HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDEJ!^g„
BEURSBERICHT
MEMS TIELEMAN
Stadsnieuws
MET TOONEEL
Van 't Kantongerecht
Uit de Omstreken
feuilleton
Eindelijk gewonnen
VAN
Haarlem, 29 April 1908.
Bij genngeren omzet was de beurs
lieden over het algemeen vast ge
stemd. De Staatsfondsen-markt blijft
ongestoord dooi' uitwendige gebeurte-
1 nissen hare vaste houding handha
ven. Fluctuation van beteekenis zijn
- dan ook in deze afdeeling niet te ver
melden.
Met betrekking tot de lokale fond
sen was ook heden de stemming' voor
Tabaksaandeelen vast, ook was de
handel van meer beteekenis. Inzon
derheid waren Senembah aandeden
zeer gevraagd en circa 10 hooger.
Te oord celen naar het gehalte van de
koopers komt he-t ons voor, dat het
niveau der koersen zich hooger zal
.stellen.
lil de overige lokale afdoelingen
bleef het stil en was er noch in de
Petroleum-, noch in de MijnafdeeLing
eene bepaalde tendenz waar te ne
men. De rijzing welke sedert de af-
geloopen week ter beurze van New-
York gaande is, moet natuurlijk inde
allereerste plaats toegeschreven wor
den aan de meer optimistische stem
ming als gevolg van het plotseling
ontstane animo iop de beleggings-
markt. doch behalve deze reden kan
de technische positie der markt als
eene der voornaamste oorzaken voor
de aaanzienlijke prijsverheffing der
laatste dagen gelden. Het is een be
kend feit. dat vele der voornaamste
speculanten in New-York sedert de.
crisis van 1907 op uitgebreide schaal
a la baisse hebben geopereerd en of
schoon een deel dezer posities gedu
rende de laatste maanden gaandeweg
gedekt werd, zijn de contramine-be-
langen nog immer belangrijk zooals
dagelijks uit de beleeningsvraag' naar
stukken blijkt.
Sedert, het faillissement van Mac
.Intyre Co., welke firma zooals man
weet, door omvangrijke baisso-specu-
laties voor eigen rekening te gronde
ging., is men met het uitleenen van
stukken zeer lastig geworden en zien
verschillende contramineurs, die tot
levéring gedrongen worden, zich ge
noodzaakt hunne blanco posities te
•dekken. De rijzing van verschillende
aandeelsoorten heeft dan ook veel van
een baisse paniek op kleine schaal en
op grond hiervan is het geenszins on
mogelijk, dat de opwaartsche bewe
ging, niettegenstaande de geringe bo
nafide kooplust, nog eenigen tijd zal
voortduren. Het behoeft hier nauwe
lijks gezegd te worden, dat men on
der de gegeven omstandigheden ech
ter verstandig zal doen om met winst-1
nemen niet to lang te wachten, daar
eenig'e reactie na de min of meer
kunstmatige rijzing moeilijk kan uit
blijven. De beurs had gisteren een
bewogen verloop en in verschillende
.soorte-n waren de omzetten zeer be
langrijk. terwijl ook het totaal der
verhandelde aandeelen grooter was,
dan in maanden het geval geweest is.
Zoo varieerden Unions van 135 5/8 tot
1381/2, Steels van 35 3/4 tot 37 en
Amalgamateds van 591/2 tot 613/8;
ook in de lichtere aandeelsoorten had
den levendige omzetten plaats. De pu
blicatie van den kwartaalstaat der
U. S. Steel Corporation gaf, niette
genstaande deze min of meer teleur
stellend was, aanleiding tot uitge
breide dekkingsaankoopen in dit
fonds. Volgens de officieele opgave
■hebben de netto-ontvangsten over het
eerste kwataal 18.229.400 dollars be
dragen, tegen 39.122.492 dollar op
'tilt'»" Maart 1907, 36.643.490 dollar in
1906, 23.025.900 dollar in 1905, en
13.445.230 dollar in 1904. Voor inte
rest, Sinking Fund, depreciatie en
dividenden is ca. 20.500.000 dollar be-
noodigd, hetgeen dus een deficit van
ca. 2.300.000 dollar over de eerste drie
maanden laat. De onuitgevoerde or
ders bedroegen op 31 Maart 3.765.000
•ton tegen 8.043.853 in 1907, 7.018.712
ton in 1906 en 4,136,961 in 1904, het
geen voorloopig nog geen hooge ver
wachtingen doet koesteren omtrent
de beweerde verlevendiging van za
ken in de Staalindustrie.
Maar evenmin als de schitterende
■resultaten in 1907 tot maatstaf van
de blijvende uitkomsten konden die
nen, geven ook dc thans gepubliceer
de cijfers geen juisten maatstaf voor
de toekomst. Publicatie van cijfers is
goed, maar het publiek moet die cij
fers met oordeel des onderscheids le
zen. Zonder dat oordeel des onder
scheids doet publiciteit meer kwaad
dan goed.
Het. slot der markt was weifelend en
ten gevolge van winstrealisatiën kon
het hoogc niveau niet gehandhaafd
blijven.
In navolging- van New-York was
ook Londen vast gestemd en zond op-
loopende koersen, terwijl in enze
Amerikaansche afdeeling bij kleine
omzetten een trage en weinig geani
meerde stemming heerschte. Wel is
waar waren de koersen voor de mees
te soorten hooger, maar het publiek
houdt zich hier nog buiten de markt.
Ook heden waren de verschillende
obligatiesoorten gevraagd en is
voor New-Yorksche rekening regelma
tig vraag voor deze waarden.
Geld 4
DE LAATSTE i,CREMER"-AVOND.
We lazen dezer dagen met genoegen
en met instemming, dat het Tooneel-
verbond van plan is om te gaan over
wegen, of het iets doen kan voor het
dilettanten-tooneel.
Er werd gewezen op wat in muzi
kale kringen reeds gedaan wordt om
de muziek-dilettanten te helpen en
aan te moedigen. Zie b.v. onze zang-
gezelschappen eens, die voor 99 per
cent uit liefhebbers bestaan, maar die
toch voor hun uitvoeringen de hulp
van enkele beroepsartisten inroepen.
Is Toonkunst", dat toch bijna uit
sluitend uit liefhebbers is samenge
steld, dezer dagen niet naar Parijs
getrokken, nadat zij haar gelederen
met eenige beroepsartisten van naam
had aangevuld, en onder aanvoering
van Mengelberg, ook een beroeps*
artistHier werkten dilettanten en
artisten tot een mooi geheel samen.
En zou nu ook niet op tooneelge-
bied het liefhebberij-element met het
beroepselement kunnen samenwer
ken Wat, zouden de dilettanten niet
leeren van eenige avonden samen
werken met artisten van onze schou-
burgen en onder leiding van een be
roepstoneelspeler En wat die lei
ding door beroeps-artisten aanbelangt
doen de zanggezelschappen dat ook al
niet? Neen „Zang en Vriendschap"
of „Onder Ons" hier ter stede de
leden zijn dilettanten, liefhebbers,
maar hun directeuren zijn toch im
mers geen leeken, maar artisten van
professie, van beroep. En zouden de
liefhebberij-toneelgezelschappen te
Haarlem nu ook niet een poging in
die richting kunnen doen cn samen
werking op hun uitvoeringen kunnen
zoeken met leden van bestaande to
neelgezelschappen Op de repetities
en uitvoeringen zou voor de liefheb
bers een nieuwe wereld open gaan
wat zouden zij van de. echte acteurs
niet kunnen leeren en afzien aan ma
nier van spreken, gaan en staan op de
planken, van kleine handigheden en
trucs, die dikwijls zooveel waard zijn,
en ook op het gebied der regie Wat
zouden zij niet veel meer waard wor
den voor een kunst, waaraan zij uit
liefhebberij menigmaal veel tijd en
geld geven, maar die beiden tijd
en geld met dezelfde moeite voor
de kunst zooveel meer rente zouden
kunnen afwerpen.
Daaraan dachten we, toen we Dins
dag de opvoering van „Cremer" bij
woonden, die .„Tilly" gaf, een on
schuldig, Duitsch blijspelletje, waarin
alles zich draait om allerlei vrijage-
tjes, welke tot komische tooneeltjes en
dialoogjes aanleiding geven.
Zeker, de meespelencien hadden hun
best gedaaner was bepaald gewerkt
en gestudeerd, en dien ijver willen we
hulde brengen. Maar we zien „Cre
mer" nu al eenige jaren, en 't vieLons
op zoo weinig vooruitgang er in de
cpialiteit. van het spel zit; dezelfde
personen (ditmaal deden, gelooven
we, eenige gasten mee) begaan nu a.1
jaren dezelfde fouten; hun gebreken
worden er niet uitgehaaldze worden
niet beter gemaakt.
Sterk kwam in 't spel van het jonge
meisje, dat de titelrol speelt, uit, wat
we zeggen willen. Dit meisje isheusch
een aai big talentje; ze is vroolijk,
pittig, viefheeft een niet kwaad
stemmetje en beschikt over de gepas
te vrijmoedigheid, die voor 't tooneel-
spelen noodig is. Maar zij praat zoo
als zij dat in 't gewone leven, thuis,
doet; zoo loopt zij ook, zoo zijn ook
haar maniertjes. En nu moge dit aar
dig wezen in het gewone leven, op het
tooneel deugt dat niet. De tooneel-
optiek stelt andere eischen van gang,
spraak en manier. Wat zij aan gaven
voor het tooneel bezit, moet ook spe
ciaal voor het tooneel geadapteerd
worden nu gaat zij zoo maar uit het
aedoe van alle dagen op de planken
staan dat gaat nietzoo blijft 't wel
wat te huiselijk en ziet men van haar
geen tooneels p o 1 maai' 't gewone ge
doe van het leven. Leiding ontbreekt
haar, die er uit kan halen wat er in
zit.
Zoo ook het Cremerlid, dat Dins
dag voor den knecht speelde en steeds
de komische rollen heeftook bij hem
al die jaren geen vooruitgang: hij
blijft 't zoeken in 't chargeeren, in 't
komiek doen inplaats van in 't ko
miek z ij n. Toch ware er ook bij
hem meer uit te halen.
Voor de circusrijdster valt T zelfde
te zeggen ook altijd 't zelfde, een on
natuurlijk stemmetje, verkeerde uit
spraak, vaste maniertjes, men kan
haar doen en laten wei droomen. Bij
haar evenmin ontwikkelde leiding,
een voorbeeld waar wat van te leeren
valt.
Maar we zagen ook verder nog din
gen, die er uit of verbeterd moeten
worden 't uithalen van een zakdoek,
't eenvoudig lezen van een oourant,
een houding, bij *t staan, een geste
met een hand, 't opschuiven van een
gezakte manchet, 't nabootsen van la
chen, 't werkelijk vroolijk zijn, een
entree, maken in een salon, een ge
baar om iemand tot zitten te nooden
we noemen zoo maar 't een en an
der dat erg plomp en onbehouwen
was, alleen .omdat men niet wist hoe
men op het tooneel behoort te doen.
Omgang met beroeps-artisten geeft,
een anderen kijk op die dingen, geeft
ook eenige vrijheid en gemak, leert de
nuancen kennen die 't „doen", maakt
't harkerig gedoe van dilettanten tot
'L sraeeïge gemak van den man en de
vrouw, die zich bewegen kunnen.
Die omgang, dat verkeer met too-
neelspelers in hun vak, moet en kan
het liefhebberij-tooneel op een hoo
ger plan brengen en er het schutter-
achtig gehaspel aan ontnemen, even
als de muziek-liefhebbers al enorm
veel van de beroeps-musici hebben ge
leerd-
Daarom is 't ook voor „Cremer" te
hopen, dat het plan van het Tooneel-
verbond tot uitvoering'komt.
FRANS NETSCIIER.
STUKKEN VAN DEN RAAD.
UITBETALING DER AANNEMINGS
SOM.
Gelezen een verzoekschrift van de
Haarlemsche Bankvereeniging firma
Teding van Berkhout en De Clercq,
als bevoordeelde doorde inpandge-
ving van de betalingstermijnen, voor
den bouw van het Openbaar Slacht
huis, om, ter voorkoming van rente
verlies, uitbetaling van het alsnog
verschuldigde door de gemeente, vra
gen B. en W. machtiging, om, na
ontvangst van de verklaring van 2e
oplevering van het bouwwerk, den
twaalfden termijn van betaling van
de aannemingssom van het bouwen
van het Openbaar Slachthuis [f 13.280
in zijn geheel uit te betalen, nadat
de Haarlemsche Bankvereeniging,
voldoende zakelijk onderpand
j tocht zal bestaan uit schuldbrieven
van Nederlandsche gemeenten, ten
genoege van B. en W. tot een waar
de van f 4000. Het bedrag van dooi
den Boekhouder van het Openbaar
Slachthuis te stellen borgtocht stellen
B. en W. op f 400.
(Raadsstuk 147).
BEWAARSCHOOL.
Dc uitgaven van de bewaarschool
in het voormalige Barbara-Gasthuis,
hebben over 1907 f 2812.07 bedragen,
do inkomsten bleven beneden do ra
ming en bedroegen f 2673.81, (waar
onder reeds f 1047.81 als gemeente
subsidie met f 138.26 verhoogd moet
worden.
(Raadsstuk 150).
WAS HIJ DRONKEN
De werkman W. Bierenbroodspot te
Veiseroord, werd beschuldigd op 17
Maart, des avonds omstreeks 10 uur,
in kennelijken staat van dronken
schap verkeerd te hebben.
Haak en Wagner, de twee politie
agenten, die hem bekeurd hebben,
hielden, als getuigen gehoord, hunne
verklaringen vol. Toen Bierenbroods
pot uit het café „Tivoli" kwam, viel
hij bijna over zijn fiets, zwaaide
voorts, sprak wartaal en rook naar
sterken drank.
Beklaagde ontkende dien avond
beschonken te zijn geweest, en had
vijf getuigen a decharge gedagvaard.
Allereerst de kasteleines van Tivoli.
Deze verklaarde, dat B. om ongeveer
8 uur of eerder bij baar gekomen
was, en tot 10 uur had gebruikt een
half kruikje oud-Hollandsch bier en
twee glazen kwast met spuitwater.
Toen B. binnen kwam, was hij mis
schien niet geheel nuchter, maar in
geen geval onbekwaam.
Nadat B. door de politieagenten be
keurd was, is hij even later een vier
tal personen tegen gekomen. Met de
zen heeft hij gepraat en een eindje
opgeloopen. Elk hunner verklaarde
thans als getuige a décharge, dat B.
zeker niet in kennelijken staat van
dronkenschap heeft verkeerd.
Ambtenaar van het O. M. Zijn je
lui veldwachters niet wat te vroeg ge
weest met je bekeuring
Veldwachters Neen, beklaagde was
dronken, en goed ook
O. M. Ik moet me aan het verbaal
houden en eisch twee gulden boete of
twee dagen hechtenis.
Beklaagde De agenten hebben me
gezocht, ze hebben een haat tegen me.
Ik ben onschuldig en neem de straf
niet aan.
gesteld, als waarborg tegen eventuee-
le nabetalingen door de gemeente,
voortvloeiende uit de procedure der
Schiedamsche Kunstsmederij en ma
chinefabriek voorheen Vincent cn Co.
(Raadsstuk 142).
MAKELAARS.
B. en W. stellen voor de volgende
personen te benoemen tot make
laars:
Th. D. Smit tot makelaar in mobi
laire goederen.
J. W. v. Santé en P. H. G. Daude-y
tot makelaars in hypotheken en assu
rantiën.
J. C. do Boer tot makelaar in assu
rantiën, hypotheken, mobilaire goede
ren en het bezorgen van gelden op
beleening of anderszins.
L. Jacobson tot. makelaar in machi
nerieën.
(Raadsstuk 149).
PUBLIEKE WERKEN.
Voor de uitvoering van werken in
verband met de wijziging van het
Stationsplein is een bedrag van onge
veer f 20.000 noodig. Van vroeger toe
gestane gelden is nog f 9000 op dezen
post beschikbaar, zoodat B. en W.
voor stellen nog f 11.000 op dezen
post over te schrijven.
(Raadsstuk 141).
HEEMSTEDE.
De volledige beantwoording der be
kende vragen over het kiesrecht in de
heeft Katholieke Kiesvereeniging te Heem-
BORGTOCHTEN.
stede luidt als volgt:
Vraag 1.
Antvv. Ja, het schijnt ons wensche-
lijk, dat de verschillende stroom'in-
gen, die op kiesrechtgebied in onze
partij bestaan, tijdig tot uiting ko
men; wij zijn echter van meening, dat
een mogelijke uitspraak van den Bond
niet onder alle omstandigheden en
voor iedereen bindend behoeft te zijn.
Vraag 2.
Antw. Ja, omdat aan de kieswet
van Houten bezwaren kleven, die door
alle partijen gevoeld worden: o.a. het
aangiftestelsel.
Vraag 3.
Antw. Neen, omdat voortwerken
aan sociale wetten meer gewenscht is.
Vraag 4.
Antw. In de grondwet regelen, op
dat niet de gewone wetgever, onder
invloed van politieke overwegingen,
telkens de grondslagen van het kies
recht kan wijzigen.
Vraag 5.
Antw. Het kiesrecht is eene be
voegdheid, door de overheid toege
kend en geen natuurrecht zooals het
recht om te leven, om iets te bezitten
enz.
Vraag 6.
Antw. Voor organisch kiesrecht in
den meest uitgebreiden zin, zoodat
naast eene vertegenwoordiging der
I politieke belangen, gekozen krachtens
sociale belangen worde ingesteld. De
ze laatste zou dan gekozen worden
door groepen, bestaande uit beoefe
naars van wetenschap, kunst, enz.,
benevens door de vakorganisaties.
(Kamers van Koophandel, nijverheid,
landbouw en dergelijke).
De vertegenwoordiging der politie
ke belangen zou dan bv. aan de 2e,
die der sociale belangen aan do 1ste
Kamer kunnen worden opgedragen.
Vraag 7.
Antw. Ja, zonder twijfel.
Vraag 8.
Antw. Ja.
Vraag 9.
Voor algemeen kiesrecht van man
nen, met uitsluiting van enkele cate
gorieën, zooals minderjarigen, krank
zinnigen en misdadigers met correc
tie van meervoudig kiesrecht.
Vraag 10.
Antw. Geen van beiden, omdat be
deeld zijn lang niet altijd aan plichts
verzuim te wijten is en bovendien
willekeur bij de toekenning der kies
bevoegdheid in de hand wordt ge
werkt.
Vraag 11.
Antw. De overheid heeft het recht
stemplicht voor te schrijven, omdat
zulks een algemeen belang geacht kan
worden. Aangenomen met 26 stem
men voor, 6 tegen en 1 blanco.
Vraag 12.
Antw. Voor evenredige vertegen
woordiging met enkelvoudige distric
ten.
Vraag 13.
Antw. Ja, omdat zij de eenige bil
lijke regeling is.
Vraag 14.
Antw. In theorie zeer mooi en in de
praktijk ook wel uitvoerbaar. (Bel-
gis).
Daar de menschen, ofschoon gelijk
voor God en voor de wet, overigens
ontzaggelijk verschillen in geleerd
heid, ervaring, verstand, karakter en
bezit, is 't niet wensehelijk, hun ge
lijken invloed op het staatsbestuur toe
te kennen. Aangenomen met 22 stem
men voor en 11 tegen.
Vraag 15.
Antw. Neen, om redenen van prac-
tischen aard.
Aldus bepaald in de vergadering
der R. K. Kiesvereeniging te Heem
stede op 22 April 1908. Aanwezig wa
ren 33 leden.
DE V1SCHHANDEL TE IJMUIDEN.
III.
Uit het door ons gegeven voorbeeld
en de omschrijving van de redactie
blijkt, dat we onder sabotage hetzelf-
zwaar-d wordt en die 't binnen afsie*-
baren tijd noodig zal maken de retri
butie voor het rijk weder te verhoo-
gen, willen de kosten der exploitatie
uit het bedrijf gedekt kunnen worde*.
Het baart zeker geen verwondering,
dat de vischkoopers daarop wijzen,
zeggende, dat zij voor zich niet anders
noodig hebben, dan een overdekte
ruimte, waarin de visch wordt afge
slagen en waarvan de noodzakelijke
onkosten ruimschoots bestreden kun
nen worden uit de 1 retributie van
thans.
Zooals te verwachten was, is de mi-»
nister bij zijn besluit gebleven. Giste
renavond werd bij den heer Dekker
telegrafisch bericht ontvangen, dat
aan hun verzoek niet kon worden
voldaan. Met 1 Mei zal dus de strijd
tusschen reeders en koopers aanvan
gen, indien niet één van beide toege
ven of indien geen onderlingo over
eenkomst wordt aangegaan, zooals
door ons en door den minister in over
weging is gegeven en waartoe de ree
ders wel geneigd zijn.
Hebben de laatsten het pleit nu ge
heel gewonnen, zal men zich afvra
gen? Het antwoord, moet zijn: neen.
Ook zij zullen een veer moeten late*
en wel aan de grootste vischkoopers,
die in consignatie koopen. In hoofd
zaak is dit de schelvischhandei op
Duitschland, die echter de grootste
helft van het geheele bedrijf uitmaakt.
Wat toch is het geval? De schelvisch
- groot en klein voor Duitschland
wordt op order gekocht, hetzij zonder
of op vooraf gezonden offerte. Bij de
zen handel kunnen de koopers, dat
zijn er slechts enkele, doch de groot
ste, rekening houden met de korting,
die wordt toegestaan, wat ook wel de
gelijk wordt gedaan. Het ligt toch
voor de hand, dat die 3 koopmans
korting onmogelijk winst kan zijn,
want dan zouden de koopers van be
teekenis in een hand-om-draaien
schatrijk zijn, in aanmerking geno
men de kolossale sommen, die dage
lijks worden besteed.
In werkelijkheid verkoopen de groo-
te koopers de visch dus beneden de*
inkoopsprijs, om tegen het buitenland
te kunnen concurreeren, hot verlies
en tevens hun winst bestrijdende uit
do 3 koopmanskorting. Zoowel bij
offerte ols bij koop kan er dus reke
ning gehouden worden met de hoe
grootheid der korting en zal dat vaa
invloed zijn op de prijzen. In dat ge
val zullen dus de reederijen zoo niet
geheel dan toch grootendeels het lood
je leggen.
Een ander geval is het met den han
del op België" en Frankrijk en ook op
B. en W. stellen voor te bepalen, huismanskiesrecht in vereeniging met
dat de door den Directeur van het capaciteitenkiesrecht of andere stel-
Openbaar Slachthuis te stellen borg- seis, ook eene vertegenwoordiging der
de verstaan, doch dat, wat wij een een voornaam deel van den binnen-
landschen handel.
De vischverkoop is voor een groot
deel een risicobedrijf, d. w. z.: Men
zendt visch naar verschillende oorden
ter verkoop, zonder bij benadering te
kunnen zeggen, wat men er. voor ma
ken zal en of men zal verdienen dan
wel verliezen. Markt men bijv. heden
gunstig te Brussel, morgen in Ant
werpen, Gent, Ostendo of Parijs,
brengt men meer weg dan men heden
verdiend heeft.
Zoo gaat het ook op de binncnland-
sche markten. Groote hoeveelheden
visch worden gezonden aan markt
meesters in allo gemeenten waar
vischmarkt gehouden wordt, geheel
op risico van de opbrengst. Het ge
beurt zelfs wel, dat de een of andere
keurmeester, niet altijd bevoegden iu
dit geval, de gezonden visch afkeuren,
waarop èn visch èn vracht èn mate
riaal verbeurd worden.
Deze koopers, alsmede zij, die voor -
matigen winst de visch verkoopen aan
vaste afnemers, zooals winkels, ho
tels, particulieren, zij zullen hot ver
lies van de gedeeltelijke koopmans
korting het meest gevoelen, de eerste
omdat ze geheel afhankelijk zijn van
een vreemde markt, van vraag en
aanbod, de tweede omdat ze door
concurrentie gedwongen zijn g«-
weest, van de 3 reeds een belang
rijke reductie aan de koopers zelve af
te staan.
Toch hebben o. i. de vischkoopers
niet verstandig gedaan, door de ree
ders aan te wijzen als degenen, die
sabotage-systeem noemden, door de
redactie niet wordt beaamd. Anderen
waren het met ons eens, dat is ver
schil van meening en terecht zegt de
redactie, dat 't geen sabotage in di-
recten zin is.
De exploitatie van visschershaven
en vischhallen levert een tekort op
van ongeveer f 60.000.
Reeders en koopers zeggen: „dat is
niet onze schuld, doch die van de re
geering zelve, die de exploitatie zoo
hoog opvoert op advies van hare amb
tenaren. Zoo is volgens hunne mee
ning de opzet der vischhallen bv. veel
te kostbaar, te lucratief en daarbij
nog gedeeltelijk onpractisch.
Zoo bevinden zich in den ouden hal
eenige liften om de visch naar boven
gelegen pakhuizen te brengen. Die
liften zijn duur aan onderhoud en
waterverbruik en de pakhuizen boven,
licht te begrijpen, ondoelmatig.
Visch moet gelijkvloers verhandeld
en verpakt kunnen worden ter onmid
dellijke verzending. De nieuwe hal is
een prachtstuk van bouw, van opzet
en constructie, doch volgens het, een
parig oordeel van alle vischkoopers
onpractisch, omdat ze niet in vakken
is verdeeld, zooals de oude hal.
Wat gaat men nu doen? Op voor
stel van den heer Bottemanno, direc
teur der visschershaven, gaat de re
geering den ouden hal verbouwen en
inrichten als de nieuwe, zeer tegen
den zin der koopers. Voor dien ver-,
en uitbouw is een groote som gelds
noodig, waarmede de exploitatie be-1
Uit het Engelsch.
31)
Zij had al veel beleefd, want of
schoon zij zelf tot geen hartstocht in
staat was, had zij in haar jeugd kans
gezien haar bij anderen op te wek
ken, weliswaar zonder dit gevoel op
den duur levendig te kunnen houden;
misschien wel, omdat ieder spoedig
merkte, dat Jane Holt voor diepere
gevoelens ontoegankelijk was en in
•een soort van schijnwereld leefde, die
aan haar geheele leven iets onop
rechts gaf. Zij was van nature zelf
zuchtig.
Naar haar meening was zij het
tfuudelpunt, waarom haar geheele.
kleine wereld moest draaien en voor
hetgeen er verder gebeurde, had zij
;oog noch oor. Haar zelfzucht had nu
eens een komische, dan weer een pijn
lijke uitwerking, al naar dat degene,
flie er door getroffen werd, zich er
'onder gedroeg.
Het was vooruit te zien, welke ant
woorden op de vragen van Miranda
zouden worden gegeven door deze
wrmw, die altijd nog slank en elegant
haar gunstig uiterlijk goed onder
houden had. Haar gelaat zou men
nog knap hebben kunnen noemen, als
er geen sporen van zorgen op waren
te lezen geweest.
Men kan de mannen niet ver
trouwen men moet ze door vleierijen
voor zich winnen, men moet hun
ij deiheid streelen. Er is geen spoor
van idealisme bij de mannen, en de
groote dingen des levens bestaan
voor hen niet.
- Maar een man kan toch wel een
vriend voor een onzer zijn merkte
Miranda vol verwachting op.
Ocli, jij dom gansje I riep miss
Holt medelijdend. Met zulke ideeën
toegerust, is het geen wonder, dat je
huwelijk ongelukkig is geworden.
Altijd weer was de slotmoraal, dat
men de mannen niet vertrouwen kon,
en Miranda, die Ralph Warriner en
Wilbraham voor oogen had, hoorde
toe en twijfelde, en hoorde weer toe,
tot zij dan eindelijk placht op te
staan, om naar haar eigen kamer te
gaan, van welks venster uit zij over
het dal naar de heuvel rij kon kijken.
Daar zat zij dan, het kloppende voor
hoofd in de handen gedrukt, en was
nu eens zeker, dat haar gezellin de
mannen onrechtvaardig beoordeelde,
dan weer vast overtuigd, dat zij toch
gelijk had.
Den morgen na een dergelijk on
derhoud, gevolgd door zulk een vlucht
kwam miss Holt in de kamer van
Miranda een koel, laag, donker
behangen vertrek, waarvan een deur
op de galerij uitkwam.
Weet je, welke maand wij nu
schrijven vroeg miss Holt op scher
pen toon.
October.
Juist, zei ze met grooten na
druk.
Ik weet wel, antwoordde Miran
da met zachte stem, terwijl zij naar
de tafel liep en daarvan eenige boe
ken opnam. Wij zijn den geheelen
zomer hier gebleven en het was heel
warm. Het doet mij veel leed, maar
ik kon niet anders. Er had iets kun
nen gebeuren en
Haastig doorzocht zij de brieven en
papieren op de schrijftafel bij het
venster.
Het was toch altijd een gerust
stelling voor mij, te weten, dat men
niet ver van hier
Plotseling hield zij op en voegde
er verward bij
Ik bedoel alleen, men kon im
mers niet weten, wat er zou kunnen
gebeuren
Jane Holt keek haar ontevreden
aan, zonder iets te zeggen, tot Miran
da haastig de schuifladen van haar
schrijftafel begon door te zoeken.
Daarna zei ze ongeduldig
Wat ter wereld zoek je dan
toch eigenlijk
Miranda richtte zich op en keek in
de kamer rond.
Er heeft daar een handschoen
gelegen, antwoordde zij verstrooid.
Ja, die heb ik weggegooid.
Weggegooid
Miranda keek haar nicht doodelijk
verschrikt aan.
Maar dat is niet mogelijk Meen
je dat in ernst
Maar natuurlijk, er was een
groote scheur in, dwars over de hand.
Gisteren heb ik hem daar op
mijn schrijftafel laten liggen, na ons
gesprek over....
Zij voltooide den zin niet.
Ja, daar vond ik hem ook, en
omdat hij gescheurd was, heb ik hem
natuurlijk weggegooid.
Miranda belde en beval, dat er
naar den handschoen gezocht moest
worden. Hij was niet meer te vinden,
de dienstmeisjes hadden hem met
alle brieven uit de papiermand ver
brand.
Het ifj goed, zei Miranda, en het
dienstmeisje ging heen.
Miranda ging zitten en keek miss
Holt aan met een gezicht, waaruit
groote schrik sprak.
Wat moet dat beteekenen riep
Jane; de handschoen was verscheurd,
je zoudt hem toch niet meer hebben
kunnen gebruiken.
Neen, zei Miranda haastig, bijna
schuldbewust naar het scheen, gebrui
ken kon ik hem niet meer, en dat was
ik ook niet van plan. De handschoen
was alleen een symbool, niets meer,
en hij vertegenwoordigde een ver
trouwen. Het vertrouwen kan ik na
tuurlijk behouden dat kan ik na
tuurlijk, al heb ik den handschoen
ook verloren
Waar ter wereld spreek je toch
over zei Jane Holt.
Och, laten wij er niet meer over
spreken zei Miranda afwerend.
Het verlies van den handschoen
had haar hcelcmaal van haar stuk
gebracht, zoodat zij vergat tot wie zij
sprak,of liever heelemaal vergat, dat
zij sprak. Zij had alleen luide gezegd
wat haar al zoo lang bezig hield. Of
schoon zij, zooals zij telkens weer tot
zichzelf zei, niet het plan had van
den handschoen gebruik te maken,
was toch de handschoen voor haar
altijd een soort van borg geweest. En
vooral in den laatsten tijd had zij er
een gewoonte van gemaakt, hem uit
de lade te voorschijn te halen, en hem
te bekijken. Hij was voor haar een
soort van tegenbewijs van de door
Jane Holt zoo dikwijls herhaalde be
schouwingen.
Jane Holt schudde het hoofd.
Je bent heel erg veranderd te
genover mij, Miranda; je houdt iets
voor mij geheim! Niet dat ik er op ge
steld ben, het te weten I Voor niets
ter wereld zou ik mij in de geheimen
van andere menschen willen dringen!
Maar ik vind je gedrag wel zonder
ling, dat kun je mij niet kwalijk ne
men.
Zij kruiste de armen over de borst
en sloeg haar handen om de ellebo
gen.
Zonderling vinden mag ik het
toch En ik geloof, dat als men mij
nog een enkele gedachte waardig zou
keuren, men dan moest inzien, dat ik
recht heb gekrenkt te zijn, maar ik
ben het nietDoe mij het genoegen
je niet te verbeelden, dat ik mij ge
krenkt voel Maar ik heb al zoo lang
opgemerkt, hoe je opschrikt, als er
aan de deur wordt getikt. Kijk, daar
heb je 't weer. Heb ik het niet ge
zegd
De deur naar de galerij stond open.
Aan den anderen kant van de galerij
kwam een gang uit, waarvan de deur
op de straat uitkwam, en aan deze
buitendeur werd op dit oogenblik he
vig gerammeld, alsof er iemand toe
gang begeerde.
Miranda schrikte zenuwachtig op,
maar om deze beweging te verbergen,
stond zij op en sloot de deur.
Wat dien handschoen betreft,
zei Jane Holt, die moeilijk schoen te
kunnen afstappen van een onderworp
dat haar nichtje blijkbaar heel pijn
lijk was, dien hadt je immers toch
niet weer kunnen gebruiken
Neen, antwoordde Miranda pein
zend, natuurlijk natuurlijk zou ik
heb niet weer hebben kunnen gebrui
ken.
(Wordt vervolgd).