salondan zégt hij met ©enigszins
onvaste stem
We zuilen het dus hierbij maar
loten. U li abt goede vorderingen ge-
maakt, bar,ones. U moet maar voort
gaan. met u vlijtig te oefenen, vooral
de toonladders -
Het meisje valt hem driftig in die
rede
Ach, laten we daar niet over
sprekenZeg eens, is uW contract
met den schouwburg te K. reeds on
derteekend
Nog niet, barones, maar ik moet
vandaag nog beslissen.
Ze lachte even met bitteren klank1.
Gra'ppige overeenkomst tusschen ons
beider lot. Ook ik sta voor een be
slissing. Weet u het allerlaatste
nieuws, maneer Baöhner Als 't u in
teresseertwil ik u een geheim ver
téllen. De regeeringsraadi von Mei-
totz u hebt (hem bij ons immers wel
eens gëri'eix, de man met heit verleng
stuk aan zijn voorhoofd heeft om
mijn hand gevralagcL
Barones Hertha I
Papa is van medning, dat het
ben zeer goede partij is.
En can deze roden wilt u
En waarom zou ik niet? stuift zie
hartstochtelijk op. Wat is ar aan ge
leigen Die of een ainder, dat blijft
immers precies gelijk.
En ais hij zwijgend haar de deur
gaat, vervolgt ze
Neen, ga nog niet. Blijf nog een
(poosje we willen babbelen niet
iweuar. er is vandaag geen haast bij,
daar het toch de laatste maal is
over enkele diagen zult u ver weg rijm,
dan ziet men u met meer mis
schien nooit meer.
Haiar boezem hijgt, haar fijne neus
vleugels trillen). Gebiedend en vol
brandend verlangen hangt blaar oog
aan hem.
Zeg me o zag me
Wat? mompelt hij toonloos met
het ideaal schoone kunstenaar stooófd
diep gebogen.
•Zij snelt naar de piano. Neen, neen,
ering zing nog eenmaal ean lied1
voor mij 1
Haar bevende banden zoeken tus
schen de muziekboeken. Hier dit.
Er gaat een schok door zijn lichaam;
Wat verlangt ze
Ontvlucht met mij en wees mijn
ga
Dat zingen Deze •hartstochtelijke
hefdesverklaring (zou hij op dit o ogen
blik
Onmogelijk! Hij zou zijn zelfbe-
heerschiixg verliezen, hij zou voorde
geliefde moeten neervallen, haar
knieën omklemmen en hartstochtelijk
smeetoan
Ontvlucht met mij en wees mijn
ga
Is d!at de dank, welken hij zijn
weldoener verschuldigd is?
En als dan de zachte, blanke ar
men om zijn hals worden geslagen,
als de dorstige roode lippen op dé
zijne zijn gedrukt o, ze is harts
tochtelijk en onbezonnen genoeg, de
schoone, kleine baronies ize zou
misschien den 'toorn haars vaders
tro.tseeren, den jangen kunstenaar
.juichend haar hart schenken en hem
in een onzekere toekomst volgen.
Ze hadden geen geluk, er schee»
hun geen ster, zegt het liiëcL
Amxe, olide moeder, wat iwordt er
dan van u Ge hebt tevergeefs ge
leefd jaar na jaar, tevergeefs naar
uw zoon verlangd, tevergeefs gé-
hoopt
Hans Badineer richt zich in zijn vol
le lengte op. Hij is doodsbleek, zijn
stem ruw en hard.
Sta mij wedierkeeriig toe, dat ik
hedenavond ook niet zing, barones.
U hoort me naar ik hoop weldra op
het tooneel. Mijn eerste rol z'al die
van Lohengrin zijn. Dit lied het
ligt niet (goed voor mijn stem. Het
zou een disharmonie geven.
Een blik van liet meisje treft heim,
•toornig en tegelijk verachtelijk. Haar
mond trilt, ze werpt het hoofd metd'e
donkere lokken fier achterover.
Goed1, goed, zoo als u wilt. Het
was maar een gril van me Adieu.,
meneer Bachner.
Vaarwel, barones Hertha
Ze staat met het gezicht van hem
'afgekeerd en let er niiet. op, dat hij
•hlaar, de hand tot afscheriid toesteekt.
Nu verlaat hij Stil hét' vertrek.
Aan het loket van den schouwburg
in K. was de toeloop heden huiten-
gewoon groot. Langzaam, voet voor
voet, schoof het publiek vooruit. De
beste plaatsen waren reeds bijna all®
Wegalleen doOr een bijzonder ge.-
lukkilg toeval gelukte het een ber
j&ard, elegant heer, die zeide expres
.voor deze voorstelling naar de stad
te zijn .gereisd, nog drie plaatsbewij
zen voor de parketloge te krijgen.
De couranten hadden reeds veel
goedé verteld' van den pas geënga
geerd en tenor, die heden den. „Lo-
Ihengxin" zou zingen een phenome
nal e stem, een jonge, beeldschoons
man. Dat trok.
In zijn kleedkamer, 'dlie op zij van
het tooneel ligt, loopt Hans Bachner
heen en weer. Hij is reeds in cos-
tuum. Het el'ectriisc'he licht, dialt aan
de zoldering is aangebracht, fonkelt
op hët schitterend kuras, de "schub
ben van het stalen kleed rinkelen
zacht bij eiken voetstap. Het vertrek
'Schijnt v.eel te klein voor deze for-
sche, evenredig gebouwde, koninklij
ke gestalte.
De kunstena'ar heeft dien gouden
;helm afgenomen, Vrij hangen hem de
blond© lokken om de schouders.
Een innerlijke onrust, een onbe
paald' kwellend gevoel van versaagd
heid vervolgt, hem reeds den ,gan-
schen dag. Als het maar lampen-
koorts was maar hij is niet bang
om voor het groote, veeleischende pu
bliek op te treden, hij denkt er nau
welijks aan.
Neen, het is iets anders. Hat is ge
komen, toen hij vanmorgen het brief
je von d<en ouden baron ontving:
Beste, jonge vriend, we zijn in K. om
u bij uw debuutvoorstelling te hoo-
ren. Mijn dochter, die zich eenige da
gen geleden met regeeringsraad von
Meltitz verloofd heeft, drong op dit
reisje a'an. Hertha is, zooals ge weet,
éen kleine stijfkop, en een verloofde
mag niets weigeren. Mijn aanstaan
de schoonzoon vergezelt ons. Dus
tot een vroolijk weerzien heden
avond.
Een .weerzien, waarbij heit hart
bloedt. Neen.1, neon, geen klacht
gjoeh betuiging van leedwezen; Het is
goed zoo, zegt Hans tot zich Zeiven.
Goddank, 'dat Wem in. het oogenblik
der hoogste opgewondenheid de
krachit niet begaf om af te zien valn
hetgeen hem werd aangeboden.
Voor u, lief, oud moedertje, voor ul
Nu is het doel bereikt, nu zal uw
ouderdom onbezorgd en zonnig wor
den.
H'od ze toch heden ook hiel- kun
nen zijn, die goede moeder. Maar die
koorts tengevolge va(n gevatte kou'de
en thans het ruwe Weer. Neen, be
ter voorzichtig nog een paar weken
wachten......
Het schelletje van den regisseur
ontrukt d/en zanger aan zijn gedach
ten. Hij snelt naar hët tooneel. Een
van het ondergeschikte personeel
komt naar hem toe en spreekt hem
aan. I
Neem me niet kwailijk, meneer,
Baehner, deze brief is zooeven voor,
u afgegevenhet was zeker iemand
vaai het hotel, die hem brachtomdat
er spoed" op stond, (hebben ze dein
brief hier naar toe gezonden.
Hans strekt de hand exi naar uit.
Miss allien van zijn moeder. Een groet
en een gelukwensch met djefn dag van
heden
Rïcöiard Wagner's heerlijke mu
ziek rufisoht door de dicht bezette
ziaial. ledereen luistert als bettooverd,
vain 'tooneel tot /tooneel wordt de
spanning grooter. Lohengrin .zal nu
spoedig komen.
Niemand weet, niemand vermoedt,
dat de jonge kunstenaar, dien men
zoo straks bereidwillig bijval zal
schenken, ails verpletterd tegen een
coultse leunt. Zijn trillende hainid
ho.udt den brief nolg vast, dië 'hem de
Jobstijding brachtzijn oog staart
onverschillig op de bonte menschen-
m'assa. Thans valt het op een fijn
besnéden meisjeshoofd miert donker,
haar, dat zich over de borstwering
der parketloge buigt verloren, ver
loren voor altijd, evenals 't dierbare
hoofd, dait thuis stil in dien laatsten
slaap rustEn hij zelf, een vreem
deling in vreemde, 'glinsterende klee-
dij, gedwongen verdidht geluk en
leed të huichelen, terwijl zijn hart
door .eigen bitter leed verscheurd!
wordt.
Streven, hopen, strijden, afzien van
bleigeen gelukkig zou gemaakt heb
ben en dit nu het einde
Een teefcen van den regisseur de
jonge kunstenaar (betreedt het too
neel.
(N. v. 't N.)
De Wonderdokteres
Gdsterniaimdddaig', .0 mvLer uire, heb
ben ze het stoffelijk oversellot' van de
oude wonidieirdokteres, Barabra Zim-
inennamin, toevertrouwd aan de aar
de. Het was geeme begrafenis, zooais
nten naar dien roem en d!e reputatie
diea- anitsdjape/ruo ca- ooai« 'hiad kum/nien
verwachten. Niemand was er bij dan,
de geesteliijlke, de „aflagstter", een.
hoopje krukkige buurvrouwen uit het
straatje, waarin.' Barbara heel haar
lange leven had gehuisd), en een. troep
nieuwsgierige kinderen. Verwanten
volgden die baar niet, omdat de o.ver-
ledenie die niet had. Ware het miaar
recht en billijkheid toegegaan, dan
zou wel het h'ad/ve stadje aan de doo-
de de laatste ear hebben anoeten be
wijzen, aangezien er zoovele honder
den 'biji 'haar leven naad1 en hulp bij'
baar hadden geaotoht. Miaar, zooali&dë
dichter zagt, „omdankbaailhieiiclj, uw
naam. is Meusch".
Barbara Zimmerrruann wias een lee-
Jijlk, rimpelig vrouwtje geweest. Vóór
iveüe eeuwen zou zij Stellig op den.
tomidatapel hiaren laats/ten snik gtege-
■ven hebben..
(Met een knikkebollënd hoofd, de
(htailf dichtgekniepen obgen onrustig;
loeren/d in het rond, slofte hët oudje
(baars weegs, de gekromde, dorre,
met dikke blauwe aderen overspan
nen banden als tsflenid voor zich heen
(bewegend!. Met haren garijisbaandiigen
mam, een geiwezen pijlpendnaiaier, be
woonde ziji heel alleen, een bouwval
lig huisje in eene der achterstraatjes
van het, stadje. In ihët beniadenlkaimier-
ft/je naast hët portaal werden de Man-
ten ontvangen.. Daar bolven, na/ast de
sla/apkarner, was de woonkamer.
Twee spion/spiegeltjes bestreken aan
weerszijden (de straat, zoiodiat niet
gennakkeilijik iemand ongemerkt kón
anadJeren, Die wondërdókteres zelf zat
achter 't gordijn steeds op den ioeT,
'meestal met een kop koffie op den
schoot. Zomer en win/ter brandde er
•in «De kachel een vuurtje, am in dp
bruine, dikbuikige kan den üeve-
liiingSdira/nlk der huisvrouw Warmt te
houden'. Koffie en gebak vórmden' het
hoofdvxxedinigsimiidldel van Biet' oude
echtpaar, aian hetwelk geen kinder
zegen besctoran was geweest'.
Barbara Ziimmermiann was 'ai de
doli,tiers van hët stadje in knapheid,
de baas. Zelfs de gestudeerden kón-
dien tegen har.e wij'Sheid niet op. Ha.re
diiagnosen sloegen kortweg met eene
verbluffende juistheid en scherpheid
den nagel op den kóp.
Zij/ verkeert met den duivel!
meenden de eenien.
Zij' is een Zondagskind! beweer
den de' anderen. Wie dat is, d)ie ziet
meer d(an een .gewoon mensch. Die
ziet. door steen en ijzer heen en proeft
banten en nieren
Een derde partij: zegde echter niets.
Dat w/as dlie, wejike van de heelkunst
dier oude geen gebruik maakte, miaar
wanneer daarvan sprake was, zich
bepaalden tot ee nhoogiwijis glimlach,
je. Ja, inderdaad, de diagnosen der
wonderdlokiteres waren als openbarin
gen. De meeste ziëtoen zagen, voorbij.,
'dat Barbare dieze nkel in haar huis
ten beste gaf en buitenshuis rich
ölecht® tot het opleggen van handen,
(het bespreken en het besweren bij
zieken ontbieden tiet. Ook vond men
haar. steeds 'bereid tot tiet afleveren
van amluitótteu, ^dlió, lulit gehei/m/riin-
n/ige be3bandldeelien vervaardigd en
met geliëimzinniige kobbaJlistiiscHue lert-
•ters beschretven waren.
Wat nu 'het wonder barer diagnose
betrof, dat ging volgendterwijze toe.
TingelingetingDe huisdeur der
wonderdokteres wordt geopend, en
eene vriendelijke vrouw met hoed en
muhtei treedt in hët portaal, min of
meer gejaagd en verlegen. Van d!e
achterplaats klinken de slagen eener
bijl. Tprstotod (daarop verschijnt die
oude Zinxmërmann. Hij trekt, bij wij
ze van groet, het vettige buiska.pje
van zijn hoofd en laat dë bezoekster
•in de ontvangkamer.
Ei, eiKijk, kijkWat zien mij-
me oogen Juffrouw Dingelsbach,
zoowaar Als iik u verzoeken mag
/En hij biedt juffrouw Dingelsbach
galant een stoel aan.
Is uwé vrouw te spreken?
Mijne vrouw Wel zeker wel
zekerMaar neemt toch uw ge
mak eT van
Hij wisebt met zijh blauwen voor
schoot den stoel nog eens af .en
schuift hem juffrouw Dingelsbach toe.
Zij komt, al gauw, zegt hij dan. Zij
is maar eventjes hier in de buurt bij
een zielce. Och Heeremij ntijdde hee-
le Wereld i!s ziek En geen /wonder
'ookEerst die snikfhitte en nu in
eens die barre' kou Natuurlijk slaat
dat een meusch in zijn gebeenteIk!
zelf voel me ook niet in ordfe. En gij,
juffrouw
Oclhi, sa/ndis arhtdagen heb ik het
in al imiij/n liedlen. ik zit eiken avond
met (koude rillingen over mfijmien rug.
iZliët ge wel! Juiist (allé ik! 'En
dan drukking in 't hoofd, hiietiwiaar?
Jla,, laültijd door dir.uikking! En een
suizen ioi de 00ren niet o.m uit te
houden!
(Knjlk, Mj(k! En meest in ilüet ilin-
ike/r oor, nietwaar.
Uk lueb liet in lue/t redhiteir.
(Zoo, zoo? in het rechter? J.a, daar
weet ik van rn'ede te spreiden!.. Eai
wet er dlau gewoonlijk bdjko/mt die
beroerde pijn in de leden...
Bij' mij zit het o.p de borst;
Zoo zoo? 'Op d"e borst? Dlan ®a/l
het met eetlust óók. wel niet best zijn?
Mam, houd u sltilHet iis te veel
dat' ik aan taüel zit!
Wel, wel! Jai, kijk, juist a/ls
l/aatst biji mijl! En juist haiddem we
onze (buren een /zwijntje geslacht! Jia,
ja, als dë tmlaia/g niet wii'JI, dlan is er
aan (hët lekkerste geen aardtgboild!...
Nu, mlijine vróuw... ik hoop tocih dat
•het bij' dën smid niet iets emstiigs is!
Zij had! alliang Weer te/rug ikninmen
we/zeto.
En fin dien trant spint zich. liet ge
sprek nog een .p/oosje voort.
Wat wa® nu. bet geval geweest?
Barbara Ziimmëxnnann had' dn ihiaar
spionnetje juffrouw Dingelsbach zien
laam/koarnen.
'inieonanomep zi]' van die trap,
gaulw! gauw! Er komt immianid! Eien
zieke! Daarop was die getrouwe
mian (en (hiandilanger fluks in het aoh-
•teirhui's verdwenen. De wonderdo/kte-
aes /echter wias stil op den pDan/k/en
•vloer der (bovenkamer igeknielidi en.
had' haiar oor gedrukt op een gat, dat
beuedien miidlden 'in de zoldering uit
kwam: en d'oor -een papieren orna
ment, waaraan een boilwanigiig 'kar
tonnen engeltje aan een rood koord
je zweefde, Wias bedëkt. Daar. lag zij
ïiuisllieirde. Gëan Woord iva/n het ge-
spriolciene ontging b/aar. Djan s'tond
zij zachtjes op, sloop op hare kousen
de trap af, trok hare schoenen aan,
liet dë huisbel tingelen en Itrad dan,
alsof zij' versch van dj© straat kwam,
door bet portaal fin het (ontivangka-
mertje.
Zoo! Goeden mfiddlag', juffrouw
(Dingeü/sbaclhu Néem imij niet kwiaiMjlk,
als ik u wat heb laten wachten. Tien
Ihandten i©n been en zou ik tegenwoor
dig wied kunnen gebruikenWat zie-
ken overal!
/Jat, jla, gezondlreid iis 'toch mia/ar
dë grootsite schat, phjOosofeert de
(heer Theobald Zinnmerrrjiann
N/u, Theoba/ldl, nu kunt gij wel
naar buiten gaan'. Dat zijn vrouwen-
izaklem, die wij hiier te bespraken heb
ben.
/Dte deur stoot zich adhter dën pij;-
pendiria.aiiier in ruste.
Zoo, zoo. Blijf maar ritten, juf
frouw iDtLngeilsboch, blijf maar ritten!
/aJMiuls de wonderdokteres. Het is koud
(buiten, hè? Dat pakt een mensch /aan,
bié?... Zoo laten' we eens kijken!
'Zij voelde der vrouw dien pols, zag
halar staak in de oogen, beluisterde
hanen adem en beklopte voorzichtig
haar voorhoofdi en hare wangen.
Dat oorauiiizen moert, lastig rijn.
't Is vreemd, dat het juist in het rech
ter oor is. Ge/woonlijik is het in het
linlker.
Juffrouw Dingelsbach sperde hare
oogen open en staarde Vervaard de
oudle in liet gezicht. Deze eclrter Het
zich ni'et van- haar stuk brengen,
maar vole/r voort, dën uitslag van hare
wond'erbaarlijke diagnose te Vierkon-
dffgen.
Gij hadt geen acht dagen lang
mlet die koude rillingen 's avonds
moeiten blijven loop en. En dan diie
dmiklking, in het hoofddat is nilet
goed. Zoo ilert® moet men niet ver-
waarLoozen.
Juffrouw Dingelsbach wilde tets i
ant/woord'en. Maar hare anders zoo
vaardige tong was van verbaeï/ng
haast verlamd.
En met dien eetlust 'staat het ze
ker ook niet te best, hm I hmMaar
eerst moeten we die pijn op de borst
weg krijgen, juffrouw Dingelsbach.
Daar valt allerminst mede te spotten.,
mijn liievë mensch
Juffrouw Dingelsbach zeide nets
meer. Zij voelde zichzelf tegenover
deze alwetende Sybill zoo onuitspre
kelijk klein en nietig. Met waren
deemoed voor deze schier bovenmen-
schel ijk© wijsheid nam zij met leven-
diigen dank het potje zalf en het zakje;
kruiden in ontvangst, benevens dë,
daarbij beboerende voorschriften en
raadgievingen, en verliet het gehe'ni-
zi'nniige huis, niet zo/ndter vooraf heel
'schuchter een schoon stuit geld op de
tafel te hebben nedergëlëgd. Geduren
de de volgende weken echter roerde
zij vian huis tot huis dë trom tereere
valn de weeigalooze wonderdokteres
Barbara Zimimenhaïisn.
Nauwelijks eciiter had dien dfaig dic
huisdeur zich achter haar gesloten,
of de pijpemdruater staik zijne rimpe
lige tronie in de kamer.
Wel vroeg hij grinnekend.
Drie mark heeft zij gegeven
met de geneesmiddelen
Onkosten?
Twintig pfenningien.
En dlan lachten zij allebei tegen el
kaar Maar zóó, dat van buiten geër
sterveling het zou hebben kunnen
-hoor en.
Het laat zich begrijpen, dat derge
lijke meesterlijke diagnosen de kunst
van Barbara nog steeds m aanzien
deden stijgen. Wie zoo lclaar en-kalm
en beslist den zieke kon zeggen, wat
kem scheelde, die moest ook wel
over de rechte gemeesmiddelen oe-
schikken. Soms hielpen 'die ook wer
kelijk. En hielpen zij niet, dan trof
de schuld toch nooit Barbara Zten-
rnermjaun. Zoo iets komt toch maar
al te vaak ook bij de beste genees-
heerien voor. En nu ja, tegen den
doodt is nu eeranaal niets te doen.
Jaren op jaren waren zoo verstre
ken. Dë klandisie was gaainiclewëg
toegenomen en zuinig .hadden dte oud
jes geleefd. In de kleerkifet tuSschen
de bedden lag" reeds een aardige
spaarpenning. Menigmaal des -avonds
knielde Barbara er voor nteer en. telde
en teld.ee En eens op een dag, toen
zij weder met de koffiekan op den
schoot bij het venster zat, kon zij den
medehelper barer zegenrijke werk
zaamheid het heugelijk geheim, toe
vertrouwen, dat er nog' slechte drie
honderd mark aan de zooveel duizen
den ontbraken.
Dië krijgen wij ook nog! zë:de
de oudle.
Meer niog, Theobald als het
zoo voort gaat.
En het ging zoo voort, nog een paar
jai'eni langer.
De lente was weer met gezang en
zonneschijn aangekomen. Een nieuw
■leven .ging /er door de natuur. Uit
alle menschenoogen straalde eten blij
de verwachting. Alleen niet uit dte
oogen van den ouden Ziinmermann.
Die lag boven op de oude canapé 'n
e.en deken gewikkeld en hoestte en
kreunde. De w0udc-rdoktei'e^ had hem
teen verzachtend middel gegeven. Op
de kachelpijp' stond een potje Linden-
bloesemthee'.
Op straat, vóór de deur, trappel
den twee bruinen voor iaën rijtuig,
dat de. oude vrouw naar eern land
goed br,enigen moest, om d'aar eene
ziekte te bespreken. Op haar Zon
dags aangedaan, was zij naar liet.
leger van den angstig zi'ch heen en
weer wentelenden man getreden.
Geduld maar, ouwtje! Dezen avond
aal hert wiel beter gaan! Als diië daar
ginds mlij1 nu tfien mark geven wiant
ai driie/maal ben ik er nu geweest,
dian Sneibben wij de vijfduizend vol.
Hoort ;ge wel, Theobald? Vijfdiuliizend!
vajiKijua'zemd! ine"rfti.a.a(ldie de lijider
WteibkitniigeMjik', terwijl zijne oogen als
Wezenloos de vrouw 'aanzagen.
AliS diat idei menschen nViisten!
Driinlk vlijtig uiwi thee. Dezen -avond is
•het beter Tot later.
En zij. was die dleur al uit. De zieke
.tuurdie ha:ar na:, en zijne lippen pre-
veüdlen: Vijfduiizend! Vijf... duizend!...
Vijf....
Hij. -staarde nog altoos naar de ka-
mterdeuir, toen Barbara Zimmermanm
tegen den avond in. het sabemordón-
keao kaaneirk.e trad'.
Zool Nu hebbten wijl hët bij el
kaar, hoor! Vijfduizend nïarik
Gëen antwoordl Slechts dten stlrak-
ta' blak van. den man bleef op haajr
gericht.
Zeg; oude! Hóórt ge niet? Vijf
duizend mark vol
IZij haalde uit den zate een /blin
kend 'gouidlsitiuk en. hiëld ihet hem
triomfantelijk voor. En toen scheen
er een vreeslijk, verimoedën over haar
te. toornen.. Uit alle- donkere hoeken
en gaten ffliudsitierdte het' hlaar toe. „De
zen (avond is het beter!" H/et goud
stuk gleed haar uit de vingiers zij
Stortte' zicih naar de sófa en viel inert
een. iufidten .sdhree/uw op de kmiiieëai,
Theobnild! Theobald!
(Met Ijëvende hand streek zijl over
rijh vooalhoofd... Koud! .tooudl
Theobald! Wordt toch wisktoer!..
Hoónt ge 't niet? Zeg... ite ben het.
De wiondeidokteres! zoo sdheen
liet uit ■aliie hioeken en gaten te hoo-
neai..
'Tlioobadd, ge' móet leven!... .Ge
moet nog lieven!... Wat mioet ik zón
der u hier doen?... Hoort ge met?....
Ge moet wakker worden!... Theobald!
(Ho/eld en mantel had zij afgewor
pen. Nu greep rij' zijne handen- en
wreef ze tus-schen dte hare. Zij rukte
het dek wieg, scheurde lief hemld
o-pen op (d>e lnorst ear boog rilch óver
hot ha/rt, om te luii'stëren, Stil. Alles
Stil-.
Thëotoald! jiamttnërdë zij. Ge
moogt axilët wieg! (Ge moert... Ge anoieit..
Eeniskta/ps isprong riji op. Hare oo
gen taotBflen die anderen, dfile 'zoo anoe
stonden en zoo staak. En nu sloteg
tear angst in woedte oh, hare smart
in razernij'. 'Zij greep hort fOjeschijte en
Sloeg 'biet vloekend 'tteigen d/en grond/.
Zij. schudde den dloode, als ómi toet
ontvloden Jóven- daardoor nog eens
terug te roepen. Zij klauwdie metha
ne 'vingers 'in hare grijze, haren.
Wonderdokteres! gilde zij. Haha-
haha! /En' 'toten 'vfei zij. bewusteloos
over dten. dloode (heen'.
Dit (gebeurde top een voorjaars
avond
Lao/g heëft Barbara Zimmerm/aaxn
haren lectutvrierdi niet óverleefidl En
voor den- naam' van hare wonderfir-
imia iwtas dit 100k ana/ar goed. Na den
dëod! van haren man heeft rij de- 'dok-
Itórij! in huis er aian gegeven. Zij was
te awiate ea- toe gevMorden, verklaarde
rij. overal. Het genezen, veredsohte te
veel kracht, 10I9 men het goed wilde
dloien. Zij nnoest eerst trachten den
zwiaren (Slag te boven te komen.
Ondier die .bedrijven via» het zomie/r
•ge/worden. Dag aon dlag zag men de
nude boven aan het venster ritten,
met den koffiekop maast hiaor op het
korijn, tet :rimpe]'itge gezicht nog iwat
.riinpoligeir dan1 te voren. 'Eiken vrien-
'delijitoen groet beantiwioordid.e rij ver-
ëtrootiid., werktuigelijk, Eai toen zij
■o/p een zekei'en dag niet nfieer groette
>en den. cvolgiendten morgen nog zoo
wioaideriiij'k stijf en statig aan hot
(Venster zat, toen titeipen de buiren do
tmajp op maar hare kamer.
De koffiekop lag aan schedwon op
den ivflJoër. De wonderdokttea-es- echter
aalt nog 'steeds in toaren ouiden igie-
vlochten stotel, .slechts ëen wiefiniig
achterover' /gteleuand. Hare k>og,en wia,-
ren istrak 1 cwmlhooig, als in' de eeuiwtig-
hëild gericht.
De verkcop bij Executie
(Naar het Fransch).
Qp een .Schoóntem zomernxorgen van
de nxaand Juni 19... 1 begaf zich het.
■mieeiteodteel dëi' miannelijke bevvonerte
van GouSances-en-Bide' maar de hoeve'
van de' weduwe Chavanohi, gelegen
op ongeveer een kilometer afstand
vaxx de kerk, aan den weg- naar
Saint-Gratiiiem.
Het goldl .eenie verkooping wegeins
schuld, een tte zel'dien voorkomende g!e-
bëurtends, dan dait- zij omdianks ïxet al-
gemeen© medelijden met dien tioejstand
der weduwe, niet tal vatoi nieuwsgieri
gen e.n op ëein/ „koopje" belust zou
trekken.
Op het erf bij de boerderij ver
se heem te midden valn het gewoel der
■menigte de weduwe Chavanon. Zij
wus nog jong; nauwelijks vijf-ein-
dertig jaar. Een versleten japon en de
groote klompeni, waariix haar vo/eten
schuil gingen, gaven haar een armoe
dige uiteailijik. Vier kim/deren, even ar
melijk ge/kleed als hun moeder, volg
den haar, baar hij den roik vasthou
dend. Een vijfdie droeg zij op den
arm.
Toen zij de nxexxigte bemerkte, die
het .erf v'uidie, liet zij het hoofd zinken
exx igimg zij zitten op een omge/wox'pen
kruiwagen naast de tafel, diie wa's ge
reed gezet voor'dten dieunwaarder. Eexx
gemompel gi'ixg op uit de mendlgte.
De deurwaarder en zijn schrijver
kwamen aan. De deurwaarder heette
llousseaux eax w/a.s een. vroölijk joviaal
m;an. Hij. groette links en rechts, ging
naast rijm klerk aan de tafel zitten,
spreidde een servet daarover uit,
waarop hij papier neeiiegdei, fluister
de rijn helper iets in het oor en beval
terwijl hij ee/niige miatemi nx'et zijn. ivo
ren hamer klopte, stilte.
Eerst zullen wij de lamdbouw-
gerieedschapp&ix verkoopen, begon hij.
Wij /hebben hier een houten eg met
acht rijen pimnexx, die wat afgesleten
zijn. Een kooper voor 20 francs
Niet?Voor 10 francs?..,. Voor 8
francs 3 francs
Een boer knikte, toen een tweede,
vervolgens nog een. dórde. De: eg wlerd
toegewezen voor vier en een huivert
franc.
Vervolgens verkocht mexx dën ploeg
en een wagen. Alles bracht nog geen
35 francs op.
Nu begon de weduw.e, dte hiaar kin
deren stijf teglen zich hield aange
drukt, te weenen.
Wij. zulten overgaan tort den ver
koop van het vee, verkondigde de
deurwaarder.
Men verkocht een varken, drie
koeiexx eax een paard.
Hoeveel is het nu vroeg, fluis
terend, d,e weduwe.
De klerk tëldie de getallen bij el
kaar.
Vijfhonderd een en tachtig francs
'tachtig cenrtimen.
Nu snikte de arme vrouw het uit.
Meedoogenloozen, gij hebt dus
afgesproken, am vain mijn ongieluk
misbruik te maken Vijfhonderd
ëen en tachtig francs voor het kost
baarste van mijxx boerderijBestaat
er dian geen medelijden meer in Cou-
saixces-eraBri/e Doch het is maar de
weduwe Chavanon, nietwaar? Mis
schien kenit gij mijn geschiedenis niiiet.
Luistert, brave lieden, ik zal u haar
v'ertell'eai. Toen Chavanon, de brave
man, gestorven was, ging mijn zaak
eerst nog vrij goed eix ilk kon het vol-
cl) jaar te Jau/nietrte nog de jschoome
koopen, die Pierre Forgeaiis daar
even heeft ingepalmd' voor achttien-
(kroonen. Maar toen werden, de kinde
ren ziele, .eerst Jean-, toen Annette,
vervolgenis Marie-A-nne, en toen de
andiere.- Een dókter vraagt Veel geld.
Mtijn' geld was op toen ik op mijn'
'beurt riek werd en een longontsteking
kreeg, tengevolge van kouvatten bij
de verzorging mijner kinderen gedu
rende gaxxschie nachten:. Men heeft mij
naar het gasthuis te M'elun gebracht-,
en de kinderen naar het liefde-gesticht
Ik bleef daar twaalf weken en toen
ik terug kwam, was de landheer daar
om twee termijnen huur van mij te
ëischen.... Ik vroeg uitstel. De man
werd boos en dreigde met oen verkoo
ping van- mijn fgoe.dHemel, mijn
meubelen latlëen zouden ruim vol
doende zijn, onx dten landheer te vol
doen, als gij wat minder bageerlg
waart. Met het overige van d-e op
brengst der vertkooping zou i'k mij el
ders kunne'n vestigen.... Ach,, begrijpt
gij dian zulk ieen to.astand niet
Wij zullen aan de meubelen' be
ginnen viel mijnheer Housseaux, die
tot hier toe heel beleefd geluisterd
had' naar het verhaal dër weduwe,
deze in de rede. Hier is -een wiëg, een
teenemi wieg met toebelxoórexx.titen
francs voor de wiëgEr is een kooper
voor tien francs
De weduwe Chavanon sprong over
eind', met opeengetolem.de lippen, en
haar blitokeix dwaalden angstig, over
de. meixigte.
Een der aanwezigen merkte op, dat
de dooi" den deurwaarder bedoelde
„kooper" niemand anders dan dë we
duwe zelf kon zijn en hij vond. het
schandelijk, dat zij dit geld aan lxaar
schuldeischers onthield, onx er de
wieg van haar kixxderen voor terug te
■koopen.
Tien francs i Titen franc® voor de
wieg, schetterde de deurwaarder
Eenmaal andermaal do wieg
voor
Zijn 'hamer was op het punt neer te
vallen., toen een stern riep
Tien francs vijftig
Men keek om
De mian, die gehodien had, wals va
der Aumignon, een oude zonderling
uit Co usances, belkenld om zijn eigen
aardigheden, maar van wien tevens
verteld werd, dat hij vrij vermogend
was.
De weduwe Chavanon keëk haar te
genstander gedurende eep seconde
aan en riep toen met sidderende stern-
Elf frames
Veertig francs! hernam vader
Auma gnoii.
D.e menigte drong nieuwsgierig nog
dachter opeen.
Veertig francs vijftig
De weduwe Btte een kreet.
Foei', vader Arandgnon.... Dat 4s
de wieg, waarin iflc zelf heli gelegen,
waarin al mijn kinderen achtereen
volgens; hëbbein gebJiapen en gtespeeidl
Een. moeder kam de wieg harer ldnde-
r-eax niiët laten verkoopen... Hoort ge...
Deurwaarder, zestig francs vijtfiiig
•Mem zou een- speld liebben kunnen
hooren valilën op het erf.
Zestig francs
Twee honderd- fraaxcs zeide op
Onverstoorbaar kalmen' toon de oude.
Een hartveavscheurende zucht sta g
op uit clie borst der arme vrouw.
Haar verschrikt© kinderen klemden
zich' aan (l.xaar vast....
Zij staakt de armen uit en de- klerk
sprong op, dtenk.en.de dat zij zouneer-
va.lL nMaar zich vastklampemid' aaln
het bëgeerdlè' voorwerp, xvees zij den
jongen) man met ëen gebaar terug.
Twee toom/derd francs vijftig
fluiisrterde zij.
Drie diuizend francs ztertde Vader
Aumign-on.
Witter dan marmer leumdle de we
duwe tegen den. muur....
Housseaux zag haar vragend aan.,...
Zijn hamer werd opgeheven....
- Drteduizend' francs. De wieg voor
dri'e duizend francsEenmaal, an
dermaal, voor de derde maai?.... Toe
gewezen
Een slag weerklonk. De 'hlamer was
gevallen.
Toten verhief zich rondom vader
Arumdgnon/ een storm valn veron/twaar-
di'ging. Zijn- .handelwijze scheen zoo
wreed, dat zelfs de meest hardA'ochti-
gen onder !de boeren luide hun afkeu
ring- te kehmien gaven.
De grijsaard deed echter alsof hij
het niet bemerkte. Hij trad op de tafël
van den deurwaarder toe, telde litotn-
dërdv'ij.ffd.g- goinden Louis nteer en' to en
w-andde li.ij zich om tot de menigte, dte
m,et idreigende gebaren op hem aan
drong.
Is- dë verkooping- openhaar of
niet? Of heb ik niet het recht te-koo
pen, wat mij aanstaat, en ;er mede te
d'oeix wat ilk wü
Eten dreigend gemompel was het
antwoord. Niieanandi sprak toean echter
tegen.
Dus dat. geeft ge toeDeur
waarder, ging hij voort, rich tot
Ho.ussea'ux wendend, geef dte weduwe
de wieg, drte ik daarev'en gekocht toeh!
Zij is. ge/en vijftig stuive-r's waard^
maar ik wi'ldo mij het genoegen schen
ken. Goeden avond
Hij drong door de menigte en ver
dween, verwonderd aangestaard door
de verblufte boeren en dankbaar na-
gtetoliht door de weduwe Char anion
die juheiklle van gelu/k bij haar stapel
geld' en haar weergekregen wieg.
HET CONSERVElEREN VAN
EIEREN.
In het ,,-Vad." w-ox-dt dte volgende,
zeer gemakkelijke manier voor het
conserveer en van eieren meegedeeld:
Va-n belang' is zoo versch mógelijke
eieren te gebruiken. De toeele bewer
king is dlan, dat men de eieren zóo
mogelijk reinigt en ze gedurende een
halve minuut in goed kokend water,
dompelt. Door d'at. korte verblijf in
ko/kon/d water n.l. stolt een zeer dun
laagje (liet buitenste) eiwit, waardoor
de poriën van de eierschaal luchtte'
dicht gesloten worden. Men legt de
eieren vervolgens in den kertdep, in
ïëd'er geval in een koele ruimte, en'
niet zetten op een eierrek, maar leg
gen, .Wefst in bakken -met kaasbodem,'
opdait de iuë'ht er aan alle kanten kan'
toe,ti-eden., ,en k'eert ze eiken diag.
„Met oip deze' wijze behandel dë
eierten nam ik de volgende proef. 'Zé
werden genummerd' m-et 1, 2 en 3, enl
de datum van conserveer en er op
vernield. No; 1 opendte ik na één'
maand, no. 2 na twee en mo. 8 ha drié
maanden. Alle eieren waren iin uite
atekën'den staat bewaard. Bij (het ope
nen was toet eenige gevolg van het
dompelen Sin kokend water, dlajt er
zich iets w.olka'chtigs melkachtigs in
het wi-t bevotod, natuurlijk het buiten
ste gestolde eiwitlaagje, do'oh daar
men weet wat dit is, beitieekent hefc
Uiets. Kookt men 'zoo'n. ei, drin be
merkt men ër nitets van, en bij klut
sen wórdt hert weggeklopt.
Het li's best mogelijk, dtoit op deze.
wijize geconseiweerde .eieren nog veel1
lahger goed blijven-, miaar voor mijn
doël was het voldoende. AIS rnien ein'-
de Augustus conserveert, heeft men
dus tó'i in December goedé eieren en
diaarna worden dte versche reeds
goedkooper. In ieder geval is dit de
gemakkelijkste en dloel/mriitigste mij
bekende mla-nier."
VIER EN TWINTIG MILLIOEN
BRUIDSCHAT.
In December heeft in Neiw-York het
huwelijk van' miss Gladys Vanderbilt
mét graaf Ladislau Szechennyi
plaatsde tegenstand, door de fami
lie van de bruid tegen deze verbinte
nis gebo.den, is vruchteloos gebleken.
Het huwelijk belooft in fabelachtige
pracht alles rte overtreffen, wat in
New-York tot dusverre in deze bran
che i'3 vertoond.
Dezer dagen vertrokken' reeds uit
Hongarije een aantal persoonlijk©
vrienden van den bruigom, om da
plechtigheid bij te wonen. Graaf
Szeclxenhyi zelf wordt door dagblad-
fotografen letterlijk achtervolgd,
maar daar* hij beslist weigerdë ta
worden gekiekt, en een Amerikaanscto
sensatie-artiikel zonder plaatjes een
voudig belachelijk is, liet men uifi
Hongarije foto's komen, niet alleen'
van dien bruigom, maar tevens van'
zijn pa, zijn ma, zijn -oma, en verdëtf
van alle voorouders, waarop maai4
beslag kon worden gelegd.
Ito. de laatste dogen heeft de moe-