hand. Ze wist zelf niet, wat ze toen
gedaan had, to-t ze 't idee kreeg om
ons te gaan halen. Het huis lag zoo
afgelegen, dat niemand iets kon ge
boord hébben.
Ik Stad 'i zien aankomen, zei ze
als in een droom, hij hield niet meer
van mij, hij wou me niet eens meer
ibij zieh hebben soms, ik zag hem)
langzaam zoo vreemd (worden, met
zoon wilde blik in zijn oogen, en ik
kon er niets aandoen, niets meer.
•Ik was nog versuft als van een
plotselingen slag en ik herinner me
niets van den langen tocht in 't don
ker. Maar ik zal nooit vergeten zoo
als we Heldar op zijn kamer zagen,
aan tafel zittend en de oogen ons
aanstarend, juist alsof we hem een
bezoek kwamen breng! en, zoo als in
vroegere dagen, maar met een star
ren glazigen blik. Wc stonden een
oogenbltk stokstijf, niet bij machte
ons te bewegen, Raders uitte een
paar krachtige vloeken. Niets is zoo
rijk aan uitdrukking als een vloek.
Vooruit, zei hij toen, ruim die
Ilesschen op. Er staan er heel wat.
Arme bliksem Wij zullen de kas op
maken. Maar wacht, hier is een brief
aan mij.
Hij zag hem even in.
Acht honderd gulden te kort,
fluisterde hij.
Ik weet het, zei Betsy, er was ook
een brief aan anij. Ik (heb ze er bij ge
legd.
Ben je gek? "t Is kranig van je.
Bels, maar dan houd je immers zelfs
niets over?
Ik heb genoeg om naar huis te
komen.
Hoor eens, Bets, wij leggen het
tekort bij.
Neen, ik had meer recht op hem
fctan u.
Heel goed, maar dan trek ik
mijn handen van de zaak af en dan
is "t mijn plicht de politie te waar
schuwen.
Dat zal je niet doen.
Re verzeker "t je. Komaan, Bets,
je hand er op?
iBetsv gaf met weerzin haar hand.
Mooi. Nu heb ik een idee. Er '13
hier van nacht ingebroken. Heldar is
wakker geworden, en de dief heeft
hiem doodgeschoten.
Hoe (Wil je dat dan dioen? vroeg
ik.
Komaan, we hebben Sherlock
•Holmes gelezen. Jij loopt even naar
buiten, door den tuin, klimt tegen dit
raam op, drukt de ruit in en kruipt
naar binnen.
En nu volgde er een schril-komi-
sdhe scène. Ik klom door het raam
naar binnen, zelf even lachend om
't ,idee, dat ik nu lals inbreker fun
geerde. Intussdhen hadden Raiders
en Betsy het lijk van Dick op het hed
gelegd, en het bleeke bebloede gezicht
staarde mij aan, terwijl ik naar bin
nen sprong.
Drink eens, kerel, zei Raders, je
iziet er zelf uit als een lijk. Ziezoo, nu
loop je naar de brandkast. Mooi,
voetsporen op 't kleed. Voetsporen
zijn onmisbaar bij een inbraak. Maak
een paar krassen op het slot van de
brandkast. Goed zoo. Nu moeten we
de revolver nakijken. Rick heeft
niet geschoten, volgons onze fictie.
■Dus deze loop moeten we weer laden.
(Een inbraak is gauw georganiseerd.
En nu, ©ets, zullen wij weer
verdwijnen. Op dit moment is ,do in
braak gebeurd. Jij gaat nu de politie
waarschuwen, en komt ons halen. We
kunnen dan verklaren, dat we den
toestand zoo gevonden hebben
want we behoeven niet te (zeggen, dat
we hier al eerder geweest zijn. Jan,
we zullen een 'brief aan Dick's moe
der schrijven, dat haar zoon is geval
len als slachtoffer van zijn plicht, op
•het veld van eer. Dus jij komt ons
'achterop? Tot straks!
Wat een beroerde comedie moe
ten we nu spelen, zei Raders.
En wat ds 't heelemaal een be
roerde geschiedenis. Wat 'n kranige
tmeid. hè? We zullen haar zien te hel
pen och, we kunnen er toch niets
aan doen.
Don volgenden dag stond in de cou
rant onder de ..Gemengde Berichten":
„Een verschrikkelijke gebeurtenis
heeft gisterennacht plaats gehad.
(Een of meer dieven hebben ingebro
ken bij den Rijksontvanger te B., met
het doel, de brandkast te openen en
Üe aanzienlijke sommen, die deze be
vatte, te stolen. De ontvanger schijnt
(hen onder hun „werk" verrast te heb
ben, waarop de dieven hem in hun
angst hebben doodgeschoten. De moe
dige ambtenaar is gevallen als slacht
offer van zijn plicht. Het gerecht doet
onderzoek.
(Ned.)
De macht van het geld
In de vijfde Avenue te New-York.
'De oude Antoon Rockwell, een vroe
gere zeepfabrikant en millionair in
de zooveelsie macht, zag uit het ven
ster der bibliotheek van zijn prachtig
huis. Hij grinnikte toen hij zijn buur
man van rechts, het aristocratische
ltd van de Suffolk-club, uit zijne wo
ning zag komen om in de gereed
staande automobiel te slappen. Zoo
als gewoonlijk trok deze daarbij zijn
neus op, toen hij het Italiaanséhe Re-;
naissancs-paleis van den zeepfabri
kant in het oog kreeg.
Wacht maar, oude ledigganger,
bromde de ex-zeepkoning voor zich uit
Toekomenden zomer zal ik mijn pa
leis rood-witrblauw laten schilderen,
dan kunt ge uw Hollardschen neus
nog een beetje hooger in den wind
steken!
Antoon Rockwell, die volstrekt niet
van bellen hield, ging naar de deur
en brulde als eens in de Kansas-prai
riën:
Bill!
Onmiddellijk verscheen een knecht.
Zeg aan mijn zoon, dat hij bij mij
komt, vóórdat hij uitgaat.
Toen de jonge Rockwell de biblio
theek binnenkwam, lagde de oude
(heer zijn dagblad weg en probeerde
aan zijn dik rood gezicht eene vrien
delijke uitdrukking te geven. Met zijn
i03ne hand streek 'hij door
zijn grauw haar en met de andere
speel'de hij in zijn zak met eenige dol
lars.
Richard, wat betaalt ge voor uwe
toiletzeep?
Richard was nauwelijks een half
jaar van de kostschool terug en ken
de dus papa's buien nog niet; deze
had van die wonderlijke en dwaze in
vallen als een onervaren jong meisje.
Ik geloof zes dollars voor het do
zijn.
En voor uwe kleeren?
Gewoonlijk een dollar of zestig.
Ge zijt een gentleman, verklaar
de de oude heer met nadruk. Ik heb
gehoord, dat de jongelieden tegen
woordig vier en twintig dollars voor
een dozijn stukken zeep betalen en
Over de honderd voor een „nieuw
costuum". Gij hebt zooveel geld te ver
teeren als een van hen en toch doet
ge niet mee aan die overdaad en ver-
spilierij. Zie, ik gebruik nog al
tijd maar de oude Eureka, niet zoo
zeer uitgewoonte of aanhankelijkheid,
maar omdat het de beste zeep is.
Wanneer men meer dan een halven
dollar voor het stuk betaalt, dan be
taalt ge maar slechte essences eu
etiketten. Een halve dollar is genoeg
voor een jongen van uwe positie. Ge
zijt dus een gentleman. Sommigen be
weren, dart er drie generaties noodig
zijn om er een te maken!... Maar geld
•maakt ze óók, zoo goed als zeep
schuimt. Gij zijt er oo'k al een gewor
den. Ook bij mij heeft het geld bijna
(hetzelfde gevolg gehad. Ik ben ten
minste even gezet en deftig als de bei
de oude knicker-bookers links en
rechts, die niet meer slapen kunnen,
omdat ik tusscheu hen in ben geko
men.
Er zijn echter van die dingen,
die men door het geld niet in orde
krijgen kan, merkte de jongeling be
droefd op.
Kom, zeg zoo iets toch niet, viel
de oude hem in de rede. Ik verwed er
al mijne dollars tegen. Ik heb het
woordenboek tot letter Z doorgelezen
en niéts gevonden, dat ik niet voor
geld zou kunnen koopen. Noem eens
iets, dat men niet koopen kan.
Om maar iets te noemen. Voor
geld kunt ge u zelf geen toegang koo
pen in besloten aristocratische krin
gen.
Zoo kunt ge dat n iet'Monde rde
de oude heer vertoornd. Noem maar
eens op, waar hier uw besloten aris
tocratische kringen zouden zijn, wan
neer de eerste Astor geen geld gehad
hcid, om zijne tusscihendeks-passage-
biljet te betalen.
Richard zuchtte.
En daarop wiilde ik juist komen,
•ging papa een beetje minder hevig
voort. Daarom liet ik u bij mij komen.
'Ik heb reeds veertien dagen lang ge-
(rnerikt, dat er iets niet in orde is.
Vooruit er mee. Ik denk binnen dj
nier en twintig uren een elf mlllioen
dollars voor mij op tafel te kunnen
hebben, nog buitjn de onroerende
goederen natuurlijik. Wanneer u wart
-aan het hart mankeert, dan heb ik de
„Rambler"' in mijn haven liggen en
die kan u binnen twee dagen naar de
Bahama-eilanden brengen.
Hm, antwoordde Richard, ge
hebt het bijna geraden.
Zoo, kwam Antoon nieuwsgierig
vlug tueschen beide, hoe heet zij dan
iwel?
Besluiteloos stapte Richard heen en
weer. Onder zijn ruw uiterlijk ver
borg zijn vader veel liefde voor hem,
hij zou dus best zijn geheim kunnen
toevertrouwen.
Maar waarom vraagt ge haar
dan niet, ging de pude voort. Ze zal
u onmiddellijk in de armen vallen.
Gij hebt geld, ge ziet er goed uit en
zijt een aardige kerel. Uwe handen
•zijn friscti en zuiver; er kleeft geen
Euröka-zeep aan. Ge zijt op een uni
versiteit geweest, enfin, daar zal ze
niets om geven.
Ik heb tot nu toe nog geen kans
gehad...
Dan maakt ge er een! Noodig
haar uit voor een rijtoerfcje in het
park, of ga eens met haar mee uii de
kerk naar huis. Kans, gelegenheid!...
Bah!
Ge kent de machinerie van onze
maatschappij niet, papa. Over ieder
uur, iedere minuut van haren tijd is
al lang beslag gelegd, reeds dagen
van te voren... Ik moet dat meisje
•hebben, papa, anders wordt het leven
me hier eene hel. Schrijven kan ik
niet... neen, dat kan ik niet...
Papperlapappa.pl kwam de oude
heer er tuissdhen. Ge wilt toch niet
bewenen, dat gij met al uw geld niet
eenige uren van den tijd van een jong
meisje koopen kunt?
Ik heb te lang uitgesteld. Over
morgen gaat ze naar Europa om rlaari
twee lange jaren te blijven. Morgen
avond zal ik ze misschien eenige mi
nuten alleen spreken. Zij is op 't 00-
genblik te Larchmont bij hare tante.
Daar kan ik niet heen gaan, maar
men heeft mij de toezegging gegeven,
dat 'k bahr morren-avond aan h«t
groote station zou mogen afliiaten;
trein 8 uur 30 komt ze aan. Wij rij
den langs den Broadiwav naar hot
Waliackstheater, waar hare moeder
en verschillende andere familieleden
•haar an eene loge wachten. Denkt ge,
dat zij in die enkele minuten, die wij
•onder zulke omstandigheden te za
aien zijn, eene liefdesverklaring van
mij zou willen aanliiooren? En wat
voor gelegenheid heb ik daarvoor dan
in het theater en later nog? In het ge
heel niet meer. Neen, papa dat is de
•knoop, die niet met een zilveren
zwaard kan worden doorgehakt. Wij
kunnen geen tijd koopen. Was dat
zoo, dan zouden de rijke menscihen
wel langer leven. Ik heb er geen hoop
op met juffrouw Lantry te kunnen
spreken vóór zij vertrekt.
G/oed, goed, (Richard, zelde de
oude Rockwell. Gaat gij maar rustig
naar uw club. Ge zegt. dat ge mot
geld geen tijd kunt koopen? Natuur
lijk kunt ge er geen leven voor koo
pen. Dat is duidelijk. Maar ik heb het
wel meegemaakt, dat de tijd struikel
de over hindernissen, die hem in den
weg werden 'gelegd.
In den loop van den avond kwam
tante Helena, eene vriendelijke, ge
voelvolle, oude dame hij haren broe
der Antoon, die juist zijn avondblad
las, binnen en vertelde onder zuchten
Richard's smart.
Hij heeft het mij -al gezegd, ant
woordde haar broeder geeuwend. Ik
zeide hem, dat al mijne banknoten
te zijner beschikking stonden, maar
hij wil van geld niets weten. Hij
meent, dat geld hem niet kan helpen.
Ach, Antoon! viel tante Helena
zuchtend in, wanneer ge toch niet
zooveel aan geld dacht. Rijkdom
ispeelt bij echte liefde geen rol: de
liefde is almogend. Onzen Richard
heeft zij echter geen geluk gegeven en
nu is het te laat, vrees ik. Hij zal geen
gelegenheid hebben met haar te spre
ken. Al uw geld kan Richard, uw
zoon, geen gelulc geven.
Den volgenden avond, om 8 ure.
kwam tante Helena weer binnen en
ging naar Richard. Uit een oud door
motten doorgevreten taschje nam ze
een ring en gaf dien aan haren neef.
Draag hem dezen avond Richard,
zeide zij. De ring is van uwe moeder.
Die brengt geluk aan in de liefde. Zij
verzocht mij dien u te geven, wan
neer gij een meisje zoudt hebben ge
vonden, dart gij oprecht zoudt lief
hebben.
De jonge Rockwell nam vol eerbied
den ring aan en probeerde hem aan
•zijn pink te steken, maar hij kon
hem ternauwernood tot aan hert twee
de lid krijgen. Ondanks alle moeiten
ging de ring niet verder; hij stak hem
daarom in zijn vestzakje. Telefonisch
bestelde hij toen een huurrijtuig.
In het station kwam juffrouw Lan
try 'hem juist op tijd al tegemoet.
We moeten mama en de ande
ren niet te lang laten wachten! zei ze.
Onmiddellijk gehoor gevend aan
dien wenk, riep Richard tot den koet
sier:
Naar Wallack-theater, zoo gauw
als ge rijden kunt.
Zij vlogen de 24e Avenue langs,
den Broadway op. Juist zouden ze de
25e Avenue inrijden, toen Richard,
die met zijn ring had zitten spelen,
den koetsier toeriep even te stoppen.
Ik hél) mijn ring laten vallen;
reide hij verontschuldigend, en sprong
uit het rijtuig. Ik kreeg hem van
mijne moeder en zou hem dus niet
gaarne verliezen. Het is maar één 00-
genblik, ik zag hem vallen.
In minder dan een oOgenblik stapte
hij alweer in. Maar tegelijk was
een groote, zware meubelwagen, die
slingerend door de straat reed, vlak
voor het rijtuig blijven staan. De
koetsier probeerde links langs den wa
gen voorbij te rijden, maar een an
dere kar versperde hem daar den
weg. Dan trachtte hij rechtsaf te hou
den maar van dien kant versperde 'n
groote sleaperskar den doorgang, hij
probeerde achteruit te rijden en om
te draaien. Maar ook dat was onmo
gelijk. Het rijtuig was door een heele
macht karren, wagens en voertuigen
van allerlei aard geblokkeerd.
Het was een van die verstoppingen
zooals ze op drukke verkeerspunten
•in groote steden herhaaldelijk voorko
men en daar gedurende langer of
korter tijd het heele verkeer doen stil
staan.
Waarom rijden wij niet door?
vroeg juffrouw Lantry ongeduldig.
We zullen te laat komen.
Richard stond op en zag oin zich
heen. Hert was bijna een stortvloed
van karren en wagens; stootwagens,
meubelwagens, sleeperskarren, aller
lei voertuigen, zooals ze langs den
Broadway en de avenues zich voort
bewegen. En voortdurend kwamen
van alle kanten er nog nieuwe bij,
die de verwarring steeds grooter
maakten. De oudste New-Yorkers on
der de duizenden toeschouwers, die
de straat vulden, herinnerden zich
niet ooit zoo eene verstopping te heb
ben gezien.
Het spijt me wel, zegde Richard,
toen hij weer we? gaan zitten, maar
het schijnt dat wij heelemaal geblok
keerd zijn. Binnen een uur kunnen
wij uit de versperring niet loskomen.
Ik maak u wel mijne verontschuldi
gingen. Als ik dien ring niet had la
ten vallen, dan...
Laat mij dien ring eens zien,
zeide juffrouw Lantry. Als er nu toch
eenmaal niets aan te doen is, zal ik
mij er maar niet bezorgd om maken.
Toon eetstukken rijn dikwijls toch
dom. is 't niet?
Om elf uur weid er zacht aan de
deur van Antoon Rockwell geklopt..
Binnen, riep Antoon, die in een
rooden ihuisfrak een boek met roo-
versavonturen te lezen zat.
'Als een engel met grauw haar
zweefde tante Helena de deur binnen
en naderde haar broeder.
Antoon, zij zijn verloofd, zeide ze
op haar liefsten toon. Zij heeft be
loofd met onzen Richard te zullen
trouwen. Op den weg naar den
schouwburg, raakte ze in een varsper-
ring van wagens en het duurde zeker
twee uren voor ze weer konden ver
der rijden... Nu ziet ge eens, waaide
broeder, ge hoeft niet meer te pra
len op de macht van uw geld, hoor!
Een klein symbool van de echte, eeu
wige, onbaatzuchtige liefde, een klei
ne ring, was de oorzaak dat Richard
zijn geluk vond. Hij liet hem op straat
vallen en stapte uit om hem weer op
•te rapen; maar vóór zij verder kon
den rijden, zaten zij vast. Hij sprak
met zijne vriendin en wist haar hart
te veroveren. Geld is slijk in verge
lijk met de .echte liefde.
Heel goed, zeide de oude heer.
Ik veitheug mij dat de jongen zoon
geluk en zoo'n succès gehad heefi. Ik
zeide hem, dat ik gieen kosten zou
sparen wanneer...
Maar Antoon, wat heeft geld nu
met die geschiedenis te maken?
Zeg Helena... De roover uit mijn
(boek zit iop 'b oogenblik vreeselijk in
de klem. Het is verbazend boeiend.
Zijn schip is lak gestooten en hij kent
de waaide van hert geld veel to goed
om het te laten zinken. Laat mij nu
dat hoofdstuk gauw uitlezen.
De geschiedenis zou hiermee ge
ëindigd kunnen zijn. Maar om der
waarin eidsvilLe moeten wij er nog wat
op laten volgen.
•Den volgenden dag belde een man
met roode werkhanden en een groo-
<ten kakelbonten doek om zijnen hals
aan het paleis van Antoon Rockwell;
hij weid onmiddellijk in de biblio
theek (gelaten.
Ah, liet Rockwell hoeren, terwijl
hij zijne portefeuille uit zijnen zak
haalde, 't Was een heele versperring,
hé! Maar laat nu eens hooren, Kelly.
Ik heb u vijfduizend dollars baar
geld meegegeven.
En dk gaf daar nog driehonderd
dollars uit mijn eigen zak 'bij, viel
Kelly hem al in de rede. Ik moest de
vastgestelde som wel overschrijden.
De expres-wagens en de cabs kreeg ik
bijna allemaal voor 5 dollars, maar
voor de meubelwagens en tweespan
nen moest ik wel 10 dollars neerleg
gen. Gok de motorbussen eischton
tien dollars en een beladen vrachtwa
gen zeifis wel twintig. De politieagen
ten hebben mij nog het ergste gesnut.
twee van hen moest ik vijftig dollars,
één ander twintig, nog één vijf en
twintig dollars uitbetalen. Maar is al
les niet fameus gegaan, M. Rockwell?
Jammer, dat Breddy er niert hij was,
die zou van ergernis 'groen en geel
zijn geworden. Maar ik 'had ook eene
algemeene repetitie gehouden. De ke
rels .waren juist op de seconde ge
drild. Twee uren lang kon er geen
muis doorheen, mijnheer.
Driehonderd? Daar hebt ge ze,
Kelly. Uw duizend en de driehonderd,
die ge mij hebt voorgeschoten. .Maar
ge veracht het geld immers, is het niet,
Kelly?
Ik? Ik zou den kerel, die de ar
moede uitgevonden heeft, wel willen
vermoorden.
Toen Keliley reeds op den drempel
stond, riep (Rockwell hem nog terug.
Hé, Kelly, hebt ge in Ihet ge
drang niet een kereltje gezien met
vleugeltjes en een pijl met boog?
Neen, meende de gefopte Kelly.
Als hij er zoo uitzag, als ge zegt, dan
zou de politie hem wel onmiddellijk
meegenomen hebben.
De onde heer Rockwell lachte echt
vergenoegd.
Vaarwel, Kelly!
Een dag op
een stembnreau.
I-Iet is halfacht in den morgen. Voor
d'i openbare gebouwen, die aangewe
zen zijn, om als stembureaux te die
nen, begint zich eenig leven te vei*-,
toonen. Voor de deuren verschijnen
reeds mannen, gewapend met borden,
waarop in chocolade-lettors de namen
der „béste" candidaten prijken. Ook
verschijnen reeds andere gedienstige1
geesten met onheilspellende bundels
papieren, kaarten en kaartjes, waarop
laatste raadgevingen, laatste aanwij
zingen aan de .kiezers voorkomen. Ook
komt de Amsterdamfeche politieagent
post vatten voor de denr, om desver
langd met den sterken arm de orde te
bewaren.
Al heel spoedig encanailleeren zich
d-. dienende geersten der politieke vij
anden en zij zijn heel spoedig in
drukke gesprekken gewikkeld, waarin
alles besproken wordt, behalve po
litiek. Dat laat hen ten eenenmale
koud. Reeds een enkele kieslustige
kiezer verschijnt, doch mag het oord
zijner wenschen nog niet betreden,
omdat de klok het achtste morgenuur
nog niet aanwijst, In dat geluksoord
bevinden zich reeds de drie mannen,
die door de vroede vaderen aangewe
zen. zijn, om vandaag de honneurs
waar te nemen. Zij tellen de stern-
kaarten en vinden er geen fouten in.
Alles wordt klaargezet de tafel is
gedekt het feest kan beginnen
Acht uurDe drie leden van het
bureau zitten statig achter de groene
tafel, ieder gewapend met hun krant.
De klok is nog niet koud of de eerste
stemlustige verschijnt en met hem de
opnemers". Die blijven rustig achter
het hek. Zij zijn gewapend met pa
piertjes. met bloc-notes of iets dere-c-
lijks en komen daar om te noleeren
d nummers der personen, die van
hun stemrecht gebruik maken.
Zij rooken reeds zware sigaren en
hebben pakjes bij zich, did hunne
twaalf-uurtjes bevatten. Eerst kijken
z> elkaar eenigszans wantrouwend
aan doch, volgend het voorbeeld
van de mannekes buiten, zijn ze ook
spoedig de beste maatjes. Zij spreken
ook niet over politiek zij wikken en
wegen niet de kansen van „hunne"
candidaten. Zij „werken" daar voor
een vastgesteld honorarium, dat ge
woonlijk een rijksdaalder per dag be
draagt eene belooning, schraal ge
noeg voor een negenurig verblijf in
een ongezellig, rookerig en gelukkig
tochtig lokaal.
Even later verschijnen de kopstuk
ken uit 'het verkieaingswerk. Met ar-
gus-oogen (speuren zij of hun „opne
mer" aanwezig is geven hem beve
len en raadgevingen en verdwijnen,
cm elders hetzelfde te gaan doen. Zii
zijn zenuwachtig. Ontmoeten zij eeu
concurrent, dan houden zij zich kalm
ei groot en trachten nog 't een en
ander te ontdekken, dat hun van voor
deel kan zijn.
Een geratel van wielen verraadt da
aankomst van een kiezer. Het is een
welbekend zelfs populair man in
Amsterdam, die vooral bij hetAmstel-
veldbozoekend publiek zeer in eere is.
Hij moet vandaag met trein 8 uur
zc-oveel naar Breda, om daar op de
markt zijne waren aan den man te
brengen, doch maakt eeret gebruik
van een rijtuig, dat de kiesvereem-
ging hem: heeft opgedrongen, en van
hert kiesrecht, dat cle wetten des lands
hom gaven. Vlug' vervult hij zijne
plichten en laat zich, heel deftig, per
vigelante naar 't station rijden.
Tegen negen uur komen de melk
boeren stemmen. Die hebben dan hun
klanten bezocht en gaan nu de stem
bus bezoeken. Sommigen .stappen de
zaal binnen met. het air„ik ben hier
thuis, en ik weet alles 'al, wat ik doen
moert" op het gelaat van andere a
leest men schuchterheid en bij •som
migen zelfs bedeesdheid. Dat zijn .te
nieuwelingen in liet vakHet is hun
zoo goed geleerd, wat zij te doen heb
ber. „je maakt alleen maar twee
puntjes zwart, het zóóveelste en het
zóoveelste, en anders nieten als
zij dn het stemhok staan, clan weten
zo 't nog niet.
Deze manier van stemmen is óf te
eenvoudig, of zo is te moeilijk. Ze kan
ook moeilijk zijn door haar een
voud.
Af en toe wordt ei reeds een 'kiezer
„opgebracht". Die worden steeds ver
gezeld van een propagandist van een
der drie partijen. Deze propagandist
richt zich dadelijk tot den „opnemler"
zijner partij en informeert of 't druk
lcopt. Met fieren blik stapte hij met
zijnjdezer liet lokaal binnen ver
nietigend keek hij de vijandelijke op-
nemers aan en gaat ten slotte heen
met „zijn" kiezer, die.... misschien
gehéél verkeerd gestemd heeft.
De leden van het stembureau ver
velen zich. Ze verwisselen van krant.
Zoo ai en rtoe geeuwen zij en worden
toeschietelijk. De een wil een domino
spel laten, halen, een ander proponeert
een pandoertje. Hei slot is, dat zij
niet spelen gaan, doch zich blijven
vervelen. Zij gaan daarom melk
drinken, met een gezicht, dat duide
lijk uitdrukt, dat zij, pas aan 't begin,
reeds naar liet einde snakken.
De opnemers rooken en genieten van
bun gemalkkellijke dagtaak. De leden
•van het bureau zijn niet stoelvast
meer. Zij loopen alleen of in compag
nie, in de gymnastiekzaal op en neer.
De voorzitter vergeet zijn deftigheid
en probeert zich aan een gymnastiek-
ladder op te trekken. Het gelukt lieni
zoowaar
Elf uur! De koffie komt. De voorzit
ter offreert zijnen mede-leden een kop
koffie en alle drie genieten den geuri
ge 11 drank. Het wordt drukker. Bij
hoopen en hoopjes, hij trossen en
trosjes komen de kiezers opdagen
cle meesten nu juist niet geheel en al
uit vrijen wil. Opgejaagd als herten,
sems weerbarstig als bokken, gaan zi;
als gewilLige lammeren mee en stem
men ten slotte zoo eigenwijs mogelijk.
„M>aak nu het 1ste en 3de puntie
zwart, hoor", zegt de propagandist,
die een Ikiiezer heeft opgevangen. De
kiezer, die n/iet lezen kan, legt zijn
stembiljet omgekeerd voor zich en
stemt op no. 2 en 4 Arme propagan-
gistHad dien man liever tbu's
gelaten
Twaalf uur! Een stroom van werk
lieden komlt en nu heeft het bureau
geen tijd om zich te vervelen. De- men-
schen moeten vlug geholpen worden,
eu alles gaat als op rolletjes. Af en
toj komen voorzitters en sercetaris
sen van kiesvereenigingen en fluiste
ren geheimzinnig tegen hunne tra
wanten. De deden van 't bureau gaan
lunchen hun voorbeeld volgen de
opnemers alles encanailleert zich
ten slotte
Het stembureau drinkt een glas port
en de gesprekken worden meer alge
meen. Langzamerhand komt dat ge
deelte van het kiezersvolk, dat inder
tijd door Rutgers van Rozenburg zoo
juist gequalificeerd is als „stemvee".
Zij komen in vigelantes, in coupë's
met en zonder gummi banden, in vic
toria's steeds begeleid door de pro
pagandisten, wier gelaat steeds eene
vermeerdering van gewichtigheid an
nonceert. Thanfc beginnen cle mop
pen.
Een kiezer ontvangt een 'stembiljet,
en gaat er stil van door. Hij meent,
dat het al mooi is, dat hij bij de heo-
ren is geweest. Een ander gooit een
waardeloos stukje karton in de bus
en neemt het stembiljet mee als doux
souvenir. Een derde blijft hopeloos
lang in het stembureau zijn biljet
zal er straks mooi uitzien
Daar komt een burgermannetje voor
dj groene tafel.
„Wel, meneerzegt de voorzitter,
„komt u stemmen
„Kunt u begrijpenis zijn ant
woord, „al mijn buren worden met
een rijtuig gehaald, ik kom niet stem
men, ais u mij ook niet laat halen
En deze kiezer gaat heen, enveloppé
d Sa colère, dat wel zijn buren van
twee- en drie-hoog gehaald worden en
hij niet. Hij stemt niet. (Historisch).
Iets nieuws Een blonde schoone,
van een duizend weken ongeveer,
treedt de stemzaal binnen. Het stem
bureau glundert op.
„Wel, juffie?" zegt de voorzitter.
„Meneer, pa is daar straks wezen
Stemmen, maar hij heeft maar één
puntje zwart gemaakt. Hij laat vragen
of hij nu nog eens mag komen."
De voorzitter grijpt reeds de kieswet
om het ongewone gezelschap watlan-
gre aan den praat te houden, doch
bet jongste lid van het bureau zegt,
dat dat nu niet meer kan. -Histo
risch).
Het bureau krijgt trek in.... een bit
tertje. Juist komt' een kastelein uit
de buurt en (spoedig daarna verheugt
zich- het bureau in een glaasje volks
drank. De opneimers kijken woest
naar den inhoud der glaasjes, die
voor persico doorgaat. Het oudste lid
van het stembureau proponeert den
voorzitter om aan de opnemerte ook
wat te offreeren. Aangenomen, met
atgemeene stemmen. Twee derden der
opnemers danken, als hun een glaasje
perscio wordt geoffreerd. De laatste
dankt ook voor persico.
„Ja, maar, 'rt is k 1 a r e peijsico 1"
„O, ctan alsjeblieft, meneer!" en
deze opnemer geniet van een glaasje
„erger dan de cholera".
Kwart voor vijven! Weer wat an
ders Daar wandelt een kiezer de zaal
binnen, houdt halt op vijf pas van d^
trfel en maakt een gracieus compli
ment. Deze ldezer is dronkenHij
ontvangt zijn stembiljet en staat daar
besluiteloos mee rond te draaien. Het
oudste lid helpt hem.
„IJ mo ?r de witte puntjes voor één
of twee namen zwart maken en wol
voor die namen, die u kiezen wil."
„En er staan vier namen, op Gunt
u dan clien anderen kerels niks Ik
heb graag wat voor mijn 'evenmen3ch
over ik stem ze allemaal
En hij verdwijnt in het hokje, en
blijft er zoo lang in, dat er wel aan
leiding is om rte gelooven, dat het bil
jet, dat /straks uit de buis komt, en
waarop alle puntjes rijkelijk zwart
gemaakt zijn, van den Bacchus-ver-
eerenden kiezer is.
Het is bij vijven. Nog '11 paar kie
zers komen stemmen en de propagan
disten kijken zeer triomfantelijk rond.
Zi| gaan niet oneer heen, blijven ach
ter het hek en wagen zich. op het ge
bied der voorspellingen.
Het (slaat vijf uur. Vreugde bij de
opnemers Hun riks is verdiend
Haastiglijk verdwijnen zij.
Inmiddels is het bureau bezig met
gcmeentelak en geoneentekaarsen al
lerlei gemeentepapier tot officieele
Stukken te maken, die later de vreug
de van clen een of anderen Liorens
zullen zijn.'.
De bujs gaat open en de geopenbaar
de volkswil wordt bij hoopjes op
de tafel gelegd en geteld. Gewichtig
zet men zich neer om te „turven".
Van tijd tot tijd wordt het eentoni
ge voorlezen der namen afgewisseld
door de mededeeling des voorzitters,
dat eèn biljet van onwaarde is, en
deze biljetten worden dan als stukken
van groote waarde afzonderlijk verza
meld.
De groepjee streepjes op de officiee-
1.' turflijst staan zoo geregeld als ij
gelederen der Amslerdamsche schut
terij. Langzamerhand begint er be-
tcekeuis in den Istand te komenhet
wordt zeker, dat A hier de meerder
heid heeft, en clat B hier valt. Het
publiek achter fliet, hak groeit aan on
cl vermeerdering van het kwantum
tabaks- en sigarenrook houdt er ge
lijken tred mee. Propagandisten van
andere bussen komen met den uitslag
van „hunne" bussen en zoo spoedig
heeft de voorzatter de officieele cijfers
niet voorgelezen of ieder weet, vien
rle wil des volks naar het Prinsenhof
zal zenden.
Direct na het bekend worden van
dien uitslag verdwijnen allen uit de
zaal, behalve de leden van liet bureau,
die het proces-verbaal nog moeten
teekenen en tevenfe de gelegenheid
hebben de staartjes van hunne ver
snaperingen op te maken. Eindelijk
ratelt het gemeente-rijtuig met zijn
kostbaren inhoud van aanstaand oud
papier, dat onder de hoede van het
jongste lid van het bureau naar het
lie of dstembureau gebr acht wordt.
De zoo lange dag is eindelijk voor
bij
D. E.
Telegraaf").
DE ONBEKENDE SCHILDER.
•Muirillo, dé beroemde Spaansdhe
schilder,, die in d'e 17de eeuw leefde,
vond d/ikwijils op de ezels zijner leer
lingen onafgewerkte teekeningen die
echter sporen droegen van veel ge
nie. Zij waren des nachts uitgevoerd
en hij wias niet in staat den maker
te ontdekken. Op zekeren morgen in
zijn atelier komende, vond Ixij zijne
leerlingen rondom den ezel staan, vol
bewondering voor een onvoltooid
hoofd van die jonkvrouw Maria. Hij
zelf was verbaasd over de onover
troffen schoonheid van dit beeld. Hij
sprak zjijne teerlingen aan, in de
hoop van hen ophelderingen te ont
vangen, maar niemand wist er hem
iets van te zeggen.
Hij die dit werk heeft achterge
laten zal eens ons alter meester wor
den, sprak 'hij en zich tot een jongen
slaaf, die trillende bij hem stond,
wendende, vroeg 'hij dézen aan
wien de beurt was dezen nacht in
het atelier te waken.
Aan mij, heer.
Nu, indien gij mij morgen geen
opheldering kunt geven over den
nachitelijken bezoeker zult gij, twintig
zweepslagen ontvangen.
De slaaf boog en vertrok. Dien
nacht legde hij zijn matras voordien
ezel, totdat de klok drie uur sloeg
toen sprong hij op en riep uit
Drie uren zijn voor mij, de ove
rigen behooren mijn meester.
Hij ging voor den ezel zitten, hij
wilde het werk van den vorigen
nacht uitwisschen. Met de spons In
de hand gereed oim den noodlofctigen
slag te slaan, hield hij eensklaps op.
O, die gezegende oogen, zijdoor
boren mij. het bloed zou uit de pur
peren aderen vloeien, ik kan, ik kan
niet uitwisschen, lieveT wil ik vol
tooien.
Hij begon te schilderen, en spoe
dig was de zwarte slaaf, het kind
van arbeid en lijden, opgegaan in
den jeugdigen geest, die zijn wieken
ontplooide en opvoer naar de vrij
heid der kunst. Hier een weinig kleur,
daar een zachte schaduw, zoo ver
liepen drie uren.
Een licht gedruisch deed hem op
zien. Muriillo stond met zijn leerlin
gen achter hem, de zon gluurde door
de luiken, terwijl dé fakkel binnen
nog brandde.
De schildér was weer een slaaf, en