HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDEJ!^g„ BEURSBERICHT MEMS TIELEMAN Stadsnieuws MET TOONEEL Van 't Kantongerecht Uit de Omstreken feuilleton Eindelijk gewonnen VAN Haarlem, 29 April 1908. Bij genngeren omzet was de beurs lieden over het algemeen vast ge stemd. De Staatsfondsen-markt blijft ongestoord dooi' uitwendige gebeurte- 1 nissen hare vaste houding handha ven. Fluctuation van beteekenis zijn - dan ook in deze afdeeling niet te ver melden. Met betrekking tot de lokale fond sen was ook heden de stemming' voor Tabaksaandeelen vast, ook was de handel van meer beteekenis. Inzon derheid waren Senembah aandeden zeer gevraagd en circa 10 hooger. Te oord celen naar het gehalte van de koopers komt he-t ons voor, dat het niveau der koersen zich hooger zal .stellen. lil de overige lokale afdoelingen bleef het stil en was er noch in de Petroleum-, noch in de MijnafdeeLing eene bepaalde tendenz waar te ne men. De rijzing welke sedert de af- geloopen week ter beurze van New- York gaande is, moet natuurlijk inde allereerste plaats toegeschreven wor den aan de meer optimistische stem ming als gevolg van het plotseling ontstane animo iop de beleggings- markt. doch behalve deze reden kan de technische positie der markt als eene der voornaamste oorzaken voor de aaanzienlijke prijsverheffing der laatste dagen gelden. Het is een be kend feit. dat vele der voornaamste speculanten in New-York sedert de. crisis van 1907 op uitgebreide schaal a la baisse hebben geopereerd en of schoon een deel dezer posities gedu rende de laatste maanden gaandeweg gedekt werd, zijn de contramine-be- langen nog immer belangrijk zooals dagelijks uit de beleeningsvraag' naar stukken blijkt. Sedert, het faillissement van Mac .Intyre Co., welke firma zooals man weet, door omvangrijke baisso-specu- laties voor eigen rekening te gronde ging., is men met het uitleenen van stukken zeer lastig geworden en zien verschillende contramineurs, die tot levéring gedrongen worden, zich ge noodzaakt hunne blanco posities te •dekken. De rijzing van verschillende aandeelsoorten heeft dan ook veel van een baisse paniek op kleine schaal en op grond hiervan is het geenszins on mogelijk, dat de opwaartsche bewe ging, niettegenstaande de geringe bo nafide kooplust, nog eenigen tijd zal voortduren. Het behoeft hier nauwe lijks gezegd te worden, dat men on der de gegeven omstandigheden ech ter verstandig zal doen om met winst-1 nemen niet to lang te wachten, daar eenig'e reactie na de min of meer kunstmatige rijzing moeilijk kan uit blijven. De beurs had gisteren een bewogen verloop en in verschillende .soorte-n waren de omzetten zeer be langrijk. terwijl ook het totaal der verhandelde aandeelen grooter was, dan in maanden het geval geweest is. Zoo varieerden Unions van 135 5/8 tot 1381/2, Steels van 35 3/4 tot 37 en Amalgamateds van 591/2 tot 613/8; ook in de lichtere aandeelsoorten had den levendige omzetten plaats. De pu blicatie van den kwartaalstaat der U. S. Steel Corporation gaf, niette genstaande deze min of meer teleur stellend was, aanleiding tot uitge breide dekkingsaankoopen in dit fonds. Volgens de officieele opgave ■hebben de netto-ontvangsten over het eerste kwataal 18.229.400 dollars be dragen, tegen 39.122.492 dollar op 'tilt'»" Maart 1907, 36.643.490 dollar in 1906, 23.025.900 dollar in 1905, en 13.445.230 dollar in 1904. Voor inte rest, Sinking Fund, depreciatie en dividenden is ca. 20.500.000 dollar be- noodigd, hetgeen dus een deficit van ca. 2.300.000 dollar over de eerste drie maanden laat. De onuitgevoerde or ders bedroegen op 31 Maart 3.765.000 •ton tegen 8.043.853 in 1907, 7.018.712 ton in 1906 en 4,136,961 in 1904, het geen voorloopig nog geen hooge ver wachtingen doet koesteren omtrent de beweerde verlevendiging van za ken in de Staalindustrie. Maar evenmin als de schitterende ■resultaten in 1907 tot maatstaf van de blijvende uitkomsten konden die nen, geven ook dc thans gepubliceer de cijfers geen juisten maatstaf voor de toekomst. Publicatie van cijfers is goed, maar het publiek moet die cij fers met oordeel des onderscheids le zen. Zonder dat oordeel des onder scheids doet publiciteit meer kwaad dan goed. Het. slot der markt was weifelend en ten gevolge van winstrealisatiën kon het hoogc niveau niet gehandhaafd blijven. In navolging- van New-York was ook Londen vast gestemd en zond op- loopende koersen, terwijl in enze Amerikaansche afdeeling bij kleine omzetten een trage en weinig geani meerde stemming heerschte. Wel is waar waren de koersen voor de mees te soorten hooger, maar het publiek houdt zich hier nog buiten de markt. Ook heden waren de verschillende obligatiesoorten gevraagd en is voor New-Yorksche rekening regelma tig vraag voor deze waarden. Geld 4 DE LAATSTE i,CREMER"-AVOND. We lazen dezer dagen met genoegen en met instemming, dat het Tooneel- verbond van plan is om te gaan over wegen, of het iets doen kan voor het dilettanten-tooneel. Er werd gewezen op wat in muzi kale kringen reeds gedaan wordt om de muziek-dilettanten te helpen en aan te moedigen. Zie b.v. onze zang- gezelschappen eens, die voor 99 per cent uit liefhebbers bestaan, maar die toch voor hun uitvoeringen de hulp van enkele beroepsartisten inroepen. Is Toonkunst", dat toch bijna uit sluitend uit liefhebbers is samenge steld, dezer dagen niet naar Parijs getrokken, nadat zij haar gelederen met eenige beroepsartisten van naam had aangevuld, en onder aanvoering van Mengelberg, ook een beroeps* artistHier werkten dilettanten en artisten tot een mooi geheel samen. En zou nu ook niet op tooneelge- bied het liefhebberij-element met het beroepselement kunnen samenwer ken Wat, zouden de dilettanten niet leeren van eenige avonden samen werken met artisten van onze schou- burgen en onder leiding van een be roepstoneelspeler En wat die lei ding door beroeps-artisten aanbelangt doen de zanggezelschappen dat ook al niet? Neen „Zang en Vriendschap" of „Onder Ons" hier ter stede de leden zijn dilettanten, liefhebbers, maar hun directeuren zijn toch im mers geen leeken, maar artisten van professie, van beroep. En zouden de liefhebberij-toneelgezelschappen te Haarlem nu ook niet een poging in die richting kunnen doen cn samen werking op hun uitvoeringen kunnen zoeken met leden van bestaande to neelgezelschappen Op de repetities en uitvoeringen zou voor de liefheb bers een nieuwe wereld open gaan wat zouden zij van de. echte acteurs niet kunnen leeren en afzien aan ma nier van spreken, gaan en staan op de planken, van kleine handigheden en trucs, die dikwijls zooveel waard zijn, en ook op het gebied der regie Wat zouden zij niet veel meer waard wor den voor een kunst, waaraan zij uit liefhebberij menigmaal veel tijd en geld geven, maar die beiden tijd en geld met dezelfde moeite voor de kunst zooveel meer rente zouden kunnen afwerpen. Daaraan dachten we, toen we Dins dag de opvoering van „Cremer" bij woonden, die .„Tilly" gaf, een on schuldig, Duitsch blijspelletje, waarin alles zich draait om allerlei vrijage- tjes, welke tot komische tooneeltjes en dialoogjes aanleiding geven. Zeker, de meespelencien hadden hun best gedaaner was bepaald gewerkt en gestudeerd, en dien ijver willen we hulde brengen. Maar we zien „Cre mer" nu al eenige jaren, en 't vieLons op zoo weinig vooruitgang er in de cpialiteit. van het spel zit; dezelfde personen (ditmaal deden, gelooven we, eenige gasten mee) begaan nu a.1 jaren dezelfde fouten; hun gebreken worden er niet uitgehaaldze worden niet beter gemaakt. Sterk kwam in 't spel van het jonge meisje, dat de titelrol speelt, uit, wat we zeggen willen. Dit meisje isheusch een aai big talentje; ze is vroolijk, pittig, viefheeft een niet kwaad stemmetje en beschikt over de gepas te vrijmoedigheid, die voor 't tooneel- spelen noodig is. Maar zij praat zoo als zij dat in 't gewone leven, thuis, doet; zoo loopt zij ook, zoo zijn ook haar maniertjes. En nu moge dit aar dig wezen in het gewone leven, op het tooneel deugt dat niet. De tooneel- optiek stelt andere eischen van gang, spraak en manier. Wat zij aan gaven voor het tooneel bezit, moet ook spe ciaal voor het tooneel geadapteerd worden nu gaat zij zoo maar uit het aedoe van alle dagen op de planken staan dat gaat nietzoo blijft 't wel wat te huiselijk en ziet men van haar geen tooneels p o 1 maai' 't gewone ge doe van het leven. Leiding ontbreekt haar, die er uit kan halen wat er in zit. Zoo ook het Cremerlid, dat Dins dag voor den knecht speelde en steeds de komische rollen heeftook bij hem al die jaren geen vooruitgang: hij blijft 't zoeken in 't chargeeren, in 't komiek doen inplaats van in 't ko miek z ij n. Toch ware er ook bij hem meer uit te halen. Voor de circusrijdster valt T zelfde te zeggen ook altijd 't zelfde, een on natuurlijk stemmetje, verkeerde uit spraak, vaste maniertjes, men kan haar doen en laten wei droomen. Bij haar evenmin ontwikkelde leiding, een voorbeeld waar wat van te leeren valt. Maar we zagen ook verder nog din gen, die er uit of verbeterd moeten worden 't uithalen van een zakdoek, 't eenvoudig lezen van een oourant, een houding, bij *t staan, een geste met een hand, 't opschuiven van een gezakte manchet, 't nabootsen van la chen, 't werkelijk vroolijk zijn, een entree, maken in een salon, een ge baar om iemand tot zitten te nooden we noemen zoo maar 't een en an der dat erg plomp en onbehouwen was, alleen .omdat men niet wist hoe men op het tooneel behoort te doen. Omgang met beroeps-artisten geeft, een anderen kijk op die dingen, geeft ook eenige vrijheid en gemak, leert de nuancen kennen die 't „doen", maakt 't harkerig gedoe van dilettanten tot 'L sraeeïge gemak van den man en de vrouw, die zich bewegen kunnen. Die omgang, dat verkeer met too- neelspelers in hun vak, moet en kan het liefhebberij-tooneel op een hoo ger plan brengen en er het schutter- achtig gehaspel aan ontnemen, even als de muziek-liefhebbers al enorm veel van de beroeps-musici hebben ge leerd- Daarom is 't ook voor „Cremer" te hopen, dat het plan van het Tooneel- verbond tot uitvoering'komt. FRANS NETSCIIER. STUKKEN VAN DEN RAAD. UITBETALING DER AANNEMINGS SOM. Gelezen een verzoekschrift van de Haarlemsche Bankvereeniging firma Teding van Berkhout en De Clercq, als bevoordeelde doorde inpandge- ving van de betalingstermijnen, voor den bouw van het Openbaar Slacht huis, om, ter voorkoming van rente verlies, uitbetaling van het alsnog verschuldigde door de gemeente, vra gen B. en W. machtiging, om, na ontvangst van de verklaring van 2e oplevering van het bouwwerk, den twaalfden termijn van betaling van de aannemingssom van het bouwen van het Openbaar Slachthuis [f 13.280 in zijn geheel uit te betalen, nadat de Haarlemsche Bankvereeniging, voldoende zakelijk onderpand j tocht zal bestaan uit schuldbrieven van Nederlandsche gemeenten, ten genoege van B. en W. tot een waar de van f 4000. Het bedrag van dooi den Boekhouder van het Openbaar Slachthuis te stellen borgtocht stellen B. en W. op f 400. (Raadsstuk 147). BEWAARSCHOOL. Dc uitgaven van de bewaarschool in het voormalige Barbara-Gasthuis, hebben over 1907 f 2812.07 bedragen, do inkomsten bleven beneden do ra ming en bedroegen f 2673.81, (waar onder reeds f 1047.81 als gemeente subsidie met f 138.26 verhoogd moet worden. (Raadsstuk 150). WAS HIJ DRONKEN De werkman W. Bierenbroodspot te Veiseroord, werd beschuldigd op 17 Maart, des avonds omstreeks 10 uur, in kennelijken staat van dronken schap verkeerd te hebben. Haak en Wagner, de twee politie agenten, die hem bekeurd hebben, hielden, als getuigen gehoord, hunne verklaringen vol. Toen Bierenbroods pot uit het café „Tivoli" kwam, viel hij bijna over zijn fiets, zwaaide voorts, sprak wartaal en rook naar sterken drank. Beklaagde ontkende dien avond beschonken te zijn geweest, en had vijf getuigen a decharge gedagvaard. Allereerst de kasteleines van Tivoli. Deze verklaarde, dat B. om ongeveer 8 uur of eerder bij baar gekomen was, en tot 10 uur had gebruikt een half kruikje oud-Hollandsch bier en twee glazen kwast met spuitwater. Toen B. binnen kwam, was hij mis schien niet geheel nuchter, maar in geen geval onbekwaam. Nadat B. door de politieagenten be keurd was, is hij even later een vier tal personen tegen gekomen. Met de zen heeft hij gepraat en een eindje opgeloopen. Elk hunner verklaarde thans als getuige a décharge, dat B. zeker niet in kennelijken staat van dronkenschap heeft verkeerd. Ambtenaar van het O. M. Zijn je lui veldwachters niet wat te vroeg ge weest met je bekeuring Veldwachters Neen, beklaagde was dronken, en goed ook O. M. Ik moet me aan het verbaal houden en eisch twee gulden boete of twee dagen hechtenis. Beklaagde De agenten hebben me gezocht, ze hebben een haat tegen me. Ik ben onschuldig en neem de straf niet aan. gesteld, als waarborg tegen eventuee- le nabetalingen door de gemeente, voortvloeiende uit de procedure der Schiedamsche Kunstsmederij en ma chinefabriek voorheen Vincent cn Co. (Raadsstuk 142). MAKELAARS. B. en W. stellen voor de volgende personen te benoemen tot make laars: Th. D. Smit tot makelaar in mobi laire goederen. J. W. v. Santé en P. H. G. Daude-y tot makelaars in hypotheken en assu rantiën. J. C. do Boer tot makelaar in assu rantiën, hypotheken, mobilaire goede ren en het bezorgen van gelden op beleening of anderszins. L. Jacobson tot. makelaar in machi nerieën. (Raadsstuk 149). PUBLIEKE WERKEN. Voor de uitvoering van werken in verband met de wijziging van het Stationsplein is een bedrag van onge veer f 20.000 noodig. Van vroeger toe gestane gelden is nog f 9000 op dezen post beschikbaar, zoodat B. en W. voor stellen nog f 11.000 op dezen post over te schrijven. (Raadsstuk 141). HEEMSTEDE. De volledige beantwoording der be kende vragen over het kiesrecht in de heeft Katholieke Kiesvereeniging te Heem- BORGTOCHTEN. stede luidt als volgt: Vraag 1. Antvv. Ja, het schijnt ons wensche- lijk, dat de verschillende stroom'in- gen, die op kiesrechtgebied in onze partij bestaan, tijdig tot uiting ko men; wij zijn echter van meening, dat een mogelijke uitspraak van den Bond niet onder alle omstandigheden en voor iedereen bindend behoeft te zijn. Vraag 2. Antw. Ja, omdat aan de kieswet van Houten bezwaren kleven, die door alle partijen gevoeld worden: o.a. het aangiftestelsel. Vraag 3. Antw. Neen, omdat voortwerken aan sociale wetten meer gewenscht is. Vraag 4. Antw. In de grondwet regelen, op dat niet de gewone wetgever, onder invloed van politieke overwegingen, telkens de grondslagen van het kies recht kan wijzigen. Vraag 5. Antw. Het kiesrecht is eene be voegdheid, door de overheid toege kend en geen natuurrecht zooals het recht om te leven, om iets te bezitten enz. Vraag 6. Antw. Voor organisch kiesrecht in den meest uitgebreiden zin, zoodat naast eene vertegenwoordiging der I politieke belangen, gekozen krachtens sociale belangen worde ingesteld. De ze laatste zou dan gekozen worden door groepen, bestaande uit beoefe naars van wetenschap, kunst, enz., benevens door de vakorganisaties. (Kamers van Koophandel, nijverheid, landbouw en dergelijke). De vertegenwoordiging der politie ke belangen zou dan bv. aan de 2e, die der sociale belangen aan do 1ste Kamer kunnen worden opgedragen. Vraag 7. Antw. Ja, zonder twijfel. Vraag 8. Antw. Ja. Vraag 9. Voor algemeen kiesrecht van man nen, met uitsluiting van enkele cate gorieën, zooals minderjarigen, krank zinnigen en misdadigers met correc tie van meervoudig kiesrecht. Vraag 10. Antw. Geen van beiden, omdat be deeld zijn lang niet altijd aan plichts verzuim te wijten is en bovendien willekeur bij de toekenning der kies bevoegdheid in de hand wordt ge werkt. Vraag 11. Antw. De overheid heeft het recht stemplicht voor te schrijven, omdat zulks een algemeen belang geacht kan worden. Aangenomen met 26 stem men voor, 6 tegen en 1 blanco. Vraag 12. Antw. Voor evenredige vertegen woordiging met enkelvoudige distric ten. Vraag 13. Antw. Ja, omdat zij de eenige bil lijke regeling is. Vraag 14. Antw. In theorie zeer mooi en in de praktijk ook wel uitvoerbaar. (Bel- gis). Daar de menschen, ofschoon gelijk voor God en voor de wet, overigens ontzaggelijk verschillen in geleerd heid, ervaring, verstand, karakter en bezit, is 't niet wensehelijk, hun ge lijken invloed op het staatsbestuur toe te kennen. Aangenomen met 22 stem men voor en 11 tegen. Vraag 15. Antw. Neen, om redenen van prac- tischen aard. Aldus bepaald in de vergadering der R. K. Kiesvereeniging te Heem stede op 22 April 1908. Aanwezig wa ren 33 leden. DE V1SCHHANDEL TE IJMUIDEN. III. Uit het door ons gegeven voorbeeld en de omschrijving van de redactie blijkt, dat we onder sabotage hetzelf- zwaar-d wordt en die 't binnen afsie*- baren tijd noodig zal maken de retri butie voor het rijk weder te verhoo- gen, willen de kosten der exploitatie uit het bedrijf gedekt kunnen worde*. Het baart zeker geen verwondering, dat de vischkoopers daarop wijzen, zeggende, dat zij voor zich niet anders noodig hebben, dan een overdekte ruimte, waarin de visch wordt afge slagen en waarvan de noodzakelijke onkosten ruimschoots bestreden kun nen worden uit de 1 retributie van thans. Zooals te verwachten was, is de mi-» nister bij zijn besluit gebleven. Giste renavond werd bij den heer Dekker telegrafisch bericht ontvangen, dat aan hun verzoek niet kon worden voldaan. Met 1 Mei zal dus de strijd tusschen reeders en koopers aanvan gen, indien niet één van beide toege ven of indien geen onderlingo over eenkomst wordt aangegaan, zooals door ons en door den minister in over weging is gegeven en waartoe de ree ders wel geneigd zijn. Hebben de laatsten het pleit nu ge heel gewonnen, zal men zich afvra gen? Het antwoord, moet zijn: neen. Ook zij zullen een veer moeten late* en wel aan de grootste vischkoopers, die in consignatie koopen. In hoofd zaak is dit de schelvischhandei op Duitschland, die echter de grootste helft van het geheele bedrijf uitmaakt. Wat toch is het geval? De schelvisch - groot en klein voor Duitschland wordt op order gekocht, hetzij zonder of op vooraf gezonden offerte. Bij de zen handel kunnen de koopers, dat zijn er slechts enkele, doch de groot ste, rekening houden met de korting, die wordt toegestaan, wat ook wel de gelijk wordt gedaan. Het ligt toch voor de hand, dat die 3 koopmans korting onmogelijk winst kan zijn, want dan zouden de koopers van be teekenis in een hand-om-draaien schatrijk zijn, in aanmerking geno men de kolossale sommen, die dage lijks worden besteed. In werkelijkheid verkoopen de groo- te koopers de visch dus beneden de* inkoopsprijs, om tegen het buitenland te kunnen concurreeren, hot verlies en tevens hun winst bestrijdende uit do 3 koopmanskorting. Zoowel bij offerte ols bij koop kan er dus reke ning gehouden worden met de hoe grootheid der korting en zal dat vaa invloed zijn op de prijzen. In dat ge val zullen dus de reederijen zoo niet geheel dan toch grootendeels het lood je leggen. Een ander geval is het met den han del op België" en Frankrijk en ook op B. en W. stellen voor te bepalen, huismanskiesrecht in vereeniging met dat de door den Directeur van het capaciteitenkiesrecht of andere stel- Openbaar Slachthuis te stellen borg- seis, ook eene vertegenwoordiging der de verstaan, doch dat, wat wij een een voornaam deel van den binnen- landschen handel. De vischverkoop is voor een groot deel een risicobedrijf, d. w. z.: Men zendt visch naar verschillende oorden ter verkoop, zonder bij benadering te kunnen zeggen, wat men er. voor ma ken zal en of men zal verdienen dan wel verliezen. Markt men bijv. heden gunstig te Brussel, morgen in Ant werpen, Gent, Ostendo of Parijs, brengt men meer weg dan men heden verdiend heeft. Zoo gaat het ook op de binncnland- sche markten. Groote hoeveelheden visch worden gezonden aan markt meesters in allo gemeenten waar vischmarkt gehouden wordt, geheel op risico van de opbrengst. Het ge beurt zelfs wel, dat de een of andere keurmeester, niet altijd bevoegden iu dit geval, de gezonden visch afkeuren, waarop èn visch èn vracht èn mate riaal verbeurd worden. Deze koopers, alsmede zij, die voor - matigen winst de visch verkoopen aan vaste afnemers, zooals winkels, ho tels, particulieren, zij zullen hot ver lies van de gedeeltelijke koopmans korting het meest gevoelen, de eerste omdat ze geheel afhankelijk zijn van een vreemde markt, van vraag en aanbod, de tweede omdat ze door concurrentie gedwongen zijn g«- weest, van de 3 reeds een belang rijke reductie aan de koopers zelve af te staan. Toch hebben o. i. de vischkoopers niet verstandig gedaan, door de ree ders aan te wijzen als degenen, die sabotage-systeem noemden, door de redactie niet wordt beaamd. Anderen waren het met ons eens, dat is ver schil van meening en terecht zegt de redactie, dat 't geen sabotage in di- recten zin is. De exploitatie van visschershaven en vischhallen levert een tekort op van ongeveer f 60.000. Reeders en koopers zeggen: „dat is niet onze schuld, doch die van de re geering zelve, die de exploitatie zoo hoog opvoert op advies van hare amb tenaren. Zoo is volgens hunne mee ning de opzet der vischhallen bv. veel te kostbaar, te lucratief en daarbij nog gedeeltelijk onpractisch. Zoo bevinden zich in den ouden hal eenige liften om de visch naar boven gelegen pakhuizen te brengen. Die liften zijn duur aan onderhoud en waterverbruik en de pakhuizen boven, licht te begrijpen, ondoelmatig. Visch moet gelijkvloers verhandeld en verpakt kunnen worden ter onmid dellijke verzending. De nieuwe hal is een prachtstuk van bouw, van opzet en constructie, doch volgens het, een parig oordeel van alle vischkoopers onpractisch, omdat ze niet in vakken is verdeeld, zooals de oude hal. Wat gaat men nu doen? Op voor stel van den heer Bottemanno, direc teur der visschershaven, gaat de re geering den ouden hal verbouwen en inrichten als de nieuwe, zeer tegen den zin der koopers. Voor dien ver-, en uitbouw is een groote som gelds noodig, waarmede de exploitatie be-1 Uit het Engelsch. 31) Zij had al veel beleefd, want of schoon zij zelf tot geen hartstocht in staat was, had zij in haar jeugd kans gezien haar bij anderen op te wek ken, weliswaar zonder dit gevoel op den duur levendig te kunnen houden; misschien wel, omdat ieder spoedig merkte, dat Jane Holt voor diepere gevoelens ontoegankelijk was en in •een soort van schijnwereld leefde, die aan haar geheele leven iets onop rechts gaf. Zij was van nature zelf zuchtig. Naar haar meening was zij het tfuudelpunt, waarom haar geheele. kleine wereld moest draaien en voor hetgeen er verder gebeurde, had zij ;oog noch oor. Haar zelfzucht had nu eens een komische, dan weer een pijn lijke uitwerking, al naar dat degene, flie er door getroffen werd, zich er 'onder gedroeg. Het was vooruit te zien, welke ant woorden op de vragen van Miranda zouden worden gegeven door deze wrmw, die altijd nog slank en elegant haar gunstig uiterlijk goed onder houden had. Haar gelaat zou men nog knap hebben kunnen noemen, als er geen sporen van zorgen op waren te lezen geweest. Men kan de mannen niet ver trouwen men moet ze door vleierijen voor zich winnen, men moet hun ij deiheid streelen. Er is geen spoor van idealisme bij de mannen, en de groote dingen des levens bestaan voor hen niet. - Maar een man kan toch wel een vriend voor een onzer zijn merkte Miranda vol verwachting op. Ocli, jij dom gansje I riep miss Holt medelijdend. Met zulke ideeën toegerust, is het geen wonder, dat je huwelijk ongelukkig is geworden. Altijd weer was de slotmoraal, dat men de mannen niet vertrouwen kon, en Miranda, die Ralph Warriner en Wilbraham voor oogen had, hoorde toe en twijfelde, en hoorde weer toe, tot zij dan eindelijk placht op te staan, om naar haar eigen kamer te gaan, van welks venster uit zij over het dal naar de heuvel rij kon kijken. Daar zat zij dan, het kloppende voor hoofd in de handen gedrukt, en was nu eens zeker, dat haar gezellin de mannen onrechtvaardig beoordeelde, dan weer vast overtuigd, dat zij toch gelijk had. Den morgen na een dergelijk on derhoud, gevolgd door zulk een vlucht kwam miss Holt in de kamer van Miranda een koel, laag, donker behangen vertrek, waarvan een deur op de galerij uitkwam. Weet je, welke maand wij nu schrijven vroeg miss Holt op scher pen toon. October. Juist, zei ze met grooten na druk. Ik weet wel, antwoordde Miran da met zachte stem, terwijl zij naar de tafel liep en daarvan eenige boe ken opnam. Wij zijn den geheelen zomer hier gebleven en het was heel warm. Het doet mij veel leed, maar ik kon niet anders. Er had iets kun nen gebeuren en Haastig doorzocht zij de brieven en papieren op de schrijftafel bij het venster. Het was toch altijd een gerust stelling voor mij, te weten, dat men niet ver van hier Plotseling hield zij op en voegde er verward bij Ik bedoel alleen, men kon im mers niet weten, wat er zou kunnen gebeuren Jane Holt keek haar ontevreden aan, zonder iets te zeggen, tot Miran da haastig de schuifladen van haar schrijftafel begon door te zoeken. Daarna zei ze ongeduldig Wat ter wereld zoek je dan toch eigenlijk Miranda richtte zich op en keek in de kamer rond. Er heeft daar een handschoen gelegen, antwoordde zij verstrooid. Ja, die heb ik weggegooid. Weggegooid Miranda keek haar nicht doodelijk verschrikt aan. Maar dat is niet mogelijk Meen je dat in ernst Maar natuurlijk, er was een groote scheur in, dwars over de hand. Gisteren heb ik hem daar op mijn schrijftafel laten liggen, na ons gesprek over.... Zij voltooide den zin niet. Ja, daar vond ik hem ook, en omdat hij gescheurd was, heb ik hem natuurlijk weggegooid. Miranda belde en beval, dat er naar den handschoen gezocht moest worden. Hij was niet meer te vinden, de dienstmeisjes hadden hem met alle brieven uit de papiermand ver brand. Het ifj goed, zei Miranda, en het dienstmeisje ging heen. Miranda ging zitten en keek miss Holt aan met een gezicht, waaruit groote schrik sprak. Wat moet dat beteekenen riep Jane; de handschoen was verscheurd, je zoudt hem toch niet meer hebben kunnen gebruiken. Neen, zei Miranda haastig, bijna schuldbewust naar het scheen, gebrui ken kon ik hem niet meer, en dat was ik ook niet van plan. De handschoen was alleen een symbool, niets meer, en hij vertegenwoordigde een ver trouwen. Het vertrouwen kan ik na tuurlijk behouden dat kan ik na tuurlijk, al heb ik den handschoen ook verloren Waar ter wereld spreek je toch over zei Jane Holt. Och, laten wij er niet meer over spreken zei Miranda afwerend. Het verlies van den handschoen had haar hcelcmaal van haar stuk gebracht, zoodat zij vergat tot wie zij sprak,of liever heelemaal vergat, dat zij sprak. Zij had alleen luide gezegd wat haar al zoo lang bezig hield. Of schoon zij, zooals zij telkens weer tot zichzelf zei, niet het plan had van den handschoen gebruik te maken, was toch de handschoen voor haar altijd een soort van borg geweest. En vooral in den laatsten tijd had zij er een gewoonte van gemaakt, hem uit de lade te voorschijn te halen, en hem te bekijken. Hij was voor haar een soort van tegenbewijs van de door Jane Holt zoo dikwijls herhaalde be schouwingen. Jane Holt schudde het hoofd. Je bent heel erg veranderd te genover mij, Miranda; je houdt iets voor mij geheim! Niet dat ik er op ge steld ben, het te weten I Voor niets ter wereld zou ik mij in de geheimen van andere menschen willen dringen! Maar ik vind je gedrag wel zonder ling, dat kun je mij niet kwalijk ne men. Zij kruiste de armen over de borst en sloeg haar handen om de ellebo gen. Zonderling vinden mag ik het toch En ik geloof, dat als men mij nog een enkele gedachte waardig zou keuren, men dan moest inzien, dat ik recht heb gekrenkt te zijn, maar ik ben het nietDoe mij het genoegen je niet te verbeelden, dat ik mij ge krenkt voel Maar ik heb al zoo lang opgemerkt, hoe je opschrikt, als er aan de deur wordt getikt. Kijk, daar heb je 't weer. Heb ik het niet ge zegd De deur naar de galerij stond open. Aan den anderen kant van de galerij kwam een gang uit, waarvan de deur op de straat uitkwam, en aan deze buitendeur werd op dit oogenblik he vig gerammeld, alsof er iemand toe gang begeerde. Miranda schrikte zenuwachtig op, maar om deze beweging te verbergen, stond zij op en sloot de deur. Wat dien handschoen betreft, zei Jane Holt, die moeilijk schoen te kunnen afstappen van een onderworp dat haar nichtje blijkbaar heel pijn lijk was, dien hadt je immers toch niet weer kunnen gebruiken Neen, antwoordde Miranda pein zend, natuurlijk natuurlijk zou ik heb niet weer hebben kunnen gebrui ken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5