i, t - aV! ffiV Geef me nu maar gauw den brief, zei Ella opgewonden, als ver moedde zij iets verschrikkelijks. De portier gaf haar den brief. Ella bezag hem bij het flikkerend licht van een blauw gasvlammetje. Toen riep zij in de hoogste opgewonden heid uit Van hem Haastig snelde Ella naar haar kleedkamer terug, scheurde liet cou vert open, streek zenuwachtig eenige lucifeijs af en slaagdie er eindelijs m het gas te doen ontbranden. Zij hield het papder vlalk bij 't licht en las Ella stiet een kreet uit. Zij wankel de, en toen de kamenier, die niet zoo vlug kon volgen, de kleedkamer be reikte, lag Ella in onmacht, met den verkreukelden brief van haar aan- Btaande in haar hand. Het meisje, nieuwsgierig als kamieniertjes, nam den brief op, las „Innig geliefde „Ik weet, dat ik je diep „krenkt heb, en ik smeek je „vergeving, want i'k bein diep on gelukkig. Geef mij door een tee- ,,ken te kennen, dat ik je weer „mag naderen. Kom hedenavond „op in 't blauwe costuum, dat ik „zoo mooi vindlaat dat het tee- „•ken zijn, dat je mij vergeven „hebt,.... anders maak je mij wan- „hopdlg...." Het kameniertje smolt weg in tra nen en was Verpletterd door zelfver wijt. Mompelend sprak zij Ach, waarom hebben wij "t blau we niet genomen De slimme Koopman. Door Wolf Elberberg. Het was den 20sten Januari 1795. De Fransche troepen; waren Amster dam binnengerukthun geweren stonden nog aam rotten op de pleinen en de soldaten, die om hun wapenen heen stonden, wachtten met onge duld, dat men hun behoeften bevredi gen en hun kwartieren zou aanwij zen. In weerwil van het ruwe wee hadden alle inwoners der stad humn woningen verlaten en zich op straat begeven, om het leger in lompen te be wonderen, dat ze als bevrijders had den ontvangen. Er heerschte in de stad groote geestdrift en tegen den avond werden tot teeken van vreugde iallooze lichtjes op de balkons ge plaatst. Aan het eind van de haven echter, naast het admiraliteitsgebouw, stond een klein huis, dat door zijn stil. som ber uiterlijk bij de naburige huizen afstak. Een klein, maar heel net on derhouden tuintje, dat door een muur met een hek van de straat was ge scheiden, lag voor het huis, dait me neer Woerden bewoonde. Meneer Woerden was een rijk Hol- landsch koopman, die zich uitslui tend met zijn handelsaangelegenhe den bezig hield en aan de politieke gebeurtenissen, welke zich toentertijd in zijn vaderland afspeelden, in het geheel geen aandeel nam. Hij was ook te zuinig, om zich de weelde van illuminatie te veroorloven, zooals zijn buren gemeend hadden te tooeten doen. Op den avond, waarvan wij spre ken, zat meneer Woerden op zijn ge mak in een grooten, zachten leunstoel voor een grooten haard, waarin lang zaam eenige stukken steenkool brandden. Zijn lange, met pels gevoer- kamerjapon had hij zorgvuldig over de borst gesloten, zijn pelsmuts diep in de oogen gedrukt. Op een tafel naast hem stond een spiegelgladde kleine koperen lamp, naast een bierkruik en een steenen pijp, welke hij nog niet had aange raakt. In den hoek van den haard hurkte een oude dienlstmeid, wier welgedaanheid haar Vlaamsohe af- ktmst verried en die onder eerbiedig Iptilzwijgen er zich mee bezig hield om d kleine stukjes kool, welke uit den haard vielen, er weer in te werpen. Plotseling hoorde men een bel en de 'dienstmeid ging haastig opstaan. Wie kan op dit oogenblik nog bellen? vroeg de oude koopman. Ga heen en doe open. De dikke dienstmeid deed open en eenige oogsenblikken latei" trad een groote, jong© man de kamer binnen. Hij wierp zijn mantel weg en ging naai- den ouden man. Goeden avond, vader Wat? Ben jij het, Wilhelm? Ik had je zoo spoedig nog niet ver wacht. Ik heb reeds dezen morgen Broek verlaten, maar de wegen zijn derma te door troepen en vluchtelingen be dekt, dat we den geheelen dag voor onze reis noodig hadden. En je hebt Van Elburg gezien De jonge man dronk een glas bier, en ging eveneens bij het vuur zit ten. Ja, vader, meneer Van Elburg geeft tot zijn toestemming tot mijn huwelijk, maar blijft er bij, dat hij zijne dochter slechts vier duizend du- caten als huwelijksgift wil medege ven. Welnu, riep Woerden uit. terwijl hij de dikke grijze wenkbrauwen sa mentrok, dan behoudt hij zijn dochter en zijn huwelijksgift I Maar, beste vader. Van Elburg is een der rijkste kooplieden iin Hol land, en wat hij bij zijn leven niet geven wil, moet hij bij zijn dood ach terlaten. Welnu, antwoordde Van Woer den, ben ik misschien niet eveneens rijk Luister, mijn zoon Je zult me weldra in mijn zaak opvolgendenk altijd aan dezo beide grondstellingen; men mag nooit meer geven dan men ontvangt en nooit zaken doen, waar bij alleen een ander het voordeel heeft. Vermijdt men dit, dan zal men geluk hebben. Maar1 Laten, wo 'er niet meer van spre ken, mijn zoon. Willem kende de stijfhoofdigheid en de strengheid zijns vaders te goed, dan dat hij nog langer bij hem zou hebben aangedrongenhij kon in- tnsschen zijn korzeligheid niet zóó goed verbergen, dat zijn gezicht er niet eenige sporen van droeg. De oude man lette daar echter niet óp, stopte bedaard zijn pijp en stak haar aan. Op hetzelfde oogenblik klonk de bel voor de tweede maal en bijna onmid dellijk daarop hoorde men het ge stamp van paardenhoeven in den tuin, terwijl de honden nijdig aansloegen. Te oordeelen naar het rumoer, dat de honden maken, is het een vreemdeling, zei meneer Woerden. Ga eens kijken, Wiilem 1 De jonge man ging naar het ven ster. Vader, het iis een ruiter van. de militie. Een ruiter van de militie? Wal wil men van mij Op dit oogenblik trad de bejaarde dienstbode binnen en bracht haar meester een brief. Hij bekeek eerst het zegel en zed Voorloopige regeering Zijn gelaat veranderde plotseling en nam de uitdrukking van groote be zorgdheid aan. Woerden brak den brief haastig open, vouwde het papier uit eikaar en las. Willem volgclie angstig elke bewe ging van. zijn vader, maar was spoe dig gerust gesteld, want de oude man keek bijna op hetzelfde oogenblik weer opgewekt als gewoonlijk. Het is goed, ik neem het aan, zei meneer Woerden eindelijk. Daarop gaf hij zijn zoon den brief, en verzonk in gepeins. De jonge man las den brief vluchtig; het was eenc bestelling van vierhonderdduizend haringen, welke in één miaand aan de rogeering ten behoeve der Franjsehe troepen geleverd moesten worden. Willem, zei de oude man plotse ling, terwijl hij uit zijn gepeins ont waakte, daar krijg ik een idee. Je zult nu toch met de dochter van Van El burg trouwen en een mooie huwelijks gift krijgen, dat verzeker ik je. Hoe dat, vader Laat mij daar maar voor zorgen. En hoor nu, wat ik je te zeggen heb. Laat morgen bij het aanbreken van iden dag twee paaTden zadelen. De kanalen zijn bevroren. We moeten rij den. stigtien gulden de duizend haringen is zeer duur, ik heb een heele som fe betalen, en moet het hoofd er bij heb ben. Nadat hij dit gezegd had; deed Woerden zijn mond niet weer open; Willem volgde hem zwijgend, maar achtte zich toch gelukkig, dat hij de vervulling zijner wenschen zoo nabij was. Nauwelijks was de oude koopman weer in huis aangekomen, of hij sloot zich in zijn kamier op. Dit geheim zinnig gedrag wekte de nieuwsgierig heid van den jongen man, maar hoe hi| ook speurde, hij kon niets ontdek ken. Tegen den avond kwam meneer Woorden eindelijk uit zijn kabinet. Hij gaf zijn dienstmeid een groot pak ket brieven, welke ze naar de post moest brengeai, en drie dagen later, t'.en Willem als gewoonlijk bij hem kwam om hem goedenmorgen te zeg gen, riep de oude man verheugd, ter wijl hij zijn rimpelig gezicht dichtbij het fleurig© van zijn zoon hield Kind, ik heb de bruidschat Den volgenden dag, toen de zon op ging, waren de beide reizigers reeds op den weg, die van Amsterdam naair Broek leidt. De wegen waren met ijs bedekt en zoo gfhd, dat men slechts stapvoets kon rijden. De jonge man verdroeg deze onaan genaamheden echter geduldig; hij zou immens zijn geliefde zien en een stapje nader komen bij de vervulling van zijn liefste wenschen. Tegen den middag kwamen de rui ters in Broek, maar voor het dorp begon, stegen ze van hun paarden en lieten die in een herberg, daar in het dorp geen paarden en rijtuigen wer den toegelaten. Het dorp Broek is om zijn zindelijk heid heinde en ver beroemd, en al lerlei verhalen doen daaromtrent de ronde. Toen Woerden met zijn zoon in hun groote, met sneeuw bevuilde laarzen i i Broek verschenen, maakten ze de verontwaardiging van alle bewoners gaande, doch daar men hen reeds lang kende, konden ze zonder lastig tworden gevallen, Van Elburg's huis bereiken. Hier echter konden ze zich niet ont trekken aan een formaliteit, waaraan zich eenig© jaren later zelfs Napoleon eu Tsaar Alexander moesten onder werpen. Nauwelijks waren ze in het tuintje van den rijken koopman gekomen, of d-" meid bracht hun pantoffels, welke ze in plaats van hun lompe laarzen moesten aantrekken. Eindelijk werden Ze binnen ge bracht. Juist toen ze de kamer, die wel een zaal geleek, binnentraden, werd de deur tegenover hen dichtge trokken. Maar meneer Woerden had geen tijd om te zien, wie de persoon was, die op deze manier voor hen vluchtte, maar Wiilem had haar wel herkend, 't Was werkelijk Clotilde, d) dochter van Van Elburg, die, ach- tei de gekleurde ruiten van haar ven ster verborgen, de gasten het tuintje had zien binnen treden en dadelijk naar haar vader wa's gesneld, om hem hun aankomst te melden. Enkele oogenblikken kwam ze met hem te rug. Clotilde droeg de gewone Meeding van die streek een JYiesch mutsje en een gouden plaat met edelgesteenten versierd op het voorhoofd. Goeden dag, meneer Woerden, zei Van Elburg, terwijl hij den ander de hand reikte. Vlucht ge ook voor de Franschen? Ge zijt bij ons welkom. Dat is het met, meneer Van El burg, antwoordde Woerden. Ge weet heel goed, dat ik mij om de politiek niet bekommerik kom om u eene mooie zaak voor te stellen. Spreek op, ik ben geheel oor. Beste vriend, ik moert, binnen een maand vier honderdduizend haringen leveren; kunt ge me die verschaf fen Dat kan ik. Tegen welken prijs Tien gulden de duizend. Tien gulden Het zij zoo. Ik be loof ze u. We zullen dat dadelijk in oide maken en dan aan tafel gaan; ik heb honger als een paard. Onder het ontbijt kunnen we dan gemakke lijker over de tweede reden van mijn bezoek spreken. Bij deze woorden wierp Woerden het ionge meisje, dat de oogen neer sloeg, ©en veelzeggenden blik toe. Gedurende het ontbijt sprak de koopman uit Amsterdam werkelijk over het huwelijk van zijn zoon, en lcofde en dong om den bruidschat, maar Van Elburg wilde ook niet één stuiver bij de beloofde som doen. Meneer Woerden, wien er thans niet veel meer aan gelegen was, draalde nog een poosje, maar sloeg eindelijk toe.- De bruiloft zou over acht dagenge vierd worden. Den volgenden dag keeTde Willem met zijn vader naar Amsterdam te rug. Nauwelijks hadden ze Broek verla ten en hun paarden weer bestegen, of de jonge man waagde het een vraag tot zijn vader te richten. Vader, zei hij, ge hebt u dus be dacht Waarom Hebt ge met den bruidschat van meneer Van Elburg aangenomen De oude man keek zijn zoon van ter zijde aan en zei Willem, waar zie J© mij wel voor a8n Laat mij maar mijn gang gaan en vraag niet verder, want ik vertél je toch niets. De zaak is thans ern- Op den dag, welke voor de huwe lijksvoltrekking bestemd was, ging Woerden weer met zijn zoon op weg naar Broek" Dezen keer kwamen ze bij Van Elburg door een bijzondere deur binnen, een prachtige, dubbele deur, welke overeenkomstig de be slaande gebruiken slechts bij drie zeld zame gelegenheden geopend werd bij doop, huwelijk en begrafenis. Een groot aantal bloed/verwanten en vrienden waren reeds in de groote ka mer verzameld. De heer des huizes baande zich een weg door de gasten, en ging de pas aangekomenen tege moet, maar zijn gelaat was zóó bleek en verdrietig, dat Willem van hem eene zeer droevige raededeeling vter- wachtte te hooren. Woerden deelde de bezorgdheid van zijn zoon volstrekt (niet, want de oude met zijn leedver maak wist beter dan iemand anders, wat de oorzaak van de bedroefdheid van zijn gastheer was. Meneer Van Elburg, zeide bij met een slim glimlachje, wat scheelt u Gij zijt heelemaal veranderd Ach, beste vriend, ik bevind mij i t een veitschrifckelijke verlegenheid. Ik moet met u spreken. Wat is er dan? Is het huwelijk niet naar uw zin Zeg het dan rond uit, nog kunt ge terugtreden. Neen, neen, dat is hert niet. Welnu, zei de Amsterdamsche koopman, laten we dan dadelijk tot de plechtigheid overgaan. Ik veranderde rangschikking mijner gedachten niet gaarne ik ben gekomen om de huwe lijksvoltrekking van mijn zoon bij te wonendaarmee zullen we dan ook maar beginnen, het overige komt la ter wel terecht. Meneer Van Elburg had zich welis waar gaarne eerst bevrijd van den last, die op zijn hart dTukte, maar toen hij zijn ouden vriend aanzag, be speurde hij wel, dat hij tegen diens eigenzinnigheid niets zou vermogen. Men ging dus naar de kerk en eeni ge minuten later waren de jongelie den door den band des huwelijksver bonden. Nauwelijks was men in huis terug gekeerd of Van Elburg zei tegen deu ouden Woerden Ge hebt mij beloofd mij te zullen aanhoorenkom met mij mee naar mijn kamer. Ik volg u. Be9te vriend, zei Van Elburg, toen hij de deur achter zich had ge sloten, ik moet u binnen veertien da gen vierhonderd duizend haringen le veren en kan er niet één krijgen, ze zijn alle reeds verkocht. Dat wil ik wel gielooven, ant woordde Woerden en barstte in een luid gelach uit, ik zelf heb ze alle ge kocht. Van Elburg keek hem als versteend aan. O riep hij. En wat wordt er dan van mijn belofte Die moet gehouden woorden. Luis ter, Van Elburg. Ge zult uw dochter eens een mooi kapitaal nalaten, ik weet het, maar mijn zoon zal van mij minstens evenveel erven, er is dus niets gelijk te maken. Maar op het oogenblik is het anders. Ik draag weldra mijn zaak aan mijn zoon over. gij geeft uw dochter slechts vierdui zend ducaten als huwelijksgift me de. Ik wilde daarom de liefde der kin dexen niet in den weg staan, maar nam mij voor het evenwicht te her stellen en u als 't ware te dwingen meer voor haar te doen. Terwijl Woerden sprak, werden Van Elburg's oogen voortdurend grooter. Daarom, vervolgde de oude man. Stel ik u het volgende voor. Ge hebtu verbonden om mij vierhonderdduizend horingen te leveren tegen tien gulden de duizend, maar ik heb de haringen Als ge uw verplichtingen wilt nako men, moet ge mij de haringen afkoo- pen. Ik verkoop ze echter niet anders dan de duizend voor vijftig gulden. Ge moet dus zestienduizend gulden bijpassen en dan is onze rekening ver effend. Van Elburg was onder deze uiteen zettingen weer kalm geworden. Ge zijt een slim koopman, Woer den, zei hij, ik ben ge<vangen en zal mij er in schikken. Acht dagen daarna was de koopman uit Broek naar Amsterdam gereisd, zooals het heette, om zijn dochter te bfzoeken. De rollen waren nu omge keerd, Woerden zat erg in de verle genheid. Ik ben wanhopig, riep hij Van Elburg toe. Alle visschers komen met de haringen aan, maar ik kan geen enkel vat te koop krijgen. Alle visch zal bederven. Beste vriend, antwoordde Van Elburg koeltjes, gij kocht al mijn ha ringen op, ik kocht al uw tonnen. Ik zou ze u duur kunnen verkoopen, maar wijl ik er op sta mijn dochter niet meer me© te geven dan de vier duizend ducaten, welk© ik beloofd heb, sta ik ze u af voor de som, welke gij mij wist af te halen. Gij Amsterdam mers zijt slim, maar wij Broekiers zijn nog slimmer. Nv. 1 N.") ben, schrijft E. v. F. in „De Huis vrouw". Om hun meesters en meeste ressen een genoegen te doen en ook. grootendeels voor hun eigen gemak, zijn er vele honden die houten poolen 'hebben, gilazen of celluloid oogen dra gen, welke zoo gemaakt zijn, dart ze •van de ecjjte en gezond© ooglem niet 'te onderscheiden zijn en zelfs ook Val ache tornden hebben, maar ©en bril op den neus dragen is wat al te 'veeT gevergd, van hen. In Engeilaintd1 bevinden zich onge veer dertig kreupele hondlen die vroo- lïjfe en wel rondloopen en springen op kunstpooten. Zij leeren er* met co rn ak »op loopen. Deze ledematen kos ten soms een paar goudstukken. Een ■welgedane Fransche poedel van een mijner keniissen bezit een kostbaren kunstpoot Van leder met scharnieren van goud. Massief zilveren versierse len op lederen kunstpooten zijn geen ongewone verschijnselen bij rashon den. De hond van den armen man moet zich tevreden stellen met ©en houten poot van ©en daalder. Al heel' spoedig leeren ze, dat zulk een poot een uitstekend verdedigingsmiddel is dn het getvfecht met ander© hondlen. ja, na ©enige oefening leeren z© .zelfs er een (heerlijk kluifje mede vasthouden. Ben hond' mtet e'en glazen oog, een vailsoh gebit .en aem kunstpoot ge draagt zich altijd met meer trots dan' zijn kameraden. Hij is anders dan andere honden, daarom da'aagt hij' den neus of snoet in den wind enz?et laag neer op hen, die niet het geluk gehad, hebben onder handen van den dhirurg geweest te zijn. Ook pores komt vaak onder zijn handen, niettegenstaande het gezeg de een kat komt altijd op haar vier pooten terecht. Iemand, dien ik kendie, had' een moeien kater, die zijn poot gebroken had. ,De veearts kwam er bij en zette dien poot in ©en gipsverband. Het' dier toonde zich zeer geduldig en ge laten en werd 's nachts warm toege stopt in zijn mandje. Doch don vol genden morgen vonid men. hem zon der het verband, ja dit was zelfs eerst -niet te vinden. Later werd het ver band achter een doos weggestopt ge vonden. Toen werd hij naar het hos- pita al gezonden, waar hij in het ver band zich leerde bewegen tot de poot na drie weken weer geheel ge nezen was. Br wordt beweerd, dat er kunst staarten bestaan, die automatisch be wogen kunnen worden. Niets is on mogelijk voor den hediendaagschem veearts. De Röntgenstralen spelen bij cEe chirurgie van dieren een groote rol, vooral bij kleine speelsch© katjes; die er van houden spelden, band of hiaiar- ispelden in te slikken. Op deze wijze heeft mien ©en kostbaren manchet- iknioop in de maag van een schoot hondje gevonden, terwijl zeer dtk- iwijls honidietnspaelgoed, zooals pop pen van wol en cricköt-balllen, te voAfschijn komen. Een kapitaal van meer dan eten half millioen pond wordt belegd in Engel- sch© honden. Met goed gevolg wordt tegenwoor dig ook de hondentandheelkund© uit geoefend. Ik aag eens oeta prachtig valsch gebit van een schipperk©. Den ©lorsten dag, dat hij het gebit in zijn bek bad, liep hij dodelijk naar de provisiekast en stal een stuk vLeesch, iets wat hij vroeger nooit gedaan bad. Het was dan ook zoo lang gele den, dat hij een beentje gekloven had, dat hij de veadeiding niet kon weerstaan. Dezelfde tandarts, die dit gebit gemaakt had; maakte ook een stel valsche tanden voor een ouden collie. Den eersten keer echter slikte hij ze alle in en het tweede stel werd stukgebeten óp een been, tot dat de tandarts op Arnerik aansche wijze een gouden tandplaat vervaar digde, waarna de hond zijn gebit niet meer kon verliezen of uithalen. In het sanatorium van honidlen te Mitch am bevinden zich ongeveer drie honderd honden. Het staat te midden van lavendel velden in ©en gezonde -streek. Hiier vindt men kostbare ras- monden zoowel als gewone. De zalen zijn alle op dezelfde verdieping. Elke hond heeft ©en apart hok, dlat uit een slaapkamer en zitkamer of oefe ningsplaats bestaat. Warm-waterpij-- pen, welke zoio geplaatst zijn, dat geen ondeugende pooten er bij kun nen komen, maken dat er een gelijk matige temperatuur heerscht. Het is een eigenaardige verzameling van invaliden die men er ziet. Daar zijn er onder honden van hertogen en ge kroonde hoofden. Alle toonen zich ge duldig tegenover hün in 't wit ge- tkleede pleegzusters. Sommige zijn slim genoeg om meer sympathie te wekken. Doordat de patiënt stom is, is hjet voor den dokter ook moedjij- ker een diiinigmose van een ziekt© te maken., hoewel somtijds de uitdruk king dier oogen en het geblaf hem helpen. Mannen, die verstand hebben van hondenverpleging, houden dag en nacht de wacht. De temperatuur der patiënten moet op bepaald© uren op genomen werden, en het voedsel, dat in een kleine keuken gekookt wordt, nagegaan. De arts van het sanato rium woont in een mooie villa niet ivex er van af, terwijl de consulte©- rende gemieeshéeren op bepaalde dar gen bezoeken brengen. DAMRUBRIEK. van de Damclub „Haarlem Verwantoordelijke redacteuren: H. E. Lantinga, C. F. Visse, C. H. B. Tollenaar en C. P. Kr aai j. Oplossingen in te zenden aan den heer H. E. Lawtinga, Banend sestr. 41. PROBLEEM No, 21. No. 9 ter mededinging. J mmm 212, 28, 'i dam op 49. WIT. 34, 35, 37, 8, 39, 41 en ZWART. 1, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 18, 19, 20, 24, en dam op 2. OPLOSSING VAN PROBLEEM No. 19 No. 7 ter mededinging is31-27, 28-22, 4943, 48-43, 4718, 29-23, 39-94. 35:9 Namen der goede oplossers zijn W. H. d© Klerk, BloemendaalW. A. Z. en H. L. Jr., te Homburg; W. C. Faas, Overveen H. A. v. Abs J. Boogaard, H. C. v. Oorrt, P-, Zalm Az. P. M. v. d. Sluis. Dames N. d. M. Van Probleem No. 18 nog van de he eren W. A. Z„ H. L. Jr., Homburg am Rhean, en H. A. v. Abs. Haar lem. G w m HERVORMING VAN HET LEGER. EEN DIEREN-LAZARET. Zijt ge in 't bezit van een schoot hondje, dat aan zwakke oogen lijdt? Dan kost het in het geheel geen moei te het beestje van een bril te voor zien, ofschoon tot nu toe geen hond te vinden di© er van gediend is een paar glazen voor zijn oogen te beb- D© Zwitsersche socialisten, te Zug vergaderd; hebben met 296 tegen 8 .stemmen besloten, er bij- het volk op aan te dirngen liet wetsontwerp tot hervorming .van het leger te verwer pen, Een van de socialistische leiders heeft aan een verslaggever gezegd, daft de socialisten den strijd, aanbin den tegen den militairen geest, die over Zwitserland vaardig wordt. Zij zijn ook ontevreden, omdat het leger zijn democratisch karakter allengs verliest. De officieren, heet het, wor den echte aristocraten. En dan het korps automobilisten, allen rijkelui. HERlMAN HOOGLAND. Herman Hoogland is een 16-jarig jongeling, die iwe voor ongeveer 4 jaren in het Utreohtsch Damgemoot- schap leerden kennen. Hij nam daar ito en reeds deel aan séances die de heer De Haas daar gaf en het viel le zen dadelijk op, dat Hoogland veel 'aanleg had voor ons spel. Dat de heer De Haas rich daarin niet vergiste be- wijlst het succes dat Hoogland in dien tuisschen'tijd heeft gehad. Met zeer veel ijver legde hij zi'dh. op de beoefe ning van ons nobel spel toe en thans behoort hij tot de beste spelers van het U. D. G. Wij zouden hem in een Damvereeniging met een hoofdklasse in de lsrte Masse kunnen indeelen. In den grooten competitiewedstrijd idbor den Nationalen Dambond uitge schreven, zagen we Hoogland voor 't eerst uitkomen op wedstrijden en wel aan bord 5 2 raaial en bord 4 éénmaal in het tiental (2e Mas) van het U.D.G. In dezen competitiewedstrijd behaal de hij voor rijn club 5 van de 6 te be halen winstpunten. Bovendien Is hij een verdienstelijk problemist. Onze abonnés hebben ver schillende malen de gelgenheid gelïhd hunne krachten aan de vruchten van Hooglands problematiek en arbeidj ie kunnen beproeven. Dat hij nogal veel-1 zijdag is, bewijst ook zijn lust in den daatsten tijld voor simultaan-spel. Den 8sten Juli j.l. gaf hij' voor leden en belangstellenden van het U. D. G. een simultaan-séance. Er namen 16 perso nen deel. Niet minder dan 14 partijen werden door H. gewonnen, terwij] hij 2 verloortegea de heeren C. J. v. d. Berkhof en W. Anten. De séance duuT de 2 uur en 15 minuten. Voorwaar een mooi resultaat voor dezen jeugdigen beoefenaar van onze nobele kunst. Nooit heeft dan ook een zoo jeugdig speler „gesimultaand". Alleen reeds voor zijn moed een dergelijk stukje te ondernemen komt hem een woord ivan lof toe, laat sta-an een hiulde voor rij In succefe. Natuurlijk heeft Hoog land nog zeer veel van. het spel te loe ren en is. hij' nog op geen vademen na waar bij zijn moet, doch indien hij de jongeling is waarvoor we hem hou den en hij heeft de lust zijndnmstu- d'iën voort, te zetten waaraan we niet twijfelen, dan zien we in hem in de- toekomst, een geducht mededinger.. Het Vereenigd Amsterdamsch Dam- genootsefcap heeft den jongen Hoog land uitgenoodigd op Dinsdagavond 6 Augustus een simultaian-seaince te geven voor de 2de, 3dfe en 4de Mos Spelers van zijn club. Dieize uiitnoodi- gnng heeft H. aangenlomen rnlet hert volgend resultaat: 22 deelnemers, 13 gewonnen, 5 verloren, 4 remise. Duur van de seance 44 uur. Onder de deel nemers waren nog 2 eerste Mas-spe- Jers. CLUBNIEUWS. In de Damclub „Haarlem" is een aanvang gemaakt met dien Masse- wedstrijd. Aan dezen wedstrijd, wel ke vóór Maart 1908 geëindigd moet rijn, wordt door alle leden deelgeno men. De deelnemers in die 2e en 3e Masse (de led'en zijn n.l. verdeeld in 3 klassen) strijden, behalve om rang nummer, ook om over tt gaan in ©en boogere klasse; de spelers uit de le Masse vechten (in figuurlijken rin natuurlijk) om het kampioenschap der club. Degene, welke den kam pioenstitel verkrijgt, heeft daar recht op tot d©n volgenden wed strijd', met dien verstande dJat hij, zoo hij wordt uitgedaagd door ©en' 'lid der club, die meent sterker of even' krachtig te spelen als hij, in een match van 3 partijen tegen den uit dager zijn kampioenschap moet ver dedigen. Zoo degene, die den hand schoen toewerpt de match wint, wordt hij op zijn beurt kampioen. Dames en heeren, het damspel be oefenende, die nog aan dezen Masse- wedstrijd willen deelnemen, gelieven vóór 1 November a, s. als lid dier club toe te treden. CLUBVERGADERING op Donderdag 3 October a. s., des avonds 8 uur in Café „Neuf'. Agenda Béhandeling der op de vorige ver gadering onafgedane zaken. Voorstellen te doen op de jaarver gadering van den Damoond. Ballotage van 5 candidal en voor het lidmaatschap. DE ZEE OP IIET TOONBEL. Een zee, een woelige zee met sche pen er op, voor te stellen, zonder den lachlust op te weMten, ijs steeds voor d(corateurs en regisseurs een zwaar v erk geweest. In vroeger tijd zaten onder het zeedoek jongens, die door kruipen en bewegen het woelige in de golven moesten maken. Ook bootste men de woelig© zee na door hot heen- en-weertrekken, het op-en-neerslaan, van een zeedoek tusschen de scher men. Het bleef altijd lastig werk, vooral als men b.v. de onstuimige zee met het vlot uit „De Schipbreuk der Medusa" had voor te stellen. Frits van Haarlem heeft de oplos sing van het moeilijke vraagstuk ge vonden, d;oor een verbetering aan te brengen in een Engelsch mechanisch, tooneeltoestel, schrijft J. H. Róssing in het „Nieuws". De proefneming bij de opening der specialiteiten-voorstel ling in het Circus Oscar Carré, is vol komen geslaagd. De golfbeweging en het opspatten van het schun'm bleiken toen zoo natuurlijk mogelijk. Verras send was voorts de illusie van. het zwemmen der dames. Ook dit berust op een truc, door Frits van Haarlem bedacht. Reeds in de 16de eeuw lie eft Caxel van Mandeo* getracht, het water zoo natuurlijk mogelijk op bet tooneei voor te stellen. Hij had in „Noach" den Zondvloed voor te stellen on deed dit door een groot zeildoek, beschil derd met lijken van menschen en die ren, op het-water drijvende. Dit zeil werd bij de voorstelling van den Zond vloed over het tooneei getroMcen, en met pompen en waterleiding werd zooveel echt water over bet tooneei uitgegoten, dat vele aanschouwers te rugweken. Er staat nog dit van opgeteekend i Ark dreef op het water en enkele teerhartige oude heden konden op het zien van zoo natuurlijk een vertoo- ïiing, bewogen door medelijden met de menigte der verdronken en met den angst en de bekommering der nog levende mtensohen, zich met van tra nen weerhouden TYPISCHE SCHILDERIJEN. Door d'e „Weltspiegel", 't geïllus treerd bijblad van het „Beri. Tagebl." werd kortelings een prijsvraag uitge schreven, die aldus luidde„Een schilderij maken zondjer verf .of pen seel". 't Aantal inzendingen, was waarlijk alleszins bevredigend!. De eeirste prijs werd toegekend aan een landschap samengesteld uit cul tures van gekleurde bacteriën op agar (voedangs-gedatiuie met vleesch- bouillon. Dan volgt een genre- beeld van peper en dergelijke ingre diënten met suikerwater, bewerkt met tandenstoker„Het dooden- eiland", 'het bekend© schilderij van BöcMin, is uit lapjes zijde en fin weel samengesteld'. Een> heihut is geschilderd met het sap van fuchsia- stengels, bessensap en gips> aange mengd met water. Andoren hebben geschilderd met' cacao, gelatine, kersenpap, spinazie met ei, vloeibare chemicaliën, mos terd, stijfsel. Typisch is nog een landschap, uitsluitend samengesteld door afdrukken met een caoutchouc- stcmpel met de letters B. T. De scha duwen zijn verkregen door vele stem pelafdrukken over elkaar. Het stelt" een rivier voor, die zich bronkelt tus schen struik- en boombeplante oevers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 2