tien en tot bevordering van liet Vreem
delingenverkeer om over te gaan bod
de oprichting van reclamezuilen;
ib. dat zijn ingekomen;
lo. een schrijven van B. en W.,
houdende aanbieding van de ontwerp-
begrooting voor 1908;
2o. een voorstel van B. en W. tot on-
bevoonbaarvor klaring van het perceel
•aan de Ged. Raamgracht no. 55;
3o. voorstellen van B. en W. tot het
leggen van verbod tot aanbouw of her
houw op gronden, welke in de naaste
toekomst voor den aanleg van straten
en pleinen zijn bestemd;
4o. een schrijven van den heer rar.
A. C. Rlascih, houdende bericht, dat liij
aanneemt de in de vergadering van 3
Sept. j.i. o.p hem uitgebrachte benoe
mingen;
5o. eem schrijiven van den heer mr.
J. Spoor, houdende bericht, dat- hij
aanneemt de benoeming tot lid der
Oommissie tot het ontwerpen en her
zien van verordeningen tegen wier
overtreding straf is bedreigd;
60. een schrijven van den heer mr.
J. N. J. E. Thijssen, houdende bericht,
dat hij aanneemt de benoeming tot lid
der Commissie van bijstand in het be
heer der gemeen te-financiën;
7o. voorstel van den heer A. Rinke-
ma, tot wijcaiging van de Bouwveror
dening;
80. een schrijven van de afd. Haar
lem van den Nederiandschen Aanne-
mershond. houdende instemming3>e-
tuiging met de ingediende voorstellen
tot wijziging der Bouwverordening,
alsmede verzoek om de hoogte van
buiten- en scheidingsmuren te bepa
len op 10.50 M. boven den begameu
grond;
C. dat, naar aanleiding van de op
merking van den heer A. Rinkema, «n
ssake de wijze van aanschaffing v-an
meubilair voor de H. B. S., een rap
port van dien Directeur van Openbare
Werken voor de leden ter lezing is ne-
dergelegd;
D. dat- door de Commissie van bij
stand in het beheer der gemeente-be
drijven zijn benoemd:
lo. tot leden der sub-commissie van
hijstand in het beheer der gemeente-
lichtfabri ekenwaarvan de heer Dr. J.
Naeuwenhuijzen Kruseman voorzitter
is, de heeren: J. J. S11 eitjes. J. L. E.
I. Breda Kleynenberg, C. G. Loomeijer
Jr., en W. Stolp;
2o. tot leden der sub-oommissie van
hijstand in het beheer der gemeente
lijke duinwaterleidingen, waarvan de
heer Joh de Breuk voorzitter is, de
heeren W. Stolp, J. J. Sneltjes, en G,
C. Loomeijer Jr.;
3o. tot leden der sub-commissie van
bijlstand, in het beheer der gemeente-
reiniging, waarvan de. heer Jolh de
Breuk, voorzatter is, de heeren A. Rin
kema, W. A. J. van de Kamp en W.
Stolp; en
4o. tot leden der stib-oommisste van
bijstand in het beheer van het open
baar slachthuis, waarvan de heer dr.
H. D. Kruseman voorzitter is, de hee
ren W. Stolp. mr. J. H. Thiei en H.
van den Berg.
E. dat door B. en \V. zijn benoemd:
'lo. tot bewaarder aan de school
voor M. U. L O. met ingang van 16
Sept. jl., J. H Wijkhuizen:
2o. tot bewaarder aan de Derde
Burgerschool met ingang van 1 Nov.
a.s. H. de Groot; en
dat eervol ontslag is verleend met
ingang van 1 Nov. a.s. aan J. H. W,
Roemers, opzichter bij he: Bouw- en
Woningtoezicht.
Punt 6.
B. en W. stellen voor, voor/200aan
te koopen een gedeelte grond aan den
Kleinen Houtweg, deel uitmakende
van de perceelen Ivad. Sectie K nos.
365 en 1828 ged., ter verbetering van
het trottoir aldaar. De bestrating zal
400 kosten.
(Raadsstuk no. 327).
De heer SNELTJES heeft uit de
teekeniipg gezien, dat het de bedoe
ling is een stuk stoepterrein van den
heer Krelage aan te koopen. Waar op
vele plaatsen dergelijke stoepen een
voudig worden geannexeerd en er
hier geen urgente reden is om zoo
veel geld voor een stoep uit te geven;
daarom zal spr. tegenstemmen, ook
omdat hij geen precedent wil stéllen.
Indien men de zaak goed bekijkt, dan
ziet men, dat de heer Krelage aan
deze stoep niets heeft en dat het in
zijn eigen voordeel is de gemeente het
onderhoud te geven.
De heer GROOT vraagt of hier ook
de gewone weg is bewandeld door te
vragen of de eigen/aar de stoep gratis
wil afstaan.
De heer DE BREUK antwoordt met
het voorlezen van het solirijven van
dien heer Krelage en voegt er bij, dat
de gemeente heeft geweigerd goed
keuring om een stuk van de stoep te
bebouwen, terwijl de eigenaar be
reid is bevonden om de palen en ket
tingen, die er stonden weg te nemen.
Spr. acht liet dus billijk voor dezen
grond te betalen. Hier Is bovendien 't
eigendomsrecht onbetwist, terwijl dat
bij vele stoepen in de stad niet het ge
val is.
De heer SNELTJES meent, dat dit
eigendom volstrekt niet vast staat-en
zegt., dat hij geen enkel- argument
heeft gehoord om voor 't voorstel te
stemmen. Als de heer Krelage nu nog
bereid bleek d'e verdere palen en ket
tingen voor de kantoren van Krelage
weg te nemen, was 't wat anders
doch daar zullen we dan later voor
moeten betalen.
De heer DEÜREUK zegt, dat dit 'ii-
derdao.d later aan de orde zal moeten
komen, en merkt op, dat hij geen weg
weet om de stoepen eenvoudig te an-
nexeeren.
De heer SNELTJES zegt, dat het in
andere gemeenten voortdurend ge
beurt, als de heer De Breuk wil we
ten hoe, dan kan hij dat veel gemak
kelijker informeeren dan spr.
De heer RINKEMA zegt, da: de
grond, die op last der gemeente niet
bebouwd mag worden, nog' maar niet
zoo mag worden geannexeerd.
Spreker kent ook. geen gemeenten,
waar men dit doet. Zeker moet het
bel aflig van den enkeling wijken voor
het algemeen belang, maar men mag
den enkeling daarom maar niet ver
moorden1. (Gdlach).
Dat is m/isschien wat sterk uitge
drukt, maar spr. bedoelt dat, waar 't
hier een algemeen belaflig geldt, dit
algemeen dan ook maar moet beta
len.
De heer THIJSSEN wijst op een
arrest van den Hoogen Raad in 1894,
waaruit een kwestie van terugzetrcing
eener schutting van het Arnhemsche
Elisal>et}is Gasthuis ten nadeele der
gemeente is beslist. Er zijn dus wel
gemeenten waar iets te doen is ge
weest, maar in contrarie, hetgeen de
lieer Sn eitjes wil.
De lieer SNELTJES zegt, dat er al
lerlei omheen wordt, gehaald, wat er
niet bij behoort.
De lieer RINKEMA repliceert, dat
hier spirake is van de terugzetting
eener rooUijm.
Het voorstel van B. en \V. wordt
aangenomen met één stem tegen, die
van den heer Sneltjes.
Punt 7.
B. en W. bieden ter vaststelling aan
een ontwerp-verordening regelende de
aanstelling en bezoldiging van den
opzichter over den Hout en de plant
soenen. De jaarwedde wordt voorge
steld op 1000-/ 1500.
De heer STOLP maakt bezwaar te
gen een voorgestelde salaris-verhoo
ging van 1000 op 1500, die spreker
beschouwt te zijn als voor den archi
tect.
De VOORZITTER doet spr. opmer
ken, dat liet hier eene salarüsverhoo-
ging voor den opzichter geldt, waar
op de heer Stolp van het woord af
ziet.
De heer MODOO herinnert aan een
uiting vaai B. en W. van vroeger, toen
zij meenden, dait de opzichter met
/900 voldoende betaald was, terwijl
het salaris nu al stijgt tot 1200, ter
wijl 1500 als maximum wordt voor-,
gesteld. Zijn die werkzaamheden zoo
belangrijk toegenomen?
De VOORZITTER herinnert aan de
adviezen van den heer Springer, die
zich verleden jaar met een verhooging
niet kon vereenigen, thans wel. Spr.
noemt 900 het minimum salaris.
De heer MODOO merkt op, dat er
nooit sprake is geweest van een mini
mum en een maximum. Het salaris
is van 900 telkens verhoogd.
Spreker vraagt nog eensZijn de
werkzaamheden zoo toegenomen, dat
men het salaris ongeveer verdubbelen
moet wanneer men het maximum be
schouwt bij het oorspronkelijk sala
ris?
De VOORZITTER zegt, dat er hier
twee zaken zijnhet salaris van den
heer Baardse en de organieke rege
ling voor dezen ambtenaar, 't Eerste
wilde de Raad verleden jaar niet ver-
boogen, nu komt het weer op de be
grooting, en thans is aAleen de orga
nieke regeling aan de orde.
De heer GROOT merkt op, dat altijd
wanneer het salarissen van minderen,
van handarbeiders geldt, van de ta
fel van B. en W. wordt gewaar
schuwd tegen de vetrhooging der sala
rissen met het oog op de belastingen.
Alleen niet wanneer er sprake is van
de hoogtere arbeiders, en dat noemt
spreker verduiveld meten met twee
maten.
Ten slotte wijst hij er op, dat deze
verhooging ongetwijfeld weer verhoo
ging van het salaris van den archi
tect tengevolge zal hebben.
De VOORZITTER merkt op, dat de
Raad bij een algemeene verhooging
der loonen van de gemeentewerklie
den heeft getoond het tegendeel van
wat de lieer Groot beweer;.
De heer MODOO stelt voor het
maximum op ƒ1200 te bepalen.
De heer SCHRAM zal tegen dit
voorstel stemmen, omdat deze amb
tenaar zijn positie tegenover archi
tect, werklieden en publiek moet
handhaven, en voorts dat in andere
plaatsen de loonen eveneens hooger
zijn dan hier.
De heer GROOT rneikt op, dat hij
den persoon van Baardise buiten de
bat houdtwat voorts de loonen in
andere plaatsen betreft, die zijn mis
schien hooger, maar men heeft hier
een architect en dat moet men ook in
aanmerking nemen bij wat het toe
zicht kost.
De VOORZITTER merkt op, dat de
heer Springer niet geheel en al voor
de gemeente beschikbaar is, en dat
dus een deel van het dagelijk<sch toe
zicht op den opzichter moet terugval
len.
De heer MODOO verbaast zich, dat
de heer Schram in 1901 niet op het
gewacht dezer betrekking heeft gewe
zen toen had niemand iets tegen het
salaris van 900, dat B. en W. zelf
voldoende vonden.
De VOORZITTER zegt dat het goede
uiterlijk der plantsoenen in de laatste
jaren voor een groot deel aan den
heer Baardse te danken is.
De heer KLEYNENBERG wil ook
buiten persoonlijke beschouwingen
blijven, maar als hij dit' salari's be
schouwt in vergelijking niet andere
opzichters-salarissen, dan kan spreker
zich niet verzetten Jegen het voorstel
van B. en W., al zal hij altijd bereid
zijn 0111 ook de salarissen der arbei
ders te verbeteren.
De heer H. D. KRUSEMAN herin
nert zich niet. dat het ooit gebeurd is,
dat met belastingen tegen loonsver-
hoogingen is geschermd.
Spreker wijst er verder op, dat het
amendemeni-Modoo niet 'past in de
verordening.
Het voorstel-Modoo wordt vertvor-
pen met 6 stemmen vóór, die van de
heeren Thijssen, Thiel, Alodoo, Groot,
Sn eitjes en Middelkoop.
Het. gelïeele voorstel van B. en W.
wordt daarna aangenomen.
Punt 8.
B. en W. stellen voor den boekhou
der der Georaeentereiniging eene toe
lage van 50 boven zijn jaarwedde
te geven als vergoeding van de kos
ten van den door hem gestelden borg
tocht. ((Raadsstuk no. 319).
De heer SNELTJES maakt een op
merking over de voorgestelde verhoo
ging van het salaris des boekhouders
«He B. en \Y. f 50 meer moeten geven,
omdat hij borgstorten moet. Spr. wil
er eens op wijzen, dat vele kleintjes
een groote maken. Die verhoog-'ng "s
eigenlijk een verhooging van salaris,
want als deze vergoeding den man
wettig toekomt, dan moet 'het ingaan
al in 1902 maar niet in 1908. Noemt
men he,t een salaris-verhooging, dan
kaai er over worden gesproken, maar
is 't een vergoeding, don komt het
hem toe van 1902 af. Spr. zal dus
stemmen tegen hei voorstel van B.
en W.
De heer DE BREUK zegt, dat B. en
wel om de kleintjes denken, wai
bewijst hun afwijzing van cLe voorge
stelde algemeene tractements-verhoo-
ging. D i t voo i-stel echter komt van
de Commissie voor de reiniging, die,
oordeel end, dat het salaris- van den
boekhouder niet al te hoog is, ge
ineend heeft deze verhooging uit- bil
lijkheid te moeten voorstellen.
De heer MIDDELKOOP adhit het in
't algemeen in overeenstemming met
de billijkheid iemand' te vergoeden dé
kosten aan zijn betrekking verbon-
dein, en daaronder behoort ook de
ilx>rgstelLimg. Echter komt spr. een be
drag van 50 nog al hoog voorspr.
zelf betaalt voor zijn Rijksboi'gstel-
Idng van 10 12000 per jaar slechts
een 26 27 gulden. Nu is het voor
Rijks-ambtenaren wat gemakkelijker
gemaakt, maar 50 zal 't toch niet be
hoeven te kosten. De opmerking van
den beer Sneltjes over de billijkheid
0111 de gelden van 1902 af te vergoe
den wel juist is, maar als men onbil
lijkheden wil wegnemen, dan doet
men dat voor de toekomst. Als men
alle onbillijkheden uit het verledten
wilde wegnemen, dan vond men nog
heel wat te doen.
De heer DE BREUK zegt, dat de
borgtocht ruim 40 bedraagt.
De heer STOLP vraagt of de man
vooruit geweten heeft van de verplich
ting tot borgstelling.
De heer DE BREUK zegt, dat het
niet in de instructie stond, maar de
verplichting eerst later is opge
legd.
Het. voorstel van B. en W. wordt
goedgekeurd.
Punt 9.
In tegenstelling met hun voorstel
van 7 Mei (gedrukt stuk 192) stellen
B. en W. thans voor, aan L. Bot c. s.
te vergoeden de door hen gemaakte
kosten ad ƒ35 om op 27 Maart 1907
liet lijk van hun moeder M. J. Asse-
l<erCremers te doen begraven in een
nieuw huurgraf op de R.-K. Begraaf
plaats St. Barbara. (Raadsstuk 331).
Goedgekeurd.
Punt 10.
B. en W. stellen voor het perceel
Gierstraat 79 onbewoonbaair te verkla
ren en te gelasten, dat het binnen drie
maanden ontruimd moet zijn, omdat
het niet van goed drinkwater voor
zien is.
(Raadsstuk 332).
Aangehouden op voorstel van B.
en W.
Punt 11.
Opdat in die toe-komst een'verbree
ding van die Jacobijnestraat, voor zoo
ver deze gelogen is tusséhen het
Priiniseaillilof en de Koningstraat, zal
kunnen geschieden, gtellen B. en W.
voor, de rooilijnen van dit gedeelte
zoodanig vast te stellen, dat een
breedte van 5.50 M. zal worden ver
kregen. (Raadstuk 338).
De heer VAN DEN BERG vraagt of
later door de eigenaren nog vergoe
ding zal worden gegeven voor de ach
teruitzetting der rooilijnen.
De VOORZITTER antwoordt, dat
dit in de bedoeling ligt.
Hei voorstel wordt daarna goedge
keurd.
Punt 12.
B. en W. stellen voor, te bekrachti
gen de door hen- gesloten overeen
komst met den pachter van het buf
fet in het Openbaar Slachthuis P.
Klabou tot ontbinding van het pacht-
contract.
De exploitatie kon tengevolge van
de inrichting der lokalen niet otp len
oorspronkelij'ken tijd aanvangen. Aan
Klabou zal echter geen vergoeding be
hoeven gegeven te worden, aangezien
hij niet voldaan heeft aan de pacht
overeenkomst betreffende betaling
van gedeelten der pachtsom en stor
ting eener waarborgsom. (Raadsstuk
335)".
Goedgekeurd.
Punt 13.
De zeven vaste stokers en vijf hulp
stokers der gemeente-lichtfabriek ver
zoeken den Raad het minimum loon
voor de werklieden in de afdeeling
stokerij te brengen op ƒ2.50 per werk
dag.
De loonen varieeren thans van ƒ14
tot 14.10, wat adressanten te weinig
voorkomt voor 56 uren dienst (d'ag-,
nacht- en Zondagsdienst) en de vele
slijtage aan bet goed.
B. en W. stallen voor dit verzoek af
lt wijzen, daar zij, rekening houden
de met dé loonen, die elders uitge
keerd worden, geen termen vinden tot
inwilliging.
(Raadsstuk 330).
Do heer SCHRAM stelt voor, dit
punt aan te houden tot de behande
ling der begrooting.
De heer NIEUWENHUIZEN KRU
SEMAN zegt.. da.t dit voorstel hem
verwondert daar vroeger steeds is ge
zegd Behandel die zaken niet bij de
begrooting, want dan leven we al
tijd onder den indruk dei' bezuini
ging. Nu kunnen we dit voorstel
,,k tète reposée" beoordeelen en nu
komt er weer een voorstel tot uit
stel.
De heer SNELTJES zegt, dat hij iets
voelt voor 't voorstel-Schram, omdat
hij dan gelegenheid heeft nog meer
aandacht te besteden aan de door den
heer Groot gevraagde inlichtingen
over de loonen.
De heer NIEUWENHUIZEN KRU
SEMAN wijst er op, dat een uitge
breide vergelijkende lijst van loonen
door den heer Blom is ter inzage ge
legd, waarin hij intussohen een fout
te herstellen heeft.
De VOORZITTER geeft Ln overwe
ging eerst het voorstel-Scbram af te
handelen.
De heer DE BR.AAL verklaart zich
er tegen, en zegt, dat de loonen hier
in 't algemeen niet lager zijn dan el
ders, al wal hij zich over de voldoend
heid er van nu niet uitspreken, vooi'-
a.l niét nu een algemeene herziening
in bewterkkig is.
De beer SCHRAM beveelt zijn voor
stel nog uitvoerig aan.
Het wordt echter verworpen meit 3
stemmen voor, die van de heeren
Groot. Middelkoop en Schram.
De heer GROOT wil over 't vooröbel-
zelf niets zeggen-, wel over de toe
lichting. Inplaats van te motiveeren
en de argumenten van adressanten te
bestrijden of te ontzenuwen, komen
zij met de algemeenheid dat in ande
re pliaatsen de loonen niet hooger
zijn. Die motiveering vindt spr. min,
spr, bedoelt dit in den zin van min
waardig, omdat B. -en W. zoo weinig
zelfstandigheid toonen, altijd loo
pend aan den leiband van andere ge
meenten. Deze wijze van doen bad
spr. anders verwiadlit en hij wenschte
wel, dat B. en W. in 't vervolg dtit na
lieten.
De heer NIEUWENHUIZEN KRU
SEMAN betreurt het gebruik van 't
woord m i n, omdat bet dan toch al
tijd onaangenaam' klinkt, maar zou
van den heer Groot voorts wel eens
willen vernemen een antwoord op de
vraag of hij ook in 't omgekeerde ge
val, indien de loonen hier eens lager
waren dan elders, niet zou wijzen op
die andere gemeenten, die hooger
loon betalen. Wat de argumenten be
treft, deze manachen argumentee-
ren als iedereen, en als B. en W. al
«He argumenten zouden moeten weer
leggen. waar zou men dlan blijven?
B. en \V. hebben advies gevraagd aan
den clief van adressanten, den heer
Blom, die dioor adressanten geheel
voorbijgegaan is, hoewel hij hun chef
is, en deze heeft een lijst overgelegd
waaruit blijkt, dait dé loonen niet
slecht zijn. Spr. herstelt hierbij de
fout, waarop hij straks doelde de
werktijd der vuur-slakker» is niet 78
maar 72 uur.
De heer GROOT antwoordt den
wethouder, dat spr. zich nooit beroe1-
pen 'zal op andere gemeenten hij be
schouwt de zaal; op zichzelf.
Het worstel van. B. en W. wordt
aangenomen met die stem' van den
heer Groot tegen.
Punt 14.
B. en W. stellen voor te bepalen, dat
de Valkesteeg en de Vrouwesteeg
slechts in ééne, door B. en W. aan te
geven richting zullen mogen worden
bereden.
(Raadsstuk no. 328).
Aangenomen.
Punt 15.
De Electrische Spoorweg Maat
schappij heeft tot B. en W. het verzoek
gericht om de bediening harer sein-
irrichting aan de Lange Brug op 'e
dragen aan de gemeentelijke brug
wachters.
B. en W. stellen voor dit. verzoek in
tc willigen, mits de Maatschappij aan
de gemeente de somma van 725 per
jaar uitkeert, zijnde ongeveer het
jaarlijksch salaris van één brug
wachter).
(Raadsstuk no. 326).
De heer GROOT vindt het vreemd,
dat die commissie voor Publieke Wer
ken niet geraadpleegd is. Het werk
dat aan de brugwachters zou wond'en
opgedragen is niet gering, gelijk spr.
uiteenzet, terwijl de gemeente de
kans Loopt, dat er averij aan de brug
of stagnatie in die vaart komt. De
voordeelen die daartegenover staan,
zijn zoo gering, dat bij zijn stem aan
d'e voordracht niet kan geven.
De heer VAN DEN BERG voelt rits
voor die bezwaren van den heer
Groot. Hij wijst er voorts op, dat vol
gens art. 2 der instructie de Tram
nooit verhaal zal hebben op de Ge
meente. Daarover zou spr. nog gaar
ne nadere inlichtingen hebben.
De heer SNELTJES herinnert er
aan, dat de arbiters die gemeente in
-t ongelijk hebben gesteld, en hij,
dacht aanvankelijk dat die Maat
schappij zoo vriendelijk zou zijn om
ide Gemeente door haar voorstel
schadeloos te stellen. Doch daarin
vergiste hij zich. want de Maatschap
pij wil maar 700 gulden veigoedien,
terwijl er wel 't dubbele aan toez'dht
uitgegeven wordt. Bovendien zal met
de nieuwe instructie een verhooging
van loonen moeten gepaard gaan, die
spr. schat op 400 per jaar, zoodat
de gemeente d'an met een fooitje van
ƒ325 wondt afgescheept. Spr. meent
dus, dat de vergoeding op 1500 moet
worden bepaald.
De heer DE BREUK meent, d<at het
scheidsgerecht een afgedane zaak is,
en wijst er dan op, dat de 'werk
zaamheden van de brugwachters be
trekkelijk een groote kleinigheid"
zijn met hun tweeën kunnen ze dat
best. af. Averij is er niet te voorzien
Bij zonsondergang moeten ze nu toch
al de roode lantaarns opzetten. De
heer Groot is bang dat die gemeente
er last, van kan krijgen, welnu, beidé
partijen hebben recht van opzegging.
Meent de Raad, dat de .gemeente er
niet, op moet ingaan, dan Ier ij gen we
nog meer stuurlui, op de brug, on dus
mieenen B. en W. dat we deze ver
goeding moeten aannemen. De brug
wachters zijn er toch en of ze nu een
stap meer of minder doen, een hand-
vat meer of minder aandraaien, dit
geeft geen meerder werk, en daar
voor is naar Spr. meent, ook geen
verhooging noodig.
De heer GROOT gelooft wel aan ver
traging, en bêtoogt voorts, dat het im
moreel van de gemeente is de aimbte-
naren wenk op te leggen zonder beta
ling, terwijl zij zelf er geld voor ont
vangt.
De heer THIEL merkt op, dat deze
redeneering „eigenlijk lijkt naar
niks", om zich uit te drukken in de
teimen van 't woordenboek, waarin
de heer Groot thu.il? is. Spreker ziet
niet in, waarom het loon moet worden
verhoogd op 't bloote feit, d'at de
brugwachters er e e n i g werk bij krij
gen.
Bezwaar van nneer gewicht heeft
spreker echter tegen art. 2, waarin
staat, dat de E. S. M. voor schacle
nooif bij de gemeente kan aanklop-
pen. Maar wel zou 't kunnen gebeu
ren, dat derden schade beliepen door
onachtzaamheid of onvoldoende wer
king der seinen, en om te voorkomen,
dat die om vergoeding aankloppen bij
de gemeente, stelt spr. een aanvul
ling voor, waarbij de E. S. AL wordt
aansprakelijk gesteld voor alle moge
lijke schade aan derden te betalen.
B. en W. nemen dat amendement
over.
De heer MÜDOO vraagt of het niet
Wenschelijk is, de_za:ik aan te hou
den, misschien 2itÜen er nog meer
haken en oogen in.
De VOORZITTER gelooft niet, dat
er verdien eenïge moeilijkheid is, ten
zij de lieer Thiel misschien nog mocht
meenen, dat er nog iéts in zat.
De heer THIEL zegt, dat hij zoo
maai' niet de verantwoordelijkheid
daarvan, alleen, zou willen dragen,
maar acht het toch wel zaak, dat met
zorg een overeerikomlst als deze wordt
behandeld.
Art. 1 der overeenkomst wordt aan
genomen, tegen stemmen de heeren
Welsenaar, Van den Berg, Sneltjes,
Stolp en Groot; de hieer Van Rossum
blijft buiten stemming.
De artikelen 2 (aangevuld) en 3
worden aangenomen.
Op art. 4 stelt de heer SNELTJES
als amendement voor om het beidrag
der vergoediaig op ƒ1500 te bepalen.
Vóór zijn de heerenWelsenaar,
Van den Berg, Sneltjies, Groot, Mid
delkoop, Schram^ Visser, Stolp, de
heer Van Rossum buiten stemming,
zoodat het amendement verworpen is.
Het voorstel in zijn geheel wordt
aangenomen met 5 stemmen tegen,
namelijk van de heeren Weiben aar.
Van den Berg, Sneltjes, Groot en
Stolp.
Punt 16.
Het komt B. en W. gewenscht voor,
over te gaan tot een regeling van het
toezicht op de invordering van de
gelden voor het bezichtigen van bet
Stedelijk Museum, welk toezicht tot
dusver vrijwel geheel ontbreekt.
In verband idaarmJede is het noodig
wijziging te brengen in de verorde
ning op de invordering dier gelden,
in de instructie voor den opzichter en
dien adsistenten-opziohter van het Mu
seum en in de instructie voor dJen be
waarder van liet Raadhuis.
In de verordening is thans bepaald,
i<ia.t aan 'hen, die deelnemen aan hier
ter stede gek ouden wordende congres
sen, jaarvergaderingen of wedstrij
den kosteloos toegang tot het Museum
kan werden verleend. Ook is de kos-
telooze bezichtiging thans mogelijk
gestald voor verpleegden in gestich
ten. Zooals men weet, is het Museum
in de week te bezichtigen tegen 25
cent, terwij 1 des Zondags van 12 tot 3
uur de toegang korteloos is. De zoo
genaamde Oudheidkamer en de "ka
mer met de fodterwerktuigen zullen
gedurende de tijden van kostelooze
bezichtiging gesloten zijn.
In de verordening is ook bepaald,
dat de Commissie van toezicht uit
minstens vijf leden bestaat, zoodat
overeenkomstig de gebleken behoefte
het ledental kan uitgebreid worden.
(Raadsstuk 164).
Door den heer De Braai wordt voor
gesteld 'het museum ook op dien eer
sten Woensdag van elke maand kos
teloos ter bezichtiging te stellen.
De VOORZITTER zegt, dat dit voor
stel, berekend naar de gegevens, die
er zijn, aan de gemeente een winist-
i dei-ving vaai 75 gulden zal berokke
nen.
De heer DE BRAAI, zegt, dat hij
zijn voorstel handhaaft ter wille ten
eerste van hen, diie principieel" be
zwaar hebben tegen Museumbezoek
op Zondagten tweede voor hen, die
ook Zondags niet in de gelegenheid
zijn een museum te bezoeken.
En voorts meent hij, dat liet argu
ment van winstderving niet kan wor
den aangevoerd' tegen een vrijen dag
in de week, zooveel zwaarder weegt
tegen een vrijen dag op Zondag.
De VOORZITTER zegt., dat hij dit
niet als argument tegen het voorstel
hleeft ingebracht.
De heer NIEUWENHUIZEN KRU
SEMAN zegt, dat, indien de heer De
Braai verzekeren kaar dat er werke
lijk in de week van het museum ge
bruik zal worden gemaakt door een
kring van mensehen, die dat nu uit
'gewetensbezwaar of omdat hun gods-
d'iienstdg genootschap dit verbiedt, na
laten, hij gaarne voor zal stemmen.
De heer SCHRAM verdedigt het
voorstel-De Braai, wijst er op, dat in
omliggende gemeenten al musea den
heelen dag open zijn, en beveelt voorts
aan de musea Zondags ook des
morgens open te stellen.
Het voorstel-De Braai wordt aange
nomen met 7 stemmen tegen.
Tegen stemden de heeren Levert,
De Breuk, De Haan Hugenholtz. Snel
tjes, H. D. Kruseman, Nieuwenhui-
zen Kruseman en Spoor.
Vóot stemden de heerenDe
Braai) Gravestein, Middelkoop, Van
Rossum, Visser, Modoo, Winkler,
Stolp, Groot, Seignette, Thiel, Rinke
ma, Thyssen, Kleynenberg, Van Lu
ien Tol, Welsenaar, Van den Bergen
Schram.
De heer KLEIJNENBERG verzet
zich tegen het vergrooten van den
Zondagsdienst, dioor verdubbeling der
uren van de opening. Men moet dien
dienst beperken, in plaat® van uit
breiden.
De heer SCHRAM zegt, dat hij
voor niemand wil onderdoen in be
vordering der Zondagsrust, maar hij
acht zijn voorstel daarmee niet in
strijd.
De heer DE BRAAL zegt, dat hij
ook voor 't genot van honderden niet
een mensch aan den arbeid wil zet
ten.
De heer KLEIJNENBERG wijst er
op, dat hel Rijks-Museum en andere
groote musea Zondags gesloten zijn.
De heer SPOOR zegt-, dat men niet
van 10 tot 4 uur kan openen in win
tertijd.
De heer SCHRAM wijzigt zijn voor
stel, door voor te stellen in den win
ter tot 3 uur te openen.
De heer "MODOO verbaast zich over
de houding van den heer Kleynen
berg, en ook over die van den lieer
De Braai, wiaar die Raad nog pas 's
meegegaan met «en denkbeeld waar
hij ook niet) 000 warm voor voel
de. Er is een groote schaar van men-
schen. die niet naar de kerk gaat, en
dan is 't beter hen .gelegenheid te ge
ven om in musea te genieten, dan ze
te drijven naar de herberg.
De heer THYSSEN zegt, dat uiit't
bezoek gebleken is, dat de uren van
12 tot 3 ruim voldoende zijn.
De heer MODOO antwoordt, dat die
uren. ook de meest ongeschikte zijn,
omdat de maaltijd er juist in valt,
en ook een werkman na den maaltijd
nog wel eens even rusten wil.
Het voorstel-Schram wordt aange
nomen met 13 'tegen 12 stemmen.
Tegen zijn de heeren De Breuk,
de Haan Hugenholtz, SneLtjes, Kru
seman, De Braai, Gravestein, Van
Rossum, Winkler, Seignette, Thyssen,
Kleynenberg en Van Linden Tol.
De heer THIEL vraagt hoe B. en W.
bij 't toelaten vaai leerlingen van
scholen denken over 't grondwettig
beawaar dat op het stuk van belas
tingen geen privilege bestaat.
De VOORZITTER antwoordt, dat
het altijd zoo geweest is.
De heer MIDDELKOOP maakt hij
de verordening op de heffing die op
merking, dat het onpracllsch is om
voor te schrijven, dat die contróle-
strook weder bij 't verlaten van het
museum moet wordén ingeleverd.
Hét is trouwens ook onnoodig, en
vaak zal 't onmogelijk zijn doordat
de bezoekers 't niet hebben bewaard.
Punt 17.
Benoeming van twee leden in de
Commissie voor de bezwaarschriften
dier plaatselijke directe belasting (af
treding J. Sabelis en J. Leupen).
Benoemd worden de heeren Lo osjes
en Miedema.
Punt 18.
Benoeming van een Commissie voor
de gemeentelijke Bank van Leaning!
(aftreding J. Leupen).
Benoemd worden de Iheeren Mr.
Rasch en Mr. Spoor.
Punt 19.
B. en W. stellen voor P. Hooge-
veen Lz. te benoemen tot makelaar in
hypotheken en assurantiën, en G.
Hulsebosch tot makelaar in bouwma
terialen.
(Raadsstuk 334).
Benoemd wordt de lieer P. Hooge-
veen Lzn.
Punt 20.
Benoeming van stembureaux voor
de stemming van een lid der Provin
ciale Staten.
Benoemd worden
le Stemdistrict (4e Tusschenschool,
Ha a rl emm erl iedlestraat 29) H. van
den Bea-g, voorzitter, le lid: J. J.
Groot, 2e lidS. C. J. Bertram.
Plaatsvervangende leden E. Alt-
hoff Sr., A. A. Ris, P. L. M. Ketting,
T. C. Niephous en H. A. van Olphen.
2e Stemdistrict (le Tusschenschool,
Friesche Varkenmarkt 38)E. Le
vert, voorzitter, le. lidB. E. C. Seig
nette, 2e. liid F. L. Nix.
PTaatsvervange liedtenW. G. H.
Jacobs, W. A. van Vloten, R. J. van
Dieren Bijvoet, Mr. A. C. M. Leesberg
en J. Ratelband.
3de Stem/district (1ste Burgerschool,
Klein Heiligland) 12).
C. G. Loomeijer Jr., voorzitter,
le lid A. Rinkema.
2e lid J. C. BurkOns.
Plaatsvervangende ledenF. J. D.
Theijse, B. W. van Niekerk, H. J.
Overbeek, H. A. L. Beuns en. Air. J.
Lieftinck.
4de Stemdistrict (Gasthuisstraat 32,
„de Stads Doelen").
W. A. J. van de Kamp, voorzitter. 1
le lid J. H. Vifeser.
2e lidJ. W. Florijn.
Plaatsvervangende leden: A. Aleijer,
H. J. van Egrnond, mr. A. A. Sthee-
man, J. H. Droste en mr. W. N. J. M.
Smit.
5de Stemdistrict (Hoofdbureau), I
Raadhuis, (waarvan de Burgemeester
voorzitter is),
le lid A. van Rossum.
2e lidH. J. Bronkhorst.
Plaatsvervangende ledenJ. Goo-
senis, Jhr. J. A. P. Repelaer van Spij-
kenisse, T. C. A. Bölger, D. L. Keuren
J. Koolhoven.
6de Stemdistrict (School A, Schoter
straat 2).
Mr. .J. H. Thiel, voorzitter,
le lid A. Gravestein.
2e lid P. J. Beccari.
Plaatisvoiwangende leden: A. A. M.
Bruindng, H. L. Janssen van Raaij, F.
V. A. W. H. van Tuerentiout, J. W.
Veldheer en G. H. L. Verweij.
7e Stemdistrict (3e Tusschenschool
LeMscheipleim 36.
V. Loosjes, Voorzitter,
le lid: Z. Middelkoop.
2e lid: Johs. de Jongh.
Plaatsvervangende leden: G. van
der Most van Spijk, C. AI. I. van den
Heuvel Reijnders. S. K. Sybrandi, J.
J. Beijnes en mr. L. J. van Toulon van
der Koog.
8e Stemdistrict (School C, Wijde
Geldeloozepad 1).
W. Stolp, Voorzitter,
le 1M: Mr.- J. N. J. E Thijssen;
2e lid: F. L. van Ammers.
Plaatsvervangende leden: P. Klei
weg Dyserinok, F. C. Dufour, J. H.
Went/holt. J. J. Zeewoldt en A. P. J.
M. Sonitz.
De vergadering gaat over in eene
met gesloten deuren.
Stoomvaartberichten
Het st. Ardjoeno, van Java naar
Rotterdam, vertrok 25 Sept. van Port-
Soid.
Het st. Sindoro, van Rotterdam n.
Java, arriveerde 25 Sept. te Mar
seille.
Het st. Bands, van Amsterdam n.
Batavia, arriveerde 24 Sept. te Sa-
bang.
Het st.. Java., van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 25^Sept. tePort-
Said.
Het st. Oranje, van Amsterdam n.
Batavia, vertrok 24 Sept. van' Suez.
Het st. Zaanland- arriveerde 25
Sept. van Buenos-Ayres te Amster
dam.
Het st. Bogor, van Rotterdam naar
Java, arriveerde 25 Sept. te Batavia.
Het st.. Statendam vertrok 25 Sept.
van Now-York naar Rotterdam.
Hét st- Madura, vertrok 25 Sept. v.
Amsterdam naar Java.
Het st. Eemland arriveerde 25 Sept.
van Bnenos-Ayres te Amsterdam.