RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadseloplossingen
Wéflstrijdinzendicgen
Gaiteimtrekeo van vier
ondeugende ju 0.
Brievenbus
DAMRUiRIEK.
(Deze raadsels zijn alia ingezon
den door jongens en meisjes, die
„Voor Onze Jeugd" lezen. De na
men van de kinderen, die mij
vóór Donderdagmorgen oplossin
gen zenden, worden in het vol
gend nummer bekend gemaakt).
1. (Ingezonden door Maria de
JZaayer).
Neem een klaproos zuiver' rood
Doe daarbij een paardenbloem
En een lieve boterbloem;
Doe er fris3Che grasjes om -r
Dan twee bloempjes uit het koren
Én twee donkere riddersporen.
Een viooltje, teer en fijn....
Raad nu eens wat dat zal zijn
2. (Ingezonden door Rina v. d.
'iW el).
Welk woord kunt ge uit bet onder
staande maken
3. (Ingezonden door Jan Souverein).
Wat wordt korter boe meer men er
aan trekt
4. (Ingezonden door Henri Cou-
tinho).
In Holland kom ik nooit
In Limburg even weinig,
Maar wel in Nederland,
Daar ben ik veilig I
En wie verder goed oplet
Vindt mij midden in het bed.
5. (Ingezonden door Hubertus Bank)
Waarom kan een tuinman nooit
muziek leeren
6. (Ingezonden door
Mijn eerste is een deel van een
schip.
Mijn tweede is een lichaamsdeel.
Mijn geheel is een stad in Lim
burg.
7. (Ingezonden door Nelly van Opij-
nen).
Wat kunt ge hieruit lezen
vindt leert
beide wie heide
iets mate.
8. (Ingezonden door Dina Vester).
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven plaats
Dorus en Anton gingen samen naar
'den tuin.
9. (Ingezonden door Dirk Boeré).
Mijn geheel bestaat uit veertien let
ters.
3 4 5 6 7 gebruikt de naaister.
1 2 is een muzieknoot.
14 2 7 is een lichaamsdeel.
10 12 13 11 is een vloeistof.
14 9 8 vindt men onder het lcoren.
10 4 1 is een muziekinstrument.
10. (Ingezonden door Machiel van
Marsbergen.)
Ik ben een dorp in Groningen,
Met vele nette woningen
'k Besta vooral uit gouden
en zilveren, meestal ouden
En ook uit koperen stukken,
Waarvoor zich velen bukken.
Het slot geeft u ook leering,
Dat er een waterkeering
Daar vroeger eens gebouwd is,
Die zeker nu al oud is.
Ellen antwoordde met moeite
-—rik geloof, dat kapitein Shally
veilig zal zijn, mijn verloofde is niet
vechtlustig.
Het antwoord was sarcastisch en
Lady White lachte.
Het is wel toevallig, dat ze hier
san. ijn en hij ziet er zoo knap
uit.
Ja, het staat Petruchio goed, dal
hij bleek ziet.
Ik meen kapitein Shally een
pracht van een man. Hij meende, dat
-je verloofde tegenslag had gehad in
7nu geldelijke ondernemingen. Hou
gen open en verzin éer je be-
.u 3
Eilen ging ongeduldig naar de deur.
Ze was zenuwachtig over de ontmoe
ting niet Shally en wou, dat die voor
bij was.
Toen ze de ontvangkamer binnen
kwamen, zag ze hem met haar ver
loofde staan praten. Lady White be-
een gesprek met dezen en liet
Éllen aan Shally over.
Aan tafel keek Ellen dikwijls van
den man, dien ze had afgewezen,
naar hem, die haar haar woord had
teruggegeven na dien avond. Haar
oogen hadden een vreemde uitdruk
king, die ze droomerig deed schijnen.
Ze is een sentimenteel persoon
tje, dacht Lady White. Voor de avond
om is, zal ze weer Verliefd zijn op
Shally, als ik mijn kaarten goed uit
speel.
Dit was niet moeilijk. In een pauze
liet ze zich door Black naar eene
vriendin in een andere loge brengen,
zoodat Ellen met Shally achterbleef.
Shally boog zich tot haar over en
fluisterde
Ellen, je zult dien man niet trou
wen.
Hoe weet je dat
Omdat het lot iets beters voor
je heeft weggelegd, fluisterde hij.
Dan is het lot vriendelijker dan
ik dacht, zei ze, om nog iets beters te
willen geven dan net beste
Hij greep haar hand bijna ruw, en
vatte de woorden op als een grap.
Je speelt met je zelf, zeide hij.
Je weet, dat je hem vanavond zult
laten gaan.
Ze keek om zich heen. Lady White
stelde juist Petruchio voor aan een
mcni- dame in het rose.
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Hoevelaken.
2. i
Z
PAN
MAART
ZAANDAM
ONDER
K A
M
3. Maastricht Maas arrd
mast straat r— rat haar
acht.
4. Alkmaar.
5. De kam.
6. Pan.
7. Een rivier.
8. Jan Ida dal val roo-
vers Walen Eems ren
dieren - arend - does viool
Willem van Oranje, de va
der des vaderlands.
9. Leem meel.
10. De schaduw.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Frans en Jo van Egmond 10.
Dora van Steen 5.
Grietje Kwanles 10.
Frits Poppe 8.
Constant Poppe 8.
Zus Duursma 9.
Beppie en Gerard Meyer 8,
Nanne Nauta 10.
Nico TwisterliDg 4.
Jetty Boogaard 6.
Marie -Kolk 8.
Wilhelm Heyl 7.
Anna Ploeg 6.
De vorige week ontving ik goede
raadseloplossingen van
Frits Poppe 7.
Constant Poppe 7.
Henri AeKermann 6.
Betsy Bos 4
Zus Duursma 10.
Nanne Nauta 8.
Marie Kolk 6.
Jan Willem en Roeland van Ven-
deloo 6.
Frans en Jo van Egmond 8.
Nico Twisterling 4.
Beppie Meyer 6.
Annie en Marie van Zutphen 8.
Wilhelmina Itjeshorst 6.
Jetty Boogaard, 6.
Sieger en in us Bonke 9.
(Nog van de vorige week).
Nanne Nauta 8.
(Nog van de vorige week).
bruari 1908 uitgeleend aan Leo en
Simon Heidoorn.
„Jonge Meisjes", op 18 Februari
1908 uitgeleend aan Truus Staal.
Verder mis Ik nog
„Een lief gezin" en „Onder zeeroo-
vefs', uitgeleend op 18 Maart 1908.
Wedstrijdinzendingen ontving ik
deze week en de vorige week van
Elizabeth Slager.
Jo Ploeg.
Cornelia Uostwoudei*.
Wilhelm Heyl.
Anna Ploeg.
Albert Wagenaar.
Wil jullie er aan denken, dat de
opstellen over
Michiel Adriaansz. de Ruyter,
Een grappig avontuur,
Een horloge,
Een droom,
De geschiedenis van een cent,
De nieuwe klompen,
Een dag naar buiten,
Asschepoetster,
alle vóór Donderdag 11 Juni a.s. aan
mij gezondén moeten worden. En
denk er vooral ook aan, het papier
maar aan éón kant te beschrijven
UITGELEENDE BOEKEN.
Graag zou ik willen, dat jullie de
volgende hoeken eens terugbracht
„Albertine", naar ik meen op 22
Januari 1908 uitgeleend aan Suze
Schornagel.
..Nanny" en „Klimop", op 5 Fe-
Je weet, of zult spoedig weten,
ging de onvermoeide stem voort, dat
Black zijn zaken in de war heeft ge
holpen, zooals hij je leven zal beder
ven. Ieder spreekt er over in City,
zooals Lady White zegt. Je moet niei
met hem le gronde gaan. Je bent ge
schapen oor iets beters. Denk er nog
eens over. Ik wacht. Ik
Een kort lachje van Ellen deed hem
zwijgen.
O riep ze uit, ben jij iets be
ters I Ik ben blij, dat je je gevoel voor
humor niet verloren hebt.
Toen Petruchio weer verscheen,
stond Ellen op.
Ik voel me niet wel, zei ze. Wil
je mij thuisbrengen
Hij giug gauw naar haar toe, en
keek bezorgd naar haar, toen ze af
scheid nam van Lady White.
Hoe gaat het je vroeg Petru
chio angstig, terwijl hij het rijtuig
raampje neerliet, om Ellen versche
lucht te geven.
Ik ben niet ziek, maar ik kon het
niet langer bij kapitein Shally uit-
houden. Het was afschuwelijk van
Lady White, om hem te vragen en
ons alleen te laten. Ik kon niet laten
hem wat voor den gek te houden, om
te zien, of hij nog dezelfde was. En
hij was precies dezelfde, geen zier
veranderd. Maar zeg, ik vind, datje
mij wel eens had kunnen aankijken,
om mij wat aan te moedigen.
Ik kon het niet, antwoordde hij
met moeite. Het was dwaas van me,
dat ik vanavond bij je bleef. Het was
een onbeschrijflijke pijniging.
Ze sloeg haar armen om zijn hals.
Lady White vertelde me van
daag, dut ik je nam om je geld. Ik
ben zoo blij, dat ik haar nu het tegen
deel kan bewijzen 1 Ik geef niet om je
verliezen. Wij zullen er des te nauwer
door aan elkaar verbonden worden.
Bewogen fluisterde hij
Ik heb je ook verkeerd beoor
deeld. Ik dacht, evenals Lady White.
Ze sprak er niet mij over, ze waar
schuwde mij I Ik dacht zeker, dat het
vanavond tusschen ons uit zou zijn
Ik berustte er in, je te verliezen, als
zij geliik had. De geschiedenis van
mijn ruïneering was overdreven. Ik
heb nog andere middelen
Zeg me maar niet meer 1 Ik be
grijp het. Je hebt mij op de proef ge-
Door
Suzanna S. de Lange.
EEN AVONTUUR OP EEN MOOIEN
WOENSDAGMIDDAG.
(Vervolg).
„Laten we nou even afspreken,
waar we heengaan", stelde Emil voor.
„Zoo maar zonder dat je weet waar
heen door te kuieren, is ook niet veel
aan."
„Ik weet wat", viel Frits in, „we
gaan melk drinken bij ouwe Aal, en
schommelen Daar hebben we nog
geld genoeg voor."
„Nou", viel Gerrit verontwaardigd
in, „wie heeft, wanneer hij Zater
dags z'n zakgeld krijgt, Woensdags
nog geld geaoeg om inelk te koopen
bij ouwe Aal'n Ander misschien
wel, maar ik niet."
Wilhelm was edelmoedig.
„Dat is niks, dan doen we botje bij
botje en dan zal het wel gaan. En
ouwe Aal geeft ons misschien wel
goedkooper,"
„Ja, ze zè.1 je goedkooper Waar
om zou ze t óns juist goedkooper
geven
„Och, om tóch, wij zulke trouwe
klanten
De jongens staken de rails over en
slóegen linksaf, gingen in het Slin
gererbosch een laan in, welke dood
liep, of, beter gezegd, in de hei ein
digde. Daar woonde ouwe Aal met
haar kleindochtertje, een lief, blond
meisje van ongeveer vier jaren, een
weesje. (Volgens de jongens verkocht
ouwe Aal de heerlijkste schapen
melk, die er bestaat voor maar
vijf cent kreeg je 'n heel glas vol).
„Ouwe Aal woont daar eigenlijk
fijn", merkte Wilhelm op.
„Ja, nu, mdar 's winters 't Is niks
meer dan een hutje, en ze moet het
dan, dunkt me, knapjes koud hebben.
Ze verdient dan ook haast niks, de
ouwe stakker. Moe heeft al wat aard-
appelmandjes en bezems van haar
gekocht Maar kijk eens, wat is
daar te doen 't Schijnt daar óók
niet alles pluis Nee, wat een drukte
op Aal's erf Ik geloof bepaald, dat
het Hierdensche boerenbengels zijn!"
„Kom, laten we een beetje aanstap
pen."
Sneller en sneller liejDen ze voort.
„Ze zitten op het dak, en van ouwe
Aal is niks te zien Daar gaat er een
het hutje binnen. Die rakkers"
mompelde Frits. „We zullen ze ran
selen, wanneer ze een streek uitge
haald hebben I"
„Ze hebben ons nog niet gezien ze
ker", meende Emil.
„Dat denk ik toch wel, we zijn zoo
dichtbij
Ze waren nu vlak bij het hutje ge
komen. Eduard stond stil, en zei
„Nou eerst afspreken, wat te doen.
Wij, Sêlang, Emil en ik, blijven hier
die rakkers >u de gaten houden, jul
lie gaat naar binnen, ouwe Aal vra
gen, of ze iets gedaan hebben en wè.t.
Is dat zoo, dan neemt ieder zoo'n
snaak van z'n eigen grootte, om mee
af le rekenen."
„En willen ze niet goedsmoeds van
het dak afkomen, dan trek je ze er
maar aan de he en en af. Ze gooion
waratje met steenen
En Gerrit wreef met pijnlijk ge
zicht z'n arm.
„Waar is Frits nou zoo opeens ge
bléven Daar is-ie nèt, en hij schiinf
schik te hebben."
Frits kwam achter het hutje van
daan hollen, met vliegende krullen,
hijgend en met kletsnatte blouse.
„O jé, ik heb 'm achter uit de hut
gesleept, en 'm met zijn kop ln den
regenbak geduwddie was heelemaal
vol water, en toen heb ik hem een
stomp voor z'n maag gegeven, dat le
tolde. En die andere dorst niks te
doen I En ze waren allebei wel een
jaar ouwer dan ik", vertelde hij op
gewonden. „Nee. dat ging toen zoo
écht. Je hadt het moeten zien. Zeg,
jó, laten we ze allemaal kopje onder
doen 1"
„Nee" Keurde Eduard af
„ieder straft zoo'n bengel op zijn ma
nier. Is er een bij den regenbak, en
ltan-ie 'm kopje onder doen, dan is 't
gopd, kan 't niet, ook goed, als je ze
maar flink smeer geeft I Wat voerden
ze eigenlijk bij ouwe Aal uit
„O ja, die dieven Ze hadden haar
'n restje middageten uit de kast ge
haald en opgegeten I En je weet
wel, dat blauwe vaasje, waar zo al
tijd zoo trotsch op was, hebben ze
stukgegooid. Ze wasblij, dat ik
kwam, en ze vertelde me ook nog, dat
ze steenen door den schoorsteen
gooiden en ze haar van te voren ook
al geplaagd hadden op allerlei ma
nieren. En 't ouwe mensch huilde er
om".
„Zoo, en dat zijn redenen genoeg,
om ze 's flink af te ranselen, dunkt
me", bromde Eduard tusschen de
tanden. „En nu, vooruit, jongens,
onze leus aangeheven „Valt aan,
valt aan, Jiet leven, niet den moed
verloren I"
(Wordt vervolgd).
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Af deeling moeten
worden" gezonden aan Mej.
M. G. van Doorn, Wageu-
weg 88, Haarlem).
DORA VAN S. Zeker, het is-heel
goed dat je voortaan óók mee gaat
doen *an het oplossen van de raad
sels. 't Was dezen keer al flink ge
lukt. Ga je ook meedoen aan de wed
strijden
BRAM VAN N. Je hoek heb ik
gekregen. Tot October dus, Bram I
GRIETJE K. Wat leuk, dat je
ook leert zwemmen 1 Dat was in deze
warme dagen zeker wel heerlijk Je
bent net een kind om het gauw goed
te leeren, vind ik. Ik ben benieuwd,
of dat ook uitkomt, jij niet? Geluk
kig heb je nog een paar dagen den
tijd, om je opstel af te maken. Het
hindert niets, dat het beknopt wordt,
daarom hoeft' het niets minder te
zijn I
WILHELM H. Ik dacht al zou
Wilhelm onze rubriek vergeten
Maar gelukkig, daar kwam weer een
brief, en aan het adres zag ik al, dat
hij van jou kwam. Flink, dat je ook
een opstel gemaakt hebt, hoor En
wat is het groot geworden I Ik be-
rijp wel, dat je nog niet veel opstel
len gemaakt hebt, en zeker zal het
je dus wel heel wat moeite gekost
hebben Verlang je al naar den uit
slag, zeg Veel groeten
SIEGER en TINUS B. Het spijt
me, dat jullie de boeken Woensdag
middag niet kunt komen ruilen ik
weet heusch niet, wat voor uur ik je
nu op moet gevenZaterdag tus
schen 1 en 2 uur Wil je dan komen
Ik feliciteer jullie wel met het klei
ne zusje wat grappig dat nu de
oudste en de jongste zusjes zijn en de
anderen allemaal broertjes Js kleine
Annie nogal zoet Het raadsel van
Sieger begrijp ik niet goed; heb je het
zelf bedacht
BETSY B. Het was heel goed,
dat je het boek nog maar een week
gehouden hebt. Zoo, maakt Lena het
goed Als je haar eens schrijft, doe
haar dan vooral de groeten, wil je
JAN WILLEM en ROELAND VAN
Y. De twee raadsels zijn goed, en
ik wil ze wel in de courant zetten,
maar of dat al heel gauw gebeuren
zal, weet ik nog niet, want IR heb
nog een heeleboel raadsels,
JETTY B. Ik vind het heel best,
dat je ook aan den wedstrijd mee
doet maak maar een mooi ver
haal I Nog wel gefeliciteerd met je
verjaardag I Heb je veel pret gehad
gisteren en mooie presenten gekre
gen Gelukkig, dat je weer heelemaal
beter bent I
HENRI A, Ik kan me wel begrij
pen, dat als je niet veel tijd hebt, de
raadsels er wel eens bij moeten in
schieten, en dat jo het druk hebt, heb
ik ook wel gemerkt l Misschien heb
je later wel weer eens meer tijd
ANNIE en MARIE VAN Z. Een
woordenwedstrijd Ik zal er eens
over denken. Misschien gebeurt dat
ook wel weer eens Uk wil best geloo-
ven, dat je het verhaaltje aardig
vond de geschiedenis, waaxwan van
daag het begin in de courant staat,
zal zeker ook wel ln je smaak vallen,
is 't niet
HUBERTUS B. Heelemaal bo
venaan sta je vandaag niet, maar ik
zal je toch niet al te lang laten zoe
ken I Ik vind het erg leuk, dat jo in
Zandvoort zooveel pleizier hebt ge
had maakt de zon je zoo slaperig
Of was het de gezonde zeelucht Ik
vond het erg aardig', dat mevrouw
mij de groeten liet doen als je nu
weer ln Zandvoort komt, moet jq
mevrouw ook weer van mij terug
groeten, zul jo dat doen Het speet
me, dat er de vorige week geen Brie
venbus was, dan had ik je kunnen
vertellen, dat de bloemen nog zoo
prachtig waren I Ze zijn nog een heeie
poos goed gebleven, vind je dat niet
erg leuk En ze stonden op zoo'n
mooie plaats, ik kon ze aldoor zien
Dag, Hubertus Veel groeten I
CATHARINA K. Zoo, heb je een
prettigen verjaardag gehad? Daar
ben.ik blij om. Jullie hebt zeker met
je drietjes wel veel "pleizier ge
maakt Ik hoop, dat je opstel mooi
zal worden Ik weet niet of ik al
gauw plaats voor je raadsels heb.
Zul je niet al te ongeduldig wor
den
JOIIAN W. Ik was heel blij met
je langen brief, en ik zal beginnen
met je eens hartelijk te feliciteeren
met den goeden uitslag van je exa
men Heerlijk I Wanneer ga je er
voor het eerst naar toe Jij hebt dus
ook een boekje gekregen I Lieve help,
wat ben je vroeg bij me gekomen, om
den brief te brengen dat doe ik je
niet na, hoor I Nu vind ik het nóg
leuker, dat ik zoo'n langen brief van
je kreeg, nu ik weet, dat je er zoo
vroeg voor bent opgestaan I Veel groe
ten voor Wilhelmina en voor jou l
NICO T. Ik vind het erg leuk,
dat je Woensdagmiddag gekomen
bent met je kleinen broer. Hoe is het
met hem Komen de nieuwe tandjes
al Ik hap erg verlangend om te
iiooren, of het portret mooi is uitge
vallen. Breng je het eens mee om te
laten kijken Dan zal ik je eens ver
tellen of Ik vind, dat het goed lijkt I
WILHELMINA I. Je raadsels
vind ik heel mooi, en als ik plaats
heb zal ik ze opnemen. Waar heb je
ze vandaan, zeg? Je hebt ze toch zeker
niet zelf bedacht, hè?
Jo en FRANS VAN E. De nieuw
geschilderde kamer zal zeker wel
prachtig zijn; zorg nu maar, dat jul
lie de mooie nieuwe verf er niet gauw
afschoptl Of zijn jullie zulke kwajon
gens niet? Ja, 't speet mij ook, dat er
de vorige week geen Brievenbus was,
maar Jo Yond hot verhaal zeker
wel mooi; verlangde hij al naar
vervolg? Leuk, die boottocht in
vooruitzicht! Als het nu maar mooi
weer is, hè?
ZUS D. Ja, natuurlijk mag het
opstel ook iets zijn dat je zelf bedacht
hebt! Bern je er al aan begonnen? Wat
een leuke picnic is dat geweest! 't la
echt heerlijk als je op zoo'n wannen
dag een beetje in de duin-en kunt
gaan liggen! Heb jij veel last van de
warmte, of kan je er nogal goed te
gen? Veel groetenl
GERARD H. Ik ban wel een beet
je laat, maar Ik wil je toch nog even
gelukwenschen met Je verjaardag en
met je examen; een dubbele felicitatie
dus, hè? Heerlijk dat bet examen goed
afgoloopen isl
MARIE K. Wel, zijn jullie eerlijk
aan het loten geweest? En wie heeft
het spel an wie do briefkaart gekre
gen? 'k Hoop, dat je het nieuwe boek
weer mooi zult vinden!
LENA H. Nu, het onderworp dat
je voor je opstel gekozen hebt la tn
ieder geval mooil Daar is wel een
flink verhaal van te maken I De raad*
seis zijn heel geschikt voor opname.
ANNA P. Ja, je opstel is netjes
geschreven. Ik kan wel zien, dat je
er je best op hebt gedaan! 't Was heel
goed, dat je de raadseloplossingen'
nu stuurde, dus dat ls ook in orde.
GERARD en BEPPIE M. Vind Ja
de raadsels zoo lastig tegenwoordig?
Ik zal eens een paar gemakkelijke
voor je uitzoeken, 'k Hoop, dat jullie
ook prettige Pinksterdagen zult heb
ben; ga je een flinke wandeling ma
ken of heb je daar nog geen plan voor
gemaakt?
NANNE N. Ben je Woensdag
weer naar 't Bloemendaalsche bosoh
geweest? Dat is een flink eind weg,
maar je kunt er wel heerlijk spelen!
Is Cor ook meegegaan?
't Zal het beste zijn dat je broer over
de Natuur Historische Wandelingen
aan mijnheer Sturing zelf vraagt. Je
raadsels zijn goed. Hoe is 't met j<
opstel? Groeten voor Cor en jóu.
Jo P. Leuk dat ik van Jou ook een
opstel kreeg. Ik had het verhaal ook
wel eens gelezen, maar ik was er bij
na alles weer van vergeten; nu weet
ik het weer precies! In het Fransche
boekje staan er immers zulke grappi
ge plaatjes bij; is 't niet?
FRITS en CONSTANT P. - Jullla
komt achteraan vandaag, maar dat ia
niet erg hè? Heerlijk, dat Je nu voor
eerst niet meer terug hoeft te komen
voor je oog. Frits! Nu zijn we dus
flink op den weg van beterschap, hè?
Wat jammer dat de neefjes nu paa
zooveel later komen; 't zou in de groo-
te vacantle zoo leuk geweest zijn al#
ze er waren!
Maar in den winter kun je samen
ook wel pleizier maken, hé? Veel groe
ten!
M. C. VAN DOORN.
steld, maar ik kan niet boos op je
zijn, omdat ik zooveel van je houd. Ik
begrijp nu alles. Als ik er fngeloopen
wasals
Ze verborg haar gelaat aan zijnen
schouder.
Je moet niet schreien, fluisterde
hij teedea.
Ik schrei niet, antwoordde ze,
ik lach van blijdschap.
Verantwoordelijke redacteuren: H.
E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B.
Tollenaar.
Oplossingen in te zenden aan den
heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41.
Damclub /.HAARLEM".
PROBLEEM No. 54,
ingezonden door den heer J. L. VEL
DE, te Overveen.
/.wart
4o 47 4ö 49 6U
Wit
WIT: 17 20 22 29 32 49.
ZWART: 3 5 13 16 30 40.
De oplossing van de gespeelde par
tij van den heer J. L. Velde is: 27 - 22,
34 - 30, 30 - 24, 47 - 41, 43 -38, 39 6.
Goed opgelost door de heeren: H. A.
v. Abs, F. M. v. d. Werf, R. C. Broek-
meijer, G. P. Heek, allen te Haarlem.
W. A. Z. en H L. Jr., D., RuhrGrt.
W. H. de Klerk, te Bloemendaal.
EEN SPOORWEGAVONTUUR.
Dr. Derschatta, minister van spoor
wegverkeer in Üostenrijk-Hongarije,
stapte dezer dagen te Weenen in
den trein om zich naar een nabijge
legen plaats te begeven. De heer Der
schatta is niet alleen geen rooker,
maar kan zelfs geen tabakslucht ver
dragen. Hij vond het dus allesbehal
ve aangenaam, toen een medereizi
ger, nadat de trein zich in beweging
had gezet, een sierlijken sigarenko
ker voor den dag haalde, met be
dachtzaamheid een sigaar daaruit
nam en deze kalm opstak.
De heer Derschatta kuchte, eerst
heel eventjes, kuchte toen luider en
kreeg eindelijk een hoestbui. Zijn
medereiziger bleef zwijgend zijn si
gaar savoureerén.
Mijnheer, zside eindelijk de
heer Derschatta, mag ik u doen
opmerken, dat wij in een niet-rook-
coupé zitten
De andere reiziger blies een dikke
rookwolk uit en zeide flegmatisch
Dat kan me geen zier schelen.
Maar mijnheer, het spoorwegbe-
stuur....
Met onweerstaanbare kalmte ant
woordde de ander
Aan het spoorwegbestuur heb Ik
lak.
Zoo, mijnheer I Mag ik u dan
zeggen, dat, ik dr. Derschatta ben,
minister van spoorwegen in Oosten-
rijk-Hongarije
Bent u werkelijk de spoorweg-
minister
Ja, mijnheer, ik heb de eer. Hiér
ia mijn kaartje.
Met blijkbaar onverstoorbare ge
moedsrust en de sigaar nog steeds
stevig tusschen de lippen geklemd,
nam de rooker het kaartje aan, be
keek het met diepzinnigen blik en
stak het bedaard in zijn binnenzak,
maar pufte intusschen als een schoor
steen door.
Na eenige seconden stilte nam hij
de sigaar uit den mond, keek zijn
overbuurman aan en sprak nog al
tijd met dezelfde tartende kalmte
Zoo, zoo, dus u is de minister
van het spoorwegwezen. Laat ik u
dan tegg?n, dai ik ook maling
u heb.
De minister, die zijn woede haast
niet kon bedwingen, bleef zwijgen
totdat de trein op een tusschonsta-
tion stopte. Nauwelijks was het por
tier geopend, of hij riep den stations
chef. Doze kwam voor het geopende
portier.
Chef. deze mijnheer blijft roo-
ken, ofschoon ik hem reeds herhaal
delijk heb gezegd, dat wij ln een
niet-rookcoupé zitten. Wilt u alsje
blieft zijn naam opteekenen?
Uw naam, mijnheer? vroeg de
chef.
Ziedaar mijn kaartje, zei de kal
me rooker.
De reiziger haalde zonder een
oogenblik te aarzelen een kaartje uit
zijn binnenzak, stak het den chef toe
en deze had er nauwelijks een blik
op geslagen, of hij boog als een knip
mes en stotterde
Neem mij niet kwalijk, excellen
tie, ik wist niet met wien lk de eer
had te spreken. Als die man „die
man" was de minister niet belooft
u verder met rust te laten, zal ik
hem uit den trein laten zetten.
De trein reed weg vóór de minis
ter van zline verbazing bekomen was.
Toen had hij tot het volgende sta
tion den tijd te bedenken, hoe ge
vaarlijk het kan zijn aan sommige
lieden zijn eigen naam toe te vertrou
wen.
UIT HET LAND DER ONBEGRENS
DE MOGELIJKHEDEN.
Drie jongens van 15 en 17 jaar vie
len, even buiten het station Great
Falls, in Montana (Vereenigde Sta
ten), een trein van de Great Northern-
lijn aan, en beroofden de passagiers.
Voorzien van maskers en revolvers,
wisten ze den trein op de helling van
een steilen berg tot stilstand te bren
gen en bevalen den conducteur, m
zijn hoed een collecte te houden,
langs de verschillende waggons. Toen
de man weigerde, schoten de heeren
hem een kogel door de mouw. Hierop
deed hij, wat men verlangde. De pas
sagiers, buiten zichzelf van angst,
gooiden henderden dollars in ien
hoed. Eén hunner, die trachtte to
vluchten, kreeg een revolverschot
door zijn been, dat later afgezet
moest worden. Na volbrachte daad,
lieten de jongelui den trein vertrek
ken. Ze bleven echter zóólang op het
terrein hunner heldenfeiten achter,
dat de uit Great Fails ontboden poll-
tie hen op de plaats zelf kon arres
teeren.
MENSCHENETERS.
In Antwerpen zijn thans passagiers
van de stoomboot „Bruxelles Ville"
aangekomen, die in den Kongo ge
tuige zijn geweest van den ondergang
van de „Ville de Bruges". Het onge
luk had plaats tegenover den vroe-
geren post Oemanghi. Toen het schip
in een vreeselijken storm naar de
kust stuurde, werd het door de zee
omgeworpen. De kapitein Lundgron
en de Noorweegsche luitenant Ho
ning werden ln het water geslingerd.
Het gelukte beiden zwemmende aan
wal ie komen. Ze werden echter da
delijk door de inboorlingen doodge
slagen en in het struikgewas opge
geten.
Aan boord van het schip bevonden
zich bovendien drie blanke Kongo-
ambtenaren. Het staat vrijwel vast,
dat ook zij door de negers zijn opge
geten. Veertiea negers verdronken
eveneens. De blanke stoker werd
krankzinnig in een woud ronddwalen
de gevonden.
POOLEXPEDITIE.
Het schijnt er n/u toch nog van te
zullen komen, dat Peary dezen zomer
de aangekondigde expeditie naar de
Noordpool gaat ondernemen. De Pool
reiziger had tot dat doel 62.000 gulden
aoodig. Het geld komt vrij goed bin
nen. Peary zelf en zijn schip zijn
klaar. Zoodra het geld er is, zal kun
nen worden vertrokken. Gaat Peary
dit jaar, dan zal het Poolschip 1 Juli
de reis aanvaar denj.