BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD #120 PER 3 iAANDEN m 10 CENT PER WEEK. Rubriek voor Vrauwen Natuurhistorische Wandelingen De Schijf des Dcods. FEUILLETON 25e Jaargang MAANDAG 3 FEBRUARI 1908 Nok754ï DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT Huisjaponnen. M«atinée's- Kiwierjurloan. Hot winterseizoen in de mode na dert zijn1 einde, alhoewel nog nie mand onzer aan de voorjaars garde robe denkt zoolang- 'Itagelbuiic-ai en stortregens eiken dag afwisselen. Het is daarom voor onze huisvrouwen de aangewezen tijd, om voor datgene te zorgen, "wat minder door de mode be ïnvloed wordt; zooa's de huisjapon nen en de kinderkleeding. Reeds meermalen wees ik er op, dat het aangenaam, practisch en ecor Bcfmisch is om, wanneer men van de wandeling thuis -komt, van toilet te veranderen. Het is een goede gewoon. Ie, die eerstens eene weldadige rust geeft na een vernloeiendem tocilit en ten slotte onze wandel- on visite-toi letten ontzaglijk spaart, zoodat men ze des te langer benutten kaai, door- ,da!t ze langer den glans van nieuw heid behouden. Een huistoilert moet, om aan het doel te beantwoorden, doelmatig zijn .ingericht. Men verwarre het haiistoi- let echter ndet met de morgenjapon, die men slechts tot na het eerste ont bijt -draagt. Een correcte vrouw ri-oM hare hui selijke bezigheden zoodanig in, dat zij behoorlijk gekleed aan de koffietafel kan verschijnen. Als man en kinde ren in het middaguur thuis bomen, stemt het hun aangenaam, waEtaear de vrouw des huizes hen. behoorlijk .gelkleed ontvangt. Men ban dieze huis. vjapomnen van soepel flanel, gr ova aijde of katoen fluweel vervaardigen. .Vooral in flanel en fluweel brengt men mooie kleuren en allerliefste dessins. Tte rokken, die gewoonlijk slepend «-emaakt worden, zijn zon der gamee-ring ze worden met ruim te aan den bond genaaid of wed met in gestikte hleupp looien ingericht.' Voor de matinée's bezigt men bij jvoorkeur het .genre empire" met lan- |ge basques. Do halzen worden rand lof viei-kanit uitgesneden eau met 'eon farzet van kant of borduursel iinge- jvuld. De verdere garneering bestaat luit band-fluweel, een weinig borduur- (sel of galon. Naair verkiezing kunnen (die matiné's ook in den. Tapanschen tvorm worden ingericht. De reformj a.poainen mieit korten bo- jléro, en princesse-robes kunnen even eens als gek leed e (huisjaponnen dienst kloenze zijn echter zonder onder scheid van tamelijk langen sleep jvoorzien. De kinderjurken voor den leeftijd! Van dirio tot vijf jaar zijn weinig of niet 1aan de wisselingen der mode on derhevig. Mien kleedt de kleintjes bij, voorkeur in witte waschjurken, vani piké of batist. Het piké garneeoTt men' met borduursel a l'anglaise, batist met valencienne kantjes. De rechte Engelsche hangjuirben en de baske modellen maken voor de kleintjes de jeenige keus uit. Sommige moeders houden er van de kinderen een cein tuur te laten dragen, omdat de hang- jurben dan kleintjes bij het spelen vaak hinderlijk zijn, daar de ruimte bij het bukken te veel voor die voetjes bomt, waardoor gevaar voor vallen ontstaat. De meeste kin-derjurken worden aan den onderrand met een gebor- duurden strook gegarneerd, daarbo ven naait men eenige ojpnaa'sels of lingerie-plooitjes, die als verlenging kunnen gebruikt worden en tevens een aardige versiering uitmaken. De ruitoe lijfjes worden met een inslag aan de rokjes genaaid, het aanzetsel door een ceintuur bedekt. De mouw tjes bestaan uit korte ballonnetjes, die met een schuifje zijn ingericht- Moeders, die met een talrijk kroost gezegend zijn, zullen de witte jurken slechts gebruiken, wanneer de kleón- jtjes uitgaanvoor in huis geven zij .echter oe voorkeur aan wasohbaar flanel, daar dit minder bewerkelijk .is met strijken. Het z.g. „vyeltla" is vooral eene aianbevelensw aardige kwaliteit, daar het niet krimpt, noch .verschiet of ruig wordt en tegenwoor dig in alle lichte en donkere kleuren gebracht wordt. De manteltjes voor ons -kleine volk je zijn van luine des Pyrenées, plu- (Chette, gevoerd cadhemire, laken of .bont. Manteljasjes behooren tot het yerloden en men geeft tegenwoordig de voorbeur aan losse rechte model len, die met een dubbele knoopenrij zijn ingericht en een schouderkraag gegarneerd. De mouwtjes worden, met passende handiboordjes ingericht. CORRESPONDENTIE. Mevr. d» B. v. V. Als de a. s. jbruid een mooie slanke taille heeft, joinder bepaald lang te zijn, kan ik U ,,de robe orinoeSse" voor het bruids- toilet ten zeerste aanbevelen. Het is zeer nieuw, de japon met een smal le voorbaan in te nichten, en aan die Jünkervoorzijde die sluiting op on zichtbare wijze aan te brengen. Een inzet en mouwen van geborduurde tulq, afgewerkt met entre-deux en oranje-bloesem .gegarneerd, vormen een mooi geheel. Het aangewezen ma teriaal is ivoor-kleurig,o liberty zij de en tule of kant voor den bruids sluier. De rok van het kleed behoeft geeauerlci garneeriiag. MAREE VAN AMSTEL. De weg naar Bloemendaal boodi al voldoende, om met mist en koude vre de te sluiten. Toen links af, den weg achter het iBloemendaalsche (boson om. Wat was die prachtig. Daar stan den zij in lange rijen geschaard, de boomen, met hunne nu niet meer naakt-strakke armen. N/iet somber zagen zij er xneer uit. Natuur scheen medelijden met hen gehad te hebben. Zij sahonk voldoening voar dein verlo ren zomertooi In 'betoovenende ge heimzinnigheid' had zij den weg ver anderd in een stralenschietende gang uit eendroornenpaJeds. Geen wteemoedlgediadhten wekten ai} meer op, de anders zoo sombere talk- ken, zwaar torsende nu hun. edelen last van fonkelend edelgesbeent, maar ook geen doordringend jeugdgevoe] doorstroomde mij l Want geen Lentegeruisdh deed de twijgen zacht deinen, geen helder op klinkend vogelgezang kwam uit teer groene blaadjes. Het was geen jonge voorjaarsschdrttering, bijna dwingend tot juichen en «dartelen, j Deze praal Was eene, die bewonde ring en eerbied' afdwong, die ons deed gevoelen onze eigen kleinheid:, i .Schitterend' twarem d)e altijd groene heesters in het nieuwe Meedl. I De aan twee zijden geplaatste naal- (den van den Taxoiis waren afgezet met fijne kristallen, waamdb-or die re- IN EN OM HAARLEM. CC, „Bror... wat een weer, het is om ziek te worden. Ga je nu, terwijl het zoo koud en damjpig is, nog een wan deling maken?" Deze weinig opwekkende woorden werden mij. toegevoegd door een mij ner kennissen, dien ik juisit ontmoet- jlte, toen ik op weg igirag, om enkele, .mij zoo lief geworden plekjes, in: den omtrek van Haarlem, in hun ongelwio- nien tooi te gaan bewonderen.. Genoemdie kennis liep met opgetrok ken .schouders en omhoog geslagen1 kraag, terwijl zijn handen diep in de zakken waren verborgen. Dit alles vond ik heel gewoon, maar dat hij1 de zooveelste was, die zilch wieinig scheen te bekommeren om het mooie, dat nu buiten te zien was, zie, dat vohd! ik te betreuren. Wisten de meesten dan niet, dlart, terwijl de boomen langs straten en grachten zoo'n sprookjesachtig kleed aan hadden, wisten zij niet, dat «Ut buiten nog veel beter uitkwam, waar aililes meewerkte om het effect ite ver- hoogen? lik geloof het wel, maar ik geloof ook, dat de meesten zich de moeite van een wandeling niet wilden ge troosten. En tooh, ik zelf 'heb weer ondervon den, dat de moeite ruimschoots werd beloond. I Na het korte gesprek was ik flink j doorgestapt „Waar was de wandeling naar toe?' vraagt ge. Waar zou men anders heen gaan dan naar den duinkant roet zijn schilderachtige glooiingen, ro zijn afwisseling van hooggeboomte en laag struikgewas? j Zoo spoedig mogelijk wilde ik daar om in Bloemendaal zijn. De „electri- sche" wist daar raad op en binnen weinige minuten was ik „buiten". gelmatige bouw nog beter uitkwam. .De isltékehge iwiib-hoomaJchltiige toüaidt randen van den HujLst waren schuld gegaan onder een kortstondige omi- zoomiing van Me ine schdtrtieirvoinikjes. De eigenaardige golving dtar blade ren kwam dies te heter uit}, hieit don kere groen wernd leendgszins gjehnolkem door de Witte 'omiijiuiing. De takjes bo gen.' een iweanig door. •Wat woniderüiijlk toch! (Diile schijn baar zoo broze twijgen nijgdien nn. slechts eiven ondier «Den kostbaren last. Zij. schenen en iwefl. op bemekeoidi, die Steeds 'aangroeiende, fomked-iprilsma's tie dragen. iSdedhit® het maaksel van. 1 dlerni menschi, hot over heel de stad gespannen warwair-net van dp^dleh was niet sterk genoeg voor een. zoo j schitterend! gewicht. Het' leek bijiuai een waarschuwing, om niet tie hoog- moedig te zijn,, om ndiet te Veosmierteü1 ziich heer der schepping te noemen. Zoo mijmerend was ik aan den steil oploopenden, weg naar /Koningi'nue- .duiin" gekomen. I Wed was m'ijh geringe moeite en weinige dJooaxzetitiingskiwM .genoeg i beloond, maar toch, ik verlangde mog meer.- j Een uitzicht van hlet hoogste punt af beloofde mog veel. En wehkelaj/k Een. nog majestueuzer beeld '\"ertoonde zich aan mijn oog, I toen. ik van dezen duintop af het rein; witte landschap, voor zoover die nevels het toelieten, overzag. 'Ben oogenblak hadJ ik het op mijn wandeling jammer gevonden', dat de zon niet aide® met hare gouden stau- len overgoot, dat zij niet aides deed tintelen. Nu echter vond ik tiet beter zoo. Het was meer bij tiet indrukwekken de van (het landschap passend', dat de liichtgrijzende dampen het geheel wat versomberden Zij hingen zoo plechtig st*d tusschen die boomgroepen, zij verwaasden tiert verschiet, dat onzichtbaar vervloeide. 'Dichtbij, daar in die diepe vallat, groepeerden zich enkele sparren, waarvan de langzame buiging dier tak ken nog heter uitkwam. Zij werden geflankeerd door dun gertwijjgde ber ken dia (zdoh met hare lichtgrijze stammen thuis voelden in die witte omgeving. Enkele kleine zanigers als mee2an, boomkruipertjes en ee>n enkel wfln- terkjonankje vlogen van struik tot struik. Zij schenen liever maar die naakte takken te zien, daar het moei lijk te bereiken voedsel nu bijna ge heel verborgen was Nog enkele oogenblikken bleef ik, staan. Diepen indruk had het op mij- gemaakt, dat geheimzinnige in de zoo wondervolle natuur. Waarvoor was dit alles gevormd? 1 Zou alles een doel hebben? I Waarvoor dan deze ééndagsschat- fen? J. STURING. VRAGENBUS. I Den Heer V. te H. Uiw vraag kreeg ik te laat voor de vorige week, dus daarom nu. Wat dat door U ge- i vraagde werk betreft, dat bestaiait niet, 't zou ook te duur worden, j Wel iis er ean werkje: Onkruid wan den heer v. Eeden, waarin omtrent de wilde Flora om Haarlem heel wat te vinden is. Neemt u daarnaast een geïllustreerde f'lora van Heuikels, dan bereikt u al voor een groot ge deelte uw doei. En mocht u omtrent deze of gene plant twijfelen, dan zal de Redactie van Haarlem's Dagblad met hare medewerkers u wel helpen. Wat uw tweede vraag betreft, voor het verplanten van Toorts; Idlart gaalt zeer goed1. Hoe voorzichtiger de plant gerooid' woirdlt, hoe heter ze zal bloeien Den Heer H. te H. «Uit uw brief zag ik, dat u nauwkeurig een en an der uit den vorigen brief hebt nage gaan. En uw vraag in verband met de er bij' gevoegde omjstandighedd om trent het nieuw samenpakken van sneeuw beneden 't vriespunt, deed me zien, dat u over «een en ander 'hebt nagedacht ook. Door het samendruk ken zouden iwe sneeuw zelfs «kunnen laten smelt/eau. (Aan die met rijp bezette takken nu gaat de afkoeling verder en de in de lucht zwevende waterdamp (ook bij lagere temperatuur) zet zich daaraan laf, op deaelfde wijze zooaflis die eerste waterdamp het aan de takken dieed. Ze vriest er dus eigenlijk aan vast zoo als de ijskristallen, die zich op de «oppervlakte van het waiter aan elkaar hechten. J. STURING. Het gebeurde ten tijde van Olivier Cromwell. Zijn protectoraat was een der glansrijkste tijdstippen in de gesel idenis van Engeland, maar, alvorens heerschar te worden, week Olivier Cromwell, zoo bekwaam als eerzuch tig, niet terug voor de wreedste straf fen, die hij personen deed ondergaan, die hem den minsten tegenstand durf- dlen bieden. De kolonel Mayfaüd was de jongste officier van dien graad in het leger der republiek; hij was slechts dertig jaren oudhij maakte verschillende veldtochten mee zijn moed en zijne dapperheid deden liem de achting van allen uturnenhij moest gelukkig en trotsch. wezen. Wat is hem dan overkomen Waarom die droevige en neerslachtige gelaatsuitdrukking? Het was winterde nacht was ge vallen buiten heerschtem storm en duisternisbinnen eene weemoedi ge stilte. De kolonel en zijne jonge vrouw, hand in hand voor het ka- mervuur -ezeten, hadden het onder werp van hun verdriet uitgeput. Zij hadden samen gebedien en nu bleef er hun .slechts éen ding te doenwach tten. Niet heel lang. ongetwijfeld. De Vrouw beefde wanneer zij daaraan dacht. Zij hadden slechts één kind., een klein meisie, Abbv. zeven iaren oud. hunne lievelinge. Zij kwant, als alle avolnden vóór het slapen gaan, hare ouders omhelzen. Drogen wij onze tranen uit lief de voor ons kind;, had de kolonel ge zegd. Dat zij niets merke. Een lief klein, blond meisje, met krullende haren, keek al glimlachen - d)e door de op 'n kier staande deur naar binnen en. blii hare ouders te zien, kwam het huppelende naar hen toe. Zij klauterde op die knieën baars vaders, die, haar tegen den boezem drukkende, 'haar hartstochtelijk kuste. Vader, vader, kus mij zoo nöet, gij doet mij pijn Zij wilde wegloopen, maar haar va der hield haar in zijne heide ar men, zeggende Neen. neen, ga niet weg, blijf op mijne knieën. Ik vraag u vergiffenis voor 'de pijn, die ik u onbewust deed. Wat moet ik doen om die te beko men In een ooigjwenk was het kind we der vroolijk en lachte. Met haar hoofdje de wang haars vaders druk kende, vroeg zij hem eene vertelling. Luistert De ouders hielden hun adem in en luisterden. Ondanks het huilen van den winxi. hoorde man in de verte voetstappen, die naderbij kwamen, nog dichter, zwaarder, lichter en ein delijk wegstervend. De kolonel en zijne vrouw ademden diep als warenzij een gevaar ont snapt.. Dan zeer rustig Gij vraagt mij eene vertelling, Abby, eene zeer vroolijke zeker? Wel neen, vader, vertel integen deel eene droevige, zeer ware ge schiedenis. die ons «dóet beven als ware zij echt. Moeder, kóm wat «lich ter en geef mij uwe IhJamd. Begin nu maaT, vader. Eens waren er drie kolonels. Tij dens een veldslag hadden zij een in breuk op de tucht gedaan. Men had' hun 'bevolen een aanval te veinzen op eene sterke vijandelijke stelling, ten einde de tegenstrevers langs een kant op te houden en liet republikeimsche leger tijd te verschaffen om den af tocht te blazen. Maar in hunne geest drift leverden de drie kolonels wer kelijk slag en overwonnen. De opper generaal, hun geluk wensehende, was echter zeer verstoord over hunne ongehoorzaamheid. Hij beval hun naar Landen te komen, waar zij zou den gevonnisd worden. De oppergeneraal, dat is Croïro well, niet waar, vaider? Ja. Ik ken hem wel, ik heb hem al gezien. Wanneer hij voorbijrijdt op zijn .groot paard, aan het hoofd zij ner soldaten, zijn de liederr bang, maar ik niet, (hij blikt meit goedheid op mij neer. Lieve kleine ekster 1.... De koQó- nels zjm dus te Londen, gevangen op hun eerewoord; men bet hun toe hunne familiën een laatst vaarwel t'e «wenjschen. Luistert!.... Zij luisterden 1 Nog voetstappen.... Dezen keer noig verwijderden de voet stappen zich. De moeder legde het hoofd op den schouder van den echt genoot, om hare bleekheid te verber gen. Zij kwamen dezen morgen... De oogen van het kind sperden zich wiid open. Maar vader, het is toch eene wa re geschiedenis Ja, liefste. Ohhoe gaarne zie ik u, veder. Vertel maar voortMaar moedor, gij weent, waarom dan, zeg Niets, niets, mijne kleine, ik dacht aan... aan kle arme famiMën. - Ween toch niet, moeder, hert zal wel goed eindigen, gij zult het rien Eb don, vader, waar zijn zij deze* morgen "-eweest - Eerst werden zij naar den To wer (geleid, alvorens men hun toeiiei nog eei\s naar huis te gaan. In desn. Toweir nebben dë rechters hun on dervraagd en schuldig bevonden, waarna zii alle drie. ter dood verwe zen werden. - Hoe boosaardig. Lieve moeder, gij weent no(g. Ween niet, wanrt zij zullen niet sterven, gij zult zien. Maar vertel ons nu bet laatste gedee3Ce* vacüer. Ik moet eerst nadenken. Dat is niet noodig, gij kent im mers die eeschiedeniSi Kent gij ook de drie kolonels Ja. kleine. Ik wilde ze ook wel kennen ik zie gaarne kolonels. Zij zouden "Wei Willen, dat ik hem olmhtelsde, is niet, vader? Eén hunper zou dat zeker gaar ne willen, antwoordde de kolonel mei stokkende stem. Omhels mij voor hem. Ja, en ook voor de twee anderen, want wanneer ik hem zag, zou ik hun zegjgesiMijn vader is ook een zeer dappere kolonel, dlie juist het zelfde zou gediaam hebben als gij, dat is geen schande. Gij hadt volkomen! gelijk, ziedaar. „Luistert!.... Luistert!... De wind Neen In naam van den lord-generaal, opent Vader, het zijn soldaten, Laat mij, laat mij', ik ga ze doen binnen komen. Zij liep sniel naar de deurdie zij igacnsch openwierp, roepende Komt binnen, komt binnen Vader, vader, het zijn grenadiers. De soldaten kwamen binnen, met opgestoken wapens de officier groet te, de kolonel rechtstaande, gaf d'eöi groet weer. Zijne arme vrouw, roaasl hem, heel bleek, verborg zooveel mó gelijk haar verdriet. Het kind nag toe,, verwonderd'. De vader omhelsde langdurig zijmte vrouw, dan zijne dochter. Naar den Tower, voorwaarts, marsch Dan verliet de kolonel liet huls, vooraar de soldaten. Oh moeder, wat is vader schloon, wat glaat hij goedDus, hij begeeft zach naar den Tower, hij gaat btj ben, hij.... Arme kleine, kom in mijn» ar men1, kom. Des anderen daags "e morgens wai de arme moeder niet in staat haajr bed te verlaten. De kleine Abby, be* bevel ontvangen hebbende buiten te spelen om hare moeder niet te wek ken, kwam op straat, vermaakte zich e enigen tijd op den drempel en dachÉ dan dat zij goed zou doen haar va der te gaan verwittigen wat er te huis gedurende zijne afwezigheid voorviel. Een uur later was de krijgsraad ver«eenigd in tegenwoordigheid vaa den lord-sreneraal. Wij hebben hun gevraagd, zeida eecn deur rechters, hem te kiezen, dia sterven moet, maar zij weigerden. Het gelaat van dien. protector ver somberde. Zij zullen niet allen sterven, sprak hij. Het lot zal beslissen- Haal# ben, en ^laatst ze in die kamer, zij aan zij, met het gelaat naar den muur, de handen op den rug. Ver- Naar bet DuitscV, Ik verzoek u alles walt ik zei, pre cies op te volgen, zei Dr. Rolling tot juffrouw Hartung. Opstaand keek hij naar de deur ivlak tegenover bet bed. Op den drem pel stond een vrouw, een lange, slan ke gestalte in 't zwart gekleed met een bleek angstig gelaat. Bij het zien van die zwijgende ge stalte ontglipte den arts een uitroep ■van verbazing. De bedroefde oogen der vrouw waren met een smeekende uitdrukking op hem gericht, een uit drukking die men niet verkeerd kon ■verstaan, Trevor keek hem verwonderd aan. Hij had zijn groote ontroering opge merkt. Wat heb je, Julius vroeg hij. Ik niets. Ik zalg alleen daar ginds aan dè deur een dame, mis schien de moeder van bet kind. Trevor ging de woonkamer binnen. Ja, bet was Harma Lyndon met een gelaat nat van tranen. Stel u toch alstublieft gerust, mevrouw'riep Trevor, Alles gaat goed. Julius verzekert, dat de kleine over eenige dagen al heelemaal beter zal zijn. üoddank snikte Hanna. Ik kon bet henoden niet meer uithouden, ik moest hooren, wat die arts gezegd had. Wil u hem zeggen, dat ik hem van ganscher harte bedank. Mevrouw kan verzekerd zijn, dart ik blij ben haar «ean dienst bewezen te hebben, zei Dr. Rolling luid van den dnemnel af. Ha una Lyndon snelde naar de deur. Dr. Rollins- stond op het donkere por taal. Het volgend oogenblik had zij de 'hand van Dr. Rolling gegrepenen (haar in hevige ontroering tegen haar lippen gedrukt. Ja, morgenochtend: zal ik tegen acht uur nog eens naar de kleine ko men zien. Om negen uur ga ik weer naar 'Londen terug. 'Goeden nacht, mevrouw Ook Trevor nam afscheid van me vrouw Lyndon met die onaangename overtuiging, dat na het herstel van het kind zijn omgang mat de sdhoo- na zangeres weer uit zou zijn. Nu, Julius, begon hij, zoodra zij het huis verlaten hadden, hoe denk je over haar? Zij is heel mooi. Meer kan ik na zoo'n korte ontmoeting niet zeg gen, Het doet mij van harte leed;, dat zij zoo verlaten en zonder bescher ming in de wereld staat, maar... Maar wat? Naar mijn idéé is het verstan digste, neem het «enigste, wat je doen kunt haar te vergeten. NooitWaarom zou ik haar wil len vergeten, Julius Omdat alle omstandigheden er op wijzen, dat zij geen geschikte vrouw voor ie is. Een zoo bekoorlij ke vrouw zou zeker zoo'n terugge trokken leven ui et lijden ik spreek niet van haar loopbaan als zange res want het is heel natuurlijk, dat een vrouw met zoo'n mooie stem be gaafd', dat beroep kiest, als zij ge dwongen is, haar brood te verdienen als zij er geen bepaalden reden voor had om zoo de Wereld te ont vluchten. misschien wel een of an der droevig geheim uit haar verde den, of wei een niet weer los te ma ken band die haar verhindert nieu we betrekkingen aan te knoopen. Zij weet, dat jij een flinke, goedharti ge man bent, rijk en onafhankelijk en haar bijna slaafs genegen, en tooh wil zij van ie aanzoek niets weten. Dat zou zij nooit- doen, als zij vrij was. Geloof mij, daar steekt ietjs ach ter, iets, dat je onmogelijk uit den weg kunt ruimen". Laat je waarschu wen, Gottfried, «nu het nog tijd is. Ik zag je voor een beter men- schenkeriner aan, Juli us ik zali nooit van deze vrouw afzien. Je Wilt mijn raad, en ik geef je dlie, kalm. zonder vooringenomen heid miin verstand, niet mijn ge voel, wees mij daarbij den weg. De ze vrouw heeft blijkbaar een minder mooi geheim te verbergen, en jij bent niet de man om zoo iets over het hoofd te 7ion. Ik zal haar nooit voor minder goed en edel houden, dan zij mij op dit oogenblik toeschijnt 1 Wat brengt je er toe te vermoeden, diat haar ver leden een minder waardig geheim zou verbergen Nog eens, Gottfried, laat je waarschuwen, trouw geen vtrouw, van wie ie zoo weinig weet als van Hanna Lvndon. Je meent het goed met mij boste vent, daaraan tijfel ik niet, maar als zij er morgen in toestemde mij to trouwen zou ik mijzelf gelukkig prij zen en trotsch zijn op de g-roote on derscheiding. Terwijl Dr. Rolling den volgenden morgen naar Hanna Lyndon ging, ging Trevor naar het station, om hem daar af te Wachten. Tk was al hang dat je den trein zondt missen. Julius, zei Trevor, toen zijn vriend nog juist op tijd aan kwam. Nu. welk nieuws breng je De kleine Lydia is beslist op den weg van beterschap. Ik vroeg je niet naar het kind. Zeg mij liever, hoe je vandaag over de moeder denkt. Precies zooals gisteren; zij is een mooie vrouw, maar haar verle den wordt door een treurig geheim verduisterd. En blijf je mij nog altijd voor haar waarschuwen Nog altijd Heb medelijden met haar, dat haar zoo'n moeilijk lot is beschoren, maar mijd haar gezel-" schap Je bent een edelmoedige raads man riep Trevor met een bitter lachje. Je bezoekt vandaag geheel overbodig het kind om de moeder nog eens le zien, en komt bij mij met een' gezicht zoo bleek als het verraad zelf. Gottfried Omdat ik overigens je «waar schuwing niet ter harte denk te ne men, is zij zonder (beteekenis voor mij. De trein stond op 't punt van ver trekken en Dr. Rolling nam plaats in een coupé tweede klasse. Neem het mij niet kwalijk, Ju lius verzocht. Trevor, je moeit mijn woorden vandaag niet zoo precies nemen. De trein stoomde weg. Trevor whs heel ontevreden op zichzelf. Hij heeft misschien gelijk, rei hij tot zichzelf, maar waarom bSeei hij zoo lang bij haar em waarom zag hij er zoo ontroerd em peinzend uit, toen hij hier aankwam HOOFDSTUK Vin. De toestand van Damkraar Wilburg was er niet op verbeterd. Het alge meen verval van krachten was al zeer toegenomen, voordat de erige*- zimüge, oude man kon besluiten cc eten deskundige van op de hoogte te stellen. Een poosje na'dat hij den raad va* Dr. Rolling had ingewonnen zat da zieke iederen avond voor den haar* em vertelde van zijn jeugd en aïler- ltei "ondervindingen uit later jaTc*1, maar nooit van .zijn op de wereld rondzwervenden zoon. Toem kvram er een tijd. waarop de oude main ziek te zwak voelde zijn slaapkamer t» verlaten. De zomer had voor de lente plaat* gemaakt en in de Shadrackstraa# en haar omgeving was 'het onver kwikkelijker dan ooit. Voor Dr. Rol ling was het een groot genot het kali- me, koele spookhuis te bezoeke* (WoTdi varvotgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 11