RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. <k Kaadsels (Deze raadsels belhoordn bij den voor jongens, en meisjes twaalf jaar en ouder. üj Ingezonden door Limtj© Noor- Zoek u/it oniderstaajnden zin een be- jraven stad. ls' Agiatihie, negen en een is tien B 22. (Ingebonden door Catootje Ne- Mteft mijn ©orste deel vaart men f Mat mijn tweede deel rekent men Mijn gëbeel kost vaak menschen- r" evens. 23. (Ingezonden door Alida Wij- Mijn geheel bestaat uit twaalf let ters en heeft jaren' geleden Veel men- arm gemaakt. !- 7 8 9 10 is e.en lichaamsdeel. Met een 4 5 6 schrijft men. 1 2 3 4 is een bloem, 11 12 is eten maat. 24. (Ingieaoaden door Jan Soiuve- rein.) Tweemaal d met p en 1, I Tweemaal e en tweemaal r En dan ook nog i en o, Welk klein plaatsje maakt ge zoo 25. (Ingezonden door Jo en Frans Elgtmond). Ik ben een nuttig beest Niet luoog, maai* rank van leest, Ook 'houdt men mij voor valsch. Eén letter in mijn hals En 'k vorm d'an een kanaal Gansch waterloos en kaal. ,Ik heb een mond zeer wijd, I Waaruit van tijd tot tijd Ik vuur spuw als een zee, Dat niet zoo gauw bekoelt Welnu, deel mij eens mee, Welle woord hier. wordt bedoeld 26. (Ingezonden door Johan Miuntz.) I Met b ben ik een viervoetig dier Met d een herstelplaats voor Echepen Met f behoor ik op een zeilboot Met h bejn ik een bergpllaats. Met k ben ik een vak. Met n ben ik een deel van het dak I Met r ben ik een kleedingstuk. 27. (Ingezonden door Henk /vlam der Kaa). Mijn eerste twee deden oanhullien u steeds met warmte en wortdien toch «door u met de voeten vertreden. Mijn derde doel is steeds verplicht tot «dienst gereed te zijn. Mijn geheel wordt door u gebruikt om u van het eerste te ontdoen. 28. (Ingezonden door Beltsy en Trijntje Frölich). Welken landsman kunt gei in on- derstaanden zin vinden De anjelier is een mooie bloean. 29. (Ingeizouden door Rika Wijk huizen). Mijn geheel bestaat uit vijftien let ters en vindt men aan den muur. 10 2 8 15 is een vrucht. 9 8 7 leert mten. 4 7 vindt men aan het wiel vaneen wagen. 10 11 12 is voedzaam eten. 13 5 4 is een meisjesnaam. 3 14 6 is een omheining. 1 8 5 is een jongensnaam. 30. (Ingezonden door Jan Schot man). Ik heb een oog en maak een gat, en loop zelf door 't gemaakte gat «maar ben ik er door dan maak ik,het wteer toege ziet er niets meer van. Afdeeding voor jongens en meisjes van elf jaar en jonger. 21. (Ingezonden door Truus Staal). Mijn geheel bestaat uit elf letters en dient om uit te wisschien wat fout is. 3 10 5 11 is e'en gezonde drank. 1 4 10 5 is een «kleur. 3 6 8 vindt men op dien vloier,. 3 2 7 vindt men in het bosch. 8 9 10 5 is een stad in Gelderland'. 22. (Ingezonden door Albertus Wa- genaar.) Welke maand is de kortste? 23. (Ingeizondan door Gretha Kui per.) Ik besta uit drie lettergrepen. Mijn eerste is niet nabij. Mijn dierdle is een deel van mijn tweede. Mijn giehleel is een prettige dag. 24. (Ingezonden door Johan Elf- Iers). Zoek uit onderstaanden zin een begraven plaats in Gelderland. Die lente i's een van de schoonste jaargetij dien. 25. (Ingezonden door Hubeirtus Bank). Ik besta uit vier lettersneemt ge een letter weg, dan blijft er een «over. Hoe kan dat? 26. (Ingezonden door Louise Stibbe). Miet een s vindt men mij in de vrucht. Met eien r ben ik vlug. Met een 1 ben ik een stof. Met een. a ben ik een dlixar. Met eein k bedek ik het hoofd. Met een n wordt uit mij gedronken. 27. (Ingezonden door Gerard Hek- keiman). Mijn eerste twee deelen vormen samen een meubel, dat men iln iede re huiskamer vindt. Mijn dlerde is een lichaamsdeel van een dier. Mijn ge heel is e«en deel van mijn eerste. 28. (Ingezonden door Lena Bos). Die Mo-ezel is een zijrivier van den Rijn. Zoek uit bovenstaianden zin eienbe- gravan dierennaam. 29. (Ingezonden door Martllna Bruyn). Welke vrouwennaam is omgekeerd een situlk speelgoed? 30. (Ingezonden door Roelof Bei- hem a). Mijn geheel bestaat uit veertien' Iet- fors en Vertelt onis dten datum. 12 8 9 vindt men tusschen die ber gen. 6 4 5 7 is een zintuig. Yan 9 10 13 14 worden schoenen ge maakt. 1 2 3 10 9 vindt men bij dte voor deur. 12 10 11 iis een boom. De nieuwe Wedstrijd Voor wie graag nog eens hoorten wil wat de nieuwe wedstrijd is, volgt de opgave hieronder nog eens In dézen wedstrijd zijn twee afdeel,ingen, één voor jongens en meisjes van twaalf jaar en ouder, en éen voor jongens en me/Lsjies van elf j'aar of jonger. In ieder van deze twee afdieelihgen zull'en twee prijzen en twee pnemiën toegekend worden. In d«e afdeeiing voor jongens en meisjes van twaalf jaar af ouder be staat de eerste prijs uit EEN VERGROOTGLAS OF EEN SCHRIJFCASSETTE, en de tweede prijs uit EEN PLANTENPERS OF EEN VOUWSTOELTJE. In de afdeeiing voor jongens en méisjes van elf jaar of jonger, be staat de eerste prijs uit EEN VOETBAL OF EEN PAAR STELTEN, en de tweede prijs uit EEN TEEKENDOOS OF EEN DOOS POSTPAPIER. In beidie afdoelingen. zullen dlepre- miën bestaan uit boeken in pracht band. Vandaag vinden de jongens en meisjes, die aan dezen wedstrijd mee willen doen, ieder in hun eigen af deeiing dus tien raadsels, die je pro beert op te lossen en waarvan je de antwoorden opschrijft. Nu zijn er al twee Zaterdagavon den verschenen, waarin ook tien raadsels stonden. Zijn die couranten verloren geraakt en wil je toch graag «aan den wedstrijd meedoen, dan kun je aan het Bureau van Haarlem's Dagblad m de Groote Houtstraat, nieuwe exemplaren krijgen voor 21/2 ct. per stuk. De volgende week zul je in den Zater dagavond ook nog 10 raadsels vin den, die ook bij den wedstrijd behoo- ren en die je dus ook probeert op te Lossen. De geheele wedstrijd bestaat! dus voor iedere afdeeiing uit veer tig raadsels, en heb je hiervan nu zooveel mogelijk oplossingen geivon- den en ze netjes ander elkaar ge>- schreven (genummerd, en ieder raad sel op een nieuwen regel), dan is je inzending klaar, De volgende week zal ik je vertel len voor welken datum de oplossin gen gezonden moeten worden. Iedere inzending moet natuurlijk! zooals gewoonlijk duidelijk voorzien zijn van naam, leeftijd en woonplaats van den inzender benevens een me- dedeeJing of het werk aldeen gemaakt! is. Ga nu nog maar eens flink aan 't' raden, zoodiat je alle veertig die op lossingen vindt! Pocbhans. Er was eenis een jongen, die zich zelf .al heel flink en heel diapper vond. En hij daclht het nie,t alleen, maar ieder imioeist het hoeren ook. ,,0, dat kan i«k wel otf dat durf i«k wel", was het telkeins. Maar de vriendjes zei den onder elkaar Geloof hem niet Hans is weer aan 't pochen, 't Is e.en echte Pochhans'Pochen, dat is een leelijk d'iug, en Pochhans is eon leelijke naam. Maar gelukkig leende Hans het pochen af, en tbem verloor hij zijn Leelijken naam ook weer. Zal' ik je eens viertellen,, hoe dlat go- beurdie Op een dag gaf d(e moeder van zijn vriendje Tom een buitenpartij. Na tuurlijk was Hans ook gevraagd, en1 al dagen to voren genoot hij van de voorpret. Van 's morgens vroieg tot 's avonds laat dacht hij, over niets anders dan over rooverfje spelen in de bosschen en over schommelen, wippen en andere prettige spelletjes o,p de boerderij. 's Morgens al vroeg, gingen troep jes jongens en meisjes naar 'het huis, Waar het rijtuig voor de deur zou komen 't was «nu druk in de andiers zoo stilte dorpsstraat. 't Was een heerlijke lit in demgroo- ten tentwagen. Er werd sepraat en gezongen honderd uit, en al heel gauw was de groote trommel met koekjes leeg. Zoodra dJe kinderen de eerste hoo rnen van het bosch zagen, vroegen de m'eesten al, of ze uit dien Wagen mochten. Ze wilden om 't hardat loo- warm van den langen tocht, en het pen met de sa arden. Nu, die waren moe en warm van den langen tocht, en het duurde niet lang, of de kleine hard- loopers Waren hun een heel ep I vooruit. Daar zagen de voorsten al een lichte plek «door het groen heen- Hans werd dadelijk in een diroog pak van den boer gestoken en zoo vlug mogelijk naar huis gereden. Daar lag hij al gauw omder de wol en moest warme kamillethee drinken, inplaats van pret te maken en te smullen op de buitenpartijDat wias n/u het einde van den dag, die zoo vroolijk vooT hem begonnen was. Dit lesje had onzen Pochhans wel een beetje wijzer gemaakt, maan nog tang niet genoeg. Hoort maar Verder. Den paaa* wieken Jatter logeerde hij bij ziju own in 5cüe"\euingen. Dat was eerst een pfezaer 1 Van 's mor gens vroeg tot 's avonds iaat al tijd kun je Hans op het strand vin den. Daar bouwde hij, groote forten v.an zund. Of ook wei maalkte hij dicht hij d'e zee een bergje, waarop hij d'en vloed afwachtte, 't Was dan aoo heerlijk, het frissche water al hooger en hoogier om de bloote voe-1 ten te voelen kabbelen. Ja, dat was eerst een leventjeEln Hans voelde zich heel groot, want meestal speelde hij. met twee jongere neefjes, die ai- tijd vol bewondering naai* zijn vterlha- len luisterden en aALes, wat hij be dacht, even mooi vonden. Op een goeden dag, dat ze weer zoo vroolijk aan het spelen waren, kwam en* tn eens van achter een rij badstoelen een paard met ruiter aan hollen. Hans en de beide kleine jon gens sprongen verschrikt opzij enke lken het tweetal na, dat zoo sierlijk over het vlakke strand galoppeerde. „Wat een prachtige meneer zei' ikleime Kees, die nog niet g-aedi pra ten kon. „En zoo dapper", zei Willem ver rukt „wat moet het to'ch moeilijk zijn, op zoo'n paard te blijven zitten, als het zoo holt „Niets aan pochte Hans, „thuis rijd ik zoa dikwijls op een paard, en als ik groot ben, krijg ik er zelf e»en." Dit was niu het tweed# lesje, dat Hans kreeg en 't hielp nog beter dan het eerste. Maar iets leelijks af te leeren. dat is heel moeilijk. En zoo duurde het nog een heclen tijd, voor dat Hans een flinke verstandige jon gen was. Maar dat werd hij toch, hoorNu schaamt hij zich wél eens over zijn pochen van vroeger, dat1 weet ik zeker. Als je hem dUs eens mocht tegenkomen, moet je er maar niet over praten. M. HILDEBRANDT. Brievenbus Gerard H. Prettig ,dat je ook nog pkzier in Velsen gehad hebtdat mocht wel ma het harde werken, hè Is de school nu wteer begonnen? Ik iben blij, dat j«e meit dten ndeuwien (wedstrijd in je schik bent. Het raad sel is ook goed ik hoop, dat ik er leans gauw plaats voor heb! Mijn groeten aan Moeder Agnes van den B. Ik dacht al, /wat ziet die brief er bekend uitEn (ja, hij was ook van een oude ken nis, dat za«g ik al gauwNatuurlijk vind ik het heel goed, dat je weer mee gaait dteen aan de wedstrijden. Wat ben je netjes, gaan schrijven, zegIk hoop, dlat je een Treedeiboel «raadseloplossingen zult vinden 1 Johan W. Wel, ben je Donder dag weer naar school gegaan, en her viel het je weer goed Nu maar voor zichtig zijn, hoor, zoodat die nare verkoudheid je nifet weer te pakken (krijgtIk begreep al niet 'hoe het (kwam, dat ik maar niets van je hoor de Je schrijft altijd zulke gezellige brieveni, en ik miste ze erg 1 Vind je (liet nieuwe boek mooi Alice D. Heb je de nieuwe boe- ik ctn gekregen, zeg? Eén er van ge loof ik zeker 'Wel, dat je erg mooi izult vindon, je moet maar eens zien Dat maakt zeker wel, dat je nu weer heerlijk frisch aan liet werk gegaan/ (hemtJa, 't was jammer, dat het Iweer in de vacantia niet mooier was, maar dat was nu eenmaal zoo, en is maar gelukkig, dat jullie toch ple zier hebt gehad Dag jongens Marie en Annie van Z. Ik ben ei'g verlangend om te hoor en hoe het met de verhooging is afgeloopon, maair. dat zul je me zeker wel gauw sohrij/ven als je het weetHoe gaat liet met het raadsels oplossen Het nieuwe raadsel is ook goed, en fk' zal het zoo gauw mogelijk plaatsen I Jan S. Wel Jan, wat heb je ïmc een mooie verzameling raadsels ge stuurd Dank j© wed, (hoor Met ple zier wil ik je ook eens oen boek Lee- nenkom maar op een Woensdag middag tusschen 1 en 2 uur, dan zullien w.e iets voor je uitzoeken, dat je nog niet kent. Smaakten de zelf- geplukte bramen niet bijzonder lek ker Duinroos/je. Het spijt me, dat je je niet zoo heel erg lekker voelt; wat scheelt er aan? Hoofdpijn? En heb je nog tijd gehad om de boeken te lezen Ik verlang er al maar,, om /wat over Amsterdam te hooren Veel groeten Willem v. d. B. 't Waa eon goed plan van je, om me weer eens te ischrijiven Je bolt er bij, dat je nu nog net aan de afdeeiing voor die jon geren mee kunt doen Ik denk naet, dat ik gauw weer uit de stad ga, ten minste niet voor langen tijd. Ben jij nog uit logeeren geweest? Die va cantia van jou duurt eigenlijk veel te langbegint liet je nog niet te verve- lien, zeg? Dina V» DanJk je wel voor de brief kaart uit Amsterdam, Dina Ben je nu weer fihuis en heb Je veel pret ge had? Jo en Frans van E. Bloemen en bladeren kun je drogen tusschen vloei of tusschen watten, en dan in een dik boek leggen met iets zwaars er op dan moet je ze een dag of veer tien zoo laten loggen niet naar kij ken in diien tijd, lioor want dan be derf je ze Heei*lijk, dat bet goed gaat met de raadselsMaar ik mag er verder niets van vertellen, dat be grijp je welMijn adres was keurig netjes gedrukt, Frans 1 Je kunt bet schemeren. „De beek, de beek 1" rie pen ze vroolijk, „nu gauw de bootjes en zeilscheepjes hoera Hans was een van de eersten. Hij bolde met zijn scheepje in de hand tot Vlak bij het water zijn vriendje Tom kwam gelijk met hiern aan en liet zich hijgend in liet hooge gras vallen. „Dat was loopenzucht te hij. „Bah", pochte Hans, „ben je nu al mote Ik zou nog wel tienmaal over die beek kuntnen springen „Dat is niet waar!" izei' Tom boos, j'e kunt het. niet eens éénmaal over zoo'n hreede." „Wèl waar", begon Hons weer, ,,'9ieloof ie me soms niet?" Mientje van den dokter, die ach ter hen aan was gekomen en alles ge hoord had, vond het een mooie grap en riep den kindoren, di'e achtergeble ven waren, toe „Gauw, gauw. Hans gaat over de beek springen, dat moe ten wie zien Van alle kanten kwamen die ande ren nu aangeJoopen, en onze Poch hans kroeg het wel wat benauwd. Als hij nu niet sprong, zouden ze hem allemaal zeker uitlachen, en hij vond de beek in eens zoo erg breed, en het water leek hem zoo heel nat. Bit hij rilde er van. Maar hij had het nu eenmaal gezegd het moest gebeuren. Vlug ging hij ©enige passen achteruit, nam een. fliuken aanloop toen oen sprong en dn ar lag onze Hans midden, in de beek. „Door schade en schande wordt men wijs", zei Tom's vadetr, die gauw was komen aanloopen en Hans op 't droge 'hielp, „haal in 't vervolg maar (nooit meer zulke kunsten uit." Kleine Willem keek zijn grooten.' neef vol bewondering aan. „Laat ons een,,g zien, hoe mooi je rijden kunt", aei hij. „Domme jongen", bromde Hans. „hoe kan ik nu maar zoo dadelijk een paard krijgen Later^ als je groot bent, mag je bij me komen logeeren, em dan leer ik jou ook paardrijden en rijden we samen overal «heen, maar zeur er nu niet' meer o Ver." „Toe", vroeg Willem nog eens, „zal ik dien ezeljongen daar even roepen? Rijd dan eens op een eizel I" En in zijn ijver wenkte hij een van de ezeljongens, die dadelijk kwam aangestapt en den verbaasden Hans in een oogenblik in het zadel hielp. Daar zat hij nu, en voort ging het De ezel liep op een drafje, maar het leek Hans, of het nog harder gimg dian de sneltrein. Het werd hem groen en geel voor de oogen 1 Stijf hield hij zich aan den ezel vast, maar het duurde niet lang, of hij gleed al meer en meer van het zadel af. En juist, toen hij aan de plaats kwam, waar zijn heide neefjes vol verlangen naar hem uitzagen, viel hij, pardoes, voor hun voeten in liet zand neer. Willem lachtie, miaar kleine Kees Vroeg medelijdend „Heef jou geen erge pijn „Wel neenzei Hans knorrig, „maar lachen hoef je ook niet, kan ik 'het helpen, da.t die ezel zoo gek doetmaar hij schaamde zich toch wel een beetje en was wat blij, toen hij na een paar dagen weer goed en wel in den trein zat, die hem naar huis bracht. Want na dien onglelukki- gen val werd Hans heel wat geplaagd door Oom, die uilt de verte alles hadr gezien. nf je begrijpit weilk ik bedoelIk .vind' het erg prettig, dat je me eens' wilt komen opzoeken als je weer (heelemaal beter bent, «dan kunnen we ©ens kennis maken Nee, in raadsel 7 is geen fout, je moet de atlas er maar eens bijnemen, misschien, kun je dan dte oplossing wel vindenJe «hoeft alleen maar de oplossingen op te schrijven, en dan het nummer or voor, en wanneer je de inzending moet sturen hoor je de volgende week. Wat zal het heerlijk zijn als je weer thuis bent, hè? Dank je wel voor de briefkaart Hubertus B. Of ik het niet leuk ■tfind't van die verrassing als je over gaat Nou, of ik, hoorMaar wan neer hoor je nu of je overgegaan bent? Wat heb je me een mooie briefkaart gestuurd! Erg aardig, hoor! Ja, ik vind 'het ook jammer, dat hert, weer miet wat beter wordt en dat je nu de veldflescli niet kunt gébruiken dat je de 'v-eldflesch ook mee wilt nemen als je oens heel ver weggaat, vind ik natuurlijk erg leukIk weet niet of je zuster me Zaterdagmiddag gezien heeftdan moet het wel heel vroeg geweest zijn, want ik ben uit de stad geweest. Nu moet je maar eens vra gen of dat uit kan komenDag Hu bertus Boschviooltje. Ik wil best ge (loiOvon, dat je nu veel meer je best (doet met het oplossen van de raad sels heb je al veel oplossingen ge vonden Je hebt niet goed geraden, hoorIk bewaar de briefkaarten cn «dan geef ik ze later aan kleine vriendjes en vriendinnetjes van me; Idlaar, nu weet je 'tVind je dat peen goede Instemming Hendrik en Gerda Gr. Wat heer- j lijk, dat het rapport zoo mooi was Arie en Lientje N. Het raadsel goed. Vandaag staat er alweer een raadsel van jullie in d'e courant, heb je het wel gezien Gretha' K. Zoo, beviel het je goed op schoolGelukkig maar, dat je nog niet alles vergeten was, 'hè Wat eien ingewikkeld raadsel heb je me nu Igestuurd daar zal 'heel wat aan te raden zijn, wed ik Jo en Betsy P. Ik hen blij, dat je izoo'n prettige vacantia rgchad hjebt, (Jo Heeft Beppie jó ïifet gemist all dien tijd, dat je weg geweest beni? Wel Jo, je htebt heel wat gezien, en je hebt goed uit je oogen gekeken mok 't Was gezellig, dat je zoo van alles verteld©Bevalt het je goed in de hoogste klas en weet Bets al of ze overgegaan is? Je raadsel is prach tig, hoor! Wat héb je dat mooi be dacht Annie, Hennie en Christina B. «Nu krijgen jullie vandaag met jé drieën een brief. Ik vind liet heel goed, dat Christina ook aan den wed strijd meedoet. Heb je al veel oplos singen gevonden, zeg? En Annie esn Hennio zitten nu dus in IJmuident Wat leuk, dat je daar dit briefje nu zult lezenWanneer begint jelui sohool weer? En is de fiets ook mee niaar IJmuidten Veel groeien voofl jullie alle drie Johan E. Ik ben blij, dat je het boek zoo mooi vondik vond het ook al'ijd zoo bijzonder aardig! Je mag het net zoo lang houden tot je het - hoelomaal uitgelezen hebt en dan mag je het voor een ander komen ruilèp. Het is niet prettig, om je met lezen zoo te haasten, hè In die onder- aardscfie gang in Valkenburg l>en 'k ook geweest ma ar met den gids na tuurlijk. want de grot is zóó groot, dat je er andors best in zoudt kunnen vt rdwalen.Het was een gezellige, lange brief, dien je me schreef Betsy en Elsje H. Van de raad sels za,l ik er zeker wel een paar kun nen gebruiken ik zal ze eens op mijn gemak nakijken In het geheel moeten ©r veertig raadsels opgelost worden, e-- de volgende week komen de laat ste tien. Bi hoop, dat jullie nog een heeleboel oplossingen zult vinden Ik wil wel gelooven, dart je niet iedere week een langen brief kunt schrijven, maar ik ben met een korten ook wel eens tevreden, hoor Aan veel jongens en meisjes. Den eerstvoigenden Woensdag zal ik tot mijn spijt geen boeken kunnen rui len. Willen jullie de boeken, die je ie leen hebt, dus nog een week lan ger houden Woensdag over een week mag je natuurlijk weer koinen. M. C. VAN DOORN. mislukte. Zooals u weet, is 'bij het parlemlent een regeeringswet aanhangig, die ten deel heeft de vroeger wegens achter stallige pacht afgezette pachters op hunne hoeven te herstellen en daar voor het noodige land onder dwang te onteigenen. De wet werd door het Lagerhuis aangenomen en ging einde der vorige week naar de lords, dio haar natuurlijk door amendaties weer in belangrijke mate verzwakten. De Iersche landlords waren in groot aantal opgekomen, om daarbij een handje te helpen. Eerst werd de gedwongen onteigening vrijwel onmo gelijk gemaakt. Een appèl tegen het besluit der land commissie werd in de wet gevoegd. De landlords gaven bij do bepaling der onteigeningssom zichzelven recht op de onbetaalde pacht van de afgezette boeren. En last not leafet behielden zij zich voor, om bij den afstand van het land het jachtrecht daarop te behouden. Togen al die amend'amietnten he ft. de regeering zich in het Hoogerhuis hardnekkig verzet, maar zij moest vi or de overmacht der lords zwichten en zal in het Lagerhuis al die wijzi gingen weer uit de wet hebben te lich ten, met vooruitzicht op een nieuw conflict] e met de peers. Lord Ashtown heeft echter geen ze tel in het Hoogerhuis (de Iersehe peers kiezen, evenals de Schotsche. een aantal vertegenwoordigers van dat huis uit hun midden). Maar hij is in Ierland actief voor de rechten der landheeren opgetreden, had op zijn landgoed strubbelingen met stroo- pers en turfstekers, en subsidieerde de Protesfcantsche propaganda al- temaal dingen, die hem den haat van den land-league van Ierland op den hals haalden. Hij had zich Maandagavond naar zijn jachtgoed beseven, voor de 12 de zer aangevangen jacht op korhoen ders em verbleef in zijn lodge met zijn jachtopziener, diens wouw en twee dienstmaagden. Het huis heeft slechts twee verdiepingen, maar tot mylord's geluk is de vensterbank van zijn slaapkamer 18 voet van den grond verwijderd. Om tien uur ging hij naar boven en begaf zich met. zijne huïsgenooten ter ruiste, terwijl alles veilig scheen en geen kwaad werd vermoed. Twee uur na middernacht werd hij door een hevigon schok uit zijn slaap gewekt, terwijl zijn kamer door een felle Straal werd verlicht. Hij dacht het eerste oogenblik aan een hevig onwieer. maar beneden het rinkinken van glas en het neerploffen van hout hoorende. sprong hij uit zijn bed, vloog de trap af, en ontmoette daar zijn eveneens gewokten jachtop ziener. Beneden stegen rookwolken van kruit en petroleum op. De woonkamer vnerd in brand gjevomden, de ramen daarvan verbrijzeld, de meubels ver nield en, weggeslagen en de deur aan splinters. De vloer der kamer was be zaaid met gruizelementen. De brand bleek onfestaan te zijn door in petro leum gedrenkte zakken, die door de ontploffing de kamer invlogen. De tapijten en gordijnen waren reeds in brand, doch de vlammen wer den door water snel geblulseht. En toen bleek eerst hoe groot de verwoesting waJs en aan welk gevaar do huisgenoorten waren ontsnapt. Het schoorsteenmantelstuk was in zijn lordschaps kamer van den, wand ge rukt en een eind ver geworpen, zijn kleedkamer vernield, een zware hou ten bank in de hal in de eetkamer ge worpen, en de gehoele boel in het hon derd, voor zoover niet vernield. Bij onderzoek bleek, dat het kruit in een grooten ijzeren pot was ge plaatst, met lange lonten verbonden. De pot vloog aan stukjes, die heinde cn verre verspreid lagen. Gebroken flesschen, die naar petroleum roken, werden eveneens gevonden. Het plan was blijkbaar om de wraak zoo vol komen mogelijk te maken, eerst door de ontploffing, daarna door den brand. Niomiand mocht overblijven om het gebeurde te vertellen. Het geluk «diende echter de bedreigden. De booswichten hadden een ladder meegebracht, die stukgeslagen werd gevonden, aan den leant der ontplof fing. Het ding kan niet langer dan zes voet zijn geweest, zoodat zij daar mede het venster van de slaa,pkam«or van zijn lordschap niet konden be reiken. Daarom probeerden zij hun doel te boreiken door den pot buskruit op de vensterbank van voornoemde woonkamer t,e plaatsen. Maar bus kruit is geen dynamiet. En zoo faal den de moderne Fenians evenzeer als hunne voorgangers indertijd bij de poging om alhier de gevangenis van Clerkenwell in de lucht te laten sprin gen. De misdadigers kozen een gunlstig oogenblik. Door de onlusten te Belfast waren de meeste constabcls uit de streek naar het noorden gezonden. Slechts een sergeant met een enke len constabel waren hog in de plaats. zoodat er geen nachtelijke verken ningstochten konden worden gehou den. Voor de rogeering is dit zaakje even onaangenaam als het voor lord Ashtown gevaarlijk was. Het is de culminatie van een reeks agrarische mesdaden in het zuiden en westen van Ierland, die de toepassing derdwang- wetten weer dringend maken. Tn de buurt van Gal way werd_ 5 de zer een geboycotte Ier overvallen, be schoten en aan hand en been gewond, zonder dat de daders ontdekt, kunnen worden. Te Ballyshannon werd een aanslag op een veeboer gepleegd, met hetzelf de gevolg. En wanneer door de snmen'span- ning der ïorsche boeren de daders van deze misdaad onbekend en ongestraft zouden blijven, dan is het voor goed uit met de veiligheid in Ierland voor allen, die op de zwarte lijrt van den land-loaguo staan."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 3