HAARLEM'S DAGBLAD. TWE®L^S
Binnenland
Onze Lachhoek.
FEUILLETON
éindelijk gewonnen
Amsterdamsche Kout
ÖCLXXI.
Fees fcw eek
In de periode van overgang tus-
jchen winter en zomer, in de maand
Aie nog doet wat zij wil, als je in
Mubio staat of je de overjas uit zult
Aten of aan zult trekken iets waar
E fp lente 1908 wel niet zwaar over
gepeinsd zal worden doorleeft Am
sterdam min of meer een feestweek.
pan toch brengt het Hoofd van den
Staat het gebruikelijke bezoek aan de
Hoofdstad en de gewoonlijk talrijke
ö.fieuwsgierigen langs de straten, die
Ojfoch maar (niet tevreden zijn vóór zij
0.41 logger den Oranjevorst en nu de
Jranjevorstin goed gezien hebben, de
Schittering van uniformen, de fris-
che (juister m. i. dan „schitterende")
deuren van „Nederiandsch vlag", het
iriendeliik zonnetje, dat elke stad er
;oo veel mooier kan doen uitzien dan
nf een neerplassende regenbui of 'n
tfiagrijnig gemotter het geval kan zijn,
frengt de daarvoor licht ontvankelij-
0fke Amsterdammer al spoedig in fees
telijke steirnming. En dan vergeet ik
j°g het spelen van het carillon, de
vjerewacht en het geschitter der dui-
jenden lichten, voor de ramen van het
zoo duistere „Paleis", het
"gratis militair concert op den Dam.
j Hoewel het bijna een onbegonnen
rerk schijnt, na de kolommen, die de
agelrjksche berichtgevers aan hun
laden zonden, nog iets aan de be-
chrijving der feestweek toe te voe-
en, zal ik trachten op enkele punten
og een kleine aanvulling te geven,
.an de schittering der uniformen
J uitbrak ditmaal een zaak die niet
auw te remplaceereh zal zijnde
chutterij. De gewone schutters wil ik
u nog ter zijde laten, die bepaalden
ich bij het .gekleed" loop en gewoon-
jk tot de uren, dat zij een eerewacht
f iets dergelijks moesten' vormen,
oewel vooral de kameraadschappe-
jke terugkeer, waar de vroolijkheid'
ai en buiten gelegenheden met ver-
[iinning zóó hoog gehouden werd,
at het militairisme voor het vurigste
Cid der anti-militairistische vereeni-
fng niets afschuwwekkends meer
ad, ontegenzeggelijk het „leuke" in
nze straten verhoogde. Maar de offi-
ieren. Dat was des Pudels Kern.
Vant van een rechtgeaard schutterij-
iffieier was het toch niet aan te ne-
ïen, dat hij die eene week in 't jaar,
at hij zeven heerlijke lange, dagen in
®Aroot tenue kon loopen, zonder uitge-
3 «achen te worden één oogenblik zonder
eodzaak den unifoim uit zou trek-
i en. En zoo'n schutterij-officier hield
v' niet van zijn licht der zilverschifc-
ering onder den korenmaat te zefc-
tn en. Hij wandelde langs de drukste
3 ,'inkelstraten, van Leidscheplein tot
Ealverstraat, van Frederiksplein tot
lart el a arsgra ch tEn voelde déèrge-
omen zijn martelaarschap te veel,
m zóó lang te moeten wandelen voor
ijgjen luister van het dierbaar vader-
md, dan keerde hij op zijn schreden
soebrug en vlijde zich neer voor de ra
cen van „Doctrina", „Polen", „Suis-
f' of „Neuf", liet vóór zich de goua-
jele oranje parelen en plaatste zich
podanig' voor de breede spiegelrui-
fen, dat van het publieke gezicht der
jilverk wasten ook maar niets verlo-
ging, om het edele bewustzijn
pet zich te kunnen dragen óók rus-
jend nog zijn rustende schutterij-
Jl ich ten te hebben volbracht. Helaas,
ïie zilveren tijden zijn voorbij, der
gohr hat gehen können
Er is meer, dat in 't verleden ligt.
Iet het oranjezonnetje wil het den
aatsten tijd ook niets meer. De neer
plassende regenbuien mochten in de
igen van de Inhuldigingsfeesten
'ooiijker nagedachtenis toen ieder
?rins gezien en velen den prins
wilden hebben, niet in
taai geweest zijn den gloed van het
ïtbarstend enthousiasme te dooven,
p den duur moet elk feest als er wa-
:r valt. wel in 't water vallen. Voor
et De Ruyter-feest was die oplossing
u wel toepasselijk, maar bij een i
onisi der Koningin is ze voor velen
3n groote tegenslag.
Of er dit jaar, en meer speciaal
linsdag, dan geen buitengewone
rukte op straat was 't Begrip bui
tgewoon is rekbaar. In aanmerking
enornen de Medembliksche stilte en
1st, waarin do oudste gedeelten van
.msterdam zich verheugen, was het
sfeer buitengewoon druk. "Maar als
len denkt aan de volksmassa's, die
roeger bij dergelijke gelegenheden
de been waren...
Poëzie is overal, als ge haar maar
pet te vinden. En vroolijkheid ook.
Reporter wist ze zelfs te vinden in
iet schitteren der zware goud-kope-
m helmen en lange sleepsabels der
a
dienstdoende politie-ir-specteurs
commissarissen (van politie). Waar
uit blijkt, dat het politiewezen, dat
door velen nog als een noodzakelijk
kwaad beschouwd wordt en in een
ideaal staat als iets overbodigs op
zij gezet zou worden, in zekeren zin
ook ter vervroolijking van het men-
schelijk leven kan dienen. Maar dat
muziek, kleur en licht het trio is, dat
de menschen op kan wekken tot aan
gename en prettige stemming, dat
blijkt wel uit die jaarlijks terugkee-
rende April- of begin-Mei-dagen.
M uzie k. Hoe bitter weinig zijn
we er aan gewend op onze straten,
's Zomers eens per week, Vrijdags
van half zeven tot half negen in het
Vondelpark. Op den avond dus, dat
het minst uitgegaan wordt, uitge
zonderd door de allerhoogste klas
sen en op een uur, dat de meerder
heid der Amsterdammers het middag
maal ter nauwernood heeft genut
tigd. Verder een paar keer per jaar
in een parkje of op een plein in een
volksbuurt. Dan hebben de bewoners
het nog over het „slcandaal" en de
herrie. Best mogelijk, maar zet een
uitgehongerde een biefstuk van een
pond voor, of laat een daklooze door
een onverwachte erfenis 100.000 rijk
worden. Negen-en-negentig tegen één
dat hij er een verkeerd gebruik van
zal maken. Stel onze volksklasse en
burgerij in de gelegenheid geregeld
muzikaal genot te smaken, ze zullen
toonen er waardig vair te kunnen ge
nieten. Waarvoor geen concerten op
den Dam of 't Rembrandtsplein, het
oude en het nieuwe middenpunt dei-
stad, waar de afstand voor de mees
ten geen beletsel was, waar velen
tóch heengingen en die naast de mu
ziek, door het opgewekte straatleven,
de stad weer aantrekkelijk zouden
maken voor vreemdelingen En dan
liefst op Zondag, als de menschen
toch uit zijn, vroolijkheid" zoeken en
ze nu moeten vinden en betrekkelijk
duur betalen in een café met minia
tuur-kapelletje of... electrische piano.
Spiegelt u aan Antwerpen en Brussel
en Luik, Amsterdammers, en spie
gelt u hard....leersch.
De Belgen kennen ook de opwek
kende kracht van de k 1 e u r. Daór
wappert het Brabantsch rood-geel-
zwart. als er foore is, als de president
van de „fanfare" verjaart, als er een
kerkelijk feest wordt herdacht, als
versch kriekenlarnbic (1) wordt ge
schonken, ja, eigenlijk altijd. Maai
de stijve Hollanders zijn zuinig op
hun dundoek, e-r mocht eens nat aan
komen, en daarom wapperen zelfs in
deze feestdagen de vlaggen bijna uit
sluitend in eenige winkelstraten en
dan nog in de. verste verte niet huis
aan huis. Eu van ik spreek nog
niet eens van artistieke, maar vroo-
lijke versiering van gevels schij
nen wij heeiemaal geen kaas te heb
ben gegeten.
En licht? Ook daarvan kennen
wij de waarde door de zeldzaamheid.
Wie illumineert hier Als vroeger op
der. avond van Willem Ill's verjaar
dag vóór het stadhuis en de „Han
delmaatschappij" een verlichte W.
met kroon flikkerde, stond het zwart
van de nieuwsgierigen. En ook
staan er 's avonds nog wel een paar
dozijn menschen het paleis op den
Dam aan te gapen, waarin een paar
verlichte vensters het duistere en
sombere van de omgeving niet kun
nen wijzigen. Doch de groote massa
loopt door, omdat er niets te zien is.
Diezelfde Dam leverde bij avond
zoo'n onvergetelijk schouwspel op in
de Kromngsdagen, toen de oude
Beurs er nog stond en alles licht,
kleur en muziek, schoonheid en vroo
lijkheid was.
Alles voorbij.
Noen, toch niet alles. Gebleven zijn
gelukkig de lijvige dagbladverslagen,
dié ons tot op een haartje vertellen
hoe de baldakijn, de vorstelijke pe
sonen en hun gevolg met ridderorden
er de heer Albert v. d. Horst, helaas
uog zonder lintje, er uitzag. Stroo
men van nieuws glijden door de ko
lommen. We lezen, dat de standaard
op het Paleis werd geheschen, toen
Hr. Ms. trein arriveerde, we verwon
deren er ons over, dat de burgemees
ter op het station was, maar onze
verbazing stijgt ten top, als we ver
nemen, dat niet alleen een paar hoo-
ge spoorweg-ambtenaren, maar zelfs
do stationschef, de heer H. R. Kra
pels, op het perron daa,r aanwezig
was. Wie had dien daar nu ver
wacht
Waren onze dagbladen vroeger seri
eus en... een beetje vervelend als de
Duitsche couranten, tegenwoordig
wordt de Fransehe schrijftrant meer
nagevolgd. Er wordt luchtiger gecau-
seerd, gezocht naar het grappige, ern
stige politiek behandeld en bagatelle
(1) Een soort Brusselsch bier.
en bagatelletjes uitgewerkt tot flinke
stukken zetsel. Rechtbankschetsen
kantongerechtmoppen, ond év-de-stree-
pen, Aprilvisschen en langs-de-straat-
jes nemen de plaatsen in waar vroe
ger slechts stijve nieuwsberichten vol
feiten en cijfers en droge beschouwin
gen stonden. Gelukkig zijn ze niet
zoover gegaan om alle Fransehe pers-
gewoonten over te nemen. Want in
Parijs zijn er bladen, die bijv. bij een
feest- of tentoonstelling twee reporters
meesturen, één voor het officieele
deel en één om de winkeliers wier
huizen versierd zijn of die expose e-
ren, te vragen of zij er wat voor over
hebben genoemd te worden in het
verslag. En de arglooze lezer ver
moedt 'niet, dat er danig verband be
staat tuschen „de opmerkzaamheid,
die monsieur le président schonk aan
de kunstvolle étalage van monsieur
X. en de in de hand geduwde Louis.
Conservatief is onze pers gebleven
in het kolommen-uitmeten van ver
slagen bij een of ander Koninklijk
bezoek. Voor zoover dit een afgelegen
provinciestad betreft, kan het nog ge
paard gaan met een typisch getinte
Zaansche, Maastrichtsche of Zeeuw-
sche reis- en stadsbeschrijving, doch
voor Amsterdam blijft het natuurlijk
koekoek eenzang.
De oude heer Rennes uit Utrecht, de
geestige marktberichtenschrijver van
de N. Rotterd. Courant, had 't dik
wijls over een koddigvoorval op dit
gebied. De Koningin-Regentes zou op
zekeren dag tegen vier uur een ten
toonstelling bezoeken. De correspon
dent van een groot blad buiten de
Bisschopsstad, wist den vorigen avond
al precies wat gebeuren zou, wie de
bouquet aan Hare Majesteit zou aan
bieden, wat de president zeggen zou,
dat H. M. met eenige minzame woor
den zou bedanken, welke inzendingen
met bijzondere belangstelling zouden
worden bekeken enz.
Nu werd de post-editie van dat blad
om vier uur afgedrukt en omstreeks
half acht in Utrecht bezorgd, 't zou
dus heel actueel zijn als het blad van
dienzelfden avond het verslag kon
bevatten. De correspondent waagde 't,
er op z'n verslag in te zenden, met
de bemerking, dat wanneer hij uiter
lijk 3 uur niet getelefoneerd had, het
zoo geplaatst kon worden. Doch eerst
om half vier kwam hij te weten dat
het Koninklijk Bezoek was uitgesteld.
Gauw naar 't Telegraafkantoor, maar
't was te laat, toen de depêche in.
arriveerde rolde de pers al. Hoe de
vlugge correspondent 's avonds bij
Witjes (een bekend café op 't Vree
burg) in 't ootje genomen werd, is te
begrijpen.
Of 't precies zoo gebeurd is? De ou
de heer Rennes was een grappenma
ker vol rijke phantasie. Maar... si non
e vero bene trovato. Het kon en kart
zoo gebeuren.
De oudere Amsterdamsche journa
listen weten nog van een pech-geval-
letje mee te praten, .waarvan ik de
waarheid met zekerheid kan getuigen
en waarbij 't voor den betrokkene
meer eigen schuld dan ongeluk was.
Aan een der volksbladen schreef in
dertijd een telegrafist tooneelversla-
gen. Om persoonsverwarringen te
voorkomen, voeg ik hieraan toe, dat
hij sinds 15 jaar daar niet meer zich
aan heeft bezondigd. Waarom hij dit
bijbaantje eigenlijk geambieerd ha.d,
was voor de meesten een raadsel,
want onder de voorstelling deed hij
gewoonlijk zijn namiddagdutje.
Toen hij bij Prot tijdens een voor
stelling van „Erminie" dan ook van
zijn zetel rolde, gaf dit een confrère
aanleiding hulde te brengen aan het
talent waarmee mevr. Buderman het
„W'éae'iedje" zong, gelijk van zelf
spreekt in verband 'met dit incident.
Doch diezelfde artiste zou zijn „zwar- j
te vlieg" worden. Op zekeren nacht
(het was een ochtendblad waarvoor
hij schreef) maakte hij een prachtig
verslag van een reeds vroeger door
hem geziene operette. Hij bracht hul
de aan mevr. die en mijnheer die en
af een weinig tamme critiek op 3e
plans-menschen.
Doch mevr. Buderman had vooral
in die dagen het ongeluk wel eens
plotseling ziek te worden en als ge
volg daarvan ging de operette niet
door. Toch kon men den volgenden
dag de critiek lezen.
Het was helaas zijn Zwanen
zang!
H. HENNING Jr.
Stadsnieuws
WAT IS KOPERROOD
In het „Ned. Archievenblad" is on
langs een 16de eeuw's recept mede
gedeeld „.om goedt zwart atrement
oft inrct te maken". Eigenlijk is het
recept al véél ouder; bijzonderheden
dienaangaande vindt men in het
groote Middel-Nederlandsche Woor
denboek van Verwijs en Verdam, dat
hier op de Stadsbibliotheek te raad
plegen is. In „Haarlem's Dagblad"
werd het voorschrift overgenomen. De
bestanddeel en zijn (naast regenwater
en wijnazijn) galnoten, gomme en....
coperroodt. Vermoedelijk heeft dat
koperrood aan sommige lezers
wel moeite gegeven. Kopevoxydule
(Cuu O) heeft een roode kleur en komt
als „röodkopérerts" in de natuur
voor, maar.... men kan er geen inkt
van maken Dat is dan ook (niet hier
bedoeld, doch een geheel andere stof,
die echter niet „rood" is en geen „ko
per", namelijk ferrosulfaat of zg.
groene vitriool, nu nog, met looistof,
'f. hoofdbestanddeel van alle „echte"
zwarte of galnoten-infeten. Hoe dit
groen ijzerzout aan den naam „ko
per r o o d", die het nóg bij het volk
draagt, is gekomen', is wel merkwaar
dig. Koperrood nl. is eene verbaste
ring van het, Fransehe woord Cou
perose.
Al van ouds kent men dien naam
voor drie metaalsulfaten of „vitrio
len", nl. Couperose bleue is kopersul
faat (blauwe vitriool)Couperose
verte is ijzersulfaat(groene vitriool)
en Couperose blanche is zinksulfaafc
(witte vitriool). Welk dezer stoffen hét
eerst als Couperose werd aangeduid,
schijnt niet met zekerheid te zeggen;
trouwens de naamsafleiding van het
woord zelf is nog duister (er is ook
een .puistziekte die in 't Fransch Cou
perose heet). Volgens sommigen- heet
ijzersulfaat aldus, omdat het groene
zout aan de lucht bruine vlekken ver
krijgt .door oxydatie tot basisch fer-
risulfaat. Dat bruin beslag heet, zegt
men, in de Spaansche mijnen C a p a-
rosa, roode kap, en daarvan zou
dan 't ferrosulfaat in 't Fransch den
naam Couperose gekregen hebben
Volgens anderen heet het ruwe ferro
sulfaat der mijnen Couperose, omdat
men er eenig koper uit kan gewin
nen als men in de oplossing een staaf
ijzer zet
Eene mogelijke verklaring, die m.
i. ook wel mag te berde gebracht
.worden, is Couperose isCupriros,
d. w. z. bloem of dauw van koperin
dat geval zou niet ijzer- doch koper
sulfaat het eerst met dien Alchimisti-
schen naam belegd zijn, en is de
overbrenging op eenige andere sulfa
ten wel begrijpelijk. Allermerkwaarr
digsfc blijft nu de verandering', welke
dat woord Couperose in 't Duitsch,
Nederiandsch en Engelsch ondergaan
heeft.
In 't Engelsch is het geworden tot
Copperas en beduidt nu alleen
ijzersulfaat. In 't Duitsch is de naam
Couperose hoofdzakelijk blijven han
gen aan de witte soort, dus aan zink-
sulfaat, dat bij 't volk W e i s s e r
Kupferrauch of Weisskup-
ferrotli of Kupferaug
rauch heet. Ferrosulfaat heet
soms Kupferrost en Kupfer-
r o t h en ook wel Kupferwasser
wat misschien nog even met Cou
perose samenhangt. De namen IC o-
perroose en Koperwater ko
men trouwens ook voor bij onzen Ki-
liaan (1574), die voorts ijzerpyriet wel
kopersteen noemt. En in onze taal is
koperrood nu in de 20ste eeuw nog
even goed als in de 16dea een volks
naam gebleven voor ruw ijzersulfaat,
t zout waarmede inkt vervaardigd
wordt, en dat de schoenmakers ge
bruiken om 't leer zwart te maken.
Nog dagelijks kan men dien naam in
onze drogistwinkels hooren; en naar
een vakman mij mededeelde komt een
enkele maal ook nog de halfvergeten)
betiteling „wit koperrood" en „blauw
koperrood" voor den dag.
M. G.
VEILING
gehouden in het Verkooplokaal „De
Gouden Leeuw", alhier op Zaterdag
25 April 1.1.
Nos. 1 en 2. Twee heerenhuizen en
erven met groote tuinen aan den Klei-
nen Houtweg, met achteruitgang in
de Meester Joostenlaan, als
No. 1. Get. No. 43 A.
No. 2. Get. No. 43 B.
No. 3. Een Bouwterrein aan de
Meester Joostenlaan No. 43 A rood.
De perceel-en No. 1 tot en met 3 ge
combineerd, W. Groenewegen, ƒ22.975.
Nos. 411. Acht huizen en erven
met tuinen naast elkander te Schoten
aan de Tugelastraat, als
No. 4. Get. No. 50, G. Jansen Hen
driks ƒ1605.
No. 5. Get.. No. 52, G. Jansen Hen
driks, ƒ1660.
No. 6. Get. No. 54, G. Jansen Hen
driks 1665.
No. 7. Get. No. 56, S. Molenaar,
ƒ1650.
No. 8. Get. No. 58, W. Jansen Hen
driks, ƒ1610
No. 9. Get. No. 60, J. P. C. Gunter,
1630.
No. 10. Get. No. 62, Gebr. Brakel,
1625.
No. 11. Get. No. 64, S, Molenaar.
1600.
No. 12. Een huis en erve met tuintje
en afz. opg. bovenwoning aan dfe Rid
derstraat No. 14 zwart en rood, K.
Smink qq. 5300.
No. 13. Een winkelhuis en erve rnet
afz. opg. bovenwoning aan de Am
sterdamsche Vaart No. 86 zwart er
rood.
No. 14. Een winkelhuis en erve1 met
afz. opg. bovenwoning aan de Te-
ding van Berkhoutstraat No. 1 zwart
en rood
No. 15. Ben huis en erve met open
plaats, tuin en afz. opg. bovenwo
ning grenzende aan perceel No. 14,
No. 3 zwart en rood.
No. 16. Een huis en erve met open
plaats, turn en afz. opg. bovenwo
ning grenzende aan perceel No. 15,
Get. No. 5 zwart en rood.
No. 17. Een huis en erve met open
plaats, tuin en afz. opg. bovenwoning
grenzende aan perceel No. 16, Get.
No. 7 zwart en rood.
No. 18. Een huis en erve met open
plaats, tuin en afz. opg. bovenwoning
grenzende aan perceel No. 17, Get.
No. 9 zwart en rood.
De perceelen No. 13 tot en met 18
gecombineei-d, J. A. Fetter, ƒ23830.
Nos. 19—26. Acht huizen en erven
met tuinen naast elkander te Scho
ten aan de President Steijnstraat, als:
No. 19, Get. No. 47.
No. 20, Get. No. 49.
No. 21, Get. No. 51.
No. 22, Get. No. 53.
No. 23, Get. No. 55.
No. 24. Get. No. 57.
No. 25. Get. No. 59.
No. 26. Get. No. 61.
De perceelen No. 19 tot en met 26 ge
combineerd. Opgehouden, ƒ12005.
No. 27. Een huis en erf met tuintje
en schuur aan de Ged. Raamgracht
No. 54, C. v. Bvederode, f 1660.
No. 28. Een huis en erve met plaats
en tuintje aan het Zuider Buiten
Spaarne No. 2-4 H, B. v. d. Woerd.
ƒ765.
No. 2-9. Een winkelhuis en erve met
open plaatsen aan de Spaamwouder-
straat No. 68, Fr. Erdtsieck qq., ƒ2975
No. 30. Een huis en erve aan de
De Witstraat No. 9, C. Remmé, ƒ210.
No. 31. Een huis en erve aan de
Gierstraat No. 59, Uit de hand ver
kocht,
No. 32. Een winkelhuis en erve met
bovenwoning en achtergel. stal of
bergplaats aan de Korte-Dijk en Glas
blazerstraat No. 5, C. J. Cramer qq.
ƒ2900.
No. 33. Een dubbele villa met tuin
aan den Dreef, op den hoek van de
Meesterlottelaan No. 42. Opgehouden,
24.505.
No. 34. Een gebouw dienende tot
woning en erve aan den Burgwal No.
70, A. Witkamp qq. ƒ1850.
1 MEI-DAG.
De gemeenteraad van Groningen be
sloot op 1 Mei dien wei'klieden vrijaf
te geven, die zulks wenschen, onder
dien verstande, dat de dienst er niet
onder lijdt, en gehoord de directeu
ren der betrokken bedrijven.
Deze dag wordt echter in mindering
gebracht van de vacantiedagen.
RIJNLAND.
In de'Zaterdag gehouden vergade
ring van Dijkgraaf en Hoogheemra
den van Rijnland werd, nadat de ge
loofsbrieven der nieuwbenoemde
Hoofdingelanden en Hoofdingelanden
der plaatsvervangers waren onder
zocht, de rekening over het dienst
jaar 1907 vastgesteld op een ontvangst
van ƒ2.221.184.44 en op een- uitgaaf
van 2.020.608.221/2, zoodat het batig
sald'o bedraagt 19,576.2-11/2.
NOG ERGER,
AgentIs het waar, wat ik gehoord
heb, verkoop je hier ziek vleesch?
Slager (vertrouwelijk) Als je me
niet verklapt, wil ik het je wel zeg
gen. 't Is nog veel erger
Agent (verontwaardigd)Wat zeg
je, nog erger?
Slager Ja zeker* het vleesch is niet
alleen ziek, 't is heeiemaal dood, ver
sta je?
ZOO ZIJN ZE.
Wat heb jij daar voor een touw
tje om je wijsvinger?
Dat heeft mijn vrouw er omge
draaid om me er aan te herinneren,
dat ik een brief voor d'er op de post
moest doen,
En heb je 'm gepost
Nee ze heeft vergeten herii mij
te geven.
Koninklijk bezoek
aan de Hoofdstad.
De gala-voorstelling in den Stads
schouwburg scheen Zaterdagavond
minder druk bezocht dan andere ja
ren. Vooral de stalles vertoonden lee-
ge plekken, maar daarentegen boden
de fauteuils de balcon en de boven-
loges een keur van rijke toiletten en
het goud- en zilver-garnituur van
statierok en uniform. Onder de hoog-
waardigheidsbekleeders werd opge
merkt de Commissaris der Koningin
in de provincie Noord-Holland, mr.
G. van Tienhoven, terwijl het dag«-
lijksch bestuur van Amsterdam ver
tegenwoordigd was door de wethou
ders Jitta, Delprat en Van den Bergh.
Even over achten traden Koningin en
Prins de met een harmonieuse bloem-
versiering prijkende koninklijke loge
binnen. Het publiek rees eerbiedig op,
zich, naar het hoffelijk gebruik mee
brengt, met het gezicht naar het Vor
stelijk Echtpaar keerend. Hare Majes
teit was gekleed in een prachtig licht
grijs getint avondkleed om den ge-
decolleteerden hals en op het hoofd
fc-nkelden collier en diadeem, behoo-
rënd-tot het nationaal geschenk.
Zijne Koninklijke Hoogheid droeg,
als gewoonlijk, de admiraalsuniform.
Driemaal neigde Hare Majesteit in
antwoord op de stille hulde van het
publiek en het staf muziekcorps der
Nederlandsche Weerbaarheidsveree-
nigïng hief het Wilhelmus aan.
Dadelijk daarop werd een aanvang
gemaakt met de voorstelling van het
blijspel, dat Von Schonthan bewerkte
naar den roman van Ch. Dickens
..Kleine Dora". Vertoond werderi.'
slechts de twee eerste bedrijven, met
Emma Morel en Schulze in de hoofd
rollen. Reeds voor tienen was de voor
stelling geëindigd.
De ontvangst en het uitgeleide van
Koningin en Prins geschiedde door
de heeren J. H. Vrancken en H.
de Marez Oyens, namens de stads
schouwburgmaatschappij en mr. G.
L van Loghem en W. van Korlaar,
namens de Koninklijke Vereeniging
„Het Nederiandsch Tooneel". Mr.
Van Loghem had aan Hare Majesteit
bij Haar komst bloemen aangebodefi.
OPVOEDING VAN HET KIND.
De commissie voor hygiëne, gym
nastiek en sport voor de van 121
Augustus te 's-Gravenhage in het
voormalig Rijksarchief-gebouw te
houden tentoonstelling „Opvoeding
van het kind", is thans definitief sa
mengesteld uit de heeren dr. G. A.
Ootmar, arts te Haarlem, le voorzit
ter J. H. Reys, Den Haag, 2e voor
zitter J. Moorman, Den Haag, Gali-
leistraat 60, secretarisdr. F. J. Soes
man, arte, Den Haagdr. J. J. Pi-
ge aut, schoolarts, Den HaagP. J.
Schijf, Den Haag; J. D. van Rams-
horsl, Den Haag, en mej, II. Funkete
Amsterdam.
De commissie stelt zich voor, gele-
jenheid te openen» voor het ten toon
stellen van alles wat betrekking heeft
op hygiëne, kleeding, voeding, licha
melijke opvoeding, gymnastiek, sport
en openluchtspel, in de ruimste be-
teekenis voor het kind van 3 tot on
geveer '14 jaar. Bovendien zullen op
één of twee dagen gedurende de ten
toonstelling in de open lucht gymnas
tiek, sport en spel beoefend worden
door kinderen van dien leeftijd onder
bevoegde leiding, om een beeld te
geven van den huidigen stand der li
chamelijke opvoeding.
Exposanten en andere belangstel
lenden wordt verzocht zich om nade
re inlichtingen te wenden tot den
secretaris.
Uit het Engelsch.
28)
Maar buiten dien kring
au licht was alles donker. Geen
chtschemer kwam uit de tenten der
choenmakers in een der hoeken van
et marktplein. Geen beweging, geen
nkel teeken van leven. Het was na
niddemacht, alles sliep slechts op
en plek op den heuvel boven het
ïarktplein uitstekende, een beetje
aar rechts was nog leven.
Daar kwam het licht van een al-
eenstaande villa virendelijk uit de
uisternis te voorschijn. Uit haar
ensfcers stroomde helder licht en de
lank van een viool vermengde zich
iet het rythmisch geschuifel van
laaizende paren.
Nog andere geluiden klonken naar
luiten, zooals het knallen van eham-
lagnekurken en vroolijk gelach.
Daarbuiten voor de villa huiten het
lereik van den lichtkring, zaten een
nan en een knaap zwijgend te wach-
en. De eenige kleeding van den man
lestoud uit een graven zak, maar op
den grond naast hem lag een donke
re mantel. Met- de handen betastte hij
onophoudelijk een uit palmoezels ge
vlochten koord, alsof hij de deugd
zaamheid daarvan wilde beproeven.
Eindelijk ging de deur van de villa
open.
Wie komt er uit vroeg de man.
Groot, dik....
Genoeg.
De man en de vrouw liepen door
den kleinen tuin van de villa en ver
der over het marktplein op de. stads
poort af. De deur ging telkens weer
open en dicht. Men hoorde afscheids
groeten in verschillende talen, hoofd
zakelijk in 't Duitsch en 't Fransch
en telkens herhaalde zich tusschen
den man en den knaap hetzelfde ge
sprek. Van de naar buiten komende
menschen waren er velen in avond
toilet, andere droegen hun dagelijk-
sche kleedij. Eenigen liepen dwars
over het marktplein, anderen reden.
Nu zijn ze weg, zei de knaap.
Wacht nog, beval de man.
Zij draaien de lichten al uit.
Zijn alle lichten gedoofd
Neen éeri brandt er nog.
Wacht nog
Weer ging de deur open en twee
mannen in avondtoilet kwamen den
stoep af.
Daar zijn er nog twee, zei de
knaap, maar éen er van heeft een
hoed op.
Hoe ziet. die er uit
Hij is niet groot, magerzijn ge
zicht kan ik echter door den hoed
niet zien.
Kijk nog eens heel goed toe
Hij gaat terug in huiswacht,
hij rookthij strijkt een lucifer af en
houdt haar voor den mond. Nu kan
ik hem zien.
Nu, nu Hoe is de kleur van zijn
haar
Heel licht, bijna geelzijn ge
zicht is rond en zijn oogen zijn ook
licht van kleur.
De man in den zak hield op met
vragen, gaf evenmin een teeken van
goedkeuring als van teleurstelling.
Hij zat onbeweeglijk in de duisternis,
tot een stem uit het tuintje met een
Fransch accent riep
Ik begrijp niet, wat er met het
dier gebeurd is. Het moet zich losge
rukt hebben, hij was toch wel vastge
zet, Jeremy? Heb je het beest niet
zelf vastgemaakt?
De knaap begon te lachen.
De kleine, dikke man zoekt in
den tuin naar zijn muildier, zei hij.
Stfluisterde de man, zijn
hand tegen den mond van' den knaap
drukkend.
LuisterWat zegt de andere nu?
Luister goed naar zijn stem
Hij zegt heeiemaal niets, ant
woordde de knaap, hij staat tegen de
deur geleund, rookt en wacht, terwijl
de kleine dikke Room naar zijn muil
dier zoekt.
De knaap lachte weer, stond van
den grond op en verdween in de duis
ternis.
Na eenige minuten'kwam hij terug,
den muilezel vóór zich uit drijvende.
Hij bracht het dier door het tuin
poortje. Een paar woorden werden
tusschen den kleinen Franschman en
den knaap gewisseld. Toen ging de
laatste weer naar den ouden man te
rug, die geduldig huiten den licht
kring van de villa op- hem zat te
wachten.
Wat heeft hij tot je gezegd?
vroeg de man.
Hij vroeg mij of ik het koord ge
stolen had?
En wat antwoordde je?
Da tik niets van een koord wist.
Ik zei, dat ik het beest buiten op het
.marktplein vrij had zien rondloopen,
en dat ik toen ik hier licht zag, het
hierheen had gebracht.
Goed, ga nu heen', mijn zoon 1
Ga naar huis en slaap, en vergeet
het uur, waarop wij ia "de duisternis
voor de villa van» Room gewacht heb-
ben. Vergeet het zoo, dat het er nooit
geweest is, als je weer wakker
woi-dt. Ga! God zal je beloonen
De knaap keerde zich om en liep
naar beneden naar de stad. De oude
was alleen. Hij bleef op den grond
gehurkt, zitten. Nu hoorde hij den
Franschman zeggen
Goeden macht, Jeremy I
Er volgde geen antwoord op die af
scheidsgroet. Jeremy vergenoegde
zich met een onverschillig hoofdknik
ken, steeg op zijn muildier en reed de
tuinpoort uit. Jeremv kwam op eeni
gen afstand langs den op den grond
hurk enden man voorbij, die de. stap
van den muilezel op het gras hoorde
en de sigaar rook.
Maar hij bewoog zich niet. Tus
schen het grasveld en het marktplein
door liep de rijweg en de oude wacht
te, tot hij den hoefslag van het muil
dier op het plaveisel kon hooren. Toen
nam hij den donkeren mantel, die
naast hem lag op en snelde vlug en
met lichten tred dwars over den rij
weg naar het marktplein.
Vóór zich uit hoorde hij den regel-
matigen hoefslag van den muilezel.
Halt, riep hij, ik heb het koord
van den edelen heer gevonden.
Hij hoorde, dat de muilezel stil
bleef staan en vlug kwam hij na
derbij
Wie daar? vroeg Jeremy in het
zelfde dialect en keerde zich in den
zadel om.
Hassan Akbar, riep de andere
toespringend naar de plaats, waarde
stem vandaan kwam Bentham, Has
san Akbar is hier 1
De met „Bentham" aangesprokene
draaide zich met een lichte kreet in
den zadel om en greep naar den teu
gel. maar het was te laat. De kreet
bestierf op zijn lippen.. Want Hassan
had hem den mantel over het hoofd
geworpen hem vast onder de kin toe
getrokken en den man in den nek'
grijpend, duwde hij hem uit den za
del en slingerde hem op den grond.
Ha.lf geworgd en half bedwelmd' lag
Bentham op den grond zonder weer
stand te kunnen bieden. Toen hij
weer tot zichzelf kwam, kon hij zich
niet meer verroeren, want Hassan zat
schrijlings boven op hem, hem met:
het geheele gewicht van zijn' lichaam
tegen den grond drukkend. Zijn eene
beenderige knie boorde hem onver
draaglijk in de borst, zoodat zijn rib
ben kraakten; hij had een gevoel, of
in zijn longen geduwd werden. De
andere knie duwde zijn beenen tegen
den grond, en terwijl hij daar zoo lag
buiten staat weerstand te bieden',
bond Hassan hem met het koord van
palmvezels de armen stijf bijeen.
Bentham probeerde te schreeuwen,
maar de mantel maakte dat onmoge
lijk. De knie groef en boorde zich in
zijn horst, en zijn angstkreten veran
derden in een zwak klagen, dat ein
delijk niets dan een zacht zuchten
leek. Hij bleef onbeweeglijk liggen,
zonder een spier te bewegen, zoodat
Hassan kon denken, dat hij onmach
tig was' geworden.
(Wordt vervolgd).