salondan zégt hij met ©enigszins onvaste stem We zuilen het dus hierbij maar loten. U li abt goede vorderingen ge- maakt, bar,ones. U moet maar voort gaan. met u vlijtig te oefenen, vooral de toonladders - Het meisje valt hem driftig in die rede Ach, laten we daar niet over sprekenZeg eens, is uW contract met den schouwburg te K. reeds on derteekend Nog niet, barones, maar ik moet vandaag nog beslissen. Ze lachte even met bitteren klank1. Gra'ppige overeenkomst tusschen ons beider lot. Ook ik sta voor een be slissing. Weet u het allerlaatste nieuws, maneer Baöhner Als 't u in teresseertwil ik u een geheim ver téllen. De regeeringsraadi von Mei- totz u hebt (hem bij ons immers wel eens gëri'eix, de man met heit verleng stuk aan zijn voorhoofd heeft om mijn hand gevralagcL Barones Hertha I Papa is van medning, dat het ben zeer goede partij is. En can deze roden wilt u En waarom zou ik niet? stuift zie hartstochtelijk op. Wat is ar aan ge leigen Die of een ainder, dat blijft immers precies gelijk. En ais hij zwijgend haar de deur gaat, vervolgt ze Neen, ga nog niet. Blijf nog een (poosje we willen babbelen niet iweuar. er is vandaag geen haast bij, daar het toch de laatste maal is over enkele diagen zult u ver weg rijm, dan ziet men u met meer mis schien nooit meer. Haiar boezem hijgt, haar fijne neus vleugels trillen). Gebiedend en vol brandend verlangen hangt blaar oog aan hem. Zeg me o zag me Wat? mompelt hij toonloos met het ideaal schoone kunstenaar stooófd diep gebogen. •Zij snelt naar de piano. Neen, neen, ering zing nog eenmaal ean lied1 voor mij 1 Haar bevende banden zoeken tus schen de muziekboeken. Hier dit. Er gaat een schok door zijn lichaam; Wat verlangt ze Ontvlucht met mij en wees mijn ga Dat zingen Deze •hartstochtelijke hefdesverklaring (zou hij op dit o ogen blik Onmogelijk! Hij zou zijn zelfbe- heerschiixg verliezen, hij zou voorde geliefde moeten neervallen, haar knieën omklemmen en hartstochtelijk smeetoan Ontvlucht met mij en wees mijn ga Is d!at de dank, welken hij zijn weldoener verschuldigd is? En als dan de zachte, blanke ar men om zijn hals worden geslagen, als de dorstige roode lippen op dé zijne zijn gedrukt o, ze is harts tochtelijk en onbezonnen genoeg, de schoone, kleine baronies ize zou misschien den 'toorn haars vaders tro.tseeren, den jangen kunstenaar .juichend haar hart schenken en hem in een onzekere toekomst volgen. Ze hadden geen geluk, er schee» hun geen ster, zegt het liiëcL Amxe, olide moeder, wat iwordt er dan van u Ge hebt tevergeefs ge leefd jaar na jaar, tevergeefs naar uw zoon verlangd, tevergeefs gé- hoopt Hans Badineer richt zich in zijn vol le lengte op. Hij is doodsbleek, zijn stem ruw en hard. Sta mij wedierkeeriig toe, dat ik hedenavond ook niet zing, barones. U hoort me naar ik hoop weldra op het tooneel. Mijn eerste rol z'al die van Lohengrin zijn. Dit lied het ligt niet (goed voor mijn stem. Het zou een disharmonie geven. Een blik van liet meisje treft heim, •toornig en tegelijk verachtelijk. Haar mond trilt, ze werpt het hoofd metd'e donkere lokken fier achterover. Goed1, goed, zoo als u wilt. Het was maar een gril van me Adieu., meneer Bachner. Vaarwel, barones Hertha Ze staat met het gezicht van hem 'afgekeerd en let er niiet. op, dat hij •hlaar, de hand tot afscheriid toesteekt. Nu verlaat hij Stil hét' vertrek. Aan het loket van den schouwburg in K. was de toeloop heden huiten- gewoon groot. Langzaam, voet voor voet, schoof het publiek vooruit. De beste plaatsen waren reeds bijna all® Wegalleen doOr een bijzonder ge.- lukkilg toeval gelukte het een ber j&ard, elegant heer, die zeide expres .voor deze voorstelling naar de stad te zijn .gereisd, nog drie plaatsbewij zen voor de parketloge te krijgen. De couranten hadden reeds veel goedé verteld' van den pas geënga geerd en tenor, die heden den. „Lo- Ihengxin" zou zingen een phenome nal e stem, een jonge, beeldschoons man. Dat trok. In zijn kleedkamer, 'dlie op zij van het tooneel ligt, loopt Hans Bachner heen en weer. Hij is reeds in cos- tuum. Het el'ectriisc'he licht, dialt aan de zoldering is aangebracht, fonkelt op hët schitterend kuras, de "schub ben van het stalen kleed rinkelen zacht bij eiken voetstap. Het vertrek 'Schijnt v.eel te klein voor deze for- sche, evenredig gebouwde, koninklij ke gestalte. De kunstena'ar heeft dien gouden ;helm afgenomen, Vrij hangen hem de blond© lokken om de schouders. Een innerlijke onrust, een onbe paald' kwellend gevoel van versaagd heid vervolgt, hem reeds den ,gan- schen dag. Als het maar lampen- koorts was maar hij is niet bang om voor het groote, veeleischende pu bliek op te treden, hij denkt er nau welijks aan. Neen, het is iets anders. Hat is ge komen, toen hij vanmorgen het brief je von d<en ouden baron ontving: Beste, jonge vriend, we zijn in K. om u bij uw debuutvoorstelling te hoo- ren. Mijn dochter, die zich eenige da gen geleden met regeeringsraad von Meltitz verloofd heeft, drong op dit reisje a'an. Hertha is, zooals ge weet, éen kleine stijfkop, en een verloofde mag niets weigeren. Mijn aanstaan de schoonzoon vergezelt ons. Dus tot een vroolijk weerzien heden avond. Een .weerzien, waarbij heit hart bloedt. Neen.1, neon, geen klacht gjoeh betuiging van leedwezen; Het is goed zoo, zegt Hans tot zich Zeiven. Goddank, 'dat Wem in. het oogenblik der hoogste opgewondenheid de krachit niet begaf om af te zien valn hetgeen hem werd aangeboden. Voor u, lief, oud moedertje, voor ul Nu is het doel bereikt, nu zal uw ouderdom onbezorgd en zonnig wor den. H'od ze toch heden ook hiel- kun nen zijn, die goede moeder. Maar die koorts tengevolge va(n gevatte kou'de en thans het ruwe Weer. Neen, be ter voorzichtig nog een paar weken wachten...... Het schelletje van den regisseur ontrukt d/en zanger aan zijn gedach ten. Hij snelt naar hët tooneel. Een van het ondergeschikte personeel komt naar hem toe en spreekt hem aan. I Neem me niet kwailijk, meneer, Baehner, deze brief is zooeven voor, u afgegevenhet was zeker iemand vaai het hotel, die hem brachtomdat er spoed" op stond, (hebben ze dein brief hier naar toe gezonden. Hans strekt de hand exi naar uit. Miss allien van zijn moeder. Een groet en een gelukwensch met djefn dag van heden Rïcöiard Wagner's heerlijke mu ziek rufisoht door de dicht bezette ziaial. ledereen luistert als bettooverd, vain 'tooneel tot /tooneel wordt de spanning grooter. Lohengrin .zal nu spoedig komen. Niemand weet, niemand vermoedt, dat de jonge kunstenaar, dien men zoo straks bereidwillig bijval zal schenken, ails verpletterd tegen een coultse leunt. Zijn trillende hainid ho.udt den brief nolg vast, dië 'hem de Jobstijding brachtzijn oog staart onverschillig op de bonte menschen- m'assa. Thans valt het op een fijn besnéden meisjeshoofd miert donker, haar, dat zich over de borstwering der parketloge buigt verloren, ver loren voor altijd, evenals 't dierbare hoofd, dait thuis stil in dien laatsten slaap rustEn hij zelf, een vreem deling in vreemde, 'glinsterende klee- dij, gedwongen verdidht geluk en leed të huichelen, terwijl zijn hart door .eigen bitter leed verscheurd! wordt. Streven, hopen, strijden, afzien van bleigeen gelukkig zou gemaakt heb ben en dit nu het einde Een teefcen van den regisseur de jonge kunstenaar (betreedt het too neel. (N. v. 't N.) De Wonderdokteres Gdsterniaimdddaig', .0 mvLer uire, heb ben ze het stoffelijk oversellot' van de oude wonidieirdokteres, Barabra Zim- inennamin, toevertrouwd aan de aar de. Het was geeme begrafenis, zooais nten naar dien roem en d!e reputatie diea- anitsdjape/ruo ca- ooai« 'hiad kum/nien verwachten. Niemand was er bij dan, de geesteliijlke, de „aflagstter", een. hoopje krukkige buurvrouwen uit het straatje, waarin.' Barbara heel haar lange leven had gehuisd), en een. troep nieuwsgierige kinderen. Verwanten volgden die baar niet, omdat de o.ver- ledenie die niet had. Ware het miaar recht en billijkheid toegegaan, dan zou wel het h'ad/ve stadje aan de doo- de de laatste ear hebben anoeten be wijzen, aangezien er zoovele honder den 'biji 'haar leven naad1 en hulp bij' baar hadden geaotoht. Miaar, zooali&dë dichter zagt, „omdankbaailhieiiclj, uw naam. is Meusch". Barbara Zimmerrruann wias een lee- Jijlk, rimpelig vrouwtje geweest. Vóór iveüe eeuwen zou zij Stellig op den. tomidatapel hiaren laats/ten snik gtege- ■ven hebben.. (Met een knikkebollënd hoofd, de (htailf dichtgekniepen obgen onrustig; loeren/d in het rond, slofte hët oudje (baars weegs, de gekromde, dorre, met dikke blauwe aderen overspan nen banden als tsflenid voor zich heen (bewegend!. Met haren garijisbaandiigen mam, een geiwezen pijlpendnaiaier, be woonde ziji heel alleen, een bouwval lig huisje in eene der achterstraatjes van het, stadje. In ihët beniadenlkaimier- ft/je naast hët portaal werden de Man- ten ontvangen.. Daar bolven, na/ast de sla/apkarner, was de woonkamer. Twee spion/spiegeltjes bestreken aan weerszijden (de straat, zoiodiat niet gennakkeilijik iemand ongemerkt kón anadJeren, Die wondërdókteres zelf zat achter 't gordijn steeds op den ioeT, 'meestal met een kop koffie op den schoot. Zomer en win/ter brandde er •in «De kachel een vuurtje, am in dp bruine, dikbuikige kan den üeve- liiingSdira/nlk der huisvrouw Warmt te houden'. Koffie en gebak vórmden' het hoofdvxxedinigsimiidldel van Biet' oude echtpaar, aian hetwelk geen kinder zegen besctoran was geweest'. Barbara Ziimmermiann was 'ai de doli,tiers van hët stadje in knapheid, de baas. Zelfs de gestudeerden kón- dien tegen har.e wij'Sheid niet op. Ha.re diiagnosen sloegen kortweg met eene verbluffende juistheid en scherpheid den nagel op den kóp. Zij/ verkeert met den duivel! meenden de eenien. Zij' is een Zondagskind! beweer den de' anderen. Wie dat is, d)ie ziet meer d(an een .gewoon mensch. Die ziet. door steen en ijzer heen en proeft banten en nieren Een derde partij: zegde echter niets. Dat w/as dlie, wejike van de heelkunst dier oude geen gebruik maakte, miaar wanneer daarvan sprake was, zich bepaalden tot ee nhoogiwijis glimlach, je. Ja, inderdaad, de diagnosen der wonderdlokiteres waren als openbarin gen. De meeste ziëtoen zagen, voorbij., 'dat Barbare dieze nkel in haar huis ten beste gaf en buitenshuis rich ölecht® tot het opleggen van handen, (het bespreken en het besweren bij zieken ontbieden tiet. Ook vond men haar. steeds 'bereid tot tiet afleveren van amluitótteu, ^dlió, lulit gehei/m/riin- n/ige be3bandldeelien vervaardigd en met geliëimzinniige kobbaJlistiiscHue lert- •ters beschretven waren. Wat nu 'het wonder barer diagnose betrof, dat ging volgendterwijze toe. TingelingetingDe huisdeur der wonderdokteres wordt geopend, en eene vriendelijke vrouw met hoed en muhtei treedt in hët portaal, min of meer gejaagd en verlegen. Van d!e achterplaats klinken de slagen eener bijl. Tprstotod (daarop verschijnt die oude Zinxmërmann. Hij trekt, bij wij ze van groet, het vettige buiska.pje van zijn hoofd en laat dë bezoekster •in de ontvangkamer. Ei, eiKijk, kijkWat zien mij- me oogen Juffrouw Dingelsbach, zoowaar Als iik u verzoeken mag /En hij biedt juffrouw Dingelsbach galant een stoel aan. Is uwé vrouw te spreken? Mijne vrouw Wel zeker wel zekerMaar neemt toch uw ge mak eT van Hij wisebt met zijh blauwen voor schoot den stoel nog eens af .en schuift hem juffrouw Dingelsbach toe. Zij komt, al gauw, zegt hij dan. Zij is maar eventjes hier in de buurt bij een zielce. Och Heeremij ntijdde hee- le Wereld i!s ziek En geen /wonder 'ookEerst die snikfhitte en nu in eens die barre' kou Natuurlijk slaat dat een meusch in zijn gebeenteIk! zelf voel me ook niet in ordfe. En gij, juffrouw Oclhi, sa/ndis arhtdagen heb ik het in al imiij/n liedlen. ik zit eiken avond met (koude rillingen over mfijmien rug. iZliët ge wel! Juiist (allé ik! 'En dan drukking in 't hoofd, hiietiwiaar? Jla,, laültijd door dir.uikking! En een suizen ioi de 00ren niet o.m uit te houden! (Knjlk, Mj(k! En meest in ilüet ilin- ike/r oor, nietwaar. Uk lueb liet in lue/t redhiteir. (Zoo, zoo? in het rechter? J.a, daar weet ik van rn'ede te spreiden!.. Eai wet er dlau gewoonlijk bdjko/mt die beroerde pijn in de leden... Bij' mij zit het o.p de borst; Zoo zoo? 'Op d"e borst? Dlan ®a/l het met eetlust óók. wel niet best zijn? Mam, houd u sltilHet iis te veel dat' ik aan taüel zit! Wel, wel! Jai, kijk, juist a/ls l/aatst biji mijl! En juist haiddem we onze (buren een /zwijntje geslacht! Jia, ja, als dë tmlaia/g niet wii'JI, dlan is er aan (hët lekkerste geen aardtgboild!... Nu, mlijine vróuw... ik hoop tocih dat •het bij' dën smid niet iets emstiigs is! Zij had! alliang Weer te/rug ikninmen we/zeto. En fin dien trant spint zich. liet ge sprek nog een .p/oosje voort. Wat wa® nu. bet geval geweest? Barbara Ziimmëxnnann had' dn ihiaar spionnetje juffrouw Dingelsbach zien laam/koarnen. 'inieonanomep zi]' van die trap, gaulw! gauw! Er komt immianid! Eien zieke! Daarop was die getrouwe mian (en (hiandilanger fluks in het aoh- •teirhui's verdwenen. De wonderdo/kte- aes /echter wias stil op den pDan/k/en •vloer der (bovenkamer igeknielidi en. had' haiar oor gedrukt op een gat, dat beuedien miidlden 'in de zoldering uit kwam: en d'oor -een papieren orna ment, waaraan een boilwanigiig 'kar tonnen engeltje aan een rood koord je zweefde, Wias bedëkt. Daar. lag zij ïiuisllieirde. Gëan Woord iva/n het ge- spriolciene ontging b/aar. Djan s'tond zij zachtjes op, sloop op hare kousen de trap af, trok hare schoenen aan, liet dë huisbel tingelen en Itrad dan, alsof zij' versch van dj© straat kwam, door bet portaal fin het (ontivangka- mertje. Zoo! Goeden mfiddlag', juffrouw (Dingeü/sbaclhu Néem imij niet kwiaiMjlk, als ik u wat heb laten wachten. Tien Ihandten i©n been en zou ik tegenwoor dig wied kunnen gebruikenWat zie- ken overal! /Jat, jla, gezondlreid iis 'toch mia/ar dë grootsite schat, phjOosofeert de (heer Theobald Zinnmerrrjiann N/u, Theoba/ldl, nu kunt gij wel naar buiten gaan'. Dat zijn vrouwen- izaklem, die wij hiier te bespraken heb ben. /Dte deur stoot zich adhter dën pij;- pendiria.aiiier in ruste. Zoo, zoo. Blijf maar ritten, juf frouw iDtLngeilsboch, blijf maar ritten! /aJMiuls de wonderdokteres. Het is koud (buiten, hè? Dat pakt een mensch /aan, bié?... Zoo laten' we eens kijken! 'Zij voelde der vrouw dien pols, zag halar staak in de oogen, beluisterde hanen adem en beklopte voorzichtig haar voorhoofdi en hare wangen. Dat oorauiiizen moert, lastig rijn. 't Is vreemd, dat het juist in het rech ter oor is. Ge/woonlijik is het in het linlker. Juffrouw Dingelsbach sperde hare oogen open en staarde Vervaard de oudle in liet gezicht. Deze eclrter Het zich ni'et van- haar stuk brengen, maar vole/r voort, dën uitslag van hare wond'erbaarlijke diagnose te Vierkon- dffgen. Gij hadt geen acht dagen lang mlet die koude rillingen 's avonds moeiten blijven loop en. En dan diie dmiklking, in het hoofddat is nilet goed. Zoo ilert® moet men niet ver- waarLoozen. Juffrouw Dingelsbach wilde tets i ant/woord'en. Maar hare anders zoo vaardige tong was van verbaeï/ng haast verlamd. En met dien eetlust 'staat het ze ker ook niet te best, hm I hmMaar eerst moeten we die pijn op de borst weg krijgen, juffrouw Dingelsbach. Daar valt allerminst mede te spotten., mijn liievë mensch Juffrouw Dingelsbach zeide nets meer. Zij voelde zichzelf tegenover deze alwetende Sybill zoo onuitspre kelijk klein en nietig. Met waren deemoed voor deze schier bovenmen- schel ijk© wijsheid nam zij met leven- diigen dank het potje zalf en het zakje; kruiden in ontvangst, benevens dë, daarbij beboerende voorschriften en raadgievingen, en verliet het gehe'ni- zi'nniige huis, niet zo/ndter vooraf heel 'schuchter een schoon stuit geld op de tafel te hebben nedergëlëgd. Geduren de de volgende weken echter roerde zij vian huis tot huis dë trom tereere valn de weeigalooze wonderdokteres Barbara Zimimenhaïisn. Nauwelijks eciiter had dien dfaig dic huisdeur zich achter haar gesloten, of de pijpemdruater staik zijne rimpe lige tronie in de kamer. Wel vroeg hij grinnekend. Drie mark heeft zij gegeven met de geneesmiddelen Onkosten? Twintig pfenningien. En dlan lachten zij allebei tegen el kaar Maar zóó, dat van buiten geër sterveling het zou hebben kunnen -hoor en. Het laat zich begrijpen, dat derge lijke meesterlijke diagnosen de kunst van Barbara nog steeds m aanzien deden stijgen. Wie zoo lclaar en-kalm en beslist den zieke kon zeggen, wat kem scheelde, die moest ook wel over de rechte gemeesmiddelen oe- schikken. Soms hielpen 'die ook wer kelijk. En hielpen zij niet, dan trof de schuld toch nooit Barbara Zten- rnermjaun. Zoo iets komt toch maar al te vaak ook bij de beste genees- heerien voor. En nu ja, tegen den doodt is nu eeranaal niets te doen. Jaren op jaren waren zoo verstre ken. Dë klandisie was gaainiclewëg toegenomen en zuinig .hadden dte oud jes geleefd. In de kleerkifet tuSschen de bedden lag" reeds een aardige spaarpenning. Menigmaal des -avonds knielde Barbara er voor nteer en. telde en teld.ee En eens op een dag, toen zij weder met de koffiekan op den schoot bij het venster zat, kon zij den medehelper barer zegenrijke werk zaamheid het heugelijk geheim, toe vertrouwen, dat er nog' slechte drie honderd mark aan de zooveel duizen den ontbraken. Dië krijgen wij ook nog! zë:de de oudle. Meer niog, Theobald als het zoo voort gaat. En het ging zoo voort, nog een paar jai'eni langer. De lente was weer met gezang en zonneschijn aangekomen. Een nieuw ■leven .ging /er door de natuur. Uit alle menschenoogen straalde eten blij de verwachting. Alleen niet uit dte oogen van den ouden Ziinmermann. Die lag boven op de oude canapé 'n e.en deken gewikkeld en hoestte en kreunde. De w0udc-rdoktei'e^ had hem teen verzachtend middel gegeven. Op de kachelpijp' stond een potje Linden- bloesemthee'. Op straat, vóór de deur, trappel den twee bruinen voor iaën rijtuig, dat de. oude vrouw naar eern land goed br,enigen moest, om d'aar eene ziekte te bespreken. Op haar Zon dags aangedaan, was zij naar liet. leger van den angstig zi'ch heen en weer wentelenden man getreden. Geduld maar, ouwtje! Dezen avond aal hert wiel beter gaan! Als diië daar ginds mlij1 nu tfien mark geven wiant ai driie/maal ben ik er nu geweest, dian Sneibben wij de vijfduizend vol. Hoort ;ge wel, Theobald? Vijfdiuliizend! vajiKijua'zemd! ine"rfti.a.a(ldie de lijider WteibkitniigeMjik', terwijl zijne oogen als Wezenloos de vrouw 'aanzagen. AliS diat idei menschen nViisten! Driinlk vlijtig uiwi thee. Dezen -avond is •het beter Tot later. En zij. was die dleur al uit. De zieke .tuurdie ha:ar na:, en zijne lippen pre- veüdlen: Vijfduiizend! Vijf... duizend!... Vijf.... Hij. -staarde nog altoos naar de ka- mterdeuir, toen Barbara Zimmermanm tegen den avond in. het sabemordón- keao kaaneirk.e trad'. Zool Nu hebbten wijl hët bij el kaar, hoor! Vijfduizend nïarik Gëen antwoordl Slechts dten stlrak- ta' blak van. den man bleef op haajr gericht. Zeg; oude! Hóórt ge niet? Vijf duizend mark vol IZij haalde uit den zate een /blin kend 'gouidlsitiuk en. hiëld ihet hem triomfantelijk voor. En toen scheen er een vreeslijk, verimoedën over haar te. toornen.. Uit alle- donkere hoeken en gaten ffliudsitierdte het' hlaar toe. „De zen (avond is het beter!" H/et goud stuk gleed haar uit de vingiers zij Stortte' zicih naar de sófa en viel inert een. iufidten .sdhree/uw op de kmiiieëai, Theobnild! Theobald! (Met Ijëvende hand streek zijl over rijh vooalhoofd... Koud! .tooudl Theobald! Wordt toch wisktoer!.. Hoónt ge 't niet? Zeg... ite ben het. De wiondeidokteres! zoo sdheen liet uit ■aliie hioeken en gaten te hoo- neai.. 'Tlioobadd, ge' móet leven!... .Ge moet nog lieven!... Wat mioet ik zón der u hier doen?... Hoort ge met?.... Ge moet wakker worden!... Theobald! (Ho/eld en mantel had zij afgewor pen. Nu greep rij' zijne handen- en wreef ze tus-schen dte hare. Zij rukte het dek wieg, scheurde lief hemld o-pen op (d>e lnorst ear boog rilch óver hot ha/rt, om te luii'stëren, Stil. Alles Stil-. Thëotoald! jiamttnërdë zij. Ge moogt axilët wieg! (Ge moert... Ge anoieit.. Eeniskta/ps isprong riji op. Hare oo gen taotBflen die anderen, dfile 'zoo anoe stonden en zoo staak. En nu sloteg tear angst in woedte oh, hare smart in razernij'. 'Zij greep hort fOjeschijte en Sloeg 'biet vloekend 'tteigen d/en grond/. Zij. schudde den dloode, als ómi toet ontvloden Jóven- daardoor nog eens terug te roepen. Zij klauwdie metha ne 'vingers 'in hare grijze, haren. Wonderdokteres! gilde zij. Haha- haha! /En' 'toten 'vfei zij. bewusteloos over dten. dloode (heen'. Dit (gebeurde top een voorjaars avond Lao/g heëft Barbara Zimmerm/aaxn haren lectutvrierdi niet óverleefidl En voor den- naam' van hare wonderfir- imia iwtas dit 100k ana/ar goed. Na den dëod! van haren man heeft rij de- 'dok- Itórij! in huis er aian gegeven. Zij was te awiate ea- toe gevMorden, verklaarde rij. overal. Het genezen, veredsohte te veel kracht, 10I9 men het goed wilde dloien. Zij nnoest eerst trachten den zwiaren (Slag te boven te komen. Ondier die .bedrijven via» het zomie/r •ge/worden. Dag aon dlag zag men de nude boven aan het venster ritten, met den koffiekop maast hiaor op het korijn, tet :rimpe]'itge gezicht nog iwat .riinpoligeir dan1 te voren. 'Eiken vrien- 'delijitoen groet beantiwioordid.e rij ver- ëtrootiid., werktuigelijk, Eai toen zij ■o/p een zekei'en dag niet nfieer groette >en den. cvolgiendten morgen nog zoo wioaideriiij'k stijf en statig aan hot (Venster zat, toen titeipen de buiren do tmajp op maar hare kamer. De koffiekop lag aan schedwon op den ivflJoër. De wonderdokttea-es- echter aalt nog 'steeds in toaren ouiden igie- vlochten stotel, .slechts ëen wiefiniig achterover' /gteleuand. Hare k>og,en wia,- ren istrak 1 cwmlhooig, als in' de eeuiwtig- hëild gericht. De verkcop bij Executie (Naar het Fransch). Qp een .Schoóntem zomernxorgen van de nxaand Juni 19... 1 begaf zich het. ■mieeiteodteel dëi' miannelijke bevvonerte van GouSances-en-Bide' maar de hoeve' van de' weduwe Chavanohi, gelegen op ongeveer een kilometer afstand vaxx de kerk, aan den weg- naar Saint-Gratiiiem. Het goldl .eenie verkooping wegeins schuld, een tte zel'dien voorkomende g!e- bëurtends, dan dait- zij omdianks ïxet al- gemeen© medelijden met dien tioejstand der weduwe, niet tal vatoi nieuwsgieri gen e.n op ëein/ „koopje" belust zou trekken. Op het erf bij de boerderij ver se heem te midden valn het gewoel der ■menigte de weduwe Chavanon. Zij wus nog jong; nauwelijks vijf-ein- dertig jaar. Een versleten japon en de groote klompeni, waariix haar vo/eten schuil gingen, gaven haar een armoe dige uiteailijik. Vier kim/deren, even ar melijk ge/kleed als hun moeder, volg den haar, baar hij den roik vasthou dend. Een vijfdie droeg zij op den arm. Toen zij de nxexxigte bemerkte, die het .erf v'uidie, liet zij het hoofd zinken exx igimg zij zitten op een omge/wox'pen kruiwagen naast de tafel, diie wa's ge reed gezet voor'dten dieunwaarder. Eexx gemompel gi'ixg op uit de mendlgte. De deurwaarder en zijn schrijver kwamen aan. De deurwaarder heette llousseaux eax w/a.s een. vroölijk joviaal m;an. Hij. groette links en rechts, ging naast rijm klerk aan de tafel zitten, spreidde een servet daarover uit, waarop hij papier neeiiegdei, fluister de rijn helper iets in het oor en beval terwijl hij ee/niige miatemi nx'et zijn. ivo ren hamer klopte, stilte. Eerst zullen wij de lamdbouw- gerieedschapp&ix verkoopen, begon hij. Wij /hebben hier een houten eg met acht rijen pimnexx, die wat afgesleten zijn. Een kooper voor 20 francs Niet?Voor 10 francs?..,. Voor 8 francs 3 francs Een boer knikte, toen een tweede, vervolgens nog een. dórde. De: eg wlerd toegewezen voor vier en een huivert franc. Vervolgens verkocht mexx dën ploeg en een wagen. Alles bracht nog geen 35 francs op. Nu begon de weduw.e, dte hiaar kin deren stijf teglen zich hield aange drukt, te weenen. Wij. zulten overgaan tort den ver koop van het vee, verkondigde de deurwaarder. Men verkocht een varken, drie koeiexx eax een paard. Hoeveel is het nu vroeg, fluis terend, d,e weduwe. De klerk tëldie de getallen bij el kaar. Vijfhonderd een en tachtig francs 'tachtig cenrtimen. Nu snikte de arme vrouw het uit. Meedoogenloozen, gij hebt dus afgesproken, am vain mijn ongieluk misbruik te maken Vijfhonderd ëen en tachtig francs voor het kost baarste van mijxx boerderijBestaat er dian geen medelijden meer in Cou- saixces-eraBri/e Doch het is maar de weduwe Chavanon, nietwaar? Mis schien kenit gij mijn geschiedenis niiiet. Luistert, brave lieden, ik zal u haar v'ertell'eai. Toen Chavanon, de brave man, gestorven was, ging mijn zaak eerst nog vrij goed eix ilk kon het vol- cl) jaar te Jau/nietrte nog de jschoome koopen, die Pierre Forgeaiis daar even heeft ingepalmd' voor achttien- (kroonen. Maar toen werden, de kinde ren ziele, .eerst Jean-, toen Annette, vervolgenis Marie-A-nne, en toen de andiere.- Een dókter vraagt Veel geld. Mtijn' geld was op toen ik op mijn' 'beurt riek werd en een longontsteking kreeg, tengevolge van kouvatten bij de verzorging mijner kinderen gedu rende gaxxschie nachten:. Men heeft mij naar het gasthuis te M'elun gebracht-, en de kinderen naar het liefde-gesticht Ik bleef daar twaalf weken en toen ik terug kwam, was de landheer daar om twee termijnen huur van mij te ëischen.... Ik vroeg uitstel. De man werd boos en dreigde met oen verkoo ping van- mijn fgoe.dHemel, mijn meubelen latlëen zouden ruim vol doende zijn, onx dten landheer te vol doen, als gij wat minder bageerlg waart. Met het overige van d-e op brengst der vertkooping zou i'k mij el ders kunne'n vestigen.... Ach,, begrijpt gij dian zulk ieen to.astand niet Wij zullen aan de meubelen' be ginnen viel mijnheer Housseaux, die tot hier toe heel beleefd geluisterd had' naar het verhaal dër weduwe, deze in de rede. Hier is -een wiëg, een teenemi wieg met toebelxoórexx.titen francs voor de wiëgEr is een kooper voor tien francs De weduwe Chavanon sprong over eind', met opeengetolem.de lippen, en haar blitokeix dwaalden angstig, over de. meixigte. Een der aanwezigen merkte op, dat de dooi" den deurwaarder bedoelde „kooper" niemand anders dan dë we duwe zelf kon zijn en hij vond. het schandelijk, dat zij dit geld aan lxaar schuldeischers onthield, onx er de wieg van haar kixxderen voor terug te ■koopen. Tien francs i Titen franc® voor de wieg, schetterde de deurwaarder Eenmaal andermaal do wieg voor Zijn 'hamer was op het punt neer te vallen., toen een stern riep Tien francs vijftig Men keek om De mian, die gehodien had, wals va der Aumignon, een oude zonderling uit Co usances, belkenld om zijn eigen aardigheden, maar van wien tevens verteld werd, dat hij vrij vermogend was. De weduwe Chavanon keëk haar te genstander gedurende eep seconde aan en riep toen met sidderende stern- Elf frames Veertig francs! hernam vader Auma gnoii. D.e menigte drong nieuwsgierig nog dachter opeen. Veertig francs vijftig De weduwe Btte een kreet. Foei', vader Arandgnon.... Dat 4s de wieg, waarin iflc zelf heli gelegen, waarin al mijn kinderen achtereen volgens; hëbbein gebJiapen en gtespeeidl Een. moeder kam de wieg harer ldnde- r-eax niiët laten verkoopen... Hoort ge... Deurwaarder, zestig francs vijtfiiig •Mem zou een- speld liebben kunnen hooren valilën op het erf. Zestig francs Twee honderd- fraaxcs zeide op Onverstoorbaar kalmen' toon de oude. Een hartveavscheurende zucht sta g op uit clie borst der arme vrouw. Haar verschrikt© kinderen klemden zich' aan (l.xaar vast.... Zij staakt de armen uit en de- klerk sprong op, dtenk.en.de dat zij zouneer- va.lL nMaar zich vastklampemid' aaln het bëgeerdlè' voorwerp, xvees zij den jongen) man met ëen gebaar terug. Twee toom/derd francs vijftig fluiisrterde zij. Drie diuizend francs ztertde Vader Aumign-on. Witter dan marmer leumdle de we duwe tegen den. muur.... Housseaux zag haar vragend aan.,... Zijn hamer werd opgeheven.... - Drteduizend' francs. De wieg voor dri'e duizend francsEenmaal, an dermaal, voor de derde maai?.... Toe gewezen Een slag weerklonk. De 'hlamer was gevallen. Toten verhief zich rondom vader Arumdgnon/ een storm valn veron/twaar- di'ging. Zijn- .handelwijze scheen zoo wreed, dat zelfs de meest hardA'ochti- gen onder !de boeren luide hun afkeu ring- te kehmien gaven. De grijsaard deed echter alsof hij het niet bemerkte. Hij trad op de tafël van den deurwaarder toe, telde litotn- dërdv'ij.ffd.g- goinden Louis nteer en' to en w-andde li.ij zich om tot de menigte, dte m,et idreigende gebaren op hem aan drong. Is- dë verkooping- openhaar of niet? Of heb ik niet het recht te-koo pen, wat mij aanstaat, en ;er mede te d'oeix wat ilk wü Eten dreigend gemompel was het antwoord. Niieanandi sprak toean echter tegen. Dus dat. geeft ge toeDeur waarder, ging hij voort, rich tot Ho.ussea'ux wendend, geef dte weduwe de wieg, drte ik daarev'en gekocht toeh! Zij is. ge/en vijftig stuive-r's waard^ maar ik wi'ldo mij het genoegen schen ken. Goeden avond Hij drong door de menigte en ver dween, verwonderd aangestaard door de verblufte boeren en dankbaar na- gtetoliht door de weduwe Char anion die juheiklle van gelu/k bij haar stapel geld' en haar weergekregen wieg. HET CONSERVElEREN VAN EIEREN. In het ,,-Vad." w-ox-dt dte volgende, zeer gemakkelijke manier voor het conserveer en van eieren meegedeeld: Va-n belang' is zoo versch mógelijke eieren te gebruiken. De toeele bewer king is dlan, dat men de eieren zóo mogelijk reinigt en ze gedurende een halve minuut in goed kokend water, dompelt. Door d'at. korte verblijf in ko/kon/d water n.l. stolt een zeer dun laagje (liet buitenste) eiwit, waardoor de poriën van de eierschaal luchtte' dicht gesloten worden. Men legt de eieren vervolgens in den kertdep, in ïëd'er geval in een koele ruimte, en' niet zetten op een eierrek, maar leg gen, .Wefst in bakken -met kaasbodem,' opdait de iuë'ht er aan alle kanten kan' toe,ti-eden., ,en k'eert ze eiken diag. „Met oip deze' wijze behandel dë eierten nam ik de volgende proef. 'Zé werden genummerd' m-et 1, 2 en 3, enl de datum van conserveer en er op vernield. No; 1 opendte ik na één' maand, no. 2 na twee en mo. 8 ha drié maanden. Alle eieren waren iin uite atekën'den staat bewaard. Bij (het ope nen was toet eenige gevolg van het dompelen Sin kokend water, dlajt er zich iets w.olka'chtigs melkachtigs in het wi-t bevotod, natuurlijk het buiten ste gestolde eiwitlaagje, do'oh daar men weet wat dit is, beitieekent hefc Uiets. Kookt men 'zoo'n. ei, drin be merkt men ër nitets van, en bij klut sen wórdt hert weggeklopt. Het li's best mogelijk, dtoit op deze. wijize geconseiweerde .eieren nog veel1 lahger goed blijven-, miaar voor mijn doël was het voldoende. AIS rnien ein'- de Augustus conserveert, heeft men dus tó'i in December goedé eieren en diaarna worden dte versche reeds goedkooper. In ieder geval is dit de gemakkelijkste en dloel/mriitigste mij bekende mla-nier." VIER EN TWINTIG MILLIOEN BRUIDSCHAT. In December heeft in Neiw-York het huwelijk van' miss Gladys Vanderbilt mét graaf Ladislau Szechennyi plaatsde tegenstand, door de fami lie van de bruid tegen deze verbinte nis gebo.den, is vruchteloos gebleken. Het huwelijk belooft in fabelachtige pracht alles rte overtreffen, wat in New-York tot dusverre in deze bran che i'3 vertoond. Dezer dagen vertrokken' reeds uit Hongarije een aantal persoonlijk© vrienden van den bruigom, om da plechtigheid bij te wonen. Graaf Szeclxenhyi zelf wordt door dagblad- fotografen letterlijk achtervolgd, maar daar* hij beslist weigerdë ta worden gekiekt, en een Amerikaanscto sensatie-artiikel zonder plaatjes een voudig belachelijk is, liet men uifi Hongarije foto's komen, niet alleen' van dien bruigom, maar tevens van' zijn pa, zijn ma, zijn -oma, en verdëtf van alle voorouders, waarop maai4 beslag kon worden gelegd. Ito. de laatste dogen heeft de moe-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 2