RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadseloplossingen
Brievenbus
Raadsels
Deze raadsels behooren niet tot
den wedstrijd, maar zijn alle
ingezonden 'door jongens en
meisjes, die „Voor Onze
Jeugd" lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Don
derdagmorgen oplossingen
zenden, worden in het vol
gend nummer bekend ge
maakt). i
1. (Ingezonden door Anton en Gra-
jv. d. Bogaardt).
Mijn eerste is een rivier in Neder
land.
Mijn tweede vindt men in alle ste
len.
Mijn geheel is een plaats in Neder
land.
2. (Ingezonden door Dirk Boeré).
Ik ga naar het huis ter Veeren.
Het ligt tusschen de Wol- en de La
kenstraat.
Raadt nu maar waar het staat.
3. (Ingezonden door Harri Rienstra)
F F E E
ELLL
I I M W
O O R R
Rangschik bovenstaande,letters zóó
dat de liggende en staande rijen de-
selfde woorden vormen.
4. (Ingezonden door Nanne Nauta).
Zoek uit onderstaanden zin een be-
fraven plaats.
De vaas en de beker vielen op den
frond stuk.
5. (Ingezonden door Corry Matla).
Het geheel van twintig letters is
iets, dat all^n,
Die mee aan 't raden doen, zeer ze
ker zal bevallen.
Een y 12 1 is gewis
Iets dat aan het lichaam is,
Terwijl, hoe gij u keert of wendt,
(Zulks is genoeg bekend),
Zal steeds een 4 2 19
Achter u zijn te zien.
Gebruik nooit 3 5 15 en 11 te veel,
want dat is wis,
Licht kwaamt gij achter een 20 15
18 4, die niet de uwe is.
Waar gij ook loopt of staat, geloof
me, beste vrind,
Dat gij u tusschen 13 10 9 1 20 en
14 2 5 20 bevindt.
Een 16 18 7 beeft iedere boerin,
Nu is dit raadsel vast een ieder
naar den zin.
6. vingezonden door Henri Acker-
uaim).
t Wat ss het koppigst ding op de
wereld 7
7. (Ingezonden door Anton Koomen)
Ik heb een kop en staart.
Mijn kop is hol en mijn staart is
hol.
Die kop is van boven open en dient
voor schoorsteen, want in mij brandt
somtijds vuur.
Wie ben ik
8. (Ingezonden door D. Mollema).
Wie kent een vogel met drie ver
korte meisjesnamen
9. (Ingezonden door Adriaan Boiler-
man).
Welke dieren vreten nog minder
dan niets
10. (Ingezonden door J. G. v. Nieu-
wenhuijzen).
Er waren eens een vader en twee
zoons, die over een rivier moesten.
De vader woog 100 K.G. en de zoons
wogen samen 100 K.G. Ze hadden
een bootje, waar 100 K.G. tegelijk in
kon. Hoe kwamen ze alle drie in dat
bootje naar den overkant
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
G
AAL
GAREN
GARNAAL
NAALD
LAM
L
2. Haarlemmermeer.
3. Zaaien en maaien.
4. Noot.
5. Voor den kapper.
6. Met. het woord geel, maakt gij
„egel".
7. Een tang.
8. Oorschot.
9. 1296.
10. Emmer, Darlington, Ida, singel,
olm, Nelis, Edison.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Anna Elizabeth Ploeg 4.
Nelly van Opijnen 8.
Nanne Nauta 10.
Dirkje Mollema 8.
Jo en Frans van Egmond 7.
Henri Ackermann 5.
Catharina Kwak 7.
Annie en Marie van Zutphen 8.
Lena Heintzberger 9.
Jetty Boogaard 5.
Wilhelmina Itjeshorst 8.
Zus Duursma 10. (Van de voi-ige
week 9).
Grietje Kwantes 9.
Thomas van Waver en 10.
Jilles van Waveren 10.
Betsy Kruiver 6.
Sieger en Tïnus Bonke 10.
Dagboek vso Cesar.
(Door Suzanna S. de Lange, oud 16
jaar).
8 Februari. Dit zal, tenminste
voor eenigen tijd, de laatste maal
wezen, dat ik in mijn dagboek schrijf.
Daareven, toen ik in mijn mandje
wou wippen, betrapte ik Suze net,
dat ze uit mijn Dagboek overschreef.
Ze legde me toen met groote kalmte
uit
„Ja, Cees, nu je me toch eemhaal
gesnapt hebt, zal ik het je maar
vertellen. Ik heb alles overgeschre
ven, en nu is je Dagboek gedrukt. Je
zult het zeker wel wat onaangenaam
vinden, dat je streken zoo openbaar
gemaakt zijn. Beter je daarom, opdat
je Dagboek door een ieder mag gele
zen worden."
'k Was heelemaal onder den indruk.
Mijn Dagboek gedruktAl mijn. on
deugende kuren zoo maar door ieder
een gelezen
Ik zit mijn Dagboek nog eens door
te bladeren, maar ik zie het wel, ik
heb mezelf niet slechter voorgesteld
dan ik ben
Nee, ik zal voorloopig niet meer
met zoo'n zelf-ingenomenheid van
mijn streken vertellen, 't is een goede
les voor me 't is, of de oogen me nu
eerst geopend zijn, en of ik nü eigen
lijk pas zie wat een verdorven hond
ik ben.
Ik zal Suze's raad opvolgen en m'n
leven beteren. En dan later, als ik in
alle opzichten een brave hond gewor
den ben, dan zal ik misschien ,iujn
Dagboek nog wel eens open doen, om
er weer wat in te schrijven.
Maar dan zal 't niet zijn over een
ondeugenden Cesar, dan zal het zijn
over een hondje, zóó gehoorzaam en
zóó geduldig, dat iedereen er een
voorbeeld aan kan nemen
De nieuwe Wedstrijd.
De nieuwe wedstrijd is een
OPSTELLEN-WEDSTRIJD.
Ik zal je verschillende onderwerpen
opgeven, waarover je een opstel mag
maken, en dan kies je maar uit welk
onderwerp je het prettigst vindt.
De jongens en meisjes van twaalf
jaar en ouder dan twaalf jaar mogen
een opstel maken over een van de
volgende onderwerpen
MIC HIEL ADRIAANSZ. DE RUY-
TER.
EEN GRAPPIG AVONTUUR.
HET HORLOGE.
EEN DROOM.
Voor de afdeeling van jongens en
meisjes van elf jaar en jonger dan
elf jaar zijn de onderwerpen
DE GESCHIEDENIS VAN EEN
CENT.
DE NIEUWE KLOMPEN.
EEN DAG NAAR BUITEN.
ASSCHEPOETSTER.
Kies je het onderwerp „Asschepoet-
ster", dan moet je er aan denken, dat
de bedoeling is, dat je het sprookje
in je .eigen woorden na-vertelt (niet
overschrijven natuurlijk).
De bepalingen voor dezen wedstrijd
zijn
I. Op iedere inzending moet dui
delijk vermeld worden naam
(voor- en achternaam voluit),
leeftijd en woonplaats van den
inzender.
II. Het papier mag maar aan
één zijde beschreven zijn.
III. Bij de inzending moet je
vermelden, of je het verhaal zelf
bedacht hebt, of dat je het wel
eens hebt gelezen, of hooren ver
tellen.
IV. Ook moet bij de inzending
worden medegedeeld, of het op
stel alleen gemaakt is, of dat je
er bij geholpen bent.
Alle inzendingen moeten aan mij
gezonden worden vóór Donderdag 11
Juni, en je hebt dus tijd genoeg om
een flink opstel in elkaar te zetten, n
het netjes op te schrijven.
In de afdeeling voor jongens en
meisjes van elf jaar en jonger zal de
Eerste Prijs bestaan uit
EEN VELDFLESCH
of
EEN RAKETSPEL,
:n de Tweede Pr ij s uit
EEN PAAR STELTEN
of
EEN STEL TUINGEREEDSCHAP.
De twee premiön zullen bestaan uit
boeken in prachtband.
In de afdeeling voor jongens en
meisjes van twaalf jaar en ouder zal
de E e r s t e P r ij s zijn
EEN VERGROOTGLAS
of
EEN REISTASCH.
De T w e e d e P r ij s zal zijn
EEN ZAKMES
oi
EEN PLANTENTROMMEL.
Ook in deze afdeeling zullen de pre-
miën boeken in prachtband zijn.
Natuurlijk mogen alle jongens en
meisjes, ook die tot nu toe nog niet
aan do wedstrijden meededen, aan
dezen opstellen-wedstrijd meedoen, en
ik reken dan oOlc op veel inzendin
gen.
Er zal zeker wel een onderwei-p bij
zijn, dat je bevalt, maak er dus maar
een mooi verhaal van
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Mej.
M. C. van Doorn, Wagen
weg 88, Haarlem).
"ZUS D. Ja, ik kreeg je brief wèl
de vorige week, maar net nog even
te laat om te beantwoorden. Wat
leuk, dat je portret gemaakt is Ik
hoop, dat het mooi uitgevallen is,
hoor 1 Is het al gekomen Wat grap
pig, dat die hondjes allebei „Moortje"
heeten Maar Nanne N. is een jon
gen, geen meisje je hadt zeker nog
nooit van den naam Nanne gehoord,
is 't wel
BETSY K. Jullie treft het, dat
Nelly en jij weer naast elkaar zitten
Gaat het gqecl in de nieuwe klas
Zijn jullie weer ferm aan het lee-
ren
JO en FRANS VAN E. Heerlijk,
dat jullie allebei verhoogd zijn Zoo,
maakt Jo al vorderingen in !t schrij
ven met inkt, en morst hij niet erg
meer Of heb je heelemaal niet met
inkt gemorst, Jo Wat kan die Frans
al mooi Engelsch schrijven Keurig,
hoor Ik wist niet, dat je het al zoo
moo' zoudt kunnen
GRIETJE K. Nog wel gefelici
teerd met je verjaardag Ik kan me
begrijpen, dat het een heel feest was,
en wat heb je prettige presenten ge
kregen Die zullen zeker heerlijk te
pas komen Ik ben blij, dat Cornelis
in zijn schik is met den prijs. Als hij
er nu maar mooi mee schildert, hè
JANSJE V. Bij ongeluk staat je
naam niet bij den uitslag van den tee-
konwedstrijd. Je inzending hoorde bij
het „zeer goede" werk. Nu met den
nieuwen wedstrijd maar weer gepro
beerd, hè? Leuk, dat je in Amsterdam
zooveel pleizier hebt gehad
WILHELMINA I. Wel, is de
nieuwe wedstrijd naar je zin Ik
hoop, dat je er iets moois van zult
kunnen maken 1 Ik feliciteer je wel
met de verhooging; hoor
DIRKJE M. Nee, natuurlijk ging
Moeder's boodschap vóór, maai- dat
is niet erg, kom dan Woensdagmid
dag maar weer op den gewonen
tijd
JETTY B. Zoo, heb je weer met
Mimi de raadsels opgelost Flink,
hoor Hoe is bet met dat zusje van
je, helpt dat ook mee raden
HENRI A. Nu, wat zeg je van
den wedstrijd Lijkt dat je geen pret
tig werkje Ik hoop, dat je deze week
niet zooveel moeite met de raadsels
zult hebben
NELLY VAN O. De twee raadsels
die je me stuurde, zijn goed. Ik hoop,
dat hrt niet al te lang zal duren,
vóór dat ze in de courant komen
MARIE en ANNIE VAN Z. Of ik
het goed \ind, wanneer je de boeken
eens opnoemt Ja, dat wil ik wel
graag eens hooren, dan zal ik je ver
tellen, welke ik er van ken. Of ik
vroeger ook veel van lezen Hield,
vraag je, en ik kan je daar dadelijk
op antwoorden ik was er dol op. Ik
was toen zoo onverstandig, om boe
ken te „verslinden" Dom, vind ie
niet
NANNE N. Ik zal je raadsel zé
ker in de courant zetten, maar we
moeten toch wachten, tot het aan de
beurt is, hè Moortje is dus al heele
maal gewend ik vind wel, dat hij
èrg hoog kan springen Neem je hem
wel eens mee uit en blijft hij dan
zoet bij je, ook al houd je hem niet
vast Prettig, dat jullie allebei ver
hoogd zijn Veel groeten voor Cor en
voor jezelf
LENA H. Ik vind het heel best,
dat Catharina en jij Woensdag de
boeken komen ruilen. Vind je den
nieuwen wedstrijd moeilijk Het spijt
me, dat je met den teekenwedstrijd
in de verkeerde afdeeling terecht
bent gekomen, maar dat kwam om
dat je niet, zooals je eigenlijk hadt
moeten doen, je leeftijd op den ach
terkant van de teekening hadt gezet.
Zul je daar een volgenden keer aan
denken
ANTON K. Vind je het goed, dat
ik in je verhaaltje een paar veran
deringen maak Dan denk ik wel,
dat ik het gebruiken kan.
BETSIE P. Nu, ik zie wel, dat
jij op den tweeden Mei niet vergeten
bent, Wel, wel, wat heb je prachtige
dingen gekregen Ben je al aan het
lezen geweest in de nieuwe boeken en
zijn ze mooi Het was leuk, dat je
zoo gauw schreef, hoor Zeg Moeder
en Jo maar voor me goeiendag.
HUBERTUS B. Ik kan me be
grijpen, dat je verlangend bent om
te hooren of het kleine hondje op de
tentoonstelling een prijs gekregen
heeft. Krijgt het dan een medaille
om Ja, dat was groot nieuws, dat
kleine Annie naar de bergen is als
ze daar nu maar gauw weer beter
wordt, hè, en haar moeder ook Wat
zal dat grappig zijn, als ik later brie
ven van je krijg uit Indië Dan za!
ik je maar niet meer in de courant
antwoorden, vind je wel Maar dat-
zal toch nog wel een heel poosje du
ren Voorloopig zullen we nog maar
zeggen tot de volgende week
CATHARINA K. Ileb je al ver
langd naar de courant, om te zien.
wat de nieuwe wedstrijd is Nu hoop
ik maar, dat je er aan mee kunt
doen Wel gefeliciteerd met de ver
hooging, hoor
SIEGER en TINUS B. Prettig,
dat jullie blij bent met het boek! Het)
je het al uitgelezen Ja, wees er
maar heel zuinig op, zoodat het lang
mooi blijftIs het feest als Cato weer
thuis komt Wat leuk, dat jullie dan
den verjaardag nog gaat vieren Ben
je Dinsdagmiddag niet te laat op
school gekomen, Sieger En hoe is 't
met liet Zandvoortsche plan Gaat
dat nog door Naar je raadsel wil Ik
wel eens kijken, maar ik geloof niet,
dat xk er nog een van je heb. Ja, het
was een gezellige lange brief, dien ik
dezen keer van je kreeg
ANNA P. Ik vind het heel goed,
dat je Woensdagmiddag tusschen 1
en 2 uur weer een boek komt halen.
Maar het boek, dat je opnoemde, heb
ik niet, dus dat kan ik onmogelijk
voor je bewaren. Maar ik denk wel,
dat ik iets anders heb, dat je ook
goed bevallen zal.
WILHELMINA W. Zijn jullie 't
volgend jaar al allemaal van school
af Moeder zal ook wel zeggen
waar blijft de tijd Blijft het Johan
naar z'n zin gaan Leuk, dat je toch
nog schreef, al had je niet veel tijd.
Voor jullie allebei Yeel groeten
M. C. VAN DOORN.
sn te doen als de beste keukenmeid,
iïiertste zij.
i Ik begrijp je niet.
J Nu, de gans, 't had best kunnen
gebeuren, dat ik 'm niet gevonden
had, in den winter kom je zoo niet
6p het balkon.
j Zvïaar ik begrijp heusch niet.
I Ja, ik weet er alles van, hou je
Su maar zoo goed niet. Je had de
igans in een hoek vo.n het balkon ge
legd.
(Mijnheer sprong plotseling van zijn
itoel op en liep naar de telefoon. Hij
belde zijn bureau chef op.
Woont Rooyhoed in mijn nabij
heid Welk nummer? Goed, goed
sa vannacht zijn vrouw haar gans
twijtgeraakt. Dank je.
Schelt af.
Hm, zei hij, toen hij weer op
lijn stoel zat, die geschiedenis kon
enk zijn. als ze maar niet zoo spijtig
vas.
Maar zeg me dan eens begon
ajn vrouw, die met open mond had
Itten luisteren.
De zaak is deze, dat we met veel
maak een gans zitten op te peuzelen,
lie mijn arme schrijver, die naast ons
ffoont, boven", vannacht met den
torm kwijt raakte. Waarschijnlijk is-
e op ons balkon gewaaid.
Als dat geen aardigheid van je
s, zou het treurig zijn.
't Is zoo ik hoorde vandaag op
kantoor van het geval. In elk geval
Boeten we het goed met hem maken.
V'e zullen ons verontschuldigen.
Doe dat niet, je zou mij belache-
ijk maken. Laten we er liever wat
ttxders op vinden.
Juffrouw Rooylioed had den heelen
lag getreurd, 't Was of met de gans
laar levensgeluk weggewaaid was.
in 't was ook geen kleinigheid, als
ïen drie maandexx or voor gespaard
eeft. En 't meest hinderde het haar,
at het haar eigen schuld was, ze
ad de gans beter vast moeten bin-
3D.
Eu toen haar man 's middags thuis
iwam. :i goed maakte dat hij 's och-
ends boos was weg gegaan, liep de
t harer smart over.
Vrouwtje, wc zullen ons een an-
lere feoopen, riep hij in een lichtzin-
dge opwelling uit.
Baar heb ik ook al aan gedacht,
naar het zal een heel gat in onze
leurs rnaken, en het rechte pleizier
lebben we er toch niet meer van.
Er werd gebeld.
Ga jij kijken, Henri, verbeeldje,
Bat het de gans eens was.
Kom, hoe zou dat nu kunnen
Ganzen waaien wei weg, maar niet
weer terug.
Hij ging naar voren, kwam een
oogenblik later juichend terug, een
groote vette gans boven zijn hoofd
zwaaiend.
Er was een brief bij
„Beste Rooyhoed
„Ik heb toevallig van het onge
lukje van je vrouw gehoord,
„vergun me je een kleine compen-
„satie aan te bieden. Opdat de
„vogel echter weer niet zou weg-
„waaien, heb ik zijn vleugels wat
„bezwaard, hetgeen ge, als eene
„kleine erkenning voor uw trou-
„we plichtsbetrachting, wel als
„een verjaringsgeschenk zult wil-
„len aanvaarden.
„Met hartelijke gelukwenschen.
BERGER.
Met bevende vingers maakte Rooy
hoed de papiertjes van de vleugels
der gans los. In elk zat een gouden
tientje.
Lij keil ver branding op
Bali
Het eiland Lombok, ten oosten van
Java, waar nu door een espeditie
van ons Indisch leger het Neder-
landsch gezag eerst onlangs goed ge
vestigd is, bestaat nog de oude Hin
doegodsdienst met zijn erfelijke kas-
tenverdeeling en tot de laatste expe
ditie de verbranding van de wedu
wen tegelijk met de verbranding der
lijken van de echtgenooten.
De Duitscher A. Heger geeft een be
schrijving van een lijkenverbranding
op Bali. Hij schrijft:
Een hoofdzaak van den eeredienst
der Baliërs is de verbranding van de
lijken, waarbij de hoogere standen
heel wat praal ten toon spreiden.
Toen ik zulk een feest bijwoonde,
was het bijzonder plechtig, want er
zouden uit één familie twee lijken,
dat van een oude Balineesche dame
en dat van haar nicht verbrand wor
den in de hoofdplaats Tjakra Negara,
waar de Hollanders in 1894 door ver
rassing zulk een gevoelig verlies le
den. Van Mataram, een naburige
stad, komend, kwamen we bij het
sterfhuis, of liever bij 't huis vanwaar
1 de optocht beginnen zou, aan en von
den daar reeds een groote menigte
toeschouwers, die zich in de straat
en op een plein opgesteld en zich op
Indische manier op de hurken neer
gezet hadden.
Het grootste deel was op zijn Zon-
dagsch gekleed in zijden lendendoe
ken en velen hadden nog buisjes met
zeer nauwe mouwen aan.
Ze zaten tegenover een uit bamboe-
riet vervaardigde toestel, of draag-
bareu brandstapel, die met allerlei
versierselen behangen was. Daarop
moesten de beide lijken naar de brand
plaats gebracht worden.
De lijken lagen in een daartoe ge
bouwde zaal, op de derde binnen
plaats van een der Balineesche tem-
s. Daar lagen ze reeds een jaar,
sterk gewikkeld in rotan onder een
berg van allerlei stoffen; ieder lijk
had een eigen stapel. Naast de lij
ken waren begrafenisgeschenken, sie
raden, maar vooral voorwerpen zoo
als die daar in het dagelijksch leven
te pas komen. Op twee groote uit ro
tan of bamboe gevlochten schalen
stonden de offergaven, meestal spij
zen, in hoofdzaak, rijst op verschillen
de wijzen toebereid, maar. ook gebak,
gebraden biggen enz. De feest-kleeren
der gestorvenen werden eveneens ten
toongesteld.
Voor het gebouw maakte een Bali-
neesch orkest, de zoogenaamde game
lan, die in hoofdzaak met de Javaan-
sche gamelan overeenkomt, muziek.
De plechtigheid begon met het op
komen van een aantal vrouwen en
meisjes, die de offergaven opnamen
en het huis uitdroegen. Dan werden
de lijken onder de bergjes stoffen uit
gehaald en uit den tempel gebracht,
waar een dertigtal mannen, alleen
met den lendendoek gekleed, ze on
der geweldig geschreeuw opnamen en
op den draagbaren brandstapel plaat
sten, dien ze opnamen en door een
langen stoet gevolgd naar de ver-
brandplaats brachten.
Die plaats is niet in den tempel
zelf; ze is waar de straat tusschen de
stadsmuren, waar de beek, die door
de stad stroomt, zich verbreedt. Daar
staat op een terras een tweede houten
toestel, waar de in rotan gesnoerde
lijken gelegd worden. De bodem on
der deze lijksteden bestaat uit dunne
boomstammen die met een laag leem
bedekt is om de heenderen, die bij 't
verbranden uit den eigenlijken brand
stapel vallen, op te vangen en te kun
nen verzamelen.
Een aantal in bet wit gekleede jon
gens voert onder leiding van een aan
voerder, bewegingen uit, die op mili
taire oefeningen lijken, omdat zij
zich daarbij van houten sabels en ge
weren bedienen, maar vrij zeker niet
anders zijn dan de bij vele volken
gebruikelijke doodendansen. Daarbij
hoort ook een phantastisch gekleed
jongeling, die met eenige vaandragers
dansen uitvoeren, die een voorstelling
moeten zijn, van de plechtigheid.
Onderwijl hebben de rouwdragen-
den zich aan één kant van de ver
brandingsplaats opgesteld.
Dan worden naar de daar gevolg
de gewoonte een groot aantal met
water gevulde vaten, die er reeds ge
plaatst zijn op de lijken uitgegoten
en stukgeslagen, terwijl af en toe een
priester op het terras klimt en eenige
gebeden opzegt.
Langzamerhand was de avond ge
vallen en daar de schemering tus
schen de keei-kringen niet lang duurt,
werd eindelijk 't hout, waarop de lij
ken liggen aangestoken en zoo ook
het toestel, waarop ze neergelegd zijn.
Snel sloegen de vlammen op en wa
ren de lijken en de brandstapel ver
teerd en het was nacht als de menigte
de plaats verliet.
De beenderen, die bij zulk een wij
ze van verbranden niet verteren maar
slechts gedeeltelijk verkolen, worden
met groote zorg verzameld en ge
borgen in een lijkbus, die gewoonlijk
een paar dagen later naar de zeeha
ven Ampenan gebracht en daar in
zee leeg gegooid wordt.
De schrijver zegt: de verbranding
van de weduwen komt zelden meer
voor, omdat de Nederlandsche regee
ring dat streng verboden heeft.
Voor dat verbod zullen zeker en
niet het minst de vrouwen daar, al
thans in de toekomst, onze regeering
dankbaar zijn.
(P. B.)
DAMRUBRIEK.
Verantwoordelijke redacteuren: H.
E. Lantinga, C. E. Visse, C. II. B.
Tollen aar.
Oplossingen in te zenden aan den
beer H. E: Lantinga, Barendsestr. fa
EEN GESPEELDE PARTIJ DOÖR
J. L. VELDE, te O verveen.
Met Wit speelt eerst en wint.
/.wart
1 2 3 4 5
46 47
Wit
Stand
Wit. Schijven op 21 27 31 34 37 39
43 44 47 en 48.
Zwart. Schijven op 9 10 11 12 13 14
16 18 20 en 23.
Oplossing Probleem No. 47 (21 ter
mededinging) is 24—26, 28—22, 38-32,
20—14, 14 5, 5 45.
Goed opgelost door de heeren
C. Serodini, G. P. Heck. J. N.
Arendsen, F. M. v. d. Werf, P. M. v.
d. Sluijs, allen te Haarlem W. A. Z.
D., Ruhrort J. L. Velde, Overveen
P. J. Oostwouder, Vijfhuizen (Haar
lemmermeer) W. I-I. de Klerk, Bloe-
mendaal W. C. Faas, Overveen.
UIT HET DIERENLEVEN.
In de Nation, hot Engelsche week
blad, tracht een schrijver aan te too-
nen, dat de jongen van dieren, die in
't wild leven, de vrees voor den
menseh niet als een natuurlijke inge
ving hebben. Hij vertelt van proeven
genomen met hazen, wilde konijnen
en allerlei soort vogels, die spoedig
na de geboorte met menschen in aan
raking gebracht, niet de minste vrees
toonden. Ze waren wel, naar hun
aard, schuw vbor plotselinge gelui
den en onbekende dingen, die ze za
gen, maar ze waren voor het genus
homo niet bang. De jonge wilde ko
nijnen toonden zelfs geen vrees voor
honden.
De slotsom van den schrijver is, dat
do jongen door het oude geslacht in
de vreeze des menschen opgevoed
worden. Lange ervaring heeft de difc*-
renwer&ld geleerd, dat de menseh ge
vaarlijk is, en die kennis wordt de
jeugd ingeprent. Let op jonge rou?-
schen, besluit- de schrijverwanneer
ze pas "ït zijn, kunt gij ze
tot dichtbij naderenzijn piet
bang voor u. Maar dan klinkt het
waarschuwend sein van de oudernus-
schen, en het jong vliegt weg. Na
eenige dagen dus geleerd te zijn,
weet het musschejong, dat het van
den menseh op veiligen afstand moet
blijven.
DIEVEN MET BEROUW.
Onder den voorraad brievexi en pak
ketten, die .men in Italië bij gelegen
heid van het Paaschfeest, op de bus
heeft gedaan, vond men te Milaan
ook een vrij dikke enveloppe, zonder
adres. De postdirectie besloot, na ee-
nig aarzelen, het pakje te openen, om
na to gaan, of omtrent den rechtheb
bende ook iets uit den inhoud zou
blijken. Zeer verbaasd was men, een
bundel aandeelen in staatsleeningen
te vinden, ter waarde van 50.000 lire.
Een briefje, dat er tusschen gestoken
was, en met potlood klaarblijkelijk in
haast geschreven, meldde, dat de
50.000 lire afkomstig waren van een
diefstal met braak, ten nadeele van
zekeren Somidso. De dieven, zoo Ter-
zekerde het briefje verder, hadden er
berouw over gekregen, dat ze den
man zoo zeer benadeeld hadden en
wilden op deze ongewone wijze deü
bestolene weer in zijn eigendom her
stellen.
Zeer getroffen door dit blijk van in
derdaad zeldzaam berouw, toog de
postdirectie aan het onderzoeken! Het
duurde niet lang, of de bewondering
voor de deugdzame dieven bekoelde,
want het bleek, dat de papieren zeer
bezwaarlijk verzilverd konden wor
den, en dat de dieven voorwerpen
van waarde, die gemakkelijk te rer-
koopen waren, reeds lang van de
hand hadden gedaan.