BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD fS.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. Mub lek voor Vrouwe» FEUILLETON Over den Oceaan Natuurhistorische Wandelingen De Blauwe Overjas 25a Jaargang MAANDAG 7 OCTOBER 1907 No. 7448 DE ZATERDAGAVOND ■HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. flDio oflsdti jinenide blouses. Tlictrfist blouses. Moderne cein- ItiUTie®. Mantels en (hoeden. iDie dunne vaak doorsahi jmen de blou ses, hebben Iha-ar kokette rol. die zijl an de zomefruniodle ^peelden, langzamer hand afigedaan ein. moeien plaats ma ken voor die stoffen, welke voor dien (herfst mieeir geschikt zijn. Toch- gaan. de buiiteriliaindischie modebladen voort die du-nuie, fragile blouses aan te prij- eeln ein oip (te hemelen. In Engeland. (Rulsland en sommige steden van het groote Dui-tsohe rijde blijft die élégante vrouw haar dunne .zijden en kanten blouses, draigem. at wiijisit de almanak ook den wtiinltier aam, hetgeen (trou wens voor haar niet het minste be- t&waar oplevert., want de huizen zijn er regelmatig verwarmd en wanneer mem uitgaat beschutten de bonte man tels voldoende, Kelts tegen de felste toonde! Wanneer men dit in -aanmer- toing neemt, zal men moeben toegeven, dat zij' die' onder dergelijke omstan- •Idliiglheden leven, getijde hebben zich .al dus te kde-eiden, wiant de domme llclht- fcleurige weefsels fHabteerem aai den re gel elke vrouw. VDle lieirfsiWMiou-seis diie ten onzeailt ■voor d-agel-ijfkiscih gebruik geidragen izullen wordlen, zijn vaai "V.iyelLa, Liber ty iof fluweel vervaardigd en worden in den regeil zeer eenvoudig gemaakt, d. w. z. gelnaie chemisette (overhemd- bliouise). Voor meer igiekleede soorten, die in pékiué of zijden fluweel gebracht wor den, past imen nog steeds het verwijl de lanmgalt en de Jiapamisah-e mouw toe imiet onideoTmouw van kant. De kanten mouwien worden met fijn goud tras gegarneerd, diat Sn klleine kokette Strikjes verwerkt woaldt. Verder neiemt (het geborduurde galton een voorname plaats in die moderne, garneersels iai. Allies hangt .daarbij af van de stof en de kleur waatóMji hiet gebeizi-gid. wordt. Op de eenvoudige blouses zullen in idem a,s. winter veel laanJten kraagjes en dassen gedragen wordlen; de laat steen met grelots. van staal of pasisn- imenteoiie .afgewerkt. Men k(an geen gewag maken Van blouses, zonde rails het ware d;e cei-n- ture-s in één adem te noeanen, daar ze een onmisbaar onderdeel van ons toi let uitmaken. Die moderne cedntures zijn rond en 12 a 14 -c.M. hoog. liet spreekt van .zelf, dat men dit voor korte taalles min of meer moet wijtei- Mem brengt een groote sortee- i ceanture's in soepel leder met een. in den rug en in het yporrriiiidldeai een bijpassend^ sluiting. Anderen worden Vervaardigd van gedrapeerde in de kleur der rokken en met Deize breteile-ciedaatures wor den veelal toegepast om oude toiletten te moderniseeren. Voor zeer gekleede jiaponneai i.s het om de gedrapeerdie ceintuire, die van taffetas of liberty in de kleur der moet zijn aan den bovenkant af te weaken met een giouid of zilver galon van 3 c.M. breed. Dit galon. moet. dan tevens op den kraag on de mouwen ge wordien. Verd'er maakt, men oefLutune® van gestreepte en dito lint in veaischillend.'e kien en: alsmede van Japansche en amde- ie gialons; mem moet er echter steeds bedacht zijn dat de meest dominee- kleur van dergelijke ce-intune® kraag eto mouwboorden behoort te ruggevonden te worden. dik miag ditmaal mijlne berichten niet eindigen zonder „en passant" het oen en ander over de mantels en hoe den te zeggen, waarin nog steeds nou veauté'® gehraciht worden. De keuze zal dit seizoen oen ongekend groote zijn, hetgeen niet wegneemt dat de lange modellen de. overhand behou den. Biijnta in alle tijdperken wenden bij die lange mantels kleine Knoeiden gedragen, do ah niu neanen de hoeden integendeel reuizen-afmetingen aan, dlie ons op een beiru.gislag te dien op zichte voorbereiden; want grillig ,als ,,imievrouiw mode"' is, blijft zij toch in dit ééne opzicht zichzelf geiijlk, idat zo steeds tat in het uiterste overdrijft om dan plotseling in het .tegenoverge stelde te vervallen! Dit zagen iwe m.et den boléro en den langen mantel, met de nauwe mou- 'Wen en de groote'. ballonnen, met de korte elboogmouiw en de lange model len, diiie ki punten (olifanitssnuit) tot op de handen vallen en nu zial het weldra blijken, dat den breed geran- dien hoed, die vaiak tot op de schou ders hangt, plaats zal imatoeai voor eien Loketten, torenhoog geguxmeerden biolêro-worm! lEaa alhoewel mijme ge achte lezeressen, zich voorloopig nog .den klakhoeid met groote wieken, reusachtige bloemen en afhangende slnuisveeren kunnen aansahiaiffeini, miQgen ziji er zich. van overtuigd jbiou- dle.n, diat hiet grappige „Toréador"- hoedjei, het- model voor 1908 zal zijn! OOiRPuE'SP ONIDENTI E Mevr. v. d. H. De inlichtingen- dale aneai u gaf zijn volkomen juist; want. eir zal in idien a-.s. winter buiten gewoon veel fluweel gedragen wor den., zoowel voor tailleur-toiletten, als gekleede japonnen. Heb ,velours-coite- 1-é" .(geribd fluweel) is meer speciaal voor kinderen en jonge meisjes ge schikt, MARIE VAN A MISTEL. het Duitsch van Arthur Zapp. 14) Maar 'de reis dluurt immers maar dagen Zeker. Toch voelt mijn zuster, o.e baar vingers van dag tot dag stij- er worden. Heb liefst zou zij ook aan oord haai' lessen voortzetten. De violist glimlacht. Ik bewonder den ijver van uwe zegt hij beleefd. Het moet voor leeraar een genoegen zijn zoo'n lerling les te geven, Nu glimlacht ook Mr. lïillyard. Nu, mijnheer Meiniba-rd, is u'ge- eigd u zelf dat genoegen te ver De kunstenaar staart den Ameri- aan verbaasd! aan. U spreekt toch niet in ernst Zeer zieker. Mijn zuster verlangt onderricht bij u te krijgen. Hier aan boord? Waarom niet? Juist gedurende zeereis heeft meai veel tijd' en. ver eelt zich dikwijls. Mijn zuster zou >0 graag 'twee uur per dag van u in nemen om -morgens te oefe (IN EN 'OM HAlARlIIBM. QLXXXW. Wde izoo door de stad loopt en daar bulten en ia!® een' eiclht natuurliefheb ber rondom zich ziet, bemerkt tal van idinigen, die een ander in 't geheel niet opmerkt. Zijn oog is .geoefend en aan oogeanschijinlijik niietige k] ein-ijghe- den ziet hij. imeelr dan men zou ver moeden. lOandier al die bospi-eders dar natuur nog weer een gansêalê serie, i-edie-r zicih do een bijzooderen tak oailwdikkelend, Mer een zich' meer met de planten, daar .een ziclh meer met de dierenwe reld bezighoudend; hder eeai, die zich. enlkel en alleen verdiept in de vlin ders, leen ander in die kevers, in de- zwommen, enz. enz. Hoe altijld die liefheibberij dn zoo'n Ibijizondiere richtiaig .geleid wordt, laat zich later niet altijd zoo gemakkelijk verklaren. In beginsel zijn echter alle mensahen natuurliefhebbers dn den dop, onderzoekers reeds vaai meet af, opmerkiers en. waarnemers, gnooter dlan mien zou denken. ;En op te merken valt er altijld wat. Daten wij' b/v voor dezeaa keer er ana ar eens op udit trekken om op te ■beakenen wat zooal te zien. te bekijken valt. laa de leerste plaats het geheele wor dingsproces, of liiiever orvergaaigspro- nen en 'smiddags _duetten te spelen. Welnu, mijnheer iVieiniRia.rd, mogen wij op u rekenen De violist weet niet, wat hij ant woorden zal. Plotseling' schiet hem de gisteren ondervonden neerhuigen- de vriendelijkheid"Van~Tlen luitenant weer in de gedachten en. hij fronst de wenkbrauwen. Uw aanbod overvalt mij zoo, ant woordt hij. Mij duaxktj het zal niet gaan alleen het schommelen van de hoot al Maar wij hebbleai immers het mlooitete weer ter wereld, zegt de Ame rikaan. Men kan nauwelijks merken, dat men op zee is. En dan weet ik ook nilet, waar wdj hier aan boord een rustige plek zullen vinden O, in den salon van de eerste ka juit is het overdag, als de dames en hoeren op het dek of boven in het pa viljoen zijn, volkomen stil. Wieer komt er een wolk op het voorhoofd van den violist en weer neemt hij iets teruggetrokkens in zijn houding aan. U vergeet, diat 'ik tusschendeks- passagier ben, en als zoodanig niet het recht heb, in de eeröte kajuit te kernen,. Maar deze tegenwerping maakt geen indruk op den 'Amerikaan. Mijin zuster is passagier van de eerste kajuit en daarom lieeft zij het recht haar l'eeraar daar te ontvan- icies aan zomer tot herfst en dat met zulik mooi weer, thans heerlijk opge- friisciht door een flinke regenbui. Valt daaronder niet alles! .Zie boom voor boom na; IhiLer één rieedis lang gereed, l'ang kaal, al lang die blaidien weg, prijsgegeven aian den wind. Zoo zijn Ibv. do fcastianjies'. Ein toch ook weeir niet alle; andere zijn er, die nog bad- mien. iGok de iepen langs onze singels en straiten, ga idle eens na; hoe heer lijk goudgeel die verkleuring, hoe mooi soms enkele takjes zijn. En de lin den noiat mlindier, on de poipulieren, vooral de zwarte popel kan dat goud geel zoo sierlijk doen .uitkomen tegen isomis nog diepgroen van andere boo- imeai'. Left ietr daai tevens eens op, hoe de bladeren (afvallen, waar; want. dat is imiaar geen atbrekien in den wilde, heen, helt is een .afgiroeden. En niet minder mag het blijveaid' gedeelte .aan onze aandacht onitisiniappein. De bakken en knoppen, bij |den winter het eenige Iheirlkeniniiinjgtslbeeikien 'onzer baomien, worden nu nog tefr zijlde gestaan door idle afvallende bladeren. En waar zitten die knoppen? Let hierop eenis bij. tal vaar boom ein, voor al bij den pliabaan, waaa* die knop op- gesloben is iin (hot benedeneind van den bladsteel. Ein de verschillende- vruchten, waiair- o-ver weial eens eerder in bijizondeiiie- den bralden, bieden honderden eigen aardige bijzonderheden aan, voor ïe- deren hoorn, /weer anders. En de kleinere planten, die, welke reeds lang zijn uitgebloeid, dat reeds waren in Mei; eaa andere, die in den vollen izomer haar 'hoogtepunt bereik ten .en eindelijk die, welke ook thans nog volop geven,, wat .ze geven kunnen 'En niet heb minste die, welke- thians komen; .opgewekt en aangemoedigd door den- pa,s gevallen regen. Ik bedoel voornamelijk de paddestoelen, die fhanis hun .vrufcMIichaonen te voor schijn brengen in duizenden vormen, in tal van kleuren. Mooi zijn ze, dat .is,zeker, en hoe. meer men van al zulk goedje afweet, hoe .interessanter men Iheit vindt. lEIn 'in 'die iSlooten en vooral die ka nalen. Zie eens, hoe dat kroos drijft, die nietige, eenvoudige blaadjes, zonden diie nog onze beiiangstelLinig waard izijn. Zeker, .wiaarom niet. En diaar- tuisschen die waterva.ren, de azolla-. Neem eens wat van diat plantje in een platten, schotel en laat dat groei en, dan zult ge er spoedig genoeg zelf ischik in krijig'en, vooral als deze of g&ne ik/emmis bij' u laiamloopend vol ver genie Ikl&nrai'S bijl .aiaoilloopand vol ver wondering vraagt: hé, waar hebt ge- dat moois vandaan? Wat is diat? enz. En de insectenwereld; die schijnt af gedaan t.e 'hebben? Volstrekt niet. !Zie de bladeren van de hulst, met de buiistvliegmiade, die vaai den eik met de mijinirupsjes, die heel netjes (hiet biaidmioies ondier die opperhuid wegaten .en daardoor die zilverkleu rige -opperhuid zonder samenhang met het (overige doen schitteren. Zie die opgerolde bladeren, aan tal van hoornen.. Ziie die hier en daar inge sponnen 'rupsen, met of zonder oocon, die zoo den -wdaoter tegemoet gaan. Eai leavers; o, overal zijn er nog wiel. En vogels. Neen., meer dan genoeg. Wel trokken velen reeds fliieen, maar an deren kwaanem uit noordelijker stre ken om hier een pooisje te toeven-, anisschien geheel te blijven:, zoalaaog er voedsel te vinden is. En de planten wereld .zorgde genoeg voor zaden en vruchten. Geen wooider dus, lijsters en vinken en leeuweriken en andere 'gevleugelde zangers bij. groote Vluch- teai hier of daar te zieai n-eerstrijkeai. Olammiea* helaas; dat- zoo velen hun on schuldig leven in strikken en onder netten mioeten laten om dezen of ge nen lekkerbek een nietig boutje t.e ver schaffen, zoo klein .zelfs-, dat h,et de moeite ien onkosten der bereiding niet. vergoedt. Nog erger, als ze alleen gevangen worden voor de vleugeltjes en veer tjes om daarmede de dameshoeden te itooien-. Overal heerseht leven en bedrijvig heid nog, maar oo.k .overal verraadt eidh een streven om te bergen-, wat nog te bergen is en de winterkwar tieren. te botreikflc'an. J. STURING. VRAGENBUS. iD e n iH e e r iG.- (tie II. Het. door u bijl mij thui'Sbez'Oaigde doosje hield in een roze-takljie met edn daartuSsclhien d.nige®ponnen pop. Op de cocon was een eigenaardige vlinder bezig eitjes ite leggen, kledaie (knopjes met een in- deutking in den bovenkanl.. Het vreem de vlinderwijtfje mat het 'dikke ach terlijf, izes pootjes -en een paar klei ne isprïeten. had islechts zeer korte vleugel Stompjes. Dat -men zoo'n vlin der diaaro-m wel eeors zonderling" n-oemt, iis gamaM^ielijik te verklaren. iMeier lavl'gemeen is die n-aaan, die meer lop het imiannetje van toepassing is-, n.il. wiiiMiakvlinider. Die eigenaardige borstelrups met (blaren in bosjes bijeen (hebt u zeker wel eeons waargenoimen. Er eijin (ondier de vliinders nog meer van die vleMgdlooze wijfjes. J. .STURING. gen. En op zijn beleefde en toch open hartige vertrouwelijke manier voegt hij er bij Pardon, u is toch- zeker van plan u in Amerika te vestigend? Stellig! Welnu, mijnheer Meinhard' -sta mij dan toe, u een welgemeenden raad te geven dan moet u in zaken practised zijn, dan behoeft u niet zul ke scrupules- te maken, anders kan u bij ons de lier wel aan de wilgen hangen. Maar de jonge kunstenaar scheen nog niet overtuigd. Besluiteloos kijkt hij voor zich heen. Eindelijk zegt hij Ik zal er o-ver .denken. In elk ge val bedank ik u nu reeds van harte voor het in mij igeisteldie vertrouwen. Geen dank, maar mag ik dan, laten wij zeggen, over een uur uw antwoord komen halen Hans Meinhard buigt toestemmend. Nog ietszegt, de Amerikaan, óór hij heengaat.. Wat het. honora rium aangaat, mag ik zeker wel zoo vrij zijn op te merken, dat mijn zus ter in New-York drie dollars voor een uur les betaald heeft. Hoer op de boot, waar het onderwijp voor den leeraar meer moeilijkheden aal- opleveren, zou dunkt me het bedrag op vier dol lars per les bletaald moeten worden. Nadat de heer Hillyard was heen gegaan, vertelt de artiest het geval -Door Emerich v. Galtbi. Een kouidle herfstregen sloeg tegc-u de groote ruiten van een koffiehuis, dat aan dleai boulevard Saint Michel te Parijis, onmiddellijk bij het, Odéon- tbeatre, was gelegen, en waar ik in gezelschap van eenig.e vrienden be schutting tegen het ellendige we r had gevonden. Het iis om wanhopig te worden merkte ik op, terwijl ik een blik dooi de ruiten wierp, waar het water bij neer stroomde. Ik had mij zooveel voorgesteld van de wandeling langs de- boule vards! W-aar moet men met zulk een gietbui nu toch wel heen? Kom mee naar 'net Odéontheatre daarginds, zei een journalist. Ik moet 'voor mijn blad verslag geven en kan u een plaats ter beschikking stellen. Er wordt een interessant stuk voor de eerste anaal opgevoerd. P-ïardot bomt met een nieuw werk voor den dag. Ik neem uiw aanbod dankbaar aan, antwoordde ik. Dus de beroemde Piardot. zal Stil, vermaande ,een ander daar ginds zit hij, Waar? vroeg dil\, omziende, be- geerig den gevierden Parijschen mo dedichter te leeren kennen. Daar ginds, onderrichtte men rniji. De heer daar bij 't hoekvenster, die juist opstaat. Dat is dus Piardotmompelde ;k, terwijl ik den dichter met belangstel ling beschouwde, die juitet door een ketLaer in zijn overjas, een blauwen, reeds tamelijk vei'sleten, ouderwet- echen ulster met groote paarlemoeren knoopen werd geholpen. Laten zijn inkomsten n-iet toe, aan zijn vrienden. Allen zijn één stemmig van oordeel, dat. dit aanbod geheel iets anders is dan dat van den vori-gen dag. Onderwijs .geven is im mers het beroep van Meinhard. De violist verklaart echter, dat Rij een gevoel heeft, alsof het honora rium, dat men hem aanbiedt, een soort van ondersteunaaig is, /ie men hem uit modelijden, wil toekennen. 1-Iet stuit hem tegen d-,e borst, op die wijze een aalmoes aan te nemen. - Daar heeft u echter heelemaal geen reden voor, -merkt Dr. Günther op, de Amieriikaansche kent u immers ternauwernoodHet komt mij voor, of het niets anders dan een luim van eene rijke dame is, die liet in haar hoofd gekregen, heeft tegenover haar reï'sgenooten in de rol van kunst- enthousiaste o© te treden. U neemt toch immers volstrekt geen geschenk aan, als u zich voor uwe diensten als leeraar laat betalen Of iis u in de ge lukkige positie, het voor u zelf te kun nen verantwoorden, als u zoo'n gun stige gelegeaiheid, om wat te verdie nen', uit overdreven gevoeligheid laat voorbij gaan? De violist glimlacht weemoedig. Zijn vermogen bedraagt nog niet eens zestig gulden. Daarmee moet hij rond komen, tot hij in h-et vreemde land in zijn levensonderhoud kan voorzilen. Als om 11 uur de heer Hillyard komt, verklaart Hans Meinhard zich bereid de lessen te -geven. Het hono- dat hij zich ten minste een behoorlijke overjas koopt O, zeker wel, riep idle journalist. Dezein ul9ter draagt. Piardot alleen uit bijgeloof, of, wilt gé li-ever, uit dank baarheid. Hoe zoo Wel, de uilsfcer vaai Piairdot heeft eene geschiedenis, en wie ze kent, zal de oude ervaring ophieuw bevestigd vinden, dat juist de kleinste, belache lijkste toevalligheden, die zich nau welijks opgemerkt in onp leven ver tonnen, daaraan dikwijls plotseling een nieuwe iridhiting geven tot groot onheil of groot geluk. Vertel Heuler, in plaats van te moraliseeren. Goed, antwoordde de ander, ter wijl (hij op zijn horloge keek, ik heb n-og een -half uur tijd. Ik vertel de ge schiedenis, zooals ik ze zelf van ge loofwaardige zijde gehoord he-b. Ongeveer vijftien jaar geleden zat op een kouden winteravond ©en jong- menisch diep bedroefd in zijn dakka mertje in het Quartder Latin, de be kende studentenwijk. Het was de dui zenden fceeren voorkomende geschie denis kist en kasten leeg, kleeren en beddegoed, zelfs de eendige overjas- i-n de bank van leening, de kachel koud, de laatste gou uitgegeven, door de zoogenaamde vrienden reeds voorzich tig gemeden, sedert de morgensoep niets meer. in de maag in één woord aan 't eind- van) alles S-edert hij; schrijver was geworden, w-as het met hem in steeds sne-ller tempo achteruit gegaan. Uitgezonderd een paar -kleinigheden, die eenige blaadjes in de buitenwijken hem voor een halven stuiver per regel afna men), Icon hij geen van zijar, dichterlij ke producten aan den man brengen. Een deel lyrische gedichten 'had de boekhandelaar hem glimlachend te ruggeven, zonder ze ook maar te le zen, een heldendicht en een roman wierdien door een uitgever als geheel onbruikbaar geweigerd. Toen had de poëet het met een dra ma beproefd, een drama, waarin hij het beste had neergelegd, dat hij kon geven, en dit drama was hem;, na dat het vier maandien lang in de nm- nuiscriptenkasit van- een schouwburg van den tweedien rang aan nieuwsgie rige blikken onttrokken was geweest, op zijn aanvraag denaelfden namid dag met de gebruikelijke beleefde fra, sen teruggezonden. Wanhoop maakte zich mees-ter van den jongen dichter. Zijn hoogvliegen de plannen verijdeld, de bitterste el lende, de wreedste ontberingen voor zich was het wonder, dat hij in een -toestand van neerslachtigheid begon €i vertceeren, welke ons -hef leven overbodig, lastig, ja, afschuwelijk dort vinden Ten prooi aan deze vreeselijke ge moedsstemming sprong de ongelukki ge plotseling op, /stak het manuscript van het drama, waarvan de- terug zending zijn laatste (hoop in rook had dóen opgaan, in den binnenzak van zijn zwarte, versleten jas, krabbelde nog met van kou verstijfde vingers voor zijn hospes eenige regel® op een stuk papier en snelde de deur uit. Buiten gekomen greep de grimmige winterkoude den wanhopige met volle kracht aan, zoodat hij tandenklappe rend den teraag van zijn ja® opzette en half zinneloos door de straten vaai BatignolleL en Pussy holde, terwijl slechfyc één enkele -gedachte in zijn brein heerschte, de gedachte aan de Seine Het donkere water zou hem barm hartig opnemen Een torenklok sloeg half el-f, toen Pi-ardo-t, half verstijfd, bibberend van kou en honger, met eenige tot ijs be vroren tranen op de wangen en den dood in 't hart den water spiegel- der rivier zag, welks; zachtjes voortkabbe lende golfjes hem een welkomstgroet t e gennmrmelen De plek, waar Piardot. den oever be reikte, lag tamelijk ver boven de brug Point du Jouir in Auteudl. Eenige minuten lang stond de le vensmoede onbeweeglijk naar het wa ter te staren, dat binnen weinige oogeoiblikke-n zijn laatste rustplaats zou zijn. Toen klemde; hij de van kou de trillende lippen stijf op elkaar en ging dichter naar de rivier. Daar echter de helling, waar hij stond', te (steil was om den waterkant in een rechte lijn te bereiken, zag hij zich genoodzaakt in schuine richting naar beneden te gaan en om een groe ten hoop steenen heien te loopen, wel ke hier blijkbaar waren neergelegd, omdiat ze tot herstel van de kaden zouden dienen. Terwijl -hij zoo om de steenen liep, hoorde hij plotseling daarachter stem men. Een magere buit vand-aagzei iemand op vierdrietigen toon. Ik had geen bijzonder geluk. Ziedaar Dat is alles Ik snapte hem in een (koffie huis Laat zién liet zich een tweede stem hooren, die blijkbaar aan een vrouwelijk wezen toebehoorde. Wie weet., wat er in de zakken zit -Op dit o ogenblik -trad Pi a rdot van de schaduw der steenen uit te voor schijn. Hij zag de gestalten van een half volwassen knaap en van nog jon ger meisje, die een donker gekleurd voorwerp in de handen hielden en dat nauwkeurig bekeken. Toen di'e twee uit het dui'ster plot seling naast zich. die gestalte van een man te vooi-schijn zagen komen, wer den- ze ontzettend verschrikt, en na men ijlings de vlucht, terwijl ze het voorwerp op den grond Lieten val len. Piardot, niet minder verrast, bukte zich naar het voorwerp en nam het 'op. Het was een blaiuwe ulster met groote knoopen van paarlemoer. De ongelukkige, bleef met de over- jajs in de hand geruimen tijld' staan, terwijl zijn hart met 'korte, krachtige slagen in zijn borst, klopte. Zijn eerste gedachte was den ulster als zijn eigendom te beschouwen en hem te ver-koopen. Dan had hij g|eld oan zich te verzadigen, en weer dagen, imii'Secliien eenige weken te lev-en. Maar neen hij wierp de overjas knarsetandend weer op den grond. Liever als -eerlijk man in 't water dan met een gevulde maag en met het brandmerk van -dien dief op het voor hoofd1 rondloop en Maar hem aantrekken Ja, dat kon hij Slechts voor een kwartiertje, om zich. te -verwarmen Hij nam den uister weer op. Och, wat was Ihii. niiooi gevoerd echte, ritselende zijde Neen, het was geen misdaad, al[s hij zich daarmede een wiemig verwarmdedat schaadde het. (kleedingstuik .niet en -den eigenaar ook niet. In een oogwenk had liij den ulster aan. Wat paste hij hem goedAls voor liem gemaaktHij knoopte hem" dicht en liep langs deh oever met de handen in de zakken. Het bloed begon weer door zijn ver stijfde ledematen te circul eieren, stroomde hem naar de wangen, en deed de bevroren tranen ontdooien. Hij verwijderde zich van den- oever. Waarom zou hij om een beetje honger in 't water gaan, nu hij zich overi gens zoo prettig en warm gevoelde Belachelijk Wat zoo'n stukje Stof toch niet al teweeg kan brengen Als (le eigenaar wist Hm de eigenaar Wie zou dat wel zijn Zeker een welgesteld man 1 Na tuurlijk, als men zoo'n fijne- overjas draagtZeker had hij er weJ meer. O, wat zou het mooi zijn, als Piardot hem den ulster terugbracht en hij dan zei'demeneer, uw eerlijkheid ont roert me en ook uw anmS-eide. Be- houd hem! Maar neen, dat zou dan een ge schenk zijn. Aalmoezen wil hij niet rarium bepaalt -hij op drie dollars per uur. Dit. bedrag komt Inent nog over dreven hoog voor, wamt in Berlijn had 'hij slechts in enkele gevallen een ho norarium van drie mark gekregen, meestal een of twee mark. Ilij gaat nu- dadelijk in gezelschap van den Amerikaan naar de eerste kajuit. Miss Hillyard wiachlt hem n.l nïet haar^ viool en de meegenomen mu ziek in den salon. Zij begroet hem eenvoudig, wisselt een paar woorden over het onderwij®, dat zij tot nu toe gehad heeft, en dan begint de les. Zoo nu en dan steekt een passagier nieuwsgierig zijn lioofd naar binnen, maar verdwijnt dan. dadelijk weer. Alleen Miss Bletihsmiiih., die sindfc haar fiasco in een slechten, luim is en zich toch. til weinig tot haar land ge il oote voelt aangetrokken, gaat op een stoel zitten, luistert een poosje, en gaat dan, met bedde handen aan Ie oor en, weer heen. Noch Han® Meinhard!, noch; de Anne- rikaansche neeriiit notitie van haar Stomme demonstratie. Zij worden bei den geheel door hun kunst in beslag genomen. Met geheime voldoening merkt de violist op, dat zijn leerling beslist ta lent heeft, goed1 gebruik heeft ge maakt vaar liaar lessen en em&tigen ijver aan den dag legt. Er zal zoo ongeveer een half uur verloopen zijn, toen plotseling luite-. nan.t Von Magdewitz den salon bin nenkomt. Hij ziet er gemelijk uit. O, is u hier, juffrouw Hillyard? roept Iiij verrast. Ik zocht u tevergeefs overal op het dek. De Amieriikaansche knikt kortaf en laat zich in- haar spel niet 'storen. De luitenant blijft .eiven met opge helderd gelaat toezien. Zijn bewonde ring zoekt naar eene geschikte uit drukking. Werkelijk, knap wonderbaar schoon- om te zien Hoe bevallig han teert u den sfflpjèjök, onvergelijkelijk (eenvoudigIk zou het de belichaamde gratie willen noemen Hans Meinhard ergert zich. Miss Hiliytird fronst, de wenkbrau-wen. - Pardon roept de luitenant da delijk. Ik zal niets meer zeggen. Als u het toelaat, dan ga ik hier stil in een hoekje zitten, zoo stil als was 'ik de Stomme van Porfüci. Dat stoort utoch n-i-et^? AT]" gaat op een der stoelen zitten. Misp Hillyard echter houdt op met, haar spel en antwoordt zeer openhar tig en met de grootste kalmte - Ju, Het stoort mi] wél, mijnheer Von Magd'ewitz, bij het oefenen hin dert mij" altijd de tegenwoordigheid van een derde. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 1