BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
fS.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
Mub lek voor Vrouwe»
FEUILLETON
Over den Oceaan
Natuurhistorische
Wandelingen
De Blauwe Overjas
25a Jaargang
MAANDAG 7 OCTOBER 1907
No. 7448
DE ZATERDAGAVOND
■HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
flDio oflsdti jinenide blouses.
Tlictrfist blouses. Moderne cein-
ItiUTie®. Mantels en (hoeden.
iDie dunne vaak doorsahi jmen de blou
ses, hebben Iha-ar kokette rol. die zijl
an de zomefruniodle ^peelden, langzamer
hand afigedaan ein. moeien plaats ma
ken voor die stoffen, welke voor dien
(herfst mieeir geschikt zijn. Toch- gaan.
de buiiteriliaindischie modebladen voort
die du-nuie, fragile blouses aan te prij-
eeln ein oip (te hemelen. In Engeland.
(Rulsland en sommige steden van het
groote Dui-tsohe rijde blijft die élégante
vrouw haar dunne .zijden en kanten
blouses, draigem. at wiijisit de almanak
ook den wtiinltier aam, hetgeen (trou
wens voor haar niet het minste be-
t&waar oplevert., want de huizen zijn
er regelmatig verwarmd en wanneer
mem uitgaat beschutten de bonte man
tels voldoende, Kelts tegen de felste
toonde! Wanneer men dit in -aanmer-
toing neemt, zal men moeben toegeven,
dat zij' die' onder dergelijke omstan-
•Idliiglheden leven, getijde hebben zich .al
dus te kde-eiden, wiant de domme llclht-
fcleurige weefsels fHabteerem aai den re
gel elke vrouw.
VDle lieirfsiWMiou-seis diie ten onzeailt
■voor d-agel-ijfkiscih gebruik geidragen
izullen wordlen, zijn vaai "V.iyelLa, Liber
ty iof fluweel vervaardigd en worden
in den regeil zeer eenvoudig gemaakt,
d. w. z. gelnaie chemisette (overhemd-
bliouise).
Voor meer igiekleede soorten, die in
pékiué of zijden fluweel gebracht wor
den, past imen nog steeds het verwijl
de lanmgalt en de Jiapamisah-e mouw toe
imiet onideoTmouw van kant. De kanten
mouwien worden met fijn goud tras
gegarneerd, diat Sn klleine kokette
Strikjes verwerkt woaldt. Verder neiemt
(het geborduurde galton een voorname
plaats in die moderne, garneersels iai.
Allies hangt .daarbij af van de stof en
de kleur waatóMji hiet gebeizi-gid. wordt.
Op de eenvoudige blouses zullen in
idem a,s. winter veel laanJten kraagjes
en dassen gedragen wordlen; de laat
steen met grelots. van staal of pasisn-
imenteoiie .afgewerkt.
Men k(an geen gewag maken Van
blouses, zonde rails het ware d;e cei-n-
ture-s in één adem te noeanen, daar ze
een onmisbaar onderdeel van ons toi
let uitmaken. Die moderne cedntures
zijn rond en 12 a 14 -c.M. hoog. liet
spreekt van .zelf, dat men dit voor
korte taalles min of meer moet wijtei-
Mem brengt een groote sortee- i
ceanture's in soepel leder met een.
in den rug en in het yporrriiiidldeai
een bijpassend^ sluiting. Anderen
worden Vervaardigd van gedrapeerde
in de kleur der rokken en met
Deize breteile-ciedaatures wor
den veelal toegepast om oude toiletten
te moderniseeren.
Voor zeer gekleede jiaponneai i.s het
om de gedrapeerdie ceintuire, die
van taffetas of liberty in de kleur der
moet zijn aan den bovenkant af
te weaken met een giouid of zilver galon
van 3 c.M. breed. Dit galon. moet. dan
tevens op den kraag on de mouwen ge
wordien. Verd'er maakt, men
oefLutune® van gestreepte
en dito lint in veaischillend.'e kien
en: alsmede van Japansche en amde-
ie gialons; mem moet er echter steeds
bedacht zijn dat de meest dominee-
kleur van dergelijke ce-intune®
kraag eto mouwboorden behoort te
ruggevonden te worden.
dik miag ditmaal mijlne berichten
niet eindigen zonder „en passant" het
oen en ander over de mantels en hoe
den te zeggen, waarin nog steeds nou
veauté'® gehraciht worden. De keuze
zal dit seizoen oen ongekend groote
zijn, hetgeen niet wegneemt dat de
lange modellen de. overhand behou
den. Biijnta in alle tijdperken wenden
bij die lange mantels kleine Knoeiden
gedragen, do ah niu neanen de hoeden
integendeel reuizen-afmetingen aan,
dlie ons op een beiru.gislag te dien op
zichte voorbereiden; want grillig ,als
,,imievrouiw mode"' is, blijft zij toch in
dit ééne opzicht zichzelf geiijlk, idat zo
steeds tat in het uiterste overdrijft
om dan plotseling in het .tegenoverge
stelde te vervallen!
Dit zagen iwe m.et den boléro en den
langen mantel, met de nauwe mou-
'Wen en de groote'. ballonnen, met de
korte elboogmouiw en de lange model
len, diiie ki punten (olifanitssnuit) tot
op de handen vallen en nu zial het
weldra blijken, dat den breed geran-
dien hoed, die vaiak tot op de schou
ders hangt, plaats zal imatoeai voor
eien Loketten, torenhoog geguxmeerden
biolêro-worm! lEaa alhoewel mijme ge
achte lezeressen, zich voorloopig nog
.den klakhoeid met groote wieken,
reusachtige bloemen en afhangende
slnuisveeren kunnen aansahiaiffeini,
miQgen ziji er zich. van overtuigd jbiou-
dle.n, diat hiet grappige „Toréador"-
hoedjei, het- model voor 1908 zal zijn!
OOiRPuE'SP ONIDENTI E
Mevr. v. d. H. De inlichtingen-
dale aneai u gaf zijn volkomen juist;
want. eir zal in idien a-.s. winter buiten
gewoon veel fluweel gedragen wor
den., zoowel voor tailleur-toiletten, als
gekleede japonnen. Heb ,velours-coite-
1-é" .(geribd fluweel) is meer speciaal
voor kinderen en jonge meisjes ge
schikt,
MARIE VAN A MISTEL.
het Duitsch van Arthur Zapp.
14)
Maar 'de reis dluurt immers maar
dagen
Zeker. Toch voelt mijn zuster,
o.e baar vingers van dag tot dag stij-
er worden. Heb liefst zou zij ook aan
oord haai' lessen voortzetten.
De violist glimlacht.
Ik bewonder den ijver van uwe
zegt hij beleefd. Het moet voor
leeraar een genoegen zijn zoo'n
lerling les te geven,
Nu glimlacht ook Mr. lïillyard.
Nu, mijnheer Meiniba-rd, is u'ge-
eigd u zelf dat genoegen te ver
De kunstenaar staart den Ameri-
aan verbaasd! aan.
U spreekt toch niet in ernst
Zeer zieker. Mijn zuster verlangt
onderricht bij u te krijgen.
Hier aan boord?
Waarom niet? Juist gedurende
zeereis heeft meai veel tijd' en. ver
eelt zich dikwijls. Mijn zuster zou
>0 graag 'twee uur per dag van u in
nemen om -morgens te oefe
(IN EN 'OM HAlARlIIBM.
QLXXXW.
Wde izoo door de stad loopt en daar
bulten en ia!® een' eiclht natuurliefheb
ber rondom zich ziet, bemerkt tal van
idinigen, die een ander in 't geheel
niet opmerkt. Zijn oog is .geoefend en
aan oogeanschijinlijik niietige k] ein-ijghe-
den ziet hij. imeelr dan men zou ver
moeden.
lOandier al die bospi-eders dar natuur
nog weer een gansêalê serie, i-edie-r zicih
do een bijzooderen tak oailwdikkelend,
Mer een zich' meer met de planten,
daar .een ziclh meer met de dierenwe
reld bezighoudend; hder eeai, die zich.
enlkel en alleen verdiept in de vlin
ders, leen ander in die kevers, in de-
zwommen, enz. enz.
Hoe altijld die liefheibberij dn zoo'n
Ibijizondiere richtiaig .geleid wordt, laat
zich later niet altijd zoo gemakkelijk
verklaren. In beginsel zijn echter alle
mensahen natuurliefhebbers dn den
dop, onderzoekers reeds vaai meet af,
opmerkiers en. waarnemers, gnooter
dlan mien zou denken.
;En op te merken valt er altijld wat.
Daten wij' b/v voor dezeaa keer er
ana ar eens op udit trekken om op te
■beakenen wat zooal te zien. te bekijken
valt.
laa de leerste plaats het geheele wor
dingsproces, of liiiever orvergaaigspro-
nen en 'smiddags _duetten te spelen.
Welnu, mijnheer iVieiniRia.rd, mogen
wij op u rekenen
De violist weet niet, wat hij ant
woorden zal. Plotseling' schiet hem
de gisteren ondervonden neerhuigen-
de vriendelijkheid"Van~Tlen luitenant
weer in de gedachten en. hij fronst de
wenkbrauwen.
Uw aanbod overvalt mij zoo, ant
woordt hij. Mij duaxktj het zal niet
gaan alleen het schommelen van
de hoot al
Maar wij hebbleai immers het
mlooitete weer ter wereld, zegt de Ame
rikaan. Men kan nauwelijks merken,
dat men op zee is.
En dan weet ik ook nilet, waar
wdj hier aan boord een rustige plek
zullen vinden
O, in den salon van de eerste ka
juit is het overdag, als de dames en
hoeren op het dek of boven in het pa
viljoen zijn, volkomen stil.
Wieer komt er een wolk op het
voorhoofd van den violist en weer
neemt hij iets teruggetrokkens in zijn
houding aan.
U vergeet, diat 'ik tusschendeks-
passagier ben, en als zoodanig niet
het recht heb, in de eeröte kajuit te
kernen,.
Maar deze tegenwerping maakt geen
indruk op den 'Amerikaan.
Mijin zuster is passagier van de
eerste kajuit en daarom lieeft zij het
recht haar l'eeraar daar te ontvan-
icies aan zomer tot herfst en dat met
zulik mooi weer, thans heerlijk opge-
friisciht door een flinke regenbui. Valt
daaronder niet alles! .Zie boom voor
boom na; IhiLer één rieedis lang gereed,
l'ang kaal, al lang die blaidien weg,
prijsgegeven aian den wind. Zoo zijn
Ibv. do fcastianjies'. Ein toch ook weeir
niet alle; andere zijn er, die nog bad-
mien. iGok de iepen langs onze singels
en straiten, ga idle eens na; hoe heer
lijk goudgeel die verkleuring, hoe mooi
soms enkele takjes zijn. En de lin
den noiat mlindier, on de poipulieren,
vooral de zwarte popel kan dat goud
geel zoo sierlijk doen .uitkomen tegen
isomis nog diepgroen van andere boo-
imeai'.
Left ietr daai tevens eens op, hoe de
bladeren (afvallen, waar; want. dat is
imiaar geen atbrekien in den wilde,
heen, helt is een .afgiroeden. En niet
minder mag het blijveaid' gedeelte .aan
onze aandacht onitisiniappein. De bakken
en knoppen, bij |den winter het eenige
Iheirlkeniniiinjgtslbeeikien 'onzer baomien,
worden nu nog tefr zijlde gestaan door
idle afvallende bladeren.
En waar zitten die knoppen? Let
hierop eenis bij. tal vaar boom ein, voor
al bij den pliabaan, waaa* die knop op-
gesloben is iin (hot benedeneind van
den bladsteel.
Ein de verschillende- vruchten, waiair-
o-ver weial eens eerder in bijizondeiiie-
den bralden, bieden honderden eigen
aardige bijzonderheden aan, voor ïe-
deren hoorn, /weer anders.
En de kleinere planten, die, welke
reeds lang zijn uitgebloeid, dat reeds
waren in Mei; eaa andere, die in den
vollen izomer haar 'hoogtepunt bereik
ten .en eindelijk die, welke ook thans
nog volop geven,, wat .ze geven kunnen
'En niet heb minste die, welke- thians
komen; .opgewekt en aangemoedigd
door den- pa,s gevallen regen. Ik bedoel
voornamelijk de paddestoelen, die
fhanis hun .vrufcMIichaonen te voor
schijn brengen in duizenden vormen,
in tal van kleuren. Mooi zijn ze, dat
.is,zeker, en hoe. meer men van al zulk
goedje afweet, hoe .interessanter men
Iheit vindt.
lEIn 'in 'die iSlooten en vooral die ka
nalen.
Zie eens, hoe dat kroos drijft, die
nietige, eenvoudige blaadjes, zonden
diie nog onze beiiangstelLinig waard
izijn. Zeker, .wiaarom niet. En diaar-
tuisschen die waterva.ren, de azolla-.
Neem eens wat van diat plantje in
een platten, schotel en laat dat groei
en, dan zult ge er spoedig genoeg zelf
ischik in krijig'en, vooral als deze of
g&ne ik/emmis bij' u laiamloopend vol ver
genie Ikl&nrai'S bijl .aiaoilloopand vol ver
wondering vraagt: hé, waar hebt ge-
dat moois vandaan? Wat is diat? enz.
En de insectenwereld; die schijnt af
gedaan t.e 'hebben? Volstrekt niet.
!Zie de bladeren van de hulst, met
de buiistvliegmiade, die vaai den eik
met de mijinirupsjes, die heel netjes
(hiet biaidmioies ondier die opperhuid
wegaten .en daardoor die zilverkleu
rige -opperhuid zonder samenhang
met het (overige doen schitteren. Zie
die opgerolde bladeren, aan tal van
hoornen.. Ziie die hier en daar inge
sponnen 'rupsen, met of zonder oocon,
die zoo den -wdaoter tegemoet gaan. Eai
leavers; o, overal zijn er nog wiel. En
vogels. Neen., meer dan genoeg. Wel
trokken velen reeds fliieen, maar an
deren kwaanem uit noordelijker stre
ken om hier een pooisje te toeven-,
anisschien geheel te blijven:, zoalaaog er
voedsel te vinden is. En de planten
wereld .zorgde genoeg voor zaden en
vruchten. Geen wooider dus, lijsters
en vinken en leeuweriken en andere
'gevleugelde zangers bij. groote Vluch-
teai hier of daar te zieai n-eerstrijkeai.
Olammiea* helaas; dat- zoo velen hun on
schuldig leven in strikken en onder
netten mioeten laten om dezen of ge
nen lekkerbek een nietig boutje t.e ver
schaffen, zoo klein .zelfs-, dat h,et de
moeite ien onkosten der bereiding niet.
vergoedt.
Nog erger, als ze alleen gevangen
worden voor de vleugeltjes en veer
tjes om daarmede de dameshoeden te
itooien-.
Overal heerseht leven en bedrijvig
heid nog, maar oo.k .overal verraadt
eidh een streven om te bergen-, wat
nog te bergen is en de winterkwar
tieren. te botreikflc'an.
J. STURING.
VRAGENBUS.
iD e n iH e e r iG.- (tie II. Het. door u
bijl mij thui'Sbez'Oaigde doosje hield in
een roze-takljie met edn daartuSsclhien
d.nige®ponnen pop. Op de cocon was
een eigenaardige vlinder bezig eitjes
ite leggen, kledaie (knopjes met een in-
deutking in den bovenkanl.. Het vreem
de vlinderwijtfje mat het 'dikke ach
terlijf, izes pootjes -en een paar klei
ne isprïeten. had islechts zeer korte
vleugel Stompjes. Dat -men zoo'n vlin
der diaaro-m wel eeors zonderling"
n-oemt, iis gamaM^ielijik te verklaren.
iMeier lavl'gemeen is die n-aaan, die meer
lop het imiannetje van toepassing is-,
n.il. wiiiMiakvlinider. Die eigenaardige
borstelrups met (blaren in bosjes bijeen
(hebt u zeker wel eeons waargenoimen.
Er eijin (ondier de vliinders nog meer
van die vleMgdlooze wijfjes.
J. .STURING.
gen.
En op zijn beleefde en toch open
hartige vertrouwelijke manier voegt
hij er bij
Pardon, u is toch- zeker van plan
u in Amerika te vestigend?
Stellig!
Welnu, mijnheer Meinhard' -sta
mij dan toe, u een welgemeenden
raad te geven dan moet u in zaken
practised zijn, dan behoeft u niet zul
ke scrupules- te maken, anders kan
u bij ons de lier wel aan de wilgen
hangen.
Maar de jonge kunstenaar scheen
nog niet overtuigd. Besluiteloos kijkt
hij voor zich heen.
Eindelijk zegt hij
Ik zal er o-ver .denken. In elk ge
val bedank ik u nu reeds van harte
voor het in mij igeisteldie vertrouwen.
Geen dank, maar mag ik dan,
laten wij zeggen, over een uur uw
antwoord komen halen
Hans Meinhard buigt toestemmend.
Nog ietszegt, de Amerikaan,
óór hij heengaat.. Wat het. honora
rium aangaat, mag ik zeker wel zoo
vrij zijn op te merken, dat mijn zus
ter in New-York drie dollars voor een
uur les betaald heeft. Hoer op de boot,
waar het onderwijp voor den leeraar
meer moeilijkheden aal- opleveren, zou
dunkt me het bedrag op vier dol
lars per les bletaald moeten worden.
Nadat de heer Hillyard was heen
gegaan, vertelt de artiest het geval
-Door Emerich v. Galtbi.
Een kouidle herfstregen sloeg tegc-u
de groote ruiten van een koffiehuis,
dat aan dleai boulevard Saint Michel
te Parijis, onmiddellijk bij het, Odéon-
tbeatre, was gelegen, en waar ik in
gezelschap van eenig.e vrienden be
schutting tegen het ellendige we r
had gevonden.
Het iis om wanhopig te worden
merkte ik op, terwijl ik een blik dooi
de ruiten wierp, waar het water bij
neer stroomde.
Ik had mij zooveel voorgesteld
van de wandeling langs de- boule
vards! W-aar moet men met zulk een
gietbui nu toch wel heen?
Kom mee naar 'net Odéontheatre
daarginds, zei een journalist. Ik moet
'voor mijn blad verslag geven en kan
u een plaats ter beschikking stellen.
Er wordt een interessant stuk voor de
eerste anaal opgevoerd. P-ïardot bomt
met een nieuw werk voor den dag.
Ik neem uiw aanbod dankbaar
aan, antwoordde ik. Dus de beroemde
Piardot. zal
Stil, vermaande ,een ander
daar ginds zit hij,
Waar? vroeg dil\, omziende, be-
geerig den gevierden Parijschen mo
dedichter te leeren kennen.
Daar ginds, onderrichtte men
rniji. De heer daar bij 't hoekvenster,
die juist opstaat.
Dat is dus Piardotmompelde ;k,
terwijl ik den dichter met belangstel
ling beschouwde, die juitet door een
ketLaer in zijn overjas, een blauwen,
reeds tamelijk vei'sleten, ouderwet-
echen ulster met groote paarlemoeren
knoopen werd geholpen.
Laten zijn inkomsten n-iet toe,
aan zijn vrienden. Allen zijn één
stemmig van oordeel, dat. dit aanbod
geheel iets anders is dan dat van den
vori-gen dag. Onderwijs .geven is im
mers het beroep van Meinhard.
De violist verklaart echter, dat Rij
een gevoel heeft, alsof het honora
rium, dat men hem aanbiedt, een soort
van ondersteunaaig is, /ie men hem
uit modelijden, wil toekennen. 1-Iet
stuit hem tegen d-,e borst, op die wijze
een aalmoes aan te nemen.
- Daar heeft u echter heelemaal
geen reden voor, -merkt Dr. Günther
op, de Amieriikaansche kent u immers
ternauwernoodHet komt mij voor,
of het niets anders dan een luim van
eene rijke dame is, die liet in haar
hoofd gekregen, heeft tegenover haar
reï'sgenooten in de rol van kunst-
enthousiaste o© te treden. U neemt
toch immers volstrekt geen geschenk
aan, als u zich voor uwe diensten als
leeraar laat betalen Of iis u in de ge
lukkige positie, het voor u zelf te kun
nen verantwoorden, als u zoo'n gun
stige gelegeaiheid, om wat te verdie
nen', uit overdreven gevoeligheid laat
voorbij gaan?
De violist glimlacht weemoedig.
Zijn vermogen bedraagt nog niet eens
zestig gulden. Daarmee moet hij rond
komen, tot hij in h-et vreemde land in
zijn levensonderhoud kan voorzilen.
Als om 11 uur de heer Hillyard
komt, verklaart Hans Meinhard zich
bereid de lessen te -geven. Het hono-
dat hij zich ten minste een behoorlijke
overjas koopt
O, zeker wel, riep idle journalist.
Dezein ul9ter draagt. Piardot alleen uit
bijgeloof, of, wilt gé li-ever, uit dank
baarheid.
Hoe zoo
Wel, de uilsfcer vaai Piairdot heeft
eene geschiedenis, en wie ze kent, zal
de oude ervaring ophieuw bevestigd
vinden, dat juist de kleinste, belache
lijkste toevalligheden, die zich nau
welijks opgemerkt in onp leven ver
tonnen, daaraan dikwijls plotseling
een nieuwe iridhiting geven tot groot
onheil of groot geluk.
Vertel Heuler, in plaats van te
moraliseeren.
Goed, antwoordde de ander, ter
wijl (hij op zijn horloge keek, ik heb
n-og een -half uur tijd. Ik vertel de ge
schiedenis, zooals ik ze zelf van ge
loofwaardige zijde gehoord he-b.
Ongeveer vijftien jaar geleden zat
op een kouden winteravond ©en jong-
menisch diep bedroefd in zijn dakka
mertje in het Quartder Latin, de be
kende studentenwijk. Het was de dui
zenden fceeren voorkomende geschie
denis kist en kasten leeg, kleeren en
beddegoed, zelfs de eendige overjas- i-n
de bank van leening, de kachel koud,
de laatste gou uitgegeven, door de
zoogenaamde vrienden reeds voorzich
tig gemeden, sedert de morgensoep
niets meer. in de maag in één
woord aan 't eind- van) alles
S-edert hij; schrijver was geworden,
w-as het met hem in steeds sne-ller
tempo achteruit gegaan. Uitgezonderd
een paar -kleinigheden, die eenige
blaadjes in de buitenwijken hem voor
een halven stuiver per regel afna
men), Icon hij geen van zijar, dichterlij
ke producten aan den man brengen.
Een deel lyrische gedichten 'had de
boekhandelaar hem glimlachend te
ruggeven, zonder ze ook maar te le
zen, een heldendicht en een roman
wierdien door een uitgever als geheel
onbruikbaar geweigerd.
Toen had de poëet het met een dra
ma beproefd, een drama, waarin hij
het beste had neergelegd, dat hij kon
geven, en dit drama was hem;, na
dat het vier maandien lang in de nm-
nuiscriptenkasit van- een schouwburg
van den tweedien rang aan nieuwsgie
rige blikken onttrokken was geweest,
op zijn aanvraag denaelfden namid
dag met de gebruikelijke beleefde fra,
sen teruggezonden.
Wanhoop maakte zich mees-ter van
den jongen dichter. Zijn hoogvliegen
de plannen verijdeld, de bitterste el
lende, de wreedste ontberingen voor
zich was het wonder, dat hij in een
-toestand van neerslachtigheid begon
€i vertceeren, welke ons -hef leven
overbodig, lastig, ja, afschuwelijk
dort vinden
Ten prooi aan deze vreeselijke ge
moedsstemming sprong de ongelukki
ge plotseling op, /stak het manuscript
van het drama, waarvan de- terug
zending zijn laatste (hoop in rook had
dóen opgaan, in den binnenzak van
zijn zwarte, versleten jas, krabbelde
nog met van kou verstijfde vingers
voor zijn hospes eenige regel® op een
stuk papier en snelde de deur uit.
Buiten gekomen greep de grimmige
winterkoude den wanhopige met volle
kracht aan, zoodat hij tandenklappe
rend den teraag van zijn ja® opzette
en half zinneloos door de straten vaai
BatignolleL en Pussy holde, terwijl
slechfyc één enkele -gedachte in zijn
brein heerschte, de gedachte aan de
Seine
Het donkere water zou hem barm
hartig opnemen
Een torenklok sloeg half el-f, toen
Pi-ardo-t, half verstijfd, bibberend van
kou en honger, met eenige tot ijs be
vroren tranen op de wangen en den
dood in 't hart den water spiegel- der
rivier zag, welks; zachtjes voortkabbe
lende golfjes hem een welkomstgroet
t e gennmrmelen
De plek, waar Piardot. den oever be
reikte, lag tamelijk ver boven de brug
Point du Jouir in Auteudl.
Eenige minuten lang stond de le
vensmoede onbeweeglijk naar het wa
ter te staren, dat binnen weinige
oogeoiblikke-n zijn laatste rustplaats
zou zijn. Toen klemde; hij de van kou
de trillende lippen stijf op elkaar en
ging dichter naar de rivier.
Daar echter de helling, waar hij
stond', te (steil was om den waterkant
in een rechte lijn te bereiken, zag hij
zich genoodzaakt in schuine richting
naar beneden te gaan en om een groe
ten hoop steenen heien te loopen, wel
ke hier blijkbaar waren neergelegd,
omdiat ze tot herstel van de kaden
zouden dienen.
Terwijl -hij zoo om de steenen liep,
hoorde hij plotseling daarachter stem
men.
Een magere buit vand-aagzei
iemand op vierdrietigen toon. Ik had
geen bijzonder geluk. Ziedaar Dat is
alles Ik snapte hem in een (koffie
huis
Laat zién liet zich een tweede
stem hooren, die blijkbaar aan een
vrouwelijk wezen toebehoorde. Wie
weet., wat er in de zakken zit
-Op dit o ogenblik -trad Pi a rdot van
de schaduw der steenen uit te voor
schijn. Hij zag de gestalten van een
half volwassen knaap en van nog jon
ger meisje, die een donker gekleurd
voorwerp in de handen hielden en dat
nauwkeurig bekeken.
Toen di'e twee uit het dui'ster plot
seling naast zich. die gestalte van een
man te vooi-schijn zagen komen, wer
den- ze ontzettend verschrikt, en na
men ijlings de vlucht, terwijl ze het
voorwerp op den grond Lieten val
len.
Piardot, niet minder verrast, bukte
zich naar het voorwerp en nam het
'op. Het was een blaiuwe ulster met
groote knoopen van paarlemoer.
De ongelukkige, bleef met de over-
jajs in de hand geruimen tijld' staan,
terwijl zijn hart met 'korte, krachtige
slagen in zijn borst, klopte.
Zijn eerste gedachte was den ulster
als zijn eigendom te beschouwen en
hem te ver-koopen. Dan had hij g|eld
oan zich te verzadigen, en weer dagen,
imii'Secliien eenige weken te lev-en.
Maar neen hij wierp de overjas
knarsetandend weer op den grond.
Liever als -eerlijk man in 't water dan
met een gevulde maag en met het
brandmerk van -dien dief op het voor
hoofd1 rondloop en
Maar hem aantrekken Ja, dat kon
hij Slechts voor een kwartiertje, om
zich. te -verwarmen
Hij nam den uister weer op. Och,
wat was Ihii. niiooi gevoerd echte,
ritselende zijde Neen, het was geen
misdaad, al[s hij zich daarmede een
wiemig verwarmdedat schaadde het.
(kleedingstuik .niet en -den eigenaar ook
niet.
In een oogwenk had liij den ulster
aan. Wat paste hij hem goedAls
voor liem gemaaktHij knoopte hem"
dicht en liep langs deh oever met de
handen in de zakken.
Het bloed begon weer door zijn ver
stijfde ledematen te circul eieren,
stroomde hem naar de wangen, en
deed de bevroren tranen ontdooien.
Hij verwijderde zich van den- oever.
Waarom zou hij om een beetje honger
in 't water gaan, nu hij zich overi
gens zoo prettig en warm gevoelde
Belachelijk
Wat zoo'n stukje Stof toch niet al
teweeg kan brengen Als (le eigenaar
wist
Hm de eigenaar Wie zou dat wel
zijn Zeker een welgesteld man 1 Na
tuurlijk, als men zoo'n fijne- overjas
draagtZeker had hij er weJ meer.
O, wat zou het mooi zijn, als Piardot
hem den ulster terugbracht en hij dan
zei'demeneer, uw eerlijkheid ont
roert me en ook uw anmS-eide. Be-
houd hem!
Maar neen, dat zou dan een ge
schenk zijn. Aalmoezen wil hij niet
rarium bepaalt -hij op drie dollars per
uur. Dit. bedrag komt Inent nog over
dreven hoog voor, wamt in Berlijn had
'hij slechts in enkele gevallen een ho
norarium van drie mark gekregen,
meestal een of twee mark.
Ilij gaat nu- dadelijk in gezelschap
van den Amerikaan naar de eerste
kajuit.
Miss Hillyard wiachlt hem n.l nïet
haar^ viool en de meegenomen mu
ziek in den salon. Zij begroet hem
eenvoudig, wisselt een paar woorden
over het onderwij®, dat zij tot nu toe
gehad heeft, en dan begint de les.
Zoo nu en dan steekt een passagier
nieuwsgierig zijn lioofd naar binnen,
maar verdwijnt dan. dadelijk weer.
Alleen Miss Bletihsmiiih., die sindfc
haar fiasco in een slechten, luim is en
zich toch. til weinig tot haar land ge
il oote voelt aangetrokken, gaat op een
stoel zitten, luistert een poosje, en
gaat dan, met bedde handen aan Ie
oor en, weer heen.
Noch Han® Meinhard!, noch; de Anne-
rikaansche neeriiit notitie van haar
Stomme demonstratie. Zij worden bei
den geheel door hun kunst in beslag
genomen.
Met geheime voldoening merkt de
violist op, dat zijn leerling beslist ta
lent heeft, goed1 gebruik heeft ge
maakt vaar liaar lessen en em&tigen
ijver aan den dag legt.
Er zal zoo ongeveer een half uur
verloopen zijn, toen plotseling luite-.
nan.t Von Magdewitz den salon bin
nenkomt.
Hij ziet er gemelijk uit.
O, is u hier, juffrouw Hillyard?
roept Iiij verrast. Ik zocht u tevergeefs
overal op het dek.
De Amieriikaansche knikt kortaf en
laat zich in- haar spel niet 'storen.
De luitenant blijft .eiven met opge
helderd gelaat toezien. Zijn bewonde
ring zoekt naar eene geschikte uit
drukking.
Werkelijk, knap wonderbaar
schoon- om te zien Hoe bevallig han
teert u den sfflpjèjök, onvergelijkelijk
(eenvoudigIk zou het de belichaamde
gratie willen noemen
Hans Meinhard ergert zich. Miss
Hiliytird fronst, de wenkbrau-wen.
- Pardon roept de luitenant da
delijk. Ik zal niets meer zeggen. Als u
het toelaat, dan ga ik hier stil in een
hoekje zitten, zoo stil als was 'ik de
Stomme van Porfüci. Dat stoort utoch
n-i-et^?
AT]" gaat op een der stoelen zitten.
Misp Hillyard echter houdt op met,
haar spel en antwoordt zeer openhar
tig en met de grootste kalmte
- Ju, Het stoort mi] wél, mijnheer
Von Magd'ewitz, bij het oefenen hin
dert mij" altijd de tegenwoordigheid
van een derde.
(Wordt vervolgd).