HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. sb -f i Stadsnieuws liaarienisch Dagboek Binnenland Onze Lachhoek. FEUILLETON indelijk gewonnen DINSDAG 7 APBIL 1908 .8: jj'6 April. Het zijn toch waarlijk wel zeer «echte tijden. Malaise in zaken, ge rukte geldmarkt, dalende koersen, ietswaardige Kimberley's, aldoor da- hde mijnwaarden... het is een tijd jor menschen van geld om diep in I\jp zorgen te zitten. Wel is waar ver gheren de menschen zonder geld in «twat gelijke positie, maar de zorg >er iets wat je hebt is altijd nog van jn andere soort dan die over wat je .et hebt. Zoo weet ik van een Haar- mmer, die zijn portemonnaie met >n gulden of zeventien er in, in een agen van de Amsterdamsche tram it liggen, dientengevolge ontstemd mi thuis niet te spreken was, en er 'presselijk vroeg voor opstond om op Stadhouderskade te hooren of het 'irloren schaap terecht was. Het was gelukkig, en ik kan u verzekeren, it de gelukkige sterveling veel meer Hlirblijd was over de zeventien gulden i die eenmaal verloren waren ge- ^eest, dan over zijn bezit vóór dien- I'Vóór me ligt een prachtboek]e met in prachtbeschrïjvmg over Bad Ems, Kik zit er over te tobben hoe ik daar it komen zal en genieten van al wat ar te genieten is, veel meer in de irg daarover dan de man, die wèrke- jk gaat, over de zorgen van de reis ilf. Een bewijs dus dat je veel meer srg kunt hebben zonder, dan met oor- tak en aanleiding. ,En nog een zeer sprekend bewijs larvoor vind ik in het verslag der aarlemsche Hypotheekbank. •De prelude van dat verslag is niet 8iel anders dan één zang in mineur. („Groote gedruktheid in zaken." I,Scherpe crisis". Terugslag." S»,,Storende factoren in ons bedrijf." ®Maar dan klinkt er een helderder y ton. en de finale is een dividendje f in 13J percent. Ik vind dat nog al k jhappelijk. Blijkbaar zijn de opstellers van dat ^rslag humoristen van een goed slag. l/We zullen," hebben ze gedacht, pilzen aandeelhouders een verras- ng bereiden die beter is dan de beste prilgrap... Eerst klagen, dan zal je Igeloopen gezichten zien. En dan, na i klaagliederen, de juichtonen der ft procent!" 't Is een aardig idée... Ik ben er al en benieuwd naar, hoe diep de mi ni r wel zou zijn als het dividend ins ging dalen,,., of hoe hoog de .ichtoon als de Bank boven de 13| yam! ft Is overigens geen geïnteresseerde ^langstelling, want aandeelen heb niet. De lezer kan dus gerust zijn. >or reclame schrijf ik hier niet! OBSERVATOR. TEEKEN-COLLEGE KUNST ZIJ ONS DOEL. jffOp 3 April jl. hield voormeld Colle- in het Brongebouw, zijn vermoe- __e!ijk laatste kunstbeschouwing in |mt seizoen '07'08. ^^Geëxposeerd waren aquarellen, et- éttam en vooral schetsen, uit de parti- I.iliere verzameling van den heer 'S.£bn F. Hulk, kunstschilder te Haar- -nl Toen de heer Hulk de functie in secretaris der Maatschappij Arti [en, Amicitae verwisselde met die van 'mservator van Teyler's Museum werd nu, bij zijn vertrek uit de hoofdstad, por kunstbroeders en -zusters een Prtefeuille met, stalen hunner kunst ïreerd. Deze collectie nu was het, die het «nootschap Kunst zij ons Doel" bij jn 4e Kunstbeschouwing het voor- jöjficlit had zijn leden ter bezichtiging ter> kunnen aanbieden, of liever, het i 'tas nog maar de helft der verzame- iingig, wijl voor verdere plaatsing de limte ontbrak. Wel gelukkig, prijzen mag men derï izitter van zulken kunstschat, welks jkdom bij het uitstaan tegen den R and te meer nog naar voren trad. U.Zoo waren dan geëtaleerd een 60- EN.l kunstwerken, vertegenwoordigend jecimen van evenzooveel vervaardi- En de grootsten in de kunst ontbra- n niet in de rij Jozef Israëls was daar met een inté rieur. klein en teer stukje, vrouwtje aan tafel, tafereel in de dichterlijke kleuren van den meester. Mesdag had een brok zee in breede schets. Willem Maris een vluchtige krijt- krabbel, te vluchtig haast. Albert Neuhuis was er eveneens met een krijtstudie, moeder en kind. kind. Dijsselhof met goudvisschen in rij ke kleur natuurlijk. Bauer met een Oostersche composi tie. En gaan we verder te rade met wat ons het meest trok, dan noemen we allereerst ,,Het Larensche meisje" door Krabbé, frisch en krachtig in kleur en teekening. Een „Avondstem ming", krijtteekening door Bastert. De heldere pastel „Katwijk" door H. W. Jansen. Het zoo juist geziene „Lantaarneffect" van Berkemeijer. „De huzaar" van Hoynck v. P. „Dot terbloemen" zacht en mooi gedaan door mej. v. d. Willigen. Een aller prettigste teekening, haast een oud- Hollandsch riviergezicht, door Tho- len. Een Stilleven door Suy. „De vlas spinner" van Comter. Van den ouden heer Hulk was een klein, romantisch stadsgezicht aanwe zig, van Gorter een mooi grijs schets je. Fijn was ook het avond-sneeuwge- zicht door Van Soest. Haarlem vond haar vertegenwoordi gers nog in Savrij met een fraai duin landschap, Veldheer met zijn bekend Neurenberg, en mej. Bosscha meteen penteeltening. En zoo wij thans, ten besluite nog noemen het mooie schetsje van v. VredenhurSi, het fijne kopje door Da- ke en de geestige krabbel van Willy Sluiter, aangenaam maar wie ben je eigenlijk dan is bij lange na niet alles" opgenoemd wat geëxpo seerd was, wel echter datgene wat het meest naar voren trad. Ja 1 het teekeningetje van v. Wijn- gaerdt moet ook genoemd, en Schildt was mede goed vertegenwoordigd. De heer John F. Hulk heeft een mooie verzameling en als hij na elke tien jaren zóó wordt bedacht.... 1 G. KERKHOFF. VERGADERING van den Raad der gemeente Haarlem op Woensdag 8 April, des namiddags te 11/2 uur in de Statenzaal (Prinsen hof.) De volgende zaken zullen aan de orde worden gesteld 1. Mededeelingen en ingekomen stukken. Verzoekschï-ift mej. E. C. C. Eshuijs eervol ontslag leerares Meisjesschool voor M. O. 2. Voorstel B. en W.W. vaststellinj staat betaling uit post „onvoorziene uitgaven" dienst 1907, met advies Comm. Bijstand gemeentefinanciën. 3. Id. id. id., dienst 1908, met id. 4. Id. id. vaststelling le suppl. be grooting, dienst 1907. 5. Id. id. aankoop perceel Kruis straat no. 45/47 met achterliggend per ceel, met nader voorstel B. en W.W. 6. Id. id. vaststelling verordeningen heffing en invordering schoolgeld scholen voor gewoon lager onderwijs. 7. Id. id. verzoekschrift Haarl. Var- kensslagers-vereeniging, wijziging be palingen Openbaar Slachthuis, met amendement-Rinkema. 8. Id. A. Rinkema, teruggaaf gelden gebruik koelcellen, met schrijven B. en W. W. 9. Id. B. en W. W. wijziging veror deningen Op nbaar Slachthuis. 10. Id. id. opheffing rangenstelsel hulppersoneel scholen voor lager on derwijs. 11. Id. id. verzoekschrift mevr. A. P. EI. van GoorMeijs, verleenen toe lage wegens 45-jarigen leeftijd als on derwijzeres school No. 3. 12. Id. id. verzoekschrift Haarl. Po- lilievereeniging „Verbetering zij ons streven" en „Bond van Gemeente- politiebeambten in Nederland", vast stelling bij verordening van dienst en rusttijden en van regeling straffen- stelsel. 13. Id. id. vergunning dempen sloot Hout. 14. Id. id. verkoop grond Leidsche Plein aan J. en S. Winnubst. 15. Id. id. gebruik lokaal Doelen door afd. Haarlem Ned. Weerbaar- heidsvereeniging. 16. Id. id. vergunning rails Leidscha Vaart aan Haarl. Machinefabriek voorheen Gebr. Figée. 17. Id. id. vergunning leggen licht- kabel enz.. Kleverlaan. 18. Id. id. verzoekschriften Haarl. Medico-Mechanisch Zander-Instituut, P. W. Peereboom en Dr. W. G. Huet, niet onderzoeken of behandelen in het St. Elis. of groote gasthuis van daarin niet verpleegde patiënten met Röntgenstralen. 19. Benoeming Commissaris Bank van Leening (aftreding Mr. C. M. Rasch). 20. Id. lid Comm. Bijstand beheer gemeente-financiën (aftredend lid). 21. Voordracht B. en W.W. benoe ming plaatsvervangend hoofd School voor meer uitgebreid lager onderwijs. 22. Id. id. id. onderwijzer Oplei dingsschool voor jongens tot het m. en li. onderwijs. 23. Id. id. id. id. Tweede Burger school. 24. Id. id. id. id. School No. 1. STUKKEN VAN DEN RAAD. Wenschen der politie-agenten. De Haarlemsche Politie-Vereeniging „Verbetering zij ons streven" verzoekt den Raad le. bij verordening vast te stellen een regeling van dienst- en rusttijden voor het uolitie-personeel 2e. bij verordening het straffenstel- sel bij de politie te regelen en daarin tevens te willen vaststellen, dat er voor die ambtenaren beroep op een in te stellen scheidsgerecht zal mogelijk zijn. De Bond van Gemeente-politiebeamb ten in Nederland heeft adhaesie met dit verzoek betuigd. In hun advies zeggen B. en W. Al vorens omtrent dit verzoek van advies te dienen, hebben wij voorlichting verzocht van het hoofd der politie, die ons in herinnering heeft gebracht, dat volgens artikel 190 der gemeentewet de dienaren van politie, zooveel de emeente-Dolitie betreft, staan onder de bevelen van den burgemeester, ter wijl hem volgens het bepaalde bij art. 191 dier wet wordt opgedragen hun, in overleg met den commissaris van politie de noodige ambtsinstruc ties te geven. De burgemeester heeft daaraan toegevoegd, dat naar zijne meening, wijl bij die instructie de dienst- en rusttijden alsmede het ver lof en de vrije dagen van het politie personeel zuilen worden geregeld, de vaststelling van een desbetreffende verordening niet tot de competentie van den Gem enteraad behoort. Waar volgens art. 191 dier wet aan stelling en ontslag aan den burge meester is opgedragen, komt volgens den burgemeester, al heeft de wetge ver dit niet met zooveel woorden ge zegd, ook aan hem, burgemeester, toe, het straffenstelsel naar eigen bevoegd heden te regelen. Verder is dcor den burgemeester aangevoerd, dat uit art. 184 en vol gende der Gemeentewet en uit hare toelichting afdoende blijkt, dat de handhaving van de openbare orde en rust aan de zorg en 't beleid van den burgemeester alleen is overgelaten en dat hij, burgemeester, om de volle verantwoordelijkheid, die op hem al leen rust. te kunnen dragen, te zijner beschikking moet hebben dienaren van politie, die handelen naar door hem en niet door anderen gestel de regelen. Op grond van bovenstaande is het des burgemeesters vaste overtuiging, dat de genoemde rechten, door de wet uitsluitend aan hem toegekend niet bij verordening kunnen worden beperkt, zoodat regeling door den Raad van deze aangelegenheden b ij verorde ning, geacht zou moeten worden ver. cJSV te gaan dan de wettelijke bevoegd heid van den Gemeenteraad reikt en derhalve te zijn in strijd met de wet. Het College van B. en W. verklaart voorts in zijn advies, dat het zich ge heel kan vereenigen met de zienswij ze van het hoofd der politie, zoodat voorgesteld wordt het verzoek af te wijzen. Voorts is het College met den bur gemeester van oordeel, dat het wen- schelijk is. dat, waar de agenten van politie ten allen tijde voor ev ntueele gebeurtenissen beschikbaar moeten zijn, zij hoewel hun reeds ieder een gratificatie van 5 is toegelegd voor meerdere diensten gedurende de ker mis boven die gratificatie een ver goeding ontvangen voor overuren, en wel, ongeacht de klasse waartoe zij behooren, ƒ0.25 voor elk uur of ge deelte daarvan, dat zij dienst ver richten hoven het gemiddeld aantal diensturen van iederen agent van po litic. berekend over 2 etmalen, 12 uur per etmaal waarvan 3 uren rust wordt genoten. Tengevolge hiervan is een wijziging noodig in de „regeling van de bezol diging van de agenten van politie le, 2e en 36 klasse. B. en W. stellen voor, daartoe over te gaan, de nieuwe regeling te doen gelden van 1 Januari 1908, en den post „jaarwedden van de agenten van politie" op de begrooting met ƒ200 te verhoogen. (Raadsstuk 103.) Heffing van schoolgeld. De naamsverandering van de tus- schen- en kostelooze scholen maakt noodig, dat de verordeningen op de heffing en invordering van schoolgeld opnieuw wordt vastgesteld. Voor ieder kind wordt thans het schoolgeld gevorderd, dat vroeger was vastgesteld voor de tusschenscholen. Artikel 2 bepaalt echterHet school geld zal niet verschuldigd zijn voor kinderen van bedeelden, of voor die ouders en verzorgers welke, schoon niet bedeeld, onvermogend zijn, een en ander ter beoordeeling van B. en W. Weggelaten is ook de bepaling', dat bij nalatigheid van betaling den leer ling het bijwonen van het onderwijs zal worden ontzegd. (Raadsstuk 118). Verlichting Kleverlaan. B. en W. stellen voor, aan het Ge meentebestuur van Bloemendaal te adviseeren dat geen bezwaar bestaat, dat de Kennemer jïlectriciteit Maat schappij in de aan Haarlem toebe- hoorende berm langs de Kleverlaan een kabel legt, ter verlichting van die laan met 11 electrische lichten. De recognitie zal 1 bedragen. (Raadsstuk 123). Kantoorlokalen Lichtfabrieken. B. en W. stelden reeds voor, het perceel Kruisstraat 45-47 voor de ge meente aan te koopen, om in dit ge bouw de kantoren der Lichtfabrieken te vestigen. In de overdracht moet echter be paald worden, dat de wilsbeschik king van mej. M. C. de Haan „het perceel mag niet in publieke veiling komen, daar het nimmer in handen van Roomsch Katholieken geraken maghet mag evenmin ooit aan win kels verhuurd of verkocht worden" aanvaard wordt. B. en W. stellen voor, daartoe te besluiten. (Raadsstuk 121.) Financieele Commissie. De Commissie van Bijstand in het beheer der Gemeente-financiën stelt voor le. goed te keuren de le suppletoi- re begrooting dienst 1907 tot een be drag van 2.053.421.081/2, waaronder een batig saldo van 90.558.021/2. 2e. den staat tot beschikking uit den post van „onvoorziene uitgaven" dienst 1908 tot een bedrag van 290.63. 3e. den staat tot beschikking uit den post „onvoorziene uitgaven", dienst 1907 tot een bedrag van ƒ127.05. (Raadstukken 119, 99 en 98.) Ontslag gevraagd. Mej. E. C. C. Eshuys, leerares aan de Meisjesschool verzoekt met ingang van 1 Mei eervol ontslag wegens ge zondheidsredenen. (Raadsstuk 122). Voordracht onderwijzer. Ter voorziening in de vacature van onderwijzer aan de Tweede Burger school (door het eervol ontslag van den heer J. Th. Westendorp) hebben B. en W .de volgende voordracht inge diend 1. J. N. Mazee te Zutphen, 800 2. J. Kense te Rotterdam, ƒ800; 3. C. Cohen, te 's-Gravenzande, ƒ650. (Raadsstuk 111), HOFBERICEITEN. De kamerheer jhr. Van den Bosch, die tot Hr. Ms. gevolg op het Loo be hoort, zal tevens aldaar en tijdens 't verblijf te Amsterdam, de sedert het overlijden van baron Clifford nog niet vervulde betrekking van hofmaar schalk waarnemen. Donderdag hebben bij H. M. de Ko ningin-Moeder gedéjeuneerd: Ridder de Stuers, Harer Majesteits gezant te Parijs, en jhr. G. Boreel, lid van Ged. Staten van Noord-EIolland, met me vrouw Boreel. HET KON. ECHTPAAR NAAR HET LOO. Zaterdag' hebben II. M. de Koningin en Z.K.H. de Prins de residentie ver laten voor liet jaarlijksch verblijf op het Loo. Ditmaal werden de vorstelijke per sonen naar het Loo vergezeld door de hertogin van Mecklenburg/ die hier ter stede de gast van de Koninklijke familie was. Oudergewoont brachten Koningin en Prins en nu ook de Hertogin, alvo rens te vertrekken een afscheidsbe zoek bij Hare Majesteit de Koningin- Moeder in Haar Paleis in het Voor hout. Bij het afrijden van het Koninklijk Paleis in het Noordeinde in een ge-, sloten galarijtuig werden de vorstelij-i ke personen hartelijk toegejuicht door een talrijke menigte die vóór het Pa leis bijeen was gekomen, en evenzeer bij aankomst aan en vertrek van het Paleis der Koningin-Moeder, in welks omtrek zich eveneens zeer velen ver zameld hadden. Vóór en in het Staatsspoorstation vond het Koninklijk Echtpaar een niet minder talrijke menigte die levendig juichte. In de Koninklijke wachtzaal, deden de burgemeester, baron Sweerts, de gouverneur der residentie, generaal van Ermel Scherer en baron Ben- tinok Hr. Ms. eerste stalmeester, Ko ningin, Prins en hertogin uitgeleide en precies op tijd, ten 1 ure 35 Green- wichtijd, vertrok de Koninklijke trein naar het Loo, onder het hartelijke ge juich van de zeer velen dieop het plan kier, ten weerszijden van de wacht zaal, een plaatsje hadden mogen in nemen. Totdat de trein huiten de stations overkapping was, bleven Haro Majes teit en de Prins op het balcon van het salonrijtuig staan, vriendelijk dan kende voor het sympathiebetoon. KONINKLIJK BEZOEK. EI. M. de Koningin, zal, tijdensHaar verblijf te Amsterdam, het pantser- schip „Jacob van Heemskerck bezich tigen, op 27 dezer. EIET ZEE-HOSPITIUM TE KATWIJK. In aansluiting op het uitvoerig ver slag in ons vorig nummer, vermelden wij nog het volgende: „Toen de muziek zweeg, verhief Ha re Majesteit de Koningin-Moeder zich om het Zee-hospitium te openen, met deze woorden: „Aan de tot Mij gerichte uitnoodi- ging, om dit Zeehospitium voor kin deren le willen openen, heb Ik vol gaarne gevolg gegeven, omdat Ik het plan tot stichting voor dit herstellings oord met groote ingenomenheid heb begroet. De bestrijding der tuberculose in het algemeen heeft Mijne meest levendige belangstelling, en van harte juich Ik het toe, dat zij, die door de vreeselijke ziekte reeds op jeugdigen leeftijd zijn aangetast, wanneer de kiemen der kwaal wellicht beter nog zijn te be strijden dan op lateren leeftijd, in dit huis verpleging zullen vinden. Ik breng daarom gaarne oprechte hulde aan den man, die deze stichting in het leven riep, en aan allen, die het plan hebben helpen verwezenlijken, waartoe hij met milde hand de mid delen beschikbaar stelde. Moge, onder Gods zegen, deze stich ting in de ware beteekenis van het woord zijn een Herstellingsoord voor talloos vele kinderen en een bron van rechtmatige voldoening voor den stich ter en voor allen, die aan dit werk der liefde hunne krachten zullen ge ven. Met dezen oprechten wensch ver klaar Ik dit Zeehospitium voor kinde ren te zijn geopend". VREEMDE VERBLIJFPLAATS. Men meldt uit Arnhem Vrijdagnacht omstreeks 5 uur hoor de de winkelier B„ wonende op den hoek van Nieuwstad en Beekstraat, iemand op het dak van zijn huis loo- pen. Hij waarschuwde de politie, die den man van het dak haalde. Aan het bureau van politie geleid, bleek hij genaamd te zijn II. R., metselaar, wonende aan de Nieuwstad. R. ver klaarde 's nachts omstreeks 12 uur iemand op zijn zolderkamertje gezien te hebben, die hem gedreigd had met een revolver, waarna hij op het dak was gevlucht en daar gedurende het verder gedeelte van den nacht had vertoefd. Vermoedelijk heeft men hier te doen met een krankzinnige. ONZE DIENSTBODEN. Mevrouw tikt een politie-agent, die toevallig voor het huis staat; zij opent de voordeur. Agent. Wat blieft u, mevrouw, Is er wat? Mevrouw. Och neen; maar zou je even aan de keukenmeid willen zeg gen, dat er weer iets aanbrandt? Ik durf dat niet goed! EEN CANDIDAAT-AAP. Een auto hield eensklaps in een der straten van Amsterdam stil en een man in een naar de beste automode gekleed motorcostuum, behaard, be brild en tot over de ooren ingepakt, stapte er uit en vroeg een jongen: Kom ik hier in de diergaarde? De jongen keek vol ontzetting het vreemde wezen aan en dacht dat het een vreemd soort beest voor den die rentuin kon zijn. Zeker komt u er tenminste als er nog leege kooien zijn, sprak hij, doch u zou meer kans van slagen heb ben als u een staart had! IN EEN MOEILIJKE POSITIE. Zij: „Maar man, schaam je je niet? Hoe kun je in zoo'n toestand thuis komen?" Hij: „Ja, vrouw, heel gemakkelijk is het ook niet gegaan." VERSCHIL VAN OPVATTING. Bedelaar. Ach, meneer, help mij; ik heb in geen drie dagen eten of drinken gehad en zelfs niet één vrien delijk woord. - Gelukkige kerel, sprak de man. Ik heb in dien tijd drie zware diners moeten bijwonen en naar zestig toos ten moeten luisteren. INDISCHE M1LLIOENEN-ERFENIS. Uit goede bron vernemen wij, dat de erfgenamen van de bekende Indische millioenen mededingers hebben gekre gen in een tweetal ingezetenen uit Deventer en een uit Rotterdam. Dit drietal, twee broeders en een zuster, allen van hier geboortig, meenen de zelfde rechten op de millioenen te hebben als de rentenierende manufac- turier te Zalt-Bommel. Indien zulks waar mocht blijken, wat, naar het geen wij er van vernomen hebben, zeer waarschijnlijk is, zou de erfenis in vieren verdeeld moeten worden en zou dus de helft van het kapitaal te Deventer komen. (D. D.) REDDINGSWEZEN. Men meldt uit den Hoek van Hol land: Vrijdagavond had de vergadering plaats, uitgeschreven door de Com missie voor eerste hulp hij ongeluk ken alhier. Door dr. Diamant, alhier, werd een rede gehouden, waarin hij de wen- schelijkheid betoogde van de oprich ting van een reddingsbrigade, zooals er een te IJmuiden bestaat. Vóór daartoe evenwel over te gaan moeten eerst cursussen gevolgd worden en werden de vele aanwezigen opge wekt, daaraan deel te nemen. Het plan is later, na gehouden cursus, oe feningen op het strand en op de rivier te houden. Er zal zooveel mogelijk ge tracht worden tijd- en geldverlies, daardoor ontstaan, te vergoeden. Ook door de andere heeren der commissie werd een woord tot opwek king gesproken. Aan het einde der vergadering meld den zich 28 mannen en 8 vrouwen aan, die bereid waren de cursusseri te volgen. FRIESCH IN DE KAMER. Men herinnert zich, dat de heer Van der Zwaag deze week in de Twee de Kamer een Friesche uitdrukking bezigde, maar die weigerde te verta len, omdat de heeren als ze Latijn praten, hem óók niet vertellen, wat zc zeggen. De bedoelde passage luidt in de „Handelingen als volgt „De vorige geachte spreker heeft ;e we ze n op het bekende rapport Hui- Uit Tiet Eögelsch. un kennismaking was echter nog jong. dan dat hij recht had over 3 gewaarwording te spreken, daar- 1 stelde hij zich tevreden met te vra- n Dus herinnert u zich werkelijk ontmoeting van zes jaar geleden g Dat is bewonderenswaardig Waarom? zei mevr. Warriner, ia lai'om bewonderenswaardig, daar r3«zich mijner toch ook nog herin- Li i— O ik zou er heelemaal niet 308,'.']- aan gedacht hebben, tothij ilei.ïld een oogenblik op tot ik uw .Zicht in een spiegel weerzag. verlegen vloog Miranda's blik over m heen. Toen zei ze glimlachend Daar zie ik het ook zoo nu en n. Dat begrijp ik, antwoordde hij it een blik op haar kunstig opge- feen haar. O, daar zorgt mijn kamenier N >r, zei ze en beet zich op de lip- ■^jT Natuurlijk, maar dan zit u toch ook voor den spiegel U is dan altijd zelf in de kamer aanwezig, ging hij haastig voort. Toen ik echter uw ge zicht in den spiegel zag, kon u er on mogelijk zelf bij tegenwoordig zijn. Laat mij u die geschiedenis eens ver tellen De herinnering daaraan bracht hem zóó in verwarring, dat hij zichzelf telkens in de rede viel. Miranda trok een heel effen gezicht en knoopte zorgvuldig haar hand schoenen toemaar haar mondhoe ken trilden verraderlijk. Het was vandaag voor acht da gen, zei Charnock, ik kwam laat in mijn.hótel terug O, zei mevr. Warriner met een nadruk, als werd haar nu het geheele geheim duidelijk. Ik verzeker u, zei hij vol ijver, dot, ik alleen in den restauratiewagen i i den trein wat gegeten en een heel licht wijntje gedronken had. - Ik heb immers niets gezegd zei Miranda hoogst ernstig, maar haar oogen hadden een heel geamuseerde uitdrukking. Nadat ik was ingeslapen, begon ik te droomen maar niet van u, mevrouw dat is juist het wonder lijke van het gevalIk had den ge- hèelen avond" niet aan u gedacht zooals mijn gedachten zich heelemaal nooit Weer bleef Chornock verlegen ste ken. Mij dunkt, u krijgt geen groot idée van mij als verteller niet waar vroeg hij aarzelend. O, dat doet er niet toe, antwoord de Miranda troostend. Ik had van deze gelegenheid ge bruik hebben moeten maken, om u iets vleiends te zeggen, ging hij voort, maar ik geloof, dat u daar niet veel om geeft, en mij ontbreekt de oefe ning daarin. Nu, voor een nieuweling vertoont u al aardig wat, naar mij toeschijnt, zei Miranda. En Charnock zette zijn verhaal ver der voort Ik droomde dus alleen van men schen, die ik bij mijn oponthoud in Tanger en Plymouth gezien had efi van gebeurtenissen, waarvan ik ge tuige was geweest. Een groote rol speelde daarbij een man, met wien ile in Plymouth een woordenwisseling heb gehad en plotseling werd ik wakker en zag uw gelaat in den spiegel. Dat verbeeldde u zich tenmin ste Het was geen verbeelding Het was geen droomgezicht, dat ik zag. Droomgezichten hebben altijd iets vaags, iets onduidelijks. Het was dui delijk uw gelaat. Of een ander, dat op mij leek Er is geen tweede zooals het Ilc zeg u' nog eens, zeide Mi randa, zachtjes lachend, voor een nieuweling doet u het werkelijk niet kwaad. Charnock had haar, terwijl hij ver telde, scherp aangekeken, omdat hij hoopte, dat hij in de uitdrukking van haar gezicht misschien een aanwij zing zou vinden ter verklaring van die raadselachtige verschijning, al zou zij er dan ook geen woord van spreken. Maar uit haar gelaat sprak niets dan een algemeene nieuwsgie righeid, vermengd met eenigen lust tot vroolijke spotternij. Mag ik probeeren, u de komst van die verschijning uit te leggen \roeg zij. Waarschijnlijk heeft u mij in den loop van den dag in Lon den gezien, zonder er op te letten. De herinnering daaraan sluimerde nu onbewust in u, zoodat, toen u wak ker werd, mijn gezicht in den spie gel voor u stond, en u zich toch niet herinneren kon mij over dag gezien te hebben Is u vandaag voor acht dagen in een of ander theater geweest Neen, antwoordde Miranda be slist, nadat zij in haar geest was na gegaan, wat zij de laatste dagen ge daan had. Heeft u misschien onlangs de „Macbeth" gezien Neen, stellig niet. Dan is het heelemaal onmogelijk dat ik u heb kunnen zien, want ili was dienzelfden middag pas van Ply mouth gekomen. Van het station reed ik direct naar het hotel, van het hotel naar het theater, en van daar uit weer dadelijk terug naar het ho tel. Het is dus heelemaal onmogelijk Wonderlijk u heeft gelijk meende Miranda, wier belangstelling levendiger geworden was, terwijl de overmoedige uitdrukking geheel uit haar gezicht verdwenen was. Zij voelde, dat Charnock een ernstige be teekenis aan dit verhaal hechtte uit zijn dringende wijze van spreken en zijn opgewonden gelaatstrekken maak te zij op, dat niet alleen nieuwsgie righeid, maar een diepere reden hem bewoog, voor dat geheimzinnige van die verschijning een opheldering te vinden. Het kwam haar voor, als was het voor hem van het grootste belang eene oplossing voor het. raadsel te vinden, alsof die oplossing op zijn deen en laten invloed zou hebben. Vertel mij ilw droom, verzocht Miranda. Het was een bonte warwinkel zonder zin en zonder samenhang. Muren kwamen er in voor en schepen en lady Macbeth. Toen een majoor met een zak vol visitekaartjes en de onbekende, die mij in Plymouth door het portierraampje verwenschingen had toegeroepen. Zelfs de scheld woorden, die hij mij naar het hoofd had geslingerd, herhaalde de droom. Welke woorden waren dat O, de ergste kan ik moeilijk her halen. Tot de minst erge behoorden een net heer en groote dwaas en dergelijke, zei Charnock, lachend bij de herinnering aan die zonderlinge scheldpartij. Miranda zat achterover geleund m haar stoel en sloeg haar waaier open en dicht. Was die man u heelemaal onbe kend vroeg zij. Geheel. Is u daarvan overtuigd Ja, volkomen. Had u hem vroeger nooit ergens ontmoet. Denk eens goed na. Charnock dacht eenige seconden na, toen zei hij beslist Nooit en nergens. Een oogenblik zei geen van heiden iets. Mevrouw Warriner sloeg altijd nog zachtjes haar waaier open en dicht, zij zat geheel in de schaduw van den erker. Eindelijk zei ze kalm Wil u mij den onbekende eens van uiterlijk beschrijven Een man van slanke gestalte, iets kleiner dan middelmatig, met blond haar, blauwe oogen, goedharti ge gelaatstrekken, om en bij de veer tig, naar het mij toescheen. Ik zag hem voor een zeeman aan. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5