RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD (Deze raadsels zijn alls ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Önze Jeugd" lezen. De nomen der kin deren, die mij vóór Donderdagmor gen goede oplossingen zenden, wor den in het volgend nummer bekend gemaakt), 1. (Ingezonden door Jansje Velthui- 21 enj. 5 3 6 7 is een lichaamsdeel, 9 3 8 9 is een ontkenning. 1 3 4 7 is iemand, die gevreesd wordt. 5 2 4 7 is afval van hout. Mijn geheel is een plaats in Neder land van 9 letters. 2. Ingezonden door Martina Bruijn). Wie is de voorzanger van de kik- vorschen 3. (Ingezonden door Rika Wijkhuizen) Zoek hieruit een begraven plaats De juffrouw heeft een witte veer en een rood lint om haar hoed. 4. (Ingezonden door Sietse Roelof Beinema). Zet onder elkaar: Een plaats in Noord-Brabant. Een plaats in Spanje. Een plaats in Overijsel. Een plaats in 't Balkan Schier eiland. Een eiland in Ned.-IndiÖ. Een plaats in Frankrijk. Een provincie in Nedexdand. De beginletters vormen den nSam van een plaats in Spanje, 5. (Ingezonden door Johanna Reljer). Uit ieder der onderstaande zinnen moet een woord gekozen worden. De juiste woorden vormen een hekend spreekwoord. Moeder beloofde haar dochtertje, 'dat zij met iemand over het voorge vallene zou spreken. Alles wat ik u verteld heb, is waar. De meid moet altijd het zilver in de kamer afwasschen, wanneer wij ge geten hebben. Jan kan maar niet leeren, dat hij in school moet zwijgen, tot hem iets gevraagd wordt. Het is vervelend, dat het zoo regent. ,,Die jongen is goud waard", zei de boekhouder van den nieuwen klerk. 6. Ingezonden door G. Hamer). Wie kan de volste kerk ledig ma- leen 7. (Ingezonden door Willem Hooger- vorst). Mijn lsto en 2de vormen den naam van een viervoetig dier; mijn 2deen 3de vormen den naam van een werk woord. Mijn geheel bestaat uit 2 lettergre pen en is de naam Yan een plaats in Friesland. 8. (Ingezonden döor A. Koomen.) Soms heb ik verscheidene beenen, Soms heb ik er geen een. Gaan kan ik toch nergens henen, Mijn huid is gevoelloos en soms zacht, Zacht gelijk een schapenvacht. 9. (Ingezonden door Tarri Rienstra). Wat is het, zonder hetwelk de mensch niet leven kan, en waarvan hij toch niet leven kan. 10. (Ingezonden door Nelly vah Opij- nen-. Welke zaal is het grootste? Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsels der Vorige week zijn 1. De kleuren van den regenboog. 2. T, u, i, 1 tuil. 3. Een sigaar. 4. De letter e. 5. Omdat hij een mol ëeri kruis noemt. 6. Roermond. 7. Wie tusschenbeide iets onder vindt leert bovenmate. 8. Dorus en Anton gingen samen NAAR DEN tuin. 9. Sigarenfabriek. 10. Muntendam. Raadseloplossingen ontving ik deze week van Sieger en ïinus Bonke 7,; Jetty Boogaard 9. Dora Steen 7. Jo en Frans van Egmond 9. Grietje Kwantes 10, Jan en Roeland van Vendeloo 8- Piet en Frans Bolle 9. Gretha Kuyper 3. ïlax-ri Rienstra 8. Wilhelmina Itjeshorst ft. Hendrlcus Netz 5, l^anne Nauta 9, !Zus Duursma 10.: Frits Poppe 7. Constant Poppe 7.' Frans Geylvoet 7. Jan Geylvoet 7. Wedstrijdinzendingen ontving ik deze week van Johan Faber. Gerard Hekkelman» Sieger Bonke. Jetty Boogaard. Louisa Dahlhaus. Barbara Timmer. Dora Steen. Catharina Kwak. Anna Dahlhaus, Grietje Kwantes. Jan van Vendeloo. Roeland van Vendeloo. Wilhelmina Itjeshorst, Corry Boekman. Hendricus Netz. Henrietta van Beyneri. Nanne Nauta. Marie van Zutphen., Zus Duursma. Cornelia Sluimers. Betsy Hoenderdos. Guitenstreken v*n vier ondeugends jongens. door SUZANNA S. DE LANGE. Een avontuur op een mooien Woensdagmiddag. (Vervolg). En het was een ware aanval 1 Onder krijgsgeschreeuw, stormden zij op de hut aan, en ze trokken de boerenjongens, die er niet zoo gauw op verdaclxt waren, aan hun beenen, aan de broekspijpen, aan hun buizen het lag-e dak af. Vrij onzacht kwa men die op den grond terecht. Wor stelend kwamen ze dan weer op de been, terwijl ze in blinde woede om zich heen sloegen, met hun knokige, sterke armen. Maar al wonnen zij het in pootigheid en sterkte, ons zes tal won het in vlugheid en behendig heid. Snel opzij springend ontweken zij de slagen en lieten ze de boertjes zich afmatten met die bijna nutteloo- ze bewegingen. En toen ze 'n beetje uitgeraasd waren, en minder fel op hun tegenstanders aanvielen, lieten de jongens hen, beentje-lichtend of met een behendige duw op den grond tuimelen. Wilhelm was al druk aan 't rede neoren „Ziezoo, kereltje, keer je 's om, op je ruggetje liggen, hè, da's ge zónd. Nee nee, niet zoo spartelen, hou je kèlm, en je wéét wel hè, ieder z'n beurt." Even wachten wip. En hij ging hem schrijlings op de maag streek zitten. „En nou zullen wejs 'n appeltje samen schillen. Wat krijg je 'n kleur, jochie, zit 't eten van ouwe Aal je dwars door je maag? t Zal wel, leelijke dief! Moet jij eten van zoo'n ouwe stakker gappen Je bent eigenlijk niet waard, dat 'k je aanraak." Wilhelm keek hem strak aan, met booze blikken, welke de Jongen met dwalende oogen trachtte te ontwij ken. Toen schoot Wilhelm iets te bin nen, en hij riep naar Eduard, die druk aan 't vechten was„Zeg, Edu, kan jij 'n oogenblik van je vriend scheiden Kom dan 's even hierheen." Eduard antwoordde tusschen drie Stompen door: „Ja dadelijk Wimpie". De laatste stomp kwam zoo hevig aan, dat zijn tegenstander met een luiden kreet achterover viel. Zonder meer naar hem om te zien, liep Edu ard snel naar Wilhelm en informeer de „En wat is er nu van je dienst, s&lang Wilhelm legde hem toen z'n plan uit. „We zullen zien, of we die lieven- tjes niet naar ouwe Aal kunnen slee pen ze moeten haar dan om verge ving vragen. Wat zullen ze dè,ar woest om zijn; «al misschien niet gemakkelijk gaan maar We zullen 't tóch gedaan zien te krijgen," Eduard haalde twijfelachtig de schouders op. Frits is met Henk en Einil z'n plan aan 't uitvoeren, zo dompelen de jongens allemaal 'n paar minuten kopje-onder, ze noemen het do hei lige doop en vragen nu of zich nu niet erg gesticht gevoelen, „Nou, dèt zal wel ndst", meende Wilhelm, naar Eduarjd opkiikond,, „ik zou er tenminste heidensch van zijn, als ze 't mij lapten." Eduard wees op Wilhelm's slaohtof- fer, dat hem met wraakzuchtige blik ken aankeek en zei„Wat heb jij daar 'n tam konijntje." „Ja, net geschoten", lichtte Wil helm in. „Die zal wel gewillig mee gaan, hè, jochie." „Toevallig, dat er ook precies zes van die snoeshanen zijn." Wilhelm sprong snel óp. „Mis, ko- mi'ekie, d'r zijn 8r nog maar vijf, óf jij moest er zin in hebben, dat jongraensch even terug te halen. Je hebt hem, geloof ik, 'n flinke peuter gegeven" en hij wees op Edu's vriend, die zoo snel mogelijk eenigs- zins mank voortstrompelde over de hei. „Laat die maar gaan, zoo'n half manke heb-je toch niks aan, die kan je toch niks terugdoen en hij heeft voorloopig ook genoeg. Onder ons, mijn ïibbekast doet me ook wel 'n beetje zeer." „Zoo 'n béétje en Wilhelm keek onderzoekend naar Eduard's ge zicht, waar nu en dan een pijnlijke trek over gleed. Eduard hernam„laten wij alleen maar even naar ouwe Aal gaan, la ten die knullen maar ophoepelen." Hij keek op z'n horloge, ,,'t Is al vier uur, om vijf uur thuis zijn weet je." EU toen tegen den boerenj on gen, die opgestaan was„alsjeblieft, scheer je weg, maak je uit de voeten 1" De jongen keek hen nog eens aan, met blikken vol haat en vrees, en zette het op een loopen. Een luid gejuich deed hem omzien. En daar kwam het overige viertal, met de boerenjongens .aan de handen ge boeid door dikke touwen, terwijl straaltjes water uit hun geel, piekig haar langs hun bolroode gezichten sijpelden. Wilhelm grinnikte„Dat heb-je 'm fijn gelapt, zèg „Ja, hè", triomfeerde Frits, „we hebben ze tóch lekker allemaal kopje onder gehad, 't Was een heele toer ze zóó te krijgen", zei hij, wijzend op hun geboeide handen. Eduard ging voor hen staan. „Eerst, beloven, dat je die ouwe vrouw daar nooit weer zult gaan bestoken, dan mag je verder gaan." Enkelen knikten Loeitemme rul „Zoo, dat 's goed, maar wee je ge beente, als we je hier weer aantref fen." Hij stapte naar, een der j.ongons toe en begon de touwen los te knoo- pen. „Deen jullie nou ook de ande ren gauw."- „Hè, dat 's Jammer", betreurde Frits, „ik had ze zoo met gebonden handen de feei in willen sturen." Even later waren allen vrij, en ze dropen nu langzaam af. Toen ze echter een eindje verwijderd wai'eai, schudden ze vuisten, dreigend en scheldend. „Gauw, nog even naar ouwe Aal, jongens, en dan naar huis. Geef me jullie geld maar voor de melk", zei Eduard. Allen doorzochten hun zakken, en Gerrit kwam verheugd met 'n halfje aandragen. „Toch nog wat, en hier heb je 'n Engelsche postzegel, wil je die ook hebben „Graag hoor". Eduard nam ze gretig aan en be keek ze met blij gezicht. „Daar had 'k allang naar gezocht. Dank je wel. Jongens, ben jullie nou razend", informeerde hij toen, laat 's zien hoeveel halfjes 'k nou wel hebalsjeblieft negentien. Da's acht cent, veertien, twintig, drie-en-twin tig, zeven cent van mij d'r bij dertig. Hó maar, al genoeg." Ze stapten nu Aals hut binnen. Het oudje zat weer te breien, met nog 'n treurige trek op haar geel, ge rimpeld gezicht. Ze bedankte de jon gens voor hun hulp, maar Gerrit wees af„O, dat 's niks, Aal, we doen 't voor ons plezier, we houden van zoo'n kloppartijtje, naar den weg konden vragen. Vier straten en twee kleine stegen I „Mijn wegwijzer weet wel raad", zei Hans Lieber en nam zijn stok, die aan 't stuur hing. „Hem volg ik zon der aarzeling." Hij wierp hem in de hoogte en de punt wees bij 't neervallen op een der nauwe steegjes. „Die loopt dood", verklaarde Lilly. „Zie maar, een huis verspert den weg." Toch gingen ze met hunne fietsen In de aangeduide richting, maar aan het huis, dat hun den weg versperde, was een bord met het opschrift „Bureau van den burgerlijken tand." Hans Lieber zag zijne gezellin aan, die gloeiend rood was geworden. Nu was het niet noodig zijn lange toe spraak te houden. De wegwijzer heeft een eereplaats golu-egen in den salon van mevrouw Lilly Lieber PORTRETTEN ALS HUWELIJKSMAKELAARS. Men weet uit de geschiedenis, dat menig vorstelijk huwelijk tot stand kwam, doordat de schilder van het meisje zulk een geflatteerd portret maakte, dat de vorstelijke bruidegom doodelijk op haar verliefd raakte. Zelfs de beroemde schilder Holbein heeft eens aan dergelijke bedriegerij meegewerkt, toen hij Anna von Kle- ve voor den Interen koning Hendrik VIII schilderde. De prinses was vol strekt niet mooi. Maar Holbein ge lukte het door zijne kunst een por tret van haar te maken, dat goed ge lijkend was, maar dat den indruk gaf van eetn volmaakte schoonheid. Hendrik VIII was onmiddellijk zoo verliefd, dat hij hare hand vroeg en haar met den handschoen trouwde. Eierst toen zij als zijne vrouw tothean kwam, zag liij hoe geflatteerd haar portret was. Een aardig en prettig pendant van dit historische voorval is wel de om standigheid, dat ook de tegenwoordi ge koning van Engeland door het portret op zijne vrouw verliefd werd. De koningin was een bijzondere schoonheid en bij toeval kwam haar portret in handen van den toen nog jeugdigen prins van Wales. Hij hield aanvankelijk het jonge in een een voudig wit moeseiinen costuum ge- photografeerde meisje voor een lan delijke schoonheid, maar was toch door haar lief gezicht getroffen en was niet weinig verrast dat het jonge meisje de dochter van een Deenschen vorst was. Maar ook onder niet vorstelijke fa milies zijn huwelijken door portret ten herhaaldelijk tot stand gekomen. De beroemde Fransche schilder Doré gaf eens aanleiding tot een huwelijk zonder dat hij het zelf vermoedde. In zijn atelier kwam eens een zijner vrienden en zag de schets van een meisjeskopje. Hij bekeek langen tijd het gezichtje en zei eindelijk tot Doré: „Dat is natuurlijk phantasiezoo iets volmaakt schoons ziet men niet in werkelijkheid". Doré echter antwoordde lachend „De kop bestaat in*werkelijkheid en behoort tot een 'ons? m dat hier naast woont." Doré's vriend liet zich het adres ge ven en weinige weken later werd de jonge dame zijn vrouw. In Engeland en Amerika is het de gewoonte bij advertenties voorname lijk genees- en voedingsmiddelen por tretten te plaatsen van personen die dioor dia middelen geholpen zijn. Er worden echter ook portretten van mannen en vrouwen geplaatst, die bij het een of andere geneesmid del baat hebben gevonden en her haaldelijk is het gebeurd, dat meis jes op die wijze een man kregen. Ook op kunsttentoonstellingen is het voor gekomen, dat mannen zich zoo door een portret lieten betooveren, dat zij alle mogelijke moeite deden om het origineel te leeren kennen. Het zonderlingste spel van het toe val heeft wel vele jaren geleden te Parijs plaats gehad. Een jong kun stenaar woonde bij een kamerver huurster, aan wie hij ten slotte een zekere som schuldig was. Voor het verschuldigde bedrag schilderde hij de dochter der vrouw. De jonge schil der stierf spoedig daarna en ook de moeder van het meisje. Daardoor kwam het portret in handen van een restaurateur. De minister van financiën L. kwam op zekeren dag, door een onweersbui overvallen, een schuilplaats zoeken in het restaurant, zag het portret en interesseerde er zich in die mate voor dat hij naar het meisje liet zoeken, en huwde haar toen ze ontdekt werd. lfJa moest to telefoon aanleggen, dah kon je direct, wanneer or onraad was, je hulptroepen telefoneeren", raackte fgits 'haar oa». „Ja, dat was niet kwaad, jongeheer. Och, och, dat had mto mairéialigeir moeten beleven, 't mooie vaasje, dat hij me gaf, door zulke rekels stuk gegooid," „Ja, 't is gemeen, Aal," gaf Henk toe. „Ma«-r, waar is Marietje?" „Gelukkig dat 't kind, niet thuis Ls, wie weet wat ze haar gedaan hadden. Ze is met boer Harms en z'n vrouw, je weet wel, die zijn zoo gek op d'r, naar de stad. De jongeheeren willen nou zeker wel 'n glas melk. Dat heb ben ze wol verdiend," „Ja, Aal, graag, we hebben dorst en haast." „Hè, 't lijkt wel of jij kwik" in je bloed hebt met je haast", pruttelde Henk. „Ja, Henkie", lichtte Wilhelm wijs- geerig in, „jongen, 't is vandaag een uurtje vroeger étea. En als ik jou was, zou ik zorgen 'n beetje op tijd te zijn, hè, je weet wel, je bent gauw jarig. „O, ja". Henk kleurde. Intusschen had Aai han Heerlijk schuimende melk voorgezet, welke zij gretig op dronken. Eduard en Wil helm pakten toen hun zakken uit. „Hier, Aal, voor jou en Marietje ook ieder 'n paar noten en sinaasap pels." „Alsjeblieft* jongens." Frits grinnikte ,,'t is hier bedee ling", en Eduard glimlachte „de sinaasappelen zijn een beetje ge kneusd tijdens het gevecht." „Nou, jongeheer, dank je nog wel", zeide Aal dankbaar. „Aal, je moet niet zoo bedanken", raadde Wilhelm aan, „dan doen we nooit weer wat voor je.' Eduard stond op en wilde Aal het geld in de hand drukken^ doch Aal wees af. „Nee, jongeheer, jullie hebt zooveel voor me gedaan, dat doe ik nou eens niet." „Goed", antwoordde Eduard. Hij reikte echter achter haar heen en legde het geld onder haar brei werk. Toen stapten ze vlug op en het klonk uit zes monden „Dag, Aal I" Jongens, we komen vast te laai." „En ik vind het lekker", riep Frits, „dat we nou eens te laat komen, en dat pa en moe er ons geen standje voor kunnen geven I Ik wed, dat we eerder een belooning krijgen." „Misschien krijgen we wel rijst met krenten na", maakte hij zich een il lusie. En toen vertrouwelijk tegen Eduard „zeg, zou 't pa en moe spij ten, dat ze ons geen standje kunnen geven „Ben je nou mal, jongen, moet jij zoo slecht over je vader en moeder denken Toen begon Emil plechtig „Mannen, broeders, géén straf zal ons deel zijn, het was een welbestede middag wij zijn nuttige leden der maatschappij 1" „En ik heb honger", besloot Gerrit prozaïsch. Brievenbus (Brieven, bestemd voor de Redactie der Kinder-afdeeling, moeten gezon den worden aan Mejuffrouw M. C. van Doorn, Wagenweg 88, Haarlem). HENDRIK en GERDA GR. Vandaag zal ik beginnen met jullie eens met je verjaardagen te feliciteereneerst Hendrik, die vandaag juist jarig is, en dan Gerda, die ook gauw zoo'n gewichtigen feestdag viert 1 Ik hoop, dat het voor jullie erg prettige da gen zullen zijn, hoor I Dank je ook nog wel voor de briefkaart uit Am sterdam I Erg leuk, dat je daar aan me gedacht hebt 1 Veel plezier had? MARIE VAN Z. Je opstel heb ik gekregenhet ziet er heel netjes uit, dat heb ik al vast gezien Zoo, ben je ook op de bloemenmarkt geweest? Dan ben je zeker vroeger opgestaan dan ik 1 Mooie bloemen gekocht ook Groeten voor Annie en jon NANNE N, Nee, opstellen makenis maar niet dadelijk een gemakkelijk werkje I Ik vind het prettig, dat je toch meegedaan hebt I Gaan jullie morgen weer een mooie wandeling maken WILHELMINA I. Of vandaag de uitslag van den wedstrijd al bekend gemaakt wordt? Nee, dat gaat zoo gauw maar nietIk moet toch eerst tijd hebben om alles goed na te zien of vind je dat ik daarvoor niet veel tijd noodig heb? De volgende week zal ik jullie vertellen, wie de prijzen vexkliend hebben. CONSTANT P. Zeg, Constant, zul je nu de volgende week eens. je best doen om de raadseloplossingen eens heel, heel netjes op te schrijven? Toe, laat me eens zien hoe mooi je het .wel kunt I GRETHA en CORRIE K, Wel, Woensdag weer met 't kleine nichtje gereden Dat vindt ze zeker wol een heel feest, om met de tantes uit te gaan 1 'k Was blij, dat er toch nog een paar boeken voor jullie te vinden waren. Zijn ze mooi, of ben je nog niet aan 't lezen geweest 't Raadsel HENRIëTTE VAN B. 't Papier mag maar aan één kant beschreven zijn, omdat het anders niet gedxmkt kan worden. En nu weet ik wel niet voor uit of je opstel bekroond wordt, maar wérd het bekroond en was het papier aan twee kanten beschreven, dan zou het niet in de courant kunnen wor den opgenomen, omdat het dan voor de drukkerij zoo lastig zou zijn, be grijp je wel Flink, d«t je ook hebt meegedaan aan den wedstrijd 1 FRITS P. Ik ben erg blij, dat het met je oog nu weer heelemaal ln or de komt. Jullie geniet zeker wel van 't mooie weer, is 't niet? Spelen jul lie veel buiten en maken jullie ook flinke wandelingen? En maken jullie het Moeder niet al te lastig, of kan dat er tegenwoordig wel zoo'n beet je mee door Zeg Moeder maar voor me goeden dag TRUUS S. Je hoeft heelemaal niet zooveel verontschuldigingen te ma^ ken, dat is niet noodig, ik ben niet boos. 't Is maar goed, dat ik jullie zoo nu en dan eens help onthouden dat de boeken nog teruggebracht moe ten worden, hè? Ik wil met plezier nog eens een boek voor je kïaar leg gen. Zeg maar wanneer je er iemand om sturen wilt, dan zal ik het mee geven. HARRI R. Wat heb je een mooi kaartje voor me geteekendIk merk wel, dat je het flink kunt l Teekenje op school ook dikwijls kaartjes? Ik zal het goed bewaren, hoor, dank je wel I ANNA D. Ik was blij, dat ik weer eens iets van je hoorde - ja, ik begon wel zoo'n beetje te denken, dat-je onze rubriek vergeten badt I Het verhaal, dat je me gestuurd hebt, kende ik nog niethet was erg geschikt om een opstel over te maken. Een mooie droom, hè? Heb je vanmiddag veel plezier gehad, en ook mooie bladeren gevonden FRANS G. Zoo, leer je nu ook al met inkt schrijven? Ilc verlang er al naar om een brief van je te krijgen, die met inkt geschreven is 1 Ik beloof je dat ik er niet om lachen zal, is t nu goed? DORA S. Zeker wil ik je ook een boek leenenkom er maar eens een halen op een Woensdagmiddag tus schen 1 en 2 uur. Ik denk wel, dat ik iets zal hebben dat je mooi vindt I HUBERTUS B. Ja, ik vind het ook erg naar, dat Ik je zoo moest teleur stellen. Gelukkig maar, dat die lange brief weer alles goed maakte, hè En gelukkig ook maar, dat juist het begin van dat lange verhaal in de courant stondvind je het niet een nroole geschiedenis 't Is heel best, dat je mijn groeten aan Mevrouw H. gedaan hebt; heerlijk om op een Woensdagmiddag weer eens» naar Zandvoort te gaan, hè Ik vind het heel goed, dat je op een Woensdag middag weer eens bij me komtwat heb jij voor geheimzinnige plannen, zeg? Ja zeker vind ik je brieven ge zellig, anders zou ik je toch ook niet, zulke lange brieven terugschrijven 1 Dag Hubert us JOHAN F. Leuk, dat je weer eens aan den wedstrijd hebt meegedaan; wat heb je een lang opstel gemaakt 1 Natuurlijk vind ik het goed, dat je de rest maar op postpapier geschre ven hebt. Verlang je er al naar den' uitslag te hooren SIEGER en TINUS B. Nee, bij dl* fcocht naar Haaxdemmenneer kwam van brieven schrijven natuurlijk niets; ik ben blij, dat jullie er veel plezier gehad hebt en met moois bloemen thuisgekomen bent. Ik kan ine wel voox-steilen, dat Moeder het heel rustig vindt als jullie, lastpos ten, maar weer naar school bent't zal thuis een drukte zijn als jullie daar allemaal tegelijk aan het leven maken bentGelukkig maar, dat 't kleine zusje tenminste zoet is I NICO T. Nu moet ik je nog eens even bedanken voor de mooie bloe men 1 Ik zal ze trouw water geven, en dan zullen we maar hopen, dat ze goed zullen groeien, hè? De groe ten. voor Herman en voor jezelf I MARIE VAN B. Prettig, dat het je goed bevalt op schooldie kleine klas is zeker wel plezierig, is 't niet? Wat grappig dat je de kleinste van de klas bentje moet zorgen dat je gauw wat groeit, hoorEn behalve veel werken ook veel wandelen en huiten zijnl Goed aan denken, Marietje 1 GERARD H. Dat was een schitte rende brief, dien je me daar stuurde En dan met zulk heerlijk nieuws er in 1 Ja, natuurlijk, heb je nu een hoe- leboel te repeteereu't zal allemaal wol erg druk zijn, maar als je dan maar eenmaal door je examen bent,; dan volgt er ook een flinke, lange vacantie tot belooning I Hoef je mis schien geen examen te doen Dat zou nog prettiger zijn, hè? Dank je wel voor het raadsel; 'k zal 't netjes voor je vertalen. Gx-oet Moeder ook voor me I Tot slot bedank ik je nog wel voor de briefkaart 1 JETTY B. Nu, jij hebt een besten verjaardag gehad, dat zie ik weL Heb je de boeken al uitgelezen? En wat een prachtig postpapierWas dat de eerste brief, dien je er mij op schreef FRANS en JO VAN E. Natuurlij!? mocht Jo het boek nog wel een week houdenspeel jij maar buiten, hoor jongen, dat is gezonder dan in de kamer zitten lezenVerleden jaar slecht getroffen met ie bootbocht? Dan hoop ik dat het dit jaar eens heel extra mooi weer zal zijn I Als de zon nu maar schijnen wil ZUS D. Als je dit leest is het Dulf- sche nichtje er dus nog en is do pref dus nog in vollen gang. Wat een heerlijke tochtjes zijn dat geweest l In Zandvoort ook veel plezier gehad? Het was er wél een prachtige dag voor 1 Ze treft het ook wel erg goed met al dat mooie weer, hè JAN G. Ik vind het knap van jé, dat je weinig fouten maakt, maar dan moet je „weinig" voortaan ook met ei schrijven en niet met een ij zul je daar aan denken? Dat is toch geen fout, die zoo'n knappe jongen als jij bent maken moet, vind je zelf wel? MARIE GR. Wel gefeliciteerd mef je verjaax-dag, al ben ik wat vroeg! Ik hoop, dat het een prettige dag voor je zal zijn AAN ALLE KINDEREN. Zouden jullie deze week inplaats van Woens dagmiddag, Maandagmiddag tus schen 1 en 2 uur de boeken willen ko men ruilen? M. C. VAN DOORN. DAMRUBR1EK. Verantwoordelijke redacteuren: H. E. Lantinga, C. E. Vis.se, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen in te zenden aan den heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41. PROBLEEM No. 65, ingezonden door den heer J. L. Velde te Overveen. Zwart 12 8 4 w ouder, Haax*lemn>ërmeer, Vijfhui zen. De oplossing is 35 - 30, 24 - 30, 48 - 42, 33 - 29, 19 37, 86 7, 41 - 87 46 37. 46 47 48 49 60 Wit22, 31, 32 34, 39, en dom op 50. Zwart 21, 23 en dam op 10. Probleem No. 51 ingezonden 'door H. L. Jr., D. Rührort. Goed opgelost door de heeren T. M, v. d. Werf, C. Serodini, G. P. Heck, R. C. Broek- meijer, Haarlem; J. L. Velde te Over veen, W. C. Faas, idem.P. J. Oost- ENGELSCHE KINDERWETTEN. Bij het Engelsche Lagerhuis is een wetsontwerp ingediend, dat jeugdige misdadigers een andere behandeling wil bezorgen dan volwassenen, opdat dis straf hun opgelegd, strekka tot hun verbetering, en dat de maat schappij tegen recidivisten een nieuw wapen geeft. Wanneer een jury nl. overtuigd ls, dat bij een beschuldigde de misdaad gewoonte is geworden, zal de men, behalve de tuchthuisstraf overeenkomstig liet misdrijf, ;iog als vonnis kunnen krijgen, dat hij gevan gen blijft zoolang het Zijne Majesteit behaagt. En hij wordt eerst weer vrij gelaten, als de minister van Binnen- landsche Zaken hem voor de vrijheid weer geschikt acht. Desnoods kan hij dus levenslang opgesloten worden ge houden. Na èflooy van de luchthuis- straf, wordt de gevangene, die in be waring blijft, overgebracht naar een afzonderlijke inrichting, waarschijn lijk op Wight, waar hij meer vrijheid zal genieten dan in een gewone ge vangenis. DE VERNIELDE CHINEESCHE TEMPEL. Dezer dagen kwam te Petersburg eene conferentie bijeen ter onderzoe. king van eischen om schadevergoe ding uit den tijd van den Japanschen oorlog, welke over een heel interes sant geval moet beslissen. Het ging om het niet geringe bedrag van 3.000.000 gulden, die door den Chinee- schen prins Sjissi—FoenLoegwin opgeëischt werden, daar de Russische troepen zijn t5ij Moekden gelegen go dentempel vernield en verbrand» had den. Deze tempel had reeds daarom een buitengewoon hooge waarde, om dat hij zelf tal van eeuwen oud is en vele stukken van zijn inwendige ver siering een nog veel hoogeren ouder dom vertegenwoordigen. Geheel afgezien daarvan bevonden zich drie groote en talrijke kleine echt-gouden godenbeelden daarin, wier waarde aan goud alleen door den prins op 1.500.000 gulden wordt geschat. Deze gouden beelden werden door de Russische soldaten verduis terd en zijn tot op heden niet meer te voorschijn gekomen. De prins verzoekt de dagvaardiging van talrijke Chineesche geleerden en deskundigen, lie het gebouw voor zijn /srwoesiing v;bben gekend, maar de commissie besliste afwijzend op zijn verzoek, terwijl ze hem ver volgens naar het militaire ressort ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 15