groeide, tot hij meer en moer verliefd werd op die vrouw de vrouw zij ner d'roomen. Al© hij haar nielt won, zou al zijn voorspoed niets voor hem betee,ken/en er zijn enibole dingen, die niet voor geld te koop zijn. De zon scheen op het f luwe el; g sgralsveld, toen hij op en neer wandel de iniet li aar .in de schaduw yan ©eai. grooten ceder. Het andere gezelschap was ver weg. Ze hadden een uurtje aangenaam gekeuveld over wederzij d scire bennis»- seai, belangen en sympathieën. -- U is zeer te benijden, aedde Lady Stracbam met. haar lieve, zachte stem, waarin iets hein levendig herinnerde aan Lucy. Vreemd genoeg, de Lady had meer dingen, een blik, een hoofdbeweging, die hem déden denken aan het vriten- dannet.je zijner jeugd. U is zeer te. benijden want u heeft niet alleen het verlangen veel te doen, maar ook de macht om het te doen en dat gaat niet altijd sal mon. Maar neemt u nooit eens rust? llustDaar ben ik bang voor. Ik ben te eenzaam, mevrouw, en een' eenzaam man haat rust. Arbeid is een kameraad. Maar is dat niet uw. eigen schuld? vroeg zij rustig, haar parasol zoo draaiend, dat haar gezicht in de schaduw was. Heeft u nooit aan trouwen gedacht Zijn hart isprong op. Tolt nu toe niet, antwoordde hij langzaam. ik heb mijn dtoarne oogenblikken gehad, natuurlijk. Er was een meisje, dat ik liefhad!, voor zoover ik dat toen begreep. Ik was jong en betrekkelijk arm en ik heb altijd eerzucht gehad. Ik brak d.e'z-aJak af. „Hij reist 't snelst, die reist al leen...." u weet welLk heb snel ge reisd, maar de eenzaamheid maakt mij dood. En niemand kan mij hel pen dJan d'e vrouw, die i'k liefheb. De vrouw, di!e u' liefhebt U meent Ach, n weet 't welu moest het weten. Zij! stak haar hand op, afwerend.. Stil1Laait mij eerst hoeren van diat .meisje. Zeaiuwa.cht.ig begon hij te vertellen van die liefde, welke hem e'en hinder paal zou geweest zijn in hef leven, en boe ze saam toch nooit gelukkig had den kunnen worden. Lady Strachan luisterde met een vreemden glimlach om de schoone Jappen. j Toen hij uitverteld had, Sprak zij Dat is uw gezichtspunt van.' den man. Hebt u gediacht aan de andere zijde Hebt u vermoed, wat. dat meis je moest lijden, tot de tijd kwam oan de wondie te heel-en en haar te doen insluimeren in vergetelheid Voor een vrouw is zoo iets vreeeelij'k. Mam men hebbeai gieen tijd onn te denken aan die schepsels, die op zij giesicho*- ven moeten worden om hen niet te hinderen Er war? passie in haar stem, en. Mj> staarde haar aan in verlegen zwijgen. Nooit had ze hean zoo schoon geleken ais nu, maar Wat bedoelt u riep Mj uit. U spreiekit alsof u wist.... alsof.... Ja., ik weet, sprak zij langzaam want ik.... was Lucy Aldbam. U.... Lucy Ja. Ben ik zoo veranderd Ik ben toch niet zoo ver bij u achter ge bleven, vindt u wel U ils Ver ivoorbij en boven mij, zei hij met 'een gevoel van schaamte; en ik heb nooit kunnen denken.... alleen verbaasde 't mij, dat u mij soms zoo sterk aan Lucy herinnerde. Natuurlijk herkende ik u dade lijk, sprak zij glimlachendd&it is het voordteel, als mien een man vaal naam is. Maar je bent verandJend', Arnold. t Noemieu van zijn doopnaam en de zachtheid! in haar stem en oogen gaven hem m'oed om te zeggen In één ding niet, Lucy. Ik Wist, diat ik altijd van je zou houden, en illc boud nu meer van je dan ooit. Kun nen wij geen nieuw leven 'beginnen 't Is niet te laat. 't Ls moeilijk een. ontglipten draad weer op te nemen- Het is beter een nieuw weefsel te beginnen. 'tZou niets geven, Arnold. Wij hebben el- baar niet meer noodig. Toen je mij verliet, dacht ik, dat ik zonder jou niet zou kunnen leyen nu kan ik dat wiel. Ik heb de les te goéd geleerd, om die te vergeten. Zie je da.t niet in Mien kan niet terug gaan. Destijds handelde je wijs in eigen oogen, miaar wijsheid en voorzichtigheid ne men .geen groote plaats in ip het vrouwenhart, vrouwendroomien en "1- Insies. Je zult je ook herinneren, dat ik vijf jaar na je heengaan uiit mijn leven, getrouwd ben, en gelukkig ge trouwd. Het verlies van mijn man zal mij nooit worden vetgoed. Hij was veel te goed' voor mij. Hij gaf zoo veel en was met zoo weinig tevreden En ik reisde alleenMoet ik al tijd alleen, blijven? vroeg hij harts tochtelijk. Waait geen andere vrouw kan voor mij zijn, wat jij bent wat jij was! O, zeig dat niet, Arnold. Misleid je zelf niet. Je denkt het nu, maar het is immers anders geweest. Je kon het zonder mij stellen. Hij boog liet hoofd voor dit zacht Verwijt. Lang pleitte hij nog voor zijn zaak., doch 't wias nutteloos. Hij moest alleen reizen, tot het eind. Den volgenden, dag ging hij wieer naar Londen, naar zijn werk, alleen met zijn gedachten. Hoe had! Lucy zich gewrokenEn nu was hij verder van haar af dan ooit Verdiept, in zijn gedachten werd hij plotseling opgeschrikt door een hevi- gen schok, een gekraak, alsof de aar de scheurde, een geraas van ont snappen,den stoom - dan werd hij bewusteloos. Hij werd wakker in een .vreemd bed, in oen vreemde kamen Eerst had hij moeite, zijn gedachten te ordenen; toen voelde hij zich als herleefd, in eene schoon© omgeving. Alles was zoo harmonisch, lieflijk, kalmeerend. En 't vreemd gevoel van eenzaam heid had hem begeven. Hij draaide 't hoofd om; hij merkte, dat zijn arm stijf verbondon was. En naast het bed zat Lucy Stra chan. Ben je beter vroeg zij za'chit, 't was een vr.eese.lijk ongeluk, Geluk kig dat mijn huis dicht bij was. Ze brachten je hier en telegrafeerden mij. Je arm zal gauiw genezen, zei de dokter. Hare oogen blikken hem aan als in een. móst, verduisterd door tranen. - - En, vervolgde zij, en.... als je mij werkelijk noodig hebt, wil Lk al tijd bij je blijven... Wordt maargiau.w betervoor mij Dat verzoek was gemakkelijk op te volgen. Hij had nu iemand om voor te leven, wat meier is dan a/Ll/e schat ten. Een verstandig besluit Nalair M. HOlRSlTEN. Het had igetstlomnudi, dien eersten, hie- ■vigen storun. din heit jonge hiuweiLijlk van dien .assessor Ivutnt AmoiMiL din zijin ötiudeiefrikaimer ging die lecÜVigiemoot ounruis|tJi|g heen. en weer», zwaar dampend, zaaalls hij altijd kleed als hij' opgewoudkan was. Van Itijd tot tij|d bflieief hij staan, naim een- officieel uihriiend schirijlveai vam die ta fel en las heit ofschoon Mj. den im.- haudi al van buiten kende, uog löens dloor ear wierp hiet weer neer, oan die wandeling te hervatten. In de stijfyoi geaiteubeflldle klleihie salon daarnaast wtas. 'inert stiller. Het leieatriscih iaanpjei, gedleltób door een 'zijden kap, wierp izdjn zacht licht op Hiet elegante scbrijftiaiMitje, die Perzi- sdhie taipijltien en die Vtenieitniaansohe spiegels; op «het berenvel voor den Silaand was eten mooie, bloardei, joarge ivrouiw in heit. lichte), klanten kleed, rtoinöhiaianJt in een sdhouinnelistoel ge leund, woelend oniot kteilnie verlakte schoeairtjes .in hielt, ruiig© viel, en op het diooir den vuurgloed verlichte gezicht dien o&toeiscBirijfdlijlkletn/ tmk, welke bij ■vrauiwiem aauduiidlb, wannieer .trots be gint te veranderen! .in .weemoed!. Kunt! 'De man. hoordé, miaiar scheen het Met doelkmaitiig te -achten, dadelijk te iiaten mierlven,, dat (hdji dien roep ver- •ntoanen had. Kurtl klonik helt scherper. 'Niu vond hij- hat tech goiedl zich be- izig te houden' met de. jiomige vrouw; iwiant 't wiais duidelijk, dat zij wilde bijdraaien; maar eveni dluiideliijk was heb, dat een nieuwe, heiviger storm, te wadhten. wias, .als hiji .voior .dien sdlrloonen, geliefden' en verwerden vljiandl niiet dadelijk een' goudiam brug boiuwdle. Hij betrad Jlatngza.aimi de salon en giinig .zitten. Wel? iMij. dlumM, dat het tijd is, met öns gekibbel op te houidien; Burglhart kart elk oogenblik komen, eau 't is niet goed: 'n gast met ruzie te ontvangen. O zoo.! Bk dacht anders... .De zaak moet nog eens kalm be sproken worden. Jia... als jij' kalm Müj/ven kuu huritje'. Natuurlijk! als jij' ma/ar mietdla- d/éllijik stekelig, wordt.Zeg eens, Kurt, waarom wil je eigenlijk hier vandaan? Zelf zei je, diat het jie hier eoio' goed beviel, we hebben Miereen prettige cioaiversaitlile en nu Wil' je opeens naar dat P-oseiniuckel, waar je dte wolven kuinit botoren huilen; een fflatndj wiaar geen land achter is. Ik beigrijip waarlijk nliet waarom! Treurig genoeg, dat de vrouw van een .Pruisisch regieeriings-anib tema-ar dat niet begrij|pt. Je zed tocfe, dat ze je enkel maar hlaidlden aangezoclht, en dat ze j.ei -maar nliet kunnen overplaatsen Zeg jd neen, dan blijf je 'hier. Dat d!e aanvraag een eer. voior mij iis, diat ze «juist/ diaar fliinke luii noodlig hebben, en dat ik er gelegen heid zal- hebban, nubtijg werkzaam te zijn, dat söaiat wel niet in den brief maar Leder dóe op idJebaogrte is, leest het tuisscheai' de regels. Dat geloof ,ilk niet. Je zult oo(k ■anders well carrière maken. Ze we ten.' te Berlijn, diat je een goed amib tenaar bent en... Dait ik een jonge vrouw luelb, die graag tennist, graag naar den schouwburg gaaf, graag converseert en daarom, hier niet graag weg wil, ofschoon ze 't oiok daar niet slechter ®ail vinden, al is het op kleiner schaal De jonge vrouw knipte minachtend m:et de .vingers. Je wilt me tachi, luoiop ik, niet wijlsmakem, dat liet :geen. offer voor rniij zou' zijn? Ik kan miij. haast,geen greater denken,. Eto daar één van ons beidien zich toch' moet opofferen, onerlk i'k al, diat i'k.... 'Dte' bel gfimg ofvter, ën de jonge vrouw sprong op ials door een veer bewogen, O, daar is Borghart all Ik wil hjopen, dat Sioifile de tafel! behoorlijk heeft gedlekit. Zij snelde naar die eetkamer, dlocfi bleef in de su/itedéur nog even staan en stak haar man de hand toe. Laat Burglhart beslissen^ wile van ons tweeën gelijk heeft e»n daar bij blijft het... WB1' je? (De eahitgenoot zuidhtte Hij maaiklt je het hlof en' is dol op je wiiilidpasbeden; ik weet al, hoe hij beslissen zal. Intusschen hij is tocli ook amibtienaar! Top, het zij zoo! De dianue zweefde naar die eetka mer om. aan liet tafelamarngeanient dieav inaitsten toets te geven. In dte salon verscheen, de gast, een deftig man .met zelfbewust air, doch imeit een paar oogen, dlie vrooMjk en schalks de werid in keken, en toch zoo goedig, dat hij op het eerste ge zicht iedier wiel moest innemen. Hij was gezien, ondter die collega's, de onvermoeide tennis-partner voor d'e diames, haar adviseur bij het orgami1- seerein van feestelijkheden., goed ka meraad der jongere en. bescheiden collega der oudere he eren. 'Mei. A.moldiii en dliiems jonge vtronW verbonidi hicm een hartelijke viri.eud- ecüiiap'. Dag, Kurt! Kom lk te vroeg? Waar is .mevrouw? Kerel', je zullt een goeden gast aan ntij hiebben; ik .heb een wiandlefliilng vain* twee uur adhiier dien rug. Hij trok zijn hlanldlscho.enen' uit en legdie ze' op zij, maar hij. hield een boucrueitjie vaooiljes, kunstig oip een ta blet. chocolaidle bevestigd, to de haoid, to afwachting van ,gueivrioaiiw'" ,Ga ziften. Mie hebben al op je gewacht. Je mloict söhieid'srecitiitier tus- sclhietn ons zijn. iMlijn liieanel, Je wilt toch niitet, dait ik die vingers zal' branden? Jij hebt naituurliijlk ongelijk eai je wouw (gelijkt De vrouw beeft altijldi gelijk dat jij dat nog niiet weet!... Niu lieb ji0 mijn .beslissing; het geval be hoef je mij niet eens te. vertellen. .Zonder ,te antwoorden, gaf Arnold! fhetrni dien dienstbrief. Op hetzelfde ooigemMiik tirad' hteti (vroiuwitljie bioonen. ©urighiart kuste hia.ar de band!, bood die viooltje® aan en niaimi toen met ze kere plechtigheid den brief. Onidier het lez.eai, terwijl betüdle. echt- igenooiten m(et' ;gespiannien aiamdachlh maar hem keklen, wtisseldlen verras sing ën' oprechte droeflhieadi in zijn ge zicht. Dian zag hij bedden weemoedig oan en sprak.: Mevrouw, voor dilen sclhrrik zal dik. eens moiejten drinken.. Neen, maar zeg, Kurt, hielt wias luier teiclhi zoo leUki, en niu avoI jieludi wieg"? Wij.' nlilett viel die dlamie- snel in; dlie- oaiidte brombeer wiil weg,, en Lk wil hier blijven. Ja, mevrouw, en waf zal' 'ik' nu zeggen! mi die. hiudsvirieaid), miet goedi gespeelde wanhoop. Jte kiemt den toestand, beigjoin Kurt; jaj kunt beoordeelen of het voor een ambtenaar, dï eimst miaaikt van 'zijn pllicöit, dtenlkibaar ós, het aan bod af te wijlzen.. Ik houd dat voor zelfopoffering. Moet ik diani bedan ken? Of, vdlet mleivrouw to de. redië, ffnioet hij .aeatoeroem en ik mij als een offer naar Poseoniuckefl laten sleepem? B'egrijp jei, dat iemand met alle. ge weld! dtaaitheen wiil, als hfijl het nitet noodig heeft? iBurghiant troik een 'gelaten gezicht. Er zijn zulke meni&chem, me>- vroiuiw. Er zijn zelfs officieren, dliie 't niet noodig hebben eai dite n'aar Afri ka gaan oml met Hottentetltieai te vechten en vuil Walter te drinken in plaats van .chiampogne, zonder eens te weten o.f ze terugkomen'. Er zijn zulke ludl! Dei dame bloosde, licht. Ik ate ali, dat je eemi partijdig, rechter bent. Natuurlijk zijn dte hee ren 't gaarne eensi, als het .tegen de vrouw gaat. Partij ben ik zeker; want als u van ihiier ga-at,, veoidtwijnt voior miij. een stuk zon ent de Mad1 h/mam Burgh.art ernstig; --»ik verzoek u daarom,, mij v.an dal r^chtersambi te ontslaan. Neen... beslissen moet je., en we® in duidelijke woordtenaan tafel •ka<n je er aan denken; maar de uite spraak anoet. idlaama vallen, eiesrder1 krijg je geen sigaar Burgliart boog onderdanig en zij gingen aan tafel. Halverwege het dessert he,goto hij Weet u wel, dat het niet zool kwaad is in jullie, Posemuck.el Ikj ben er voor jaren een maand of zes geweest: Men speelt er wat kolrteri tennis en het schaatsenrijden is er heel mooi. De besneeuwde bosschen) net een sprookjesland... En dan komen de wolven en: eten je op Neen, neen, van Pose mu ck el wil ik niets weten, dat is niet be ter dan Rusland Rusland heeft veel goede diitogen. Ben ie er 'geweest? Ja vóór den Japanschem oor log. Och, ie maakt mij nieuwsgierig.. Wat was er voor goeds 't Is nog be ter, dat wij over Rusland spreken dan over Posemuckel, meende dte, jonge vrouw koppig. Burghout hield zijn glas tegen het licht, liet den koelen moezel wijn langzaam over de tong glijden emi sprak toen Om te beginnen met het voor naamste de kaviaar. Er zijn ver schillende soorten... Dat thema is bekend, beste, vóel de gastheer1 hem in de rede. Dan het Kremlin met zijn gou den koepels, en dan... Werkelijk nog tets? spotte met- vrouw. De Russische vrouwen Ei,- nu maak je mij toch nieuws gierig ik heb nooit gehoord, dat iemand dweepte met Russinnen. Ze'zim heel interessant. Half Pa ris! enne, half Tartaarsche. Goedig en gezellig, geestig en wat vrij, zonder aanstellerijin de boogere kringen daarbij chóc en élégant. Men kan werkelijk van haar houden. En ajs ze den samowar bedienen, weten ze het den gast heel aangenaam te nvaken, Zoodat 'hii zich thuis gevoelt. Je dweept gewoon Maar ik bedoelde eigenlijk niet de Russinnen in 't algemeen ikj dacht aan een bepaalde. Ah! -Aan gravin Mischkiewitsch Zeg, ie zult bij mijn vrouw uit de gratie raken- schertste Kurt; een mooie vrouw hoort een andere niet graae prijzen. Wat verbeeldt jij je wel? riep zijn vrouw. Maar je moet ons toch ver tellen, Burghart, wat het was met de gravin.. Ik zie, dat je daar ook de d'ames het hof maakt, net als hier zoo ziet men, waaraan men zich te ho/uiden heeft I Ik heb die dame nooit gespro ken, en maar eenmaal gezien. Och Eai dat was Te Moskou. Wij reden door d'e stad naar een uitspanningsplaats, toen de koetsier plotseling- inhield om een troep soldaten zoo leek het mij ten minste te laten passeereor. Maar het ging zoo langzaam, en rneni hoonde izoo'n vreemd geduid. Rinke lende kettingen 't Was een transport naar „die mij nen" verbannen misdadigers', op weg naar hel Siberisch station. Een aller treurigst gezichtRechts en links niair.c'hieerdein soldaten met getrokken sabel. Het medelijdend publiek wierp den veroordeelden koper- en zilver geld toe, d* opgeraapt werd. Het góng zóó langzaam, dat men tijd ge noeg (had. de gezichten op te nemen. De in eesten toonden een doffe onver schilligheid, sommigen ook diepe smart. Ik zag een knappen, groot-en, jongen anan met levendige oogen, die' eeto .zekere houding bewaarde, on danks den last, dien hij droeg. Mijn geleider Ihad hein ook opgemerkt. Hij fluisterde Dat ils graaf Miscihkiewitsdb. een .•aristocraat 'Hij was betrokken bij eein nilhdOf'isti'Scili complot. Wie weet, of hij wel eens schuldig was Hij lieeft tien jaar dwangarbeid gekregen'. De droeve optocht wankelde ver der. Liet op nu komen de vrouwen Ach Vrouwen Ja, u weet, d'a-t vrouweto mogen meegaan om het lot van de mannen te deelen. Dat is db steun en troost van zoo menigeen onder die omgeluk- kigen. De vrouwen mogen voor hare mannen eten koken, wasacheaio enz. - Gingen er veel mtee Niet' al te veel, -miaar toch ver scheidene. Achter de soldaten vah het escorte kwamen ze. De rokken opge nomen, izware mianslaaraen aan de voeten, een zak op deal rug, stapten zij (zwaar door de sneeuw, onbewaakt en vrij. En tusschen de boe rem enj arbeidteirsvrouwein schreed met opgter richt hoofd, to eeto lakensch cosltuum met bont st&Vige laarsjes aan d© kleine voeten, een dame, zeker nliet ouder dan vier- of vijf-en-twintig jaar. Een knap, edht Russisch ge- zi'cht met tro-uswe oogen onder zware wimpers en wenkbrauwen. Dat was sraivin Mischk'iewitsich. Zij hoid kunnen oonkeeren. Niemand' Meld 'haar tegen, maar zij liet hiaiar paleis en de stad, haar landgoederen haar bedienden en paarden ito den steek en trok mee, den eindeloos liam- gien we,g naar de ijswoestijnen mi de giftige mlitoen, om haar miaoi tot) troost tie zijn... Het was .stil in de kamer. Het igiezicht dte# jonige vrouw was gloeiend rood geworden een traan hing tussch.en haar wimpers. Zij stele haar vrleaid de 'hand toe. Ik dank je Doch toiet lang duurde die stem ming bij ihaar. Ze .wendde zich plote sëling tot haar echtgenoot. Kuirt je htebt toch niet to ©rtoist geloofd dat ik zwarigheden zou ma-, ken., als ;ij volstrekt naar Po'semui- okel wilt? Kunt vergat gehoorzaam, dat ze een goed uur geleden over Posemu ckel hadden getwist. Hij gaf ziijn vrouwtje een bottel ij ken ku.s eto ge loofde 'alles wat. hij g-elooven moest. En toon haalde hij de sigaren voor Burghart. Eea kijkje in het leven der Laplanders Gedurende eeai oponthoud to de uitgestrekte land vlakte dier Lapl'an^ ders, in Mbisko, werd door Qiot ver schijnen van eeni'gen hunner bij ons die ged'aidhite opgewelct om i'ets orieeif van het leven van dit intertessamte natuurvolk te weten te komenDa,arj om besloten wij .een roeitodhtje 11e ma ken naar biet naastbij gelegen klamp.. „BjömjagAüêtoT, leletn id'aar woneudlei landbouwer dlte zijn naam aam eeni- ge goed geslaagde berenj-aichfeni dlatokt, werd voor den volgenden dag besteld en reeds vroeg ito. den mor gen, trokken wij, rijk voorzaen vam proviand en to 't bezit vajn de came ra, over den Tortoetrask, Lapland's Lago MOag&iore, eon heerlijk, helder meer. waarin .zich de aan de weers zijden bevindende (bergreuzen pra;chit- vol afspiarelen. Na een techtj'e van omstreeks vier uur, dat onzen van de laatsite. bergbe- sltijging vermoeide leden 'zeer goed' deed, bereikten wij Batnovikemt, Waiarl rich het kafmp bevond, 'diat met rijnl tusschteto de berken Verspreid léggen de hutten waaruit die rook van het steeds brandende vuur sitleeg, d(e wek clehdie koeien en rendieren, een zeen sclhn'ldemiohtilden 'ih.dinuk mlaakte. Nieuwsgierig hadden die bewioners Van dit kamp, ongeveer tien families,, aidh aan- den oever veraam elldt, o>mi m'et hun vriendelijk burns, burus", ('goeden diagl ons te begroeitien. Hoe gaarne ik ook eeto kieikje vam dit -alar- d'ige groente biod: genomen, hiet ge lukte mij niet, daar zij zoodra zJj! mijn voornemen bemerkten schreeuwend uit elkander vlo-gen. De vrouwen en kitod'epen. toch bezüttemi een mierkwanrdigen 'om-gst voor b.'etl toestelalleen de mannen laten zich noig wel eens „kieken", wanneer men ze rnaar wat geld to d'e hand stopt. Een der Lappen njoodigdie ons ito zijn tent waar zijn flinke vpouiwl Aveldira een niet, te versmaden kop koffie aanbood. Het inwendige van zulk een hut is zeer primitief. Dé vloer is een hand hoog met Hakken', bedekt, waarop mem echter zeer goied kajn zitten of liggen. In h,et mddideni bevindt, zich de uiit eenige steenein. op- geriebte Ihaard, Waarover die pWSjdl zingende koffiteketeil hangt. Otoizje. vriendelijke ga-stvrouiw sprak :gioM maltkielijk Z'weedscli ,en spoedig Waé ons gespiiek in vollen gatog. Zij toonde ons allerlei aardlgie din gen, o. a. prachtige scho,en-en uit wit' remdiervel met, bouten banden om geven, die zij zelve vervaardigd hiadl Maar ba.ar grootste schat was eene stalen naald, die zij zorgvuldig toi haar muts beiwaarde. Het was dan ook een pracht-exempl-aarzoo'n ster ke, waa.rmede mem. in tijden. v:an, nood) leder zou kunnen maaien. De vrouwen miakein dte kleedintg der. Lappen zelf. en 'het is bewondiereinisi- wa-ardig welke Ifraiaie versiiiertogem zij met biaar primitieve werktuigen bereiken. Met uit nendierbeendereni vervaardigde naalden, en draden uit gedroogde darmen dezer dieren, ma ken 'ziij d'e mieest kunstvolle stiksels, die hun 'kleeder.ern sieren. In <Le.a wel wat al tc 'korten zomer leiden do mannen een renteniers- leventje .rooken, leten en slapen zijn dan hun Ihoofdbeziighedlen doch in den ianigen, kouden winter moe ten ze „poo't-an" spelen. Dan, inoefen zij hun .rendieren helpen huai voed sel 'het mos onder stoeeuiw en ijs vlanid'aan te gravenen niet,tegen- staande dat, sterven er nog zeer vele dfieiren van honger of worden oen prooii van wolven en liepen. 'Eeine groote liitefde koeistërem de Lappen voor ihun r«ndie/ren,, dile Öi/uoii alles APor het l'even geven vOieidsel en kleejltog. Eto komt de Bangduri-ge; klou'd'e. dteto. ziin heit, nok 'weder dieze' dieren, dliie voor de slede gespannen, hiuin meesters en die tenten naar h'et dikwijls zeer ver verwijderde winter kamp brengen. Onze Lappen woon den in den winter in Jukkasjarvi na bij Kirunna de beroemde stad van het ij ziewerts. Daar hebben zij o,olc hun kerk. waar zij hun kinderen lat ten doopeu ën daar is ook hun kerk hof. Sterft echter één hunner to den zomer, dan leggen zij het in een ren- diervel gehulde lijk :n een kuil, die zij slechts met een plank afsluiten. Van tijd tot tijd steken zij daarboven een berken houtevuurt'je aan en rioo- ken als 't ware het lijk, dat, zoodra d'e wiimter aanbreekt, in een© slede naar heit winterkamp word't vervoerd om daar te worden begraven. Huto 'kinderen worden door oen aeav deling onderwezen, die van kamp tot kamp trekt. Hier werd dit ambt door eene damie uitigeoiefend'. Inderdaad eetn -zware arbeid waanneer men be denkt, hoe verspreid die Verschillen de kampen liggen, en welke moeil ij kr hiedan aan het reizien in deze wilder nis verbonden zijn. Hoewel zij be paald vrome Chrisitietoien zijn,, treft men ouder ben n.otg heel wat bijgeloof aan. Geen, Lap -zal ooit dien top Van eien berg bestijigen, Want daar hui zen, volgiens hem, booze geesten. Hun. tioovertrommeLs en voorvaderlijke ge reedschappen zijn verbrand. Jammer köker, want nu is 't 'geheel oaimogei- lij'k voorweipen te vinden, die als overblijfsel uiit ihet Heddeaischi Aierle- dlen dier Lappen hioiogsit toteresisant zouden zijn. •Het valt betrekkelijk inoeilijk over Ihun zeden en gebruiken ieitsi n,axllers ite vernieanieaii, daan deze voor vreem- tL'en gëlneLm' wonden' gelhiouldleaiL Onibe- Ikianid met die giébeuiiten/iiasen daarbuii- tetoi, leven zij in hun bergen en aan hluinine. nieren,, diie zij' zóó lief hieblben', aniettegensfiaandei Ihun koimimieimol be staan., da,t die wildernis hiun bereidt Hoe lang nog, zal» dit zoo, voortdu ren? Reeds nu gaian zijl die steelds viendier trëtókenidle toeristen alis wielkonta kcioplliiediein beisialiiouiwien van al hunne kMiniighiedeni, dlie- ziji unit reaxdieir-beem- deren of uiit beulkeailhouit, diat alleen voor beu bereilkbaar Ls, verviaardiigen. Tbams ivenkoopen zij' dliie voorwierpen op bijna vennedieremde- wijize aan da Vireemdelingieni, wainnieer diie dit ver- zoieikeuv. en biiedlein nimmer Ihun voor- wenrpen te kioiop aian. Maar ook dit zal niet -mieier zoo lang duirem, want spoiedliig zuilleai toieaiisben van verschdJ- lettdie landen noiar Lapland's nieuw oirutdiakite bergen en meren stroiomen, en meer en mieer zulilen oiolk dl© trët- Bche Lappen door dien veaiwemisclhten Igjoiudldoirst worden aanigeltiast, Ook Itlhans zijn er ondier hen rijke lieden; zoo vertelt mien van een Lap, dat ihiij 70.000 Kronen op een bank in Umea hieeft istaan; temvviijl hiji zijn depoisifto- bawijls erigienis to het gebergte beeft begnaven. Oier het algeaiieien sclbat meaii iuun rijlkdom, naar dé grootte van1 hun rendliier-ileudde. De> rijksite van' het dioor ons beizoeihlte kamp, be zat ongeveer 1500 rendliieren,, wat voor hen evenwel' geien- beletsel was om zich dlagel'ijlkis aan het Toeristen- huiils op te houden om mieit heit pijpje den miomd, een ver genoegd lachje op het gelaat de hetm niienwiSgieirig laangapenlclte vreeandielingen op te •wiaahiteai', oan hem zijn zaakjes voolr een gioieden tprijis af te staan'. Hun voedisel, bestaat in hoofd zaak uit reudieawileesdh' en melk. Brood; oten zij- weliiniilg en» aartd'appe-' len zijn slechts AX»or dlen rijiken man weggelegd'. Helt ovennialtige vfleesdh- getoruiiik en het buweóijlk bussctiien blOÊidverwanfem zijn dia oorzaken, dat zij uitsterven. Flinke personen trteft mien onder Iheini oniiet aan; sleciiits kleine. Ineenge drongen gestalten met bijteerder diun- nie en kroanirne beietoiemi, wiaarop zij zLah echter ongelooflijk sniel kunnen vooribawegen-. De kinderen liggen ge- idurendle de eerste jaren in e>en kliein. met ledlar békleed bakijie, dait miet iStrikkeaii zwevend aam die steumisels van de tenlt bevestilgdl is, -etoi zóó iiidhit ón eeen söhommeleinde beweging kan worden gehouden. De jongste van on- 'ze zindelijke gaistvrouw lag nog in zulk 'eene gevangenis. Het ongewone vneemdteltogentoeizoiek sclheien hem toilet te bevaflleni, en het kleónie Lapje -zette 'it op een schreeuwen. Met hei zingen van een droefgeestig La.plan- diers-ltedfje trachtte zij het kónd weer stil tie krijgen, doich niets h/iieJp. Eén «onzer zettie hierop het Hollamdiscihe- 'en daarnia hiet Dultisdhe Volkslied, in en dijt scheen de kleine zóó mooi te vinden, dat 'hij; stil weirdi. Wij gaven» daaaop eene verklaring aan onze gaistwrouw van dleze litedienen,, waarop zij' het Zweedsclie Volksliedi aanhief, waarbij wij zoo goed1 als Iheit ging invielen; en door het stil le kamp klonk, nu dat .aardige lied, wala/nvan de« eerste regalen «zoo go-ed, voor dót landschap passen: „Dlui gamla, du- fria, du fjallhoga niord". (Met een hiartelijiken.' handidiruik en dieai' Laplomidoclhien afisciheddlsgro-erti „hiiivaistei" naimien wij van dé vriendte- liijke menscheen/ atsclheid en keerdien terug. Toen Avnj helt Toeristiernihuós wedler bereikt hadden, was- juist, d'e Midder nachtzon zi/efhtbaar. Do Avótito toppen deir bergen glninsteiridcni, en tie Torne- trask lag v,oor ons, verguld1 van zoor- netllichit. En nog lang tióedd die -beko ring, van dezen Notonxlpchen zouner-' nacht -ons wakker. Een van het oude slag Door Karl BLeibtzen. Lars Fagierlin was een jonge Alpen- boen in Thelemarken, to die buurt van .Titosjö. liaog op den .berg stond zijne hut, waar hij alleen met eene oude di'etostmaagd huisde; en nie:t vaak bezocbl, hij het dorp aan zijne voeten,, Waartoe; hij behoordewant hij was (een ernstig, zelfgenoegzaam karak ter, en zijn grootste .genoegen hestond in eenzame tochten door het hoog land on inde berenjacht. Daarom waig. hij hainde .en ver als gids bekend, en indulge premie had hij. reeds voor het helpen uitroeien van roofgedierte' bto- nengehaald. Ongezellig als hij aves, had hij geen vrienden maar hij was algemeen geëerd- Allen achtten, hein hoog op éénen na. Wamt één dood vijand had hij zich gemaakt; en deze was juist de gevaarlijke man in het gamsohe dal lvlaus Erikson, d!e rijke en hoogmoedige boer, -die eik onaf hankelijk en zelfbewust karakter ai-s een natuurlijken tegenstander be schouwde. Duizenderlei plagerijen en dwarsdrijverijen had hij Lars aange daan, hem een stuk land af geproce deerd], (eene verloofde voor dien nie.us weggatrouwd, kortom., een aard:g postje van boosheid ,stond voor hem bij den beren jager op den kerfstok. Het zou te ver reiken, liior ,al de» om atan dagheden uit te meten maar eens op een avond kwam. de bom tot bar- stem. De vijanden ontmoetten elkaar op eene bergweide; bittere woorden vielen; Erikson beschimpte Lars, en deze, dóe juist ,aen jachtgeweer bij zich had, schoot ham neer. Daarna igtog hij kalm naar zijne hut terug de jachtpartij! werd ditmaal opgege ven om sliep dien nacht heiel rus tig. Den volgenden middag, hoonde Mj de klokken luideui en vier mannen, dorpsnotahelen-, traden bij hem bin nen. Lars begreep terstond waarom zij kwamen. Goeden middag, Lars. -Mooi .weer tje Bijzonder. Gaat zitten. Willen jullie aam barrel Algemeen zwijgen. Ahem hoor je wel de kloikken? begon de schout, ietwat verlegen. Wij hebben weer een sterfgeval. Er wordt er een naar het kerkhof gedra gen. Zoo, zoo is 't waar Ja. En hiet schijnt wel, diat er den- moord in, het spel ls. Denk eens aan Het kan ook wel eien doodslag wiezen, gaf Lars droogjes ten- a»nt- woord. Aheai keken, hem aan. De schout kuicihlte eens en aeiidë toen Ja, ja, ik geloof óók, dat liet wal een doodslag wezen kan, -nu jij- 't zegt. Hernieuwd zwijge'n. Lars stondl daar (heel kalm en begon zijne buks op te poetsen. Hij wilde 'hun de zaak ge makkelijk maken. De imer.an staarden eerst het wapen aan', en toen eik an der. Ahem denfk paris aan, begon weêi' de schout. Wij kwamen» daar zoo toevallig gisterenavond an vanimoigen eens o-ver de Sater. De laindreohter- Wicis bij ans, zoo heel taevaJlig Lars glimlachte. Wel En wat hebben jullie ont- dfékt De mannen staarden hem. nog ver baasder aan. Wat we ontddkt hebben Nou ja, voetsporen, Ihaal v,ersch. En die voetsporen liepen Aian de Sater den berg op, tot aan jouw buis, Lars. Och, kom! Is 't waarachtig? Smaakt je anijn bitter? Best. Ik heb nooit eert beteren borrel gedronken, grinnikte de sohQut, m-et bet «smakken van een kenner. Maar, wat ik zeggen wou, de; dok ter heeft de wonde onderzocht de- patiënt «wa's namelijk doodgeschoten, moet je weten den kogel gevonden., er uit gehaald, en komiekdie was geteekeaiid met eene halve maart, net als oiat als Bij voorbeeld do mijne hier? Lars haalide met naïeve- verwonde ring een kogel uit zijn- patroontaecih.. Al de vier boeren kuchten als op commando. Jawel. En toen zei de landrech ter, die er wel verstand van heeft, dait die kogel uit een Engelsche rifle moeit geschoten zijn. Maar hoe kan diat weaan zelden wij al. Want wie houdt ©r bier in die. buurt een» Engelschie rifle op na, behalve Lars Fageriin Is 't niet waar, mannen? Dolt zeiden wij Ja, ja, dat zeiden we. Lars stand nog altijd tegemi den rnuur en poetste zijn geiwieier. Nu keek hij glimlachend oip en. blikte hen. één voor één met klare oo'gieai aan,. Meniï'chenLief, wa,t mokert jullie 't je moeilijkDe zaak is zoo dood eenvoudig. Waarom al di'e vijven en zeis-setn? Had ik je ihier niet willen ontvangen, dan zou je lang hebbert kunnein Avachteni. Dat" vat je toch wel?.... Kort en zakelijk begrijp jo hoie de vonk toi den steel rit J«a. Nou» dian heb /Lk verder niks meeir te z-eggeto». De vier mannén izalteto, 'beteuterd en keken .elkaar weêr laan. Opeen© rees d«e schout met groote waardigheid op, zette een kordaat gezicht en zeidtei Nou, dan daienien wij. je wel meê te nemer', Lars. Lars Arortrok geen spier. Nu woel die d'e schout in zijn zakken en haalde een stuk touw voor den dag. Ja, Fageriin als je er niets te gen hebt Onmoodi'g; antwoordde Lars. Ik loo«p Met van je weg. En verdien werd er niet. over gespro ken. Beneden, in hiet. dorp, ontmolefte men dien begrafenisstoetMaar Lara Verbleekte niet, en zijn stap bleef zoo vasit en zelfbewust als altijd. De dor pelingen bekeken hem met eene men geling vaar ontzetting en dank baarheid. De predikant, een harde en: steile zielenherder, van «het slag zoo als dlaar in liet barre noorden slechts

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 2