HAARLEM'S DAGBLAD.
DERDE BLAD.
Amsterdamsche Kout
Haarlemmer Halletjes
Stadsnieuws
Binnenland
MAANLAG 18 MEI 1908.
CLXXIV.
Ver buismaand 1
Somde ik in mijn vorigen brief al
een paar karakteristieke eigenaardig
heden van Mei op, voor de hoofdstad
mag niet vergeten worden, dat ze de
verhuismaand bij uitstek is. En wat
dat te beteekenen heeft, begrijpt ie
der die de weinig-hokvastheid der
Amsterdammers kent. De hoofdstede-
iingen, de ouderw-etscheai ten minste,
dwepen nog altijd met hun geboorte
grond: ze zeggen als ze hier of daar
een dagje hebben doorgebracht: ,,Er
is toch maar één Amsterdam" en
zijn overtuigd ioch maar nergens an
ders op den duur te kunnen „aar
den." De kwalificaties, die zij daarbij
aan de velschillende provinciesteden
geven, Rotterdam en Den Haag niet
uitgezonderd, zal ik maai' in de pen
houden.
Doch hoe gehecht ze ook mogen
zijn aan hun stad, ten opzichte v.i'i
hun woning denken de meesten er al
heel Fmnsch over. Zeker, er zijn nog
menschen, die, nu al op hoogen leef
tijd nog in 't zelfde huis wonen, waar
zij het eerste levenslicht aanschouw
den er zijn ook nog hokvaste bewo
ners, die je vertellen dat ze al ze
ventien jaar of nog langer op 't zelf
de bovenhuis wonen, maar... dat zijn
de uitzonderingen die den regel beves
tigen. In de nieuwe buurten zijn ver
schillende straten, waar elk heel of
gesplitst bovenhuis, zoo om de zes
weken van sleutelbezitter verwisselt
maar dragen deze snel-verhuizers nu
ook den bijnaam: vliegende vogels,
de doorsnee-Amsterdammer verhuist
toch om :t jaar. Ten minste, wan
neer hij geen winkelnering of iets
dergelijks drijft, dan is hij natuurlijk
aan zijn huis gebonden als 'n tele
grafist aan zijn standplaats. Altijd
tot dat hij een kooper vindt, maar
zelfs winkels in nieuwere stadsgedeel
ten veranderen om den haverklap
van eigenaar.
De officie ele verhuisdag, die door
B. en W. wordt vastgesteld is ge
woonlijk 1 Mei. Maar 't spreekt van
zelf, dat onze Amsterdamsche kruiers,
vooral do deftiger transportmaat-
schappijen als: Holland ondanks het
vele losse volk dat zij dan aanne
men, liet op zoo'n dag zouden afkun
nen, zoodat inderdaad de he ele Mei
maand voor Amsterdam verhuis-
maand is. Daarbij komt, dat jonge-
lieden, die van rozengeur en maaien-
i schijn droomen een voorkeur hebben
voor deze maand om bij den ambtie-
i naar van den Burgerlijken Stand het
traditioneele boterbriefje te halen en
I het „hutje" te betrekken. Nu raakt
van die „hutjes" ook al het poëti-
I sche af, want met het weinige, waar-
1 mee een minnend hart tevreden zou
zijn, neemt de gemeente geen genoe
gen sinds ze er een woningwet op
na houden, waardoor „huizen", die
niet aan zekere eischen voldoen af
gekeurd worden. Wat niet wegneemt,
dat er nog slechte woningen genoeg
zijn, óók huiten de Singelgrachten,
U huizen ten minste die óf niet aan de
I eischen van de hygiène of niet aan
die van de veiligheid voldoen, zooals
verleden jaar in de Mamixstraat bij
den brand met 't bekende noodlottige
gevolg bleek.
In theorie ziet ieder op tegen het
verhuizen. Ongerekend nog de di
recte onkosten, het beschadigen van
huisraad, het ongeregelde „ingepakt"
zitten op de oude en nog niet „aan
kant" op de nieuwe woning, zegt
men niet ten onrechte: „hier laat je
wat en daar krijg je wat". Elke wo
ning heeft haar gebrek dat gewoon
lijk eerst aan het licht komt, als men
haar zekeren tijd heeft betrokken.
Maar toch is de kans groot, dat de
menschen, die dit jaar verhuisd zijn,
zich inderdaad verbeteren. Want van
19031906 zijn er 3000 woningen te
veel gebouwd; er is in dien tijd geen
rekening gehouden met den achteruit
gang van Amsterdam waai' in het
afgeloopen jaar bijv. het aantal inwo
ners niet alleen vrijwel stationair
bleef, maar in sommige maanden
zelfs verminderde. Een direct gevolg
daarvan is, dat het aanbod van wo
ningen in de oude stad groot is en
er een opschuiving heeft plaats ge
had. Krotbewoners hebben thans voor
een deel betere woningen betrokken,
zonder dat dit hun financieel te be
zwarend is geworden. Immers op de
Willemstraat en in allerlei Jordaan-
sche zijstraten vindt men nog aller
lei krotwoningen, met afgesleten,
steile trappen, etc., zoo typisch reeds
door Justus v. Maurik beschreven,
waarvoor de „melker" zoo noemt
het volk hier de eigenaar van zoo'n
„perceel" met pleizier een rijksdaal
der durfde eischen. Welnu voor f 2.60
kan men tegenwoordig achter in het
Kinkerkwartier of buiten de Haar
lemmerpoort aardige, frissche, knap
pe boveiihuisjes te kust en te keur
krijgen. En voor diegenen, die voor
niet al te groot gezin bijv. f 3.25 per
week kunnen betalen, zijn ei' ook in
betere buurten, omtrek Ceintuurbaan
iof zelfs in de oude stad lieve wonin
gen te huur. Mits men de moeite wal
doen wat lang te zoeken, iets waar
de meeste menschen nog al tegen op
zien.
Of er nog iets te doen is voor de
allerarmsten, zij die minder dan f2
moeten .verwonen, staat te bezien.
Aan den rand der stad zijn altijd nog
kazerne-woningen te bouwen (aan de
overzijde van 't IJ zooals door som
migen is betoogd, is 'n pure onmoge
lijkheid zoolang het IJ niet is over
brugd) maar daarin voelen zelfs die
kelderbewoners zich niet altijd thuis,
ongerekend nog, dat zij soms juist
in die oude volksbuurt hun verdien-
ten hebben.
Doch het is heusch geen wonder,
dat de huren in Neerland's hoofdstad
afslaan. Was het maar omgekeerd!
Dan zou daarin het bewijs liggen dat
ieder hier wonen wilde, omdat de
stad vooruitging, er geld verdiend
werd en het leven er aantrekkelijk
was. Stijgende huurprijs staat veeiai
in verband met snellen vooruitgang'
(Budapest), dalende wijst op verval
(Edam).
Zooals ik reeds zei, de Amsterdam
mer is niet hokvast ten opzichte van
zijn woning.
Nooit geweest ook. Maar tot voor
betrekkelijk korten tijd verhuisde
men wel, maar bleef toch in zijn
buurt, 'n Echte Jordaner zou niet
spoedig Kattenburger of Ridderstra-
ter en nog veel minder Duivelshoeker
worden. Een Haarlemmerpoorter,
voelde zich niet thuis in de
vroeger rumoerige mondaine IJ. IJ.-
buurt. Als provincie-bewoners of ste
delingen had en heeft betrekkelijk
ook elk dier buurtbewoners nog zijn
type. Maar de verschuiving en do
nieuwe volkswijken hebben hierin
veel verandering' gebrachtde buurt-
i assen vermengd, koloniën gesticht.
Het Van Lennepkwartier is thans
voor een groot deel een kolonie van
de Jordaan, Kattenburg heeft een
„Oost" in de omgeving van de Dap
perstraat en 'n „West" bij de Zout
keetsgracht. In buurt IJ. IJ. hebben
de meest conservatieve Haarlemmer-
dijkscho elementen zich genesteld en
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
't Is stil in de journalistiek, onge-
Sevenaard stil. De oudste journalisten
herinneren zich niet, dat het in de
maand Mei ooit zoo stil was. Wat
natuurlijk al heel weinig te beteeke
nen heeft, omdat het geheugen van
de oudste journalisten het meest ge-
leden heeft. Maar in elk geval is het
stil. Stil in het algemeen maatschap
pelijk verkeer, daar de vergaderingen
een eind genomen hebben. Stil ook
in 't gemeentebestuui-, waar alleen
Mr. Thiel ons verrast niet' telkens
nieuwe voorstellen. Van onderwijs
gesproken ik heb onlangs iemand
met verwondering hooren gewagen
van het feit, dat de onderwijzers, die
de vroegere leiding van deze afdee-
ling niet goed vonden, nu ook de te
genwoordige weer afkeuren. „Zelfs
in Schoten", zoo zei hij, „zoeken ze
lokalen op, om den wethouder te lijf
|te gaan."
Mij verwondert dat volstrekt niet.
De wethouder, die de afdeeling
Haarlem van den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers voldoet, is nog
niet gevonden. Toch kan ik hem wel
beschrijven. Het zal zijn een man,
die vóór hij iets doet, een bode naar
bet Bondsbestuur zendt met de com
plimenten en hoe de heeren het wil
len hebben. Die de bevelen, welke hij
dan ontvangen zal, naar de letter
Uitvoert-. Die het niet waagt, daarvan
ook maar een tittel of jota af te
j Wij ken.
Alleen voorzie ik één bezwaar.
de typische iiideeling onzer stad in
buurten met speciale bevolking is nu
ook niet meer zoo zuiver te maken
als 'n een jaar of wat geleden. Toch
is er nog veel waars in als men
spreekt van 't roode district (Muider-
poort en omstreken), de radicale
buurt (IJ. IJ.), de orthodoxe buurt
(Kattenburg), de onderwij zersbuurt
(Raampoort), enz.
Dat die buurtgrenzen verflauwd
zijn, vindt voor 't grootste deel zijn
oorzaak in de verbetering' der com
municatiemiddelen.
Die eer mag naar de Amsterdamsche
gemeentetram niet onthouden wor
den, nl. dat zij de afstanden heefi
doen verdwijnen. Voor z'n werk be
hoeft niemand het meer te laten daar
te gaan wonen, waar het bean lust.
En juist omdat die tram zoo'n belang
rijke rol in ons leven is gaan spelen,
moet de critiek haar niet worden ge
spaard, moet zij zoo aangenaam,
voordeelig en pvactisch mogelijk wor
den gemaakt. Waar voor ook niet. Ze
is toch onze, gemeente-tram en
geen melkkoetje van hooge divideu-
ten-trekkende aandeelhouders Het
volmaakte is bij onze Gemeentetram'
nog geenszins bereikt. De tarieven
bijv. zijn zeker verbeterd nu men een
pasje voor een dubbeltje en een boek
je. van 5 kaartjes kan krijgen, maar
eenvoud is toch het kenmerk van 't
ware en daarom ware een 5-cents
tarief op alle lijnen zoo gewenscht.
Het succes zou er zeker nog door stij
gen. Op de meeste lijnen hebben we
thans vroeg ritten, waarvan de enke
le reis (meestal voor een kleiner tra
ject dan het tegenwoordige) mits
vóór 8 uur genomen, slechts 3 ets.
kost, terwijl de retourkaart die tot 8
uur 's avonds geldig is, met een ge>-
lijk bedrag wordt betaald. In 't alge
meen voor handwerkslieden zijn deze
vroegritten een groot gemakzij die
op bun werk moeten zijn op een uur,
dat de meeste Amsterdammers nog op
één oor liggen, worden daardoor al
leen in de gelegenheid gesteld op een
uur afstands loopen van hun fabriek
of karwij, te komen.
Maar toch zijn er bij dit stelsel twee
groote onbillijkheden. Eerstens dat
niet op alle lijnen vroegritten bestaan
zoodat de ecne Amsterdammer van
ccrn voorrecht wordt uitgesloten, dat
de ander wel bezit en tweedens, dat
hij wiens arbeidsdag anders is gere
geld twee maal meer voor hetzelfde
„noodzakelijk kwaad" moet betalen,
onverschillig of zijn portemonnaie nu
juist twee maal zoo goed is gespekt.
Erger is het nog, dat waar veler ar
beid in een groote stad eerst lang na
twaalven eindigt (posterij, telegrafie,
dagbladen, drukkerijen, theaters, kof
fiehuizen, spoor, enz.) dan voor hen
geen tram meer rijdt, zooals bijv. in
Brussel.
- „I-ij.—<.1-- -j
ook het gemis van open motorwa
gens zooals men die ook in de Belgi
sche hoofdstad en elders vindt. Want
bij heerlijke zomerdagen, als het an
ders een genot zou zijn eeü ritje met
de open tram te maken, moet men nu
in lijn 5, 17, 8, 13 enz. altijd in een
dichten wagen zitten te puffen, met
het gevolg, dat men dan altijd een
der andere lijnon overbevolkt, waar
open bijwagens worden gebruikt. Die
open bijwagens zijn gewoonlijk zoo
stampvol dat de dichte motorwagen
„voor niks gaat", 't Is dan een duur
paardje dat trekt, want het publiek
laat hem met een gerust geweten weg
rijden en wacht op den volgenden
open wagen, waarin plaats is.
Door een dee) van de Jordaan
rijdt nu de autocar der gemeente,
minder deftig hier al in hobbclkar
omgedoopt. Of de voordeelen het van
:1e .uadeekri winnen, is voor ons nog
geen uitgemaakte zaak. Zeker, een
verbinding was hoogst noodig, maar
bad men het niet even goed met een
ouderwetsche omnibus met imperiale
kunnen doen Wie wel eens in Brus
sel van de Beurs naar Enseele is ge-
omnibust, weet welke gevaarlijke
hoogten en hellingen er mee kunnen
worden bereden.
Onze gemeente-auto is bijna voor-
Wanneer mettertijd dezepersoon
geboren is, wanneer hij ooit in den
Raad gekomen zal zijn, dan zullen
zijn collega's hem nooit tot wethou
der van onderwijs benoemen. Ik
vrees derhalve, dat de Bond zal moe
ten voortgaan tot in een onafzien
baar verschiet, met het oneens te we
zen met den wethouder van onder
wijs. Onverschillig, of hij Thiel heet
of anders
Behalve de onderwijsplannen is
het dus stil in de journalistiek. Ik
ben er deze week eens op uitgegaan
om te onderzoeken, of anderen het
óók zoo stil hadden. De eerste bij
wien ik mijn licht opstak, was een
winkelier. Hij verklaarde met groo-
ten nadruk, dat het bepaald stil
was. Vergeleken bij vroegere jaren
was er van drukte geen sprake.
Ook deze beschouwing mist, als ik
me niet vergis, de bekoring van de
nieuwheid. Het is wel eigenaardig,
dat juist die vroegere jaren altijd
zooveel beter en drukker zijn ge
weest. Misschien behoeft ons dat niet
al te veel te verontrusten, omdat
volgens den natuurlijken loop der
dingen elk tegenwoordig jaar op zijn
beurt weer een vroeger jaar wordt,
dat dan dus naderhand weer als
voordeeliger kan worden geprezen.
Overigens is 't, zooals ik van dezen
geloofwaardigen man mocht verne
men, dan op dit oogenblik bepaald
stil.
Kijk, dacht ik, laat ik de proef
eens nemen met iemand, die con
sumptie-artikelen maakt. En daartoe
koos ik brood, als het eerst noodlgs
levensmiddel, uit.
„Hoe gaat 't in de zaken vroeg
ik.
Tot mijn verwondering antwoord
de hij
„Stil. Zeker, er is bezigheid, maar
't is het ware niet."
„Eten de menschen dan geen broocl
meer vroeg ik.
„Och, jawel, maar er heerscht in
zaken een toestand van depressie."
Naar ik onlangs vernomen heb,
duurt die van den Fransch-Duitschen
oorlog af. Toen de vrede in 1871 ge-
teekend was, scheen iedereen hon
ger, dorst, verlangen naar allerlei
nuttige en kostbare zaken, zóólang
te hebben opgeschort, dat er in den
eersten tijd aan de vraag niet kon
worden voldaan. Toen de eerste
drang over was, brak de malaise
aan, die tot nu toe, dus sedert. 36
jaar, zou geduurd hebben.
Volgens die redeneering heeft een
groot deel van het thans levend ge
slacht de maatschappij alleen in ab-
normalen toestand, namelijk in stil
te, gekend. Zou daaruit misschien
ook de groote verspreiding van ze
nuwaandoeningen in de laatste ja
ren kunnen worden verklaard
De man, tot wien ik mij vervolgens
om inlichtingen wendde, een ambte
naar van de belastingen, verklaarde
met een gezicht vol overtuiging, dat
het stil was. Ik kan niet anders zég
gen, dan dat me deze opmerking een
beetje hinderde. Als ik en een ander
met moeite het zure geld van de
belasting bijeen schraap en het naar
't kantoor kom dragen met zuchten,
die als een stormwind door de oud
bakken kantoorlokalen gaan, dan
bestemd een groot ongeluk te krijgen.
Als men de gevaarlijke bochten ziet
bij het op- en afgaan van de Toren-
sluis, dan voel je bij intuïtie die
auto gaat vandaag of morgen de
plomp in, en daar zij zoo uitmun
tend is afgesloten, heeft geen der
passagiers er in zoo'n geval veel
kans op, het na te vertellen.
Hoek Blauwburgwal en Singel
woont een bakker, die elk oogenblik
op een auto-bezoek in zijn winkel
moet rekenen en de Prinsensluis
wekt droeve herinneringen op aan
het ongeluk met de brandweer-auto.
Dal er tot nog toe niets ernstigs is
gepasseerd, strekt de bekwaamheid
der chauffeurs wel lot eer I Ver
trouwbaar zijn die auto's echter
niet, Zaterdag j.l. waren op een zeker
oogenblik 5 van de 7 wagens defect,
zoodut het wel gebeuren kan, dat je
ergens te laat komt, als je van de
hobbelkar gebruik wilt maken. Dan
is er soms een lucht in die n a-
t u u r 1 ij k dichte wagens, om on
passelijk te worden en is de snelheid
overdag ook niet grooter dan van
een gewone p aarden-omnibus, wat in
het belang van de voetgangers in do
drukke, nauwe straten maar heel ge
lukkig ook is.
Alleen 's avonds na tienen snort zij
er flink van door. Maar al had de
hobbelkar nu ook nog veel meer ge
breken, we zouden haar toch niet
kunnen missen. Alle wagens zijn ge
regeld goed bezet, zeg maar vol. Zij
die in de straten achter den Haar
lemmerweg wonen, waar de verbin
ding met het hartje, der stad slecht
en de wandeling alleronaangenaamst
is, zijn nu uit hun isolement verlost.
Neem ze daarom niet weg, EdelAcht-
bare Heeren, vóór gij ons er iets be
ters voor in de plaats gegeven hebt.
Lijn 14 (de meest officieele betite
ling van de hobbelkar) rijdt door het
Noord-Westelijk deel ran de Jor
daan. En daarom stelde de heer
Henri ter Hall, die in het Rembrandt-
theater een Amsterdamsche „Doe er
een deksel op" opvoerde, deze lijn
dan ook door een Ka-kom-er-uit-type
voor.
Jordaners op het tooneel zijn dik
wijls waarborgen voor succès, de
beer Reyding heeft indertijd door
z'n „Pietje Puck' al liet lekkers van
„Luilekkerland" gered en Grootveld
is dooi' dien eenen rol „Grootveld"
geworden.
Doch hoe goed getypeerd ook, ge
woonlijk zijn t maar nagemaakte
Jordaners, die op de planken ver
schijnen. De echte zag je vroeger in
den schouwburg.„De Leeuw" in de
Warmoesstraat, en nu ook nog wel
eens op sommige dertig-cents-come-
dies, waar draken worden opgevoerd
van comme ci en met de r gerold en
Jordaansch gesproken wordt door
den „bëron" van comme ca.
Op een andere wijze bracht de heer
e c h t e Jordaners op de planken.
Daar waren Herculessen, waarvan
één 'n zak meel, wegende 250 kilo's,
optilde. Als iemand uit het publiek
het ook kon, mocht hij den zak mee
nemen.
Nu, daar waren liefhebbers voor.
De heeren van den hoogsten rang
daalden als engelen uit den hooge
neer en kwamen op de Bühne. Zij
deden hun petjes af, trokken hunne
jassen uit, spuwden in de handen,
gingen als jongens die 't meer bij de
hand gehad hebben, op den zak dan
sen, maar 't gaf hun geen steek
zij konden geen houvast krijgen.
Sommigen gingen er bij liggen, zij
duwden den zak tegen de schouders,
kropen er soms onder, maar hoe moe
en warm zij zich ook maakten, het
was alles tevergeefs.
Maar het andere publiek, dat rus
tig was blijven zitten, lachte en ge
noot dubbel. Zoo'n echt spectacle va-
rié zie je maar zelden.
Natuur gaat toch maar boven de
kunst.
Wat niet wegneemt, dat de kracht
kunstenaar, die in een wip den zak
optilde en er mee wegwandelde toch
een welverdiend reuzensuccès in-
oogstte.
H. HENNING Jr.
Gemeenteraad.
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem op Dinsdag 19 Mei
1908, des namiddags te half twee
uur, in de Slatenzaal (Prinsenhof).
De volgende zaken zullen aan de
orde worden gesteld
1. Mededeslingen en ingekomen
stukken.
2. Voorstel 'Commissie art. 166 gc
meentewet, wijziging Aigemeene Po
litieverordening.
3. Id. B. en W. goedkeuring reke
ning en verantwoording voormalige
corporatiën, neringen, ambachten
en bedrijven, dienst 1907.
4. Id. id. id. begrooting id., dienst
1909.
5. ld. H. van den Berg, verzoek
schriften Haari. Medico-Mechanisch
Zander-Instituut, P. W. Peereboom
en Dr. W. G. Huet, niet onderzoeken
of behandelen in het St. Eüsabeths-
of Groote Gasthuis met Röntgenstra
len van daar niet verpleegde patiën
ten.
6. Id. B. en W. wijziging regl?>
ment Hoogere Burgerschool en regie,
ment Meisjesschool voor M. O.
7. Id. id. opheffing (in beginsel)
van school no. 11.
8. Id. id. verhooging p'ost volgn.
157 begrooting 1908.
9. Id. id. verkoop opstallen percee-
len Klein Heiligland en gedeelte Ge
reformeerde Weeshuis en beschik
baarstelling gelden aankoop steenen.
10 Id. id. verknop grond Wijde
Gelde'ooze Pad aan C. Nederkoorn
en J. Machïelse Jr.
11. Id. id. verzoekschrift W. Hoes-
bergen, vergunning hebben palen in
Leidsche Vaart.
12. ld. id. goedkeuring huishoude
lijk reglement fonds ter bevordering
van de verzekering tegen de gevol
gen van werkloosheid, met nader ad
vies Bestuur fonds.
13. Schrijven id. verzoekschrift F.
L. Oostenbroek, in zake bouwvergun
ning.
14. Voorstel id. in gebruik geving
schoollokalen aan de gemeente Scho
ten.
15. Id. id. aanwijzen ingezetenen,
om zitting te nen-.en in stembureau's.
16. Benoeming lid Commissie be
zwaarschriften plaatselijke directe
belasting (aftreding-W. P. J. T. van
Linden Tol).
17. Aanbeveling B. en W. benoe
ming lid Commissie A wering' school
verzuim.
18. Voordracht id. benoeming hoofd
Eerste Burgerschool.
HAARLEMSCHE STOOMVERF-
FABRIEK.
In de Vrijdagmiddag gehouden
aandeelhoudersvergadering van de
liee-n W. de Leur en Co., werden de
balans, winst- en verliesrekening
goedgekeurd.
In plaats van wijlen mr. de Clercq
van Weel werd de heer Vam Some
ren Grieve als commissaris gekozen.
Faillissementen IJ m u ider
Trawler-maatschappij en.
Uit de Vrijdagmiddag ter griffie
gedeponeerde stukken in zake de
faillissementen der IJmuider Traw
lermaatschappijen blijkt, wat lasten
en baten aangaat, het volgende:
Maatschappij Overijssellasten
f 129,172,73, batei» 6972,781/2, tekort
f 122,199,941/2; Brabant: lasten
170,211,54, baten 123,616.461/2, te
kort f46,595,071/2Gelderland: las
ten f 253,213,47 1/2, baten f 191,053,90,
tekort /-62,159,571/2Holland lasten
f 130,365,521/2, baten f 67,224,30, te
kort 113,141,221/2 Groningen: las
ter. 138,500,4-4. baten f100,000, te-
kort f 38,500,44Friesland lasten
f 188,880,541/2, baten 147,428,511/2.
tekort 41,452,03; Zeeland: lasten
193,797,481/2, baten f 100,000, tekort
f 94,797,481/2. Het totaal der lasten
overtreft dat der baten met
f 519,837,771/2. Betwist voor iedere
maatschappij een vordering van
f2000, ingediend door mr. A. J. Ga
zon de la Meuse, als missende alle
oorzaak, de overeenkomst, waarop
deze zich beroept.
HOLLANDSCHE ELECTR1SCHE
SPOOR WEG-MAATSCH.
Op de Vrijdag gehouden aigemeene
vergadering van aandeelhouders wer
den het door de directie uitgebrachte
verslag en de balans over het jaar
1907 goedgekeurd.
Ter vervanging van den heer R.
van Hasselt, die bedankt had.,, werd
tof directeur benoemd de heer J. J.
's Jacob, lid van den Raad van Ad
ministratie der II. IJ. S. M. te Am
sterdam.
De heer mr. Joh. Enschedé, die aan
de beurt van aftreding was, werd als
commissaris herkozen, terwijl in de
door het. overlijden van den heer N.
D. Kemiiik ontstane vacature, tot
commissaris werd benoemd de heer
F. II. van Wichen. Eindelijk werd be
sloten den' Raad van Commissaris
sen aan te vullen met twee leden,
waartoe benoemd werden de heeren
N. H. Nierstrasz en R. van Hasselt.
vind ik er iets tergends in, dat een
belastingman zegt, dat 't in zijn vak
stil is.
Een soortgelijke gewaarwording
kreeg ik, toen ik een dokter met een
soort van verongelijkt gezicht hoorde
zeggen, dat 't heel „stil" was. Hij
voegde 't er niet bij met zooveel
woorden, maar liet toch vrij duide
lijk blijken, dat hier zijns inziens
een abnormaliteit in 't spel was. En
dat, terwijl hij juist zekere voldoe
ning moest ondervinden, wanneer de
menschen hem niet noodig hadden.
Met trots zou hij daarop als resul
taat van zijn kunst mogen wijzen.
Een medicus daarentegen, die niet
zekere tevredenheid gewaagt van
zijn voortdurend drukke practijk,
maakt daarbij zichzelf geen compli
ment over het succes van zijn optre
den.
Toen ik deze overweging beschei
denlek meedeelde aan den dokter,
die mij er over sprak, keek hij mij
aan met een verachting, die ik een
voudig buiten staat ben om weer te
geven.
„Weet je dan niet", zoo zei hij,
„dat de menschen in 't geheel geen
dokter noodig zouden hebben, wan
neer ze niet zoo bang waren van
water en frissche lucht en niet zoo
verzot op allerlei schadelijke din
gen De mensch, goede vriend, is
precies een sok, hij moet door zijn
dokter voortdurend gerepareerd wor
den, totdat er geen mazen meer aan
is Dan is zijn eindje daar. Overigens
zooals ik je zei, is het in de practijk
stiL"
Vervolgens heb ik aan een fabri
kant gevraagd, hoe het hem ging. Hij
verzekerde mij met den ernst op zijn
gezicht, dat het bijzonder stil was.
„De binnen- en buitenlandsche con
currentie breken ons den hals, wij
gaan onder door de onnatuurlijk la
ge prijzen, de hooge loonen en de
dure grondstof."
Ook deze beschouwing is niet
nieuw. Ik heb nog nooit een fabrikant
ontmoet, die zei, dat het druk was,
de concurrentie dragelijk en de prijs
redelijk. Integendeel heb ik van den
zelfden fabrikant al een paar jaar
geleden vernomen, dat de concurren
tie hem den hals brak. Ziedaar een
natuurkundig wonder. Wie kan er
leven met een, ja met meer dan een
gebroken nek, anders dan een fabri
kant En wie kan, voortdurend ver
der ondergaande door de lage prij
zen enz., toch boven blijven
Langzamerhand kreeg ik een saai
idéé van onze tegenwoordige samen
leving. Wat een slaperige maatschap
pij moet het zijn, waarin iedereen
het stil heeft.
Naar afwisseling verlangend sprak
ik dus een politieman aan en vroeg
hem, hoe het ging in zijn vak.
„Och", zei hij, ,,'t is maar stil. Alle
dagen koekoek éénzang, op surveil
lance, een paar processen-verbaal
over kleinigheden, af en toe een
dronken "kerel naar 't bureau. Neen,
't is heel stil. Ik heb het, zou ik
zeggen, nog maar zelden zoo stil ge
kend."
Dit joeg me op de vlucht en een
lieele poos daarna miste ik den moed,
nog weer iemand naar zijn ervaring
te vragen. Toen ik de vraag achter-
HOFBERICHTEN.
Vrijdag waren ten paleize Het Loo
bij H. M. de Koningin aan tafel ge-
noodigd generaal-majoor De Veer,
commandant der 2de divisie ie Arn
hem, jhr. A. Roëll, burgemeester vau
Arnhem, en mevrouw jhr. Sand-
berg van Leuvenum, kamerheer tn
buitengewonen ciienstde heer Van
Steijn, intendant van het domein
Het Loo kapitein jhr. Van Suchte-
len van de Haare, adjudant van den
Prins, en mevrouw Van Suchtelen.
Z. If. II. PRINS HENDRIK OP HET
LOO TERUG.
Z. K. H. Prins Hendrik is Donder
dagavond uit Schwerin te Apel
doorn teruggekeerd, vergezeld van
zijn adjudant jhr. Van Suchtelen van
de Haere. H. M. de Koningin, ver
gezeld van baronesse Rangers en ba
ron Van Tuyll van Serooskerken was
aan het station aanwezig, om den
Prins te verwelkomen.
Baron Van Tuyll van Serooskerken
geleidde den Prins van het 2e perron
naar de wachtkamer, waar de be
groeting van het Koninklijk Echt
paar plaats had. In open rijtuig
werd daarna naar het Het Loo gere
den.
DE WETHOUDER
DE SAUVAGE XOLTING.
De heer De Sauvage Nolting heeft
bij den Gemeenteraad te Amsterdam
riin rmtsbur nis wetho«atjr ingediend
„daar zijh algenooi nn?
ruimen, tijd zal duren".
EEN BUITENKANSJE.
Een timmermansknecht, reeds ee-
nige weken zonder werk, won in de
4e klasse den hoofdprijs van de
N. V. „De Tijdgeest".
EEN TOLQUAESTIE.
Op advies van het bestuur van de*
z.g. Grintweg HilversumLarerf
heeft de gaarder aan de-n tol bij het
St. Janskerkhof zijn actie tegenover
de den tol-ontduikende melkboeren
opgegeven. Hij is opgehouden met
liet graven van gaten en greppels in
de heide, hetgeen dienen moest om
hun den doortocht achter het tolhek"
om te beletten. Voorloopig hebben de
boeren het dus gewonnen, doch
slechts voorloopig, wijl liet bestuur
van Grintweg en tol natuurlijk op
-middelen zint om den doortocht
evenals vroeger te doen plaats heb
ben uitsluitend door den tol. Even
zeer is echter waar, dat, wanneer
de boeren zich per adres tot het be
stuur van den weg wenden om ver
mindering van het tolgeld, zij wei
kans hebben dit te krijgen. Het is ook
te veel36 cent voor heen en terug
en dat steeds tweemaal per dag.
ecnvolgens deed aan een agent in'
automobielen, aan een spoorweg
conducteur en aan een stoomboot
kapitein, was ik ternauwernood
meer verwonderd, toen ze zeiden, dat
het stil was en dat ze het nog nooit
zoo stil hadden gekend.
Het was onder die omstandighe
den, dat ik het huis van Wouter
voorbij kwam en besloot, er even'
binnen te gaan om te rusten. Daar
mijn waarde neef al sedert een twitf-
tigtal jaren renteniert, meende ik,
dat het overbodig zou zijn, hem te
vragen naar de levendigheid in zijn
bedrijf. Maar hij was me al voor. Met
treffende duidelijkheid bracht hij me
aan !t verstand, dat hij 't overdruk
had.
„Eerst moet ik bloemen begieten,
dan een rekening nazien, dan een'
brief schrijven voor Koosje, die liaar
vinger verbrand heeft, dan is 't tijd
voor de koffie, vervolgens moet ik"
naar den tandarts, dan een tijd
schrift afbestellen bij mijn boekhan
delaar, danhoor eens, neem me
niet kwalijk, kom op een anderen,
keer eens teiaig, want ik weet niet,
hoe ik met dat alles klaar komeh
moet."
Toen ik weer buiten was, had ik
het begrepen. Wie werken hebben
liet stil in hun vak, wie niet werke*
hebben het druk in hun bedrijf.
Zoodra ik tijd kan vinden (want al
is het stil, toch heb ik geen tijd) zal
ik over dit merkwaardig verschijn,
sel eens een dik boek gaan schrij
ven,
FIDELIO.