i,
t
- aV!
ffiV
Geef me nu maar gauw den
brief, zei Ella opgewonden, als ver
moedde zij iets verschrikkelijks.
De portier gaf haar den brief. Ella
bezag hem bij het flikkerend licht
van een blauw gasvlammetje. Toen
riep zij in de hoogste opgewonden
heid uit
Van hem
Haastig snelde Ella naar haar
kleedkamer terug, scheurde liet cou
vert open, streek zenuwachtig eenige
lucifeijs af en slaagdie er eindelijs m
het gas te doen ontbranden.
Zij hield het papder vlalk bij 't licht
en las
Ella stiet een kreet uit. Zij wankel
de, en toen de kamenier, die niet zoo
vlug kon volgen, de kleedkamer be
reikte, lag Ella in onmacht, met den
verkreukelden brief van haar aan-
Btaande in haar hand.
Het meisje, nieuwsgierig als
kamieniertjes, nam den brief op,
las
„Innig geliefde
„Ik weet, dat ik je diep
„krenkt heb, en ik smeek je
„vergeving, want i'k bein diep on
gelukkig. Geef mij door een tee-
,,ken te kennen, dat ik je weer
„mag naderen. Kom hedenavond
„op in 't blauwe costuum, dat ik
„zoo mooi vindlaat dat het tee-
„•ken zijn, dat je mij vergeven
„hebt,.... anders maak je mij wan-
„hopdlg...."
Het kameniertje smolt weg in tra
nen en was Verpletterd door zelfver
wijt. Mompelend sprak zij
Ach, waarom hebben wij "t blau
we niet genomen
De slimme Koopman.
Door Wolf Elberberg.
Het was den 20sten Januari 1795.
De Fransche troepen; waren Amster
dam binnengerukthun geweren
stonden nog aam rotten op de pleinen
en de soldaten, die om hun wapenen
heen stonden, wachtten met onge
duld, dat men hun behoeften bevredi
gen en hun kwartieren zou aanwij
zen.
In weerwil van het ruwe wee
hadden alle inwoners der stad humn
woningen verlaten en zich op straat
begeven, om het leger in lompen te be
wonderen, dat ze als bevrijders had
den ontvangen. Er heerschte in de
stad groote geestdrift en tegen den
avond werden tot teeken van vreugde
iallooze lichtjes op de balkons ge
plaatst.
Aan het eind van de haven echter,
naast het admiraliteitsgebouw, stond
een klein huis, dat door zijn stil. som
ber uiterlijk bij de naburige huizen
afstak. Een klein, maar heel net on
derhouden tuintje, dat door een muur
met een hek van de straat was ge
scheiden, lag voor het huis, dait me
neer Woerden bewoonde.
Meneer Woerden was een rijk Hol-
landsch koopman, die zich uitslui
tend met zijn handelsaangelegenhe
den bezig hield en aan de politieke
gebeurtenissen, welke zich toentertijd
in zijn vaderland afspeelden, in het
geheel geen aandeel nam.
Hij was ook te zuinig, om zich de
weelde van illuminatie te veroorloven,
zooals zijn buren gemeend hadden te
tooeten doen.
Op den avond, waarvan wij spre
ken, zat meneer Woerden op zijn ge
mak in een grooten, zachten leunstoel
voor een grooten haard, waarin lang
zaam eenige stukken steenkool
brandden. Zijn lange, met pels gevoer-
kamerjapon had hij zorgvuldig
over de borst gesloten, zijn pelsmuts
diep in de oogen gedrukt.
Op een tafel naast hem stond een
spiegelgladde kleine koperen lamp,
naast een bierkruik en een steenen
pijp, welke hij nog niet had aange
raakt. In den hoek van den haard
hurkte een oude dienlstmeid, wier
welgedaanheid haar Vlaamsohe af-
ktmst verried en die onder eerbiedig
Iptilzwijgen er zich mee bezig hield om
d kleine stukjes kool, welke uit den
haard vielen, er weer in te werpen.
Plotseling hoorde men een bel en de
'dienstmeid ging haastig opstaan.
Wie kan op dit oogenblik nog
bellen? vroeg de oude koopman. Ga
heen en doe open.
De dikke dienstmeid deed open en
eenige oogsenblikken latei" trad een
groote, jong© man de kamer binnen.
Hij wierp zijn mantel weg en ging
naai- den ouden man.
Goeden avond, vader
Wat? Ben jij het, Wilhelm? Ik
had je zoo spoedig nog niet ver
wacht.
Ik heb reeds dezen morgen Broek
verlaten, maar de wegen zijn derma
te door troepen en vluchtelingen be
dekt, dat we den geheelen dag voor
onze reis noodig hadden.
En je hebt Van Elburg gezien
De jonge man dronk een glas bier,
en ging eveneens bij het vuur zit
ten.
Ja, vader, meneer Van Elburg
geeft tot zijn toestemming tot mijn
huwelijk, maar blijft er bij, dat hij
zijne dochter slechts vier duizend du-
caten als huwelijksgift wil medege
ven.
Welnu, riep Woerden uit. terwijl
hij de dikke grijze wenkbrauwen sa
mentrok, dan behoudt hij zijn dochter
en zijn huwelijksgift I
Maar, beste vader. Van Elburg is
een der rijkste kooplieden iin Hol
land, en wat hij bij zijn leven niet
geven wil, moet hij bij zijn dood ach
terlaten.
Welnu, antwoordde Van Woer
den, ben ik misschien niet eveneens
rijk Luister, mijn zoon Je zult me
weldra in mijn zaak opvolgendenk
altijd aan dezo beide grondstellingen;
men mag nooit meer geven dan men
ontvangt en nooit zaken doen, waar
bij alleen een ander het voordeel heeft.
Vermijdt men dit, dan zal men geluk
hebben.
Maar1
Laten, wo 'er niet meer van spre
ken, mijn zoon.
Willem kende de stijfhoofdigheid en
de strengheid zijns vaders te goed,
dan dat hij nog langer bij hem zou
hebben aangedrongenhij kon in-
tnsschen zijn korzeligheid niet zóó
goed verbergen, dat zijn gezicht er
niet eenige sporen van droeg.
De oude man lette daar echter niet
óp, stopte bedaard zijn pijp en stak
haar aan.
Op hetzelfde oogenblik klonk de bel
voor de tweede maal en bijna onmid
dellijk daarop hoorde men het ge
stamp van paardenhoeven in den tuin,
terwijl de honden nijdig aansloegen.
Te oordeelen naar het rumoer,
dat de honden maken, is het een
vreemdeling, zei meneer Woerden. Ga
eens kijken, Wiilem 1
De jonge man ging naar het ven
ster.
Vader, het iis een ruiter van. de
militie.
Een ruiter van de militie? Wal
wil men van mij
Op dit oogenblik trad de bejaarde
dienstbode binnen en bracht haar
meester een brief. Hij bekeek eerst het
zegel en zed
Voorloopige regeering
Zijn gelaat veranderde plotseling
en nam de uitdrukking van groote be
zorgdheid aan. Woerden brak den
brief haastig open, vouwde het papier
uit eikaar en las.
Willem volgclie angstig elke bewe
ging van. zijn vader, maar was spoe
dig gerust gesteld, want de oude man
keek bijna op hetzelfde oogenblik
weer opgewekt als gewoonlijk.
Het is goed, ik neem het aan, zei
meneer Woerden eindelijk.
Daarop gaf hij zijn zoon den brief,
en verzonk in gepeins. De jonge man
las den brief vluchtig; het was eenc
bestelling van vierhonderdduizend
haringen, welke in één miaand aan de
rogeering ten behoeve der Franjsehe
troepen geleverd moesten worden.
Willem, zei de oude man plotse
ling, terwijl hij uit zijn gepeins ont
waakte, daar krijg ik een idee. Je zult
nu toch met de dochter van Van El
burg trouwen en een mooie huwelijks
gift krijgen, dat verzeker ik je.
Hoe dat, vader
Laat mij daar maar voor zorgen.
En hoor nu, wat ik je te zeggen heb.
Laat morgen bij het aanbreken van
iden dag twee paaTden zadelen. De
kanalen zijn bevroren. We moeten rij
den.
stigtien gulden de duizend haringen
is zeer duur, ik heb een heele som fe
betalen, en moet het hoofd er bij heb
ben.
Nadat hij dit gezegd had; deed
Woerden zijn mond niet weer open;
Willem volgde hem zwijgend, maar
achtte zich toch gelukkig, dat hij de
vervulling zijner wenschen zoo nabij
was.
Nauwelijks was de oude koopman
weer in huis aangekomen, of hij sloot
zich in zijn kamier op. Dit geheim
zinnig gedrag wekte de nieuwsgierig
heid van den jongen man, maar hoe
hi| ook speurde, hij kon niets ontdek
ken.
Tegen den avond kwam meneer
Woorden eindelijk uit zijn kabinet.
Hij gaf zijn dienstmeid een groot pak
ket brieven, welke ze naar de post
moest brengeai, en drie dagen later,
t'.en Willem als gewoonlijk bij hem
kwam om hem goedenmorgen te zeg
gen, riep de oude man verheugd, ter
wijl hij zijn rimpelig gezicht dichtbij
het fleurig© van zijn zoon hield
Kind, ik heb de bruidschat
Den volgenden dag, toen de zon op
ging, waren de beide reizigers reeds
op den weg, die van Amsterdam naair
Broek leidt. De wegen waren met ijs
bedekt en zoo gfhd, dat men slechts
stapvoets kon rijden.
De jonge man verdroeg deze onaan
genaamheden echter geduldig; hij
zou immens zijn geliefde zien en een
stapje nader komen bij de vervulling
van zijn liefste wenschen.
Tegen den middag kwamen de rui
ters in Broek, maar voor het dorp
begon, stegen ze van hun paarden en
lieten die in een herberg, daar in het
dorp geen paarden en rijtuigen wer
den toegelaten.
Het dorp Broek is om zijn zindelijk
heid heinde en ver beroemd, en al
lerlei verhalen doen daaromtrent de
ronde.
Toen Woerden met zijn zoon in hun
groote, met sneeuw bevuilde laarzen
i i Broek verschenen, maakten ze de
verontwaardiging van alle bewoners
gaande, doch daar men hen reeds
lang kende, konden ze zonder lastig
tworden gevallen, Van Elburg's huis
bereiken.
Hier echter konden ze zich niet ont
trekken aan een formaliteit, waaraan
zich eenig© jaren later zelfs Napoleon
eu Tsaar Alexander moesten onder
werpen.
Nauwelijks waren ze in het tuintje
van den rijken koopman gekomen, of
d-" meid bracht hun pantoffels, welke
ze in plaats van hun lompe laarzen
moesten aantrekken.
Eindelijk werden Ze binnen ge
bracht. Juist toen ze de kamer, die
wel een zaal geleek, binnentraden,
werd de deur tegenover hen dichtge
trokken. Maar meneer Woerden had
geen tijd om te zien, wie de persoon
was, die op deze manier voor hen
vluchtte, maar Wiilem had haar wel
herkend, 't Was werkelijk Clotilde,
d) dochter van Van Elburg, die, ach-
tei de gekleurde ruiten van haar ven
ster verborgen, de gasten het tuintje
had zien binnen treden en dadelijk
naar haar vader wa's gesneld, om hem
hun aankomst te melden. Enkele
oogenblikken kwam ze met hem te
rug.
Clotilde droeg de gewone Meeding
van die streek een JYiesch mutsje en
een gouden plaat met edelgesteenten
versierd op het voorhoofd.
Goeden dag, meneer Woerden,
zei Van Elburg, terwijl hij den ander
de hand reikte. Vlucht ge ook voor de
Franschen? Ge zijt bij ons welkom.
Dat is het met, meneer Van El
burg, antwoordde Woerden. Ge weet
heel goed, dat ik mij om de politiek
niet bekommerik kom om u eene
mooie zaak voor te stellen.
Spreek op, ik ben geheel oor.
Beste vriend, ik moert, binnen een
maand vier honderdduizend haringen
leveren; kunt ge me die verschaf
fen
Dat kan ik.
Tegen welken prijs
Tien gulden de duizend.
Tien gulden Het zij zoo. Ik be
loof ze u. We zullen dat dadelijk in
oide maken en dan aan tafel gaan;
ik heb honger als een paard. Onder
het ontbijt kunnen we dan gemakke
lijker over de tweede reden van mijn
bezoek spreken.
Bij deze woorden wierp Woerden
het ionge meisje, dat de oogen neer
sloeg, ©en veelzeggenden blik toe.
Gedurende het ontbijt sprak de
koopman uit Amsterdam werkelijk
over het huwelijk van zijn zoon, en
lcofde en dong om den bruidschat,
maar Van Elburg wilde ook niet één
stuiver bij de beloofde som doen.
Meneer Woerden, wien er thans niet
veel meer aan gelegen was, draalde
nog een poosje, maar sloeg eindelijk
toe.-
De bruiloft zou over acht dagenge
vierd worden.
Den volgenden dag keeTde Willem
met zijn vader naar Amsterdam te
rug.
Nauwelijks hadden ze Broek verla
ten en hun paarden weer bestegen, of
de jonge man waagde het een vraag
tot zijn vader te richten.
Vader, zei hij, ge hebt u dus be
dacht
Waarom
Hebt ge met den bruidschat van
meneer Van Elburg aangenomen
De oude man keek zijn zoon van ter
zijde aan en zei
Willem, waar zie J© mij wel voor
a8n Laat mij maar mijn gang gaan
en vraag niet verder, want ik vertél
je toch niets. De zaak is thans ern-
Op den dag, welke voor de huwe
lijksvoltrekking bestemd was, ging
Woerden weer met zijn zoon op weg
naar Broek" Dezen keer kwamen ze
bij Van Elburg door een bijzondere
deur binnen, een prachtige, dubbele
deur, welke overeenkomstig de be
slaande gebruiken slechts bij drie zeld
zame gelegenheden geopend werd bij
doop, huwelijk en begrafenis.
Een groot aantal bloed/verwanten en
vrienden waren reeds in de groote ka
mer verzameld. De heer des huizes
baande zich een weg door de gasten,
en ging de pas aangekomenen tege
moet, maar zijn gelaat was zóó bleek
en verdrietig, dat Willem van hem
eene zeer droevige raededeeling vter-
wachtte te hooren. Woerden deelde de
bezorgdheid van zijn zoon volstrekt
(niet, want de oude met zijn leedver
maak wist beter dan iemand anders,
wat de oorzaak van de bedroefdheid
van zijn gastheer was.
Meneer Van Elburg, zeide bij
met een slim glimlachje, wat scheelt
u Gij zijt heelemaal veranderd
Ach, beste vriend, ik bevind mij
i t een veitschrifckelijke verlegenheid.
Ik moet met u spreken.
Wat is er dan? Is het huwelijk
niet naar uw zin Zeg het dan rond
uit, nog kunt ge terugtreden.
Neen, neen, dat is hert niet.
Welnu, zei de Amsterdamsche
koopman, laten we dan dadelijk tot de
plechtigheid overgaan. Ik veranderde
rangschikking mijner gedachten niet
gaarne ik ben gekomen om de huwe
lijksvoltrekking van mijn zoon bij te
wonendaarmee zullen we dan ook
maar beginnen, het overige komt la
ter wel terecht.
Meneer Van Elburg had zich welis
waar gaarne eerst bevrijd van den
last, die op zijn hart dTukte, maar
toen hij zijn ouden vriend aanzag, be
speurde hij wel, dat hij tegen diens
eigenzinnigheid niets zou vermogen.
Men ging dus naar de kerk en eeni
ge minuten later waren de jongelie
den door den band des huwelijksver
bonden.
Nauwelijks was men in huis terug
gekeerd of Van Elburg zei tegen deu
ouden Woerden
Ge hebt mij beloofd mij te zullen
aanhoorenkom met mij mee naar
mijn kamer.
Ik volg u.
Be9te vriend, zei Van Elburg,
toen hij de deur achter zich had ge
sloten, ik moet u binnen veertien da
gen vierhonderd duizend haringen le
veren en kan er niet één krijgen, ze
zijn alle reeds verkocht.
Dat wil ik wel gielooven, ant
woordde Woerden en barstte in een
luid gelach uit, ik zelf heb ze alle ge
kocht.
Van Elburg keek hem als versteend
aan.
O riep hij. En wat wordt er dan
van mijn belofte
Die moet gehouden woorden. Luis
ter, Van Elburg. Ge zult uw dochter
eens een mooi kapitaal nalaten, ik
weet het, maar mijn zoon zal van mij
minstens evenveel erven, er is dus
niets gelijk te maken. Maar op het
oogenblik is het anders. Ik draag
weldra mijn zaak aan mijn zoon over.
gij geeft uw dochter slechts vierdui
zend ducaten als huwelijksgift me
de. Ik wilde daarom de liefde der kin
dexen niet in den weg staan, maar
nam mij voor het evenwicht te her
stellen en u als 't ware te dwingen
meer voor haar te doen.
Terwijl Woerden sprak, werden Van
Elburg's oogen voortdurend grooter.
Daarom, vervolgde de oude man.
Stel ik u het volgende voor. Ge hebtu
verbonden om mij vierhonderdduizend
horingen te leveren tegen tien gulden
de duizend, maar ik heb de haringen
Als ge uw verplichtingen wilt nako
men, moet ge mij de haringen afkoo-
pen. Ik verkoop ze echter niet anders
dan de duizend voor vijftig gulden.
Ge moet dus zestienduizend gulden
bijpassen en dan is onze rekening ver
effend.
Van Elburg was onder deze uiteen
zettingen weer kalm geworden.
Ge zijt een slim koopman, Woer
den, zei hij, ik ben ge<vangen en zal
mij er in schikken.
Acht dagen daarna was de koopman
uit Broek naar Amsterdam gereisd,
zooals het heette, om zijn dochter te
bfzoeken. De rollen waren nu omge
keerd, Woerden zat erg in de verle
genheid.
Ik ben wanhopig, riep hij Van
Elburg toe. Alle visschers komen met
de haringen aan, maar ik kan geen
enkel vat te koop krijgen. Alle visch
zal bederven.
Beste vriend, antwoordde Van
Elburg koeltjes, gij kocht al mijn ha
ringen op, ik kocht al uw tonnen. Ik
zou ze u duur kunnen verkoopen,
maar wijl ik er op sta mijn dochter
niet meer me© te geven dan de vier
duizend ducaten, welk© ik beloofd heb,
sta ik ze u af voor de som, welke gij
mij wist af te halen. Gij Amsterdam
mers zijt slim, maar wij Broekiers zijn
nog slimmer.
Nv. 1 N.")
ben, schrijft E. v. F. in „De Huis
vrouw". Om hun meesters en meeste
ressen een genoegen te doen en ook.
grootendeels voor hun eigen gemak,
zijn er vele honden die houten poolen
'hebben, gilazen of celluloid oogen dra
gen, welke zoo gemaakt zijn, dart ze
•van de ecjjte en gezond© ooglem niet
'te onderscheiden zijn en zelfs ook
Val ache tornden hebben, maar ©en
bril op den neus dragen is wat al te
'veeT gevergd, van hen.
In Engeilaintd1 bevinden zich onge
veer dertig kreupele hondlen die vroo-
lïjfe en wel rondloopen en springen
op kunstpooten. Zij leeren er* met co
rn ak »op loopen. Deze ledematen kos
ten soms een paar goudstukken. Een
■welgedane Fransche poedel van een
mijner keniissen bezit een kostbaren
kunstpoot Van leder met scharnieren
van goud. Massief zilveren versierse
len op lederen kunstpooten zijn geen
ongewone verschijnselen bij rashon
den. De hond van den armen man
moet zich tevreden stellen met ©en
houten poot van ©en daalder. Al heel'
spoedig leeren ze, dat zulk een poot
een uitstekend verdedigingsmiddel is
dn het getvfecht met ander© hondlen.
ja, na ©enige oefening leeren z©
.zelfs er een (heerlijk kluifje mede
vasthouden.
Ben hond' mtet e'en glazen oog, een
vailsoh gebit .en aem kunstpoot ge
draagt zich altijd met meer trots dan'
zijn kameraden. Hij is anders dan
andere honden, daarom da'aagt hij'
den neus of snoet in den wind enz?et
laag neer op hen, die niet het geluk
gehad, hebben onder handen van den
dhirurg geweest te zijn.
Ook pores komt vaak onder zijn
handen, niettegenstaande het gezeg
de een kat komt altijd op haar vier
pooten terecht.
Iemand, dien ik kendie, had' een
moeien kater, die zijn poot gebroken
had. ,De veearts kwam er bij en zette
dien poot in ©en gipsverband. Het'
dier toonde zich zeer geduldig en ge
laten en werd 's nachts warm toege
stopt in zijn mandje. Doch don vol
genden morgen vonid men. hem zon
der het verband, ja dit was zelfs eerst
-niet te vinden. Later werd het ver
band achter een doos weggestopt ge
vonden. Toen werd hij naar het hos-
pita al gezonden, waar hij in het ver
band zich leerde bewegen tot de
poot na drie weken weer geheel ge
nezen was.
Br wordt beweerd, dat er kunst
staarten bestaan, die automatisch be
wogen kunnen worden. Niets is on
mogelijk voor den hediendaagschem
veearts.
De Röntgenstralen spelen bij cEe
chirurgie van dieren een groote rol,
vooral bij kleine speelsch© katjes; die
er van houden spelden, band of hiaiar-
ispelden in te slikken. Op deze wijze
heeft mien ©en kostbaren manchet-
iknioop in de maag van een schoot
hondje gevonden, terwijl zeer dtk-
iwijls honidietnspaelgoed, zooals pop
pen van wol en cricköt-balllen, te
voAfschijn komen.
Een kapitaal van meer dan eten half
millioen pond wordt belegd in Engel-
sch© honden.
Met goed gevolg wordt tegenwoor
dig ook de hondentandheelkund© uit
geoefend. Ik aag eens oeta prachtig
valsch gebit van een schipperk©. Den
©lorsten dag, dat hij het gebit in zijn
bek bad, liep hij dodelijk naar de
provisiekast en stal een stuk vLeesch,
iets wat hij vroeger nooit gedaan
bad. Het was dan ook zoo lang gele
den, dat hij een beentje gekloven
had, dat hij de veadeiding niet kon
weerstaan. Dezelfde tandarts, die dit
gebit gemaakt had; maakte ook een
stel valsche tanden voor een ouden
collie. Den eersten keer echter slikte
hij ze alle in en het tweede stel
werd stukgebeten óp een been, tot
dat de tandarts op Arnerik aansche
wijze een gouden tandplaat vervaar
digde, waarna de hond zijn gebit niet
meer kon verliezen of uithalen.
In het sanatorium van honidlen te
Mitch am bevinden zich ongeveer drie
honderd honden. Het staat te midden
van lavendel velden in ©en gezonde
-streek. Hiier vindt men kostbare ras-
monden zoowel als gewone. De zalen
zijn alle op dezelfde verdieping. Elke
hond heeft ©en apart hok, dlat uit
een slaapkamer en zitkamer of oefe
ningsplaats bestaat. Warm-waterpij--
pen, welke zoio geplaatst zijn, dat
geen ondeugende pooten er bij kun
nen komen, maken dat er een gelijk
matige temperatuur heerscht. Het is
een eigenaardige verzameling van
invaliden die men er ziet. Daar zijn
er onder honden van hertogen en ge
kroonde hoofden. Alle toonen zich ge
duldig tegenover hün in 't wit ge-
tkleede pleegzusters. Sommige zijn
slim genoeg om meer sympathie te
wekken. Doordat de patiënt stom is,
is hjet voor den dokter ook moedjij-
ker een diiinigmose van een ziekt© te
maken., hoewel somtijds de uitdruk
king dier oogen en het geblaf hem
helpen.
Mannen, die verstand hebben van
hondenverpleging, houden dag en
nacht de wacht. De temperatuur der
patiënten moet op bepaald© uren op
genomen werden, en het voedsel, dat
in een kleine keuken gekookt wordt,
nagegaan. De arts van het sanato
rium woont in een mooie villa niet
ivex er van af, terwijl de consulte©-
rende gemieeshéeren op bepaalde dar
gen bezoeken brengen.
DAMRUBRIEK.
van de Damclub „Haarlem
Verwantoordelijke redacteuren: H.
E. Lantinga, C. F. Visse, C. H. B.
Tollenaar en C. P. Kr aai j.
Oplossingen in te zenden aan den
heer H. E. Lawtinga, Banend sestr. 41.
PROBLEEM No, 21.
No. 9 ter mededinging.
J
mmm
212, 28, 'i
dam op 49.
WIT.
34, 35, 37,
8, 39, 41 en
ZWART.
1, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 18, 19, 20,
24, en dam op 2.
OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 19
No. 7 ter mededinging is31-27,
28-22, 4943, 48-43, 4718, 29-23, 39-94.
35:9
Namen der goede oplossers zijn
W. H. d© Klerk, BloemendaalW.
A. Z. en H. L. Jr., te Homburg; W.
C. Faas, Overveen H. A. v. Abs J.
Boogaard, H. C. v. Oorrt, P-, Zalm Az.
P. M. v. d. Sluis.
Dames N. d. M.
Van Probleem No. 18 nog van de
he eren W. A. Z„ H. L. Jr., Homburg
am Rhean, en H. A. v. Abs. Haar
lem.
G
w
m
HERVORMING VAN HET LEGER.
EEN DIEREN-LAZARET.
Zijt ge in 't bezit van een schoot
hondje, dat aan zwakke oogen lijdt?
Dan kost het in het geheel geen moei
te het beestje van een bril te voor
zien, ofschoon tot nu toe geen hond
te vinden di© er van gediend is een
paar glazen voor zijn oogen te beb-
D© Zwitsersche socialisten, te Zug
vergaderd; hebben met 296 tegen 8
.stemmen besloten, er bij- het volk op
aan te dirngen liet wetsontwerp tot
hervorming .van het leger te verwer
pen, Een van de socialistische leiders
heeft aan een verslaggever gezegd,
daft de socialisten den strijd, aanbin
den tegen den militairen geest, die
over Zwitserland vaardig wordt. Zij
zijn ook ontevreden, omdat het leger
zijn democratisch karakter allengs
verliest. De officieren, heet het, wor
den echte aristocraten. En dan het
korps automobilisten, allen rijkelui.
HERlMAN HOOGLAND.
Herman Hoogland is een 16-jarig
jongeling, die iwe voor ongeveer 4
jaren in het Utreohtsch Damgemoot-
schap leerden kennen. Hij nam daar
ito en reeds deel aan séances die de
heer De Haas daar gaf en het viel le
zen dadelijk op, dat Hoogland veel
'aanleg had voor ons spel. Dat de heer
De Haas rich daarin niet vergiste be-
wijlst het succes dat Hoogland in dien
tuisschen'tijd heeft gehad. Met zeer
veel ijver legde hij zi'dh. op de beoefe
ning van ons nobel spel toe en thans
behoort hij tot de beste spelers van
het U. D. G. Wij zouden hem in een
Damvereeniging met een hoofdklasse
in de lsrte Masse kunnen indeelen.
In den grooten competitiewedstrijd
idbor den Nationalen Dambond uitge
schreven, zagen we Hoogland voor 't
eerst uitkomen op wedstrijden en wel
aan bord 5 2 raaial en bord 4 éénmaal
in het tiental (2e Mas) van het U.D.G.
In dezen competitiewedstrijd behaal
de hij voor rijn club 5 van de 6 te be
halen winstpunten.
Bovendien Is hij een verdienstelijk
problemist. Onze abonnés hebben ver
schillende malen de gelgenheid gelïhd
hunne krachten aan de vruchten van
Hooglands problematiek en arbeidj ie
kunnen beproeven. Dat hij nogal veel-1
zijdag is, bewijst ook zijn lust in den
daatsten tijld voor simultaan-spel. Den
8sten Juli j.l. gaf hij' voor leden en
belangstellenden van het U. D. G. een
simultaan-séance. Er namen 16 perso
nen deel. Niet minder dan 14 partijen
werden door H. gewonnen, terwij] hij
2 verloortegea de heeren C. J. v. d.
Berkhof en W. Anten. De séance duuT
de 2 uur en 15 minuten. Voorwaar een
mooi resultaat voor dezen jeugdigen
beoefenaar van onze nobele kunst.
Nooit heeft dan ook een zoo jeugdig
speler „gesimultaand". Alleen reeds
voor zijn moed een dergelijk stukje
te ondernemen komt hem een woord
ivan lof toe, laat sta-an een hiulde voor
rij In succefe. Natuurlijk heeft Hoog
land nog zeer veel van. het spel te loe
ren en is. hij' nog op geen vademen na
waar bij zijn moet, doch indien hij de
jongeling is waarvoor we hem hou
den en hij heeft de lust zijndnmstu-
d'iën voort, te zetten waaraan we niet
twijfelen, dan zien we in hem in de-
toekomst, een geducht mededinger..
Het Vereenigd Amsterdamsch Dam-
genootsefcap heeft den jongen Hoog
land uitgenoodigd op Dinsdagavond
6 Augustus een simultaian-seaince te
geven voor de 2de, 3dfe en 4de Mos
Spelers van zijn club. Dieize uiitnoodi-
gnng heeft H. aangenlomen rnlet hert
volgend resultaat: 22 deelnemers, 13
gewonnen, 5 verloren, 4 remise. Duur
van de seance 44 uur. Onder de deel
nemers waren nog 2 eerste Mas-spe-
Jers.
CLUBNIEUWS.
In de Damclub „Haarlem" is een
aanvang gemaakt met dien Masse-
wedstrijd. Aan dezen wedstrijd, wel
ke vóór Maart 1908 geëindigd moet
rijn, wordt door alle leden deelgeno
men. De deelnemers in die 2e en 3e
Masse (de led'en zijn n.l. verdeeld in
3 klassen) strijden, behalve om rang
nummer, ook om over tt gaan in
©en boogere klasse; de spelers uit de
le Masse vechten (in figuurlijken rin
natuurlijk) om het kampioenschap
der club. Degene, welke den kam
pioenstitel verkrijgt, heeft daar
recht op tot d©n volgenden wed
strijd', met dien verstande dJat hij,
zoo hij wordt uitgedaagd door ©en'
'lid der club, die meent sterker of even'
krachtig te spelen als hij, in een
match van 3 partijen tegen den uit
dager zijn kampioenschap moet ver
dedigen. Zoo degene, die den hand
schoen toewerpt de match wint,
wordt hij op zijn beurt kampioen.
Dames en heeren, het damspel be
oefenende, die nog aan dezen Masse-
wedstrijd willen deelnemen, gelieven
vóór 1 November a, s. als lid dier
club toe te treden.
CLUBVERGADERING
op Donderdag 3 October a. s., des
avonds 8 uur in Café „Neuf'.
Agenda
Béhandeling der op de vorige ver
gadering onafgedane zaken.
Voorstellen te doen op de jaarver
gadering van den Damoond.
Ballotage van 5 candidal en voor
het lidmaatschap.
DE ZEE OP IIET TOONBEL.
Een zee, een woelige zee met sche
pen er op, voor te stellen, zonder den
lachlust op te weMten, ijs steeds voor
d(corateurs en regisseurs een zwaar
v erk geweest. In vroeger tijd zaten
onder het zeedoek jongens, die door
kruipen en bewegen het woelige in de
golven moesten maken. Ook bootste
men de woelig© zee na door hot heen-
en-weertrekken, het op-en-neerslaan,
van een zeedoek tusschen de scher
men. Het bleef altijd lastig werk,
vooral als men b.v. de onstuimige zee
met het vlot uit „De Schipbreuk der
Medusa" had voor te stellen.
Frits van Haarlem heeft de oplos
sing van het moeilijke vraagstuk ge
vonden, d;oor een verbetering aan te
brengen in een Engelsch mechanisch,
tooneeltoestel, schrijft J. H. Róssing
in het „Nieuws". De proefneming bij
de opening der specialiteiten-voorstel
ling in het Circus Oscar Carré, is vol
komen geslaagd. De golfbeweging en
het opspatten van het schun'm bleiken
toen zoo natuurlijk mogelijk. Verras
send was voorts de illusie van. het
zwemmen der dames. Ook dit berust
op een truc, door Frits van Haarlem
bedacht.
Reeds in de 16de eeuw lie eft Caxel
van Mandeo* getracht, het water zoo
natuurlijk mogelijk op bet tooneei
voor te stellen. Hij had in „Noach"
den Zondvloed voor te stellen on deed
dit door een groot zeildoek, beschil
derd met lijken van menschen en die
ren, op het-water drijvende. Dit zeil
werd bij de voorstelling van den Zond
vloed over het tooneei getroMcen, en
met pompen en waterleiding werd
zooveel echt water over bet tooneei
uitgegoten, dat vele aanschouwers te
rugweken.
Er staat nog dit van opgeteekend
i Ark dreef op het water en enkele
teerhartige oude heden konden op het
zien van zoo natuurlijk een vertoo-
ïiing, bewogen door medelijden met
de menigte der verdronken en met
den angst en de bekommering der nog
levende mtensohen, zich met van tra
nen weerhouden
TYPISCHE SCHILDERIJEN.
Door d'e „Weltspiegel", 't geïllus
treerd bijblad van het „Beri. Tagebl."
werd kortelings een prijsvraag uitge
schreven, die aldus luidde„Een
schilderij maken zondjer verf .of pen
seel". 't Aantal inzendingen, was
waarlijk alleszins bevredigend!. De
eeirste prijs werd toegekend aan een
landschap samengesteld uit cul
tures van gekleurde bacteriën op
agar (voedangs-gedatiuie met vleesch-
bouillon. Dan volgt een genre-
beeld van peper en dergelijke ingre
diënten met suikerwater, bewerkt met
tandenstoker„Het dooden-
eiland", 'het bekend© schilderij van
BöcMin, is uit lapjes zijde en fin
weel samengesteld'. Een> heihut is
geschilderd met het sap van fuchsia-
stengels, bessensap en gips> aange
mengd met water.
Andoren hebben geschilderd met'
cacao, gelatine, kersenpap, spinazie
met ei, vloeibare chemicaliën, mos
terd, stijfsel. Typisch is nog een
landschap, uitsluitend samengesteld
door afdrukken met een caoutchouc-
stcmpel met de letters B. T. De scha
duwen zijn verkregen door vele stem
pelafdrukken over elkaar. Het stelt"
een rivier voor, die zich bronkelt tus
schen struik- en boombeplante oevers.