BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Wandelingen
FEUILLETON
Over den Oceaan
25e Jaargang
MAANDAG 4 NOVEMBER 1907
No. 7472
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S dagblad KOST
11.20 PER 3 MAANDEN
OF SO CENT PER WEEK.
adminiït'ratie GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Rubriek voor Vrouwen
Hoe men de meisjes moet op
voeden, opdiat zij. 'later wan
neer zij' voor zdicthiZedf moeten
zorgen. hun brood kunnen
verdienen.
iMiein ie er tégenlwooa-djig. bijna alge
meen v;an overtuigd;, dat men de
vrouw zóó moet opvoeden, diat zij in
den. strijd om Let bestaan niet ten
onder behoeft te' gaan. Het grootste
geidfelelte van de vrouwen moet dezen
strijd, mede maken, hetzij' ze onge
trouwd btiijfvem, of weduwe worden
en voor haar k/indienen moeiten zor
gen, öf als getrouwde wouw zij' aan
zij met ihaar mian, öf om een wellicht
taieikeiLijiken man te vervangen, den
strdjld tegen het noodlot te aanvaar
den.
Maar ook voior. dei vrouwen, die in.
gélukkige omstandigheden verkeeren,
®al het een groote weldaad hliijiken
te zijn, indien zij een goedie opvoe
ding, grondig onderricht, hébben ge
noten. Men is het algemeen eens, dat
men een meisje, zelfstandigheid en
een gevoel van zelfverantwoordelijk
heid moet inprenten..
Zij moeten evenzeer als de jon
gens geschikt zijn voor een bef rek
king zoodra zij: de.n volwassen, leef
tijd hébben bereikt. Daarom moet
men al wat oppervlakkig is uit. haar'
opvoeding, verbannen. Niet dat men.
haar alle vroolijikbeid en genoegens
moet ontnemen, maar het ondier richt
en de ontwikkeling moeten ernstig
worden aangepakt.
Men moet hij de opvoeding van de
meisjes zorg dragen, dat zij later be
kwaam zijn, zich zelve door die we
reld te helpen, want de grenzen,
waar binnen biet meisje zich den
laatsten tijd beweegt., zijn oneindig
verder uitgestrekt dan vroeger en
wereischen een beslist kennen en we
ten.-
Vóór alles behoort men na te gaan
en te besttudieeren, waarvoor zijl lief
best is aangelegd en welke talenten
zij- hiet meest bezit, om daarnaar de
opleiding voort te zetten in, de. in
richting, die haar later in staat zal
stellen, haar eigen brood te verdie
nen. Meisjes, die van hare moeder
een goed; voorbeeld ontvangen, heb
ben' natuurlijk veel vóór, maar een
goed voorbeeld is toch niet altijd vol
doende. Zij, moeten evenals, de jon
gens goede scholen bezoeken. Van
welken omvang dit zijn zal, hangt'
veel af van den, aanleg van het meis
je en van die financieel e omstandig
heden der ouders.
Ook moet men stadskinderen van
zelf ainders opvoeden, dan degenen
'die op het land wionen. De eersten
missen, wat de andieren volop heb
ben: vrijheid1 van beweging in die
Open lucht. De lichamelijke ontwik
keling raag niet verwaarloosd wor
den, ten koste van de. geestelijke.
Wanneer men de laatste jaren op
de scholen, in verband hiermede, de
meisjes ook gymnastiek laat onder
wijzen dienen de> ouders zoo ver
standig, té zijn, dat ze haar daar a/an
laten dieelmemen, omdat deze oefe
ningen van groot gewicht zijn voor
de gezonde lichamelijke ontwikke
ling. Gymnastiek staalt de- spieren,
ma.afct handig en: lenig.
Het meisje dat den levensstrijd wil
aanvaarden, behoort deze eogescha.p
pen te bezatten, dié de jongens al se
dert eeuiwen, spelende leerden. 'In
één woord, het meisj.e moet zóó wor
den opgevoed, dat zij' zichzelf be
schermen, kan en dat kan alleen ie
mand, wier verstand en. lichaams
kracht geoefend en gestaald) is. Alge-
oneen is men van oordeeil dat een
meisje, wanneer de schooljaren voor
bij zijn, in het huishouden behoort te
worden opgeleid.
Sommigen oorideeten, dat bij het
onderricht op school ook onderricht
in het koken moet gegeven worden,
eveneens in het wassdhm, strijken,
versfieMen en japonnen maken,, want
het is hioogst nuttig voor iedere ge
trouwde vrouw, dat zij dit in bare
jeugd gelieerd heeft en ook \oor jon
ge meisjes die in betrekking moeten
gaan. Wanneer zij dit allies gelieerd'
heeft kan het meisje zich meer be
paald op een of ander beroep of be
trekking gaan toeleggen, altijd liefst
een van die vakken kiezende, diie
speciaal voor vronwen geschikt zijn,.
Sommige beitrekktrugen, zooials
huishoudster, juffrouw' van gezel
schap, enz. kunnen ook vervuld wor
den door vrouwen die na getrouwd
te zijn geweest wedjer gedwongen
worden, voor ziohjzelve te zorgen.
Dan ook de beirekking, wnaraian
■pensioen verbon,dien i's, zoo.als onder
wijzeres, telepihioniste, ambtenaar bij
de posterijen, enz.
Niet alleen de meisjes van buiten,
maar' ook die uit de stad, gevoelen
dn den laatsten tijd soms lust een be
trekking op landlhudshoudkunddg ge
bied te vervullen. Die daarvoor lief
hebberij' heeft behoort een landbouw
school te bezoeken; ook bedrijven op
het gebied1 van zuivelbereiding bieden
•goeide vooruitzichten.
Voor meii/sjes, die in den handel
willen gaan, als kantoorklerk of in.
een magazijn is het zeer goed een
handelsschool af te loopen, en zich
op vreemde talen toé te leggen.
Bij alle beroepen en betrekkingen
het echter een eerste vereriScihfte
dat het kind van zijne jeugd af aan.
lust tot den arbeid en geduld worde
ingeprent.. De hoofdzaak in alias is,
flinke, degelijke karakters te vormen:
meisjes, die zich in elke positie kun
nen schikken. Dat zij bovendien ze
dig en ems tig van karakter moeten
izijn, begrijpt men ook zondier (d(a.tj
men daartoe veel woorden bezigt,.
MARIE VAN AMSTE'L.
Natuurhistorische
IN EN OM HAARLEM.
CLXxxvnr.
Wie heeft niet vaak aan' zoo'n afge
storven berken talkj e, die halfcirkeL-
vormlge, soms dakpansgewijze boeven
elkaar staande, eenigszins leerachti
ge zwammen getzaien? Hoé mooi lo.o-
peni daar als concentrische kringen
eigenaardli'g gevlamde streëpen over
dien hoed De platen aan' de onder
zijde. zijn minder duidelijk, vooral in
dé jeugd. !t Is eén overgang tot de
btiiszwlammeu, dié we ook in onze
dennebosschen bij honderden kun
nen vindeinBij vale van deze buis-
Zwammen vinden we eveneens den ge
wonen hoedvorm terug, maar aan dé
onderzijde zien we heel wat verschil,
in1 plaats van platen kleine poirdën,
■wiaarin, de sporen (worden voortgé-
bna'cht. Enkele er van zijn eetbaar
eekhor emtjesbroo d'andere zeer gif
tig. Een gansche groep, soms leerach
tige zwammen, vinden we in het ge
slacht polyporus, dat een grooten-
voirménrijkdom aanbiedt, waalrom
somm,ig.en h:et nioodii'g oordeel en, dit
geslacht weer in talrijke ondenge-
slaclhten te vetdeelen.
Ook beho'ort hiertoe de bekëndé
liuisaiWam, die i'n vochtige huizen
heel wat hout vernielen kain.
Dan volgt de familie der st/ekal-
zwammen met haast nog igrootea- rijk-
doan aan verschillende vormen, ver-
dér die bo rstzïw.anim ende knotsziwiam-
meaa met vruchtlichiamen, die ons
soms aan koraal doen denken.
Op doiode takken ontwikkelt zich bij
overvloedige herfstregens vaak een
eigenaardige gelei-ach.tige masse),
met allerlei windiinigen en bochten',
Öie wet ééns aan hea'senwindihgeni
d'o,en dienken ,'t Zijn tirilzwammen,
Hóe veranderlijk al deze zwammen
ook mogen zijn, bij allé Ligt het
kiem vlies of hymendnm over het ge
hoede vrhcjht'liich a am of Oiver een
deel er van verspreid bij de zooge
naamde buikzwammlen is diit iin het
lichaam 'opgesloten. Deze wat minder
grootte groep wordt weer in e enige
fami'li'ën verdeeldstinkzwammen,
nostzwammen. stuifzwammen, enz.
Zoo'n stinkzwam laat nooit nia, in
druk te maken. Wandel op een mooin
en herfstdag ih den Hout, verlustig u
i'n den aanblik dier heerlijke riajaars-
fintfëiï. volg met u'we oogen de omL
laagdlv'nrrélenide bladeren hoe kain
soms plotseling de aangenaamste
stemming worden verstoord: dolor eeul
walgelijke pestlucht, die uit gihds'ch
boschje tot u doordringt. 't Is' die
stinkzwam. Treed Wat naderbij,, en
liefst boven den windtussdh'en hiet
gras ziet ge een vuile, geM-aabtdge
massa, door een 'taai vlies omgeven;
daadbintneh verheft zich e/en twee tiot
drie d.M. cylindtervormigcii steel, di'e
van boven wat dunner Wondt en waar
van de wanden zeefachtig doorboord
zijn. Op den top ziet. men een kegel-
vojrnigen hoed, waarvan' de kuiltjes
met een zwart-groenachtige massa',
die sporen zijn bedekt. Deze stof is
de oorzaak va.n dén dien omtrek ver
pestenden stank. Later spoelt eed'ooir
regen af, en dan vertoont de hoed
e enige overeenkomst met de groefjes
bij de morieljes. Geen- wonder dus,
dat het volk dit voortbrengsel der
natuur met. den na aan giftige mori'elje
bestempelde en geen wonder ook de
naam duivelsei, all's héb gëhéel nog
in e'itotestaud verkeert.
Dat juist, die kwolijkriëkendle sfofL
fen tul van vliegen aantrekken, be
hoeft oris niets te verwonidieréndat
zé de verspreiding dér zwam in de
hand werken, is zeker.
De nestziwammen vertoonen ovar't
ailgemeen kleinte bekertjes met lens
vormige lichaampjesmen vindt zé
vaak op rottend hout. Meter in 't oog
vallend zijn, weer dé stuifzwammen
die lycoperdons. m'o.oie peervormige
•zwammen, die bij rijpheid een bruin
poeder, voor 't grootste dteel sporen,
aan_ den fop laten ontsnappendé
bovisften, soms tot ghoofe malssa's
aangroeiend maar vooral opmerke
lijk zijn dé aardsterren, waarvah de
'buitenste wand in sectolren édh.euirt
en achterover buigt, om dan Ihëtbin-
nl&nSte zachtere bolvorm,ige lichaam
gelegenheid' tie geven, de sporen door
een opening a'an den Itop naar bui
ten .te stuiven.
Een grootte groep vormen nog een
geheel andere serie van zwammen
waar de, 'sporen opgesloten zijn in
blazen of sporezakken, t'en getale van
mletestal acht. Velen er van vertoonen
heel wat overeenkomst met de vorige,
door steel, hóed, enz., anderen zijn
weer geheel afwijkend gevormd.
Kent ge niet de morieljes, die in liet
voorjaar voornamelijk zoo algtemeen
voorkomen en nog wel in een drietal
soorten, die korte steel met den knots-
vormigen' hoed met groeven en gro'ef-
jes aan d,e buiten,oppervlakte. Dat ze
veel gegeten wordten, weet ge mis
schien, ten minste m'en kan ze elk
jaar weer bij tat van fruitwinkels
voor de ramen zi,en liggen. Hoe ver
gankelijk de meeste andere zwammen
ook zijn', deze zijn zelfs' te dtrogen, en
dan nog voor gebruik later gepchikt.
Eten daar wel «enigszins op gelijken
de paddestoel met een eigenaardigep,
In 't middén ingedieulktein hoed, die
diatn van twee zijkanten tevens weer
samengedirukt is, is de helvella, die
tegenwoordig reeds hier en daar weer
te vinden is.
Wie nu eenis met. deze producten uit
hef plantenrijk nader wal kennis ma
ken 1, talme daarmede niet langer,
maar ga er zoo spoedig mogelijk op
uit. In 't Blolemen,daailsclie Bosch en
Park vindt mem er bij honderden,
langs den weg door de Zanderij even
eens, in Aerdenhout niet minder, ja,
eigenlijk overal. Vergeet daarbij voor
al ook niet pnzen Hout. Meent men,
dat er anders tegenwoordig niets te
vinden is, dan heeft mem het waar
lijk mis, want naast deze lagere orga
nismen uit de plantenwereld vindt mén
van de zaadplanten er vele nog, an
dere reeds in bloei. Zoo merkten we
den vorige® Zondag in bloei In het
Haarlemmerhiotutpa.rk op boterbloe
men, kropaiar, rooide klaver, sterre-
muur, koek.oiekeblo.emen, knoopkruid,
doovenletel, madeliefje, voorjaarsv.ro -
geding, melkdiiistel, ooievaarsbek, ak-
Qcenkoöl, paardebloemenliavikskruid,
enz.
Dus etr mi'aar op uit, om hier en
daar nog wat te vinden, en het af
scheid van den zomer mede te Weren.
Spoedig genoeg staat da natte, vu1'le
winter voor de d'eur.
J. STURING.
VRAGENBUS.
Den Heer v. L. te H. Het bij me
thuis bezorgde vogeltje is toch een
roodborstje. Hoe het gestorven te, is
moeilijk uit te maken; 't lieve diertje
met het spitse bekje en de dunne
pooltjes maakt dood zijnde nog een
niet onaiamgiehiamen i'mdiruk.
Den Heer K. te S. U doet het ver
standigst uwe knolbegoJiiia's uit den
grond te nemen, de stengels af te snij
den en voorzichtig de meeste aanhan
gende aarde te verwijderen. Als gij ze
nu in een mondjé of bakje op zoldér
plaatst, behoeft er niét meer naar
worden omgezien, dan dat strenge
vorst zulks noodig maakt.
J. STURING
Het Feest.
Ze voelde 't heel goed. Daar ging
iets in het huis om. Al drie dagen wa
ren de oudebs onder elkaar aan het
fluisteren, als zij in de nabijhe'd
lcwam. En al drte dagen kwam de te
legrambesteller verscheidene malen
dagelijks in buds, en papa, man van
de klok andiers, kwiatm soms uren na
diner-tijd thuis, en ging te avondls tot
diep in den nacht uit.
De motdis,te, die in den vroegen och
tend de beste toiletten voor hét tuin
feest, dat den volgenden avorud hij
graaf Zehringen zou worden gehou
den, kwam brengen, schrok over de
onvriendelijke woorden van mevrouw,
en Elsa zelf zat heel angstig-vérlegen
boven op haai' kamer, en keek mét
koortsachtig glinsterende oogen naar
het kantwerk van haai' feest-toilet,
dat in heerlijke schoonheid voor haar
lag uitgespreid.
Luitenant Von Roden hield van
witte kant, hij had dit Elsa vaak ge
zégd.
En daarbij witte margrieten: in het
donkere, haar, juffrouw Else. Waar
om draagt u dte niet? Rozen zijn
mooizekermaar voor 'n meis
jeskopje zijn ze te trot'schte over
laden....
He zou u wel eens met die fijne,
eenvoudige bloemen, getooid willen
zien.... Als 'n aureool liggen ze om het
blanke voorhoofd en men heeft het ge
voel of men dicht hij ,dem hemel is....
Toen had Elsa hoofdschuddend ge
lachen.....
- Bosch- en weidebloemen passen
niet in een balzaal, mijnheer Von Ro
den, hoe bent u in eens zoo besclrei-
den) geworden
En ziji moetat er met e.en soort van
smart aan denken, dat hij, de ernsti
ge, blonde man,, dien zij, liefhad, even
als de vele anderen, haar slechts om
haar geld wilde hebbendat hij zelfs
met haar papa heel koel en zakelijk
over dit geld gesproken..,, en nauw
keurig naar haar bruidschat had ge
ïnformeerd'.
To|en wou ze niet. Zij had haar lief
dé, verzwegen en trotsch had ze ge
antwoord
Zeg hem, paipa, dat hij mij eerst
zelf moet vragen, of ik hem wil. Er is
nog tijd genoeg.
En papa had lachend op z'n gewone
ironische manier geknikt.
Zooals je wilt, kindlief. Hoewel
ik hem gaarne als schoonzoon had,
Elsa. Oude adel, soiïde familie en alle
kanis op 'n schitterende carrière. M'n-
hie-er Von R oden staat heel goed bij
het hof aangeschreven. En dat 'hij je
bruidschat noodig heeft, hindert
niets, Elsa, daar heeft hij in zijn po
sitie volkomen het recht toe. Je zult
toch niét neen zeggen, meisje
Ze lachte een vreemde lach
D....dat weet ik nog niet, papa!
Elsa boog haar hoofd diep, als zij
aan dit igjesprek dacht. Tien dagen
waren sedert dien tijd heengegaan.
Tien lange, toaooigë dagen.
Heinz von Roden was op manoeu
vre, ver weg. In tien dagen had hij
hun huis niet bezocht
Maar sinds gisteren was zijn regi
ment weer terug.
Vanavond vond de tuin-Boirée bij
graaf Zehringen plaats, waarhij de
aristocratie van gansch den omtrek
was ui'tgenoodigd. Vandaag zou zij
hem zien, en hij zou vandaag haar
vragen, of zij' zijn vrouw wilde wor
den,.
In haar meisjesziel juichte het van
groote, oneindige weelde. Ze vergat,
dat iets donkers, onverklaarbaars zoo-
évén nog haar ziel had~bevangen.
Ik zeg niet neten.... dacht zij sid
derend van geluk, ik zeg niet neen,
Al ziet li ij ook misschien nu nog
mleer naar mijn geld, ééns zal het
oogenbliik kornlen, dat hij het zal ver
geten, door mijn liefde, vergeten
mo,et....
Elsa kromp' inleen, tóen, de deur
openging.
Haar moeder trad binnen. Zij zag
er bleek uit in haar donker zijden
kleed, en er was een zonderlinge on
rust in haar koele, anders zoo onver
schillige oogen.
In een bedwelming van verlangen
te trek te zij de armen uit.
Ik bën zoo blij, mama 1
De nog altijd mooie en jeugdige
vrouw zag dit verlangen' in het ge
heel niet. Een oogenbliik wel hield zij
haar opgewonden kind valst, maar liet
toen in nerveuse haast de handen
zinken.
Mijnheer Von Roden zal van
avond zeker op het feest zijn, Elsa.
Hij was zooeven hij ons, en heeft zijn
kaartje afgegeven, waarop met pot
lood geschreven stond
„Tot weerziens vanavond bij graaf
Zehringen''.
Elsa bloosde.
Heeft u hem niet ontvangen,
mama
Neen Ik was niet in de stem
ming. Het is voldoen'de, als wij elkan
der vanavond zien.
De slanke vrouw ademde diep.
Het heerlijke, groote park van
den graaf is alte geschapen voor jullie
tweeënje zult toch niet neen zeg-
gear, kind?
In Elsa stormde plots de koppige
wil van 'n verwend meisje.
- Ik weet het nog niet, lachte zij
misschien toch wel.
Zij. schrok na deze wfförden. De
moeder had krampachtig haar bij den
arm gegrepen.
Je zegt ja, Elsa. Je moet ,,ja"
zeggen. He wit dat, en ik beveel het je!
Ze trok haar aim terug. Het zon-
derlinge gedrag van haar ouders
viel haar ih.
- Wat is er gebeurd', mama
Waarom moet..... waarom beveelt u
mij.... dat i!k mijnheer Von Raden....
De slanke vrouw begon te fluiste
ren
Omdat je er anders niét veel tijd
meer voor hebt, Elsa. Nu ben je nog
eene goede, benijdenswaardige partij,
heel gauw niét meer. Ik wou het je
eigenlijk nog niet zeggen, maar vóór
je onverstandig en dwaals 'handelt, is
't misschien beter zoo.
Papa heeft zich iai speculatieve on
dernemingen gestoken,. Zijn vermo
gen is verloren gegaan, ook dat van
mij bijna .geheel.' Dat weet er(a1jert
nog niemand hier in de stad. In den
eersten tijd mag het nog niemand1
weten,, begrijp je wel, Elsa? De dame,
een geboren Aimerikaansche h-aalde
even de schouders op. Hc neem hét
niet zoo zwaar. Papa, gelukkig ook
niet. We zullen naar Amerika gaan-,
naar oom Fred, misschien dat papa
in OMcago weer nieuwe verbindingen
kan aanknoopen. In ieder geval...
maar mijn God! Kijk me toch niet zoo
angstig aan, wat is er dan? Vindit je
't zoo verschrikkelijk?
De dame lachte even en streek haar
dochter met de blanke, koele ringers,
zachtjes over 't angstig gezichtje.
Jij komt er nog het beste af, EK
sa. Je zult je vanavond mot m'niheér
Von Roden verloven, die reeds twee
maal, om de kwestie te bepraten, bij
papa was. Hij heeft zijai vooruitzich
ten natuurlijk dadelijk papa duide
lijk gemaakt. Hij hoeft niet alleen op
'zljin i ui tenantedna c.lement te trou
wen. Zijn moeder was- zoo rijk, dat
hij juist naar zijn stand met niet ai
te, groote pretenties kan leven. En
dan is hij door en door een man van
eer. Een officieel-gemaakte verloving
zal hij nooit om zuiver matérieele
beweegredenen terugnemen. Je be
grijpt me, nietwaar kind? Het zal
voo rans beiden een groote rust zijn,
je in een verzekerde positie bier ach
ter te la-teai. Tot October zal papa de
zaak geheim houden. Dan kunnen
jullie getrouwd zijn. Je zult doen,
kind, wat wij' vian je verwachten?
Hiet bruine hoofdje boog zich dieper
en dieper.
Ja mama.
Het park van den graaf Zéliringen
lag aan een meertje, ndet ver van de
stad,, in de voorname villawijk.
Het feest begon vroeg in den avond..
Kleine tafels waren in den tuin ge
zet, waaraan enkelen plaats namen
om gezellig en genoeglijk te praten.-
Toen het donker begon te worden,
schitterden in de priëelen en in de
grootten bonte vlammen roode en
blauwe groene en witte.
Elsa ging in haar witte kleeding
naast de ouders, verward door alle
vreugde en heer! ijikiheid. Zij begreep
niet, hoe haar vader schertsen kon,
begreep niet, hoe haar moeder net
als anders aan al de vreugde kon
deelnemen.
Ze ging den heer Von Roden uit
den weg. zoolang zij kon. De heeren,
die haar omringden en die naar on
verschillig waren, wist ze naast zich
te houden, tot de dans begon. Te mid
den van de bonte lichten werd er ge
danst. De heer Von Roden vroeg,
haar. te middten van een kring men-
scihen, dadelijk ten dans en ze wals
ten jiie zamen je enige toog«nlblaklkie®ï
op de klanken van een zoete vvols-
mélodie.
Zwaar lag z-ij in zijn arm en hij
had moeite haar op dien' ongewonen,
Naar het Duitsch vail Arthur Zapp,
Dadelijk daarop staat consul Ha-
bermlann op en .antwoordt óp zijne
eenvoudige, ongekunstelde en, luimige
wijze het volgende
Geëerde kapitein I
U wate zoo vriendelijk ons bij de
aanstaande scheiding ih!e,t beste te
weaischen. Hartelijk dank daarvoor,
uit naam van ons allen. U heeft op
de goede verstandhouding gewezen,
die tijdiens de geheete reiis tusschen de
bemanning en de paasagier9 hééft be
staan. Wij allen bedanken u en uwe
officieren' en' manschappen,, dat u door
uwe vriendelijke, tegemoetkomende
hotudinig de basis tot die goede ver
houding gelegd heeft. Wi j danken uw
maatschappij', in wier dienjst ge staat,
dat zij door haar model-inrichting,
door de .grootst mogelijke veiligheid
en door een onovertroffen comfort
geborgd heeft, dat ,wij ons hier goed
en behaaglijk konden voelen, dat wij
onls als 't wane als in Abram's schoot
verplaatst zagen.
Mijnheer Müller, u behoeft, volstrekt
niet zoo'n zuur gezicht te zetten., ik
bom' daar vanzelf ook op in weerwil
van al die zorgen, onn ons het leven
zoo aangenaam mogelijk te miaken,
hebben wij allen toch zeer droevige
uren aan 'boord doorgebracht, uren,
waarin men, onr zoo te zeggen, meer
een uitbarstende vulkaan- dan een
mens eb was.
En, htet hielp niet, of wij naar recept
van den een cognac-, wijn en andere
lékkere, opwekkende middélen ge
bruikten, of naar dat van eén atnder
boven' oip helt dek gingen, zoolang dint
maar eemjiigszims mogelijk was. Tegen
zeeziekte is evenals tegen den dood
geeni kruid gawalssien. Maar wij, ziul-
len daarover irn niét méér mopperen,
deze moeilijke uren liggen achter ons
en vol moed gaan wij een nieuwe we
reld en velen een nieuw leven te ge-
moet- U heeft ons- kapitein, vriende
lijke wenischen meegegeven. Ook ik
wietajsch van harte, dat voor iéder de
wenischen, dié hij mee over de zee
genomen heeft, in vervulling mogen
gaain ih de nieuwe wereld, date wij nu
zoo nabij komen.
Ons altijd vrool'ijk vogeltje, me
vrouw G'schiwinder, moge niets dan
vreugde ehi geluk vinden in de artnen
van "haar vol verlangen wachtenden
echtgenoot.
U, waarde heer Kalluweit,, wenscli
ik voordleelige, zaken toe, zo'odat, als
ge het volgend jaar van uw Ameri-
kaamsche handelsreis naar Konings
bergen terugkeert, ge vol vreugde uit-
dcept„Wat een rijk land, welk een
koopkrachtig volk
En' u, juffrouw Blechlsmiib, wat zial
iflc u toéwenschen, zonder te onbe
scheiden te worden,
Verder wénsc-h ik den hieér Ema
nuel1 Martini toe, dat hij: op zijn tour-
née evenveel applaus zal behalen als
onlangs wie herinnert het zich
niet op onzen voordrachtavond.
Batrnes en heeren, Ui zal het kort
maken, ik werisch u allen datgene,
wat u zichzelf taewerischt. Alleen voor
U', kapitein, wil ik niog een bij'zondie-
ren Wensch jidfsprekennamelijk da.t
uw aanstaande reizen even, gelukkig
miogen. verioopen als onze reis tot nu
toé- En hieraan wil Ik dén dlank vast-
knooperi, döen wij u allen pehuldSg
zijn. Het water is een gevaarlijk ele
ment, dat den mensehen dikwijls par
ten speelt. Als wij in weerwil daar
van toch veilig den Oceaan zijn over
gestoken, dan, danken wij dat aan uw
zorgen;, kapitein, uw consdJentieuse
Leiding en het plichtsgevoel en d'en
ijver van uw bemanning. En daarom
verzoek ik u, geachte dames en hee
ren, op te staan en met mij te drinken
op onzen hooggeachten kapitein en
zijn manschappenLang zullen, zij
leven hoera hoera
Vol geestdrift stemmen allen hier
mee in en iedereen wil mét den vrien-
délijken gezagvoerder klinken.
Tegen, den avond wordt het weer.
helaas, somberder. De zee wordt weer
onrustig. Daarbij komt een zware
mist, die maakt, dat men geen tien
poesen voor zich uit kan zien. Alle
passagiers ga,an daarom vroegtijdig
naar bed1, maar de misthoorn met zijn
onheilspellend en oorverscheurend ge
toeter inaakfTiet slapen voor de mees
te. passagiers totaal onmogelijk. Al
len weten, dat de mist, dé grootste
vijand van den zeeman, des te ge
vaarlijker is, naarmate men het land
meer nadert.
Plotseling middernacht is allang
voorhij klinkt vlak achter de „Cha-
m^i|steo,, het schelle, laniggeirechte gie
ren Van een stóbtafluit. De kapitein,
die naast den wachthebbenden der
den officier op de commandobrug
staat, kee-rt zich met een rule om. Hij
ziet eeni groen licht, dat met groote
tenelihleid de bakboordzijde van de
„Chamisso" nadert.
Om, Godswilroept de oude zee
man, tot in merg en been schrik
kend.
Juist wil hij het hevel geven hiet roer
naar stuurboordzijde om te wenden,
als een heftige schok van, het schip
Item bijna op den grond gooit- Ont
steld richt hij zich weer op. Nu ziet
hij ook een rood licht en hoort de
machine van een vreemde boot.
Geen twijfel méér mogelijk, het
vreemde schip heeft de „Chamisso"
aangevaren.
Met geweldige wilskracht dringt hij
het gevoel van schrik, dat hem dreigt
te bevangen, terug, en geeft den of-
ficiter naast zich het hevel te gaan
boor en h'oe groot dte schade iis, die er
i's aangéri/chit.
De derde officier snelt de trap af
naar bakboordzijde, waar die lichten
van het vreemde «chip, dlat niet mee r
te zien is, en dat met volle kracht
verder gestoomd schijnt te zijn, op
gedoken zijn.
Hij buigt zich ver over boord, en
ziet een lichtschijnsel o,p het water
vallen. Dus (hier, vlak achter de ma
chinekamer, is het lek. Daar gaat de
„Ghiamissó" ook al naar links over
hellen.
Schotten1 sluiten'! commandeert
de kapitein op de brug.
Eh dadelijk daarop
Alles aan boord De manschap
pen op hnxu post
Terwijl de de.nd.e officier naar de
kajuit snelt, om te zorgen, dat de
schotten gesloten worden, beveelt de
kapitein noodsignalen te geven. Het
gebod wordt dadelijk opgevolgd.
Officieren en manschappen doen
koelbloedig en met bewonderenswaar
dige accuratesse hun plicht. Ben-
gaalsch vuur en vuurpijlen worden
afgestoken, en voortdurend met korte
tuEschenpoozen laiat de stoomfluit
zich hooren.
Ondier de passagiers onfetaat eene
onbetschrijflijke verwarring. Allen hél
len de meesten slechts half ge
kleed naar het dek, .ieder wil liet
eerst hoven zijn. Het aangeboren ge
voel voor lijfsbehoud te zorgen,
dringt alle andere gedachten op zijde.
Vergeefs krij,scht miss Bleolvsmitb in
den groots ten angst
Mr. Rasch, ik smeek u, red mij I
Mi". Rasch, ik heb u lief
De krachtige inan uit Pommeren
niet zijn reuzengestalte is dé eerste,
die de trap opstormt. Alle anderen
volgen hem, elkander stootenddrin
gend en duwend.
Houd je mond, Kittyschreeuwt
Mr. Blechismdith woedend. De kerel
hoort je niet. Maalc toch voort-
Hij pakt dé half bewiustelooze met
zijne gespierde rechterhand beet en
weet zo,o mét haar boven, te komen
Mr. Hillyard Legt zijn arm o-m de
schouders van zijn zuster en kalm en
bedaard, hoewel doodsbleek, haasten
beiden zich voort.
Consul Habermiann spréékt zijne
klagende vrouw moed in. haar bij de
eene hand nemend., terwijl hij met de
andere zijn dochter v&stlhoudt.
Met knikkende 'knieën, zich kramp
achtig aan dé leuning vasthoudend,
gaat de heer Müller naar boven. Zijn'
tanden slaan hoorbaar tegen eilkaar,
koortsachtige doodsangst spreekt, uit
zijn dwalende oogen
(Wordt vervolgd).