toen- zei ik lxem de- ware redlen. Hij 11 istierdl© opletteaid toe, dan sprong hij 1 op en scihnd'die mij die hand'. Top riep hij. Ter wille viain het kleun© meisje wil ik het dlocai, ik houd 1 veel vaai kleine meisjes. Wii spraken allen af en Zoo, daarom ils FredëriOt w-egre- g'aiaini De zaohite, blauwe oogen van den dominee waren achter dien bri'l groo- ter en- gr00ter van verbaaing gewor- j dle-n., Ja, hij ging, en ik kwam in- zijn j -plaats. Ik had gezorgd, dait mijn c-ontract niet doorging -en had in dien winter ee-rst een. betrekking bij e-en stalhouder, dan een. bij een tuinier o.angenomon, vervolgens op een boer derij boteren, melken en alle andere op het land voorkomiende werkzaam heden gieili^/eaidIlk wals dius daarna 1 v.©Ivoor mijax betrekking geschikt. De Noreai reisden af, en Penny kwam met .een o-uden bloeidverwant v'an Se- nen voai' eeax paar maand©n na-ar Hurryburg. Twee m-aa-1 per week be zocht ik ha-ar diaar, tot o-p den avoaxd, dat ik hia-ar hier bracht. Dien nacht sliep zij iai mijn kamea- en ik zat tot den morgen aan Tiaar bedje en ba.d om het gelukken van- mijn plan. Lieve hemel, riep de dominee, wat een omwegen voor zoo'n .eenvou dige zaak 1 Een- vraag, zei Drew ernstig. Had! u luet kind opgenomen-, wanneer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 12