HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
sb
-f i Stadsnieuws
liaarienisch Dagboek
Binnenland
Onze Lachhoek.
FEUILLETON
indelijk gewonnen
DINSDAG 7 APBIL 1908
.8:
jj'6 April.
Het zijn toch waarlijk wel zeer
«echte tijden. Malaise in zaken, ge
rukte geldmarkt, dalende koersen,
ietswaardige Kimberley's, aldoor da-
hde mijnwaarden... het is een tijd
jor menschen van geld om diep in
I\jp zorgen te zitten. Wel is waar ver
gheren de menschen zonder geld in
«twat gelijke positie, maar de zorg
>er iets wat je hebt is altijd nog van
jn andere soort dan die over wat je
.et hebt. Zoo weet ik van een Haar-
mmer, die zijn portemonnaie met
>n gulden of zeventien er in, in een
agen van de Amsterdamsche tram
it liggen, dientengevolge ontstemd
mi thuis niet te spreken was, en er
'presselijk vroeg voor opstond om op
Stadhouderskade te hooren of het
'irloren schaap terecht was. Het was
gelukkig, en ik kan u verzekeren,
it de gelukkige sterveling veel meer
Hlirblijd was over de zeventien gulden
i die eenmaal verloren waren ge-
^eest, dan over zijn bezit vóór dien-
I'Vóór me ligt een prachtboek]e met
in prachtbeschrïjvmg over Bad Ems,
Kik zit er over te tobben hoe ik daar
it komen zal en genieten van al wat
ar te genieten is, veel meer in de
irg daarover dan de man, die wèrke-
jk gaat, over de zorgen van de reis
ilf. Een bewijs dus dat je veel meer
srg kunt hebben zonder, dan met oor-
tak en aanleiding.
,En nog een zeer sprekend bewijs
larvoor vind ik in het verslag der
aarlemsche Hypotheekbank.
•De prelude van dat verslag is niet
8iel anders dan één zang in mineur.
(„Groote gedruktheid in zaken."
I,Scherpe crisis".
Terugslag."
S»,,Storende factoren in ons bedrijf."
®Maar dan klinkt er een helderder
y ton. en de finale is een dividendje
f in 13J percent. Ik vind dat nog al
k jhappelijk.
Blijkbaar zijn de opstellers van dat
^rslag humoristen van een goed slag.
l/We zullen," hebben ze gedacht,
pilzen aandeelhouders een verras-
ng bereiden die beter is dan de beste
prilgrap... Eerst klagen, dan zal je
Igeloopen gezichten zien. En dan, na
i klaagliederen, de juichtonen der
ft procent!"
't Is een aardig idée... Ik ben er al
en benieuwd naar, hoe diep de mi
ni r wel zou zijn als het dividend
ins ging dalen,,., of hoe hoog de
.ichtoon als de Bank boven de 13|
yam!
ft Is overigens geen geïnteresseerde
^langstelling, want aandeelen heb
niet. De lezer kan dus gerust zijn.
>or reclame schrijf ik hier niet!
OBSERVATOR.
TEEKEN-COLLEGE
KUNST ZIJ ONS DOEL.
jffOp 3 April jl. hield voormeld Colle-
in het Brongebouw, zijn vermoe-
__e!ijk laatste kunstbeschouwing in
|mt seizoen '07'08.
^^Geëxposeerd waren aquarellen, et-
éttam en vooral schetsen, uit de parti-
I.iliere verzameling van den heer
'S.£bn F. Hulk, kunstschilder te Haar-
-nl Toen de heer Hulk de functie
in secretaris der Maatschappij Arti
[en,
Amicitae verwisselde met die van
'mservator van Teyler's Museum werd
nu, bij zijn vertrek uit de hoofdstad,
por kunstbroeders en -zusters een
Prtefeuille met, stalen hunner kunst
ïreerd.
Deze collectie nu was het, die het
«nootschap Kunst zij ons Doel" bij
jn 4e Kunstbeschouwing het voor-
jöjficlit had zijn leden ter bezichtiging
ter> kunnen aanbieden, of liever, het
i 'tas nog maar de helft der verzame-
iingig, wijl voor verdere plaatsing de
limte ontbrak.
Wel gelukkig, prijzen mag men derï
izitter van zulken kunstschat, welks
jkdom bij het uitstaan tegen den
R and te meer nog naar voren trad.
U.Zoo waren dan geëtaleerd een 60-
EN.l kunstwerken, vertegenwoordigend
jecimen van evenzooveel vervaardi-
En de grootsten in de kunst ontbra-
n niet in de rij
Jozef Israëls was daar met een inté
rieur. klein en teer stukje, vrouwtje
aan tafel, tafereel in de dichterlijke
kleuren van den meester.
Mesdag had een brok zee in breede
schets.
Willem Maris een vluchtige krijt-
krabbel, te vluchtig haast.
Albert Neuhuis was er eveneens
met een krijtstudie, moeder en kind.
kind.
Dijsselhof met goudvisschen in rij
ke kleur natuurlijk.
Bauer met een Oostersche composi
tie.
En gaan we verder te rade met wat
ons het meest trok, dan noemen we
allereerst ,,Het Larensche meisje"
door Krabbé, frisch en krachtig in
kleur en teekening. Een „Avondstem
ming", krijtteekening door Bastert.
De heldere pastel „Katwijk" door H.
W. Jansen. Het zoo juist geziene
„Lantaarneffect" van Berkemeijer.
„De huzaar" van Hoynck v. P. „Dot
terbloemen" zacht en mooi gedaan
door mej. v. d. Willigen. Een aller
prettigste teekening, haast een oud-
Hollandsch riviergezicht, door Tho-
len. Een Stilleven door Suy. „De vlas
spinner" van Comter.
Van den ouden heer Hulk was een
klein, romantisch stadsgezicht aanwe
zig, van Gorter een mooi grijs schets
je. Fijn was ook het avond-sneeuwge-
zicht door Van Soest.
Haarlem vond haar vertegenwoordi
gers nog in Savrij met een fraai duin
landschap, Veldheer met zijn bekend
Neurenberg, en mej. Bosscha meteen
penteeltening.
En zoo wij thans, ten besluite nog
noemen het mooie schetsje van v.
VredenhurSi, het fijne kopje door Da-
ke en de geestige krabbel van Willy
Sluiter, aangenaam maar wie ben
je eigenlijk dan is bij lange na
niet alles" opgenoemd wat geëxpo
seerd was, wel echter datgene wat het
meest naar voren trad.
Ja 1 het teekeningetje van v. Wijn-
gaerdt moet ook genoemd, en Schildt
was mede goed vertegenwoordigd.
De heer John F. Hulk heeft een
mooie verzameling en als hij na elke
tien jaren zóó wordt bedacht.... 1
G. KERKHOFF.
VERGADERING
van den Raad der gemeente Haarlem
op Woensdag 8 April, des namiddags
te 11/2 uur in de Statenzaal (Prinsen
hof.)
De volgende zaken zullen aan de
orde worden gesteld
1. Mededeelingen en ingekomen
stukken.
Verzoekschï-ift mej. E. C. C. Eshuijs
eervol ontslag leerares Meisjesschool
voor M. O.
2. Voorstel B. en W.W. vaststellinj
staat betaling uit post „onvoorziene
uitgaven" dienst 1907, met advies
Comm. Bijstand gemeentefinanciën.
3. Id. id. id., dienst 1908, met id.
4. Id. id. vaststelling le suppl. be
grooting, dienst 1907.
5. Id. id. aankoop perceel Kruis
straat no. 45/47 met achterliggend per
ceel, met nader voorstel B. en W.W.
6. Id. id. vaststelling verordeningen
heffing en invordering schoolgeld
scholen voor gewoon lager onderwijs.
7. Id. id. verzoekschrift Haarl. Var-
kensslagers-vereeniging, wijziging be
palingen Openbaar Slachthuis, met
amendement-Rinkema.
8. Id. A. Rinkema, teruggaaf gelden
gebruik koelcellen, met schrijven B.
en W. W.
9. Id. B. en W. W. wijziging veror
deningen Op nbaar Slachthuis.
10. Id. id. opheffing rangenstelsel
hulppersoneel scholen voor lager on
derwijs.
11. Id. id. verzoekschrift mevr. A.
P. EI. van GoorMeijs, verleenen toe
lage wegens 45-jarigen leeftijd als on
derwijzeres school No. 3.
12. Id. id. verzoekschrift Haarl. Po-
lilievereeniging „Verbetering zij ons
streven" en „Bond van Gemeente-
politiebeambten in Nederland", vast
stelling bij verordening van dienst
en rusttijden en van regeling straffen-
stelsel.
13. Id. id. vergunning dempen sloot
Hout.
14. Id. id. verkoop grond Leidsche
Plein aan J. en S. Winnubst.
15. Id. id. gebruik lokaal Doelen
door afd. Haarlem Ned. Weerbaar-
heidsvereeniging.
16. Id. id. vergunning rails Leidscha
Vaart aan Haarl. Machinefabriek
voorheen Gebr. Figée.
17. Id. id. vergunning leggen licht-
kabel enz.. Kleverlaan.
18. Id. id. verzoekschriften Haarl.
Medico-Mechanisch Zander-Instituut,
P. W. Peereboom en Dr. W. G. Huet,
niet onderzoeken of behandelen in
het St. Elis. of groote gasthuis van
daarin niet verpleegde patiënten met
Röntgenstralen.
19. Benoeming Commissaris Bank
van Leening (aftreding Mr. C. M.
Rasch).
20. Id. lid Comm. Bijstand beheer
gemeente-financiën (aftredend lid).
21. Voordracht B. en W.W. benoe
ming plaatsvervangend hoofd School
voor meer uitgebreid lager onderwijs.
22. Id. id. id. onderwijzer Oplei
dingsschool voor jongens tot het m. en
li. onderwijs.
23. Id. id. id. id. Tweede Burger
school.
24. Id. id. id. id. School No. 1.
STUKKEN VAN DEN RAAD.
Wenschen der politie-agenten.
De Haarlemsche Politie-Vereeniging
„Verbetering zij ons streven" verzoekt
den Raad
le. bij verordening vast te stellen
een regeling van dienst- en rusttijden
voor het uolitie-personeel
2e. bij verordening het straffenstel-
sel bij de politie te regelen en daarin
tevens te willen vaststellen, dat er
voor die ambtenaren beroep op een in
te stellen scheidsgerecht zal mogelijk
zijn.
De Bond van Gemeente-politiebeamb
ten in Nederland heeft adhaesie met
dit verzoek betuigd.
In hun advies zeggen B. en W. Al
vorens omtrent dit verzoek van advies
te dienen, hebben wij voorlichting
verzocht van het hoofd der politie, die
ons in herinnering heeft gebracht, dat
volgens artikel 190 der gemeentewet
de dienaren van politie, zooveel de
emeente-Dolitie betreft, staan onder
de bevelen van den burgemeester, ter
wijl hem volgens het bepaalde bij
art. 191 dier wet wordt opgedragen
hun, in overleg met den commissaris
van politie de noodige ambtsinstruc
ties te geven. De burgemeester heeft
daaraan toegevoegd, dat naar zijne
meening, wijl bij die instructie de
dienst- en rusttijden alsmede het ver
lof en de vrije dagen van het politie
personeel zuilen worden geregeld, de
vaststelling van een desbetreffende
verordening niet tot de competentie
van den Gem enteraad behoort.
Waar volgens art. 191 dier wet aan
stelling en ontslag aan den burge
meester is opgedragen, komt volgens
den burgemeester, al heeft de wetge
ver dit niet met zooveel woorden ge
zegd, ook aan hem, burgemeester, toe,
het straffenstelsel naar eigen bevoegd
heden te regelen.
Verder is dcor den burgemeester
aangevoerd, dat uit art. 184 en vol
gende der Gemeentewet en uit hare
toelichting afdoende blijkt, dat de
handhaving van de openbare orde en
rust aan de zorg en 't beleid van den
burgemeester alleen is overgelaten en
dat hij, burgemeester, om de volle
verantwoordelijkheid, die op hem al
leen rust. te kunnen dragen, te zijner
beschikking moet hebben dienaren
van politie, die handelen naar door
hem en niet door anderen gestel
de regelen.
Op grond van bovenstaande is het
des burgemeesters vaste overtuiging,
dat de genoemde rechten, door de wet
uitsluitend aan hem toegekend niet bij
verordening kunnen worden beperkt,
zoodat regeling door den Raad van
deze aangelegenheden b ij verorde
ning, geacht zou moeten worden ver.
cJSV te gaan dan de wettelijke bevoegd
heid van den Gemeenteraad reikt en
derhalve te zijn in strijd met de wet.
Het College van B. en W. verklaart
voorts in zijn advies, dat het zich ge
heel kan vereenigen met de zienswij
ze van het hoofd der politie, zoodat
voorgesteld wordt het verzoek af te
wijzen.
Voorts is het College met den bur
gemeester van oordeel, dat het wen-
schelijk is. dat, waar de agenten van
politie ten allen tijde voor ev ntueele
gebeurtenissen beschikbaar moeten
zijn, zij hoewel hun reeds ieder een
gratificatie van 5 is toegelegd voor
meerdere diensten gedurende de ker
mis boven die gratificatie een ver
goeding ontvangen voor overuren, en
wel, ongeacht de klasse waartoe zij
behooren, ƒ0.25 voor elk uur of ge
deelte daarvan, dat zij dienst ver
richten hoven het gemiddeld aantal
diensturen van iederen agent van po
litic. berekend over 2 etmalen, 12 uur
per etmaal waarvan 3 uren rust
wordt genoten.
Tengevolge hiervan is een wijziging
noodig in de „regeling van de bezol
diging van de agenten van politie le,
2e en 36 klasse.
B. en W. stellen voor, daartoe over
te gaan, de nieuwe regeling te doen
gelden van 1 Januari 1908, en den
post „jaarwedden van de agenten van
politie" op de begrooting met ƒ200 te
verhoogen. (Raadsstuk 103.)
Heffing van schoolgeld.
De naamsverandering van de tus-
schen- en kostelooze scholen maakt
noodig, dat de verordeningen op de
heffing en invordering van schoolgeld
opnieuw wordt vastgesteld.
Voor ieder kind wordt thans het
schoolgeld gevorderd, dat vroeger was
vastgesteld voor de tusschenscholen.
Artikel 2 bepaalt echterHet school
geld zal niet verschuldigd zijn voor
kinderen van bedeelden, of voor die
ouders en verzorgers welke, schoon
niet bedeeld, onvermogend zijn, een
en ander ter beoordeeling van B.
en W.
Weggelaten is ook de bepaling', dat
bij nalatigheid van betaling den leer
ling het bijwonen van het onderwijs
zal worden ontzegd.
(Raadsstuk 118).
Verlichting Kleverlaan.
B. en W. stellen voor, aan het Ge
meentebestuur van Bloemendaal te
adviseeren dat geen bezwaar bestaat,
dat de Kennemer jïlectriciteit Maat
schappij in de aan Haarlem toebe-
hoorende berm langs de Kleverlaan
een kabel legt, ter verlichting van die
laan met 11 electrische lichten.
De recognitie zal 1 bedragen.
(Raadsstuk 123).
Kantoorlokalen Lichtfabrieken.
B. en W. stelden reeds voor, het
perceel Kruisstraat 45-47 voor de ge
meente aan te koopen, om in dit ge
bouw de kantoren der Lichtfabrieken
te vestigen.
In de overdracht moet echter be
paald worden, dat de wilsbeschik
king van mej. M. C. de Haan „het
perceel mag niet in publieke veiling
komen, daar het nimmer in handen
van Roomsch Katholieken geraken
maghet mag evenmin ooit aan win
kels verhuurd of verkocht worden"
aanvaard wordt.
B. en W. stellen voor, daartoe te
besluiten. (Raadsstuk 121.)
Financieele Commissie.
De Commissie van Bijstand in het
beheer der Gemeente-financiën stelt
voor
le. goed te keuren de le suppletoi-
re begrooting dienst 1907 tot een be
drag van 2.053.421.081/2, waaronder
een batig saldo van 90.558.021/2.
2e. den staat tot beschikking uit
den post van „onvoorziene uitgaven"
dienst 1908 tot een bedrag van 290.63.
3e. den staat tot beschikking uit den
post „onvoorziene uitgaven", dienst
1907 tot een bedrag van ƒ127.05.
(Raadstukken 119, 99 en 98.)
Ontslag gevraagd.
Mej. E. C. C. Eshuys, leerares aan de
Meisjesschool verzoekt met ingang
van 1 Mei eervol ontslag wegens ge
zondheidsredenen.
(Raadsstuk 122).
Voordracht onderwijzer.
Ter voorziening in de vacature van
onderwijzer aan de Tweede Burger
school (door het eervol ontslag van
den heer J. Th. Westendorp) hebben
B. en W .de volgende voordracht inge
diend
1. J. N. Mazee te Zutphen, 800
2. J. Kense te Rotterdam, ƒ800;
3. C. Cohen, te 's-Gravenzande, ƒ650.
(Raadsstuk 111),
HOFBERICEITEN.
De kamerheer jhr. Van den Bosch,
die tot Hr. Ms. gevolg op het Loo be
hoort, zal tevens aldaar en tijdens 't
verblijf te Amsterdam, de sedert het
overlijden van baron Clifford nog niet
vervulde betrekking van hofmaar
schalk waarnemen.
Donderdag hebben bij H. M. de Ko
ningin-Moeder gedéjeuneerd: Ridder
de Stuers, Harer Majesteits gezant te
Parijs, en jhr. G. Boreel, lid van Ged.
Staten van Noord-EIolland, met me
vrouw Boreel.
HET KON. ECHTPAAR NAAR HET
LOO.
Zaterdag' hebben II. M. de Koningin
en Z.K.H. de Prins de residentie ver
laten voor liet jaarlijksch verblijf op
het Loo.
Ditmaal werden de vorstelijke per
sonen naar het Loo vergezeld door de
hertogin van Mecklenburg/ die hier
ter stede de gast van de Koninklijke
familie was.
Oudergewoont brachten Koningin
en Prins en nu ook de Hertogin, alvo
rens te vertrekken een afscheidsbe
zoek bij Hare Majesteit de Koningin-
Moeder in Haar Paleis in het Voor
hout.
Bij het afrijden van het Koninklijk
Paleis in het Noordeinde in een ge-,
sloten galarijtuig werden de vorstelij-i
ke personen hartelijk toegejuicht door
een talrijke menigte die vóór het Pa
leis bijeen was gekomen, en evenzeer
bij aankomst aan en vertrek van het
Paleis der Koningin-Moeder, in welks
omtrek zich eveneens zeer velen ver
zameld hadden.
Vóór en in het Staatsspoorstation
vond het Koninklijk Echtpaar een niet
minder talrijke menigte die levendig
juichte.
In de Koninklijke wachtzaal, deden
de burgemeester, baron Sweerts, de
gouverneur der residentie, generaal
van Ermel Scherer en baron Ben-
tinok Hr. Ms. eerste stalmeester, Ko
ningin, Prins en hertogin uitgeleide
en precies op tijd, ten 1 ure 35 Green-
wichtijd, vertrok de Koninklijke trein
naar het Loo, onder het hartelijke ge
juich van de zeer velen dieop het plan
kier, ten weerszijden van de wacht
zaal, een plaatsje hadden mogen in
nemen.
Totdat de trein huiten de stations
overkapping was, bleven Haro Majes
teit en de Prins op het balcon van het
salonrijtuig staan, vriendelijk dan
kende voor het sympathiebetoon.
KONINKLIJK BEZOEK.
EI. M. de Koningin, zal, tijdensHaar
verblijf te Amsterdam, het pantser-
schip „Jacob van Heemskerck bezich
tigen, op 27 dezer.
EIET ZEE-HOSPITIUM TE
KATWIJK.
In aansluiting op het uitvoerig ver
slag in ons vorig nummer, vermelden
wij nog het volgende:
„Toen de muziek zweeg, verhief Ha
re Majesteit de Koningin-Moeder zich
om het Zee-hospitium te openen, met
deze woorden:
„Aan de tot Mij gerichte uitnoodi-
ging, om dit Zeehospitium voor kin
deren le willen openen, heb Ik vol
gaarne gevolg gegeven, omdat Ik het
plan tot stichting voor dit herstellings
oord met groote ingenomenheid heb
begroet.
De bestrijding der tuberculose in het
algemeen heeft Mijne meest levendige
belangstelling, en van harte juich Ik
het toe, dat zij, die door de vreeselijke
ziekte reeds op jeugdigen leeftijd zijn
aangetast, wanneer de kiemen der
kwaal wellicht beter nog zijn te be
strijden dan op lateren leeftijd, in dit
huis verpleging zullen vinden.
Ik breng daarom gaarne oprechte
hulde aan den man, die deze stichting
in het leven riep, en aan allen, die het
plan hebben helpen verwezenlijken,
waartoe hij met milde hand de mid
delen beschikbaar stelde.
Moge, onder Gods zegen, deze stich
ting in de ware beteekenis van het
woord zijn een Herstellingsoord voor
talloos vele kinderen en een bron van
rechtmatige voldoening voor den stich
ter en voor allen, die aan dit werk
der liefde hunne krachten zullen ge
ven.
Met dezen oprechten wensch ver
klaar Ik dit Zeehospitium voor kinde
ren te zijn geopend".
VREEMDE VERBLIJFPLAATS.
Men meldt uit Arnhem
Vrijdagnacht omstreeks 5 uur hoor
de de winkelier B„ wonende op den
hoek van Nieuwstad en Beekstraat,
iemand op het dak van zijn huis loo-
pen. Hij waarschuwde de politie, die
den man van het dak haalde. Aan het
bureau van politie geleid, bleek hij
genaamd te zijn II. R., metselaar,
wonende aan de Nieuwstad. R. ver
klaarde 's nachts omstreeks 12 uur
iemand op zijn zolderkamertje gezien
te hebben, die hem gedreigd had met
een revolver, waarna hij op het dak
was gevlucht en daar gedurende het
verder gedeelte van den nacht had
vertoefd.
Vermoedelijk heeft men hier te doen
met een krankzinnige.
ONZE DIENSTBODEN.
Mevrouw tikt een politie-agent, die
toevallig voor het huis staat; zij opent
de voordeur.
Agent. Wat blieft u, mevrouw, Is
er wat?
Mevrouw. Och neen; maar zou je
even aan de keukenmeid willen zeg
gen, dat er weer iets aanbrandt? Ik
durf dat niet goed!
EEN CANDIDAAT-AAP.
Een auto hield eensklaps in een der
straten van Amsterdam stil en een
man in een naar de beste automode
gekleed motorcostuum, behaard, be
brild en tot over de ooren ingepakt,
stapte er uit en vroeg een jongen:
Kom ik hier in de diergaarde?
De jongen keek vol ontzetting het
vreemde wezen aan en dacht dat het
een vreemd soort beest voor den die
rentuin kon zijn.
Zeker komt u er tenminste als
er nog leege kooien zijn, sprak hij,
doch u zou meer kans van slagen heb
ben als u een staart had!
IN EEN MOEILIJKE POSITIE.
Zij: „Maar man, schaam je je niet?
Hoe kun je in zoo'n toestand thuis
komen?"
Hij: „Ja, vrouw, heel gemakkelijk is
het ook niet gegaan."
VERSCHIL VAN OPVATTING.
Bedelaar. Ach, meneer, help mij;
ik heb in geen drie dagen eten of
drinken gehad en zelfs niet één vrien
delijk woord.
- Gelukkige kerel, sprak de man.
Ik heb in dien tijd drie zware diners
moeten bijwonen en naar zestig toos
ten moeten luisteren.
INDISCHE M1LLIOENEN-ERFENIS.
Uit goede bron vernemen wij, dat de
erfgenamen van de bekende Indische
millioenen mededingers hebben gekre
gen in een tweetal ingezetenen uit
Deventer en een uit Rotterdam. Dit
drietal, twee broeders en een zuster,
allen van hier geboortig, meenen de
zelfde rechten op de millioenen te
hebben als de rentenierende manufac-
turier te Zalt-Bommel. Indien zulks
waar mocht blijken, wat, naar het
geen wij er van vernomen hebben,
zeer waarschijnlijk is, zou de erfenis
in vieren verdeeld moeten worden en
zou dus de helft van het kapitaal te
Deventer komen.
(D. D.)
REDDINGSWEZEN.
Men meldt uit den Hoek van Hol
land:
Vrijdagavond had de vergadering
plaats, uitgeschreven door de Com
missie voor eerste hulp hij ongeluk
ken alhier.
Door dr. Diamant, alhier, werd een
rede gehouden, waarin hij de wen-
schelijkheid betoogde van de oprich
ting van een reddingsbrigade, zooals
er een te IJmuiden bestaat. Vóór
daartoe evenwel over te gaan moeten
eerst cursussen gevolgd worden en
werden de vele aanwezigen opge
wekt, daaraan deel te nemen. Het
plan is later, na gehouden cursus, oe
feningen op het strand en op de rivier
te houden. Er zal zooveel mogelijk ge
tracht worden tijd- en geldverlies,
daardoor ontstaan, te vergoeden.
Ook door de andere heeren der
commissie werd een woord tot opwek
king gesproken.
Aan het einde der vergadering meld
den zich 28 mannen en 8 vrouwen
aan, die bereid waren de cursusseri
te volgen.
FRIESCH IN DE KAMER.
Men herinnert zich, dat de heer
Van der Zwaag deze week in de Twee
de Kamer een Friesche uitdrukking
bezigde, maar die weigerde te verta
len, omdat de heeren als ze Latijn
praten, hem óók niet vertellen, wat
zc zeggen. De bedoelde passage luidt
in de „Handelingen als volgt
„De vorige geachte spreker heeft
;e we ze n op het bekende rapport Hui-
Uit Tiet Eögelsch.
un kennismaking was echter nog
jong. dan dat hij recht had over
3 gewaarwording te spreken, daar-
1 stelde hij zich tevreden met te vra-
n
Dus herinnert u zich werkelijk
ontmoeting van zes jaar geleden
g Dat is bewonderenswaardig
Waarom? zei mevr. Warriner,
ia lai'om bewonderenswaardig, daar
r3«zich mijner toch ook nog herin-
Li
i— O ik zou er heelemaal niet
308,'.']- aan gedacht hebben, tothij
ilei.ïld een oogenblik op tot ik uw
.Zicht in een spiegel weerzag.
verlegen vloog Miranda's blik over
m heen. Toen zei ze glimlachend
Daar zie ik het ook zoo nu en
n.
Dat begrijp ik, antwoordde hij
it een blik op haar kunstig opge-
feen haar.
O, daar zorgt mijn kamenier
N >r, zei ze en beet zich op de lip-
■^jT Natuurlijk, maar dan zit u toch
ook voor den spiegel U is dan altijd
zelf in de kamer aanwezig, ging hij
haastig voort. Toen ik echter uw ge
zicht in den spiegel zag, kon u er on
mogelijk zelf bij tegenwoordig zijn.
Laat mij u die geschiedenis eens ver
tellen
De herinnering daaraan bracht hem
zóó in verwarring, dat hij zichzelf
telkens in de rede viel.
Miranda trok een heel effen gezicht
en knoopte zorgvuldig haar hand
schoenen toemaar haar mondhoe
ken trilden verraderlijk.
Het was vandaag voor acht da
gen, zei Charnock, ik kwam laat in
mijn.hótel terug
O, zei mevr. Warriner met een
nadruk, als werd haar nu het geheele
geheim duidelijk.
Ik verzeker u, zei hij vol ijver,
dot, ik alleen in den restauratiewagen
i i den trein wat gegeten en een heel
licht wijntje gedronken had.
- Ik heb immers niets gezegd zei
Miranda hoogst ernstig, maar haar
oogen hadden een heel geamuseerde
uitdrukking.
Nadat ik was ingeslapen, begon
ik te droomen maar niet van u,
mevrouw dat is juist het wonder
lijke van het gevalIk had den ge-
hèelen avond" niet aan u gedacht
zooals mijn gedachten zich heelemaal
nooit
Weer bleef Chornock verlegen ste
ken.
Mij dunkt, u krijgt geen groot
idée van mij als verteller niet
waar vroeg hij aarzelend.
O, dat doet er niet toe, antwoord
de Miranda troostend.
Ik had van deze gelegenheid ge
bruik hebben moeten maken, om u
iets vleiends te zeggen, ging hij voort,
maar ik geloof, dat u daar niet veel
om geeft, en mij ontbreekt de oefe
ning daarin.
Nu, voor een nieuweling vertoont
u al aardig wat, naar mij toeschijnt,
zei Miranda.
En Charnock zette zijn verhaal ver
der voort
Ik droomde dus alleen van men
schen, die ik bij mijn oponthoud in
Tanger en Plymouth gezien had efi
van gebeurtenissen, waarvan ik ge
tuige was geweest. Een groote rol
speelde daarbij een man, met wien
ile in Plymouth een woordenwisseling
heb gehad en plotseling werd ik
wakker en zag uw gelaat in den
spiegel.
Dat verbeeldde u zich tenmin
ste
Het was geen verbeelding Het
was geen droomgezicht, dat ik zag.
Droomgezichten hebben altijd iets
vaags, iets onduidelijks. Het was dui
delijk uw gelaat.
Of een ander, dat op mij leek
Er is geen tweede zooals het
Ilc zeg u' nog eens, zeide Mi
randa, zachtjes lachend, voor een
nieuweling doet u het werkelijk niet
kwaad.
Charnock had haar, terwijl hij ver
telde, scherp aangekeken, omdat hij
hoopte, dat hij in de uitdrukking van
haar gezicht misschien een aanwij
zing zou vinden ter verklaring van
die raadselachtige verschijning, al
zou zij er dan ook geen woord van
spreken. Maar uit haar gelaat sprak
niets dan een algemeene nieuwsgie
righeid, vermengd met eenigen lust
tot vroolijke spotternij.
Mag ik probeeren, u de komst
van die verschijning uit te leggen
\roeg zij. Waarschijnlijk heeft u
mij in den loop van den dag in Lon
den gezien, zonder er op te letten.
De herinnering daaraan sluimerde nu
onbewust in u, zoodat, toen u wak
ker werd, mijn gezicht in den spie
gel voor u stond, en u zich toch niet
herinneren kon mij over dag gezien
te hebben
Is u vandaag voor acht dagen
in een of ander theater geweest
Neen, antwoordde Miranda be
slist, nadat zij in haar geest was na
gegaan, wat zij de laatste dagen ge
daan had.
Heeft u misschien onlangs de
„Macbeth" gezien
Neen, stellig niet.
Dan is het heelemaal onmogelijk
dat ik u heb kunnen zien, want ili
was dienzelfden middag pas van Ply
mouth gekomen. Van het station
reed ik direct naar het hotel, van het
hotel naar het theater, en van daar
uit weer dadelijk terug naar het ho
tel. Het is dus heelemaal onmogelijk
Wonderlijk u heeft gelijk
meende Miranda, wier belangstelling
levendiger geworden was, terwijl de
overmoedige uitdrukking geheel uit
haar gezicht verdwenen was. Zij
voelde, dat Charnock een ernstige be
teekenis aan dit verhaal hechtte uit
zijn dringende wijze van spreken en
zijn opgewonden gelaatstrekken maak
te zij op, dat niet alleen nieuwsgie
righeid, maar een diepere reden hem
bewoog, voor dat geheimzinnige van
die verschijning een opheldering te
vinden. Het kwam haar voor, als was
het voor hem van het grootste belang
eene oplossing voor het. raadsel te
vinden, alsof die oplossing op zijn
deen en laten invloed zou hebben.
Vertel mij ilw droom, verzocht
Miranda.
Het was een bonte warwinkel
zonder zin en zonder samenhang.
Muren kwamen er in voor en schepen
en lady Macbeth. Toen een majoor
met een zak vol visitekaartjes en de
onbekende, die mij in Plymouth door
het portierraampje verwenschingen
had toegeroepen. Zelfs de scheld
woorden, die hij mij naar het hoofd
had geslingerd, herhaalde de droom.
Welke woorden waren dat
O, de ergste kan ik moeilijk her
halen. Tot de minst erge behoorden
een net heer en groote dwaas en
dergelijke, zei Charnock, lachend bij
de herinnering aan die zonderlinge
scheldpartij.
Miranda zat achterover geleund m
haar stoel en sloeg haar waaier open
en dicht.
Was die man u heelemaal onbe
kend vroeg zij.
Geheel.
Is u daarvan overtuigd
Ja, volkomen.
Had u hem vroeger nooit ergens
ontmoet. Denk eens goed na.
Charnock dacht eenige seconden
na, toen zei hij beslist
Nooit en nergens.
Een oogenblik zei geen van heiden
iets. Mevrouw Warriner sloeg altijd
nog zachtjes haar waaier open en
dicht, zij zat geheel in de schaduw
van den erker. Eindelijk zei ze kalm
Wil u mij den onbekende eens
van uiterlijk beschrijven
Een man van slanke gestalte,
iets kleiner dan middelmatig, met
blond haar, blauwe oogen, goedharti
ge gelaatstrekken, om en bij de veer
tig, naar het mij toescheen. Ik zag
hem voor een zeeman aan.
(Wordt vervolgd).