Picton las liet document en bestu- .haal op baar zelf betrekking had, Hij had den moed te zwijgen, te lie- als ze zijn, zouden nu voor niets ter deerde het plan; daarop hadden de was men vol verwondering. gen... tot alles teneinde was. Wan- wereld alleen willen zijn op den doo- twee een kort gesprek, dat fluisterend Een oude heer vertelde van een neer hij bij liaar zat, moest liij zich denakker. werd gevoerd. John zag, hoe de adju- beeldhouwer uit de provincie, die, steeds beheerschen om niets te verra-j Daar nadert met langzame aarzelen- dant nog herhaaldelijk in de balzaal verliefd zijnde op een schoon meisje, den, maar hij was sterk. de, schreden een witte gestalte. Doo.ds- terugkeerde en hoe de eene officier na haar buste modelleerde en een mees-In het leven van de jonge vrouw bleek is haar gelaat, verward hangt den ander de balzaal verliet. Ten terwerk schiep, dat hem roem en eer werd niets veranderd, zij lachte cn het lange, blonde haar, en in haar slotte wendde de hertog zich weer tot deelachtig deed worden. Hij is nu lid schertste en was even gelukkig als groote, donkere oogen schittert John. j van het instituut. vroeger. Niets ontbrak haar iedere bijna bovenaardsche glans. Ge hebt goed gedaan met mij dit, De gastvrouw zelf wist ook een pak- wenscb werd vervuld! Dezelfde pracht: Bij het pas gedolven graf knielt document te brengen. Het zal u niet kende geschiedenis te vertellen van als voorheen omringde haar... zij neer. Een half verdorde maandroos tot nadeel zijn. Zoek thans uw regi- haren grootvader. j Lang zou dat lachen echte? niet legt zij voor zich neer, en diep buigt ment op. j Deze was op een nicht van hem ver- meer in het huis weerklinken. Op een zij het hoofd over den kouden, vo'ch- Jolm salueerde en ging de straat op, liefd geraakt, die echter de eenigszins winteravond legde de kleine bloem tigen grond. Uit liaar oogen vloeien waar hij weldra zijn regiment Hoog-vreemde gril had, slechts met een ko- zich neder, om niet weer op te staan, heete tranen van innige zieièsmart. landers ontmoette. (lonel te willen trouwen, Mijn groot- De ziekte, die inwendig aan haar J; O George George! klinkt het De Britsche strijdkrachten waren'vader trad als soldaat in dienst en knaagde, maakte snellen voortgang, zacht en snikkend uit den mond van voorbereid om den vijand te ohtinoe- maakte den geheelen veldtocht van zonder dat haar man het verhinderen het jonge meisje. Waarom hebt gij ten. Den volgenden morgen stonden Napoleon mee, en kwam in 1817 met kon. niet gezegd, dat gij gingt sterven!, de heide legers in slagorde tegenover een gezicht vol litteekens en met één De kleine vrouw stierf, maar zij Wat zou ik gaarne met u mede zijn elkaar. Nu kwam de openingsstrijd bij Qua- arm, doch als kolonel van het grena diersregiment terug. Zijn nicht ont- tre-Bras, waarop de onvergetelijke ving hem met open armen, zij huwden worsteling der volkeren bij Waterloo en werden zeer, zeer gelukkig. volgde. Het ie hier niet de plaats om te wij zen op Allen riepen: dat is buitengewoon. Ik ken eene geschiedenis die nog stierf met een lachje op de lippen, te- gegaan!... Met u vereenigd in den vreden en gelukkig met het leven, dat dood... Dan zou ik er den moed toe zij geleefd had... jgehad hebben met n, mijn beste George. Nu heb ik den moed niet... ik III. [kan toch mijn ouden vader niet alleen I achterlaten.ilc ben immers zijn eenig' Nu moesten de twee jaren van geluk kind!... Maar dat treurig bestaan nog gebeurtenissen van dezen zonderlinger is, zeide de oudé dokter v beroemden dag, op Picton's dapper- j ernstig. Hij was een kalm, in zichzelf en illusie, die mevrouw de Rieux ge-verder voort te slepen, och, dat. is zoo heid, op Napoleon's strategie, op Wel- Jgekeerd mensch, en men ging om hem leefd had, betaald worden. vreoselijk... mijn beste George dood... lingtous volharding en Bluchers schit- heen staan en verzocht hem, die ge- j De afgrond opende zich voor den ei- en ik nog in leven... neen, ik kan niet jschiedenis te vertellen. II. terende voorwaartsche beweging. Telkens en telkens weder liet Napo leon zijn troepen tegen het centrum der vijandelijke positie storm loopen. -ru llet lot van verschillende volken lag Hij wendde zich tot een der heeren vrouw hem gekost had. Hij verkocht in de weegschaal, maar ten slotte was de overwinning aan de zijde der bondgenooten. John streed in de voorste rijen der Engéleche garde; toen zijn colonne de helling van een heuvel afstormde, hoorde hij een slem als waanzinnig den vluchtenden Franschen telkens en telkens' weer toeroepen: Halt! Halt! Hij herkende deze wanhopige stem maar al te goed: het was die van den Franschen officier, dien hij aan het sterfbed van Minnie Denton had ont moet. Toen de Franschman zag, dat al zijn pogingen om zijn manschappen tot staan blijven te bewegen vergeefs waren, keerde hij zich alleen om en wachtte de colonne van John op. John was de eerste, die door hem opgehouden werd; de anderen stoven met de snelheid van den wind voorbij en lieten de twee alleen. Uw profetie is vervuld, hijgde John. Wij hebben elkander weer ont moet vroeger in elk geval dan ge zelf dacht. O, zijt gij het! antwoordde de Fransche officier. Wij zullen dus toch mededingers blijven tot het laatste oogenblik. Ik was u de baas in de liefde, dat moet ge toegeven, en ik zal mijn best doen om u te toonen Hij kon den zin niet voltooien: sa bel kletterde tegen sabel, zoodat de vonken er af stoven. genaar van de gieterij: hij trachtte langer leven.,, ik moet bij u zijn niet langer te strijden. George... 'k Heb u immers even liefge- Maar hij was een man van eer. Hij had als gij mij! Om mijnentwil zijt gij betaalde alles, wat de liefde voor zijn het leven ontvlodenQch, George, waarom mocht ik niet met u mede en vroeg: alles, niets behield hij, wat aan zijn gaan? Met u vereenigd zou zelfs de Herinnert u zich nog graaf, hoe vroegeren rijkdom herinneren kon. ,dood mij zoet zijn geweest...! u eens op een avond onverwacht van! Het faillissement had zijn gewonen! Zoo klaagt zij op den vochtigen, Parijs kwam en van mijn rijtuig ge- loop gehad... hem bleef niets, alleen de koudon heuvel, de mooie blonde Ma- bruik moest maken? Ik had dien eer. Men wist, dat hij ongelukkig was rie, het eenig kind van den dorps- avond een ziekenbezoek afgelegd. Het en in nood verkeerde. Hij behoefde im- schoolmeester. Het vermagerde dood- was verschrikkelijk weder en wij wa- mers niet meer te liegen... Maar geen zieke lichaam trilt van hevig snikken, ren heide blijde een reisgenoot gevon- mensch kwam hem te hulp. De zaken j *t IS stil. Men hoort geen ander ge- den te hebben. j waren afgewikkeld. Eenige schuldei- luid dan het zachte snikken, geen an- Op den eenigszins steilen weg die schers bleven nog, die de luxe, waar- dere beweging dan het aarzelend,"sid- naar hel dorpje Villemory leidt, mee liij zijn vrouw had omgeven, had derend trillen van het lichaam! schrikte mijn paard ergens voor, den betaald. j In de stilte van den nacht is zij van maakte een zijsprong en wierp ons in I Toen besloot hij te gaan werken. [het ziekbed opgestaan, hoe moeilijk 't de sloot. God zij dank hadden \yij ons 1 Hij werd een eenvoudig arbeider, haar ook viel maar zij moest bij j niet bezeerd, en wij zouden over ons een smid,.. hèm zijn! De eenige teere bloesem aan avontuur gelachen hebben, wanneerZijn werk was goed en degelijk. Hij de rozenstruik heeft zij voor hem ge niet een rad van mijn wagen gebro- kreeg werk in overvloed. Spoedig kon plukt, om ze aan hem te brengen als ken was. (hij het overdag nief meer af en ge- een laatste# groet. Hel was één uur 's nachts op den bruikte den nacht. j Was haar reine, jonge liefde zon- Men gewende er aan het lichtschijn- dig geweest? Was de jonge burgemees- sel in zijn smederij tot laat in den terszoon zoo hoog verheven boven landweg, voor een dorpje van 300 zie len. Wat moest ik beginnen? Mijn reisgenoot was ontroostbaar. Hulp was niet te verwachten. Ik ech ter troostte hem en wees met de hand haar, dat ze hem niet lief mocht heb ben? Och, ze had niet gedacht aan nacht te zien. Die gierigaard, zei de een. Hij stapelt gulden voor gulden op, stand of aanzien, maar ze had hem naar het schijnsel van een haardvuur, om te gaan trouwen, meende de an- i;ef gehad met heel haar hart. Doch dat helder tot op den straatweg dooi'- der. de oneenigheden met zijn vader had- drong. Graaf H. riep verbaasd uit. I Alleen ik wist de geheele waarheid, den hom genoopt het leven te ontvlie- Mij heeft hij het op zekeren dag toe- den. Nu ben ik echter nieuwsgierig te vertrouwd. Alleen ik wist, waarom de j En zij wat had zij thans nog aan vernemen, wie in Villemory 's nachts j man tien jaren lang dag en nacht jiaar leven? Bij het bericht van zijn werkte en zijn gezondheid verwaar- dood liad zij het bewustzijn verloren loosde. 'en in een heete koorts had t'oen het Toen men hem verleden jaar dood leven een zwaren strijd gevoerd met naast zijn aambeeld vond, verwonder- den dood, om één uur nog op is! Het was Jean Lubin, de smid! Het is mij, alsof het gisteren ge beurd was. Ik zie nog het treurig ern stige gelaat van den smid voor mij de men zich er over, dat er geen en- Hij was een man van in de vijftig jaar kejj goudstuk gevonden werd. Het liaar was aan de beide slapen bij-1 Zijn werk was volbracht, de dappe- Door het vreeselijk ijlen in haar koorts werd alles den vader duidelijk, en diepe weemoed vervulde hem bij 't Plotseling kreet de Franschman een|na wit. Wij vonden hem wérkelijk nog re. smid kon rustig uit het leven gaan! jijden van zijn eenig kind. En hoe stoot in de borst en kreunend viel hij aan den arbeid om één uur 's nachts. Inderdaad had hij een week voor zijn trouw hij haar ook verpleegde, toch van zijn paard op den grond. j Daar wij haastig waren bleef ons niet dood de laatste schuld betaald, welke vermocht niets den gloed te verminde- John sprong van zijn paard en kniel veel tijd tot praten. Hij repareerde hij voor het geluk van zijn vrouw op reilj die langzaam maar zeker de de naast zijn tegenstander neer. (vlug de schade en spoedig daarop zich had genomen... O. mijnheer, dat is werkelijk lief i konden wij ons weer op weg begeven, Dat is de geschiedenis van van u, ge zijt zoo goed voor mij in:nadat wijden man bedankt en zijnl.ubin. mijn laatste uur, kreunde hij, terwijl [werk rijkelijk beloond hadden. Wanneer ik des avonds door Ville- sneeuwwitte wenkbrauwen samen bromde Heeft hij weer gespeeld Zeker weer verloren? -- Vijfduizend frank, snikte de be droefde moeder. In den afgeloopen naclit. Een uur geleden heeft hij het mij bekend. Hij is wanhopig. En ik moet zeker weer betalen? Ik, de generaal, voor den luitenant? - Ik kan het niet. Gij weet, hoe slecht mijn overleden echtgenoot voor zijn weduwe gezorgd heeft. Góed, om uwentwil zal ik nog éénmaal betalen. Maar ik verzeker u. dat het de laatste keer is. Ik zal van daag nog mijn ouden vriend, den mi nister van Oorlog, verzoeken, strenge maatregelen teaen het hazardspel in de officierenclub te gelasten. Zoodra zijn zuster hem met hetg< vraagde bedrag had verlaten, telefo neerde de commandant aan den mi nister van Oorlog en kreeg toezegging dat aan zijn wensch zou worden vol daan. ITet spel in de officierenclub werd inderdaad verboden, maar het ver huisde naar de koffiehuizen. Eenige weken na het verlies van vijfduizend frank, die de commandant voor Charles de Grandpré betaald had, bevond deze zich in een koffie huis, waar hij met een zestal kame raden zat te spelen. Om twaalf uur 's nachts, na een vroolijk souper, be gon het spel in eene afgelegen kamer, nadat de kellner weggezonden en de deur gesloten was. Luitenant De Grandpré hield de bank. In weerwil van de geringe inzetten bedroeg zijn winst twee uren later, ongeveer drie duizend frank. De klok sloeg juist twee uur. toon er aan de deur ge klopt werd juist op de manier als de dienstdoende kellner het doen moest. De oudste officier vroeg wie er was, en als antwoord klonk het overeenge komen wachtwoord. Argeloos deed de jongste luitenant deur open en tot ieders verbazing trad een geheel vreemde heer binnen met koene zelfbewuste gelaatstrekken. Na eene berispelijke, hoffelijke bui ging zei hij heel beleefd De heeren moeten mij niet kwa lijk nemen dat ik hen stoor, maar ik moet mijn plicht doen de voorschrif- ten zijn zoo streng ik ben commis- saris Blauvoire. verwoestingen oorzaak ten en het leven in gevae konden brengen. In zijn hoek Wondheelkunde (1635) verklaart Paré het kwaadanj dig verloop dat wonden dikwijls hes ben, hierdoor, dat de met onreii» den indringer eenvoudig buiten de stoffen bezwangerde lucht De oudste officier knikte tevredel Ik ga met u, Charles. NatuuJ lijk gaan we in burgerkleeding. Het gelukte de heide officieren dtj commissaris nog denzelfden dag zijn woning te spreken te krijgen. .Reeds bij den eersten aanblik op gestalte van. den commissaris kw men zij tot de wetenschap, dat zij slachtoffers waren geweest van etj ■bedrieger. Nadat de beide officieren na ca kort onderhoud van den commissar diens woord yan eer hadden geki gen, dat hij hen als gevolg van hs geen zij hem zouden meedeelen, nl zou verraden, verhaalden zij hem volle waarheid en verzochten hen in het geheim een onderzoek ir stellen naar den dief. I Blauvoire opende een krachtig o derzoek, doch zonder gevolg. I De officieren warefi echter lange tijd tengevolge van den doorgestj nen angst van hun speelwoede gen zen en de commandant van Paril behoefde nooit meer speelschuldè voor zijne officieren.te betalen. HET ONTSTAAN EN HET VOO»! KOMEN VAN BLOEDVER GIFTIGING. Men schrijft aan de „Msb." da In den volksmond wordt dol bloedvergiftiging niet aangeduid ee»ü vergiftiging b.v. door een slangenbèj l of door het innemen van vergif, zoyoc als cyankali, arsenicum, sublimaaj I maar een etterige ontbindiiflw van een lichaamsdeel, uitgaande vis een aanvankelijk onbeduidend won] In dezen, eigenlijk onwetenschappj lijken zin, komt het woord bloe giftiging overeen met hetgeen on over dit onderwerp uit de oudheil overgeleverd is. In de geneeskundij geschriften namelijk der oudheid e der middeleeuwen, in de werken va Hippocrates, Celsus, Galenue en l de heelmeesters der Salernitaanscl school worden onder den naam va bloedvergiftiging zweren beschreve: die kwaadaardige, branderige en voortwoekerende De officieren hadden aanvankelijk krachten sloopte van het jonge meisje. Maar eindelijk dan kwam zij tot rust en week de koorts. Vermoeid van zijn vele nachtwaken, waagde de John het hoofd van den gewonde j Hoogst waarschijnlijk heeft u ge-'mory kom, zie ik onwillekeurig naar "j'7 nii VirlVTpr"rWe"H~hr.ro steunde. Maar het is gedaan, het is j dacht, dat het dien nacht toeval was, de smederij en mijn hart krimpt ineen gn toen gt <Uoat) was ifad^'i uit met mij. Het geluk in de liefde (la^ den smid nog aan 't werk von- wanneer ik dat kleine huisje voor mij _eeu rust meer maar <aioor> naar b was aan mijn zijde, het krijgsgeluk j den. Maar neen, reeds sedert vijftien zie, in 't welk het vuur van den smid ^en 1 1-1 lacht u toe. John trachtte het bloed te stelpen, dat uit de wonde van zijn tegenstan der vloeide, maar tevergeefs, de won de was doodelijk. Het is tevergeefsch, fluisterde de Franschman nauwelijks hoorbaar. Er is geen redding meer, maar het is ook het beste zoo: ik ben liever dood dan gevangen. Ge zijt mijn vijand, maar ge zijt een gentleman en om één ding smeek ik u Minnie- Den ton wordt morgen begraven; leg ons in één graf dat is mijn laatste verzoek John beloofde het hem; hij voelde, hoe de Franschman hem met een laat ste krachtsinspanning de hand druk te; toen viel hij bewusteloos achter over, een dapper soldaat was op het veld van eer gebleven. Een vreeselijk kanongebulder deed jaren was dit dagelijks Jean Lubin's werkelijke De weg naar den doodenakker is het geval, niet meer brandt, Het vuur, dat bet nlet ver> maar do nacht js jjzig kouti. naam was symbool van die sterkere moraal is, De wijld 1]uilt en 2acht vallel. de Philippe de Rieux, vroeger eigenaar waarvan u zoo juist sprak en die lief van een ijzergieterij en millionair Ja, deze werkman, die met vuile handen en gekromde# rug voor de inboezemt! Zijne kracht beruste noch in een z»ïn hoop noch op een zekerheid! Neen, zij kwam van de herinnering! In den dood Vereenigd aanbeeld stond, had den rijkdom ge-j kend,... en ook het geluk!... Hij was van goede familie. Toen hij trouwde was hij reeds eigenaar van de gieterij. Naast het vermogen, dat dit huwelijk hern had gebracht had het hem ook vreugde en geluk verschaft. f Hij den ouden, verweerden muur Mevrouw de Rieux was een vroolij- van kleine dorpskerk, daar waar ke, kleine vrouw. Ik heb haar persoon- d0 bevoorrechte graven zijn, ligt een lijk gekend, daar ik haar als arts he- Pas gedolven graf. handeld heb. Zij had een gelaat alsHet graf is eenvoudig, maar toch I dat van een kind, een bekoorlijk *ra&i versierd. Langzamerhand komen sneeuwvlokken naar omlaag. De witte gestalte ligt onbeweeglijk op het graf. Een ijzige kou dringt in het uitgeputte matte lichaam - voelt het niet... ze denkt er niet aan om op te staan en zich voort te slepen naar haar woning. De kerktoren verkondigt één uur twee uur drie uur Marie hoort niets meer. Onbeweeglijk verstijfd van verdriet en koude ligt zij daar. En steeds dichter, dichter dwarrelen de witte vlokken on haar neer. Den volgenden morgen ziet de vader plotseling den grond dreunen het ,w®* omringd, hield haar staande.^ was de 'yreugdegroet der zegevieren-j TT lachje en de gratie eener elf. Maar hare gezondheid was zwak. wijle stilzwijgend den kleinen heuvel, Zij moest als een kostbare bloem ver- en fluisterend zegt eindelijk een hun- pleegd worden; het geluk, waarmee zij n6r; - Die arme jonge man... dat hij zoo de dorpelingen; ze beschouwen een z'in dochter haar bed verlaten heeft. Een doodelijke schrik bevangt hem. Waar is zij? Haastig zoekt hij het geheele huis was ae vreuguegiutn uer zegevieren- i Haar man wist niet hoe goed hij 'vroeg moest sterven... en nog wel door door. de legers, welke de wereld verkondig- voor haar wezen zou. Hij verwende en een ongeluk... zulk een vriendelijke I Tevergeefs, de, dat de slag bij Waterloo gewon- j vertroetelde haar. Zij had alles, wat jonge man... die voor ieder een goed) Daar doemt een vreeselijke gedachte en het Fransche leger verpletterd 'men zich maar wenschen kan om ge- woord over had. 't Is toch onbegrij- v°or hem °P> en hij ijlt naar het 'lukkig te zijn. Haar leven was als een palijk, dat iemand in onze kleine mo-B^e» sneeuwbedekte kerkhof. voortdurende feestdag! i lenbeek kan verdrinken, fluistert de El1 daar vindt hij haar verstijfd, 1 - - koud en dood; in het schitterend vlek nen was. Voor z'n vrouw. I. Op het slot Montfleuri in de Tour- raine was een groot gezelschap bij- Zij was aan hot geluk gewoon ge- molenaarsvrouw, en dan nog wel een lljkkJe^ gehuW> rust zlj als raakt, lachte en schertste, kende geen man!... Ieder die het ongeluk mocht [leed en zou daartegen trouwens ook hebben om er in te vallen, kan er [niet bestand zijn. toch zonder veel moeite uitkomen... Inie e' Wanneer men haar echtgenoot daai'- dat water behoeft men niette verdrin- jovèr sprak, zeide hij: „Wij hebben ken als men niet wil... 't Is werkelijk niets van het leven te vreezen; zij mag ongelooflijk... er moet iets achter zit- er van genieten zooveel zij kan." ten. een. Gedurende het diner werd slechts I Wanneer men elkaar lief heeft, moet j Dat geloof ik ook... die jonge man over politiek gesproken en vérvolgens men ook de zorgen met elkaar deelen. moet den laatsten tijd heel somber ge was het gesprek op het onvermijde-Rieux dacht anders. jweest zijn... zij zeggen, dat hij de on- lijke thema der liefde gekomen. De j Mijn vrouw is voor gelukkig zijn derwijzeres van de school liefhad slapende op het graf van haar ge- Spelers. De commandant van Parijs had dien middag zeer lekker gegeten en lag nu gemakkelijk uitgestrekt op de sofa te slapen. Zijn voorhoofd rim- iijKe mem» uw xroxiH eviwtxw.. i --J- o0 pelde zich dan ook, toen zijn kamer dames verheugen zich er over en luis- geboren, zei hij de storm zal haar niet maar dat zijp vader daar niets van dienaar zachtjes de kamer binnen- terden aandachtig naar de theorieën overvallen! [wilde weten... En dat arme meisje ligt kwftrn- over de liefde en liare verwikkelin- j Vijf jaren was de storm uitgebleven nu op sterven." gen. [slechts zonneschijn heersc.hte in het' Toen de gastvrouw op een zilveren jonge huwelijk. Do kleine bloem - Zoo!... Had hij haar lief..,. - - Zwijgend verlieten zij hetkerkhof, presenteerblad de likeuren ronddien- bloeide en koesterde zich in de zon en en na hen kwamen nog vele anderen de, zei mijnheer de B., die als een het licht. om het graf te zien, want de overle- groot menschenkenner bekend stond: Maar op zekeren dag kwam de dene, de zoon van den burgemeester, Het is werkelijk onbegrijpelijk, storm en bracht onverwachts onheil, was algemeen even geliefd en geacht hoe de liefde voor eene vrouw ons tot Verlies op verlies trof den graaf, als zijn vader gehaat was om zijn de grootste domheden verleiden of ook Mijnheer de Rieux was geruineerd! jtrotsch, heerschzuchtig karakter. tot de heldhaftigste kan! daden brengen i Deze tijding trof hem als een don-1 Toen de schemering begon te val- deïslag. Hij had er nooit aan ge-[ion, werd het stil op het kerkhof, en Ieder wist nu eene kleine geschiede- dacht, dat dat mogelijk kon zijn! j eindelijk was ook de laatste bezoeker nis te vertellen. J Tot zijn vrienden en familieleden vertrokken. Een jonge weduwe sprak van een'zei hij: „zeg haar niets, zij mag er echtgenoot, die zeventien maal voor de niets van weten." vrouw die hij beminde geduelleerd l En zij werd niets van het ongeluk, had en daar men meende, dat dit ver-'dat haar man had getroffen, gewaar. De nacht is donker, vinnig koud; sneeuw en regen vallen aanhoudend neer op de zwijgende aarde. De dorps bewoners, nog eenigszins bijgeloovig kwam. Wat is er? bromde de witharige militair. - Pardon, excellentie, mevrouw De Grandpré is in de spreekkamer. Wat? Mijn zuster? Om dezen tijd? Verzoek haar hier te komen. De kamerdienaar verdween, om een zeer voornaam uitziende dame van ongeveer 50 jaar binnen te laten. De commandant sprong op en be groette haar zeer hartelijk. Nadat beiden op do sofa plaats ge nomen hadden, zei mevrouw De Grandpré Neem me niet kwalijk, dat ik u op zulk een ongelegen tijd stoor, maar Charles dwingt mij er toe. Ik heb niets dan dien eenen zoon, maar hij geeft me zorg voor tien. De commandant trok de dikke, deur willen zetten, maar de zooeven gehoorde naam verlamde plotseling hun voornemen, want zij wisten, dat de drager van dezen naam de schrik van alle speelholen was. Na een korte stilte klonk weer de stem van den commissaris Ik vraag de heeren verschoo ning, dat ik mijn plicht moet doen. Bij deze woorden gaf hii een wenlc aan den nolitie-agènt, die bij de deur was blijven staan, en die nu, zonder een woord te zeggen, geld en kaarten van de tafel nam. Daarop nam de commissaris de namen van de spe lers op. Commissaris en politie-agent gin gen spoedig heen en lieten de op hee- terdaad betrapten in allesbehalve ple zierige stemming achter. Het verlies van geld trof hen minder dan de ze kerheid, clat de toorn van hun overste niet zacht over hen zou losbreken. In hoogst gedrukte stemming gin- gen de hoeren naar huis, waar geen band iii weefsel overgaat en daardoj hunner den gewonen, verkwikkenden ae ontstane leemte weder aanvult, slaap genoot. Den volgenden morgen jWanneer er nu. bij de kwetsing deden zij allen hunnen dienst in Kort daarna, terwijl cr nog geen dn voortdui'enden angst, dat de com-1 &e' beschermende roof of korst ri mom een nadel ligen invloed uitoefende op de wond een eerste spoor van de opvattin» dat de bloedvergiftiging moet wordd toegeschreven aan een uitwendia oorzaak, en niet aan dén aard va da wond zelf of van het bloed. Door de verbeteringen van den m croscoop en door de vervolmaking d methoden van geneeskundig onde zoek hebben wij geleerd, dat de g pi heéle -georganiseerde en ongeorgan. seevde natuur vervuld is met uiterp'. kleine plantaardige wezens, bacterii microben, microkokken, enz. Ond dezen zijn er, die;'wannéér zij in aa raking komen met levende wezen steeds ettering en bederf veroorzake Geraken zulke bacteriën in een won Ia je, dan ontstaat daar ettering. Bij e! normaal verloop der wond hoont zii de geronnen sereuse weef se1 stof op R de gekwetste of doorgesneden bloe vaten, die de onening verstopt ens sluit,, het bloeden stilt, lanerzanifi mandant met dreigend somber laat op het oefeningsplein zou vormd is, etter veroorzakende "bad neJ\m de wonde komen, ontstaat J.LO.Ü uu xiuo ueieixjuj;ojjiciu i Weldra een verettering van de bova""f( men om hen hij zich te ontmeden wondoppervlakte. Bij de snol voor' een strenge straf. I vermeerdering der bacteriën woeke Tot hunne zeer groote verbazing ge- (jeze verettering zeer spoedig diep beurde dat nóch den eersten, nóch den voort en heeft een etterige verweekii tweeden nóch op éen der volgende tcn gevoige Van de sereuse weefs acht dagen De betrapten konden het s^of in (je nabvjliggende bloedvaten, nin nr niet begrijpen, want het week j Daar nu de bloedstroom voortd 70o gelieél en al van den regel af. vend langs deze etterige weefsels! Toen echter volle veertien dagen vloeit, sleept hii zeer 0'Arn'lVVo1' „■en voorbijgegaan, zonder tot er iels bijzonders gebeurde, raakten zij waren voorbijgegaan, zonder dat er nipflp ,Kee.r. gemakkeüj iels bijzonders gebeurde, raakten zij „nrt vt,Zfh ,meded.,slïj heelemaal de kluts kwijt. Zij zonden jn (,ori z„ luitenant De Grandpré naar zijn oom, j tJoel, waar zij l dér S verdraaglijk. De commandant ontving -zijn neef zeer vriendelijk en sprak met geen deze plek een etterige "ontsteking^ enkel woord over de speelgeschiede- zweer. Van hier worden wederom nis. Er was nu geen quaestie meer dezelfde wijze etterige deeltjes na van oom wist er niets van en dus andere plaatsen van het lichaa moest de zaak niet vervolgd zijn, an- j voortgestuwd, waar eveneens verel ders zou de rondborstige commandant ringen ontstaan, zoodat het. vergiftl reeds lang losgebroken zijn in een j de bloed ten slotte het geheele uitval. Na een half uur verliet de j chaam besmet. steken. Hier beginnen do bacteri zich onmiddellijk en uiterst snel 1 vermeerderen en veroorzaken ook luitenant zijn oom, om zijn kamera den op te zoeken, die vol ongeduld in de woning van één hunner op hem wachtten. Toeh^de luitenant de kamer bin nen kwam riepen zes krachtige stem men, als op commando Wel, wat heeft hij gezegd Nietstotaal niets hij weet ner gens van. Dit antwoord veroorzaakte aanvan kelijk stilte. Dan echter kwam de stroom der welsprekendheid. Het ge val werd van alle zijden beschouwd en ten slotte sprong de oudste offi cier op en riep Ilc heb hetwe zijn voor den gek gehouden wij zijn voor vier duizend frank bestolen. De kerel was niet de echte Blauvoire, maar de een of an dere brutale dief. De uitwerking van deze woorden was geweldigzij verheugden en er gerden de heeren tegelijkertijd. Nie mand hunner kende den gevreesden commissaris van aanzien. Allen wa ren het er over eens, dat zij bestolen waren en De Grandpré meende Hoe kan iemand toch op zulk een brutale en gewaagde gedachte ko men Och waarom niet, riep een an der opgewonden. Alle dagbladen heb ben het immers uitgebazuind, dat het geheele korps Fransche officieren door den speelduivel bezeten is en dat de strengste maatregelen zijn geno men om dien duivel uit to drijven. Dit en nog meer wist de brutale dief. Ove rigens is de zaak spoedig genoeg op te helderen. Hoe dan Wel heel eenvoudig. Een van ons gaat den echten Blauvoire in zijn hol opzoeken. Het lot zal beslissen. Goed? Ja, ia riepen allen. Het lot trof De Grandpré. Vandaar dat zij,-die aan bloedvf giftiging' bezwijken, doorgaans ink tI geheele lichaam, smartelijke pijn yj te doorslaan hebben, en onder e hevig lijden den geest geven. Voor treedt de dood snel in, wanneer een ettervlok in een der edele nen, b.v. de hersenen, het hart, longen, enz., is geraakt. Zeer spoedig na de vorming eerste verettering doen zich bij (ij patiënt verschijnselen van algema onwelzijn voor. Er ontstaan steij rillingen en huiveringen van schillende# duur, meestal gepi met hevige koorts, inzinking der chaarriskrachten, flauwten en vera) gering de dood volgt gewoonlijk der toeneming dezer verschijnselen De behandeling van bloedvergl ging levert vaak bijna geen gunsti resultaten. Zelfs een in allerijl v; richte operatie kan dikwijls het 'e maal begonnen verloop der vergil ging niet meer tegenhouden. Wel proeft men somtij dsHoor amputa van het aangetaste lichaamsdeel, overige lichaam tegen de vergiftigd te beveiligen, maar helaas mees zonder gunstig gevolg want alvor; men eenige zekerheid heeft verl gen, dat de vergiftiging en de et ring werkelijk bestaat, kan het bltf de ctterdeeltjes reeds door het getj" le lichaam gevoerd hebben. In z'~ gevallen vooral blijkt de hand den mensch machteloos tegen de machtige hand van God. Maar de barmhartige Schep?! heeft ons een verstand geschonken de oorzaken der dingen na te spoi en ze tot ons voordeel te benuttig En hierdoor alleen kan men op onf' baar succès rekenen. Iemand 1^ zich b.v. bij het snijden van een steroog verwond. In normale omsl? digheden zal het weinigje bloed b( ke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 22