BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. FEUILLETON De upgglievee Vinger Wandelingen 25 i Jajrgatig MAANDAG 12 AUGUSTUS 1907 No. 7400 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 MAANDEN ©F 10 CENT PER WEEK. REDACTIE EN ADMINISTRATIE IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Kubriek voor Vrouwen Een koude zomer. Verschei denheid in mantels. Ge- kleede costumes. Jajpon- sche vormen. Hoeden in klotovorm. Hoe onvttöMeelig een betrekkelijk kcude en regenachtige zomer, als wij dit jaar believen, ook schijnen moge, iu werkelijkheid is hij het niataldus verzekerde mij dezer hagen de eige naar van een eersten rangs huiis in da mes-.£onf ectie. Toen we in de maand Mei gedurende «enige dagen een .tropische warmte hadden, zijn er massa's witte costu mes, mantels en blouses verkocht, want mevrouw mode had hare ver langens te dien opzichte reeds wereld kundig gemaaktzoodat zij, die er prijs op stelden naar de mode gekleed te gaan, hunne inkoop en vroeger dan gewoonlijk deden. Daarop" volgden echter eenige weken van koud en -schraal weder, en de be hoefte aan wollen costumes en laken I mantels deed zich meer dan ooit ge voelen. Eindelijk kwamen ook de re genmantels aan de beurt, zoodat me- I nige winkelier zich verplicht zag na bestellingen te doen. De huitenllandsche fabrieken reke nen echter weinig op nabestelling, zcodat men een zelfde model niet ge makkelijk meer geleverd krijgt, daar üh fabrikanten het seizoen als afge- loopen beschouwen en zoodoende ziet men dit jaar niet alleen voortdurend 1 nieuiwe modellen brengen, doch ook dragen. Een oneindig groole verscheidenheid merkt men derhalve in de mantels op. Men ziet korte, half lange en drie ikwart paletots sommige wijd', enkele half aangestoten en ander» geheel tailor-made ingericht. Mantels niet en zender oeintures, uit één stuk gesne den, of met aangezette schootdeelen in klotovorm. Verder complete costu mes, waarvan de rok uitmunt door eenvoud van Jsnit en bewerking, ter wijl het jacquet zoo gecompliceerd mogelijk is saamgesteld. Bij de gekleede costumes en man tels merkt men nog altijd den Japan- schen vorm op, die de verbreede schouderlijn ten gevolge heeft, het geen niet wegneemt, dat ik mijne ge dachte lezeressen ernstig moet waar schuwen deze mode slaafs .te volgen Eigenaardig is het, dat, alhoewel Parijs de bakermat der mode its, de Pairisienne zich. allerminst flavin van hare machtige gebiedster maakt; met haar aangeboren tact, originaliteit en verfijnden smaak blijft zij in hare kleeding steedis individueeldat wil zeggen, zij vraagt niet watis mode doch w elke mode kan ik met goed gevolg op mijn figuur toepassen? Onze Holland'sche naaisters raden ons aan, ons overeenkomstig onzen leeftijd te kleeden, doch de Frangaise' vraagt niet naar leeftijd, maar naar uiterlijk, met andere woorden, zij (kleedt zich naar den leeftijd, dien zij schijnbaar heeft. Doch, revenons a nos moutons, de .Japansohe vormen dan, moeten uitsluitend gedragen worden door lange slanke, figuren; levenzoo de korte, wijde paletots. Vrouwen met zware buste en sterk gemarkeerde taille en heupen kleeden zich bij voorkeur in aangesloten pa letots en jacquetten de rechte ruggen kleeden haar weinig flatteus. Zoo verschillend als de modellen der mantels zijn, zijn ook de Meuren, zcodat men van een bepaalde mode kleur niet gewagen kan. Zeer zeker ge niet naast het wit, de champagne- Meur de voorkeurhetgeen echter niet wegneemt, dat voorai de laken mantels in alle denkbar nuancen ge dragen worden. Men ziet zoowel leven dige tinten als .fijne, matte pastelkleu ren, zoodat iedere vrouw, haar eigen Smaak volgende, gemakkelijk iets van haar gading kan vinden. De losjse mantels zijn met kant en (Naar het Engelsch door „Rit-".) 15) Hij overlegde met Richards, en deed een voorstel. Mallory wajs nu iet wat bedaard en liiot zich overhalen TuSschen zijn beide assistenten in ging hij naar hoven en zette zich in den stoel bij het vuur, nog pas door den jongen graaf gebruikt. Daar bleef hij in zijn ellendigentoe- stand zitten, terwijl Richards haastig wat kudsen|s en dekens op de sofa leg- 'd'.i in aan de aangrenzende Meedlka- cniier. Ronald was besloten, daar .e gaan slapen. Met eenige moeite wis ten zij den ontstelden man te bed h; krijgen. Toen zijn hoofd echter het kussen voelde, viel hij in slaap den diepen slaap van hem, wiens zinnen tijdelijk verdoofd zijn. Toen gaf Ronald den man permissie naar zijn eigen kamer te gaan, en na het vuur nog eens wat opgepookt te hebben, ging hij naar de kleedkamer, e wierp zich op de sofa. Hij had geen lust te gaan slapen. Maai' ook was hij er niet op gesteld te blijven zitten in dezelfde kamer guipure garneering overladen, aioch de- aangesloten tadlor-made modellen, waarbij van de verbreede schouderlijn uii, den aard der zaak geen sprake lean zijn, is 'streng van vorm en gar neering de laatste bestaat uitsluitend uit opgestikte biais en gestikte figu ren ter verdere .versiei'ing. De losse mantels kunnen gelheel of gedeeltelijk gcvoerid zijn, de aangesloten paletots zijn steeds in hun geheel met witte taffetas uitgevoerd. De hoeden, die, zooals we reeds in een onzer vorige causeriën opmerkten, niet meer in de Meur der toiletten ge dragen worden, zijn nog isteeds Mok- vormigen ovei' het algemeen zéér groot van omvang en met pompeuse gamee ringen versierd. Het zwart do mineert ais hoedgarneering, zoowel in taffetas als fluweel en in vereeniging rnet groote boeketten rozen en struis'- veeren. De randen der Mokhoedon moeten naar het gezicht der draagster -m grillige deuken gebogen worden, terwijl het inwendige van den hoed door bandeaux op het kapsel moet worden pasgemaakt. MARIE VAN AMSTEL. Natuurhistorische IN EN OM HAARLEM. GLXXVI. Wil xne in gedachten volgen naar 'het Noorden. Spoedig 'hébben we onze plaats van uitgang bereikt: Veendam, een welvarende plaats in de provincie Groningen. Dat het een Veenkolonie is, w.eeit menigeen nog wel uit zijn sohooljiaren. Zo.oals van zelf spreekt, wordt er geen veen meer gevonden, diat is al wal drie eeuwen geleden af gegraven. 'Langs heit hoofdkanaal werd de ->e- Idroogde turf afgevoerd en als de schippers terugkeerden van „de Stad:" dan werd een lading mest mede te ruggenomen, .opdat de afgegraven grond veranderd 'toon worden in vruchtbaar bouwland. En dat ging al jaren zoo. De eenvoudige boerderijtjes breidden zich uit, de grond wand' vruchtbaarder, de oogsiten ruimer, en waren de cultures eerst alleen begon nen om in eigen onderhoud ta voor zien, spoedig waren de opbrengsten zoo groot, dat er heel wat toon wor den verkocht; jia eindelijk moesten vee' ie grooter producties grootar af zetgebieden gevonden worden. Lang zamerhand' breidde zooii veenkolo nie zich uit. Tal van huizen versche nen naast die der eerste valdarbei- ders, naast die der latere boeren. Winkeliers, slagers, schoenmakers, •timmerlied.an, ververs, en niet het minst de scheepsbouwers met touw slagers, zeilmakers enz.- vestigden' zich er voor en na. Is het te verwonderen, dat er thans in zoo'n veenkolonie heel wat rusten de scheepskapiteins wonen, dat er tal van fabrieken zijn, die uit aardappels en stroo tal van producten producee- ren, houthandelaars, steenen- en pan- nenfiabrikanten, glasfabrikanten, ja een gansche reeks van industrieele ondernemingen werd opgericht. Dat daarnaast voor de aankomende be volking, voor de ontwikkeling van de jeugd eveneens zorg gedragen werd', spreekt van zelf; tal van scholen wer den opgericht. Stappen we op een van de trams, die ons naar 't Zuiden zal voeren, tot dat de grens van Drente bereikt is. Eivien voor die grens bui-gen kanaal en weg wa.t links af. Eerst gingen we bijna onmerkbaar mot den rampzalign dwaas, waarvoor bij moeilijk toegevend koix zijn. Hij vroeg zich af, of het geluid den vleugel van het groote huis bereikt zou hebben, door lady Anne en haar doch ter gebruikt. Zij hadden niets van zich laten hoorem. Hij hoopte, dat zij ongestoord waren blijven doorslapen. Het tooneel had hem met walging ver- viild en zenuwachtig gemaakt, enziju slaap was verdwenen. Hij draaide zich van den eenen kant op den an deren, deed alle moeite om zijne ver beelding tot rust te brengen. Hij dacht aan hetgeen hij zelf in die schilderij meende gezien te heb ben zijn eigen afschuw van die ka mer. Er was niets dat daarvan eene verklaring kon geVcn. Maar toch het feiit bleef. Terwijl hij daar zat, voelde hij zich niet in staat te werken, of zijn geest tot rust te brengen. Was .er voor de misdaad van het Huis Edensiore geen bcete gedaan, en moést daarom iede- ren opvolger gestraft worden? Zoo U Plotseling scheen hij een inval te krijgen en ging rechtop zitten. Wat had lady Sue ook weer gezegd „Het spook verschijnt alleen voor een afstammeling in de rechte linie." Zou dezelfde regel gelden wat be treft het teeken van den Opgaheven Vinger? Dat afschuwelijke, profeti sche teeken, waarvan hij zelf getuige was geweest die profetische waar over in Wildervank, nu weer in Stads kanaal, Musselikanaal, enz. Steeds tal van bruggetjes in den weg over de ve le wijken, nog meer .over het eigenlij ke kanaal en aan den overkant de groote massa wijken, die de Drentsche venen linloopen. Ze worden monden genoemd. Af en toe komt er een nieuw paard vfoor den wagen en met frisschen moed gaa.t het maar door naar he' Zuiden. Eindelijk houdt de tram voor goed halt, we hebben het eindpunt d? lijn: Ter Apel, bereikt. Eeniiige uurtje willen we hier rond- dooien en het min of meer woeste, soms ontgonnen landschap in ooigen- schouw nemen. We izorgen er echter eerst voor, wat voor den inwendigen mensc/h in het Boschh.uis te bestellen want zoo'n wandeling zal niet nala ten den eetlust op te wekken. Met dit koude zomerweer is het .aantal gas ten hier al zeer gering, 't Is h.ier an ders nog .al druk, zooals ons duide lijk blijken kan uit 'bet groote ge- houw, dat heel wat gasten kan bevat ten, uit het aantal stoelen en tafeltjes buiten, die opgestapeld staan, als gin gen we den winter tegemoet, uit den muziektempel en dien dansvloer; alles •wijst .er op, dat hier heel wat gezellig heid kan heerschien 'En voor de zieken van geest, over spannen door het rusteloos voortja gend stadsleven is het hier een lust oord, ve.el bete-r, veel kalmer d,an op andere .plaatsen. Zie zoo, het eten be steld en de tijd bepaald. Volgen we thans dat slingerend boschpaadje, eiken en beuken groei en hier welig, o<oik dennen en sparren voelen zich hier volop thuis. Wiiitjes en Vlossen fladderen van hloeim tolt bloem. En bloemen groeien hier ook volop; het heele boscih is getooid met hengel, een halve parasiet, na ver want roet den bekenden ratelaar. Hier langs dat beekje, een zijarm van de Ruiten A, een menigte kattestaiarten, en bastaard wederiken, die wat bloei- wijze en kleur betreft, veel met den kattestaart overeen komen; en wel vooral deze soort, die hier den bo ventoon voert. Hoe komen ze toch bij den naam wilgenroosje' voor, deze plant, werd me eens gevraagd. Nu. 't was gemakkelijk hierop te antwoor den, uit het Duitsch vertaald; en voor ons land1, waar we onder den naam wilgenroosje al een der vele gallen kennen, die dloor insectenbeten aan de uiteinden der takken ontstaan, nu minder juist. De bladeren hebben an ders wel wat van wilgebladen. En als straks van di.e lange- tros de laatste bloempjes uitbloeien, ,dan zijn de eerste reeds zoiover, dat de vruchtbeginsels, kijk eens hier, die lange dingen zouden we voor bloem stelen aandien, zich openen. Heel mooi buigen de vier Meppen naar achteren en daar komen de mooi gekuifde zaden te voorschijn om op den adem van den wind elders een goed heenkomen te zoeken. Hé, wat aangename geur snuiven we daar op. Wel, ruikt maar eens even aan deze tuilen witte bloemen. :t Is de moerasspiraea, die hier zoo welig tiert. Overal in ons vaderland, waar de grond maar wat vochtiger is, treffen wij ze aan. Eigenaardig is aan die plant zoowat alles. Zie dit aan de achterzijde wit gekleurde bladeren, al moest zij ook nog zuinig zijn met het haar verstrekte vocht, zooals zooveel schuwing, die oorzaak was geweest van alles wat dezen nacht was ge beurd. Hij zat daar terneergeslagen en door een plotselinge gewaarwording van gevaar overmeesterd. Door de deur tulssdhen de beide ka mers scheen warm de roode gloed'van het vuur. De zware ademhaling van den slapende bereikte zijn ooren. Met inspanning van alle krachten riep hij zichzelf tot het werkelijk leven en ge- ztmd nadenken terug. Met inspanning van alle krachten ctwong hij zich tor, .geregeld nadenken en probeerde te slapen. Ik ben besloten de zaken hun gang te laten gaan, mompelde hij. Het moet het zalAls Jasper Mallory mijn vijand is, hij is het niet minder van mij. Er imoet dan maar van ons komen, wat wil Intusschen bleef Jalsper Mallory doorslapen, tot hij weer nuchter was en de zon door de ruiten zag schijnen. Hij ging rechtop zitten en keek om zich heen. Ronnie's kamerHoe ben ik hier gekomen Zijn oogon vielen op den toiletspie gel tegenover het bed en hij zag, dat hij het. witte overhemd van den vori- gen avond nog aan had. Hij trachtte zijn gedachten te ver zamelen en te bedenken, hoe alles zich had toegedragen. Maar zijn hoofd duinplanten. En eigenaardige blade ren, afgebroken gevind, zooals men dat noemt, t/usscben de groote zitten kleine blaadjes. En de bloeiwijze? We zeiden het reedis een tuil, maar op een eigenaardige wijze de oudste djoor Ide jongere in lengte overtroffen, een eigenaardigheid, d,ie bij de Spiraea's veel voorkomt. Wat is de bodem hier bruin van 't ijzer, iets wat trouwens langs d'e meeste stroompjes in de Noordelijke provinciën he,t geval is; en de hoe veelheid ijizer is soms zoo- groot, dat deze oer zeer goed te gebruiken is en Idlan ook werkelijk veel gebruikt wordt vooral om met andere moeilijk smelt bare ertsen te worden vermengd. Een o'Ogenlhlik denken we ons ver plaatst te zien i.n AeTdenhout, maar mooier, voller en rijker is hier die groote massa varens. MeeT dan hon derd M. lang en minstens even breed vinden we hier den grond bedekt met •heerlijk groen, 't Zijn waarlijk reu zenplanten, groot.ct dian wij zelf en dicht, slechts hier en daar wordt het groote groene bed onder de reuzen des wouds afigehroken door de hulst, die hier in 't wild welig tiert. Wat een pracht! Die grootte reuzenbladen ko men beneden uit den endera ardsc-h en Zwarten wortelstok; we zouden ze eer der voor heele takken met bladeren houden, zoo groot zijn ze. Graag zou den we eenige medenamen, om ais igroen in een reuzenbouquet te fungee- ren, maar ze worden evenals de Spi raea spoedig slap. Even maken we nog aan den voet van den bladsteel een schuine doorsnede om voor den zooveedisten keer de overeenkomst te 'constateer,en tusschen deze teetoening «en den dubbelen Oostenrijkschen ade laar. Andere varens staan langs deze sloot hier bij menigte, de wijfj'esvaren met die heerlijk lichtgroene tint, de (gewone boschvaren, enz. Hé, dat lijkt hier wel een bloolmtoweekerij., al die boomen .van dezelfde soiort op een rij-, Stappen we even het openstaande hekje binnen, dian wordt het vermoe iden bewaarheid, daar we hier wat moeren zien, d. w. z. struiken, waar van d,e takken in den grond gebogen, wortels moeten schieten, om daarna zelfstandig verder te groeien. Afleg gen heet deze wij,ze van vermeniigvul- (diging, en die wordt toegepast, waar zaaien of stekken bezwaren mede brengen. Aan de andere zijde van 't bosch- huis, achter die oude-rwetsch.e kloos terkerk en school vinden we nog veel Igrooter terrein. Ge moet n.l. weten, dat al deze gronden hier, een bezit ting zijn van „de stad", en nu heeft, de stad voor al zijne beplantingen heel wat boo-men en struiken noodig. Volgen we dit kronkel,end boschpaad je, dan zijn we weldra buiten 't woud, dat aangelegd en goed onderhouden, door den plantengroei toch het kunstmatige vrij goed verbergt. Wat een roggevelden, zwaar gebogen han gen de halmen knikkend naa.r den «grond; de medegebogen korenbloemen hebben enkele takken opgericht en vertoonen thans een laken van bloe men. Thans kunnen we de verzoeking niet langer weerstaan en spoedig heb ben we een handvol van die heerlijk blauwe bloemen. Een tweedie plant, de windhalm, trekt thans onze aan dacht en ook weldra is er voorraad geoogst voot onize «winterbouquet.ten waartoe zich bijna geen enkele gras soort zoo1 goed leent. Nu no«g wat hel de, die zich hier en daar reeds begint te tooien en dan nlaar 't Boschhuis te rug. J. STURING. VRJAGEMBUS. Den II e e r E. te H. De plant Idonr u bedoeld heet Slinkende Gou we, 'n naam dien men spottend wel eens aan 'een autoimobiafgeeft «ook. Ze (behoort itjoi do familie der ipapolver- achtigen ien (heeft als de andere leden (melksap, Idiat hier geel gekleurd is. Dit is wel een van de (beste herken- cniugsteetoens. De gele (bloempjes inis- isen den 'kelk; de twee (kelkblaadjes vallen bij 't Opengaan der bloempjes reeds laf. ".t LAlan'tal 'bloemblaadjes is vier. Veel meeldraden omgeven den (langen «stamper, Idi'e veel weg heeft van een (hauw. Ook de eigenaardige grij;s-gro,ene tint der «bladeren is «een goed iherltoennfinjgsteoken. De naam Qicillodjon is een verbastering van den Latijnschen naam Glielido-nixim. ■Ze 'too-mt ook iin Heemstede algemeen voor, Ihier en daar londer heggen, langs den weg, enz. Over de genees kracht weet ik «alleen iets v,an hooren zeggen en dan wel dat die «goed i Als ik weer «thuis iben beloof ik u, er oen en iander over te (zullen «na zien. J. STURING. Een gevecht met een Gorilla leed ondraa«glij,ke pijn en zijn keel was droog en als toegeknepen. Met een diepe zucht viel hij achterover en sloot zijn oogen. Als ilc hier ben, waar is Ronnie dan Toen ging er een licht voor zijn ver ward geheugen op. Hij herinnerde zich zijn schrik, zijn vlucht, zijn be roep op de hulp van zijn neef. Hij voelde zich beschaamd exx niet weinig verlegen, toen hij aan dat al les dacht. Hoe had hij zoo'n ezel kun nen zijnHoe ihiad hij dien gehaten indringer een wapen in de hand kun nen geven om hem te kwetsen en be schaamd te matoen I Weer opende hij zijn oogen, zich afvragende, hos laat het zijn zou. Zijn horloge lag op een tafeltje naast het bed. Hij keek er op. Zeven uur. Nog vrceg. Zou hij weer gaan slapen of Zijn bli'k viel op de haJf geopende deur. Was Ronald daar? Was hij werkelijk zoo onzelfzuchtig geweest, om. zijn eigen bed aan hem af te staan Er speelde «een vreemde glimlach on. zijn lippen. Heel stil en behoed-; zaam sloop hij uit zijn bed en liep dcor de kamer. Hij keek door de reet van de deur en zag Ronald op de sofa liggen slapen. Zijn armen lagen over de borst gevouwen. De kalme uitdruk king van iemand, die vast slaapt, lag op zijn knap, jong gelaat Even bleven twee onaangename Omstreeks een jaar geleden begon de verteller werd ik naar het binnenland gezonden om Cabimda-re- cruten en werMui aan te werven, een (taak die een echte zwerftocht beloof de te geven. Op Cette-Gamma ont moette ik een handed aar, die me voor stelde met hem mee te gaan naar een plaats, waar niet alleen veel te jage«n iwas, maar van waar men oio-k rap porten had ontvangen, die het ver moeden wekten, dat daar petroleum- bronnen zouden zijn. Er waren daar plekken, waar een soort vulkanische modder den bodem bedekte en steenkool «en petroleum ge vonden zou zijn. Deze nieuwe en be langrijke tijding deed mij zonder dra len toestemmen, maar nauwelijks had den wij onze partij georganiseerd en waren wij op weg, of de handelaar (ontving order om met den eersten etoomer naar Engeland terug te kee ren. (Miijtn belangstelling was nu echter «eenmaal opgewekt en ik besloot na kort beraad den weg alleen te vervol- rgen. De Kroejongens van den hande laar, onder aanvoering van BQue Ruin een beste trouwe kerel nam ik mee. Zij deden het uit zekere ge hechtheid aan mij, maar de reis naar binnenland stond hun lang niet aan. De Kroejiongeus toch zijn betere zee lui, dan sjouwers, wie het slechts ge noegen doet, als ze maar op zee kun nen rondzwalken. 'Om deze reden nam i«k het aanbod van een zékeren negerhoofdmanom «ons te eseorteeren gaarne aan, stuur de de Kroe jóngens terug met d'e bood schap op een zekere plaats met mij samen te komen na een zesweeksche reis. Wij reisden eenige dagen por boot en vorderden tamelijk snel. De streek was prachtig en de bevolking reeds meer of minder beschaafd, d. ,w. z. men toon aan hunne manieren en verschillende voorwerpen zien, dat zij« met de beschaving der blanken hadden kennis gemaakt. Maar naar mate wij verder reisden namen wij- deze toenteetoenen steeds minder waar.. Onze «negeihoofidman begon intus schen hoe langer hoe vriendelijker te worden, totdat hij zelfs verliefde leuk jes naar mijn zwaar olifantsgeweer begon t/e werpen. Ito vertelde hemi, dat ito, indien hij zich goed gedroeg, en ik over hem tevreden kon zijn, hem het wapen, op het ed-nde van on ze reis zou present geven. Hij toonde zich over die belofte zeer verheugd en toen wij' het doel vaix onzen tocht in 't izirthit toregen, verzocht hij mij een schot uit het gew«eer te mogen los sen. Ik stond dit toe, leerde hem de (handgrepen, en gaf hem het geweer «over met de bemerking, dat hij het deukende op den terugstoot, bij het afvuren goed tegen dien schouder moest druktoen. Ilij' schoot het af op •een olifant, maar de logge viervoeter draaide zich kalm om en liep weg, terwijl de' hoofdman een buiteling maakte, die me in een onbedaarlijk lachen deed uitbarsten. Weer over eind springend, sloeg hij op het wa pen als een bezetene en schold het met alle scheldwoorden uöit, die een negerhoofd slechts kan vormen. Hij kon zich maar niet be/grijpen zoo vertelde hij waarom het wapen mij niet neersloeg, zooals 't hem gedaan had', terwijl hij toch twee voet groo ter was en veel zwaarder gebouwd. Niettemin wilde hij het aanstonds nog eens probeer en, maar, vroezende voor ongelukken door zijtn onhandig heid, verbood ik hem dat. Toen zei hij dat ik hem het wapen reeds geschon ken had. maar ik herinnerde hem er aan, dat ik zulks eerst hij het einde '.onzer reis had beloofd. Sinds sprak hij er niet meer o«ver en wierp alleen heimelijk verlangende blikken naar het geweer. Ik zelf was dit vo-or<val spoedig vergeten, toen het op zekeren dag mij onwillekeurig weer in de ge dachte kwam. Blue Ruin, die me toch had willen volgen, kwam dien avond stil naar mij toe en smeekte mij roet tranen in de oiogen terug te keeren, zeggende: Hoofdman, slecht man, wij sterven mioeten, hij ons dooden wil Maar ik zei denkende, dat de ar me jongen heimwee had naar de zee —«Blue Ruin, waarom zou hij zoo doen? Ik heb hem mijn olifantsgeweer beloofd, en indien er iets zou gebeu ren met ons, zou hij zich nooit meer iin de factories durven laten zien en hij zou een geruïneerd man zijn. De arme neger echter kreundeMaster niet onverstandig: Hoofdman slecht m'an; hij doofden wil ons allen! 'Nogmaals stelde ik Blue Ruin ge rust, hem belovende den hoofdman te zullen neerschieten, zoodra ik iets verdachts bemerkte. Wij zetten dus onze reis voort en weldra waren wij in de streek, waar de gorilla's, man open, zich ophielden. Tot dusver had den wij nog geen enkel exemplaar ont moet, zelfs geen spoor er van gevon den. En toch was het mijn vurigste wiensch eens ee«n jacht op dit dier me de te maken. De hoofdman sloeg daarom voor, ten einde sneller te oogen op den slaper rusten.Een oogen- hli'k hief hij met woest gebaar den vuist op, als werd hij overstelpt door bet verlangen, een gehaten vijand neer te vellen. Toen kwam het instinct van lafhar tigheid weer boven. Er zijn andere middelen, mom pelde hij. Geweld ite altijd mixx of meer gevaarlijk. In Afrika is hij mij ontsnapt. Zou hij mij hier ook ont snappen HOOFDSTUK VIII. Toen Ronald wakker werd, melkte h'j heel spoedig, dat Ja,sper Mallory al naar beneden was gegaan. Hij' verscheen niet, vóór dat allen om de ontbijttafel waren gezeten. Toen kwam hij binnen met al de koelbloedigheid en onverschilligheid van de volmaakte onschuld. Maar of schoon hij meester was over zijn tong e x manieren, zijn doodsbleek gelaat, n.et bloed beloopen oogen en bevende handen spraken boekdeelen. - En, hoe heb je geslapen? vroeg lady Sue ondeugend'. Prachtig, antwoordde hij. O dan ben je zeker volkomen te vreden over je kamer - Uitmuntend. Het is beter een vooroordeel te overwinnen dan er aan toe te geven. Zijn er brieven? vroeg hij. als wilde hij van onderwerp ver- nderen. De post is nog niet aangekomen, zei lady Anne. Thee of koffie. Ja-s per O, thee, .als 't u belieft. IvofUo moet men «in Engeland maar niet ge bruiken. Niemand kan ze goed Maar maken. Tegen Ronald had hij alleen maar «ven geknikt. Lady Sue was daar niet verbaasd over. De twee jongelieden hadden nooit heel vriendjschappclijk imet elkaar omgegaan. Zij deed haar bost te praten en het onderhoud wat levendig te maken, maar het was een ondankbare taaie Pe nieuwe graaf wais verstrooid eu onverschillig, en de geestigheden van Jasper Mallory getuigden van een heel slechten smaak. Toen men de vraag te berde bracht, waarmee men ach aïen dag zou amu seeren, rees er een nieuwe moeilijk heid. Zij en Ronald hadden het plan gemaakt naar een plaats te rijden, ongeveer tien mijlen ver. Een eenvou dig dorpje, dat zich. op" een even een- vi udig herbergje kon beroemen. Zij waren van plan in de hïerberg te gaan lunchen en laat op den mid dag terug te «keeren. Dat plan was al gemaakt, vóór dat de brief van Mallo- rv kwam. Nu spraken zij er eenips- zins aarzelend over. Zou de gast zich b'.j hen willen aansluiten, of had hij zelf een plan gemaakt? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 1