RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Raadseloplossingen Brievenbus Raadsels Deze raadsels behooren niet tot den wedstrijd, maar zijn alle ingezonden 'door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Don derdagmorgen oplossingen zenden, worden in het vol gend nummer bekend ge maakt). i 1. (Ingezonden door Anton en Gra- jv. d. Bogaardt). Mijn eerste is een rivier in Neder land. Mijn tweede vindt men in alle ste len. Mijn geheel is een plaats in Neder land. 2. (Ingezonden door Dirk Boeré). Ik ga naar het huis ter Veeren. Het ligt tusschen de Wol- en de La kenstraat. Raadt nu maar waar het staat. 3. (Ingezonden door Harri Rienstra) F F E E ELLL I I M W O O R R Rangschik bovenstaande,letters zóó dat de liggende en staande rijen de- selfde woorden vormen. 4. (Ingezonden door Nanne Nauta). Zoek uit onderstaanden zin een be- fraven plaats. De vaas en de beker vielen op den frond stuk. 5. (Ingezonden door Corry Matla). Het geheel van twintig letters is iets, dat all^n, Die mee aan 't raden doen, zeer ze ker zal bevallen. Een y 12 1 is gewis Iets dat aan het lichaam is, Terwijl, hoe gij u keert of wendt, (Zulks is genoeg bekend), Zal steeds een 4 2 19 Achter u zijn te zien. Gebruik nooit 3 5 15 en 11 te veel, want dat is wis, Licht kwaamt gij achter een 20 15 18 4, die niet de uwe is. Waar gij ook loopt of staat, geloof me, beste vrind, Dat gij u tusschen 13 10 9 1 20 en 14 2 5 20 bevindt. Een 16 18 7 beeft iedere boerin, Nu is dit raadsel vast een ieder naar den zin. 6. vingezonden door Henri Acker- uaim). t Wat ss het koppigst ding op de wereld 7 7. (Ingezonden door Anton Koomen) Ik heb een kop en staart. Mijn kop is hol en mijn staart is hol. Die kop is van boven open en dient voor schoorsteen, want in mij brandt somtijds vuur. Wie ben ik 8. (Ingezonden door D. Mollema). Wie kent een vogel met drie ver korte meisjesnamen 9. (Ingezonden door Adriaan Boiler- man). Welke dieren vreten nog minder dan niets 10. (Ingezonden door J. G. v. Nieu- wenhuijzen). Er waren eens een vader en twee zoons, die over een rivier moesten. De vader woog 100 K.G. en de zoons wogen samen 100 K.G. Ze hadden een bootje, waar 100 K.G. tegelijk in kon. Hoe kwamen ze alle drie in dat bootje naar den overkant De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn G AAL GAREN GARNAAL NAALD LAM L 2. Haarlemmermeer. 3. Zaaien en maaien. 4. Noot. 5. Voor den kapper. 6. Met. het woord geel, maakt gij „egel". 7. Een tang. 8. Oorschot. 9. 1296. 10. Emmer, Darlington, Ida, singel, olm, Nelis, Edison. Goede oplossingen ontving ik deze week van Anna Elizabeth Ploeg 4. Nelly van Opijnen 8. Nanne Nauta 10. Dirkje Mollema 8. Jo en Frans van Egmond 7. Henri Ackermann 5. Catharina Kwak 7. Annie en Marie van Zutphen 8. Lena Heintzberger 9. Jetty Boogaard 5. Wilhelmina Itjeshorst 8. Zus Duursma 10. (Van de voi-ige week 9). Grietje Kwantes 9. Thomas van Waver en 10. Jilles van Waveren 10. Betsy Kruiver 6. Sieger en Tïnus Bonke 10. Dagboek vso Cesar. (Door Suzanna S. de Lange, oud 16 jaar). 8 Februari. Dit zal, tenminste voor eenigen tijd, de laatste maal wezen, dat ik in mijn dagboek schrijf. Daareven, toen ik in mijn mandje wou wippen, betrapte ik Suze net, dat ze uit mijn Dagboek overschreef. Ze legde me toen met groote kalmte uit „Ja, Cees, nu je me toch eemhaal gesnapt hebt, zal ik het je maar vertellen. Ik heb alles overgeschre ven, en nu is je Dagboek gedrukt. Je zult het zeker wel wat onaangenaam vinden, dat je streken zoo openbaar gemaakt zijn. Beter je daarom, opdat je Dagboek door een ieder mag gele zen worden." 'k Was heelemaal onder den indruk. Mijn Dagboek gedruktAl mijn. on deugende kuren zoo maar door ieder een gelezen Ik zit mijn Dagboek nog eens door te bladeren, maar ik zie het wel, ik heb mezelf niet slechter voorgesteld dan ik ben Nee, ik zal voorloopig niet meer met zoo'n zelf-ingenomenheid van mijn streken vertellen, 't is een goede les voor me 't is, of de oogen me nu eerst geopend zijn, en of ik nü eigen lijk pas zie wat een verdorven hond ik ben. Ik zal Suze's raad opvolgen en m'n leven beteren. En dan later, als ik in alle opzichten een brave hond gewor den ben, dan zal ik misschien ,iujn Dagboek nog wel eens open doen, om er weer wat in te schrijven. Maar dan zal 't niet zijn over een ondeugenden Cesar, dan zal het zijn over een hondje, zóó gehoorzaam en zóó geduldig, dat iedereen er een voorbeeld aan kan nemen De nieuwe Wedstrijd. De nieuwe wedstrijd is een OPSTELLEN-WEDSTRIJD. Ik zal je verschillende onderwerpen opgeven, waarover je een opstel mag maken, en dan kies je maar uit welk onderwerp je het prettigst vindt. De jongens en meisjes van twaalf jaar en ouder dan twaalf jaar mogen een opstel maken over een van de volgende onderwerpen MIC HIEL ADRIAANSZ. DE RUY- TER. EEN GRAPPIG AVONTUUR. HET HORLOGE. EEN DROOM. Voor de afdeeling van jongens en meisjes van elf jaar en jonger dan elf jaar zijn de onderwerpen DE GESCHIEDENIS VAN EEN CENT. DE NIEUWE KLOMPEN. EEN DAG NAAR BUITEN. ASSCHEPOETSTER. Kies je het onderwerp „Asschepoet- ster", dan moet je er aan denken, dat de bedoeling is, dat je het sprookje in je .eigen woorden na-vertelt (niet overschrijven natuurlijk). De bepalingen voor dezen wedstrijd zijn I. Op iedere inzending moet dui delijk vermeld worden naam (voor- en achternaam voluit), leeftijd en woonplaats van den inzender. II. Het papier mag maar aan één zijde beschreven zijn. III. Bij de inzending moet je vermelden, of je het verhaal zelf bedacht hebt, of dat je het wel eens hebt gelezen, of hooren ver tellen. IV. Ook moet bij de inzending worden medegedeeld, of het op stel alleen gemaakt is, of dat je er bij geholpen bent. Alle inzendingen moeten aan mij gezonden worden vóór Donderdag 11 Juni, en je hebt dus tijd genoeg om een flink opstel in elkaar te zetten, n het netjes op te schrijven. In de afdeeling voor jongens en meisjes van elf jaar en jonger zal de Eerste Prijs bestaan uit EEN VELDFLESCH of EEN RAKETSPEL, :n de Tweede Pr ij s uit EEN PAAR STELTEN of EEN STEL TUINGEREEDSCHAP. De twee premiön zullen bestaan uit boeken in prachtband. In de afdeeling voor jongens en meisjes van twaalf jaar en ouder zal de E e r s t e P r ij s zijn EEN VERGROOTGLAS of EEN REISTASCH. De T w e e d e P r ij s zal zijn EEN ZAKMES oi EEN PLANTENTROMMEL. Ook in deze afdeeling zullen de pre- miën boeken in prachtband zijn. Natuurlijk mogen alle jongens en meisjes, ook die tot nu toe nog niet aan do wedstrijden meededen, aan dezen opstellen-wedstrijd meedoen, en ik reken dan oOlc op veel inzendin gen. Er zal zeker wel een onderwei-p bij zijn, dat je bevalt, maak er dus maar een mooi verhaal van (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Wagen weg 88, Haarlem). "ZUS D. Ja, ik kreeg je brief wèl de vorige week, maar net nog even te laat om te beantwoorden. Wat leuk, dat je portret gemaakt is Ik hoop, dat het mooi uitgevallen is, hoor 1 Is het al gekomen Wat grap pig, dat die hondjes allebei „Moortje" heeten Maar Nanne N. is een jon gen, geen meisje je hadt zeker nog nooit van den naam Nanne gehoord, is 't wel BETSY K. Jullie treft het, dat Nelly en jij weer naast elkaar zitten Gaat het gqecl in de nieuwe klas Zijn jullie weer ferm aan het lee- ren JO en FRANS VAN E. Heerlijk, dat jullie allebei verhoogd zijn Zoo, maakt Jo al vorderingen in !t schrij ven met inkt, en morst hij niet erg meer Of heb je heelemaal niet met inkt gemorst, Jo Wat kan die Frans al mooi Engelsch schrijven Keurig, hoor Ik wist niet, dat je het al zoo moo' zoudt kunnen GRIETJE K. Nog wel gefelici teerd met je verjaardag Ik kan me begrijpen, dat het een heel feest was, en wat heb je prettige presenten ge kregen Die zullen zeker heerlijk te pas komen Ik ben blij, dat Cornelis in zijn schik is met den prijs. Als hij er nu maar mooi mee schildert, hè JANSJE V. Bij ongeluk staat je naam niet bij den uitslag van den tee- konwedstrijd. Je inzending hoorde bij het „zeer goede" werk. Nu met den nieuwen wedstrijd maar weer gepro beerd, hè? Leuk, dat je in Amsterdam zooveel pleizier hebt gehad WILHELMINA I. Wel, is de nieuwe wedstrijd naar je zin Ik hoop, dat je er iets moois van zult kunnen maken 1 Ik feliciteer je wel met de verhooging; hoor DIRKJE M. Nee, natuurlijk ging Moeder's boodschap vóór, maai- dat is niet erg, kom dan Woensdagmid dag maar weer op den gewonen tijd JETTY B. Zoo, heb je weer met Mimi de raadsels opgelost Flink, hoor Hoe is bet met dat zusje van je, helpt dat ook mee raden HENRI A. Nu, wat zeg je van den wedstrijd Lijkt dat je geen pret tig werkje Ik hoop, dat je deze week niet zooveel moeite met de raadsels zult hebben NELLY VAN O. De twee raadsels die je me stuurde, zijn goed. Ik hoop, dat hrt niet al te lang zal duren, vóór dat ze in de courant komen MARIE en ANNIE VAN Z. Of ik het goed \ind, wanneer je de boeken eens opnoemt Ja, dat wil ik wel graag eens hooren, dan zal ik je ver tellen, welke ik er van ken. Of ik vroeger ook veel van lezen Hield, vraag je, en ik kan je daar dadelijk op antwoorden ik was er dol op. Ik was toen zoo onverstandig, om boe ken te „verslinden" Dom, vind ie niet NANNE N. Ik zal je raadsel zé ker in de courant zetten, maar we moeten toch wachten, tot het aan de beurt is, hè Moortje is dus al heele maal gewend ik vind wel, dat hij èrg hoog kan springen Neem je hem wel eens mee uit en blijft hij dan zoet bij je, ook al houd je hem niet vast Prettig, dat jullie allebei ver hoogd zijn Veel groeten voor Cor en voor jezelf LENA H. Ik vind het heel best, dat Catharina en jij Woensdag de boeken komen ruilen. Vind je den nieuwen wedstrijd moeilijk Het spijt me, dat je met den teekenwedstrijd in de verkeerde afdeeling terecht bent gekomen, maar dat kwam om dat je niet, zooals je eigenlijk hadt moeten doen, je leeftijd op den ach terkant van de teekening hadt gezet. Zul je daar een volgenden keer aan denken ANTON K. Vind je het goed, dat ik in je verhaaltje een paar veran deringen maak Dan denk ik wel, dat ik het gebruiken kan. BETSIE P. Nu, ik zie wel, dat jij op den tweeden Mei niet vergeten bent, Wel, wel, wat heb je prachtige dingen gekregen Ben je al aan het lezen geweest in de nieuwe boeken en zijn ze mooi Het was leuk, dat je zoo gauw schreef, hoor Zeg Moeder en Jo maar voor me goeiendag. HUBERTUS B. Ik kan me be grijpen, dat je verlangend bent om te hooren of het kleine hondje op de tentoonstelling een prijs gekregen heeft. Krijgt het dan een medaille om Ja, dat was groot nieuws, dat kleine Annie naar de bergen is als ze daar nu maar gauw weer beter wordt, hè, en haar moeder ook Wat zal dat grappig zijn, als ik later brie ven van je krijg uit Indië Dan za! ik je maar niet meer in de courant antwoorden, vind je wel Maar dat- zal toch nog wel een heel poosje du ren Voorloopig zullen we nog maar zeggen tot de volgende week CATHARINA K. Ileb je al ver langd naar de courant, om te zien. wat de nieuwe wedstrijd is Nu hoop ik maar, dat je er aan mee kunt doen Wel gefeliciteerd met de ver hooging, hoor SIEGER en TINUS B. Prettig, dat jullie blij bent met het boek! Het) je het al uitgelezen Ja, wees er maar heel zuinig op, zoodat het lang mooi blijftIs het feest als Cato weer thuis komt Wat leuk, dat jullie dan den verjaardag nog gaat vieren Ben je Dinsdagmiddag niet te laat op school gekomen, Sieger En hoe is 't met liet Zandvoortsche plan Gaat dat nog door Naar je raadsel wil Ik wel eens kijken, maar ik geloof niet, dat xk er nog een van je heb. Ja, het was een gezellige lange brief, dien ik dezen keer van je kreeg ANNA P. Ik vind het heel goed, dat je Woensdagmiddag tusschen 1 en 2 uur weer een boek komt halen. Maar het boek, dat je opnoemde, heb ik niet, dus dat kan ik onmogelijk voor je bewaren. Maar ik denk wel, dat ik iets anders heb, dat je ook goed bevallen zal. WILHELMINA W. Zijn jullie 't volgend jaar al allemaal van school af Moeder zal ook wel zeggen waar blijft de tijd Blijft het Johan naar z'n zin gaan Leuk, dat je toch nog schreef, al had je niet veel tijd. Voor jullie allebei Yeel groeten M. C. VAN DOORN. sn te doen als de beste keukenmeid, iïiertste zij. i Ik begrijp je niet. J Nu, de gans, 't had best kunnen gebeuren, dat ik 'm niet gevonden had, in den winter kom je zoo niet 6p het balkon. j Zvïaar ik begrijp heusch niet. I Ja, ik weet er alles van, hou je Su maar zoo goed niet. Je had de igans in een hoek vo.n het balkon ge legd. (Mijnheer sprong plotseling van zijn itoel op en liep naar de telefoon. Hij belde zijn bureau chef op. Woont Rooyhoed in mijn nabij heid Welk nummer? Goed, goed sa vannacht zijn vrouw haar gans twijtgeraakt. Dank je. Schelt af. Hm, zei hij, toen hij weer op lijn stoel zat, die geschiedenis kon enk zijn. als ze maar niet zoo spijtig vas. Maar zeg me dan eens begon ajn vrouw, die met open mond had Itten luisteren. De zaak is deze, dat we met veel maak een gans zitten op te peuzelen, lie mijn arme schrijver, die naast ons ffoont, boven", vannacht met den torm kwijt raakte. Waarschijnlijk is- e op ons balkon gewaaid. Als dat geen aardigheid van je s, zou het treurig zijn. 't Is zoo ik hoorde vandaag op kantoor van het geval. In elk geval Boeten we het goed met hem maken. V'e zullen ons verontschuldigen. Doe dat niet, je zou mij belache- ijk maken. Laten we er liever wat ttxders op vinden. Juffrouw Rooylioed had den heelen lag getreurd, 't Was of met de gans laar levensgeluk weggewaaid was. in 't was ook geen kleinigheid, als ïen drie maandexx or voor gespaard eeft. En 't meest hinderde het haar, at het haar eigen schuld was, ze ad de gans beter vast moeten bin- 3D. Eu toen haar man 's middags thuis iwam. :i goed maakte dat hij 's och- ends boos was weg gegaan, liep de t harer smart over. Vrouwtje, wc zullen ons een an- lere feoopen, riep hij in een lichtzin- dge opwelling uit. Baar heb ik ook al aan gedacht, naar het zal een heel gat in onze leurs rnaken, en het rechte pleizier lebben we er toch niet meer van. Er werd gebeld. Ga jij kijken, Henri, verbeeldje, Bat het de gans eens was. Kom, hoe zou dat nu kunnen Ganzen waaien wei weg, maar niet weer terug. Hij ging naar voren, kwam een oogenblik later juichend terug, een groote vette gans boven zijn hoofd zwaaiend. Er was een brief bij „Beste Rooyhoed „Ik heb toevallig van het onge lukje van je vrouw gehoord, „vergun me je een kleine compen- „satie aan te bieden. Opdat de „vogel echter weer niet zou weg- „waaien, heb ik zijn vleugels wat „bezwaard, hetgeen ge, als eene „kleine erkenning voor uw trou- „we plichtsbetrachting, wel als „een verjaringsgeschenk zult wil- „len aanvaarden. „Met hartelijke gelukwenschen. BERGER. Met bevende vingers maakte Rooy hoed de papiertjes van de vleugels der gans los. In elk zat een gouden tientje. Lij keil ver branding op Bali Het eiland Lombok, ten oosten van Java, waar nu door een espeditie van ons Indisch leger het Neder- landsch gezag eerst onlangs goed ge vestigd is, bestaat nog de oude Hin doegodsdienst met zijn erfelijke kas- tenverdeeling en tot de laatste expe ditie de verbranding van de wedu wen tegelijk met de verbranding der lijken van de echtgenooten. De Duitscher A. Heger geeft een be schrijving van een lijkenverbranding op Bali. Hij schrijft: Een hoofdzaak van den eeredienst der Baliërs is de verbranding van de lijken, waarbij de hoogere standen heel wat praal ten toon spreiden. Toen ik zulk een feest bijwoonde, was het bijzonder plechtig, want er zouden uit één familie twee lijken, dat van een oude Balineesche dame en dat van haar nicht verbrand wor den in de hoofdplaats Tjakra Negara, waar de Hollanders in 1894 door ver rassing zulk een gevoelig verlies le den. Van Mataram, een naburige stad, komend, kwamen we bij het sterfhuis, of liever bij 't huis vanwaar 1 de optocht beginnen zou, aan en von den daar reeds een groote menigte toeschouwers, die zich in de straat en op een plein opgesteld en zich op Indische manier op de hurken neer gezet hadden. Het grootste deel was op zijn Zon- dagsch gekleed in zijden lendendoe ken en velen hadden nog buisjes met zeer nauwe mouwen aan. Ze zaten tegenover een uit bamboe- riet vervaardigde toestel, of draag- bareu brandstapel, die met allerlei versierselen behangen was. Daarop moesten de beide lijken naar de brand plaats gebracht worden. De lijken lagen in een daartoe ge bouwde zaal, op de derde binnen plaats van een der Balineesche tem- s. Daar lagen ze reeds een jaar, sterk gewikkeld in rotan onder een berg van allerlei stoffen; ieder lijk had een eigen stapel. Naast de lij ken waren begrafenisgeschenken, sie raden, maar vooral voorwerpen zoo als die daar in het dagelijksch leven te pas komen. Op twee groote uit ro tan of bamboe gevlochten schalen stonden de offergaven, meestal spij zen, in hoofdzaak, rijst op verschillen de wijzen toebereid, maar. ook gebak, gebraden biggen enz. De feest-kleeren der gestorvenen werden eveneens ten toongesteld. Voor het gebouw maakte een Bali- neesch orkest, de zoogenaamde game lan, die in hoofdzaak met de Javaan- sche gamelan overeenkomt, muziek. De plechtigheid begon met het op komen van een aantal vrouwen en meisjes, die de offergaven opnamen en het huis uitdroegen. Dan werden de lijken onder de bergjes stoffen uit gehaald en uit den tempel gebracht, waar een dertigtal mannen, alleen met den lendendoek gekleed, ze on der geweldig geschreeuw opnamen en op den draagbaren brandstapel plaat sten, dien ze opnamen en door een langen stoet gevolgd naar de ver- brandplaats brachten. Die plaats is niet in den tempel zelf; ze is waar de straat tusschen de stadsmuren, waar de beek, die door de stad stroomt, zich verbreedt. Daar staat op een terras een tweede houten toestel, waar de in rotan gesnoerde lijken gelegd worden. De bodem on der deze lijksteden bestaat uit dunne boomstammen die met een laag leem bedekt is om de heenderen, die bij 't verbranden uit den eigenlijken brand stapel vallen, op te vangen en te kun nen verzamelen. Een aantal in bet wit gekleede jon gens voert onder leiding van een aan voerder, bewegingen uit, die op mili taire oefeningen lijken, omdat zij zich daarbij van houten sabels en ge weren bedienen, maar vrij zeker niet anders zijn dan de bij vele volken gebruikelijke doodendansen. Daarbij hoort ook een phantastisch gekleed jongeling, die met eenige vaandragers dansen uitvoeren, die een voorstelling moeten zijn, van de plechtigheid. Onderwijl hebben de rouwdragen- den zich aan één kant van de ver brandingsplaats opgesteld. Dan worden naar de daar gevolg de gewoonte een groot aantal met water gevulde vaten, die er reeds ge plaatst zijn op de lijken uitgegoten en stukgeslagen, terwijl af en toe een priester op het terras klimt en eenige gebeden opzegt. Langzamerhand was de avond ge vallen en daar de schemering tus schen de keei-kringen niet lang duurt, werd eindelijk 't hout, waarop de lij ken liggen aangestoken en zoo ook het toestel, waarop ze neergelegd zijn. Snel sloegen de vlammen op en wa ren de lijken en de brandstapel ver teerd en het was nacht als de menigte de plaats verliet. De beenderen, die bij zulk een wij ze van verbranden niet verteren maar slechts gedeeltelijk verkolen, worden met groote zorg verzameld en ge borgen in een lijkbus, die gewoonlijk een paar dagen later naar de zeeha ven Ampenan gebracht en daar in zee leeg gegooid wordt. De schrijver zegt: de verbranding van de weduwen komt zelden meer voor, omdat de Nederlandsche regee ring dat streng verboden heeft. Voor dat verbod zullen zeker en niet het minst de vrouwen daar, al thans in de toekomst, onze regeering dankbaar zijn. (P. B.) DAMRUBRIEK. Verantwoordelijke redacteuren: H. E. Lantinga, C. E. Visse, C. II. B. Tollen aar. Oplossingen in te zenden aan den beer H. E: Lantinga, Barendsestr. fa EEN GESPEELDE PARTIJ DOÖR J. L. VELDE, te O verveen. Met Wit speelt eerst en wint. /.wart 1 2 3 4 5 46 47 Wit Stand Wit. Schijven op 21 27 31 34 37 39 43 44 47 en 48. Zwart. Schijven op 9 10 11 12 13 14 16 18 20 en 23. Oplossing Probleem No. 47 (21 ter mededinging) is 24—26, 28—22, 38-32, 20—14, 14 5, 5 45. Goed opgelost door de heeren C. Serodini, G. P. Heck. J. N. Arendsen, F. M. v. d. Werf, P. M. v. d. Sluijs, allen te Haarlem W. A. Z. D., Ruhrort J. L. Velde, Overveen P. J. Oostwouder, Vijfhuizen (Haar lemmermeer) W. I-I. de Klerk, Bloe- mendaal W. C. Faas, Overveen. UIT HET DIERENLEVEN. In de Nation, hot Engelsche week blad, tracht een schrijver aan te too- nen, dat de jongen van dieren, die in 't wild leven, de vrees voor den menseh niet als een natuurlijke inge ving hebben. Hij vertelt van proeven genomen met hazen, wilde konijnen en allerlei soort vogels, die spoedig na de geboorte met menschen in aan raking gebracht, niet de minste vrees toonden. Ze waren wel, naar hun aard, schuw vbor plotselinge gelui den en onbekende dingen, die ze za gen, maar ze waren voor het genus homo niet bang. De jonge wilde ko nijnen toonden zelfs geen vrees voor honden. De slotsom van den schrijver is, dat do jongen door het oude geslacht in de vreeze des menschen opgevoed worden. Lange ervaring heeft de difc*- renwer&ld geleerd, dat de menseh ge vaarlijk is, en die kennis wordt de jeugd ingeprent. Let op jonge rou?- schen, besluit- de schrijverwanneer ze pas "ït zijn, kunt gij ze tot dichtbij naderenzijn piet bang voor u. Maar dan klinkt het waarschuwend sein van de oudernus- schen, en het jong vliegt weg. Na eenige dagen dus geleerd te zijn, weet het musschejong, dat het van den menseh op veiligen afstand moet blijven. DIEVEN MET BEROUW. Onder den voorraad brievexi en pak ketten, die .men in Italië bij gelegen heid van het Paaschfeest, op de bus heeft gedaan, vond men te Milaan ook een vrij dikke enveloppe, zonder adres. De postdirectie besloot, na ee- nig aarzelen, het pakje te openen, om na to gaan, of omtrent den rechtheb bende ook iets uit den inhoud zou blijken. Zeer verbaasd was men, een bundel aandeelen in staatsleeningen te vinden, ter waarde van 50.000 lire. Een briefje, dat er tusschen gestoken was, en met potlood klaarblijkelijk in haast geschreven, meldde, dat de 50.000 lire afkomstig waren van een diefstal met braak, ten nadeele van zekeren Somidso. De dieven, zoo Ter- zekerde het briefje verder, hadden er berouw over gekregen, dat ze den man zoo zeer benadeeld hadden en wilden op deze ongewone wijze deü bestolene weer in zijn eigendom her stellen. Zeer getroffen door dit blijk van in derdaad zeldzaam berouw, toog de postdirectie aan het onderzoeken! Het duurde niet lang, of de bewondering voor de deugdzame dieven bekoelde, want het bleek, dat de papieren zeer bezwaarlijk verzilverd konden wor den, en dat de dieven voorwerpen van waarde, die gemakkelijk te rer- koopen waren, reeds lang van de hand hadden gedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 15