HAARLEM'S DAGBLAD. TWda*ü^„
Stadsnieuws
Binnenland
Onze Lachhoek.
FEUILLETON
SERGEANT SEÏH.
Llghalfonds.
In de week van 14—20 Juni jl. werd
onder dankzegging ontvangen eene
gilt van f 10 van het R, K. Zieken
fonds St. Jozef.
RIJKS-NORMAALSCHOOL VOOR
TEEKENONDERWIJZERS.
Bij het van '17 tot 20 Juni gehouden
toelatingsexamen zijn o.a. geslaagd
de heer G. Rubbert van Haarlem Yoor
de afd. A. handteekenen le klasse en
J. P. Strljbos van Haarlem voor de
afd. B., bouw- en werktuigkundig
teekenen..
R o a i 9 n.
De Hoop te Amsterdam hield Zon
dag op 't IJ wedstrijden voor „dories'
In den eersten wedstrijd was de
Equilibrist van ,,'t Spaame" te Haar
lem (stuurman de heer Fokker), 2de
aankomend©, 's middags in den twee
den wedstrijd eerste.
Deze dory-wedstrijd zal uit vijf wed
strijden bestaan.
ZALSMAN-QUARTET.
De Hbld,-correspondent te Londen
meldt»
Het Zalsman-quartet gaf Zondag
middag zijn eerste concert, in de Hol-
landsche kerk. Een talrijk publiek
was aanwezig, dat met groot© belang
stelling het concert volgde; onder de
aanwezigen werd Tilly Koenen opge
merkt. Het concert, dat geopend werd
met het zingen van het oude Wilhel
mus, was oen groot succes.
HOFBERICHTEN.
H. M, de Koningin-Moeder zal Don
derdag ten 4.16 nam. van Baarn-H. S.
M. naar Amsterdam vertrekken; aan
komst aldaar ten 5.05 nam.
PRINS HENDRIK TE DEN HELDER
Thaii3 is o/figieel vastgesteld, dat
pr.iid 1 Heiifbik Qr- vrijdag B Juli te
Den Held-ot ztu aankomen, ter bijwo-
Tv.ng van de marine-schietwedstrij
den en van den zeil- en roeiwedstrijd
der Marine Jachtclub.
Op Zaterdag 4 Juli zal 's namid
dags door den Prins een bezoek aan
de onlangs geopende Heïderscbe Am
bachtsschool worden gebracht.
MAKELAARDIJ VRIJ BEROEP.
B. en W. van Eindhoven hebben de
.Kamer van Koophandel aldaar advies
verzocht in zake een adres waarin ge
vraagd werd tot makelaar te worden
aangesteld.
De Kamer sprak als haar oordeel
uit, dat het onderhavige ambt een
;vrij beroep is, zoodat er h. 1. voor offi-
jcieele benoeming geen voldoende mo
tieven zijn.-
HET ATJEH-RAPPORT.
Door den Minister van Koloniën is
■aan do Tweede Kamer toegezonden 't
jverslag, dat door den gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië is
uitgebracht, naar aanleiding van het
door hem ingestelde (in de vergade
ring der Tweede Kamer van 6 No
vember jl. door den Minister Fock
aangekondigde) onderzoek naar den
toestand in het gewest Atjeh en On-
derhoorigheden.
Het volgende is daaraan ontleend
Met het door (Je Kamer verlangd
speciaal onderzoek heb ik belast den
commandant van het leger en chef
van het departement van oorlog in
Ned.-Indië, den luitenant-generaal M.
B. Rost van Tonningen, terwijl ik in
zonderheid de door den gouverneur
Van Daalen gevolgde gedragslijn op
civiel bestuursgebied als onderwerp
mijner eigen nasporingen mij voor
behield.
Die nasporingen hebben mij tot
uitkomsten geleid, die ik niet ver
wacht had, niet verwachten kón.
Uit jarenlange samenwerking met
den generaal Van Daalon waren mij
diens goede, zoowel als diens minder
goede eigenschappen ten volle be
kend. Het was mij voorts bekend, dat
de heer Van Daalen als gouverneur
van Atjeh niet altijd met de noodige
bezadigdheid en overleg was te werk
go gaan. Ik was er dus op voorbereid,
dat ik in Atjeh niet alles zou vinden,
zooals ik dat zou wenschenmaar ik
was er niet, kón er niet op voorbereid
zijn, een toestand te zullen aantref
fen, zóó weinig beantwoordende aan
de verwachtingen die ik mij gerech
tigd mocht achten, te koesteren, dat
ik tot mijn oprecht leedwezen tot geen
andere slotsom ben kunnen komen
dan dat ik van den generaal Van
Daalen meer verwacht en mitsdien
verlangd heb dan hij bij machte was
te geven.
Uit besprekingen en hetgeen de
gouverneur-generaal overigens uit
eigen aanschouwing en uit de civiele
journalen over het geheele tijdvak
van Van Daalen's bestuur en andere
geschriften zag, rijpte hoe langer hoe
rnoer bij hem de overtuiging, dat hij,
op welke groote verdiensten ontegen
zeggelijk als militair kunnende bo
gen, als civiel bestuurder had ge
faald, door met misduiding van het
fundamenteel beginsel van elk stre
ven naar bevrediging van een onrus-
fcigen toestand in eerst kort te voren
aan onze heerschappij onderworpen
landstreken, een richting in te slaan,
welke dat doel naar het oordeel van
den gouverneur-generaal noodwendig
moest doen mi-ssen.
Teruggekomen te Kota-Radja heeft
hij dan ook niet geaarzeld, bij zijn
zeer geheimen Kabinetsbrief d.d. 27
December, dien opperofflcier in ken
nis te stellen met zijn gewijzigd in
zicht te zijnen aanzien on hem het
verlaten van die richting voor te
schrijven en aanstonds rekening te
houden met verschillende in dien
brief geformuleerde instruction.
Met name komt het aan op een tact
vol gebruik van dwangmiddelen te
genover de landschapslioofden. Hoog
houding van het gezag der land-
scnapshoofden Is volstrekt noodzake
lijk voor oen goed bestuur. Die ge
dragslijn werd onder het bestuur
van generaal Van Daalen niet be
stendigd, waarvoor de gouverneur-
generaal geen andere verklaring
heeft kunnen vinden dan onderschat
ting zijnerzijds van de beteekenis der
landschapslioofden en mitsdien van
de te hunnen aanzien door den gou
verneur-generaal gevolgde politiek.
Generaal Van Daalen blijkt zich to
hebl>en vereenzelvigd met do gedachte
dat behoudens weinige uitzonde
ringen die landschapshoofdon ge
wapende benden onderhouden orn ons
te bestrijden en bijgevolg in werke
lijkheid tot onze vijanden zijn te re
kenen. Zeer veelvuldig paste hij toe
inhouding en storting in het wegen
fonds van alle inkomsten der hoof
den.
Onder Van Daalen's regime ia de
politieke toestand achteruitgegaan in
het Zuidelijke deel der Westkust
de onderafdeelingeni Meulaboh en Ta-
pa Toean en in do Pedlr- en Pasei-
streek ter Noordkuststationnatr ge
bleven, althans niet vooruitgegaan,
in de overige doelen der onderhoorig-
heden, met uitzondering wellicht van
een doel der Oostkust en Poelö Raja,
terwijl oolc in Groot-Atjeh merkbare
teekenen van vooruitgang niet waren
te bespeuren.
Moot het tegenwoordig systeem
van militaire actie in beginsel onver
anderd blijven, hot stelsel der mobie
le colonnes dient principieel gewij
zigd. Er zuilen moeten gevormd wor
den enkele mobiele colonnes van uit
gezochte, tegen vermoeienissen en
ontbering geharde marechaussees, ge-
encradeerd met kader van hetzelfde
gehalte, te stellen onder aanvoering
van do Atjehsche taal sprekende, in
de practijk te velde gevormde officie
ren, met grooten speurzin begaafd,
in één woord, onder mannen als
Chrlstoffel. Aan den commandant van
elke colonne zal (Je opsporing en var-
volging van een bepaald hoofd van
verzet en diens bende zijn op te dra
gen, en van die taak zal hij dan ook
door niets en niemand mogen worden
afgeleid. Met het oog hierop, is op
gedragen kapitein Christoffel van
Floras naar Atjeh te dirigeerenzoo
noodig zullen nog andere voor deze
bijzondere taak geschikte officieren
tor beschikking van don Gouverneur
worden gesteld. Voorts is bevel gege
ven met Christoffel een in Atjeh tot
een divisie te vervormen compagnie
marechaussee te zenden,
In Atjeh zullen weder officieren
met aanleg voor de bestuurszaak
moeten worden gebezigd voor civiel
bostuurswork door de onderafdec-
lingschefs (hetgeen hun niet meer
was toegestaan). Als dan tevens eeni-
ge minder bekwame bestuurders door
meer geschikten zullen zijn vervan
gen, alsook door een andere indee
ling der Onderhoorlgheden en der
Gajoe- en Alaslanden meer leiding
en toozicht dan thans zal uitgaan van
de civiele afdeelingschefs, dan zal
woldra voor een leder duidelijk blij
ken dat niet gebrek aan middelen,
maar gebrek aan eendrachtig samen
werken, aan het rationeel benutten
van do voorhanden middelen oorzaak
la geweest van den minder gunstigen
toestand of den onvoldoenden voor
uitgang.
Bestraffing der hoofden zal binnen
de engst mogelijke grenzen dienen te
worden beperkt, leering en leiding op
den voorgrond moeten treden.
DE ANNEXATIE-PLANNEN.
Naar vernomen wordt hebben Ge
deputeerde Staten van Noord-Holland
geweigerd hun goedkeuring te verlee-
nen aan ~de Amsterdamsche voorstel
len tot annexatie van Watergraafs
meer en van deelen der gemeenten
Ouder-Amstel. Sloten, Zaandam on
Buiksloot.
EEN WETHOUDERSCRISIS.
De belde Winterswijksche wethou
ders, de heeren Ten Houten en Wil
link, die bedankt hadden, omdat de
Raad op voorstel van Boc.-dem. be
langrijke verbeteringen in de salaris
regeling der onderwijzers gebracht
heeft, hebben na veel gewelger en na
twee keer herbenoemd te zijn, de
functie toch maar weer aangenomen.
DE DELFTSCHE
LUSTRUMFEESTEN.
Niet alleen de maskerade on het
sti ekspel. ook de uitvoering van het
gebar-nsped zal een belangrijk deel
der feestvveek uitmaken.
De groote zaal in Stads Doelen,
welke thans voor die uitvoering in
gereedheid wordt gebracht, zal als
zo gereed is, een blijk geven van Flo-
rontijnschen kunstzin en goeden
smaak.
Nu nog verkeerende in chaosti-
schen toestand zal ze binnen enkele
dagen zich voordoen als een rustig-
weoldérige paleiszaal in Florence.
De middenruimte is geheel vrijge
houden, aan beide zijden bevinden
zich loggia's tot welke de toegang
wordt verkregen door boog-vormige
doorgangen.
Boven de loggia's loopt de galerij,
oveneens met boogvormige verdce-
ling. De pilasters welke de galerij
dragen zijn gesierd met beelden.
Het podium, van de zaal gescheiden
door een rood-zijden pluche gordijn,
heeft een grooten boog-vormigen toe
gang, waarvan ter weerszijden zich
nissen bevinden waarin antieke beel
den geplaatst worden.
Het podium stelt een terras voor,
uitzicht gevend op een door Italiaan-
sche zon fel beschenen landschap in
Fiesole.
Boven de toegangen tot de beneden
loggia's zijn wapenborden aange
bracht met de wapens der voornaam
st© Florentijnsche en Napolitaansche
geslachten, geplaatst naar hunnon
rang rond het wapen der Medici.
De zoldering der zaal bestaat uit
geornamenteerde caissons en rond de
zaal komt een Fries geschilderd door
Jan Franken te 's-Gravenhago, ver
sierd rnet symbolische figuren betrek
king hebbende op de jaargetijden,
landbouw, visscherij en verdere bron
nen van maatschappelijk bestaan.
De zaal is gehouden in zandsteen
en rossig marmerzijn ook de Oos-
tersehe tapijten aangebracht dan zul
len deze door hun gloedvolle kleuren-,
pracht, harmonisch insmeltend in de
zachte marmertinten aan de zaal een
vorstelijk aanzien geven.
Henricus, die alios voor hot geba
renspel ontwierp, zal dit ook leiden.
POKKEN,
De opvarenden van de sleepboot
Union, waarvan de stuurman als ver
dacht aan pokken te lijden naar de
barok aan de Maashaven bij Rotter
dam werd overgebracht, zijn uit de
observatieinrichting ontslagen,
TWEE MENSCHEN VERBRAND.
De bewoners van het dorp Den
Hoorn, op Texel, werden Zondagmor-
gon te 4 uur gewekt door brandgeroep
van den nachtwacht, 't BLeek al spoe
dig dat het huis van den landeige
naar Dirk Kramer, die met zijn zus
ter Naantje samenwoonde, in lich
terlaaie stond. Allereerst poogden de
dorpers de bewoners te redden, doch
blijkbaar waren beiden door den rook
verstikt in hun bed. Met brandhaken
slaagde men er in de reeds verkoolde
lijken naar buiten te trekken. De lij
ken der omgeko;.on zeventigjarige
bewoners werden vooriooplg in het
lijkenhuisje geborgen.
De muren lagen woldra plat, doch
onder de steenmassa smeulde 't nog
lang, zoodat de brandspuit nog veie
uren In werking moest blijven.
Er zijn vermoedelijk belangrijke
geldswaarden en kostbaarheden ver
loren gegaan, waaronder ettelijke
zeer antieke voor wei-pen. Bij het gra
ven in het puin werden nog artikelen
gevonden, doch verreweg 't meeste ie
verloren gegaan.
Honderden verdrongen zich Zondag
op het terrein waar de ramp had
plaats gevonden. Het verbrande per
ceel was verzekerd. De heer Kramer,
die zeer eenzelvig, leefde, behoorde tot
de meest welgestelde landeigenaars
van hot dorp.
HET ONGELUK VAN KAPITEIN
SHARP.
De 1ste officier Van Vollenhoven
van 't stoomschip „Rindjani" schrijft
aan de „Rotterdamsche Lloyd" als
volgt
Het spijt mij zeer UEd. mede te
deelen, dat op reis van Lissabon naar
Marseille op den 14den Juni 1908, des
n.m. te S.lfy ons bevindend in de
Straat van Gibraltar, in pelling N.O.
t. O. van den lichttoren van Tariffa
op ongeveer drie kwart mijl afstand,
de kapitein J. Sharp bij het oploopen
ngar de brug langs de bakboordstrap
uitgleed, ongeveer op de zesde treê en
achterover over de reeling van het
promenadedek te water viel. Ver
scheidene personen, waaronder zijn
dochter, zagen hem vallen on oogen-
blikkelijk werden zoowel van het
achterdek als van de brug boeien over
boord geworpen en de machine ge
stopt, vervolgens op de plaats rond-
gestoomd, uitkijken in de masten ge
plaatst en do werkboot bemand met
den 2d en stuurman en vier roeiers.
Zoo spoedig mogelijk werd de plaats
van het ongeluk bereikt, en reeds te
3.30 pikte de boot, die in de nabij
heid van de boeien gestreken was, en
waar men op ongeveer een halve
scheepslengte van de boei af den ka
pitein het laatst gezien had, de eerst
geworpen boel op in 't varen naar de
boei zag men van de boot uit zijn wit
te pet, die bij den val van zijn hoofd
viel, wegzinken tien minuten latei-
werd de tweede boei, die geworpen
was, opgepikt, maar helaas, heiden
zonder den drenkeling. Nog lang
werd op die plaats gezocht, zoowel
van de boot uit als uit de masten
ook heschen wij direct het sein „man
over boord'' waarop we verscheide
ne booten,' die in de nabijheid waren,
langzaam zagen stoomen en uitkijk
houden.
Van de Semaphore werd geseind,
dat de stroom op de Z. 57 gr. 0 lièp,
en zochten nu, met de sloep langs
zijde slepend, in die richting. Vervol
gens zochten wij tot het donker werd,
en toen door de duisternis verder zoe
ken onmogelijk bleek, hielden wij
scheepsraad, en besloten de reis te
vervolgen, Gibraltar te 8.12 a.m. pas-
seerend.
Hierbij heb ik nog te voegen, dat
door iedereen met den meest mogelij-
ken spoed gehandeld werd, en als be
wijs daarvoor kan wel dienen, dat
reeds na 15 minuten de boel, die het
eerst geworpen was, en waarbij men
op een afstand van pl.m. 30 meter
den kapitein gezien had, werd opge
pikt, terwijl zijn pet gepasseerd werd
in het roeien er naar toe. En veron
derstel ik, zijn leeftijd, de schrik en
misschien een kwetsuur, daar hij
met zijn lenden achterover op de
reeling sloeg, tn aanmerking nemend,
hij zich niet genoeg boven water heeft
kunnen houden.
De neerslachtigheid aan boord, zoo
wel onder de passagiers als beman
ning, was groot, want wij allen had
den hem in deze dagen reeds als een
braaf man leeren kennen, en kan ik
niet nalaten UEd. te condoleeren met
het verlies van een uwer oudste ge
zagvoerders.
De echtgenoote en dochter van ka
pitein SÏÏSrp maakten de reis naar
Marseille mede.
ONDERSTEUNINGSFONDS
RIJKSAMBTENAREN.
Zondag had te Utrecht eene druk
bezochte bijeenkomst plaats van
rijksambtenaren en afgevaardigden
van verscheidene rijksambtenaren-
vereenigingen, waarin door den heer
H, van Eerde, inspecteur der directe
belastingen enz. te Harderwijk, be
pleit werd de wenschelijkheid van op
richting van een ondersteunings
fonds met einddoel een herstel
lingsoord voor rijksambtenaren
van alle takken vasi dienst in Neder
land.
Met algemeene stemmen werd in
beginsel besloten tot het oprichten
van een ondei-steuningsfonds van
rijksambtenaren yan alle takken van
dienst in Nederland en om aan een
commissie op te dragen een definitief
plan van oprichting aan een spoedig
bijeen te roepen nieuwe vergadering
voor te leggen.
Tot leden dier commissie werden
benoemd de heeren H. van Eerde, in
specteur der directe belastingen, enz.
te Harderwijk M. W. L. van Alphen,
voorzitter van den Bond van ambte
naren aan departementen van alge
meen bestuurJ. H. Huykman, voor
zitter van den Bond yan kommiezen
bij de belastingen; P. H. R. Beuming,
ambtenaar der artillerie-inrichtingen
te Amsterdam en C. P. Treffers, bo-
stuurslld yan het ondersteunings
fonds voor de posterijen en telegrafie,
als advi8oerend lid.
KOPPELARIJ.
Omtrent het geval van koppelarij,
waarvan dezer dagen in de bladen
werd melding gemaakt, en waarin
sprake was van een hoofdambtenaar
van de Haagsche politie, die de hem
bekende feiten zou hebben verzwe
gen, kunnen wij het volgende mede-
deelen, zegt het „Vad."
De bedoelde ambtenaar, hoofd
inspecteur van politie, stond in con
nectie met een Dmtsche vrouw, die 25
dezer voor de Haagsche rechtbank zal
terecht staan zij moet intusschen
reeds verdwenen zijn wegens kop
pelarij. Nadat hem door zijn superic-
ren verzocht was, deze relatie te
verbreken, is gebleken, dat bij zich
toch nog geregeld In het bewuste huis
heeft opgehouden. Daar er redenen
waren om aan te nemen, dat hij be
kend moest zijn met de feiten, waar
voor de vrouw nu zal terechtstaan, is
hem aangezegd, dat hem ontslag zou
worden gegeven, indien hij het niet
vroeg. Daarop heeft hij een aanvrage
om ontslag ingediend, doch tot dus
ver is daarop nog geen beschikking
genomen.
Wij vernamen nog, dat een van de
raadsleden voornemens zou zijn, deze
aangelegenheid bij do eerstvolgende
begrooting ter sprake te brengen.
STUDENTEN-RELLETJE.
Men meldt uit Lelden aan de
„Maasbode"
Vrijdagavond, te ongeveer 8 uur,
heeft een ernstige kloppartij plaat3
gehad tusschen studenten en eenige
politiebeambten, waarbij lc^tstgemel
den van sabel en gummislok moesten
gebruik maken. liet conflict was ont
staan doordien een der voedsterlln-
gen van Minerva in eenigszins ken-
nelijken staat, in bewaring zou wor
den gesteld aan het politlebureel.
Hiertegen hevig verzet van de zijde
van den delinquent, ter hoogte van
dé studenten-sociëteit Minerva, door
een aantal kameraden ondersteund,
waarbij bierglazen, mosterdpotten en
verder tafelgerei als projectielen
dienst bewezen. Aan beide der strij
dende partijen werden aan sommigen
vrij ernstige verwondingen, toege
bracht. Een paar belhamels werden
in vooriooplg arrest gestéld. Tot laat
in den avond was een ontelbare
menschenmenigte op de Breestraat en
aangrenzende buurten op de been.
BRANDEN.
Te Liendien is Zaterdagmiddag
door onbekende oorzaak liet woon
huis van den heer G. van Rooy totaal
afgebrand. De inboedel ging mede
grootendeels verloren. Alles is verze
kerd.
Zondagnacht werd de brandweer te
Rotterdam gealarmeerd voor een uit-
slaanden brand aan deoi Goudsche-
weg 141. De kapperswinkel brandde
geheel uit. Ook de bovenverdieping
kreeg veel brand en waterschade. De
schade wordt door verzekering ge
dekt.
LUPUSLIJDERS.
De Nederlandsche Vereen!ging tot
Hulp aan Lupuslijders te Amsterdam
hield hare gewone driemaandeiijk-
sche bestuursvergadering ter behan
deling van de nieuwe aanvragen
voor onderstand aan lupuslijders.
Sedert hare oprichting heeft zij
subsidies toegekend aan 40 patiënten,
wonende ln de provincie Noord-Hol
land, 24 in Utrecht, 23 in Gelderland,
18 in Noord-Brabant, 15 in Zuid-Hol
land, 18 in Friesland, 8 in Overijsel,
6 in Zeeland, 5 in Drente, 2 in Lim
burg. Het aantal lupus-patiënten,
waaraan zij subsidie toestond, is dus
geklommen tot 159.
Aanvragen om hulp moeten worden
gericht tot den secretaris, den hger
den Tex, Heerengracht 318, Am
sterdam.
EEN HONDENGESCHIEDENIS.
Mevrouw Snel legt een bezoek at
bij mevrouw Donker. Bij het binnen,
treden wordt sij ongemerkt gevolgd
door een leelijk smous]e, dat er alles
behalve fijn onderhouden uitziet. In
het salon gekomen, wordt 'zij door de
vrouw des huizes uitgenoodigd, orn
plaats te nemen deze echter trekt
hoog den neus op en kan zich maar
niet begrijpen hoe iemand, die zij tei
nauwernood nog ontmoet heeft
slechts eenmaal had men visites ge
wisseld I er toe komen kan om met
haar hondje visites te gaan maken, en
dat dan met zoo'n mormeldier I
Mevrouw Snel heeft op de sofa
plaats genomen en mevrouw Donker
komt bij haar zitten, niet zonder nog*
maals een verwoeden blik te werpor
op het smousje, dat over het tapijt
rent en in jeugdige dartelheid zijn
staart naloopt.
Een aardig dlortje l zegt z<
del Ijk met geforceerde vriend
heid.
Ja een aardig beestje I her
haalt werktuigelijk mevrouw Snel.
Do ander ziet met klimmenden
angst, dat de hond haar tafelkleed
nadert, en breekt nogmaals het go-
sprek af.
Waarlijk, geen onaardig d
tjo I
Maar de uitdrukking van het ge
laat Is wel eenigszins In tegenspraak
met de vleiende béoordeeling van liet
onsmakelijke dier.
En weder luistert zij schijnbaar
naar al hetgeen mevrouw Sne! haar
te vertellen heefttot zelfs het gelief
koosd thema over de melden kan
hare attentie niet onverdeeld trekken.
Zii had slechts oogen voor het af
schuwelijke dier, dat alles besnuffel
de en berook met een ware honden
vrijmoedigheid.
Goed beschouwd vond zij, dat hei
al van zeer weinig savoir vlvre go-
tuigde, om zoo'n onzindelijken hond
mee ln een salon te brengen maar
zij wist beier, hoe het behoorde, en
klampte zich vast aan de lessen van
wellevendheid, die haar indertijd
waren ingeprent. En toen de hond op
een prachtig stoeltje sprong, zich op
het borduurwerk driemaal omdraai
de en luid smakkend zich tot een
middagtukje schikte, toon gaf zij
hoogstens aan hare verbolgenheid
lucht door de tamelijk bits uitgespro
ken woorden
Noen, waarlijk, een charmant
beestje I Hoe lang hebt u dat ai
Wat Ik dien hond Ik
dacht, dat die van u was I gaf mo
vrouw Snel diep beleedigd ten ant
woord.
Wacht, jou leelijk heest I werd
het verschrikte dier eensklaps toege
voegd, en met parasol en plumeau
werd het verraderlijk aangevallen en
het salon uitgejaagd.
Deze historie kan ons doen zien,
hoe moeilijk het iemand valt, zich
iets onaangenaams te getroosten uit
respect voor anderen. Nog moeilijker
is het echter, zich dit noodelooa
te getroosten, én mevrouw Donker
zal die kleine hondengeschiedenis
haar leven lang niet vergeten.
MARCONI IN HET KAMP VAN
ZEIST.
De correspondent te Zeist van de
„Tel." schrijft:
Toen we dezer dagen vernamen,
dat men ln liet „kamp" bezig was
met den aanleg van een toestel voor
draadlooze telegrafie, zijn we, verge
zeld van een collega, naar de leger
plaats getogen, om enkele bijzonder
heden te vernemen.
Als gewoonlijk werden we hoffelijk
ontvangen, en op de meest welwillen
de wijze in de gelegenheid gesteld,
ons eenigszins op de hoogte te stel
len van de inrichting.
Onder leiding van den 2e luitenant
der marine, den heer Akkerman, is
door een drietal Jantjes, speciaal aan
gewezen voor de draadlooze telegrafie
in zeer korten tijd de geheele inrich
ting tot stand gebracht.
Dit nieuwe station is hot eerste Ln
on3 land, dat niet aan de zeezijde ls
geplaatst.
Men seint thans met Amsterdam
Wassenaar)'} Hellevoelsluis (Van Ga
len) en Willemsoord.
Dat dit nieuwe station juist is ge
bouwd in het kamp van Zeist, schijnt
ln verband te staan met het gevaar
voor onweder. Ieder toch herinner!
Naar het Engelsch
door
ERNEST WILLIAM HORNUNG.
Whitty zei, dat hij 't tot zijn spijt
onmogelijk doen kon hij was bang
dat niemand daar zou weten, dat hij
een agent der bereden politie was.
Hij had zich echter berucht genoeg
gemaakt, maar de kwestie was, dat
hij niet den minsten lust had, zich
dronken te laten voeren. De andere
agent deed beloften ten dien opzichte
en beweerde, dat hij kwaad met goed
zou vergelden.
Whitty reed verder en maakte zijn
paard vast aan Burn's Royal Hotel,
een van de minst beruchte herbergen.
Toch waren daar al eenige dronk-
aards, die een heel eind heen waren.
Seth had nooit veel gedronken in zijn
leven, maar toen hij die mannen daar
volkomen bewusteloos in de schaduw
zag liggen, bekroop hem plotseling
een gevoel van hartstochtelijke af
gunst. Zij hadden hun verdriet ver
geten, die gelukkige kerels. Het mid
del was in zijn hand om eveneens zijn
verdriet te verdrinken. Een wilde
hartstocht kwam over hem en hield
hem een duivelachtig oogénbllk ge
vangen.
1-Iij overwon het, en slenterde al
leen naar de ademlooze stille van het
bosch van Timber Town.
Toen hij de stad achter zich had,
was er niets meer te hooren dan het
schreeuwen van papegaaien, het rit
selen van bladeren, en het geluid van
Whitty's voetstappen over de varens
en het lange malsche gras.
Dat laatste geluid word van tijd tot
tijd afgebroken door een luiden stap
op het droge bed van een kreek of
op andere plaatsen, waar de grond
hard en steenachtig was rnaar do
vluggo rustelooze voetstappen wer
den geen oogenblik ingehouden.
Wat nog vreemder was, Whitty
keek heelemaal niet van den grond
op en scheen maar zoo gedachtenloos
voort te loopen.
Toch dacht hij wel na, maar over
het doode verleden, dat dien dag ge
storven was. Het tegenwoordige was
niets voor hem de toekomst, die tot
op dien dag alles voor hem geweest
was, nu minder dan niets. Maar dat
alles, dat nu voorbij was, was hem
nog nooit zoo dierbaar geweest. Als
het lichaam pas gestorven is, en
zelfs mooier schijnt dan het bij 't le-
von ooit scheen 'te zijn, dan ls het
zoo zoet er naar te verlangen, er
over te peinzen, zich alles te herinne
ren zoo gaat het soms ook met ge
beurtenissen en tijd.
De schaduwen van de hooge hoo
rnen, afgebroken omdat er geen ruim
te op den grond 'was voor hun gehee
le lengte, klommen tegen de stam
men van andere boomen op en lagen
op de gevelde, zoodoende een verwar
de knoop van lijnen vormend. Hier
en daar sneden de zonnestralen in 't
bosch als een vlammend zwaard, en
de heldere lichte plekken en donkere
schaduwen zou iedereen in do war
gebracht hebben, die hier met een be
paald doel wandelde. Maar Seth was
op dat oogenblik iedere richting goed,
hij bekommerde zich er heelemaal
niet over, waar zijn weg hem heen
voerde. Al3 hij er al aan dacht, dan
was hij ongetwijfeld overtuigd, dat
hij niet kon verdwalen, eenvoudig
omdat hij niet bang was te verdwa
len. Maar het is waarschijnlijker, dat
hij het grootste deel van dien mid
dag geestelijk onbewust was van het
geen zijn lichaam deed. Toch waren
zijn kleden zwaar van het transpi-
reeren en tot een poosje voor zonson
dergang was hij steeds bergopwaarts
gegaan.
Eindelijk, heel laat, toen da zon
achter de kimmen verdween, zag
Whitty een blauwe gomboom, die pas
geveld was. Hij ging verder en kwam
bij: eon anderen, toen zag hij vlak
voor zich de tent van Lovatt.
Hij had in een cirkel geloopen, en
kwam zoo bij de bezitting van Lovatt
uit. Het ruwe pad liep twintig me
ters naar beneden.
Seth glimlachte bitter. Zijne toe
vallige wandeling scheen hem de
leidster van een kwaadaardig nood
lot, nu het hom hier had gebracht.
Hij stond stil eri keek met een som
ber gelaat om zich heen. Daar waren
de sporen van de picnic der geliefden,
de witte asch van het vuur, dat- nog
niet geheel was uitgedoofd en waar
boven de lucht nog trilde. Hier had
den zij gezeten, hand in hand, op
den zachten, ronden boomstam. Deze
wuivende boomen hadden hun gefluis
ter, hun teedere gesprekken, hun
kussen gehoord.
Seth ging zitten op de plek, waar
zij gezeten hadden, met een vreemde,
koude bedaardheid. Het scheen hem
niet te hinderen, dat hij daar zat
eenzaam en vernederdeenvoudig
omdat niets hem meer trefien kon,
het geluid van de klok, dio hun hu
welijk moest inzegenen, zou op dat
oogenblik geen indruk op hem ge
maakt hebben.
Zijn voet raakte een boek aan, dat
in het lange gras lag, een bock, dat
zij vergeten moesten hebben met de
heerlijke, vaak voorkomende vergeet
achtigheid van een oprecht minnend;
paar»
Hij nam het boek op en sloeg hel
open het was poëzie hj} keek niet
van wien. Hij deed het boek dicht en
legde het op den stam naast zich
Seth hield niet van poëzie. Hij liet
zijn ellebogen op de knieën rusten,
en zijn hoofd in de handen. De korte
schemering viel in. Seth bewoog zich
niet. Als zijn houding wat gemakke
lijker geweest was, dan zou men ge
zegd hebben, dat het zachte, voortdu
rende ruischen van de blaren om hem
heen hem in slaap had gezongen:
maar in dat geval zou hij niet zoo
gauw het ruischen van een anderen
aard het ruischen van een Japon,
hebben opgemerkt.
Hij hoorde het dadeiijk en keek
snol op en Barbara Lyon in haar
dunne witte kleedje en grooten stroo-
hoed met brceden rand, stond kalm
voor hem en alsof haar kalmte niet
voldoende was, lag er een vriendelij
ke glimlach van onverschilligheid op
haar gelaat.
Mijn boek, zei ze.
Hij stond op en gaf het haar, en
ging niet weer zitten, maar wandelde
ook niet door ernstig stond hij haar
in de blauwe ffogen te kijken, tot zij
er mee begon te knippen en ze neer
sloeg, en Barbara hevig begon te
blozen. Zij ging wat achteruitaar
zelde toon even en ging vervolgens
niet een duidelijk ln 't oog vallende,
gemaakte onverschilligheid pp den
gevelden boom zitten, terwijl zij hen\
zonder eenige vrees te laten blijken,
aankeek.
Als u iets tot mij te zeggen
heeft, zelde Barbara, zeg het dan hier
en nu. Natuurlijk dacht ik er niet
over, dat ik u hier zou vinden ik
kwam het boek halen, dat ik hier
had laten liggen. Maar nu wij elkaar
toch ontmoet hebben, zal ik niet weg-
loopen.
Niets kon kouder klinken, dan
haar toon van spreken.
Seth stond voor haar, rechtop en
ernstig meer ernstig dan bedroefd,
kon Barbara niet nalaten te den
ken.
Er is al heel weinig le
Barbara, gaf hij ten antwoord,
veel om kalm over te denken
om te begrijpen, veel om te
Toen aarzelde hij.
Te veroordeelen
Ja, te veroordeelen.
En u 2al een hard oordeel vel
len
Dat zal u niet hinderen.
Barbara's hak groef diep in het
gras. Zij nam haar grooten, ronden
hoed af en speelde zenuwachtig met
de linten. De zachte schemering viel
op haar gelaat en verlichtte do zui
vere lijnen. Zij sloeg de oogen op.
(Wordt vervolgd).