HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEOg.ïï^,. haarlemsche Handelsvereeniging PARIJ3CHE BRIEVEN. Rirnienlaiisl Onze Lachhoek, FEUILLETON Eindelijk gewonnen r.^edgak. ty Kon. Beat. run 12 Not. IS&o De Haarlemsche Handelsvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni- ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om tenminste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. achter de wolken. Saperlipopette het is toch Mei„Les tristesses d'hiver enfin sont disparues" is de eerste re gel van een sonnet, gedicht door Hen ri Charles Read, den tecderen poëet, die op zijn negentiende jaar stierf.... Komaan, lieve zon, laat je niet uit het veld slaan door een paai- sombe re wolken. In Indië noemen de kolo- dat de Haarlemsche Handelsvereeni- nialen je den .„koperen ploert". Zijn ging steeds opneemt, als doende, watzij dan vergeten, hoe smachtend men hare hand vindt om te doen. in de zoogenaamde „gematigde" De voordeelen, die de Vereeniging I luchtstreken o, malle isotherische buiten hare bemoeiingen van ver- nomenclatuur- naar je lichen |.i warmte kan verlangen? Komaan, schalenden aard, haren leden aan- 'goiei^ doe als wijlen de Roi soleil en HET BESTUUR. XXIX. Zondagochtend. Tamelijk goed vveêr, mot een kleine dreiging van regen. Doch de zon lachte geeltjes biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe j aarlij ksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en informatiën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz, enA. H. J. Merens, Spaame 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 2—4 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechtsge leerde adviezen werden in het afge- loopen jaar gegeven. In Februari en Maart 1908 zijn 57 vorderingen tot een bedrag van f 2579.33 betaald; 12 vorderingen wor den afbetaald, 16 vorderingen zijn uit gesteld. Men wordt geraden alvorens te le veren aan A. L. Corver, Kennemer- plein No. 3, J. van Kammen, Leld- scheplein 47 rood, ook wel adres op gevende Van Kranenburg, Schouw tjeslaan 25, N. Wiebes, vrachtrijder, Bloemeindaalsche Weg 209, Bloemen- daal, Mejuffrouw De Rooij, Lange Lakenstraat 7, D. J. Bekaar, hoofd commies der Posterijen, Johan van Ylietstraat, zich om inlichtingen te vervoegen aan het kantoor. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschonden te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen lijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennie dat alleen aan leden der Vereeniging zeg, met een variant op zijn woor den ,,Le ciel, c'est moi De zon verhoorde de bede, zoogde wolken op. Willen we naar Saiot-Cloud? Wat bii'ten'ucit inademen Zal wel niet regenen. All right! Maar over den v ater- weg. Da 's aangenamer dan pcr voer tuig èn goedbooper. Best. Goed idee. We stapten in een stoombootje^ aaa de kade terzijde van de Tuilerieën. Veertig centimes per tocht, op Zon en feestdagenvijf-en-twintig op ge wone dagen. Malle regeling eigen lijk. Het moest juist omgekeerd zijn, zooals bij andere dingen. Enfin,.... Het was een heerlijk tochtje. Een zachte koelte omwuifde je hoofd. Te drommelda boot schiet Saint- Cloud voorbij.... Zeg. bootsman, wat is dat voor flauwe aardigheid Waarom leggen we niet bij Saint-Cloud aan We stoppen vandaag alleen maar bij Longchamps. De wedren nen, meneer, de wedrennen.... Toen richtte ik het woord tot mijn metgezel, die voortdurend de rimpe lingen van het water scheen te be- studeeren Voyons, zullen we ook naar de wedrennen Gelijktijdig keken we in onze por- temonnaie, ieder in de zijne, gelijk tijdig riepen we uit: Het kan nog. Wedden uitgeslo ten. En zoo geschiedde het, dat wij uitgegaan om wandeltochten te ma ken op heuvelachtig terrein, er toe kwameni om te blijven staan op vlak ken grond, kijkende naar rennende paarden. qn Er waren toegangsprijzen van /u francs, van 5 francs en van 1 franc. Aangezien sportverslaggever^ niet tot onzen werkkring behoorde, zoo dat onze uitgaven onze eigen kas be troffen, er overmits de meeste jour nalisten geen Croesussen zijn. verge noegden wij ons met het nemen van plaatsbewijzen derde klasse. Het heeft me niet berouwd. In de eerste plaats hen ik een dolle liefhebber van wedrennen. In mijn jongelingsjaren was ile eon hartstoch telijk amateur-jockey. En de uit spraak, dat „er niks an is, te zien, dat 't eene paard, natuurlijk, harder loopt dan 't andere", vind ik óf gal genhumor óf een gruwzame banali teit. In de tweede plaats heb ik genoten van het zeer gemengde, beweeglijke en luidruchtige publiek der derde klasse. Bij Hippos of Hippocrates, welk een enthousiasme. Drie graden van geestdrift en vervoering. Eerst, bij het „aantreden" der paarden- waarop-jockeys, een verward stem mengegons, allegramente. Niet lang daarna, bij den afrit, een nog verwarder algemeen geschreeuw, agitato en con fuoco. Dan een stilte, die den storm voorafgaat. Een onrustig gekijk, met lijfsrekki.ag, halsverwringing en andere lichame lijke zelfvervormingen- naar het be gin van de rechte baan, die naar den eindpaal reikt. Ah daar zijn ze 1 Wat is dat? Burano voorop? En de twee favoris, Conquistador en Moni tor? Allemachtig, Monitor is derde, Conquistador vijfde. Wacht maar, Mo nitor haalt op. Wordt tweede. Wordt eerste. Conquistador schiet ook op. Bravo Monitor behoudt zijn plaats, onmiddellijk gevolgd door Burano en Conquistador. Daarachter nog zes paarden. Bravo, Monitor Misschien, dat Burano.... Hoera! 't Is Monitor! Monitor Monitor Het is dan een gebrul uit duizenden kelen, impe- tuoso en j ub i 1 oso. Daarna is het een geloop en ge draaf naar de wedhokjes, geloop en gedraaf van heeron, mannen, kna pen, dames, vrouwen, meisjes. De dochteren Eva's zijn beslist het luid ruchtigst. Zij kakelen, slaken gille tjes, knijpen louter uit extase, sprin gen, danseai, jubelen.... „'t Was aar dig om te zien", zong reeds Hiërony- «ïus van Alphen. ...En welk een mengelmoes van ta len Ik hoorde dien dag Fransch, Engelsch. Duitsch, Italiaansch, Spaansch, Russisch, Turksch, Ja- pansch, nog andere talen, Hollandseh in zoowaar ook... Maleisch. Tobat, rame sekalisjonge, wat 'u ani mo Een1 Indisch echtpaar, hun kindje en een baboe. De baboe zag er in haar Europeesche kleederdracht potsierlijk uit. Maar ze werd niét uit gejouwd, zelfs niet aangegaapt. Wacht maar als ze in Holland komt. Ziet ge daar aan den overkant, dicht bij do tribune van de Jockey- Club, dien erg kleinen, gladgeschoren man? Hij krabbelt heel vlug in. een reportersboekje, naar het schijnt. De eene of andere verslaggever mis- schien? Neen, het is Sem, de groote kleine Sem, de beroemde karikata- ist, wiens bijtende teekenstift zelfs de liet zich dan ook deerlijk voelen in de tentoongestelde wanproducten Opmerkelijk was ook, in tegenstel ling met de traditie in Holland, de vaderlijke kunstbescherming van den staat, der Fransche regeering. Bij menig stuk stond „commandé par l'ECat", of„acquis par l'Etat". Hier i3 kunst zelfs meer dan regeermgs- zaak hier is ze regccringszórg. De zaken staan, helaas, anders tus- schen Terschelling en Terneuzen. Vier dingen op de tentoonstelling deden mij aan Holland denken. „Une familie des Pays-Ba9" van madame Cecil Jayeen Goesche boerin met een kindje op den arm en haar halfwassen dochter voorop. Frisch geschilderd, met felle, wat al te helle kleuren. On-Hollandsch van toon.'Toch zeer knap werk. Gewoon lijk zien de Franschen alle Daatjes en Doortjes mooier dan ze zijn en het Hollandsche landschap hier een laantje, waarnaast een sloot te ondiep. „Hendrika" van Gustave Popelin, een meesterlijk portret, „en buste" en „en profil", van een dame met een intelligent uiterlijk, die zich voor de ze gelegenheid getooid had met een boerinnenkap en een bont. Zulke boerinnen heb ik nooit in Holland gezien, zelfs niet op bals costumés. De ethnologische onwaarde echter daargelaten, treft, de schilderij on middellijk door de warmte van kleu ren, de fijnheid van tinten en de allerhoogste oomes en tantes niet verbluffende zekerheid van toets. spaart. En het zonderlingste ten de ze is wel, dat, hoe schrikwekkend be lachelijk Sem zijn sujetten ook af beeldt, iedereen er naar haakt, door dezen spotvogel gekarikaturiseerd te worden. Want zoo'n spotprentje van Sem heeft hier ongeveer de beteeke- nis van den ridderslag tot een-opge- mei-kte-in-het-Parijsche leven. De ij delheid openbaart zich op duizen derlei manieren. Larochefoucauld leen had wel gelijk,'toen. hij scherp neêr- schreef„Wolke ontdekkingen men ook heeft gedaan op het gebied der eigenliefde, er blijft nog altijd veel onbekend terreiu over". Ik heb wel eens wedrennen te Woestduin bijgewoond. Vergeleken met die te Longchamps, zijn ze wel duinerig, doch net tegendeel van woest te noemen. Vol was het dien Zondag, op de wedrennen te Longchampsvol was het, een anderen Zondag in het Sa lon van do Champs Elysées. Zóó vol, dat er van een kalm, rustig beschou wen der schilderijen, in de zalen van het. Grand Palais, geen sprake kon zijn. De menschen verdrongen er elkander letterlijk. Voor een volgend bezoek kies ik beslist geen Zondag middag uit, Van do mooie schilderij en, welke, ongelukkig, laag hingen, kon men gemeenlijk niet meer dan fragmenten zien; een opeengepakte menschen menigte wriemelde ervoor. Vooral Engelschen en Amerikanen, van beiderlei kunne, waren erg hin derlijk; vlak voor het doek maakten zij gezichtsbewegingen, alsof ze voor de appreciatie van een schilderij ook hun reukorganen noodig hadden. Vrijer en rustiger kon men kijken in de afdeel ing der beeldhouw wei-ken, gelijkvloers. Het is hier de plaats niet, om, zelfs vluchtig, een overzicht te geven van de tentoongestelde werken. Voor het groote publiek heeft een dergslïjk verslag slechts dan zijn waarde, als het verlucht wordt door welgeslaag de photograph ische reproducties niet op krantenpapier. Intusschen kan ik niet nalaten, een paar opmerkingen omtrent deze tentoonstelling te maken. Welk een reusachtig verschil met de tentoonstelling der „artistes indé- pendants". waarover ik een vorigen keer schreefHet is waarachtig toch maar goed, dat er een jury bestaat die zooveel mogelijk waakt tegen het binnensluipen van kladwerk. Zoo'n jury moge zich wel eens vergissen en sommige jury-leden mogen zich ten opzichte van dezen of genen wel eens bezondigen aan protectionisme, favo- ritisme of wat erger is aan ran cune en soortgelijke gevoelens over den grooten hoop van inzendingen zijn die afwijkingen van de volstrek te begripsvaardigheid en onpartijdig heid nauwelijks waarneembaar. En ik heb onder de 5162 inzendingen niet één werk gezien, dat althans niet van voldoende technische vaardigheid van den maker getuigde. Dat is zeer geruststellend. „Sans jury ni recom penses" was het daarentegen bij de zoogenaamde onafhankelijke artisten bij St. Lucas, die anarchie in kunst Doch Hendrika ken het model niet geheeten hebbenbet zal wel Hen rietta of Harriet zijn geweest. „Effet de lune en Hollande" van Georges Philibert-Charles Maroniez gezicht op een haven, bij maanlicht. Een der beste schilderijen van de gansche tentoonstelling. Een ding van gevoel en van diepte. Van tech nisch meesterschap ook. Alleen... al- het kón geen haven in Holland zijn. Zulke luchten ziet men er niet. Wel heb ik ze in Italië gezien. Enfin, voor mijn part verandere men het onderschrift. Overigens als men, vreemd genoeg, Amsterdam het Noordsche Venetië gelieft te noe men.... Het vierde stuk, dat ik bedoel, heb ik nog niet gezien. Doch, in den ca talogus bladerende, viel mijn oog o. a. op No. 1312: „Au Conservatoi re des Arts et Métiers" van Martin Monnickendam, geboren te Amster dam. Eenige jaren geleden heb ik voor dezen kunstenaar moeten posee- ren. Deze week zal ik met aandacht zijn werk aanschouwen. Ik heb nog veel meer over deze ten toonstelling te zeggen. Doch mijn brief is al onmatig lang geworden. Buitendien moet een kroniekschrij ver steeds indachtig zijn aan het: „Glissez, mortels, n'appuyez P&s- OTTO KNAAP. NEDERLANDSCHE TUINBOUWRAAD. Donderdagmiddag is te Utrecht, onder voorzitterschap van den direc teur-generaal van den landbouw, den heer H. J. Lovink, do vergade ring gehouden tot stichting van den Nederlandsehen Tuinbouwraad. Vertegenwoordigd waren 46 veree- nigingen, em daaronder alle groote', t< zamen 17000 leden tellend. Direct werd overgegaan tot behan deling der ontwerp-statuten. Het doel van den Nederl. Tuin bouwraad wordt uitgedrukt in art. 3, waarin wij lezen, dat de N. T. streeft naar a. verspreiding en vermeerdering van vakkennis b. verbetering van cultuur en ver hooging van productie c. bevordering van den afzet en ver betering van handelsgebruiken en credietwezen d. behartiging van de sociale en de economische belangen van de tuin bouwers. Discussie ontstond over de vraag, waar de Raad zou worden gevestigd. De heer Johs. de Breuk (Haarlem) gaf een warme aanbeveling voor Haarlem, er op wijzend, dat deze stad het centrum is van de twee tuinbouwenda provinciën Noord- en Zuid-Holland. De eventueele stich ting van het Krclage-huis. waar bet bureau zou kunnen worden onderge bracht, was eveneens een aanbev> ling voor Haarlem. Ook de burgemees ter en andere notabelen van die ge meente interesseeren zich zeer "voor deze aangelegenheid. Baron de Grancy, Vucht, verklaar de zich voor Utrecht of Den Haag. doch achtte Haarlem ongewenscht, terwijl de heer A. van Naamen een lans brak voor Rotterdam. Waar het, zoo zei deze spreker, allereerst de be doeling van den Tuinbouwraad zal zijn de handelsbelangen voor te staan, daar moet het bureau geves tigd worden in onze eerste handels stad van Nederland, en dat is Rotter dam. Nadat nog anderen het woord had den gevoerd werd besloten met groo te meerderheid dat 's-Gravenhage de zetel zal zijn van den Ned. Tuinbouw raad. Hierna werden de statuten en bloc goedgekeurd. Alsnu werd de vergadering ge schorst ten einde den leden gelegen heid te geven over de candidaatstel- ling voor het Centraal Bestuur met elkaar te overleggen. Na deze pauze deelde de voorzitter mede, dat bij hem waren ingekomen de volgende candidaten-lijstjes voor het C. B. voor de groep boomteelt de heeren H. Looymans, Oudenbosch A. Keessen Jr., Aalsmeer, en P. Otto- lander te Boskoopvoor de groep zaadtcelt de heerenB. Ruvs, De- demsvaart; S. Groot, Enkhuizen, en A. van Naamen, Zwijndrecht; voor de groep bloembollenteelt de heeren: E. H. Krelage, Haarlem G. Kruyff, Sassenheim, en W. G. Droog, "Haar lem voor bloementeelt de heeren J. C. de Lange, Rotterdam J. B. Bal lego, Leiden, en A. C. Valeton, Hees. Nu niet meer candidaten waren opgegeven, stelde de voorzitter voor, deze heeren bij acclamatie te benoe men, wat geschiedde. Voor de groe pen ooftteelt en groententeelt ging 'r. minder vlug, omdat hiervoor respec tievelijk 6 en 7 candidaten werden gesteld. Ten slotte werden gekozen voor ooftteelt do heeren C. v. Len- nep, EistA. M. Welling, Naaldwijk en W. Kooiman, Bovenkarspelen voor groententeelt de heeren S. Zee man, Zuid-ScharwouóeH. M. Vel- ders, Den Haag, en J. Klok, Leeu warden. Thans kwam aan de orde de ver kiezing van een voorloopig voorzit ter. Op voorstel van den heer Krelage werd de heer Lovink bij acclamatie gekozen. Deze liet zich de benoeming welgevallen. Ook de tijdelijke secretaris, de heer Bonthuis, zal als zoodanig aan blijven. „Voor de vergadering uiteengaat" zei do heer Lovink, „wensch ik nog machtiging te vragen voor het vol gende „Keurt de vergaSering het goed, dat door het Centraal Bestuur voorstellen worden ontworpen- om te komen tot een onderlinge verzeke ring voor de tuinbouwongevallen Door applaus werd hiermede in stemming. betuigd. En verder„Krijgt het Centraal - Bestuur machtiging om alles te doen wat het meent dat in het belang is van den Nederl. Tuinbouw om dezen tak van ons volksbestaan waardig te vertegenwoordigen op de groote tuin bouwtentoonstelling, die het volgend jaar in Berlijn zal worden gehou den?" Ook dit keurde de vergadering gced. Ten slotte bracht baron de Grancy hartelijk dank aan de voorloopige commissie, tn feliciteerde haar met het groote succes van dezen dag. Speciaal brlacht hij woorden van hulde aan den voorzitter, die naart zijn vele werkzaamheden nog tijd wist te vinden zich zoo geheel be langloos voor den tuinbouw te geven. Hierna werd de vergadering ge sloten. HET SNELSTE. Mijn zoon, zei een zuinig huis vader, een exprestrein bereikt eeri groote snelheid, licht beweegt zich snel, kometen zijn vermaard om snelheid waarmee ze vallen, maar, vergelijkenderwijs gesproken, jongen zijn al doze snelheden nog maar kleinigheden. Waarmee dan vergeleken, va der Met de snelheid, mijn jongen, waarmee 25 gulden verdwijnen, ala het bankje van 25 eenmaal gewis seld is. EEN STUDENT-BETALER. Meneer 1 Student gaat door. Meneer.... meneer.... Student kijkt om. O, ben jij 't, Van Lent Ja, meneer ik ben zoo vrij.... maar ik tref u zoo weinig en dat pak, dat u daar aan hebt, is bijna al versleten.... en het geld kan ik zoo goed gebruiken mijn vrouw... Kerel, ben je heelemaal I Hier op straat 1 Als je me manen wilt, kom dan bij me op m'n kamer, ver sta je, en dan zul ik je.... do trappen afsmijten DE OORZAAK. Jan zei de vrouw des huizes streng. De knecht keek op met een schul dig gezicht. Hoe komt het, Jan, dat ik, als ik in de keuken kom, Je altijd kalm vind zitten met de courant, terwijl je werk maar ligt te wachten Och, mevrouw, antwoordde de knecht, dat zit 'm in die oude tennis schoenen met gutta-percha zolen, die u altijd in huis draagt. EEN GOED LEERLING. Gouverneur {van een prins) Hoe heet de groote binnenzee tusscheif Europa en Azië, Hoogheid De prins werpt op dat oogenblilt bij ongeluk den inktkoker om. Gouverneur Zeer juist, Hooeheid, de Zwarte Zee. NEDERLANDSCH GYMNASTIEK- VERBOND. Bondsfeest 1908 te Amsterdam. Het sportterrein achter het Rijks museum, waar 's winters de schaat senrijders der Amsterdamsche IJs club zich vermaken, begint er nu langzamerhand anders uit te zien. Sedert Maandag worden er gebouwd de tribunes en weggegr.aven de bin nendijken om de krabbelbaan, om te komen tot een feestterrein, voor het aanstaande 20ste Bondsfeest ter vie ring van het 40-jarig bestaan van het Nederlandsch Gymnastiek Verhoud, dat onder het eere-voorzitlerschap van den burgemeester mr. W. F. van Leeuwen te Amsterdam zal plaats vinden. Nader deelt men ons mede, dat de buitenlandsche deelname zeer belangrijk belooft te zijn, reeds al léén uit België komt een 3 4 hon derdtal turners ter bijwoning van de feesten. VAN 'T KRUYS OP AUDIËNTIE BIJ Z. II. DEN PAUS. Van 't Kruys, die thans te Rome' vertoeft, werd 12 dezer door Z. H. den Paus in particuliere audiëntie ontvangen. De componist bood Z. H. de eah- tate en het feestlied aan, welke door hem werden gecomponeerd, ter gele genheid van 's Pausen priesterjubi leum, cn Z. H. toonde zich zeer in genomen met deze hulde, naar merf weet, een feestuitgave van het tijd schrift „De Engelbewaarder". Do Paus sprak den wensch uit, dat Van 't Kruys zijne talenten ook in' het vervolg (al is hij niet-Kathoiiek) zou dienstbaar willen stellen voor de Katholieke kerk, zooals hij tot nu toe deed, e i schonk hem zijn bijzon deren Apostolischen zegen, tevens alle wenschen inwilligend, die Van 't Kruys, namens zijne Nederland- sche Katholieke vrienden Z. H. over bracht. De Z.Eerw. heer dr. Eras, te Rome, vergezelde den componist bij dit be- zoek. CLANDESTIENE DRANKVERKOOP. In de onlangs verschenen rappor ten onzer drankwetsinspectie word§ medegedeeld, dat het aantal ver leende verloven in schier alle ge meenten van Limburg en Noord-Bra bant schrikwekkend groot is. Voor de politie schijnt het ondoen lijk het bedrijf der verlofhouders te controleeren. In vele gemeenten zien de dienaren der politie er niet naar om. Niet alleen de vergunninghouders klagen steen en been over de oneer lijke concurrentie, die verlofhoudera hun aandoen door clandestien ster ken drank te verkoopen in het kleitf,- ook burgemeesters en politiediena ren erkennen volmondig wel te we ten, dat de clandestiene verkoop in de bierhuizen brutaal wordt gedreven. Zij voegen cr echter bij, 'dat hei hoogst moeilijk is overtredingen te controleeren, die volgens de wet straf baar gesteld zijn. In vele gemeenten* is het aantal verlof in richtingen dafi ook 8 tot 10 maal zoo groot als hei wettelijk maximumvergunningen. (L. K.) Uit het Engelsch. 45) Haar uitgestoken handen namelijk lagen ineengevouwen en haar vin gers waren in voortdurende bewe ging. In de kamer was niets te hoo- ren dan het tikken van de klok, en Charnock zocht steun tegen de deur, terwijl deze doodsche stilte hem als lood zoo zwaar op het hart lag. Zelfs het geluid van haar schreien zou hem welkom geweest zijn, omdat het deze angstaanjagende stilte verbro ken zou hebben. Al zijn twijfel, zijn argwaan ver dween bij het aanschouwen van deze wanhoop., en hij stond daar zelf diep wanhopig als een getuige van wan hoop. Langzaam ging hij naar de ta fel toe en zich voorover buigend nam hij de handen der vrouw zacht in de zijne. Miranda, fluisterde hij, en nog eens Miranda En uit zijn stem sprak dezelfde in nigheid als vroegerj toen hij dien naam voor het eerst had genoemd boven op het balcon van St James Park. Miranda hief het hoofd niet op, maar haar handen beantwoordden zijn druk. Zij wist op dat oogenblilt ternauwernood, wie lot haar sprak, maar zij voelde de liefdevolle aan raking van zijn handen en den war men toon van zijn stem als een wel daad. Charnock boog zich dieper tot haar over. Ik heb je lief, sprak hij zacht, ik heb je lief, Miranda Daar hief zij het hoofd op en keek hem met een blik van niet begrijpen aan. Ik heb je lief, herhaalde hij nog eens. Zij keek naar haar handen, die hij nog altijd vasthield, en haar geheele lichaam beefde. En ten derdenmale begon hij Ik heb je lief 1 Nu begreep zij hem. Zij bevrijdde haar handen, strekte de armen uit, on schoof, ja, stiet hem in haar heftigheid van zich af. Neen, het is niet waar riep zij, het is niet waar 1 En bijna smeekend ging zij voort Zeg, dat het niet waar is Zeg het dadelijk, als 't u belieft Zeg mij, dat u geen waarheid sprak, dat roedelijden u de woorden ingaf, alleen medelijden, en haar stem sidderde van angst Angst sprak ook uit haar oogen. Zeg mij, dat ge meer hebt, dan ge zeggen wildet Dat kan ik wel, antwoordde hij, want toen ik hier in de kamer kwam dacht ik er niet aan zoo te spreken, als ik sprak. Maar toen zag ik u, ik keek naar uw handen en hij haal de diep adem en toen kon ik de waarheid niet langer verzwijgen. Want wat ik gezegd heb, is waar. Neen 1 riep zij. Volkomen waar, herhaalde hij kalm. Haar afwerende armen vielen langs haar lichaam neer. Zij knikte met het hoofd, als wilde zij de waarheid van zijn woorden bevestigen. Ja, zei ze, ik merkte het van middag. In den tuin heeft u het mij al gezegd en al wilde ik er ook niets van' weten, ik wist het toch. Toen stond zij van haar stoel op en ging voor het venster staan. Charnock bleef zwijgen en in span ning wachtte hij op haar antwoord, ofschoon hij het vreesde. Na een lan ge poos begon zij te spreken, lang zaam en zonder hem haar gelaat toe te keeren. Zij sprak woorden, die hij niet begreep. Liefde.... zei ze op verwonder den toon, is zij zoo gemakkelijk te winnen En door zulke onwaardige middelen Dan is de liefde zelf niet veel waard, dan is zij een onbe langrijk iets, dat niet van langen duur kan zijn. En plotseling had alle kalmte haar verlaten, zij scheen door een storm van hartstocht te worden meege sleept. Met bevend gelaat riep zii uit Een vriend heb ik noodig geen minnaar Maar in mij vindt u beiden, antwoordde Charnock, de eene hand op de tafel gesteund, boog hij zich tot haar over ln mij vindt u bei den. Och, stiet Miranda uit, en vlug had zij zich omgewend. Zijn beweging navolgend, leunde zij met haar hand op de tafel en boog zich tot hem over. Maar om den eenen te krijgen, moet ik mij eerst den anderen ver schaffen Als ik een vriend hebben wil, moet ik eerst voor een minnaar zorgen, en zij ging plotseling ach teruit en richtte zich hoog op. Nu, goed dan, en er klonk een scherpe toon uit haar stem, alsof zij zooeven een ontdekking had gedaan. Ik mag geen van beiden hebben, ik wil geen van beiden hebben ik heb er geen noodig. Zij keek Charnock vastbesloten aan, als voelde zij zich tegen alle verzoeken van zijn kant gepantserd. Maar hij verzocht haar niets. Hij streek met zijn hand over het voor hoofd en keek haar verward aan, als begreep hij er niets van.. Ik heb altijd alleen met mannen en met niets anders dan mannen te doen gehad. Ik zou graag willen, dat ik een vrouw beter kon begrijpen. Zijn eenvoudige manier van doen maakte meer indruk op haar, dan alle mogelijke beweringen, en ont nam haar heur laatste restje zelfbe- heersching. Och, beste Charnock, riep zij met een lachje, dat meer aan een snik deed denken, ik weet niet eens, of wij ons zelf altijd begrijpen, en zij liet zich weer in haar stoel vallen en bedekte het gelaat met de han den. Daar hoorde zij, hoe Charnock van de tafel af naar haar toekwam, maar zij was bang nog eens de aanraking van zijn hand te zullen voelen, of al was het alleen maar zijn jas langs haar japon te voelen strijken. Zij nam haar handen van het gelaat en strekte afwerend de armen uit. Ik heb u niet noodig, zeidc ze langzaam, op vreemd-ruwen toon. Dit eene begrijp ik en weet ik in elk geval heel precies. U moet weg Ga toch Ga toch Ik heb u niet noodig En deze woorden, ditmaal heel kalm on zonder eenigen hartstocht uitgesproken, troffen Charnock als een slag. Hij stond daar als had hij zijne* bezinning verloren. Langzaam schudde hij het hoofd1. Miranda haalde diep adem. Ga nu heen, herhaalde zij. U heeft mij dus niet noodig vroeg hij, en of het in zijn toon vaii spreken of in zijn blik lag, Miranda begreep plotseling uit deze kort* vraag, hoezeer hij gebouwd had op de meening, dat zij hem nood!® had. Het viel haar onuitsprekelijk moei lijk hem te antwoorden Neen, ik heb u niet noodig, eü zij waagde het niet er nog een enkel woord aan toe te voegen. Charnock greep in zijn borstzak,- nam er een couvert uit en uit hei couvert een handschoen. En toch werd mij dit toege stuurd. Hij legde den handschoen op de tafel. U heeft hem mij gezonden. Miranda nam hem op. Hij logenstraft uw woorden, zei- de Charnock. Miranda keerde den handschoen om en streek hem glad op haar knieën. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5