RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Raadseloplossingen Wéflstrijdinzendicgen Gaiteimtrekeo van vier ondeugende ju 0. Brievenbus DAMRUiRIEK. (Deze raadsels zijn alia ingezon den door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De na men van de kinderen, die mij vóór Donderdagmorgen oplossin gen zenden, worden in het vol gend nummer bekend gemaakt). 1. (Ingezonden door Maria de JZaayer). Neem een klaproos zuiver' rood Doe daarbij een paardenbloem En een lieve boterbloem; Doe er fris3Che grasjes om -r Dan twee bloempjes uit het koren Én twee donkere riddersporen. Een viooltje, teer en fijn.... Raad nu eens wat dat zal zijn 2. (Ingezonden door Rina v. d. 'iW el). Welk woord kunt ge uit bet onder staande maken 3. (Ingezonden door Jan Souverein). Wat wordt korter boe meer men er aan trekt 4. (Ingezonden door Henri Cou- tinho). In Holland kom ik nooit In Limburg even weinig, Maar wel in Nederland, Daar ben ik veilig I En wie verder goed oplet Vindt mij midden in het bed. 5. (Ingezonden door Hubertus Bank) Waarom kan een tuinman nooit muziek leeren 6. (Ingezonden door Mijn eerste is een deel van een schip. Mijn tweede is een lichaamsdeel. Mijn geheel is een stad in Lim burg. 7. (Ingezonden door Nelly van Opij- nen). Wat kunt ge hieruit lezen vindt leert beide wie heide iets mate. 8. (Ingezonden door Dina Vester). Zoek uit onderstaanden zin een be graven plaats Dorus en Anton gingen samen naar 'den tuin. 9. (Ingezonden door Dirk Boeré). Mijn geheel bestaat uit veertien let ters. 3 4 5 6 7 gebruikt de naaister. 1 2 is een muzieknoot. 14 2 7 is een lichaamsdeel. 10 12 13 11 is een vloeistof. 14 9 8 vindt men onder het lcoren. 10 4 1 is een muziekinstrument. 10. (Ingezonden door Machiel van Marsbergen.) Ik ben een dorp in Groningen, Met vele nette woningen 'k Besta vooral uit gouden en zilveren, meestal ouden En ook uit koperen stukken, Waarvoor zich velen bukken. Het slot geeft u ook leering, Dat er een waterkeering Daar vroeger eens gebouwd is, Die zeker nu al oud is. Ellen antwoordde met moeite -—rik geloof, dat kapitein Shally veilig zal zijn, mijn verloofde is niet vechtlustig. Het antwoord was sarcastisch en Lady White lachte. Het is wel toevallig, dat ze hier san. ijn en hij ziet er zoo knap uit. Ja, het staat Petruchio goed, dal hij bleek ziet. Ik meen kapitein Shally een pracht van een man. Hij meende, dat -je verloofde tegenslag had gehad in 7nu geldelijke ondernemingen. Hou gen open en verzin éer je be- .u 3 Eilen ging ongeduldig naar de deur. Ze was zenuwachtig over de ontmoe ting niet Shally en wou, dat die voor bij was. Toen ze de ontvangkamer binnen kwamen, zag ze hem met haar ver loofde staan praten. Lady White be- een gesprek met dezen en liet Éllen aan Shally over. Aan tafel keek Ellen dikwijls van den man, dien ze had afgewezen, naar hem, die haar haar woord had teruggegeven na dien avond. Haar oogen hadden een vreemde uitdruk king, die ze droomerig deed schijnen. Ze is een sentimenteel persoon tje, dacht Lady White. Voor de avond om is, zal ze weer Verliefd zijn op Shally, als ik mijn kaarten goed uit speel. Dit was niet moeilijk. In een pauze liet ze zich door Black naar eene vriendin in een andere loge brengen, zoodat Ellen met Shally achterbleef. Shally boog zich tot haar over en fluisterde Ellen, je zult dien man niet trou wen. Hoe weet je dat Omdat het lot iets beters voor je heeft weggelegd, fluisterde hij. Dan is het lot vriendelijker dan ik dacht, zei ze, om nog iets beters te willen geven dan net beste Hij greep haar hand bijna ruw, en vatte de woorden op als een grap. Je speelt met je zelf, zeide hij. Je weet, dat je hem vanavond zult laten gaan. Ze keek om zich heen. Lady White stelde juist Petruchio voor aan een mcni- dame in het rose. De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Hoevelaken. 2. i Z PAN MAART ZAANDAM ONDER K A M 3. Maastricht Maas arrd mast straat r— rat haar acht. 4. Alkmaar. 5. De kam. 6. Pan. 7. Een rivier. 8. Jan Ida dal val roo- vers Walen Eems ren dieren - arend - does viool Willem van Oranje, de va der des vaderlands. 9. Leem meel. 10. De schaduw. Goede oplossingen ontving ik deze week van Frans en Jo van Egmond 10. Dora van Steen 5. Grietje Kwanles 10. Frits Poppe 8. Constant Poppe 8. Zus Duursma 9. Beppie en Gerard Meyer 8, Nanne Nauta 10. Nico TwisterliDg 4. Jetty Boogaard 6. Marie -Kolk 8. Wilhelm Heyl 7. Anna Ploeg 6. De vorige week ontving ik goede raadseloplossingen van Frits Poppe 7. Constant Poppe 7. Henri AeKermann 6. Betsy Bos 4 Zus Duursma 10. Nanne Nauta 8. Marie Kolk 6. Jan Willem en Roeland van Ven- deloo 6. Frans en Jo van Egmond 8. Nico Twisterling 4. Beppie Meyer 6. Annie en Marie van Zutphen 8. Wilhelmina Itjeshorst 6. Jetty Boogaard, 6. Sieger en in us Bonke 9. (Nog van de vorige week). Nanne Nauta 8. (Nog van de vorige week). bruari 1908 uitgeleend aan Leo en Simon Heidoorn. „Jonge Meisjes", op 18 Februari 1908 uitgeleend aan Truus Staal. Verder mis Ik nog „Een lief gezin" en „Onder zeeroo- vefs', uitgeleend op 18 Maart 1908. Wedstrijdinzendingen ontving ik deze week en de vorige week van Elizabeth Slager. Jo Ploeg. Cornelia Uostwoudei*. Wilhelm Heyl. Anna Ploeg. Albert Wagenaar. Wil jullie er aan denken, dat de opstellen over Michiel Adriaansz. de Ruyter, Een grappig avontuur, Een horloge, Een droom, De geschiedenis van een cent, De nieuwe klompen, Een dag naar buiten, Asschepoetster, alle vóór Donderdag 11 Juni a.s. aan mij gezondén moeten worden. En denk er vooral ook aan, het papier maar aan éón kant te beschrijven UITGELEENDE BOEKEN. Graag zou ik willen, dat jullie de volgende hoeken eens terugbracht „Albertine", naar ik meen op 22 Januari 1908 uitgeleend aan Suze Schornagel. ..Nanny" en „Klimop", op 5 Fe- Je weet, of zult spoedig weten, ging de onvermoeide stem voort, dat Black zijn zaken in de war heeft ge holpen, zooals hij je leven zal beder ven. Ieder spreekt er over in City, zooals Lady White zegt. Je moet niei met hem le gronde gaan. Je bent ge schapen oor iets beters. Denk er nog eens over. Ik wacht. Ik Een kort lachje van Ellen deed hem zwijgen. O riep ze uit, ben jij iets be ters I Ik ben blij, dat je je gevoel voor humor niet verloren hebt. Toen Petruchio weer verscheen, stond Ellen op. Ik voel me niet wel, zei ze. Wil je mij thuisbrengen Hij giug gauw naar haar toe, en keek bezorgd naar haar, toen ze af scheid nam van Lady White. Hoe gaat het je vroeg Petru chio angstig, terwijl hij het rijtuig raampje neerliet, om Ellen versche lucht te geven. Ik ben niet ziek, maar ik kon het niet langer bij kapitein Shally uit- houden. Het was afschuwelijk van Lady White, om hem te vragen en ons alleen te laten. Ik kon niet laten hem wat voor den gek te houden, om te zien, of hij nog dezelfde was. En hij was precies dezelfde, geen zier veranderd. Maar zeg, ik vind, datje mij wel eens had kunnen aankijken, om mij wat aan te moedigen. Ik kon het niet, antwoordde hij met moeite. Het was dwaas van me, dat ik vanavond bij je bleef. Het was een onbeschrijflijke pijniging. Ze sloeg haar armen om zijn hals. Lady White vertelde me van daag, dut ik je nam om je geld. Ik ben zoo blij, dat ik haar nu het tegen deel kan bewijzen 1 Ik geef niet om je verliezen. Wij zullen er des te nauwer door aan elkaar verbonden worden. Bewogen fluisterde hij Ik heb je ook verkeerd beoor deeld. Ik dacht, evenals Lady White. Ze sprak er niet mij over, ze waar schuwde mij I Ik dacht zeker, dat het vanavond tusschen ons uit zou zijn Ik berustte er in, je te verliezen, als zij geliik had. De geschiedenis van mijn ruïneering was overdreven. Ik heb nog andere middelen Zeg me maar niet meer 1 Ik be grijp het. Je hebt mij op de proef ge- Door Suzanna S. de Lange. EEN AVONTUUR OP EEN MOOIEN WOENSDAGMIDDAG. (Vervolg). „Laten we nou even afspreken, waar we heengaan", stelde Emil voor. „Zoo maar zonder dat je weet waar heen door te kuieren, is ook niet veel aan." „Ik weet wat", viel Frits in, „we gaan melk drinken bij ouwe Aal, en schommelen Daar hebben we nog geld genoeg voor." „Nou", viel Gerrit verontwaardigd in, „wie heeft, wanneer hij Zater dags z'n zakgeld krijgt, Woensdags nog geld geaoeg om inelk te koopen bij ouwe Aal'n Ander misschien wel, maar ik niet." Wilhelm was edelmoedig. „Dat is niks, dan doen we botje bij botje en dan zal het wel gaan. En ouwe Aal geeft ons misschien wel goedkooper," „Ja, ze zè.1 je goedkooper Waar om zou ze t óns juist goedkooper geven „Och, om tóch, wij zulke trouwe klanten De jongens staken de rails over en slóegen linksaf, gingen in het Slin gererbosch een laan in, welke dood liep, of, beter gezegd, in de hei ein digde. Daar woonde ouwe Aal met haar kleindochtertje, een lief, blond meisje van ongeveer vier jaren, een weesje. (Volgens de jongens verkocht ouwe Aal de heerlijkste schapen melk, die er bestaat voor maar vijf cent kreeg je 'n heel glas vol). „Ouwe Aal woont daar eigenlijk fijn", merkte Wilhelm op. „Ja, nu, mdar 's winters 't Is niks meer dan een hutje, en ze moet het dan, dunkt me, knapjes koud hebben. Ze verdient dan ook haast niks, de ouwe stakker. Moe heeft al wat aard- appelmandjes en bezems van haar gekocht Maar kijk eens, wat is daar te doen 't Schijnt daar óók niet alles pluis Nee, wat een drukte op Aal's erf Ik geloof bepaald, dat het Hierdensche boerenbengels zijn!" „Kom, laten we een beetje aanstap pen." Sneller en sneller liejDen ze voort. „Ze zitten op het dak, en van ouwe Aal is niks te zien Daar gaat er een het hutje binnen. Die rakkers" mompelde Frits. „We zullen ze ran selen, wanneer ze een streek uitge haald hebben I" „Ze hebben ons nog niet gezien ze ker", meende Emil. „Dat denk ik toch wel, we zijn zoo dichtbij Ze waren nu vlak bij het hutje ge komen. Eduard stond stil, en zei „Nou eerst afspreken, wat te doen. Wij, Sêlang, Emil en ik, blijven hier die rakkers >u de gaten houden, jul lie gaat naar binnen, ouwe Aal vra gen, of ze iets gedaan hebben en wè.t. Is dat zoo, dan neemt ieder zoo'n snaak van z'n eigen grootte, om mee af le rekenen." „En willen ze niet goedsmoeds van het dak afkomen, dan trek je ze er maar aan de he en en af. Ze gooion waratje met steenen En Gerrit wreef met pijnlijk ge zicht z'n arm. „Waar is Frits nou zoo opeens ge bléven Daar is-ie nèt, en hij schiinf schik te hebben." Frits kwam achter het hutje van daan hollen, met vliegende krullen, hijgend en met kletsnatte blouse. „O jé, ik heb 'm achter uit de hut gesleept, en 'm met zijn kop ln den regenbak geduwddie was heelemaal vol water, en toen heb ik hem een stomp voor z'n maag gegeven, dat le tolde. En die andere dorst niks te doen I En ze waren allebei wel een jaar ouwer dan ik", vertelde hij op gewonden. „Nee. dat ging toen zoo écht. Je hadt het moeten zien. Zeg, jó, laten we ze allemaal kopje onder doen 1" „Nee" Keurde Eduard af „ieder straft zoo'n bengel op zijn ma nier. Is er een bij den regenbak, en ltan-ie 'm kopje onder doen, dan is 't gopd, kan 't niet, ook goed, als je ze maar flink smeer geeft I Wat voerden ze eigenlijk bij ouwe Aal uit „O ja, die dieven Ze hadden haar 'n restje middageten uit de kast ge haald en opgegeten I En je weet wel, dat blauwe vaasje, waar zo al tijd zoo trotsch op was, hebben ze stukgegooid. Ze wasblij, dat ik kwam, en ze vertelde me ook nog, dat ze steenen door den schoorsteen gooiden en ze haar van te voren ook al geplaagd hadden op allerlei ma nieren. En 't ouwe mensch huilde er om". „Zoo, en dat zijn redenen genoeg, om ze 's flink af te ranselen, dunkt me", bromde Eduard tusschen de tanden. „En nu, vooruit, jongens, onze leus aangeheven „Valt aan, valt aan, Jiet leven, niet den moed verloren I" (Wordt vervolgd). (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Af deeling moeten worden" gezonden aan Mej. M. G. van Doorn, Wageu- weg 88, Haarlem). DORA VAN S. Zeker, het is-heel goed dat je voortaan óók mee gaat doen *an het oplossen van de raad sels. 't Was dezen keer al flink ge lukt. Ga je ook meedoen aan de wed strijden BRAM VAN N. Je hoek heb ik gekregen. Tot October dus, Bram I GRIETJE K. Wat leuk, dat je ook leert zwemmen 1 Dat was in deze warme dagen zeker wel heerlijk Je bent net een kind om het gauw goed te leeren, vind ik. Ik ben benieuwd, of dat ook uitkomt, jij niet? Geluk kig heb je nog een paar dagen den tijd, om je opstel af te maken. Het hindert niets, dat het beknopt wordt, daarom hoeft' het niets minder te zijn I WILHELM H. Ik dacht al zou Wilhelm onze rubriek vergeten Maar gelukkig, daar kwam weer een brief, en aan het adres zag ik al, dat hij van jou kwam. Flink, dat je ook een opstel gemaakt hebt, hoor En wat is het groot geworden I Ik be- rijp wel, dat je nog niet veel opstel len gemaakt hebt, en zeker zal het je dus wel heel wat moeite gekost hebben Verlang je al naar den uit slag, zeg Veel groeten SIEGER en TINUS B. Het spijt me, dat jullie de boeken Woensdag middag niet kunt komen ruilen ik weet heusch niet, wat voor uur ik je nu op moet gevenZaterdag tus schen 1 en 2 uur Wil je dan komen Ik feliciteer jullie wel met het klei ne zusje wat grappig dat nu de oudste en de jongste zusjes zijn en de anderen allemaal broertjes Js kleine Annie nogal zoet Het raadsel van Sieger begrijp ik niet goed; heb je het zelf bedacht BETSY B. Het was heel goed, dat je het boek nog maar een week gehouden hebt. Zoo, maakt Lena het goed Als je haar eens schrijft, doe haar dan vooral de groeten, wil je JAN WILLEM en ROELAND VAN Y. De twee raadsels zijn goed, en ik wil ze wel in de courant zetten, maar of dat al heel gauw gebeuren zal, weet ik nog niet, want IR heb nog een heeleboel raadsels, JETTY B. Ik vind het heel best, dat je ook aan den wedstrijd mee doet maak maar een mooi ver haal I Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag I Heb je veel pret gehad gisteren en mooie presenten gekre gen Gelukkig, dat je weer heelemaal beter bent I HENRI A, Ik kan me wel begrij pen, dat als je niet veel tijd hebt, de raadsels er wel eens bij moeten in schieten, en dat jo het druk hebt, heb ik ook wel gemerkt l Misschien heb je later wel weer eens meer tijd ANNIE en MARIE VAN Z. Een woordenwedstrijd Ik zal er eens over denken. Misschien gebeurt dat ook wel weer eens Uk wil best geloo- ven, dat je het verhaaltje aardig vond de geschiedenis, waaxwan van daag het begin in de courant staat, zal zeker ook wel ln je smaak vallen, is 't niet HUBERTUS B. Heelemaal bo venaan sta je vandaag niet, maar ik zal je toch niet al te lang laten zoe ken I Ik vind het erg leuk, dat jo in Zandvoort zooveel pleizier hebt ge had maakt de zon je zoo slaperig Of was het de gezonde zeelucht Ik vond het erg aardig', dat mevrouw mij de groeten liet doen als je nu weer ln Zandvoort komt, moet jq mevrouw ook weer van mij terug groeten, zul jo dat doen Het speet me, dat er de vorige week geen Brie venbus was, dan had ik je kunnen vertellen, dat de bloemen nog zoo prachtig waren I Ze zijn nog een heeie poos goed gebleven, vind je dat niet erg leuk En ze stonden op zoo'n mooie plaats, ik kon ze aldoor zien Dag, Hubertus Veel groeten I CATHARINA K. Zoo, heb je een prettigen verjaardag gehad? Daar ben.ik blij om. Jullie hebt zeker met je drietjes wel veel "pleizier ge maakt Ik hoop, dat je opstel mooi zal worden Ik weet niet of ik al gauw plaats voor je raadsels heb. Zul je niet al te ongeduldig wor den JOIIAN W. Ik was heel blij met je langen brief, en ik zal beginnen met je eens hartelijk te feliciteeren met den goeden uitslag van je exa men Heerlijk I Wanneer ga je er voor het eerst naar toe Jij hebt dus ook een boekje gekregen I Lieve help, wat ben je vroeg bij me gekomen, om den brief te brengen dat doe ik je niet na, hoor I Nu vind ik het nóg leuker, dat ik zoo'n langen brief van je kreeg, nu ik weet, dat je er zoo vroeg voor bent opgestaan I Veel groe ten voor Wilhelmina en voor jou l NICO T. Ik vind het erg leuk, dat je Woensdagmiddag gekomen bent met je kleinen broer. Hoe is het met hem Komen de nieuwe tandjes al Ik hap erg verlangend om te iiooren, of het portret mooi is uitge vallen. Breng je het eens mee om te laten kijken Dan zal ik je eens ver tellen of Ik vind, dat het goed lijkt I WILHELMINA I. Je raadsels vind ik heel mooi, en als ik plaats heb zal ik ze opnemen. Waar heb je ze vandaan, zeg? Je hebt ze toch zeker niet zelf bedacht, hè? Jo en FRANS VAN E. De nieuw geschilderde kamer zal zeker wel prachtig zijn; zorg nu maar, dat jul lie de mooie nieuwe verf er niet gauw afschoptl Of zijn jullie zulke kwajon gens niet? Ja, 't speet mij ook, dat er de vorige week geen Brievenbus was, maar Jo Yond hot verhaal zeker wel mooi; verlangde hij al naar vervolg? Leuk, die boottocht in vooruitzicht! Als het nu maar mooi weer is, hè? ZUS D. Ja, natuurlijk mag het opstel ook iets zijn dat je zelf bedacht hebt! Bern je er al aan begonnen? Wat een leuke picnic is dat geweest! 't la echt heerlijk als je op zoo'n wannen dag een beetje in de duin-en kunt gaan liggen! Heb jij veel last van de warmte, of kan je er nogal goed te gen? Veel groetenl GERARD H. Ik ban wel een beet je laat, maar Ik wil je toch nog even gelukwenschen met Je verjaardag en met je examen; een dubbele felicitatie dus, hè? Heerlijk dat bet examen goed afgoloopen isl MARIE K. Wel, zijn jullie eerlijk aan het loten geweest? En wie heeft het spel an wie do briefkaart gekre gen? 'k Hoop, dat je het nieuwe boek weer mooi zult vinden! LENA H. Nu, het onderworp dat je voor je opstel gekozen hebt la tn ieder geval mooil Daar is wel een flink verhaal van te maken I De raad* seis zijn heel geschikt voor opname. ANNA P. Ja, je opstel is netjes geschreven. Ik kan wel zien, dat je er je best op hebt gedaan! 't Was heel goed, dat je de raadseloplossingen' nu stuurde, dus dat ls ook in orde. GERARD en BEPPIE M. Vind Ja de raadsels zoo lastig tegenwoordig? Ik zal eens een paar gemakkelijke voor je uitzoeken, 'k Hoop, dat jullie ook prettige Pinksterdagen zult heb ben; ga je een flinke wandeling ma ken of heb je daar nog geen plan voor gemaakt? NANNE N. Ben je Woensdag weer naar 't Bloemendaalsche bosoh geweest? Dat is een flink eind weg, maar je kunt er wel heerlijk spelen! Is Cor ook meegegaan? 't Zal het beste zijn dat je broer over de Natuur Historische Wandelingen aan mijnheer Sturing zelf vraagt. Je raadsels zijn goed. Hoe is 't met j< opstel? Groeten voor Cor en jóu. Jo P. Leuk dat ik van Jou ook een opstel kreeg. Ik had het verhaal ook wel eens gelezen, maar ik was er bij na alles weer van vergeten; nu weet ik het weer precies! In het Fransche boekje staan er immers zulke grappi ge plaatjes bij; is 't niet? FRITS en CONSTANT P. - Jullla komt achteraan vandaag, maar dat ia niet erg hè? Heerlijk, dat Je nu voor eerst niet meer terug hoeft te komen voor je oog. Frits! Nu zijn we dus flink op den weg van beterschap, hè? Wat jammer dat de neefjes nu paa zooveel later komen; 't zou in de groo- te vacantle zoo leuk geweest zijn al# ze er waren! Maar in den winter kun je samen ook wel pleizier maken, hé? Veel groe ten! M. C. VAN DOORN. steld, maar ik kan niet boos op je zijn, omdat ik zooveel van je houd. Ik begrijp nu alles. Als ik er fngeloopen wasals Ze verborg haar gelaat aan zijnen schouder. Je moet niet schreien, fluisterde hij teedea. Ik schrei niet, antwoordde ze, ik lach van blijdschap. Verantwoordelijke redacteuren: H. E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen in te zenden aan den heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41. Damclub /.HAARLEM". PROBLEEM No. 54, ingezonden door den heer J. L. VEL DE, te Overveen. /.wart 4o 47 4ö 49 6U Wit WIT: 17 20 22 29 32 49. ZWART: 3 5 13 16 30 40. De oplossing van de gespeelde par tij van den heer J. L. Velde is: 27 - 22, 34 - 30, 30 - 24, 47 - 41, 43 -38, 39 6. Goed opgelost door de heeren: H. A. v. Abs, F. M. v. d. Werf, R. C. Broek- meijer, G. P. Heek, allen te Haarlem. W. A. Z. en H L. Jr., D., RuhrGrt. W. H. de Klerk, te Bloemendaal. EEN SPOORWEGAVONTUUR. Dr. Derschatta, minister van spoor wegverkeer in Üostenrijk-Hongarije, stapte dezer dagen te Weenen in den trein om zich naar een nabijge legen plaats te begeven. De heer Der schatta is niet alleen geen rooker, maar kan zelfs geen tabakslucht ver dragen. Hij vond het dus allesbehal ve aangenaam, toen een medereizi ger, nadat de trein zich in beweging had gezet, een sierlijken sigarenko ker voor den dag haalde, met be dachtzaamheid een sigaar daaruit nam en deze kalm opstak. De heer Derschatta kuchte, eerst heel eventjes, kuchte toen luider en kreeg eindelijk een hoestbui. Zijn medereiziger bleef zwijgend zijn si gaar savoureerén. Mijnheer, zside eindelijk de heer Derschatta, mag ik u doen opmerken, dat wij in een niet-rook- coupé zitten De andere reiziger blies een dikke rookwolk uit en zeide flegmatisch Dat kan me geen zier schelen. Maar mijnheer, het spoorwegbe- stuur.... Met onweerstaanbare kalmte ant woordde de ander Aan het spoorwegbestuur heb Ik lak. Zoo, mijnheer I Mag ik u dan zeggen, dat, ik dr. Derschatta ben, minister van spoorwegen in Oosten- rijk-Hongarije Bent u werkelijk de spoorweg- minister Ja, mijnheer, ik heb de eer. Hiér ia mijn kaartje. Met blijkbaar onverstoorbare ge moedsrust en de sigaar nog steeds stevig tusschen de lippen geklemd, nam de rooker het kaartje aan, be keek het met diepzinnigen blik en stak het bedaard in zijn binnenzak, maar pufte intusschen als een schoor steen door. Na eenige seconden stilte nam hij de sigaar uit den mond, keek zijn overbuurman aan en sprak nog al tijd met dezelfde tartende kalmte Zoo, zoo, dus u is de minister van het spoorwegwezen. Laat ik u dan tegg?n, dai ik ook maling u heb. De minister, die zijn woede haast niet kon bedwingen, bleef zwijgen totdat de trein op een tusschonsta- tion stopte. Nauwelijks was het por tier geopend, of hij riep den stations chef. Doze kwam voor het geopende portier. Chef. deze mijnheer blijft roo- ken, ofschoon ik hem reeds herhaal delijk heb gezegd, dat wij ln een niet-rookcoupé zitten. Wilt u alsje blieft zijn naam opteekenen? Uw naam, mijnheer? vroeg de chef. Ziedaar mijn kaartje, zei de kal me rooker. De reiziger haalde zonder een oogenblik te aarzelen een kaartje uit zijn binnenzak, stak het den chef toe en deze had er nauwelijks een blik op geslagen, of hij boog als een knip mes en stotterde Neem mij niet kwalijk, excellen tie, ik wist niet met wien lk de eer had te spreken. Als die man „die man" was de minister niet belooft u verder met rust te laten, zal ik hem uit den trein laten zetten. De trein reed weg vóór de minis ter van zline verbazing bekomen was. Toen had hij tot het volgende sta tion den tijd te bedenken, hoe ge vaarlijk het kan zijn aan sommige lieden zijn eigen naam toe te vertrou wen. UIT HET LAND DER ONBEGRENS DE MOGELIJKHEDEN. Drie jongens van 15 en 17 jaar vie len, even buiten het station Great Falls, in Montana (Vereenigde Sta ten), een trein van de Great Northern- lijn aan, en beroofden de passagiers. Voorzien van maskers en revolvers, wisten ze den trein op de helling van een steilen berg tot stilstand te bren gen en bevalen den conducteur, m zijn hoed een collecte te houden, langs de verschillende waggons. Toen de man weigerde, schoten de heeren hem een kogel door de mouw. Hierop deed hij, wat men verlangde. De pas sagiers, buiten zichzelf van angst, gooiden henderden dollars in ien hoed. Eén hunner, die trachtte to vluchten, kreeg een revolverschot door zijn been, dat later afgezet moest worden. Na volbrachte daad, lieten de jongelui den trein vertrek ken. Ze bleven echter zóólang op het terrein hunner heldenfeiten achter, dat de uit Great Fails ontboden poll- tie hen op de plaats zelf kon arres teeren. MENSCHENETERS. In Antwerpen zijn thans passagiers van de stoomboot „Bruxelles Ville" aangekomen, die in den Kongo ge tuige zijn geweest van den ondergang van de „Ville de Bruges". Het onge luk had plaats tegenover den vroe- geren post Oemanghi. Toen het schip in een vreeselijken storm naar de kust stuurde, werd het door de zee omgeworpen. De kapitein Lundgron en de Noorweegsche luitenant Ho ning werden ln het water geslingerd. Het gelukte beiden zwemmende aan wal ie komen. Ze werden echter da delijk door de inboorlingen doodge slagen en in het struikgewas opge geten. Aan boord van het schip bevonden zich bovendien drie blanke Kongo- ambtenaren. Het staat vrijwel vast, dat ook zij door de negers zijn opge geten. Veertiea negers verdronken eveneens. De blanke stoker werd krankzinnig in een woud ronddwalen de gevonden. POOLEXPEDITIE. Het schijnt er n/u toch nog van te zullen komen, dat Peary dezen zomer de aangekondigde expeditie naar de Noordpool gaat ondernemen. De Pool reiziger had tot dat doel 62.000 gulden aoodig. Het geld komt vrij goed bin nen. Peary zelf en zijn schip zijn klaar. Zoodra het geld er is, zal kun nen worden vertrokken. Gaat Peary dit jaar, dan zal het Poolschip 1 Juli de reis aanvaar denj.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 15