tien en tot bevordering van liet Vreem delingenverkeer om over te gaan bod de oprichting van reclamezuilen; ib. dat zijn ingekomen; lo. een schrijven van B. en W., houdende aanbieding van de ontwerp- begrooting voor 1908; 2o. een voorstel van B. en W. tot on- bevoonbaarvor klaring van het perceel •aan de Ged. Raamgracht no. 55; 3o. voorstellen van B. en W. tot het leggen van verbod tot aanbouw of her houw op gronden, welke in de naaste toekomst voor den aanleg van straten en pleinen zijn bestemd; 4o. een schrijven van den heer rar. A. C. Rlascih, houdende bericht, dat liij aanneemt de in de vergadering van 3 Sept. j.i. o.p hem uitgebrachte benoe mingen; 5o. eem schrijiven van den heer mr. J. Spoor, houdende bericht, dat- hij aanneemt de benoeming tot lid der Oommissie tot het ontwerpen en her zien van verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd; 60. een schrijven van den heer mr. J. N. J. E. Thijssen, houdende bericht, dat hij aanneemt de benoeming tot lid der Commissie van bijstand in het be heer der gemeen te-financiën; 7o. voorstel van den heer A. Rinke- ma, tot wijcaiging van de Bouwveror dening; 80. een schrijven van de afd. Haar lem van den Nederiandschen Aanne- mershond. houdende instemming3>e- tuiging met de ingediende voorstellen tot wijziging der Bouwverordening, alsmede verzoek om de hoogte van buiten- en scheidingsmuren te bepa len op 10.50 M. boven den begameu grond; C. dat, naar aanleiding van de op merking van den heer A. Rinkema, «n ssake de wijze van aanschaffing v-an meubilair voor de H. B. S., een rap port van dien Directeur van Openbare Werken voor de leden ter lezing is ne- dergelegd; D. dat- door de Commissie van bij stand in het beheer der gemeente-be drijven zijn benoemd: lo. tot leden der sub-commissie van hijstand in het beheer der gemeente- lichtfabri ekenwaarvan de heer Dr. J. Naeuwenhuijzen Kruseman voorzitter is, de heeren: J. J. S11 eitjes. J. L. E. I. Breda Kleynenberg, C. G. Loomeijer Jr., en W. Stolp; 2o. tot leden der sub-oommissie van hijstand in het beheer der gemeente lijke duinwaterleidingen, waarvan de heer Joh de Breuk voorzitter is, de heeren W. Stolp, J. J. Sneltjes, en G, C. Loomeijer Jr.; 3o. tot leden der sub-commissie van bijlstand, in het beheer der gemeente- reiniging, waarvan de. heer Jolh de Breuk, voorzatter is, de heeren A. Rin kema, W. A. J. van de Kamp en W. Stolp; en 4o. tot leden der stib-oommisste van bijstand in het beheer van het open baar slachthuis, waarvan de heer dr. H. D. Kruseman voorzitter is, de hee ren W. Stolp. mr. J. H. Thiei en H. van den Berg. E. dat door B. en \V. zijn benoemd: 'lo. tot bewaarder aan de school voor M. U. L O. met ingang van 16 Sept. jl., J. H Wijkhuizen: 2o. tot bewaarder aan de Derde Burgerschool met ingang van 1 Nov. a.s. H. de Groot; en dat eervol ontslag is verleend met ingang van 1 Nov. a.s. aan J. H. W, Roemers, opzichter bij he: Bouw- en Woningtoezicht. Punt 6. B. en W. stellen voor, voor/200aan te koopen een gedeelte grond aan den Kleinen Houtweg, deel uitmakende van de perceelen Ivad. Sectie K nos. 365 en 1828 ged., ter verbetering van het trottoir aldaar. De bestrating zal 400 kosten. (Raadsstuk no. 327). De heer SNELTJES heeft uit de teekeniipg gezien, dat het de bedoe ling is een stuk stoepterrein van den heer Krelage aan te koopen. Waar op vele plaatsen dergelijke stoepen een voudig worden geannexeerd en er hier geen urgente reden is om zoo veel geld voor een stoep uit te geven; daarom zal spr. tegenstemmen, ook omdat hij geen precedent wil stéllen. Indien men de zaak goed bekijkt, dan ziet men, dat de heer Krelage aan deze stoep niets heeft en dat het in zijn eigen voordeel is de gemeente het onderhoud te geven. De heer GROOT vraagt of hier ook de gewone weg is bewandeld door te vragen of de eigen/aar de stoep gratis wil afstaan. De heer DE BREUK antwoordt met het voorlezen van het solirijven van dien heer Krelage en voegt er bij, dat de gemeente heeft geweigerd goed keuring om een stuk van de stoep te bebouwen, terwijl de eigenaar be reid is bevonden om de palen en ket tingen, die er stonden weg te nemen. Spr. acht liet dus billijk voor dezen grond te betalen. Hier Is bovendien 't eigendomsrecht onbetwist, terwijl dat bij vele stoepen in de stad niet het ge val is. De heer SNELTJES meent, dat dit eigendom volstrekt niet vast staat-en zegt., dat hij geen enkel- argument heeft gehoord om voor 't voorstel te stemmen. Als de heer Krelage nu nog bereid bleek d'e verdere palen en ket tingen voor de kantoren van Krelage weg te nemen, was 't wat anders doch daar zullen we dan later voor moeten betalen. De heer DEÜREUK zegt, dat dit 'ii- derdao.d later aan de orde zal moeten komen, en merkt op, dat hij geen weg weet om de stoepen eenvoudig te an- nexeeren. De heer SNELTJES zegt, dat het in andere gemeenten voortdurend ge beurt, als de heer De Breuk wil we ten hoe, dan kan hij dat veel gemak kelijker informeeren dan spr. De heer RINKEMA zegt, da: de grond, die op last der gemeente niet bebouwd mag worden, nog' maar niet zoo mag worden geannexeerd. Spreker kent ook. geen gemeenten, waar men dit doet. Zeker moet het bel aflig van den enkeling wijken voor het algemeen belang, maar men mag den enkeling daarom maar niet ver moorden1. (Gdlach). Dat is m/isschien wat sterk uitge drukt, maar spr. bedoelt dat, waar 't hier een algemeen belaflig geldt, dit algemeen dan ook maar moet beta len. De heer THIJSSEN wijst op een arrest van den Hoogen Raad in 1894, waaruit een kwestie van terugzetrcing eener schutting van het Arnhemsche Elisal>et}is Gasthuis ten nadeele der gemeente is beslist. Er zijn dus wel gemeenten waar iets te doen is ge weest, maar in contrarie, hetgeen de lieer Sn eitjes wil. De lieer SNELTJES zegt, dat er al lerlei omheen wordt, gehaald, wat er niet bij behoort. De lieer RINKEMA repliceert, dat hier spirake is van de terugzetting eener rooUijm. Het voorstel van B. en \V. wordt aangenomen met één stem tegen, die van den heer Sneltjes. Punt 7. B. en W. bieden ter vaststelling aan een ontwerp-verordening regelende de aanstelling en bezoldiging van den opzichter over den Hout en de plant soenen. De jaarwedde wordt voorge steld op 1000-/ 1500. De heer STOLP maakt bezwaar te gen een voorgestelde salaris-verhoo ging van 1000 op 1500, die spreker beschouwt te zijn als voor den archi tect. De VOORZITTER doet spr. opmer ken, dat liet hier eene salarüsverhoo- ging voor den opzichter geldt, waar op de heer Stolp van het woord af ziet. De heer MODOO herinnert aan een uiting vaai B. en W. van vroeger, toen zij meenden, dait de opzichter met /900 voldoende betaald was, terwijl het salaris nu al stijgt tot 1200, ter wijl 1500 als maximum wordt voor-, gesteld. Zijn die werkzaamheden zoo belangrijk toegenomen? De VOORZITTER herinnert aan de adviezen van den heer Springer, die zich verleden jaar met een verhooging niet kon vereenigen, thans wel. Spr. noemt 900 het minimum salaris. De heer MODOO merkt op, dat er nooit sprake is geweest van een mini mum en een maximum. Het salaris is van 900 telkens verhoogd. Spreker vraagt nog eensZijn de werkzaamheden zoo toegenomen, dat men het salaris ongeveer verdubbelen moet wanneer men het maximum be schouwt bij het oorspronkelijk sala ris? De VOORZITTER zegt, dat er hier twee zaken zijnhet salaris van den heer Baardse en de organieke rege ling voor dezen ambtenaar, 't Eerste wilde de Raad verleden jaar niet ver- boogen, nu komt het weer op de be grooting, en thans is aAleen de orga nieke regeling aan de orde. De heer GROOT merkt op, dat altijd wanneer het salarissen van minderen, van handarbeiders geldt, van de ta fel van B. en W. wordt gewaar schuwd tegen de vetrhooging der sala rissen met het oog op de belastingen. Alleen niet wanneer er sprake is van de hoogtere arbeiders, en dat noemt spreker verduiveld meten met twee maten. Ten slotte wijst hij er op, dat deze verhooging ongetwijfeld weer verhoo ging van het salaris van den archi tect tengevolge zal hebben. De VOORZITTER merkt op, dat de Raad bij een algemeene verhooging der loonen van de gemeentewerklie den heeft getoond het tegendeel van wat de lieer Groot beweer;. De heer MODOO stelt voor het maximum op ƒ1200 te bepalen. De heer SCHRAM zal tegen dit voorstel stemmen, omdat deze amb tenaar zijn positie tegenover archi tect, werklieden en publiek moet handhaven, en voorts dat in andere plaatsen de loonen eveneens hooger zijn dan hier. De heer GROOT rneikt op, dat hij den persoon van Baardise buiten de bat houdtwat voorts de loonen in andere plaatsen betreft, die zijn mis schien hooger, maar men heeft hier een architect en dat moet men ook in aanmerking nemen bij wat het toe zicht kost. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Springer niet geheel en al voor de gemeente beschikbaar is, en dat dus een deel van het dagelijk<sch toe zicht op den opzichter moet terugval len. De heer MODOO verbaast zich, dat de heer Schram in 1901 niet op het gewacht dezer betrekking heeft gewe zen toen had niemand iets tegen het salaris van 900, dat B. en W. zelf voldoende vonden. De VOORZITTER zegt dat het goede uiterlijk der plantsoenen in de laatste jaren voor een groot deel aan den heer Baardse te danken is. De heer KLEYNENBERG wil ook buiten persoonlijke beschouwingen blijven, maar als hij dit' salari's be schouwt in vergelijking niet andere opzichters-salarissen, dan kan spreker zich niet verzetten Jegen het voorstel van B. en W., al zal hij altijd bereid zijn 0111 ook de salarissen der arbei ders te verbeteren. De heer H. D. KRUSEMAN herin nert zich niet. dat het ooit gebeurd is, dat met belastingen tegen loonsver- hoogingen is geschermd. Spreker wijst er verder op, dat het amendemeni-Modoo niet 'past in de verordening. Het voorstel-Modoo wordt vertvor- pen met 6 stemmen vóór, die van de heeren Thijssen, Thiel, Alodoo, Groot, Sn eitjes en Middelkoop. Het. gelïeele voorstel van B. en W. wordt daarna aangenomen. Punt 8. B. en W. stellen voor den boekhou der der Georaeentereiniging eene toe lage van 50 boven zijn jaarwedde te geven als vergoeding van de kos ten van den door hem gestelden borg tocht. ((Raadsstuk no. 319). De heer SNELTJES maakt een op merking over de voorgestelde verhoo ging van het salaris des boekhouders «He B. en \Y. f 50 meer moeten geven, omdat hij borgstorten moet. Spr. wil er eens op wijzen, dat vele kleintjes een groote maken. Die verhoog-'ng "s eigenlijk een verhooging van salaris, want als deze vergoeding den man wettig toekomt, dan moet 'het ingaan al in 1902 maar niet in 1908. Noemt men he,t een salaris-verhooging, dan kaai er over worden gesproken, maar is 't een vergoeding, don komt het hem toe van 1902 af. Spr. zal dus stemmen tegen hei voorstel van B. en W. De heer DE BREUK zegt, dat B. en wel om de kleintjes denken, wai bewijst hun afwijzing van cLe voorge stelde algemeene tractements-verhoo- ging. D i t voo i-stel echter komt van de Commissie voor de reiniging, die, oordeel end, dat het salaris- van den boekhouder niet al te hoog is, ge ineend heeft deze verhooging uit- bil lijkheid te moeten voorstellen. De heer MIDDELKOOP adhit het in 't algemeen in overeenstemming met de billijkheid iemand' te vergoeden dé kosten aan zijn betrekking verbon- dein, en daaronder behoort ook de ilx>rgstelLimg. Echter komt spr. een be drag van 50 nog al hoog voorspr. zelf betaalt voor zijn Rijksboi'gstel- Idng van 10 12000 per jaar slechts een 26 27 gulden. Nu is het voor Rijks-ambtenaren wat gemakkelijker gemaakt, maar 50 zal 't toch niet be hoeven te kosten. De opmerking van den beer Sneltjes over de billijkheid 0111 de gelden van 1902 af te vergoe den wel juist is, maar als men onbil lijkheden wil wegnemen, dan doet men dat voor de toekomst. Als men alle onbillijkheden uit het verledten wilde wegnemen, dan vond men nog heel wat te doen. De heer DE BREUK zegt, dat de borgtocht ruim 40 bedraagt. De heer STOLP vraagt of de man vooruit geweten heeft van de verplich ting tot borgstelling. De heer DE BREUK zegt, dat het niet in de instructie stond, maar de verplichting eerst later is opge legd. Het. voorstel van B. en W. wordt goedgekeurd. Punt 9. In tegenstelling met hun voorstel van 7 Mei (gedrukt stuk 192) stellen B. en W. thans voor, aan L. Bot c. s. te vergoeden de door hen gemaakte kosten ad ƒ35 om op 27 Maart 1907 liet lijk van hun moeder M. J. Asse- l<erCremers te doen begraven in een nieuw huurgraf op de R.-K. Begraaf plaats St. Barbara. (Raadsstuk 331). Goedgekeurd. Punt 10. B. en W. stellen voor het perceel Gierstraat 79 onbewoonbaair te verkla ren en te gelasten, dat het binnen drie maanden ontruimd moet zijn, omdat het niet van goed drinkwater voor zien is. (Raadsstuk 332). Aangehouden op voorstel van B. en W. Punt 11. Opdat in die toe-komst een'verbree ding van die Jacobijnestraat, voor zoo ver deze gelogen is tusséhen het Priiniseaillilof en de Koningstraat, zal kunnen geschieden, gtellen B. en W. voor, de rooilijnen van dit gedeelte zoodanig vast te stellen, dat een breedte van 5.50 M. zal worden ver kregen. (Raadstuk 338). De heer VAN DEN BERG vraagt of later door de eigenaren nog vergoe ding zal worden gegeven voor de ach teruitzetting der rooilijnen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit in de bedoeling ligt. Hei voorstel wordt daarna goedge keurd. Punt 12. B. en W. stellen voor, te bekrachti gen de door hen- gesloten overeen komst met den pachter van het buf fet in het Openbaar Slachthuis P. Klabou tot ontbinding van het pacht- contract. De exploitatie kon tengevolge van de inrichting der lokalen niet otp len oorspronkelij'ken tijd aanvangen. Aan Klabou zal echter geen vergoeding be hoeven gegeven te worden, aangezien hij niet voldaan heeft aan de pacht overeenkomst betreffende betaling van gedeelten der pachtsom en stor ting eener waarborgsom. (Raadsstuk 335)". Goedgekeurd. Punt 13. De zeven vaste stokers en vijf hulp stokers der gemeente-lichtfabriek ver zoeken den Raad het minimum loon voor de werklieden in de afdeeling stokerij te brengen op ƒ2.50 per werk dag. De loonen varieeren thans van ƒ14 tot 14.10, wat adressanten te weinig voorkomt voor 56 uren dienst (d'ag-, nacht- en Zondagsdienst) en de vele slijtage aan bet goed. B. en W. stallen voor dit verzoek af lt wijzen, daar zij, rekening houden de met dé loonen, die elders uitge keerd worden, geen termen vinden tot inwilliging. (Raadsstuk 330). Do heer SCHRAM stelt voor, dit punt aan te houden tot de behande ling der begrooting. De heer NIEUWENHUIZEN KRU SEMAN zegt.. da.t dit voorstel hem verwondert daar vroeger steeds is ge zegd Behandel die zaken niet bij de begrooting, want dan leven we al tijd onder den indruk dei' bezuini ging. Nu kunnen we dit voorstel ,,k tète reposée" beoordeelen en nu komt er weer een voorstel tot uit stel. De heer SNELTJES zegt, dat hij iets voelt voor 't voorstel-Schram, omdat hij dan gelegenheid heeft nog meer aandacht te besteden aan de door den heer Groot gevraagde inlichtingen over de loonen. De heer NIEUWENHUIZEN KRU SEMAN wijst er op, dat een uitge breide vergelijkende lijst van loonen door den heer Blom is ter inzage ge legd, waarin hij intussohen een fout te herstellen heeft. De VOORZITTER geeft Ln overwe ging eerst het voorstel-Scbram af te handelen. De heer DE BR.AAL verklaart zich er tegen, en zegt, dat de loonen hier in 't algemeen niet lager zijn dan el ders, al wal hij zich over de voldoend heid er van nu niet uitspreken, vooi'- a.l niét nu een algemeene herziening in bewterkkig is. De beer SCHRAM beveelt zijn voor stel nog uitvoerig aan. Het wordt echter verworpen meit 3 stemmen voor, die van de heeren Groot. Middelkoop en Schram. De heer GROOT wil over 't vooröbel- zelf niets zeggen-, wel over de toe lichting. Inplaats van te motiveeren en de argumenten van adressanten te bestrijden of te ontzenuwen, komen zij met de algemeenheid dat in ande re pliaatsen de loonen niet hooger zijn. Die motiveering vindt spr. min, spr, bedoelt dit in den zin van min waardig, omdat B. -en W. zoo weinig zelfstandigheid toonen, altijd loo pend aan den leiband van andere ge meenten. Deze wijze van doen bad spr. anders verwiadlit en hij wenschte wel, dat B. en W. in 't vervolg dtit na lieten. De heer NIEUWENHUIZEN KRU SEMAN betreurt het gebruik van 't woord m i n, omdat bet dan toch al tijd onaangenaam' klinkt, maar zou van den heer Groot voorts wel eens willen vernemen een antwoord op de vraag of hij ook in 't omgekeerde ge val, indien de loonen hier eens lager waren dan elders, niet zou wijzen op die andere gemeenten, die hooger loon betalen. Wat de argumenten be treft, deze manachen argumentee- ren als iedereen, en als B. en W. al «He argumenten zouden moeten weer leggen. waar zou men dlan blijven? B. en \V. hebben advies gevraagd aan den clief van adressanten, den heer Blom, die dioor adressanten geheel voorbijgegaan is, hoewel hij hun chef is, en deze heeft een lijst overgelegd waaruit blijkt, dait dé loonen niet slecht zijn. Spr. herstelt hierbij de fout, waarop hij straks doelde de werktijd der vuur-slakker» is niet 78 maar 72 uur. De heer GROOT antwoordt den wethouder, dat spr. zich nooit beroe1- pen 'zal op andere gemeenten hij be schouwt de zaal; op zichzelf. Het worstel van. B. en W. wordt aangenomen met die stem' van den heer Groot tegen. Punt 14. B. en W. stellen voor te bepalen, dat de Valkesteeg en de Vrouwesteeg slechts in ééne, door B. en W. aan te geven richting zullen mogen worden bereden. (Raadsstuk no. 328). Aangenomen. Punt 15. De Electrische Spoorweg Maat schappij heeft tot B. en W. het verzoek gericht om de bediening harer sein- irrichting aan de Lange Brug op 'e dragen aan de gemeentelijke brug wachters. B. en W. stellen voor dit. verzoek in tc willigen, mits de Maatschappij aan de gemeente de somma van 725 per jaar uitkeert, zijnde ongeveer het jaarlijksch salaris van één brug wachter). (Raadsstuk no. 326). De heer GROOT vindt het vreemd, dat die commissie voor Publieke Wer ken niet geraadpleegd is. Het werk dat aan de brugwachters zou wond'en opgedragen is niet gering, gelijk spr. uiteenzet, terwijl de gemeente de kans Loopt, dat er averij aan de brug of stagnatie in die vaart komt. De voordeelen die daartegenover staan, zijn zoo gering, dat bij zijn stem aan d'e voordracht niet kan geven. De heer VAN DEN BERG voelt rits voor die bezwaren van den heer Groot. Hij wijst er voorts op, dat vol gens art. 2 der instructie de Tram nooit verhaal zal hebben op de Ge meente. Daarover zou spr. nog gaar ne nadere inlichtingen hebben. De heer SNELTJES herinnert er aan, dat de arbiters die gemeente in -t ongelijk hebben gesteld, en hij, dacht aanvankelijk dat die Maat schappij zoo vriendelijk zou zijn om ide Gemeente door haar voorstel schadeloos te stellen. Doch daarin vergiste hij zich. want de Maatschap pij wil maar 700 gulden veigoedien, terwijl er wel 't dubbele aan toez'dht uitgegeven wordt. Bovendien zal met de nieuwe instructie een verhooging van loonen moeten gepaard gaan, die spr. schat op 400 per jaar, zoodat de gemeente d'an met een fooitje van ƒ325 wondt afgescheept. Spr. meent dus, dat de vergoeding op 1500 moet worden bepaald. De heer DE BREUK meent, d<at het scheidsgerecht een afgedane zaak is, en wijst er dan op, dat de 'werk zaamheden van de brugwachters be trekkelijk een groote kleinigheid" zijn met hun tweeën kunnen ze dat best. af. Averij is er niet te voorzien Bij zonsondergang moeten ze nu toch al de roode lantaarns opzetten. De heer Groot is bang dat die gemeente er last, van kan krijgen, welnu, beidé partijen hebben recht van opzegging. Meent de Raad, dat de .gemeente er niet, op moet ingaan, dan Ier ij gen we nog meer stuurlui, op de brug, on dus mieenen B. en W. dat we deze ver goeding moeten aannemen. De brug wachters zijn er toch en of ze nu een stap meer of minder doen, een hand- vat meer of minder aandraaien, dit geeft geen meerder werk, en daar voor is naar Spr. meent, ook geen verhooging noodig. De heer GROOT gelooft wel aan ver traging, en bêtoogt voorts, dat het im moreel van de gemeente is de aimbte- naren wenk op te leggen zonder beta ling, terwijl zij zelf er geld voor ont vangt. De heer THIEL merkt op, dat deze redeneering „eigenlijk lijkt naar niks", om zich uit te drukken in de teimen van 't woordenboek, waarin de heer Groot thu.il? is. Spreker ziet niet in, waarom het loon moet worden verhoogd op 't bloote feit, d'at de brugwachters er e e n i g werk bij krij gen. Bezwaar van nneer gewicht heeft spreker echter tegen art. 2, waarin staat, dat de E. S. M. voor schacle nooif bij de gemeente kan aanklop- pen. Maar wel zou 't kunnen gebeu ren, dat derden schade beliepen door onachtzaamheid of onvoldoende wer king der seinen, en om te voorkomen, dat die om vergoeding aankloppen bij de gemeente, stelt spr. een aanvul ling voor, waarbij de E. S. AL wordt aansprakelijk gesteld voor alle moge lijke schade aan derden te betalen. B. en W. nemen dat amendement over. De heer MÜDOO vraagt of het niet Wenschelijk is, de_za:ik aan te hou den, misschien 2itÜen er nog meer haken en oogen in. De VOORZITTER gelooft niet, dat er verdien eenïge moeilijkheid is, ten zij de lieer Thiel misschien nog mocht meenen, dat er nog iéts in zat. De heer THIEL zegt, dat hij zoo maai' niet de verantwoordelijkheid daarvan, alleen, zou willen dragen, maar acht het toch wel zaak, dat met zorg een overeerikomlst als deze wordt behandeld. Art. 1 der overeenkomst wordt aan genomen, tegen stemmen de heeren Welsenaar, Van den Berg, Sneltjes, Stolp en Groot; de hieer Van Rossum blijft buiten stemming. De artikelen 2 (aangevuld) en 3 worden aangenomen. Op art. 4 stelt de heer SNELTJES als amendement voor om het beidrag der vergoediaig op ƒ1500 te bepalen. Vóór zijn de heerenWelsenaar, Van den Berg, Sneltjies, Groot, Mid delkoop, Schram^ Visser, Stolp, de heer Van Rossum buiten stemming, zoodat het amendement verworpen is. Het voorstel in zijn geheel wordt aangenomen met 5 stemmen tegen, namelijk van de heeren Weiben aar. Van den Berg, Sneltjes, Groot en Stolp. Punt 16. Het komt B. en W. gewenscht voor, over te gaan tot een regeling van het toezicht op de invordering van de gelden voor het bezichtigen van bet Stedelijk Museum, welk toezicht tot dusver vrijwel geheel ontbreekt. In verband idaarmJede is het noodig wijziging te brengen in de verorde ning op de invordering dier gelden, in de instructie voor den opzichter en dien adsistenten-opziohter van het Mu seum en in de instructie voor dJen be waarder van liet Raadhuis. In de verordening is thans bepaald, i<ia.t aan 'hen, die deelnemen aan hier ter stede gek ouden wordende congres sen, jaarvergaderingen of wedstrij den kosteloos toegang tot het Museum kan werden verleend. Ook is de kos- telooze bezichtiging thans mogelijk gestald voor verpleegden in gestich ten. Zooals men weet, is het Museum in de week te bezichtigen tegen 25 cent, terwij 1 des Zondags van 12 tot 3 uur de toegang korteloos is. De zoo genaamde Oudheidkamer en de "ka mer met de fodterwerktuigen zullen gedurende de tijden van kostelooze bezichtiging gesloten zijn. In de verordening is ook bepaald, dat de Commissie van toezicht uit minstens vijf leden bestaat, zoodat overeenkomstig de gebleken behoefte het ledental kan uitgebreid worden. (Raadsstuk 164). Door den heer De Braai wordt voor gesteld 'het museum ook op dien eer sten Woensdag van elke maand kos teloos ter bezichtiging te stellen. De VOORZITTER zegt, dat dit voor stel, berekend naar de gegevens, die er zijn, aan de gemeente een winist- i dei-ving vaai 75 gulden zal berokke nen. De heer DE BRAAI, zegt, dat hij zijn voorstel handhaaft ter wille ten eerste van hen, diie principieel" be zwaar hebben tegen Museumbezoek op Zondagten tweede voor hen, die ook Zondags niet in de gelegenheid zijn een museum te bezoeken. En voorts meent hij, dat liet argu ment van winstderving niet kan wor den aangevoerd' tegen een vrijen dag in de week, zooveel zwaarder weegt tegen een vrijen dag op Zondag. De VOORZITTER zegt., dat hij dit niet als argument tegen het voorstel hleeft ingebracht. De heer NIEUWENHUIZEN KRU SEMAN zegt, dat, indien de heer De Braai verzekeren kaar dat er werke lijk in de week van het museum ge bruik zal worden gemaakt door een kring van mensehen, die dat nu uit 'gewetensbezwaar of omdat hun gods- d'iienstdg genootschap dit verbiedt, na laten, hij gaarne voor zal stemmen. De heer SCHRAM verdedigt het voorstel-De Braai, wijst er op, dat in omliggende gemeenten al musea den heelen dag open zijn, en beveelt voorts aan de musea Zondags ook des morgens open te stellen. Het voorstel-De Braai wordt aange nomen met 7 stemmen tegen. Tegen stemden de heeren Levert, De Breuk, De Haan Hugenholtz. Snel tjes, H. D. Kruseman, Nieuwenhui- zen Kruseman en Spoor. Vóot stemden de heerenDe Braai) Gravestein, Middelkoop, Van Rossum, Visser, Modoo, Winkler, Stolp, Groot, Seignette, Thiel, Rinke ma, Thyssen, Kleynenberg, Van Lu ien Tol, Welsenaar, Van den Bergen Schram. De heer KLEIJNENBERG verzet zich tegen het vergrooten van den Zondagsdienst, dioor verdubbeling der uren van de opening. Men moet dien dienst beperken, in plaat® van uit breiden. De heer SCHRAM zegt, dat hij voor niemand wil onderdoen in be vordering der Zondagsrust, maar hij acht zijn voorstel daarmee niet in strijd. De heer DE BRAAL zegt, dat hij ook voor 't genot van honderden niet een mensch aan den arbeid wil zet ten. De heer KLEIJNENBERG wijst er op, dat hel Rijks-Museum en andere groote musea Zondags gesloten zijn. De heer SPOOR zegt-, dat men niet van 10 tot 4 uur kan openen in win tertijd. De heer SCHRAM wijzigt zijn voor stel, door voor te stellen in den win ter tot 3 uur te openen. De heer "MODOO verbaast zich over de houding van den heer Kleynen berg, en ook over die van den lieer De Braai, wiaar die Raad nog pas 's meegegaan met «en denkbeeld waar hij ook niet) 000 warm voor voel de. Er is een groote schaar van men- schen. die niet naar de kerk gaat, en dan is 't beter hen .gelegenheid te ge ven om in musea te genieten, dan ze te drijven naar de herberg. De heer THYSSEN zegt, dat uiit't bezoek gebleken is, dat de uren van 12 tot 3 ruim voldoende zijn. De heer MODOO antwoordt, dat die uren. ook de meest ongeschikte zijn, omdat de maaltijd er juist in valt, en ook een werkman na den maaltijd nog wel eens even rusten wil. Het voorstel-Schram wordt aange nomen met 13 'tegen 12 stemmen. Tegen zijn de heeren De Breuk, de Haan Hugenholtz, SneLtjes, Kru seman, De Braai, Gravestein, Van Rossum, Winkler, Seignette, Thyssen, Kleynenberg en Van Linden Tol. De heer THIEL vraagt hoe B. en W. bij 't toelaten vaai leerlingen van scholen denken over 't grondwettig beawaar dat op het stuk van belas tingen geen privilege bestaat. De VOORZITTER antwoordt, dat het altijd zoo geweest is. De heer MIDDELKOOP maakt hij de verordening op de heffing die op merking, dat het onpracllsch is om voor te schrijven, dat die contróle- strook weder bij 't verlaten van het museum moet wordén ingeleverd. Hét is trouwens ook onnoodig, en vaak zal 't onmogelijk zijn doordat de bezoekers 't niet hebben bewaard. Punt 17. Benoeming van twee leden in de Commissie voor de bezwaarschriften dier plaatselijke directe belasting (af treding J. Sabelis en J. Leupen). Benoemd worden de heeren Lo osjes en Miedema. Punt 18. Benoeming van een Commissie voor de gemeentelijke Bank van Leaning! (aftreding J. Leupen). Benoemd worden de Iheeren Mr. Rasch en Mr. Spoor. Punt 19. B. en W. stellen voor P. Hooge- veen Lz. te benoemen tot makelaar in hypotheken en assurantiën, en G. Hulsebosch tot makelaar in bouwma terialen. (Raadsstuk 334). Benoemd wordt de lieer P. Hooge- veen Lzn. Punt 20. Benoeming van stembureaux voor de stemming van een lid der Provin ciale Staten. Benoemd worden le Stemdistrict (4e Tusschenschool, Ha a rl emm erl iedlestraat 29) H. van den Bea-g, voorzitter, le lid: J. J. Groot, 2e lidS. C. J. Bertram. Plaatsvervangende leden E. Alt- hoff Sr., A. A. Ris, P. L. M. Ketting, T. C. Niephous en H. A. van Olphen. 2e Stemdistrict (le Tusschenschool, Friesche Varkenmarkt 38)E. Le vert, voorzitter, le. lidB. E. C. Seig nette, 2e. liid F. L. Nix. PTaatsvervange liedtenW. G. H. Jacobs, W. A. van Vloten, R. J. van Dieren Bijvoet, Mr. A. C. M. Leesberg en J. Ratelband. 3de Stem/district (1ste Burgerschool, Klein Heiligland) 12). C. G. Loomeijer Jr., voorzitter, le lid A. Rinkema. 2e lid J. C. BurkOns. Plaatsvervangende ledenF. J. D. Theijse, B. W. van Niekerk, H. J. Overbeek, H. A. L. Beuns en. Air. J. Lieftinck. 4de Stemdistrict (Gasthuisstraat 32, „de Stads Doelen"). W. A. J. van de Kamp, voorzitter. 1 le lid J. H. Vifeser. 2e lidJ. W. Florijn. Plaatsvervangende leden: A. Aleijer, H. J. van Egrnond, mr. A. A. Sthee- man, J. H. Droste en mr. W. N. J. M. Smit. 5de Stemdistrict (Hoofdbureau), I Raadhuis, (waarvan de Burgemeester voorzitter is), le lid A. van Rossum. 2e lidH. J. Bronkhorst. Plaatsvervangende ledenJ. Goo- senis, Jhr. J. A. P. Repelaer van Spij- kenisse, T. C. A. Bölger, D. L. Keuren J. Koolhoven. 6de Stemdistrict (School A, Schoter straat 2). Mr. .J. H. Thiel, voorzitter, le lid A. Gravestein. 2e lid P. J. Beccari. Plaatisvoiwangende leden: A. A. M. Bruindng, H. L. Janssen van Raaij, F. V. A. W. H. van Tuerentiout, J. W. Veldheer en G. H. L. Verweij. 7e Stemdistrict (3e Tusschenschool LeMscheipleim 36. V. Loosjes, Voorzitter, le lid: Z. Middelkoop. 2e lid: Johs. de Jongh. Plaatsvervangende leden: G. van der Most van Spijk, C. AI. I. van den Heuvel Reijnders. S. K. Sybrandi, J. J. Beijnes en mr. L. J. van Toulon van der Koog. 8e Stemdistrict (School C, Wijde Geldeloozepad 1). W. Stolp, Voorzitter, le 1M: Mr.- J. N. J. E Thijssen; 2e lid: F. L. van Ammers. Plaatsvervangende leden: P. Klei weg Dyserinok, F. C. Dufour, J. H. Went/holt. J. J. Zeewoldt en A. P. J. M. Sonitz. De vergadering gaat over in eene met gesloten deuren. Stoomvaartberichten Het st. Ardjoeno, van Java naar Rotterdam, vertrok 25 Sept. van Port- Soid. Het st. Sindoro, van Rotterdam n. Java, arriveerde 25 Sept. te Mar seille. Het st. Bands, van Amsterdam n. Batavia, arriveerde 24 Sept. te Sa- bang. Het st.. Java., van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 25^Sept. tePort- Said. Het st. Oranje, van Amsterdam n. Batavia, vertrok 24 Sept. van' Suez. Het st. Zaanland- arriveerde 25 Sept. van Buenos-Ayres te Amster dam. Het st. Bogor, van Rotterdam naar Java, arriveerde 25 Sept. te Batavia. Het st.. Statendam vertrok 25 Sept. van Now-York naar Rotterdam. Hét st- Madura, vertrok 25 Sept. v. Amsterdam naar Java. Het st. Eemland arriveerde 25 Sept. van Bnenos-Ayres te Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 6