groeide, tot hij meer en moer verliefd
werd op die vrouw de vrouw zij
ner d'roomen.
Al© hij haar nielt won, zou al zijn
voorspoed niets voor hem betee,ken/en
er zijn enibole dingen, die niet voor
geld te koop zijn.
De zon scheen op het f luwe el; g
sgralsveld, toen hij op en neer wandel
de iniet li aar .in de schaduw yan ©eai.
grooten ceder. Het andere gezelschap
was ver weg.
Ze hadden een uurtje aangenaam
gekeuveld over wederzij d scire bennis»-
seai, belangen en sympathieën.
-- U is zeer te benijden, aedde Lady
Stracbam met. haar lieve, zachte stem,
waarin iets hein levendig herinnerde
aan Lucy.
Vreemd genoeg, de Lady had meer
dingen, een blik, een hoofdbeweging,
die hem déden denken aan het vriten-
dannet.je zijner jeugd.
U is zeer te. benijden want u
heeft niet alleen het verlangen veel
te doen, maar ook de macht om het
te doen en dat gaat niet altijd sal
mon. Maar neemt u nooit eens rust?
llustDaar ben ik bang voor. Ik
ben te eenzaam, mevrouw, en een'
eenzaam man haat rust. Arbeid is een
kameraad.
Maar is dat niet uw. eigen schuld?
vroeg zij rustig, haar parasol zoo
draaiend, dat haar gezicht in de
schaduw was. Heeft u nooit aan
trouwen gedacht
Zijn hart isprong op.
Tolt nu toe niet, antwoordde hij
langzaam. ik heb mijn dtoarne
oogenblikken gehad, natuurlijk. Er
was een meisje, dat ik liefhad!, voor
zoover ik dat toen begreep. Ik was
jong en betrekkelijk arm en ik heb
altijd eerzucht gehad. Ik brak d.e'z-aJak
af. „Hij reist 't snelst, die reist al
leen...." u weet welLk heb snel ge
reisd, maar de eenzaamheid maakt
mij dood. En niemand kan mij hel
pen dJan d'e vrouw, die i'k liefheb.
De vrouw, di!e u' liefhebt U
meent
Ach, n weet 't welu moest het
weten.
Zij! stak haar hand op, afwerend..
Stil1Laait mij eerst hoeren van
diat .meisje.
Zeaiuwa.cht.ig begon hij te vertellen
van die liefde, welke hem e'en hinder
paal zou geweest zijn in hef leven, en
boe ze saam toch nooit gelukkig had
den kunnen worden.
Lady Strachan luisterde met een
vreemden glimlach om de schoone
Jappen. j
Toen hij uitverteld had, Sprak zij
Dat is uw gezichtspunt van.' den
man. Hebt u gediacht aan de andere
zijde Hebt u vermoed, wat. dat meis
je moest lijden, tot de tijd kwam oan
de wondie te heel-en en haar te doen
insluimeren in vergetelheid Voor
een vrouw is zoo iets vreeeelij'k. Mam
men hebbeai gieen tijd onn te denken
aan die schepsels, die op zij giesicho*-
ven moeten worden om hen niet te
hinderen
Er war? passie in haar stem, en. Mj>
staarde haar aan in verlegen zwijgen.
Nooit had ze hean zoo schoon geleken
ais nu, maar
Wat bedoelt u riep Mj uit.
U spreiekit alsof u wist.... alsof....
Ja., ik weet, sprak zij langzaam
want ik.... was Lucy Aldbam.
U.... Lucy
Ja. Ben ik zoo veranderd Ik
ben toch niet zoo ver bij u achter ge
bleven, vindt u wel
U ils Ver ivoorbij en boven mij,
zei hij met 'een gevoel van schaamte;
en ik heb nooit kunnen denken....
alleen verbaasde 't mij, dat u mij
soms zoo sterk aan Lucy herinnerde.
Natuurlijk herkende ik u dade
lijk, sprak zij glimlachendd&it is
het voordteel, als mien een man vaal
naam is. Maar je bent verandJend',
Arnold.
t Noemieu van zijn doopnaam en
de zachtheid! in haar stem en oogen
gaven hem m'oed om te zeggen
In één ding niet, Lucy. Ik Wist,
diat ik altijd van je zou houden, en illc
boud nu meer van je dan ooit. Kun
nen wij geen nieuw leven 'beginnen
't Is niet te laat.
't Ls moeilijk een. ontglipten
draad weer op te nemen- Het is beter
een nieuw weefsel te beginnen. 'tZou
niets geven, Arnold. Wij hebben el-
baar niet meer noodig. Toen je mij
verliet, dacht ik, dat ik zonder jou
niet zou kunnen leyen nu kan ik dat
wiel. Ik heb de les te goéd geleerd, om
die te vergeten. Zie je da.t niet in
Mien kan niet terug gaan. Destijds
handelde je wijs in eigen oogen,
miaar wijsheid en voorzichtigheid ne
men .geen groote plaats in ip het
vrouwenhart, vrouwendroomien en "1-
Insies. Je zult je ook herinneren, dat
ik vijf jaar na je heengaan uiit mijn
leven, getrouwd ben, en gelukkig ge
trouwd. Het verlies van mijn man zal
mij nooit worden vetgoed. Hij was
veel te goed' voor mij. Hij gaf zoo veel
en was met zoo weinig tevreden
En ik reisde alleenMoet ik al
tijd alleen, blijven? vroeg hij harts
tochtelijk. Waait geen andere vrouw
kan voor mij zijn, wat jij bent wat
jij was!
O, zeig dat niet, Arnold. Misleid
je zelf niet. Je denkt het nu, maar het
is immers anders geweest. Je kon het
zonder mij stellen.
Hij boog liet hoofd voor dit zacht
Verwijt.
Lang pleitte hij nog voor zijn zaak.,
doch 't wias nutteloos. Hij moest alleen
reizen, tot het eind.
Den volgenden, dag ging hij wieer
naar Londen, naar zijn werk, alleen
met zijn gedachten.
Hoe had! Lucy zich gewrokenEn
nu was hij verder van haar af dan
ooit
Verdiept, in zijn gedachten werd hij
plotseling opgeschrikt door een hevi-
gen schok, een gekraak, alsof de aar
de scheurde, een geraas van ont
snappen,den stoom - dan werd hij
bewusteloos.
Hij werd wakker in een .vreemd
bed, in oen vreemde kamen Eerst had
hij moeite, zijn gedachten te ordenen;
toen voelde hij zich als herleefd, in
eene schoon© omgeving. Alles was zoo
harmonisch, lieflijk, kalmeerend.
En 't vreemd gevoel van eenzaam
heid had hem begeven. Hij draaide 't
hoofd om; hij merkte, dat zijn arm
stijf verbondon was.
En naast het bed zat Lucy Stra
chan.
Ben je beter vroeg zij za'chit,
't was een vr.eese.lijk ongeluk, Geluk
kig dat mijn huis dicht bij was. Ze
brachten je hier en telegrafeerden
mij. Je arm zal gauiw genezen, zei de
dokter.
Hare oogen blikken hem aan als in
een. móst, verduisterd door tranen.
- - En, vervolgde zij, en.... als je
mij werkelijk noodig hebt, wil Lk al
tijd bij je blijven... Wordt maargiau.w
betervoor mij
Dat verzoek was gemakkelijk op te
volgen. Hij had nu iemand om voor
te leven, wat meier is dan a/Ll/e schat
ten.
Een verstandig besluit
Nalair M. HOlRSlTEN.
Het had igetstlomnudi, dien eersten, hie-
■vigen storun. din heit jonge hiuweiLijlk
van dien .assessor Ivutnt AmoiMiL
din zijin ötiudeiefrikaimer ging die
lecÜVigiemoot ounruis|tJi|g heen. en weer»,
zwaar dampend, zaaalls hij altijd
kleed als hij' opgewoudkan was. Van
Itijd tot tij|d bflieief hij staan, naim een-
officieel uihriiend schirijlveai vam die ta
fel en las heit ofschoon Mj. den im.-
haudi al van buiten kende, uog löens
dloor ear wierp hiet weer neer, oan die
wandeling te hervatten.
In de stijfyoi geaiteubeflldle klleihie
salon daarnaast wtas. 'inert stiller. Het
leieatriscih iaanpjei, gedleltób door een
'zijden kap, wierp izdjn zacht licht op
Hiet elegante scbrijftiaiMitje, die Perzi-
sdhie taipijltien en die Vtenieitniaansohe
spiegels; op «het berenvel voor den
Silaand was eten mooie, bloardei, joarge
ivrouiw in heit. lichte), klanten kleed,
rtoinöhiaianJt in een sdhouinnelistoel ge
leund, woelend oniot kteilnie verlakte
schoeairtjes .in hielt, ruiig© viel, en op het
diooir den vuurgloed verlichte gezicht
dien o&toeiscBirijfdlijlkletn/ tmk, welke bij
■vrauiwiem aauduiidlb, wannieer .trots be
gint te veranderen! .in .weemoed!.
Kunt!
'De man. hoordé, miaiar scheen het
Met doelkmaitiig te -achten, dadelijk te
iiaten mierlven,, dat (hdji dien roep ver-
•ntoanen had.
Kurtl klonik helt scherper.
'Niu vond hij- hat tech goiedl zich be-
izig te houden' met de. jiomige vrouw;
iwiant 't wiais duidelijk, dat zij wilde
bijdraaien; maar eveni dluiideliijk was
heb, dat een nieuwe, heiviger storm,
te wadhten. wias, .als hiji .voior .dien
sdlrloonen, geliefden' en verwerden
vljiandl niiet dadelijk een' goudiam brug
boiuwdle.
Hij betrad Jlatngza.aimi de salon en
giinig .zitten.
Wel?
iMij. dlumM, dat het tijd is, met
öns gekibbel op te houidien; Burglhart
kart elk oogenblik komen, eau 't is niet
goed: 'n gast met ruzie te ontvangen.
O zoo.! Bk dacht anders...
.De zaak moet nog eens kalm be
sproken worden.
Jia... als jij' kalm Müj/ven kuu
huritje'.
Natuurlijk! als jij' ma/ar mietdla-
d/éllijik stekelig, wordt.Zeg eens,
Kurt, waarom wil je eigenlijk hier
vandaan? Zelf zei je, diat het jie hier
eoio' goed beviel, we hebben Miereen
prettige cioaiversaitlile en nu Wil' je
opeens naar dat P-oseiniuckel, waar
je dte wolven kuinit botoren huilen; een
fflatndj wiaar geen land achter is. Ik
beigrijip waarlijk nliet waarom!
Treurig genoeg, dat de vrouw
van een .Pruisisch regieeriings-anib
tema-ar dat niet begrij|pt.
Je zed tocfe, dat ze je enkel maar
hlaidlden aangezoclht, en dat ze j.ei -maar
nliet kunnen overplaatsen Zeg jd
neen, dan blijf je 'hier.
Dat d!e aanvraag een eer. voior
mij iis, diat ze «juist/ diaar fliinke luii
noodlig hebben, en dat ik er gelegen
heid zal- hebban, nubtijg werkzaam te
zijn, dat söaiat wel niet in den brief
maar Leder dóe op idJebaogrte is, leest
het tuisscheai' de regels.
Dat geloof ,ilk niet. Je zult oo(k
■anders well carrière maken. Ze we
ten.' te Berlijn, diat je een goed amib
tenaar bent en...
Dait ik een jonge vrouw luelb, die
graag tennist, graag naar den
schouwburg gaaf, graag converseert
en daarom, hier niet graag weg wil,
ofschoon ze 't oiok daar niet slechter
®ail vinden, al is het op kleiner schaal
De jonge vrouw knipte minachtend
m:et de .vingers.
Je wilt me tachi, luoiop ik, niet
wijlsmakem, dat liet :geen. offer voor
rniij zou' zijn? Ik kan miij. haast,geen
greater denken,.
Eto daar één van ons beidien zich
toch' moet opofferen, onerlk i'k al, diat
i'k....
'Dte' bel gfimg ofvter, ën de jonge
vrouw sprong op ials door een veer
bewogen,
O, daar is Borghart all Ik wil
hjopen, dat Sioifile de tafel! behoorlijk
heeft gedlekit.
Zij snelde naar die eetkamer, dlocfi
bleef in de su/itedéur nog even staan
en stak haar man de hand toe.
Laat Burglhart beslissen^ wile
van ons tweeën gelijk heeft e»n daar
bij blijft het...
WB1' je?
(De eahitgenoot zuidhtte
Hij maaiklt je het hlof en' is dol
op je wiiilidpasbeden; ik weet al, hoe hij
beslissen zal. Intusschen hij is tocli
ook amibtienaar! Top, het zij zoo!
De dianue zweefde naar die eetka
mer om. aan liet tafelamarngeanient
dieav inaitsten toets te geven.
In dte salon verscheen, de gast, een
deftig man .met zelfbewust air, doch
imeit een paar oogen, dlie vrooMjk en
schalks de werid in keken, en toch
zoo goedig, dat hij op het eerste ge
zicht iedier wiel moest innemen.
Hij was gezien, ondter die collega's,
de onvermoeide tennis-partner voor d'e
diames, haar adviseur bij het orgami1-
seerein van feestelijkheden., goed ka
meraad der jongere en. bescheiden
collega der oudere he eren.
'Mei. A.moldiii en dliiems jonge vtronW
verbonidi hicm een hartelijke viri.eud-
ecüiiap'.
Dag, Kurt! Kom lk te vroeg?
Waar is .mevrouw? Kerel', je zullt een
goeden gast aan ntij hiebben; ik .heb
een wiandlefliilng vain* twee uur adhiier
dien rug.
Hij trok zijn hlanldlscho.enen' uit en
legdie ze' op zij, maar hij. hield een
boucrueitjie vaooiljes, kunstig oip een ta
blet. chocolaidle bevestigd, to de haoid,
to afwachting van ,gueivrioaiiw'"
,Ga ziften. Mie hebben al op je
gewacht. Je mloict söhieid'srecitiitier tus-
sclhietn ons zijn.
iMlijn liieanel, Je wilt toch niitet,
dait ik die vingers zal' branden? Jij
hebt naituurliijlk ongelijk eai je wouw
(gelijkt De vrouw beeft altijldi gelijk
dat jij dat nog niiet weet!... Niu
lieb ji0 mijn .beslissing; het geval be
hoef je mij niet eens te. vertellen.
.Zonder ,te antwoorden, gaf Arnold!
fhetrni dien dienstbrief.
Op hetzelfde ooigemMiik tirad' hteti
(vroiuwitljie bioonen.
©urighiart kuste hia.ar de band!, bood
die viooltje® aan en niaimi toen met ze
kere plechtigheid den brief.
Onidier het lez.eai, terwijl betüdle. echt-
igenooiten m(et' ;gespiannien aiamdachlh
maar hem keklen, wtisseldlen verras
sing ën' oprechte droeflhieadi in zijn ge
zicht. Dian zag hij bedden weemoedig
oan en sprak.:
Mevrouw, voor dilen sclhrrik zal
dik. eens moiejten drinken.. Neen, maar
zeg, Kurt, hielt wias luier teiclhi zoo leUki,
en niu avoI jieludi wieg"?
Wij.' nlilett viel die dlamie- snel in;
dlie- oaiidte brombeer wiil weg,, en Lk
wil hier blijven.
Ja, mevrouw, en waf zal' 'ik' nu
zeggen! mi die. hiudsvirieaid), miet goedi
gespeelde wanhoop.
Jte kiemt den toestand, beigjoin
Kurt; jaj kunt beoordeelen of het
voor een ambtenaar, dï eimst miaaikt
van 'zijn pllicöit, dtenlkibaar ós, het aan
bod af te wijlzen.. Ik houd dat voor
zelfopoffering. Moet ik diani bedan
ken?
Of, vdlet mleivrouw to de. redië,
ffnioet hij .aeatoeroem en ik mij als een
offer naar Poseoniuckefl laten sleepem?
B'egrijp jei, dat iemand met alle. ge
weld! dtaaitheen wiil, als hfijl het nitet
noodig heeft?
iBurghiant troik een 'gelaten gezicht.
Er zijn zulke meni&chem, me>-
vroiuiw. Er zijn zelfs officieren, dliie 't
niet noodig hebben eai dite n'aar Afri
ka gaan oml met Hottentetltieai te
vechten en vuil Walter te drinken in
plaats van .chiampogne, zonder eens
te weten o.f ze terugkomen'. Er zijn
zulke ludl!
Dei dame bloosde, licht.
Ik ate ali, dat je eemi partijdig,
rechter bent. Natuurlijk zijn dte hee
ren 't gaarne eensi, als het .tegen de
vrouw gaat.
Partij ben ik zeker; want als
u van ihiier ga-at,, veoidtwijnt voior miij.
een stuk zon ent de Mad1 h/mam
Burgh.art ernstig; --»ik verzoek u
daarom,, mij v.an dal r^chtersambi te
ontslaan.
Neen... beslissen moet je., en we®
in duidelijke woordtenaan tafel
•ka<n je er aan denken; maar de uite
spraak anoet. idlaama vallen, eiesrder1
krijg je geen sigaar
Burgliart boog onderdanig en zij
gingen aan tafel.
Halverwege het dessert he,goto hij
Weet u wel, dat het niet zool
kwaad is in jullie, Posemuck.el Ikj
ben er voor jaren een maand of zes
geweest: Men speelt er wat kolrteri
tennis en het schaatsenrijden is er
heel mooi. De besneeuwde bosschen)
net een sprookjesland...
En dan komen de wolven en:
eten je op Neen, neen, van Pose mu
ck el wil ik niets weten, dat is niet be
ter dan Rusland
Rusland heeft veel goede diitogen.
Ben ie er 'geweest?
Ja vóór den Japanschem oor
log.
Och, ie maakt mij nieuwsgierig..
Wat was er voor goeds 't Is nog be
ter, dat wij over Rusland spreken
dan over Posemuckel, meende dte,
jonge vrouw koppig.
Burghout hield zijn glas tegen het
licht, liet den koelen moezel wijn
langzaam over de tong glijden emi
sprak toen
Om te beginnen met het voor
naamste de kaviaar. Er zijn ver
schillende soorten...
Dat thema is bekend, beste, vóel
de gastheer1 hem in de rede.
Dan het Kremlin met zijn gou
den koepels, en dan...
Werkelijk nog tets? spotte met-
vrouw.
De Russische vrouwen
Ei,- nu maak je mij toch nieuws
gierig ik heb nooit gehoord, dat
iemand dweepte met Russinnen.
Ze'zim heel interessant. Half Pa
ris! enne, half Tartaarsche. Goedig en
gezellig, geestig en wat vrij, zonder
aanstellerijin de boogere kringen
daarbij chóc en élégant. Men kan
werkelijk van haar houden. En ajs ze
den samowar bedienen, weten ze het
den gast heel aangenaam te nvaken,
Zoodat 'hii zich thuis gevoelt.
Je dweept gewoon
Maar ik bedoelde eigenlijk niet
de Russinnen in 't algemeen ikj
dacht aan een bepaalde.
Ah!
-Aan gravin Mischkiewitsch
Zeg, ie zult bij mijn vrouw uit
de gratie raken- schertste Kurt;
een mooie vrouw hoort een andere
niet graae prijzen.
Wat verbeeldt jij je wel? riep zijn
vrouw. Maar je moet ons toch ver
tellen, Burghart, wat het was met
de gravin.. Ik zie, dat je daar ook de
d'ames het hof maakt, net als hier
zoo ziet men, waaraan men zich te
ho/uiden heeft I
Ik heb die dame nooit gespro
ken, en maar eenmaal gezien.
Och Eai dat was
Te Moskou. Wij reden door d'e
stad naar een uitspanningsplaats,
toen de koetsier plotseling- inhield om
een troep soldaten zoo leek het mij
ten minste te laten passeereor.
Maar het ging zoo langzaam, en rneni
hoonde izoo'n vreemd geduid. Rinke
lende kettingen
't Was een transport naar „die mij
nen" verbannen misdadigers', op weg
naar hel Siberisch station. Een aller
treurigst gezichtRechts en links
niair.c'hieerdein soldaten met getrokken
sabel. Het medelijdend publiek wierp
den veroordeelden koper- en zilver
geld toe, d* opgeraapt werd. Het
góng zóó langzaam, dat men tijd ge
noeg (had. de gezichten op te nemen.
De in eesten toonden een doffe onver
schilligheid, sommigen ook diepe
smart. Ik zag een knappen, groot-en,
jongen anan met levendige oogen, die'
eeto .zekere houding bewaarde, on
danks den last, dien hij droeg. Mijn
geleider Ihad hein ook opgemerkt. Hij
fluisterde
Dat ils graaf Miscihkiewitsdb. een
.•aristocraat 'Hij was betrokken bij
eein nilhdOf'isti'Scili complot. Wie weet, of
hij wel eens schuldig was Hij lieeft
tien jaar dwangarbeid gekregen'.
De droeve optocht wankelde ver
der.
Liet op nu komen de vrouwen
Ach Vrouwen
Ja, u weet, d'a-t vrouweto mogen
meegaan om het lot van de mannen
te deelen. Dat is db steun en troost
van zoo menigeen onder die omgeluk-
kigen. De vrouwen mogen voor hare
mannen eten koken, wasacheaio enz.
- Gingen er veel mtee
Niet' al te veel, -miaar toch ver
scheidene. Achter de soldaten vah het
escorte kwamen ze. De rokken opge
nomen, izware mianslaaraen aan de
voeten, een zak op deal rug, stapten
zij (zwaar door de sneeuw, onbewaakt
en vrij. En tusschen de boe rem enj
arbeidteirsvrouwein schreed met opgter
richt hoofd, to eeto lakensch cosltuum
met bont st&Vige laarsjes aan d©
kleine voeten, een dame, zeker nliet
ouder dan vier- of vijf-en-twintig
jaar. Een knap, edht Russisch ge-
zi'cht met tro-uswe oogen onder zware
wimpers en wenkbrauwen. Dat was
sraivin Mischk'iewitsich.
Zij hoid kunnen oonkeeren. Niemand'
Meld 'haar tegen, maar zij liet hiaiar
paleis en de stad, haar landgoederen
haar bedienden en paarden ito den
steek en trok mee, den eindeloos liam-
gien we,g naar de ijswoestijnen mi de
giftige mlitoen, om haar miaoi tot)
troost tie zijn...
Het was .stil in de kamer.
Het igiezicht dte# jonige vrouw was
gloeiend rood geworden een traan
hing tussch.en haar wimpers. Zij stele
haar vrleaid de 'hand toe.
Ik dank je
Doch toiet lang duurde die stem
ming bij ihaar. Ze .wendde zich plote
sëling tot haar echtgenoot.
Kuirt je htebt toch niet to ©rtoist
geloofd dat ik zwarigheden zou ma-,
ken., als ;ij volstrekt naar Po'semui-
okel wilt?
Kunt vergat gehoorzaam, dat ze
een goed uur geleden over Posemu
ckel hadden getwist. Hij gaf ziijn
vrouwtje een bottel ij ken ku.s eto ge
loofde 'alles wat. hij g-elooven moest.
En toon haalde hij de sigaren voor
Burghart.
Eea kijkje in het
leven der Laplanders
Gedurende eeai oponthoud to de
uitgestrekte land vlakte dier Lapl'an^
ders, in Mbisko, werd door Qiot ver
schijnen van eeni'gen hunner bij ons
die ged'aidhite opgewelct om i'ets orieeif
van het leven van dit intertessamte
natuurvolk te weten te komenDa,arj
om besloten wij .een roeitodhtje 11e ma
ken naar biet naastbij gelegen klamp..
„BjömjagAüêtoT, leletn id'aar woneudlei
landbouwer dlte zijn naam aam eeni-
ge goed geslaagde berenj-aichfeni
dlatokt, werd voor den volgenden dag
besteld en reeds vroeg ito. den mor
gen, trokken wij, rijk voorzaen vam
proviand en to 't bezit vajn de came
ra, over den Tortoetrask, Lapland's
Lago MOag&iore, eon heerlijk, helder
meer. waarin .zich de aan de weers
zijden bevindende (bergreuzen pra;chit-
vol afspiarelen.
Na een techtj'e van omstreeks vier
uur, dat onzen van de laatsite. bergbe-
sltijging vermoeide leden 'zeer goed'
deed, bereikten wij Batnovikemt, Waiarl
rich het kafmp bevond, 'diat met rijnl
tusschteto de berken Verspreid léggen
de hutten waaruit die rook van het
steeds brandende vuur sitleeg, d(e wek
clehdie koeien en rendieren, een zeen
sclhn'ldemiohtilden 'ih.dinuk mlaakte.
Nieuwsgierig hadden die bewioners
Van dit kamp, ongeveer tien families,,
aidh aan- den oever veraam elldt, o>mi
m'et hun vriendelijk burns, burus",
('goeden diagl ons te begroeitien. Hoe
gaarne ik ook eeto kieikje vam dit -alar-
d'ige groente biod: genomen, hiet ge
lukte mij niet, daar zij zoodra zJj!
mijn voornemen bemerkten
schreeuwend uit elkander vlo-gen. De
vrouwen en kitod'epen. toch bezüttemi
een mierkwanrdigen 'om-gst voor b.'etl
toestelalleen de mannen laten zich
noig wel eens „kieken", wanneer men
ze rnaar wat geld to d'e hand stopt.
Een der Lappen njoodigdie ons ito
zijn tent waar zijn flinke vpouiwl
Aveldira een niet, te versmaden kop
koffie aanbood. Het inwendige van
zulk een hut is zeer primitief. Dé
vloer is een hand hoog met Hakken',
bedekt, waarop mem echter zeer goied
kajn zitten of liggen. In h,et mddideni
bevindt, zich de uiit eenige steenein. op-
geriebte Ihaard, Waarover die pWSjdl
zingende koffiteketeil hangt. Otoizje.
vriendelijke ga-stvrouiw sprak :gioM
maltkielijk Z'weedscli ,en spoedig Waé
ons gespiiek in vollen gatog.
Zij toonde ons allerlei aardlgie din
gen, o. a. prachtige scho,en-en uit wit'
remdiervel met, bouten banden om
geven, die zij zelve vervaardigd hiadl
Maar ba.ar grootste schat was eene
stalen naald, die zij zorgvuldig toi
haar muts beiwaarde. Het was dan
ook een pracht-exempl-aarzoo'n ster
ke, waa.rmede mem. in tijden. v:an, nood)
leder zou kunnen maaien.
De vrouwen miakein dte kleedintg der.
Lappen zelf. en 'het is bewondiereinisi-
wa-ardig welke Ifraiaie versiiiertogem
zij met biaar primitieve werktuigen
bereiken. Met uit nendierbeendereni
vervaardigde naalden, en draden uit
gedroogde darmen dezer dieren, ma
ken 'ziij d'e mieest kunstvolle stiksels,
die hun 'kleeder.ern sieren.
In <Le.a wel wat al tc 'korten zomer
leiden do mannen een renteniers-
leventje .rooken, leten en slapen
zijn dan hun Ihoofdbeziighedlen doch
in den ianigen, kouden winter moe
ten ze „poo't-an" spelen. Dan, inoefen
zij hun .rendieren helpen huai voed
sel 'het mos onder stoeeuiw en ijs
vlanid'aan te gravenen niet,tegen-
staande dat, sterven er nog zeer vele
dfieiren van honger of worden oen
prooii van wolven en liepen.
'Eeine groote liitefde koeistërem de
Lappen voor ihun r«ndie/ren,, dile Öi/uoii
alles APor het l'even geven vOieidsel
en kleejltog. Eto komt de Bangduri-ge;
klou'd'e. dteto. ziin heit, nok 'weder dieze'
dieren, dliie voor de slede gespannen,
hiuin meesters en die tenten naar h'et
dikwijls zeer ver verwijderde winter
kamp brengen. Onze Lappen woon
den in den winter in Jukkasjarvi na
bij Kirunna de beroemde stad van
het ij ziewerts. Daar hebben zij o,olc
hun kerk. waar zij hun kinderen lat
ten doopeu ën daar is ook hun kerk
hof. Sterft echter één hunner to den
zomer, dan leggen zij het in een ren-
diervel gehulde lijk :n een kuil, die
zij slechts met een plank afsluiten.
Van tijd tot tijd steken zij daarboven
een berken houtevuurt'je aan en rioo-
ken als 't ware het lijk, dat, zoodra
d'e wiimter aanbreekt, in een© slede
naar heit winterkamp word't vervoerd
om daar te worden begraven.
Huto 'kinderen worden door oen aeav
deling onderwezen, die van kamp tot
kamp trekt. Hier werd dit ambt door
eene damie uitigeoiefend'. Inderdaad
eetn -zware arbeid waanneer men be
denkt, hoe verspreid die Verschillen
de kampen liggen, en welke moeil ij kr
hiedan aan het reizien in deze wilder
nis verbonden zijn. Hoewel zij be
paald vrome Chrisitietoien zijn,, treft
men ouder ben n.otg heel wat bijgeloof
aan. Geen, Lap -zal ooit dien top Van
eien berg bestijigen, Want daar hui
zen, volgiens hem, booze geesten. Hun.
tioovertrommeLs en voorvaderlijke ge
reedschappen zijn verbrand. Jammer
köker, want nu is 't 'geheel oaimogei-
lij'k voorweipen te vinden, die als
overblijfsel uiit ihet Heddeaischi Aierle-
dlen dier Lappen hioiogsit toteresisant
zouden zijn.
•Het valt betrekkelijk inoeilijk over
Ihun zeden en gebruiken ieitsi n,axllers
ite vernieanieaii, daan deze voor vreem-
tL'en gëlneLm' wonden' gelhiouldleaiL Onibe-
Ikianid met die giébeuiiten/iiasen daarbuii-
tetoi, leven zij in hun bergen en aan
hluinine. nieren,, diie zij' zóó lief hieblben',
aniettegensfiaandei Ihun koimimieimol be
staan., da,t die wildernis hiun bereidt
Hoe lang nog, zal» dit zoo, voortdu
ren?
Reeds nu gaian zijl die steelds viendier
trëtókenidle toeristen alis wielkonta
kcioplliiediein beisialiiouiwien van al hunne
kMiniighiedeni, dlie- ziji unit reaxdieir-beem-
deren of uiit beulkeailhouit, diat alleen
voor beu bereilkbaar Ls, verviaardiigen.
Tbams ivenkoopen zij' dliie voorwierpen
op bijna vennedieremde- wijize aan da
Vireemdelingieni, wainnieer diie dit ver-
zoieikeuv. en biiedlein nimmer Ihun voor-
wenrpen te kioiop aian. Maar ook dit
zal niet -mieier zoo lang duirem, want
spoiedliig zuilleai toieaiisben van verschdJ-
lettdie landen noiar Lapland's nieuw
oirutdiakite bergen en meren stroiomen,
en meer en mieer zulilen oiolk dl© trët-
Bche Lappen door dien veaiwemisclhten
Igjoiudldoirst worden aanigeltiast, Ook
Itlhans zijn er ondier hen rijke lieden;
zoo vertelt mien van een Lap, dat ihiij
70.000 Kronen op een bank in Umea
hieeft istaan; temvviijl hiji zijn depoisifto-
bawijls erigienis to het gebergte beeft
begnaven. Oier het algeaiieien sclbat
meaii iuun rijlkdom, naar dé grootte
van1 hun rendliier-ileudde. De> rijksite
van' het dioor ons beizoeihlte kamp, be
zat ongeveer 1500 rendliieren,, wat
voor hen evenwel' geien- beletsel was
om zich dlagel'ijlkis aan het Toeristen-
huiils op te houden om mieit heit pijpje
den miomd, een ver genoegd lachje
op het gelaat de hetm niienwiSgieirig
laangapenlclte vreeandielingen op te
•wiaahiteai', oan hem zijn zaakjes voolr
een gioieden tprijis af te staan'.
Hun voedisel, bestaat in hoofd
zaak uit reudieawileesdh' en melk.
Brood; oten zij- weliiniilg en» aartd'appe-'
len zijn slechts AX»or dlen rijiken man
weggelegd'. Helt ovennialtige vfleesdh-
getoruiiik en het buweóijlk bussctiien
blOÊidverwanfem zijn dia oorzaken, dat
zij uitsterven.
Flinke personen trteft mien onder
Iheini oniiet aan; sleciiits kleine. Ineenge
drongen gestalten met bijteerder diun-
nie en kroanirne beietoiemi, wiaarop zij
zLah echter ongelooflijk sniel kunnen
vooribawegen-. De kinderen liggen ge-
idurendle de eerste jaren in e>en kliein.
met ledlar békleed bakijie, dait miet
iStrikkeaii zwevend aam die steumisels
van de tenlt bevestilgdl is, -etoi zóó iiidhit
ón eeen söhommeleinde beweging kan
worden gehouden. De jongste van on-
'ze zindelijke gaistvrouw lag nog in
zulk 'eene gevangenis. Het ongewone
vneemdteltogentoeizoiek sclheien hem
toilet te bevaflleni, en het kleónie Lapje
-zette 'it op een schreeuwen. Met hei
zingen van een droefgeestig La.plan-
diers-ltedfje trachtte zij het kónd weer
stil tie krijgen, doich niets h/iieJp. Eén
«onzer zettie hierop het Hollamdiscihe-
'en daarnia hiet Dultisdhe Volkslied, in
en dijt scheen de kleine zóó mooi te
vinden, dat 'hij; stil weirdi. Wij gaven»
daaaop eene verklaring aan
onze gaistwrouw van dleze litedienen,,
waarop zij' het Zweedsclie Volksliedi
aanhief, waarbij wij zoo goed1 als
Iheit ging invielen; en door het stil
le kamp klonk, nu dat .aardige lied,
wala/nvan de« eerste regalen «zoo go-ed,
voor dót landschap passen: „Dlui
gamla, du- fria, du fjallhoga niord".
(Met een hiartelijiken.' handidiruik en
dieai' Laplomidoclhien afisciheddlsgro-erti
„hiiivaistei" naimien wij van dé vriendte-
liijke menscheen/ atsclheid en keerdien
terug.
Toen Avnj helt Toeristiernihuós wedler
bereikt hadden, was- juist, d'e Midder
nachtzon zi/efhtbaar. Do Avótito toppen
deir bergen glninsteiridcni, en tie Torne-
trask lag v,oor ons, verguld1 van zoor-
netllichit. En nog lang tióedd die -beko
ring, van dezen Notonxlpchen zouner-'
nacht -ons wakker.
Een van het oude slag
Door
Karl BLeibtzen.
Lars Fagierlin was een jonge Alpen-
boen in Thelemarken, to die buurt van
.Titosjö. liaog op den .berg stond zijne
hut, waar hij alleen met eene oude
di'etostmaagd huisde; en nie:t vaak
bezocbl, hij het dorp aan zijne voeten,,
Waartoe; hij behoordewant hij was
(een ernstig, zelfgenoegzaam karak
ter, en zijn grootste .genoegen hestond
in eenzame tochten door het hoog
land on inde berenjacht. Daarom waig.
hij hainde .en ver als gids bekend, en
indulge premie had hij. reeds voor het
helpen uitroeien van roofgedierte' bto-
nengehaald. Ongezellig als hij aves,
had hij geen vrienden maar hij was
algemeen geëerd- Allen achtten, hein
hoog op éénen na. Wamt één dood
vijand had hij zich gemaakt; en deze
was juist de gevaarlijke man in het
gamsohe dal lvlaus Erikson, d!e rijke
en hoogmoedige boer, -die eik onaf
hankelijk en zelfbewust karakter ai-s
een natuurlijken tegenstander be
schouwde. Duizenderlei plagerijen en
dwarsdrijverijen had hij Lars aange
daan, hem een stuk land af geproce
deerd], (eene verloofde voor dien nie.us
weggatrouwd, kortom., een aard:g
postje van boosheid ,stond voor hem
bij den beren jager op den kerfstok.
Het zou te ver reiken, liior ,al de» om
atan dagheden uit te meten maar eens
op een avond kwam. de bom tot bar-
stem. De vijanden ontmoetten elkaar
op eene bergweide; bittere woorden
vielen; Erikson beschimpte Lars,
en deze, dóe juist ,aen jachtgeweer bij
zich had, schoot ham neer. Daarna
igtog hij kalm naar zijne hut terug
de jachtpartij! werd ditmaal opgege
ven om sliep dien nacht heiel rus
tig.
Den volgenden middag, hoonde Mj
de klokken luideui en vier mannen,
dorpsnotahelen-, traden bij hem bin
nen. Lars begreep terstond waarom
zij kwamen.
Goeden middag, Lars. -Mooi .weer
tje
Bijzonder. Gaat zitten. Willen
jullie aam barrel
Algemeen zwijgen.
Ahem hoor je wel de kloikken?
begon de schout, ietwat verlegen.
Wij hebben weer een sterfgeval. Er
wordt er een naar het kerkhof gedra
gen.
Zoo, zoo is 't waar
Ja. En hiet schijnt wel, diat er
den- moord in, het spel ls. Denk eens
aan
Het kan ook wel eien doodslag
wiezen, gaf Lars droogjes ten- a»nt-
woord.
Aheai keken, hem aan. De schout
kuicihlte eens en aeiidë toen
Ja, ja, ik geloof óók, dat liet
wal een doodslag wezen kan, -nu jij-
't zegt.
Hernieuwd zwijge'n. Lars stondl daar
(heel kalm en begon zijne buks op te
poetsen. Hij wilde 'hun de zaak ge
makkelijk maken. De imer.an staarden
eerst het wapen aan', en toen eik an
der.
Ahem denfk paris aan, begon
weêi' de schout. Wij kwamen» daar zoo
toevallig gisterenavond an vanimoigen
eens o-ver de Sater. De laindreohter-
Wicis bij ans, zoo heel taevaJlig
Lars glimlachte.
Wel En wat hebben jullie ont-
dfékt
De mannen staarden hem. nog ver
baasder aan.
Wat we ontddkt hebben Nou
ja, voetsporen, Ihaal v,ersch. En die
voetsporen liepen Aian de Sater den
berg op, tot aan jouw buis, Lars.
Och, kom! Is 't waarachtig?
Smaakt je anijn bitter?
Best. Ik heb nooit eert beteren
borrel gedronken, grinnikte de sohQut,
m-et bet «smakken van een kenner.
Maar, wat ik zeggen wou, de; dok
ter heeft de wonde onderzocht de-
patiënt «wa's namelijk doodgeschoten,
moet je weten den kogel gevonden.,
er uit gehaald, en komiekdie
was geteekeaiid met eene halve maart,
net als oiat als
Bij voorbeeld do mijne hier?
Lars haalide met naïeve- verwonde
ring een kogel uit zijn- patroontaecih..
Al de vier boeren kuchten als op
commando.
Jawel. En toen zei de landrech
ter, die er wel verstand van heeft, dait
die kogel uit een Engelsche rifle moeit
geschoten zijn. Maar hoe kan diat
weaan zelden wij al. Want wie houdt
©r bier in die. buurt een» Engelschie
rifle op na, behalve Lars Fageriin
Is 't niet waar, mannen? Dolt zeiden
wij
Ja, ja, dat zeiden we.
Lars stand nog altijd tegemi den
rnuur en poetste zijn geiwieier. Nu
keek hij glimlachend oip en. blikte hen.
één voor één met klare oo'gieai aan,.
Meniï'chenLief, wa,t mokert jullie
't je moeilijkDe zaak is zoo dood
eenvoudig. Waarom al di'e vijven en
zeis-setn? Had ik je ihier niet willen
ontvangen, dan zou je lang hebbert
kunnein Avachteni. Dat" vat je toch
wel?.... Kort en zakelijk begrijp jo
hoie de vonk toi den steel rit
J«a.
Nou» dian heb /Lk verder niks
meeir te z-eggeto».
De vier mannén izalteto, 'beteuterd en
keken .elkaar weêr laan. Opeen© rees
d«e schout met groote waardigheid op,
zette een kordaat gezicht en zeidtei
Nou, dan daienien wij. je wel
meê te nemer', Lars.
Lars Arortrok geen spier.
Nu woel die d'e schout in zijn zakken
en haalde een stuk touw voor den
dag.
Ja, Fageriin als je er niets te
gen hebt
Onmoodi'g; antwoordde Lars. Ik
loo«p Met van je weg.
En verdien werd er niet. over gespro
ken.
Beneden, in hiet. dorp, ontmolefte
men dien begrafenisstoetMaar Lara
Verbleekte niet, en zijn stap bleef zoo
vasit en zelfbewust als altijd. De dor
pelingen bekeken hem met eene men
geling vaar ontzetting en dank
baarheid. De predikant, een harde en:
steile zielenherder, van «het slag zoo
als dlaar in liet barre noorden slechts