Rood Lieht.
ate één van hen geweest ben, ant
woordde de bezoteker.
U?
Moore wilde op deal bezoeker los
stormen, d'Cdh Wil sea- liield hem te
gen.
En nu durft u hier komen riep:
Moore opgewonden. Ik «al dadelijk'
de politie kennis geven....
- Geneer u niet, ainrtwoordd'e de
ingenieur. In het belang uwer cliën-
tèl'e zal de politie zich verheugen, te
vernemen, dat het bediralg, in uw:
fctrandhast .voorbanden, slechts1 vijf
tig dollars en tochtig cent bedroeg.
Juist. "Meent ge soms, dat wij
het geld voor cle spitsboeven laten
liggen Dat wordt in veiligheid ge
bracht.. i
Zoo Maai-, waarom houdt u eé
dain «00'n solide brandkast ojp na?
Ik ban overtuigd, als het bericht be
kend wordt, dat het publiek een be»-,
storming op uw kas zal beginnen en
dat de politie zich niet met uw vert-!
■zekering zal tevreden stellen.
Mooie en Wilser wisselden eert
.blik.
Het genoemde bedrag, ging
Smith voort, 'hééft mijn collega tot
zich genomen. Ik ben weggegaan
zonder een cent. De heeren zullen het
dus billijk vindén, als ik verzoek, mij
voor het geleden verlies schadeloos
te stellen.
De compagnons fluisterden even.
Toen deed1 Wilser leenigte schreden
naai' de deur.
'Halt, riep de ingenieur, geen stap
.verder. Ik verzoek den heeren op de
sOfa plaats ie -nemen. Bovenidieü
waarschuw ik u, dat een vriend van
mij buiten op straat op hiij wajcht en-
indien ik in eetn half uur niet bene
den beu. openit hij 'een' brief, waai-in
ik alles heb uiteengezet. Ook hij
klopte op zijn aak houd ik fa'ier
een revolver met zes loopien voor ge-1
bruik gereed-.
Wilser trad haastig terug en bei
de chefs -gingen op de sofa zitten,
Ik zie wél, merkte Mo ore op, dat
wij met een meneer te doen hebben.
Smith boog beleefd.
Welke som, nam Wilser nu het
woord, mogen wij u aanbieden
De heeren zullen dertigduizend dol
lars niet te veel vinden.
Dertigduizend, dat' is een schan-1
daalVloog Moore op. Bedenk, dat
indien mijn vriend en ik willen, ge
niets ontvangt. Voor dat u In staat
is de politie er in te mengen, kunnen
wij reeds vefr weg zijn. U ziet,, dat gij
ons niet zoo in uw macht hebt, als ge
denkt.
De ingenieur lachte.
vergeet, dat 'het overmorgen
de eerste is. U weet, welke inkomsten'
die te)rmijn voor u beteekent en dat
geld zullen de heeren wel niet in den
steek laten.
Wilser beet zich op die lippen.
Twintigduizend, bood hij.
Dertig.
Vijf-en-twintig
Smith stond op.
Zooals u wilt, ik....
Nu vooruit, dertig., haastte Wil-
WSarót1; <ïa..,*ti0'°W|\ Jigtfl SP..,,™®:
stilzwijgen bewaart.
Dat spreekt van zelf. i
De heeren schenen voor alle geval
leen van geld voorzien te zijn, Want
Moore nam een portefeuille uit zijp
'aak en telde de dertigduizend dollars
in bankbiljetten op tafel uit.
Smith verzocht deu compagnons,
zich naar dén meest verwijderden
hoek der -taM terug te trekken, toen
kwam' hij dichterbij, telde de som eb
stak z© in den zak.
Gelukkige reis, heeren
Haal dé dje, bromde Moore.
Zijn gezicht tot het laatste oo.gen-
blik voorzichtig naar de heeren ge
wend, verliet Smith de spreekkamer.
Na een eind te voet gegaan te zijn,
piep Smith een rijtuig a'-an. Hij was
nu een welgesteld man en kon zich
'de weelde van -eten rijtuig veroorlot-
Vijfde Ave/nue 23, riep hij den
•koletsier toe.
De wagen hield Weldra voor een
prachtig huls stil.
Is meneer Goldsmith thuis?
vroeg de ingenieur een bediende in
rijke livrei die open deed.
Meneer Goldsmith is wel thuis,
maar ik twijfel, of hij te spreken is.
Wilt ge hem dit kaartje ovéri
h'and^gen
Hij overreikte hem eetn kaartje, ha,
ér met .potlood iets op geschreven té
hebben.
M-aneer Goldsmith wacht u, zei
de lakei na twee minuten.
Kort daarop stond Smith voor den
miillfiomair.
U wemscht mij in zake deWilser-
bank ie spreken en verzekert mij, dat
uw medJedéelamg mij: voor een guoot
verlies zal bewaren? vroeg de rijke
man.
Zeker, meneer. U heeft tweehon
derd duizend dollars aan de banik in
bewaring- gegeven. Wat geeft u mij
voor een mededieeli/ng', die voor u
twee honderdduizend dollars waard
ts?
De millionaai' lachte.
Zijn tv-" du'zend te veel!
Indien dj werk«!ijik die w-aiardé be-
zi1 neen.
Dan zal ik u vertellen., dat zich
in de brandkast van genoemde bank
niiet meer dan vijftig dollars tachtig
cent bevinden.
Hoe weet u dat?
Dat is mijn geheim. De directeu
ren rijn van plan er van door te
gaan en wachten nog slechte dién
eersten af om de koimande .gelden
•mee te nemen.
Hoe kan u dat bewijzen?
De ingenieur teldlo den m/ijlionair
de dertigduizend dollars voor en zei:
Zooveel hebben de heeren mij
gegeven, opdat ik vijf 'dogen zou)
zwijgen.
Opgewonden liep de atndér de kam
men dioor.
Ik hield do bank voor zoo zeker.
Als u d'rect do noodige schre
den, doet, kuipt u dé tweehonderddui
zend dollars er uit halen. Om het
overige te behouden, betalen de hee
ren u zeker uit. Indien u niet wilt,
ga ik maar dJe andere cl/1 enten. ik
lieb de lijst en verkoop mijn ge
heim aam llxen. Indien velen komen,,
is het de vtraag, of ieder veel' krijgen
zal. Betaalt u mij detdenduizend dol
lars, dam verplicht ik mijl, verder
aam niemand mijn geheim te verra
den.
Wiat moiet dk doen? Wist ik maar,
of ik u kon vertrouwen 1
Geef mij uw eerewoord mij niet
te verraden, dan zeg ik u hoe dik het
geheten' weet.
- Mijn woord v,an eer en ihdeatme-
de drukte hij den ingenieur de hand.
Dezx vei'telde die geschiedenis vatrc
de inbraak.
Aha, dat is wat anders ja,
dan is het hoog tdjfd.
Ik kwam het eerst bij u, omdat
u er voor de grootste som in betrok
ken is.
Dank u. U tzal de tienduizend:
.nebben op voorwaarde, diat ge bot
heden-avond niemand tets ivaai uw
ontdekking laat merken.
U 'heeft mijn belofte, mijnheer
Goldsaniith.
Goed hier is het geld'. Indien
ge woord houdt en ilk red 'mijn geld,
dan -kunt ge. morgen nog vijfduizend
hallen,.
ilk aai tndet Ontbreken, mijnheer
Gokten idith. Ik dank u en wenscti u
succes.
.Smith verwijdende "zilch en steeg
in, zijn rijtuig.
No. 31, riep hij den koetsier toe.1
(Ezel-, mompelde hij,, de lijt&t ma-
zieaxde. Denk je, dat ik niet meer ver-
dienen wil dan die vijf duizend?
In No. 31 woonde Flatters. Deze
was voor homderdbwintaigduizend dol
lars bij ,die bank geïnteresseerd. ,Smit:
liet zich aandiiienien en had, miert' hem
hetzelfde gesprek nis met Goldsmith.
Natuurlijk was Flatters de ;eerste,
dien hij opzocht, natuurlijk verplacht
te hij zich er met niemand over ta
.spreken.
Zeer tevreden nam hij ,hier zes dui
zend dollars in ontvangst.
Van Flatters reed hij naiar Robin
son en zoo van dien een na-ar den an-
ck'i 's Namiddags urn drie uur had
hij twee en twin,tig bezoeken afgelegd'
en buurten de dertig duizend der
tank de som, van vijftigduizend in
<len zak.
Nfu is het genoeg, zei (hij. Ten
eerste ben ik uitgeput van het vele
werk, ten tweede zon het bericht
nu wed eens bekend kunnen zijn en'
men mij' in het gezicht kunnen uit
lachen, wanneer ik lien verder al's
miaL'k'looetjie wilde gébruiken, ten deer
de begint de 'grond mij nu langzamer
hand ook te lieet te worden. Indien,
de heeren merken, dat ik on liet be-
lang der arme cliënten' mij niet door
hun dollars heb laten omkoopen, zul-j
len zij woedend zijn en mij gaan op-'
zoeken. 'Bovendien zijn. de overigen'
Daarom vlug maar het naaste sta-,
tton hedenavond ben ik reedis ver
weg-. Eh wel 'als kapitalist en mijn
kapitaal is eerlijk verdiend geld.
Zoo reed hij naar het station.
Wilser en Moore Waren uiterst ver
baasd, toten Goldsmith, zich aanmeld
de ,doiC'h zij moesten hem, wel bevre
diger Daar nladierde- echter reedjs
Flatters, dicht achter 'hem Robinson
en zoo volgde sctoulidla'iisctoer opsctiuld-
•etecibei' en toen dé heeren, omdat zij
te talrijk waren, niets meer konden
kirijigen, riepen zij de politie te hulp
en vóór de houders dier banik- er nog
eenig .vermoeden van (haddien, wanen
rij li,n ihedhtleniis genomen en .wegge
voerd. Allen, Wilser, en Mooae- inde
eerste plaate, scihimpben op den inge
nieur, do-ch de pers en duizenden
kleinere kapitalisten schimpten niét
mee, iwant die ingenieur had' (hen
door -zijjjf handiglieod ivoor zware ver
liezen bewaard'. Het gelukte namteiijfc
de plaats te ontdekken, waar Wilser
en Moore groote sommen verstopt
hadden,
„Door inbraak gered!" onder de
zen titel gaven dé couranten berich
ten over deze aaak.
Sirmiith was een reddieir, een welidtoe-
netr dier men'sctohed/d (geworden nie
mand dacht er aan hem te vervol-'
gen of 'hem het geld weder of te ne
men.
Hij vertrok met. „zijn eerlijk ver
diend kapitaal'' naar QaiLLfarnië.
Reeds meer dan tien jaar heeft hij
zich diaar gevestigd als farmer en
mtijnbeizitter, telt onder de. rijfklste
■burgers van het district, heeft een
vermogende en bekoorlijke planters
dochter getrouwd* is vader van twee
allerliefste kinderen en in dén wa
ren zin dee woords een gelukkig man-,
wiens vermogen op verscheddere
hondérddudizendem dollars geschat
wordt, en die toert algemeen vertrou
wen geniet.
(Uit de herinneringen van een
machinist).
(Naar het Duitsch.)
Sindts twee jaren was ik geëxami
neerd stoker en reed te zamem, met'
den machinist Hausler op den snel
trein Berlijn—-Ween en, op het ge-
dëelte Berlijn-Falkenberg. Deze trein
veria-at om 5.30 's namiddiags het Am-
halt erstobion. Ik was op dien dag
reeds om 3 uur in de mochineloods,
om te zien of de locomotief opge
stookt was. Volgens de instructie
moest de machinist een uur vóór het
vertrek in de machinelo-ods zijn, en
gewoonlijk kwam Hausler dan ook
precies op tijd. Nu was het echter
reeds 5 uur en nog had hij zich niet
laten zien.
Tk probeerde nu dén Zand strooier
en de beide stoompompen, die het
water uit den tender in den ketel drij_
ven, zog naarstig naar het vuur, dot
in bijzonder goeden staat moest zijn,
wilden wij den 91 minuten langen rit
in den voorgeschreven tijd afleggen.
De volde snelheid loonden wij eerst
aannemen, wanneer wij hert station
uit en G ro se-Lichterfelde voorbij wo^
ren. Maar dan moesten wij nog bijt-
na 150 K.M. in oen stuk afleggen en
alleen in de grootere stat'ons mocht
de snelheid ©enigermate verminderd
wordenHet was dus reeds 5 uur,
zonder dat Hausler gekomen was. Ik
moest wel aantnetmem, dat bij ziek
was, of dat hem een ongeluk was
overkomen, en ik wilde reeds naar
dein opzichter der loods gaan om hean
daarvan melding te maken, toen ik
Hausler zag aainkomen. Hij groette
mij vliuc'lirtig en Vroeg' slechts
Is alles in orde
Daarop besteeg hij de locomotief en
probeerde zelf alle ventilen.
Terwijl hij anders bij deze hoogst
gewichtige onderzoeking zeer be
dachtzaam was, vond ik hem nu
haastig, ja zelfs onoplettend. Hij brak
midden in zijn onderzoek af en zette
zich op de wenktuigenkast, die op den
tender aangebracht is. Wel 5 minu
ten lang zag hij star voor zich uit
dan stond hij plotseling op en vroeg
weer
Is alles in orde, Max
Jawel, Hausler, zoo antwoordde
ik, hert wordt, tijd, dat wij uit de
loods rijden, wijl wij nog een paar
machines, die voor ons staian, moe-,
ten U'i'tzetten, voor diat wij de lijn
naar het station vrij hebben.
Ja, ja, antwoordde Hauster haas
tig, en dan stond hij op en ging, naar
het scheen met onzekeren stap, op
zijn standplaats. Had ik niet gewe
tera dat Hausler een buitengewoon
matig menscii wap, zoo had ik kun
nen' aannemen, dat hij dronken was;
dat echter Hausler aangeschoten in
dienst zou komeh, was ondenkbaar.
Wij reden zeer langzaam de loods
uit en rangeerden zoo voorzichtig
mogelijk tussóben de locomotieven
door en volgens voorschrift stonden
wij tien minuten voor liet vertrek
van den trein buiten liet stabion,
evenwel nog niet aangekoppeld. Wij
hadden goede spanning en uit alle
kleppen billies de overvloedige stoom.
Hoe gaat het met uw vrouw
vroeg ik, om hem uit zijn lethargie
te. wekken.
Mijn vrouw,, vroeg Hausler ver
schrikt, het gaat haai- goed, zeer
goéd, zij weet nog van niets.
Is u dan iets onaangenaams we
dervaren vroeg ik verder.
Onaangenaams, mij Neen, ik
weet vsn niets. Zei te soms ergens
iets van Hét was zoo maar eeai ge
zegde van -mij, en mijn vrouw mag
daarvan niéts weten.
Twee groote tranen rolden plotse-,
F lig ovjer Hausler's gezicht; hij
wendde zich haastig om, om ze voor
mij te verbergen, maar na wéinige
o ogenblik ken keerde hij zich weerom
en zijn gezicht zag er rustig, zij hét'
dan ook somber, uit.
Gevoelt ge u niet wel vroeg ik.
Ga, antwoordde hij haastig1, ik
v TSe-aftrysfe
digdetn liet vertrek aan. Het twee
maal 'herhaalde fluitsignaal van dén
hoofdconclucteur 'gaf okis het hevel
om te vertrekken.
Hausler ontwa'akte uit zijn voon-(
zich-uitstaren, gaf het fluitsignaal en
zette dan. geschikt als altijd, «ten
trein te beweging. Zonder qponthoud
reden wii onze 91 minuten. Juist 7.11
kwamen wij in Falkeribeng aah. Wij
werden afgekoppeld en roden' op een,
zijspoor; vier minuten' later joeg, de
trein verder. Wij voélden onze m,a^
chine eerst naar de waterkraan en
vulden voor dien terugrit den ten
der dan namen wij koleci in en re
den op de draaischijf om de locomo
tief voor den terugrit te wenden.
Diaarna zetten wij ze op een zij
spoor vast en nadat Hausler al zijn
plichten als malchimist vervuld had,
ging hij naar de wachtkamer voor
toet treinpersoneel om daar uit te
rusten. Ik m-oest op de machine Mij-
ven, maar kon mij echter voor kor
ten tijd door een poetser uit de loods
latenaflossen om een wer'nlig uit te
rusten.
Het vuur onder den ketel werd zoo
onderhouden, dat toet bi-t uitging,
en dat het een half uur voor het ver
teelt tot vollen gloed kon gebracht
worden. Vooruit gaail kon de machi
ne niet, want zij stond op een dood
spoor en de spanning na'm weldra'
zoo af, dat tk ze zonder zo'ng aian de;
•hoede van dien poetser kon' ovaria-
ten. Het was een uur na onze aan
komst, toen ik naar de wachtkamer
ging en in de groote wachtzaal Haus
ler opzocht.
De wachtkamer voor liet treinper
soneel is van tafels, stoelen en enke
le Slaapbanken voorzien. Ook is er
een kleine bibliotheek, Waarin techni
sche werken.
Hausler maakte vroeger dikwijls
gebruik vaai deze bibliotheek om boe
ken over machinebouw, locomotie
ven' enz. door be studeereu, en zoo
zijn kennis te vermeerderen. Heden
hield hij zich bez:g met schrijven. Er
waren .buiten hean nog twee mUchinis-
tem dn ar, die op d'e sofa's lagen en
sliepen. Hausler schreef zeer haaskg
wat ik niet van Item gewoon was. Hij
knikte mii toe, toen ik binneaitrad en
schroef toen verder. Ik meende te be
merken, dat in den brief, dien HatiS-1
Ier schreef, en waarvan hij reeds
drie groote bladzijden vol had, van
groote geldsommen sprake walsook
de naam Rothschild" kwam dikwijls
voor.
Ik vroeg Hausler of hij i'ets wilde
gebruiken. Er was een poetser bui
ten, die ons in het steG onsrestaurant
eten en drinken kom halen. Hausler
was, zooals reeds gezegd is, geen
verkwister maar een glas bier dronk
hij toch wel eens, en ook at hij meest
al een kleinigheid, wijl hij eerst des
avonds om elf uur naar huis kon
gaan. Heden echter weigerde hij en
zei:
Ik heb -geen' igeld I Ik moet wel
verhongeren of .ik wil of niet. Ik kan
niets meer eten. Alles is weg, geheel
weg
i Die manier vain spreken viel m'ij
natuurlijk op. Het was niet geksche
rend gesproken, want Hausler zager
niet naar uit of hij schertsen' wilde.
Was het echter ernst, dan moest
ik voor ziin verstand gaan vroezen,
en de onrust, die zich van mij mees
ter gemaakt had, groeide steeds aam.
Ilc kon mii in de wachtkamer slechts
zoolaing ophouden olm eemj kleinig
heid te gebruiken en een glas hier te
drinken, dan moest' ik evenwel naar
de locomotief terug om het vuur weer
in orde te brengen en de spanning te
veriioogen. Ik trok hert, vuur uit el
kaar, wierp voldoende kolen- op, zoo
dart het leven digier 'begotn te branden
en had weldra weer' normale span
ning.
Toen het tijd werd, oan op .de lijn
te rijden, waar wii ons weer voor dén
Wéener snélt rein zouden zetten,
stuurde ik den poetser naar Hausler,
wijl deze tegen zijn gewoonte, heden
nieit van zelf voor de terugreis ver
scheen. Hij beproefde ook niet, zoo
als gewoonlijk, (het functioneer en der
pom,pen en stoomkleppen, hij scheen
ziéh .geheel op mij verlaten te heb
ben.
De trein liep juist eén weinig voor
9 uur Falkenbeng' binnenen de Ver-,
wisseling der machines was zeer vlug
volbracht. Ook deze trein was zeer
sterk bezet en telde over de vijftig,
assen.
Tot Herzberg reden wij nomVaalin
12 .minuten. Dan hadden wij tort Jü-
terbog vijf en dertig minuten spoaiens.
Ik bemerkte oen bestendig' Wassende,
opgewondenheid' bij Hausler. Hij
sprak voortdurend in zich zelf, stiet
toornige woorden uit, die menigmaal
als een vloek klonken, gesticuleerde
heftig met de armen én scheem ge
héél "vergeten, waar wij ons bevon
den. Door de dirie tusSchenstaüions
tot Jüterbog reden wij met beangsti
gende snelheid, zonder matiging van
tempo. Ik waagde het irvet Hausler
op 'zijn fout opmerkzaam ie maken,
daar hij op dit punt zeer kwetsbaar
was. Toen wij evenwel voor hlét sta
tion Jüberbog hotsignaal „langhaam
rijden" zagen en Hausler zich niet
het minste om dat signaal bekom
merde, tr.ad ik naast hem, en draai
de den regulateur een weinig toe.
wijl wij anders onmogelijk voor het
perron konden stilhouden'. Hausler
sloot daarop zelf den stoom geheel
af en hield, overeenkomstig het voor
schrift, voor 'het perron stil.
Om 9.52 reden wij van Jüterbcfe: af
en Snelden vee)rfcién minuten later
stiil in Luchenwalde. Hausler Was in
tegenstelling- met zooevetn, zeer rus
tig gewordenmaar zijn gezicht veiv
duisterde steeds meer een meer en
toen ik kort voor toet volgende ster,
tion den regulateur wilde vatten, om
dat ik geloofde, dat Hausler nogmaals
vergat de snelheid vah den trein té
matigen, ontving Ik van hem eten
zeer onzaohten stoot, en fijin stam
klonk vast schreiend, toen hij mi]
toeriep
Dat is mijn zaak Wat wilt gJ]
Het. oponthoud van ééne minuut in
Luchenwalde werd .door mij benut
om opnieuw kolen o.p te doen, en
dan joegen wij verder.
Ongeveer vijftig kilometer, alzoo
bijna de. helft, van den afstand,, moes-
•j zAn «teik af
leggen. Hauslea- bevond zdeto thans
op zijn plaats.
Plotseling greep hij mij bij dien
arm en vroeg
Hebt gij hem gezien
Wien vroeg ik verbaasd.
I Hij keek al in Falkenberg uit de
coupé, ze" Hausler, Ihij komt van
Weenen en dezen keer heb ik hem
Wien -meent gij iiio'eg ik nia-
tuuriijk verw'onderd.
Rotschild, sprak Hausler weer.
Hij komt van Weén-en om het geld te
halen. Maar dezen kée-r heb ik hern
vast. Wem kolen op, ik heb stoom
noodig.
Ik opende de deur van den vuur
haard en .zag. diat) er nog genoeg, ko
len op waren.
Eli* behoeven nog geen kolen op,
verklaarde ik.
Woedend greep Hausler den ket
ting, waarmede men, de van zeüf toe
vallen,de deur opentrekt en to'ornig.
riep hij
Schud kolen op, ik heb stoom'
noodig. Ik rijd door Berlijn heen di
rect to't in de zee. Daar verdrink iki
Rotschild 'en da-n moét (hij mijn geld'
nog eens afnemen. Wilt zij opschud
den of niet
Hausler greep plotseling een z|war'
ren schroevendraaier eto hief hean
om(h,aog, als wilde hij mij neerslaan.
Ik wiem kolen op het Vuur tot
Hausler mij toeriep
Voorloopig genoeg. Maar let op
het vuur. Ik raioet zestig utmosphe-
ren stoom hebhein. j
Wien zou het niet- angstig te moede
zijni, wanneer men zich alleen be-
vhidit met iemand, bij wien zich plotr
seling teekenen van waanzin verton
nen En hoe dubbel verschrikkelijk
is zoo iets, wanneer men zich mét.
een krankzinnige alleen bevindt o'p
eén sneltrein-locomotief, dié met een
snelheid ran 90 K.M. per uur voort-,
jaagt. Ik wil hierbij voegen dolt ikt
niet voor mijn eigen léven sidderde, j
Maar met schrik dacht ik aan depl.i
m. 300 passagiers achter ons in den;
trein, die niet de minste gedachten'
hadden aan het, gevaar, waarin zij
verkeerden. De machinist Wals zon
der twijfel krankzinnig en vah plan)
onder geen o'mstamdi-ghedetn den trein
,te Berlijn te doen stilhouden, moiar
rnet toem door te jagen, d. w. z. een
catastrophe te veroorzaken, waarbij-
waarschijnlijk meer dan de helft der
passagiers hun dood zouden vinden.
Wat hiélo 'heb, zoo ik probeerde
Hausler van zijn plaats te drtihgen
en de locomotief tot staan te brengen?
Hij sloeg mij neer, zoodira ik ©eh hand
durfde uitsteken'. Ik zag het aan zijn
van toom fonkelende oogen, waarme
de hij m'ij mistrouwend aanzag. En
of ik nu al sohreeuwde en met dé
armen zwaaide om de beambten op de
tusschenstations opmerkzaam te ma
ken, het hielp toch niet, want slechts
één kon den trein -tot stilstand toren-1
gen en dat was Hausler, de waan
zinnige machinist. In bet eerst was
jk als verlamd, daarna zéi ik tot mij
zelf, dat heb lafheid was alles verlo
gen te geven. Ik had Hausler gaarna
.aangesproken, maar ik wist niet wat
hem te zeggen. Door tegenspraak
hem op te winden, mocht ilc natuur
lijk teert doen, en een onverschillig
gesprok met hem aan te vangen, dat
was iets, waartoe ik mij niet in staat
gevoelde.. En toch moest ik wat dolen.
,om zijn onmerkza.amheid van mij af
te leiden. Hij toeschouwde mij voort
durend met dart wa'nJtr.ouwen, dat al
len waanzinnigen éigen is en toevali
mij sleéhts nu en dan met korte woor
den, kolen op te werpen. Den ijzeren
schroevendraaier hield hij steeds valst
en iedieren keer als bij mij -bevel bot
kolen opwerpen gaf, 'hief hij hem
dreigend omhoog. Ik moest protoee-
ren zijn opmérkzaamflieid van mij af
te leiden, omdiat het mij daarom ta
doen w-os, den tweeden gtrooten
schroevendraaier, die zich in de weak-
tu'lgenkast achter ons bevond, in bé
zit te krijgen.
Br was géén ondiere mogelij'lvHieldl
om den trein en de passagiers te red
dert, dart Hausler op een onverwacht
o ogenblik neer te slaan.
Het viel mij hard, God wéét liet,
een man, dien ik achtte en hoogschat
te, als een wilid dlier neer te slaan.
Maar waar het gold de redding van
300 reizigers, mocht ik niet aarzelen,
een andere redding was niet moge
lijk. Ludwigsfelde was gepasseerd.
Ongeveer 24 K.M. lagen nog voor ons
en daarvoor hadden wij nog een tijd
ruimte van 20 minuten. Ik zal nooit
vergetendat mij, in; weerwil van die
verschrikkelijke situatie, de zaak toe-
laéhelijk voorkwam, toen (ik Hausler
de bemerking maakte
Het is hedenavond koeler dlam1
anders.
Hausler zag mij Wantrouwig a-oïn-
en zweec.
Uw vrouw zal u wel aan het sta
tion op wachten, zei de ik vervcAtgens,
zoo Tustte mogelijk.
Dat. hindert niets, vertelaarde
Hausler, -ik rijd toch door in eenein
keer tot aan de Oostzee. Ik houd niet
meer stil.
Maar uw vrouw zat ai oh verwlom-
deren, spralk ik.
Zéker, zei Hausler lachend,
malar wanneer zij Rotschild Sn den
treiin zd-et niet. meer zij weet, dat ik
hem verdrinken |wid. Eh bovendien,
rijden wii weer direct terug. Zij
heeft maar een half uur te wachten.
Grossbeeren was voorbij-gejaagd,
zonder ook de snelheid in het minst
te matigen.
Wij naderden Grosa-Lichterfelde;,
waar rich gemakkelijk bij de groote
vervroeging; die wij haklden, een
Beriijn-er locaaltpettn op de lijn kon
bevindën. iD© Itrredn was IntuSSdheai
reeds van de voorbij gereden staltions
gemeld en het signaal stond op „Wij".
In een dichte stofwolk gehuld, dié
bij de r.azeh'de vaart omhoog dwar
relde, joegen wij door het station.
Als' ee.n visio'-em vloog L/ichiterfélde|,
met zijn gebouwen voorbij en in volte
vaart gin? liet op het Berlijn er ran-
geer-emplacemenlt toe, vahi waar ons
honderden lichten tegensdhttterden.
Ik zag naar rechts vooruit en ge
loofde mij niet te vergissentoen ik
op verren afstand het rqode licht, het
haLtesagmaol \fopr onzen 'trein bfe-
merkte. Wij stonden voor de cata
strophe en binnen wéinige seconden
•u/o a -nJiat. «IticiKtro xY\'JJ-r» lot. Tninini* rvnlk
dat der drieiionderd passagiers rich
ter ons bezegeld.
Duidelijk zag ik liet toaihsdgraaialli
voor onzen trein de lijn was ni'etJ
vrij. Ik voelde, hoe van schrik mijn
haar op het hoofd te bergé rees en ik
zelf geraaide als hot ware ook \in e.en
soort van waanrin. Met ongedooflijkië
.snelheid naderden wij toet hialit-sig-
nojal. Ik pakte Hausler's arm ein
schreeuwde liem met' een stentor
stem. in de ooren
Rood licht
Hausler staarde mij aan en riep
don
Rothschild Waar is hij
Rood licht, daarvoor schreeuw
de ;ik nogmaals met aanweindinlg al
ler kracht.
Rotschild, daar voorsprak
Hausler mij. na. Dan stiet hij plotse
ling een gillende schreeuw uit efn.
wetokbe zich iop de galerij, ölie langs
den ketel der locomotief voert en van
eecn hek voorzien is.
Hij vermoedde -in rijn wajaaazin,
daar .zijn vijaind Rojlhschild, dié hij
te lijf wilde gaan. Tic rolde dien giroo-
teu sohroevensleulfce.l u-it de Werktui-
'getttkast en sprong' toen op dén lée-'
gen 'mactoinisten-standIk. mochjbniet
fin eens den stoom afsluiten, anders
ischo'of dé trein als- een hrirm-onlca ito
elkoiaa' en hét ongeluk Zou niet min
der verschrikkelijk zijn. Langzaam:
■draaide ik dén regulateur toe en
bemerkte dat cle trein laingzamer
liep. Ik opende nu de stoonvldep voor
cBé 'Vatouümi-rem en ilioiorde /spoédigi
daarop het steunen en knarsen den
remklossennu sloot ik den. stoom
gehJeel af en'die trein hield ein-
del ijk st-'il vlak naast het signaal. i
Weder hoorde ik Hausler een kréefi
slaken. Ilc Zag. hoe hij zich ophief en:
ivam de locomotief sprong. Eeh ocgen-
bl'ilc blec-f hij als verdoofd liggen; dan
'sprong hij op 'eh liep gillend en
I schreeuwend tusschen de ra'Es wég.
|Geen menséh in den trein had oodc in
het minst géidacht aajn het gevalar,
waarin allen verkeerd hadden. Uit 't
station kwam ons de Leipziger suel-
trein tégemaat. geileden,, mét dien suel-
treiïidie als altijd 's aVofnds, st'eric1
bezet was. zouden wij in hét stlaSaiotol
in volle vaarf in botsing igelcomen-
zijn.
Qn'.zé trein ontving het signalal om:
jd'oor te riiden en langzaam reed ik
hét station binnen. Wij kwamen tiert
minuten te vroeg.
De inspecteur en de hoofdconduc
teur kwamen dadelijk bij de locomo-
taief en wilden ophielderinig heibbetn.
Zij Waren verwondend, mij alléén op
die machine te vinden, en ik Was zoo!
aangegrepen door wat ik in de laat
ste minuten d'oorsta'an hack diat ik
slechts moeilijk een verklaring kon
geven.
De vrouw van Hausler was n'altuur-
lijk verwonderd, toen zij blaar maml
niét zagik kon haar de treurige me-
dedeeMng niet besparem dat haar
man waanzinnig was.
En ik zelf was zóo van streek-, dlalti
ik op bevel van don statlonsaris voor
meerdere dagen vrij van dienst moest
hl'ijven.
Toen ik mij na eetnigew tijd Weer
aanmeldde, vernatm ik, dat men, nog
in denzelfden nacht, dém in waanzin
verkeerenden Hausler iep hét ran.
geertearein gevangen had eh dm vol
géndien morgen naar een kronkzioni.
gegéstóicht had vervoerd. De aainlei-
ding tot den waanrin was het weatlii^
1 vaïi zijn gezamenlijke sjpriarpenoia.
gen. Hij had die een kleinen bankte
toeverirouwd, die met medenjeaniag
vain de toevertrouwde géiden, ge.
vlucht was Eai op dletn bankier
Rotschild had hij zilch nu willen wro
leien.
DE WIEDER-OPBOUW VAN SAN
«FiRlANCISCO.
iSirtdiS de 'vreeselajlké. caitaistrophe,
iw-ellke ongeveer twee jaar geleden 1$
welvarende hoofdstad van Galifor-
naë ver-woestt.e, zijn tot oip heden vaa
ide 25.000 liuizen-, wielke- tot aan tien
-grond toe vertoran)d|d,e<n[. ow ude 600)
weer opgebouwd, f.erwijBi voorts een
gioedie 4000 reeds half gereed staian,
IDé banlkgebouwien lcioliossert er weer
firaims en wagens wielen en ratelen
yovetnialls voorheen, door die baéede
en herstelde straten, en 't stoelde, b&.
ürijvlge verkeer -héersciit er wéder-
éiniy als vroeger, net alsof ei' in he*,
geheel geen alles vernielende aaiüj
beving en brand hadiden. géwoed.
Vel is alles er voor 't oogenblkl
nog bijtooind'er dluiur, doch, dit zal van
ildéverleden wel veramdéren. Tot zeis
Ide dlagtooners wilden er 'uitsituitejii
tegen overdreven hlcuo-g loon weaken,
Voor de soberste, armloedlg gemeu
bileerde kamers wo-rden maandielijl-
sche h/uurprijiaen van' veertiig tot, vijf
tig guild'en gevTaagci. Met pensdoai e:
bij worden dié- bedragen ongeve«
tachtig, tot negentig gulden. Vooral 't
eten in de hotels en café's is budteu-
gewoon duur. De C/hineezenwijlk de
zer stad 1-igt er thlans weer nagenoeg
IgietoeeiL en all. Ook die langstaart®
iprofiteereai op sOiinflcsche wijlze van
It'ijldJeillijjte dluire levendstandJaa-rd ii
iSan- Fnancisco. Uit hum.' koopware
wéten, zij ongélOoflijfk 'toooge prij-z®
•te slaan. Voorrtamlelijk. voor de min-
dergegoeden' is hat te hopen; dat de
ze onnatuurlijke toestand slechts van
'Icértein duur zal' zijto.,
EEN KUNST-UURWERK.
Een prachtwerk van horlogema-
kerskurtst, dat in meer d'an 20 jaren
door den sötorijnwerkeragézel Rot
wedder, -te Uhlenlliorst, bij Hamburg,
ir. vrije uurtjes is vervaardigd, word!
op de thans gehouden kunstuur we ric
tentoonstelling van een bekend hor-
lcgemaker te Hamburg, vootr de eer-
ste ma-al in het openbaar ten tooug»
st'ëld.
Het geheel e werk is 81/2 voet hooj
5 voet breed en 2 voet dliep. Het or
ders! e gedeelte vormt een soort ha!,
waarin men een Christus-figuur ziel.
met dé discipelen hét avondmaial ge
bruikend.
De discipelen onderhouden zid
o vei' dé mededeeldmg van. Christus,
d.nt een hunner he.ni verraden zal
Dit onderhoud is pantomimisch vooï
gesteld, en door een groote béWee?
lijkltxieid en een gecompliceerd meclht
n-isme mogelijk geniaakt.
In.'hét middém bevindt zich een wij
zerplaat, ,met aanwijzing van uret
datum en maangestalten.
Link-s daarvah is de kruis-iginf
rechts de opstanding vah Jeeus vooï
gesteld.
He-t géi ie el wordt gekroond dooi
een galerij, met een aantal nissen
waarin de apostelen sta'an.
Alle halve en heelé uren gaan tl
naar Winnen en komen een paar so
c ondén later nit twéé opetrtsiaiaindf
vleugeldeuren. Ohjri-stus zegent hen
en zij gaan Weer 'in hun nissen riaai
EEN LEERiSTOEL VOOR
PHOTOG RAPH IE.
Naast de 'ïtriaag of phiotegraplil
kunst lis, Wan -m)en weiLdr^, de cpcacs
tié opwieirpen of ptooitograptolé ooi
em vallc, van wéténscb/a pis. Wij, lezei
aLttoans- in, de „Nat. Zrtg." dat dt
Tedinlisctoe Homgeschool te Dresden
éem leeirstoél wenisfcht' in te steil®
voor ptootiognapllidë. Zaj: verlangt ecii-
ter niet een hioogleera'ar die. enikd
vorsc'her en docent is, die ziclb tó
taak zou stelLen de weténschappelij-
(ke p/hoitiogiraplhie' te ondéirwijaen en
te veirtoetecnem, zich zouii wijlden, aas
de toepassing -van de photographic 0}
sterren-, getoeés- en natuurkunde
maar zij wensdht een man van phj
sdsclhnscöieikundige eni teclhniiscb
voarO'p'l'éid'ing, die in staat is aan
ptootographdische nijverheid nieu/W
j banen aooor (lTaar. ontiwlkkeilatog
openen.
Dresden meent op z-ullk een- lieer-
stoei reiaht te liébtoeni, omda-t de stad
het middenpunt is géwordén van eei
zeer belangrijloe pliotographisdhe rij
vertoeid. Na-tuurlijk hebiben de ptooto
graplhii'scl'ie fabrieken wel eigen ingc
nieurs en proef-ateliers, waar niea
wé uitvindingen worden ondenzodH
of ook wet geid'aian, maar bovendte
bestaat ex behoefte -aan een weten
schappeillijik-lbechnösch 'oenltiroimi, dai
als wegbereider en leider kan opto
den. Daarvoor wenscht men een pro
fessoroat aan de Teetonisclhe Hoogï
'school en er schijnt kans te zijn dia
toet Rijk het zijne zal doen om ddei
wensch te helpen vervullen,.
EIGEN.AARDTG(E «INiBREKERS.
Op (BarléyitlhioirpéMHDafllli, hét jactó
stort van laid' Loinisfdlafte, bij Oakhial
(Riutlamldidhlirré):, hébben inlbiékietrsi aai
dig huisgehioudéto. iZooalLs mien iwed
fiis dé eigenaar aian dit slot een zee
,specdialé vriend/ van (keizer Wultoelm
ter,wij/1 hiij oak 'andére- hoéggepJiaató
peraonem, oinidler zijn intaenie kennis
sen mag nékieaieai/. 't Mértkwaardli@
van 't geval nu' .iis, diat dé dleveni zil
enkel 'a/an isouvénlirs vargrepen an o.s
een gputdén sfigairenlkodcer, een.
sdh'etoflc wam dén. Duilsdheax ikeltri
mieenamm, terwijl rij 'een koötbai
goudlen ibriésvéaiisichaal], ddé er n.ari
stertdl, -adlitierlietein. Allies wénd i
tend .Tjomisd'a!I]el':s SAudéarloameo*