HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEOg.ïï^,.
haarlemsche
Handelsvereeniging
PARIJ3CHE BRIEVEN.
Rirnienlaiisl
Onze Lachhoek,
FEUILLETON
Eindelijk gewonnen
r.^edgak. ty Kon. Beat. run 12 Not. IS&o
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om tenminste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
achter de wolken. Saperlipopette het
is toch Mei„Les tristesses d'hiver
enfin sont disparues" is de eerste re
gel van een sonnet, gedicht door Hen
ri Charles Read, den tecderen poëet,
die op zijn negentiende jaar stierf....
Komaan, lieve zon, laat je niet uit
het veld slaan door een paai- sombe
re wolken. In Indië noemen de kolo-
dat de Haarlemsche Handelsvereeni- nialen je den .„koperen ploert". Zijn
ging steeds opneemt, als doende, watzij dan vergeten, hoe smachtend men
hare hand vindt om te doen. in de zoogenaamde „gematigde"
De voordeelen, die de Vereeniging I luchtstreken o, malle isotherische
buiten hare bemoeiingen van ver- nomenclatuur- naar je lichen
|.i warmte kan verlangen? Komaan,
schalenden aard, haren leden aan- 'goiei^ doe als wijlen de Roi soleil en
HET BESTUUR.
XXIX.
Zondagochtend. Tamelijk goed
vveêr, mot een kleine dreiging van
regen. Doch de zon lachte geeltjes
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe j aarlij ksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz, enA. H. J. Merens,
Spaame 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 2—4 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechtsge
leerde adviezen werden in het afge-
loopen jaar gegeven.
In Februari en Maart 1908 zijn 57
vorderingen tot een bedrag van
f 2579.33 betaald; 12 vorderingen wor
den afbetaald, 16 vorderingen zijn uit
gesteld.
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan A. L. Corver, Kennemer-
plein No. 3, J. van Kammen, Leld-
scheplein 47 rood, ook wel adres op
gevende Van Kranenburg, Schouw
tjeslaan 25, N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloemeindaalsche Weg 209, Bloemen-
daal, Mejuffrouw De Rooij, Lange
Lakenstraat 7, D. J. Bekaar, hoofd
commies der Posterijen, Johan van
Ylietstraat, zich om inlichtingen te
vervoegen aan het kantoor.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschonden
te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend is
dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
lijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennie
dat alleen aan leden der Vereeniging
zeg, met een variant op zijn woor
den ,,Le ciel, c'est moi
De zon verhoorde de bede, zoogde
wolken op.
Willen we naar Saiot-Cloud?
Wat bii'ten'ucit inademen Zal
wel niet regenen.
All right! Maar over den v ater-
weg. Da 's aangenamer dan pcr voer
tuig èn goedbooper.
Best. Goed idee.
We stapten in een stoombootje^ aaa
de kade terzijde van de Tuilerieën.
Veertig centimes per tocht, op Zon
en feestdagenvijf-en-twintig op ge
wone dagen. Malle regeling eigen
lijk. Het moest juist omgekeerd zijn,
zooals bij andere dingen. Enfin,....
Het was een heerlijk tochtje. Een
zachte koelte omwuifde je hoofd.
Te drommelda boot schiet Saint-
Cloud voorbij....
Zeg. bootsman, wat is dat voor
flauwe aardigheid Waarom leggen
we niet bij Saint-Cloud aan
We stoppen vandaag alleen
maar bij Longchamps. De wedren
nen, meneer, de wedrennen....
Toen richtte ik het woord tot mijn
metgezel, die voortdurend de rimpe
lingen van het water scheen te be-
studeeren
Voyons, zullen we ook naar de
wedrennen
Gelijktijdig keken we in onze por-
temonnaie, ieder in de zijne, gelijk
tijdig riepen we uit:
Het kan nog. Wedden uitgeslo
ten.
En zoo geschiedde het, dat wij
uitgegaan om wandeltochten te ma
ken op heuvelachtig terrein, er toe
kwameni om te blijven staan op vlak
ken grond, kijkende naar rennende
paarden. qn
Er waren toegangsprijzen van /u
francs, van 5 francs en van 1 franc.
Aangezien sportverslaggever^ niet
tot onzen werkkring behoorde, zoo
dat onze uitgaven onze eigen kas be
troffen, er overmits de meeste jour
nalisten geen Croesussen zijn. verge
noegden wij ons met het nemen van
plaatsbewijzen derde klasse.
Het heeft me niet berouwd.
In de eerste plaats hen ik een dolle
liefhebber van wedrennen. In mijn
jongelingsjaren was ile eon hartstoch
telijk amateur-jockey. En de uit
spraak, dat „er niks an is, te zien,
dat 't eene paard, natuurlijk, harder
loopt dan 't andere", vind ik óf gal
genhumor óf een gruwzame banali
teit.
In de tweede plaats heb ik genoten
van het zeer gemengde, beweeglijke
en luidruchtige publiek der derde
klasse. Bij Hippos of Hippocrates,
welk een enthousiasme. Drie graden
van geestdrift en vervoering. Eerst,
bij het „aantreden" der paarden-
waarop-jockeys, een verward stem
mengegons, allegramente. Niet
lang daarna, bij den afrit, een nog
verwarder algemeen geschreeuw,
agitato en con fuoco. Dan een
stilte, die den storm voorafgaat. Een
onrustig gekijk, met lijfsrekki.ag,
halsverwringing en andere lichame
lijke zelfvervormingen- naar het be
gin van de rechte baan, die naar den
eindpaal reikt. Ah daar zijn ze 1
Wat is dat? Burano voorop? En de
twee favoris, Conquistador en Moni
tor? Allemachtig, Monitor is derde,
Conquistador vijfde. Wacht maar, Mo
nitor haalt op. Wordt tweede. Wordt
eerste. Conquistador schiet ook op.
Bravo Monitor behoudt zijn plaats,
onmiddellijk gevolgd door Burano
en Conquistador. Daarachter nog zes
paarden. Bravo, Monitor Misschien,
dat Burano.... Hoera! 't Is Monitor!
Monitor Monitor Het is dan een
gebrul uit duizenden kelen, impe-
tuoso en j ub i 1 oso.
Daarna is het een geloop en ge
draaf naar de wedhokjes, geloop en
gedraaf van heeron, mannen, kna
pen, dames, vrouwen, meisjes. De
dochteren Eva's zijn beslist het luid
ruchtigst. Zij kakelen, slaken gille
tjes, knijpen louter uit extase, sprin
gen, danseai, jubelen.... „'t Was aar
dig om te zien", zong reeds Hiërony-
«ïus van Alphen.
...En welk een mengelmoes van ta
len Ik hoorde dien dag Fransch,
Engelsch. Duitsch, Italiaansch,
Spaansch, Russisch, Turksch, Ja-
pansch, nog andere talen, Hollandseh
in zoowaar ook... Maleisch. Tobat,
rame sekalisjonge, wat 'u ani
mo Een1 Indisch echtpaar, hun
kindje en een baboe. De baboe zag
er in haar Europeesche kleederdracht
potsierlijk uit. Maar ze werd niét uit
gejouwd, zelfs niet aangegaapt.
Wacht maar als ze in Holland
komt.
Ziet ge daar aan den overkant,
dicht bij do tribune van de Jockey-
Club, dien erg kleinen, gladgeschoren
man? Hij krabbelt heel vlug in. een
reportersboekje, naar het schijnt. De
eene of andere verslaggever mis-
schien? Neen, het is Sem, de groote
kleine Sem, de beroemde karikata-
ist, wiens bijtende teekenstift zelfs de
liet zich dan ook deerlijk voelen in de
tentoongestelde wanproducten
Opmerkelijk was ook, in tegenstel
ling met de traditie in Holland, de
vaderlijke kunstbescherming van den
staat, der Fransche regeering. Bij
menig stuk stond „commandé par
l'ECat", of„acquis par l'Etat". Hier
i3 kunst zelfs meer dan regeermgs-
zaak hier is ze regccringszórg. De
zaken staan, helaas, anders tus-
schen Terschelling en Terneuzen.
Vier dingen op de tentoonstelling
deden mij aan Holland denken.
„Une familie des Pays-Ba9" van
madame Cecil Jayeen Goesche
boerin met een kindje op den arm en
haar halfwassen dochter voorop.
Frisch geschilderd, met felle, wat al
te helle kleuren. On-Hollandsch van
toon.'Toch zeer knap werk. Gewoon
lijk zien de Franschen alle Daatjes
en Doortjes mooier dan ze zijn en het
Hollandsche landschap hier een
laantje, waarnaast een sloot te
ondiep.
„Hendrika" van Gustave Popelin,
een meesterlijk portret, „en buste"
en „en profil", van een dame met een
intelligent uiterlijk, die zich voor de
ze gelegenheid getooid had met een
boerinnenkap en een bont. Zulke
boerinnen heb ik nooit in Holland
gezien, zelfs niet op bals costumés.
De ethnologische onwaarde echter
daargelaten, treft, de schilderij on
middellijk door de warmte van kleu
ren, de fijnheid van tinten en de
allerhoogste oomes en tantes niet verbluffende zekerheid van toets.
spaart. En het zonderlingste ten de
ze is wel, dat, hoe schrikwekkend be
lachelijk Sem zijn sujetten ook af
beeldt, iedereen er naar haakt, door
dezen spotvogel gekarikaturiseerd te
worden. Want zoo'n spotprentje van
Sem heeft hier ongeveer de beteeke-
nis van den ridderslag tot een-opge-
mei-kte-in-het-Parijsche leven. De
ij delheid openbaart zich op duizen
derlei manieren. Larochefoucauld leen
had wel gelijk,'toen. hij scherp neêr-
schreef„Wolke ontdekkingen men
ook heeft gedaan op het gebied der
eigenliefde, er blijft nog altijd veel
onbekend terreiu over".
Ik heb wel eens wedrennen te
Woestduin bijgewoond. Vergeleken
met die te Longchamps, zijn ze wel
duinerig, doch net tegendeel van
woest te noemen.
Vol was het dien Zondag, op de
wedrennen te Longchampsvol was
het, een anderen Zondag in het Sa
lon van do Champs Elysées. Zóó vol,
dat er van een kalm, rustig beschou
wen der schilderijen, in de zalen
van het. Grand Palais, geen sprake
kon zijn. De menschen verdrongen er
elkander letterlijk. Voor een volgend
bezoek kies ik beslist geen Zondag
middag uit, Van do mooie schilderij
en, welke, ongelukkig, laag hingen,
kon men gemeenlijk niet meer dan
fragmenten zien; een opeengepakte
menschen menigte wriemelde ervoor.
Vooral Engelschen en Amerikanen,
van beiderlei kunne, waren erg hin
derlijk; vlak voor het doek maakten
zij gezichtsbewegingen, alsof ze voor
de appreciatie van een schilderij ook
hun reukorganen noodig hadden.
Vrijer en rustiger kon men kijken
in de afdeel ing der beeldhouw wei-ken,
gelijkvloers.
Het is hier de plaats niet, om, zelfs
vluchtig, een overzicht te geven van
de tentoongestelde werken. Voor het
groote publiek heeft een dergslïjk
verslag slechts dan zijn waarde, als
het verlucht wordt door welgeslaag
de photograph ische reproducties
niet op krantenpapier.
Intusschen kan ik niet nalaten,
een paar opmerkingen omtrent deze
tentoonstelling te maken.
Welk een reusachtig verschil met
de tentoonstelling der „artistes indé-
pendants". waarover ik een vorigen
keer schreefHet is waarachtig toch
maar goed, dat er een jury bestaat
die zooveel mogelijk waakt tegen het
binnensluipen van kladwerk. Zoo'n
jury moge zich wel eens vergissen en
sommige jury-leden mogen zich ten
opzichte van dezen of genen wel eens
bezondigen aan protectionisme, favo-
ritisme of wat erger is aan ran
cune en soortgelijke gevoelens over
den grooten hoop van inzendingen
zijn die afwijkingen van de volstrek
te begripsvaardigheid en onpartijdig
heid nauwelijks waarneembaar. En
ik heb onder de 5162 inzendingen niet
één werk gezien, dat althans niet
van voldoende technische vaardigheid
van den maker getuigde. Dat is zeer
geruststellend. „Sans jury ni recom
penses" was het daarentegen bij de
zoogenaamde onafhankelijke artisten
bij St. Lucas, die anarchie in kunst
Doch Hendrika ken het model niet
geheeten hebbenbet zal wel Hen
rietta of Harriet zijn geweest.
„Effet de lune en Hollande" van
Georges Philibert-Charles Maroniez
gezicht op een haven, bij maanlicht.
Een der beste schilderijen van de
gansche tentoonstelling. Een ding
van gevoel en van diepte. Van tech
nisch meesterschap ook. Alleen... al-
het kón geen haven in Holland
zijn. Zulke luchten ziet men er
niet. Wel heb ik ze in Italië gezien.
Enfin, voor mijn part verandere men
het onderschrift. Overigens als men,
vreemd genoeg, Amsterdam het
Noordsche Venetië gelieft te noe
men....
Het vierde stuk, dat ik bedoel, heb
ik nog niet gezien. Doch, in den ca
talogus bladerende, viel mijn oog
o. a. op No. 1312: „Au Conservatoi
re des Arts et Métiers" van Martin
Monnickendam, geboren te Amster
dam. Eenige jaren geleden heb ik
voor dezen kunstenaar moeten posee-
ren. Deze week zal ik met aandacht
zijn werk aanschouwen.
Ik heb nog veel meer over deze ten
toonstelling te zeggen. Doch mijn
brief is al onmatig lang geworden.
Buitendien moet een kroniekschrij
ver steeds indachtig zijn aan het:
„Glissez, mortels, n'appuyez P&s-
OTTO KNAAP.
NEDERLANDSCHE
TUINBOUWRAAD.
Donderdagmiddag is te Utrecht,
onder voorzitterschap van den direc
teur-generaal van den landbouw,
den heer H. J. Lovink, do vergade
ring gehouden tot stichting van den
Nederlandsehen Tuinbouwraad.
Vertegenwoordigd waren 46 veree-
nigingen, em daaronder alle groote',
t< zamen 17000 leden tellend.
Direct werd overgegaan tot behan
deling der ontwerp-statuten.
Het doel van den Nederl. Tuin
bouwraad wordt uitgedrukt in art. 3,
waarin wij lezen, dat de N. T. streeft
naar
a. verspreiding en vermeerdering
van vakkennis
b. verbetering van cultuur en ver
hooging van productie
c. bevordering van den afzet en ver
betering van handelsgebruiken en
credietwezen
d. behartiging van de sociale en de
economische belangen van de tuin
bouwers.
Discussie ontstond over de vraag,
waar de Raad zou worden gevestigd.
De heer Johs. de Breuk (Haarlem)
gaf een warme aanbeveling voor
Haarlem, er op wijzend, dat deze
stad het centrum is van de twee
tuinbouwenda provinciën Noord- en
Zuid-Holland. De eventueele stich
ting van het Krclage-huis. waar bet
bureau zou kunnen worden onderge
bracht, was eveneens een aanbev>
ling voor Haarlem. Ook de burgemees
ter en andere notabelen van die ge
meente interesseeren zich zeer "voor
deze aangelegenheid.
Baron de Grancy, Vucht, verklaar
de zich voor Utrecht of Den Haag.
doch achtte Haarlem ongewenscht,
terwijl de heer A. van Naamen een
lans brak voor Rotterdam. Waar het,
zoo zei deze spreker, allereerst de be
doeling van den Tuinbouwraad zal
zijn de handelsbelangen voor te
staan, daar moet het bureau geves
tigd worden in onze eerste handels
stad van Nederland, en dat is Rotter
dam.
Nadat nog anderen het woord had
den gevoerd werd besloten met groo
te meerderheid dat 's-Gravenhage de
zetel zal zijn van den Ned. Tuinbouw
raad.
Hierna werden de statuten en bloc
goedgekeurd.
Alsnu werd de vergadering ge
schorst ten einde den leden gelegen
heid te geven over de candidaatstel-
ling voor het Centraal Bestuur met
elkaar te overleggen.
Na deze pauze deelde de voorzitter
mede, dat bij hem waren ingekomen
de volgende candidaten-lijstjes voor
het C. B. voor de groep boomteelt de
heeren H. Looymans, Oudenbosch
A. Keessen Jr., Aalsmeer, en P. Otto-
lander te Boskoopvoor de groep
zaadtcelt de heerenB. Ruvs, De-
demsvaart; S. Groot, Enkhuizen, en
A. van Naamen, Zwijndrecht; voor
de groep bloembollenteelt de heeren:
E. H. Krelage, Haarlem G. Kruyff,
Sassenheim, en W. G. Droog, "Haar
lem voor bloementeelt de heeren J.
C. de Lange, Rotterdam J. B. Bal
lego, Leiden, en A. C. Valeton, Hees.
Nu niet meer candidaten waren
opgegeven, stelde de voorzitter voor,
deze heeren bij acclamatie te benoe
men, wat geschiedde. Voor de groe
pen ooftteelt en groententeelt ging 'r.
minder vlug, omdat hiervoor respec
tievelijk 6 en 7 candidaten werden
gesteld. Ten slotte werden gekozen
voor ooftteelt do heeren C. v. Len-
nep, EistA. M. Welling, Naaldwijk
en W. Kooiman, Bovenkarspelen
voor groententeelt de heeren S. Zee
man, Zuid-ScharwouóeH. M. Vel-
ders, Den Haag, en J. Klok, Leeu
warden.
Thans kwam aan de orde de ver
kiezing van een voorloopig voorzit
ter.
Op voorstel van den heer Krelage
werd de heer Lovink bij acclamatie
gekozen. Deze liet zich de benoeming
welgevallen.
Ook de tijdelijke secretaris, de
heer Bonthuis, zal als zoodanig aan
blijven.
„Voor de vergadering uiteengaat"
zei do heer Lovink, „wensch ik nog
machtiging te vragen voor het vol
gende „Keurt de vergaSering het
goed, dat door het Centraal Bestuur
voorstellen worden ontworpen- om te
komen tot een onderlinge verzeke
ring voor de tuinbouwongevallen
Door applaus werd hiermede in
stemming. betuigd.
En verder„Krijgt het Centraal -
Bestuur machtiging om alles te doen
wat het meent dat in het belang is
van den Nederl. Tuinbouw om dezen
tak van ons volksbestaan waardig te
vertegenwoordigen op de groote tuin
bouwtentoonstelling, die het volgend
jaar in Berlijn zal worden gehou
den?"
Ook dit keurde de vergadering
gced.
Ten slotte bracht baron de Grancy
hartelijk dank aan de voorloopige
commissie, tn feliciteerde haar met
het groote succes van dezen dag.
Speciaal brlacht hij woorden van
hulde aan den voorzitter, die naart
zijn vele werkzaamheden nog tijd
wist te vinden zich zoo geheel be
langloos voor den tuinbouw te geven.
Hierna werd de vergadering ge
sloten.
HET SNELSTE.
Mijn zoon, zei een zuinig huis
vader, een exprestrein bereikt eeri
groote snelheid, licht beweegt zich
snel, kometen zijn vermaard om
snelheid waarmee ze vallen, maar,
vergelijkenderwijs gesproken, jongen
zijn al doze snelheden nog maar
kleinigheden.
Waarmee dan vergeleken, va
der
Met de snelheid, mijn jongen,
waarmee 25 gulden verdwijnen, ala
het bankje van 25 eenmaal gewis
seld is.
EEN STUDENT-BETALER.
Meneer 1
Student gaat door.
Meneer.... meneer....
Student kijkt om.
O, ben jij 't, Van Lent
Ja, meneer ik ben zoo vrij....
maar ik tref u zoo weinig en dat
pak, dat u daar aan hebt, is bijna al
versleten.... en het geld kan ik zoo
goed gebruiken mijn vrouw...
Kerel, ben je heelemaal I Hier
op straat 1 Als je me manen wilt,
kom dan bij me op m'n kamer, ver
sta je, en dan zul ik je.... do trappen
afsmijten
DE OORZAAK.
Jan zei de vrouw des huizes
streng.
De knecht keek op met een schul
dig gezicht.
Hoe komt het, Jan, dat ik, als
ik in de keuken kom, Je altijd kalm
vind zitten met de courant, terwijl
je werk maar ligt te wachten
Och, mevrouw, antwoordde de
knecht, dat zit 'm in die oude tennis
schoenen met gutta-percha zolen, die
u altijd in huis draagt.
EEN GOED LEERLING.
Gouverneur {van een prins) Hoe
heet de groote binnenzee tusscheif
Europa en Azië, Hoogheid
De prins werpt op dat oogenblilt
bij ongeluk den inktkoker om.
Gouverneur Zeer juist, Hooeheid,
de Zwarte Zee.
NEDERLANDSCH GYMNASTIEK-
VERBOND.
Bondsfeest 1908 te Amsterdam.
Het sportterrein achter het Rijks
museum, waar 's winters de schaat
senrijders der Amsterdamsche IJs
club zich vermaken, begint er nu
langzamerhand anders uit te zien.
Sedert Maandag worden er gebouwd
de tribunes en weggegr.aven de bin
nendijken om de krabbelbaan, om te
komen tot een feestterrein, voor het
aanstaande 20ste Bondsfeest ter vie
ring van het 40-jarig bestaan van het
Nederlandsch Gymnastiek Verhoud,
dat onder het eere-voorzitlerschap
van den burgemeester mr. W. F. van
Leeuwen te Amsterdam zal plaats
vinden. Nader deelt men ons mede,
dat de buitenlandsche deelname zeer
belangrijk belooft te zijn, reeds al
léén uit België komt een 3 4 hon
derdtal turners ter bijwoning van de
feesten.
VAN 'T KRUYS OP AUDIËNTIE BIJ
Z. II. DEN PAUS.
Van 't Kruys, die thans te Rome'
vertoeft, werd 12 dezer door Z. H.
den Paus in particuliere audiëntie
ontvangen.
De componist bood Z. H. de eah-
tate en het feestlied aan, welke door
hem werden gecomponeerd, ter gele
genheid van 's Pausen priesterjubi
leum, cn Z. H. toonde zich zeer in
genomen met deze hulde, naar merf
weet, een feestuitgave van het tijd
schrift „De Engelbewaarder".
Do Paus sprak den wensch uit, dat
Van 't Kruys zijne talenten ook in'
het vervolg (al is hij niet-Kathoiiek)
zou dienstbaar willen stellen voor
de Katholieke kerk, zooals hij tot nu
toe deed, e i schonk hem zijn bijzon
deren Apostolischen zegen, tevens
alle wenschen inwilligend, die Van
't Kruys, namens zijne Nederland-
sche Katholieke vrienden Z. H. over
bracht.
De Z.Eerw. heer dr. Eras, te Rome,
vergezelde den componist bij dit be-
zoek.
CLANDESTIENE
DRANKVERKOOP.
In de onlangs verschenen rappor
ten onzer drankwetsinspectie word§
medegedeeld, dat het aantal ver
leende verloven in schier alle ge
meenten van Limburg en Noord-Bra
bant schrikwekkend groot is.
Voor de politie schijnt het ondoen
lijk het bedrijf der verlofhouders te
controleeren. In vele gemeenten zien
de dienaren der politie er niet naar
om.
Niet alleen de vergunninghouders
klagen steen en been over de oneer
lijke concurrentie, die verlofhoudera
hun aandoen door clandestien ster
ken drank te verkoopen in het kleitf,-
ook burgemeesters en politiediena
ren erkennen volmondig wel te we
ten, dat de clandestiene verkoop in de
bierhuizen brutaal wordt gedreven.
Zij voegen cr echter bij, 'dat hei
hoogst moeilijk is overtredingen te
controleeren, die volgens de wet straf
baar gesteld zijn. In vele gemeenten*
is het aantal verlof in richtingen dafi
ook 8 tot 10 maal zoo groot als hei
wettelijk maximumvergunningen.
(L. K.)
Uit het Engelsch.
45)
Haar uitgestoken handen namelijk
lagen ineengevouwen en haar vin
gers waren in voortdurende bewe
ging. In de kamer was niets te hoo-
ren dan het tikken van de klok, en
Charnock zocht steun tegen de deur,
terwijl deze doodsche stilte hem als
lood zoo zwaar op het hart lag. Zelfs
het geluid van haar schreien zou
hem welkom geweest zijn, omdat het
deze angstaanjagende stilte verbro
ken zou hebben.
Al zijn twijfel, zijn argwaan ver
dween bij het aanschouwen van deze
wanhoop., en hij stond daar zelf diep
wanhopig als een getuige van wan
hoop. Langzaam ging hij naar de ta
fel toe en zich voorover buigend nam
hij de handen der vrouw zacht in de
zijne.
Miranda, fluisterde hij, en nog
eens Miranda
En uit zijn stem sprak dezelfde in
nigheid als vroegerj toen hij dien
naam voor het eerst had genoemd
boven op het balcon van St James
Park.
Miranda hief het hoofd niet op,
maar haar handen beantwoordden
zijn druk. Zij wist op dat oogenblilt
ternauwernood, wie lot haar sprak,
maar zij voelde de liefdevolle aan
raking van zijn handen en den war
men toon van zijn stem als een wel
daad.
Charnock boog zich dieper tot haar
over.
Ik heb je lief, sprak hij zacht,
ik heb je lief, Miranda
Daar hief zij het hoofd op en keek
hem met een blik van niet begrijpen
aan.
Ik heb je lief, herhaalde hij nog
eens.
Zij keek naar haar handen, die hij
nog altijd vasthield, en haar geheele
lichaam beefde.
En ten derdenmale begon hij
Ik heb je lief 1
Nu begreep zij hem. Zij bevrijdde
haar handen, strekte de armen uit,
on schoof, ja, stiet hem in haar
heftigheid van zich af.
Neen, het is niet waar riep zij,
het is niet waar 1
En bijna smeekend ging zij voort
Zeg, dat het niet waar is
Zeg het dadelijk, als 't u belieft
Zeg mij, dat u geen waarheid sprak,
dat roedelijden u de woorden ingaf,
alleen medelijden, en haar stem
sidderde van angst
Angst sprak ook uit haar oogen.
Zeg mij, dat ge meer
hebt, dan ge zeggen wildet
Dat kan ik wel, antwoordde hij,
want toen ik hier in de kamer kwam
dacht ik er niet aan zoo te spreken,
als ik sprak. Maar toen zag ik u, ik
keek naar uw handen en hij haal
de diep adem en toen kon ik de
waarheid niet langer verzwijgen.
Want wat ik gezegd heb, is waar.
Neen 1 riep zij.
Volkomen waar, herhaalde hij
kalm.
Haar afwerende armen vielen langs
haar lichaam neer. Zij knikte met
het hoofd, als wilde zij de waarheid
van zijn woorden bevestigen.
Ja, zei ze, ik merkte het van
middag. In den tuin heeft u het mij
al gezegd en al wilde ik er ook niets
van' weten, ik wist het toch.
Toen stond zij van haar stoel op
en ging voor het venster staan.
Charnock bleef zwijgen en in span
ning wachtte hij op haar antwoord,
ofschoon hij het vreesde. Na een lan
ge poos begon zij te spreken, lang
zaam en zonder hem haar gelaat toe
te keeren. Zij sprak woorden, die hij
niet begreep.
Liefde.... zei ze op verwonder
den toon, is zij zoo gemakkelijk te
winnen En door zulke onwaardige
middelen Dan is de liefde zelf niet
veel waard, dan is zij een onbe
langrijk iets, dat niet van langen
duur kan zijn.
En plotseling had alle kalmte haar
verlaten, zij scheen door een storm
van hartstocht te worden meege
sleept. Met bevend gelaat riep zii
uit
Een vriend heb ik noodig
geen minnaar
Maar in mij vindt u beiden,
antwoordde Charnock, de eene hand
op de tafel gesteund, boog hij zich
tot haar over ln mij vindt u bei
den.
Och, stiet Miranda uit, en vlug
had zij zich omgewend.
Zijn beweging navolgend, leunde
zij met haar hand op de tafel en
boog zich tot hem over.
Maar om den eenen te krijgen,
moet ik mij eerst den anderen ver
schaffen Als ik een vriend hebben
wil, moet ik eerst voor een minnaar
zorgen, en zij ging plotseling ach
teruit en richtte zich hoog op. Nu,
goed dan, en er klonk een scherpe
toon uit haar stem, alsof zij zooeven
een ontdekking had gedaan. Ik mag
geen van beiden hebben, ik wil geen
van beiden hebben ik heb er geen
noodig.
Zij keek Charnock vastbesloten
aan, als voelde zij zich tegen alle
verzoeken van zijn kant gepantserd.
Maar hij verzocht haar niets. Hij
streek met zijn hand over het voor
hoofd en keek haar verward aan,
als begreep hij er niets van..
Ik heb altijd alleen met mannen
en met niets anders dan mannen te
doen gehad. Ik zou graag willen, dat
ik een vrouw beter kon begrijpen.
Zijn eenvoudige manier van doen
maakte meer indruk op haar, dan
alle mogelijke beweringen, en ont
nam haar heur laatste restje zelfbe-
heersching.
Och, beste Charnock, riep zij
met een lachje, dat meer aan een
snik deed denken, ik weet niet eens,
of wij ons zelf altijd begrijpen, en
zij liet zich weer in haar stoel vallen
en bedekte het gelaat met de han
den.
Daar hoorde zij, hoe Charnock van
de tafel af naar haar toekwam, maar
zij was bang nog eens de aanraking
van zijn hand te zullen voelen, of al
was het alleen maar zijn jas langs
haar japon te voelen strijken. Zij
nam haar handen van het gelaat en
strekte afwerend de armen uit.
Ik heb u niet noodig, zeidc ze
langzaam, op vreemd-ruwen toon.
Dit eene begrijp ik en weet ik in elk
geval heel precies. U moet weg
Ga toch Ga toch Ik heb u niet
noodig
En deze woorden, ditmaal heel
kalm on zonder eenigen hartstocht
uitgesproken, troffen Charnock als
een slag.
Hij stond daar als had hij zijne*
bezinning verloren.
Langzaam schudde hij het hoofd1.
Miranda haalde diep adem.
Ga nu heen, herhaalde zij.
U heeft mij dus niet noodig
vroeg hij, en of het in zijn toon vaii
spreken of in zijn blik lag, Miranda
begreep plotseling uit deze kort*
vraag, hoezeer hij gebouwd had op
de meening, dat zij hem nood!®
had.
Het viel haar onuitsprekelijk moei
lijk hem te antwoorden
Neen, ik heb u niet noodig, eü
zij waagde het niet er nog een enkel
woord aan toe te voegen.
Charnock greep in zijn borstzak,-
nam er een couvert uit en uit hei
couvert een handschoen.
En toch werd mij dit toege
stuurd.
Hij legde den handschoen op de
tafel.
U heeft hem mij gezonden.
Miranda nam hem op.
Hij logenstraft uw woorden, zei-
de Charnock.
Miranda keerde den handschoen
om en streek hem glad op haar
knieën.
(Wordt vervolgd).