HAARLEM'S DAGBLAD. TWda*ü^„ Stadsnieuws Binnenland Onze Lachhoek. FEUILLETON SERGEANT SEÏH. Llghalfonds. In de week van 14—20 Juni jl. werd onder dankzegging ontvangen eene gilt van f 10 van het R, K. Zieken fonds St. Jozef. RIJKS-NORMAALSCHOOL VOOR TEEKENONDERWIJZERS. Bij het van '17 tot 20 Juni gehouden toelatingsexamen zijn o.a. geslaagd de heer G. Rubbert van Haarlem Yoor de afd. A. handteekenen le klasse en J. P. Strljbos van Haarlem voor de afd. B., bouw- en werktuigkundig teekenen.. R o a i 9 n. De Hoop te Amsterdam hield Zon dag op 't IJ wedstrijden voor „dories' In den eersten wedstrijd was de Equilibrist van ,,'t Spaame" te Haar lem (stuurman de heer Fokker), 2de aankomend©, 's middags in den twee den wedstrijd eerste. Deze dory-wedstrijd zal uit vijf wed strijden bestaan. ZALSMAN-QUARTET. De Hbld,-correspondent te Londen meldt» Het Zalsman-quartet gaf Zondag middag zijn eerste concert, in de Hol- landsche kerk. Een talrijk publiek was aanwezig, dat met groot© belang stelling het concert volgde; onder de aanwezigen werd Tilly Koenen opge merkt. Het concert, dat geopend werd met het zingen van het oude Wilhel mus, was oen groot succes. HOFBERICHTEN. H. M, de Koningin-Moeder zal Don derdag ten 4.16 nam. van Baarn-H. S. M. naar Amsterdam vertrekken; aan komst aldaar ten 5.05 nam. PRINS HENDRIK TE DEN HELDER Thaii3 is o/figieel vastgesteld, dat pr.iid 1 Heiifbik Qr- vrijdag B Juli te Den Held-ot ztu aankomen, ter bijwo- Tv.ng van de marine-schietwedstrij den en van den zeil- en roeiwedstrijd der Marine Jachtclub. Op Zaterdag 4 Juli zal 's namid dags door den Prins een bezoek aan de onlangs geopende Heïderscbe Am bachtsschool worden gebracht. MAKELAARDIJ VRIJ BEROEP. B. en W. van Eindhoven hebben de .Kamer van Koophandel aldaar advies verzocht in zake een adres waarin ge vraagd werd tot makelaar te worden aangesteld. De Kamer sprak als haar oordeel uit, dat het onderhavige ambt een ;vrij beroep is, zoodat er h. 1. voor offi- jcieele benoeming geen voldoende mo tieven zijn.- HET ATJEH-RAPPORT. Door den Minister van Koloniën is ■aan do Tweede Kamer toegezonden 't jverslag, dat door den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië is uitgebracht, naar aanleiding van het door hem ingestelde (in de vergade ring der Tweede Kamer van 6 No vember jl. door den Minister Fock aangekondigde) onderzoek naar den toestand in het gewest Atjeh en On- derhoorigheden. Het volgende is daaraan ontleend Met het door (Je Kamer verlangd speciaal onderzoek heb ik belast den commandant van het leger en chef van het departement van oorlog in Ned.-Indië, den luitenant-generaal M. B. Rost van Tonningen, terwijl ik in zonderheid de door den gouverneur Van Daalen gevolgde gedragslijn op civiel bestuursgebied als onderwerp mijner eigen nasporingen mij voor behield. Die nasporingen hebben mij tot uitkomsten geleid, die ik niet ver wacht had, niet verwachten kón. Uit jarenlange samenwerking met den generaal Van Daalon waren mij diens goede, zoowel als diens minder goede eigenschappen ten volle be kend. Het was mij voorts bekend, dat de heer Van Daalen als gouverneur van Atjeh niet altijd met de noodige bezadigdheid en overleg was te werk go gaan. Ik was er dus op voorbereid, dat ik in Atjeh niet alles zou vinden, zooals ik dat zou wenschenmaar ik was er niet, kón er niet op voorbereid zijn, een toestand te zullen aantref fen, zóó weinig beantwoordende aan de verwachtingen die ik mij gerech tigd mocht achten, te koesteren, dat ik tot mijn oprecht leedwezen tot geen andere slotsom ben kunnen komen dan dat ik van den generaal Van Daalen meer verwacht en mitsdien verlangd heb dan hij bij machte was te geven. Uit besprekingen en hetgeen de gouverneur-generaal overigens uit eigen aanschouwing en uit de civiele journalen over het geheele tijdvak van Van Daalen's bestuur en andere geschriften zag, rijpte hoe langer hoe rnoer bij hem de overtuiging, dat hij, op welke groote verdiensten ontegen zeggelijk als militair kunnende bo gen, als civiel bestuurder had ge faald, door met misduiding van het fundamenteel beginsel van elk stre ven naar bevrediging van een onrus- fcigen toestand in eerst kort te voren aan onze heerschappij onderworpen landstreken, een richting in te slaan, welke dat doel naar het oordeel van den gouverneur-generaal noodwendig moest doen mi-ssen. Teruggekomen te Kota-Radja heeft hij dan ook niet geaarzeld, bij zijn zeer geheimen Kabinetsbrief d.d. 27 December, dien opperofflcier in ken nis te stellen met zijn gewijzigd in zicht te zijnen aanzien on hem het verlaten van die richting voor te schrijven en aanstonds rekening te houden met verschillende in dien brief geformuleerde instruction. Met name komt het aan op een tact vol gebruik van dwangmiddelen te genover de landschapslioofden. Hoog houding van het gezag der land- scnapshoofden Is volstrekt noodzake lijk voor oen goed bestuur. Die ge dragslijn werd onder het bestuur van generaal Van Daalen niet be stendigd, waarvoor de gouverneur- generaal geen andere verklaring heeft kunnen vinden dan onderschat ting zijnerzijds van de beteekenis der landschapslioofden en mitsdien van de te hunnen aanzien door den gou verneur-generaal gevolgde politiek. Generaal Van Daalen blijkt zich to hebl>en vereenzelvigd met do gedachte dat behoudens weinige uitzonde ringen die landschapshoofdon ge wapende benden onderhouden orn ons te bestrijden en bijgevolg in werke lijkheid tot onze vijanden zijn te re kenen. Zeer veelvuldig paste hij toe inhouding en storting in het wegen fonds van alle inkomsten der hoof den. Onder Van Daalen's regime ia de politieke toestand achteruitgegaan in het Zuidelijke deel der Westkust de onderafdeelingeni Meulaboh en Ta- pa Toean en in do Pedlr- en Pasei- streek ter Noordkuststationnatr ge bleven, althans niet vooruitgegaan, in de overige doelen der onderhoorig- heden, met uitzondering wellicht van een doel der Oostkust en Poelö Raja, terwijl oolc in Groot-Atjeh merkbare teekenen van vooruitgang niet waren te bespeuren. Moot het tegenwoordig systeem van militaire actie in beginsel onver anderd blijven, hot stelsel der mobie le colonnes dient principieel gewij zigd. Er zuilen moeten gevormd wor den enkele mobiele colonnes van uit gezochte, tegen vermoeienissen en ontbering geharde marechaussees, ge- encradeerd met kader van hetzelfde gehalte, te stellen onder aanvoering van do Atjehsche taal sprekende, in de practijk te velde gevormde officie ren, met grooten speurzin begaafd, in één woord, onder mannen als Chrlstoffel. Aan den commandant van elke colonne zal (Je opsporing en var- volging van een bepaald hoofd van verzet en diens bende zijn op te dra gen, en van die taak zal hij dan ook door niets en niemand mogen worden afgeleid. Met het oog hierop, is op gedragen kapitein Christoffel van Floras naar Atjeh te dirigeerenzoo noodig zullen nog andere voor deze bijzondere taak geschikte officieren tor beschikking van don Gouverneur worden gesteld. Voorts is bevel gege ven met Christoffel een in Atjeh tot een divisie te vervormen compagnie marechaussee te zenden, In Atjeh zullen weder officieren met aanleg voor de bestuurszaak moeten worden gebezigd voor civiel bostuurswork door de onderafdec- lingschefs (hetgeen hun niet meer was toegestaan). Als dan tevens eeni- ge minder bekwame bestuurders door meer geschikten zullen zijn vervan gen, alsook door een andere indee ling der Onderhoorlgheden en der Gajoe- en Alaslanden meer leiding en toozicht dan thans zal uitgaan van de civiele afdeelingschefs, dan zal woldra voor een leder duidelijk blij ken dat niet gebrek aan middelen, maar gebrek aan eendrachtig samen werken, aan het rationeel benutten van do voorhanden middelen oorzaak la geweest van den minder gunstigen toestand of den onvoldoenden voor uitgang. Bestraffing der hoofden zal binnen de engst mogelijke grenzen dienen te worden beperkt, leering en leiding op den voorgrond moeten treden. DE ANNEXATIE-PLANNEN. Naar vernomen wordt hebben Ge deputeerde Staten van Noord-Holland geweigerd hun goedkeuring te verlee- nen aan ~de Amsterdamsche voorstel len tot annexatie van Watergraafs meer en van deelen der gemeenten Ouder-Amstel. Sloten, Zaandam on Buiksloot. EEN WETHOUDERSCRISIS. De belde Winterswijksche wethou ders, de heeren Ten Houten en Wil link, die bedankt hadden, omdat de Raad op voorstel van Boc.-dem. be langrijke verbeteringen in de salaris regeling der onderwijzers gebracht heeft, hebben na veel gewelger en na twee keer herbenoemd te zijn, de functie toch maar weer aangenomen. DE DELFTSCHE LUSTRUMFEESTEN. Niet alleen de maskerade on het sti ekspel. ook de uitvoering van het gebar-nsped zal een belangrijk deel der feestvveek uitmaken. De groote zaal in Stads Doelen, welke thans voor die uitvoering in gereedheid wordt gebracht, zal als zo gereed is, een blijk geven van Flo- rontijnschen kunstzin en goeden smaak. Nu nog verkeerende in chaosti- schen toestand zal ze binnen enkele dagen zich voordoen als een rustig- weoldérige paleiszaal in Florence. De middenruimte is geheel vrijge houden, aan beide zijden bevinden zich loggia's tot welke de toegang wordt verkregen door boog-vormige doorgangen. Boven de loggia's loopt de galerij, oveneens met boogvormige verdce- ling. De pilasters welke de galerij dragen zijn gesierd met beelden. Het podium, van de zaal gescheiden door een rood-zijden pluche gordijn, heeft een grooten boog-vormigen toe gang, waarvan ter weerszijden zich nissen bevinden waarin antieke beel den geplaatst worden. Het podium stelt een terras voor, uitzicht gevend op een door Italiaan- sche zon fel beschenen landschap in Fiesole. Boven de toegangen tot de beneden loggia's zijn wapenborden aange bracht met de wapens der voornaam st© Florentijnsche en Napolitaansche geslachten, geplaatst naar hunnon rang rond het wapen der Medici. De zoldering der zaal bestaat uit geornamenteerde caissons en rond de zaal komt een Fries geschilderd door Jan Franken te 's-Gravenhago, ver sierd rnet symbolische figuren betrek king hebbende op de jaargetijden, landbouw, visscherij en verdere bron nen van maatschappelijk bestaan. De zaal is gehouden in zandsteen en rossig marmerzijn ook de Oos- tersehe tapijten aangebracht dan zul len deze door hun gloedvolle kleuren-, pracht, harmonisch insmeltend in de zachte marmertinten aan de zaal een vorstelijk aanzien geven. Henricus, die alios voor hot geba renspel ontwierp, zal dit ook leiden. POKKEN, De opvarenden van de sleepboot Union, waarvan de stuurman als ver dacht aan pokken te lijden naar de barok aan de Maashaven bij Rotter dam werd overgebracht, zijn uit de observatieinrichting ontslagen, TWEE MENSCHEN VERBRAND. De bewoners van het dorp Den Hoorn, op Texel, werden Zondagmor- gon te 4 uur gewekt door brandgeroep van den nachtwacht, 't BLeek al spoe dig dat het huis van den landeige naar Dirk Kramer, die met zijn zus ter Naantje samenwoonde, in lich terlaaie stond. Allereerst poogden de dorpers de bewoners te redden, doch blijkbaar waren beiden door den rook verstikt in hun bed. Met brandhaken slaagde men er in de reeds verkoolde lijken naar buiten te trekken. De lij ken der omgeko;.on zeventigjarige bewoners werden vooriooplg in het lijkenhuisje geborgen. De muren lagen woldra plat, doch onder de steenmassa smeulde 't nog lang, zoodat de brandspuit nog veie uren In werking moest blijven. Er zijn vermoedelijk belangrijke geldswaarden en kostbaarheden ver loren gegaan, waaronder ettelijke zeer antieke voor wei-pen. Bij het gra ven in het puin werden nog artikelen gevonden, doch verreweg 't meeste ie verloren gegaan. Honderden verdrongen zich Zondag op het terrein waar de ramp had plaats gevonden. Het verbrande per ceel was verzekerd. De heer Kramer, die zeer eenzelvig, leefde, behoorde tot de meest welgestelde landeigenaars van hot dorp. HET ONGELUK VAN KAPITEIN SHARP. De 1ste officier Van Vollenhoven van 't stoomschip „Rindjani" schrijft aan de „Rotterdamsche Lloyd" als volgt Het spijt mij zeer UEd. mede te deelen, dat op reis van Lissabon naar Marseille op den 14den Juni 1908, des n.m. te S.lfy ons bevindend in de Straat van Gibraltar, in pelling N.O. t. O. van den lichttoren van Tariffa op ongeveer drie kwart mijl afstand, de kapitein J. Sharp bij het oploopen ngar de brug langs de bakboordstrap uitgleed, ongeveer op de zesde treê en achterover over de reeling van het promenadedek te water viel. Ver scheidene personen, waaronder zijn dochter, zagen hem vallen on oogen- blikkelijk werden zoowel van het achterdek als van de brug boeien over boord geworpen en de machine ge stopt, vervolgens op de plaats rond- gestoomd, uitkijken in de masten ge plaatst en do werkboot bemand met den 2d en stuurman en vier roeiers. Zoo spoedig mogelijk werd de plaats van het ongeluk bereikt, en reeds te 3.30 pikte de boot, die in de nabij heid van de boeien gestreken was, en waar men op ongeveer een halve scheepslengte van de boei af den ka pitein het laatst gezien had, de eerst geworpen boel op in 't varen naar de boei zag men van de boot uit zijn wit te pet, die bij den val van zijn hoofd viel, wegzinken tien minuten latei- werd de tweede boei, die geworpen was, opgepikt, maar helaas, heiden zonder den drenkeling. Nog lang werd op die plaats gezocht, zoowel van de boot uit als uit de masten ook heschen wij direct het sein „man over boord'' waarop we verscheide ne booten,' die in de nabijheid waren, langzaam zagen stoomen en uitkijk houden. Van de Semaphore werd geseind, dat de stroom op de Z. 57 gr. 0 lièp, en zochten nu, met de sloep langs zijde slepend, in die richting. Vervol gens zochten wij tot het donker werd, en toen door de duisternis verder zoe ken onmogelijk bleek, hielden wij scheepsraad, en besloten de reis te vervolgen, Gibraltar te 8.12 a.m. pas- seerend. Hierbij heb ik nog te voegen, dat door iedereen met den meest mogelij- ken spoed gehandeld werd, en als be wijs daarvoor kan wel dienen, dat reeds na 15 minuten de boel, die het eerst geworpen was, en waarbij men op een afstand van pl.m. 30 meter den kapitein gezien had, werd opge pikt, terwijl zijn pet gepasseerd werd in het roeien er naar toe. En veron derstel ik, zijn leeftijd, de schrik en misschien een kwetsuur, daar hij met zijn lenden achterover op de reeling sloeg, tn aanmerking nemend, hij zich niet genoeg boven water heeft kunnen houden. De neerslachtigheid aan boord, zoo wel onder de passagiers als beman ning, was groot, want wij allen had den hem in deze dagen reeds als een braaf man leeren kennen, en kan ik niet nalaten UEd. te condoleeren met het verlies van een uwer oudste ge zagvoerders. De echtgenoote en dochter van ka pitein SÏÏSrp maakten de reis naar Marseille mede. ONDERSTEUNINGSFONDS RIJKSAMBTENAREN. Zondag had te Utrecht eene druk bezochte bijeenkomst plaats van rijksambtenaren en afgevaardigden van verscheidene rijksambtenaren- vereenigingen, waarin door den heer H, van Eerde, inspecteur der directe belastingen enz. te Harderwijk, be pleit werd de wenschelijkheid van op richting van een ondersteunings fonds met einddoel een herstel lingsoord voor rijksambtenaren van alle takken vasi dienst in Neder land. Met algemeene stemmen werd in beginsel besloten tot het oprichten van een ondei-steuningsfonds van rijksambtenaren yan alle takken van dienst in Nederland en om aan een commissie op te dragen een definitief plan van oprichting aan een spoedig bijeen te roepen nieuwe vergadering voor te leggen. Tot leden dier commissie werden benoemd de heeren H. van Eerde, in specteur der directe belastingen, enz. te Harderwijk M. W. L. van Alphen, voorzitter van den Bond van ambte naren aan departementen van alge meen bestuurJ. H. Huykman, voor zitter van den Bond yan kommiezen bij de belastingen; P. H. R. Beuming, ambtenaar der artillerie-inrichtingen te Amsterdam en C. P. Treffers, bo- stuurslld yan het ondersteunings fonds voor de posterijen en telegrafie, als advi8oerend lid. KOPPELARIJ. Omtrent het geval van koppelarij, waarvan dezer dagen in de bladen werd melding gemaakt, en waarin sprake was van een hoofdambtenaar van de Haagsche politie, die de hem bekende feiten zou hebben verzwe gen, kunnen wij het volgende mede- deelen, zegt het „Vad." De bedoelde ambtenaar, hoofd inspecteur van politie, stond in con nectie met een Dmtsche vrouw, die 25 dezer voor de Haagsche rechtbank zal terecht staan zij moet intusschen reeds verdwenen zijn wegens kop pelarij. Nadat hem door zijn superic- ren verzocht was, deze relatie te verbreken, is gebleken, dat bij zich toch nog geregeld In het bewuste huis heeft opgehouden. Daar er redenen waren om aan te nemen, dat hij be kend moest zijn met de feiten, waar voor de vrouw nu zal terechtstaan, is hem aangezegd, dat hem ontslag zou worden gegeven, indien hij het niet vroeg. Daarop heeft hij een aanvrage om ontslag ingediend, doch tot dus ver is daarop nog geen beschikking genomen. Wij vernamen nog, dat een van de raadsleden voornemens zou zijn, deze aangelegenheid bij do eerstvolgende begrooting ter sprake te brengen. STUDENTEN-RELLETJE. Men meldt uit Lelden aan de „Maasbode" Vrijdagavond, te ongeveer 8 uur, heeft een ernstige kloppartij plaat3 gehad tusschen studenten en eenige politiebeambten, waarbij lc^tstgemel den van sabel en gummislok moesten gebruik maken. liet conflict was ont staan doordien een der voedsterlln- gen van Minerva in eenigszins ken- nelijken staat, in bewaring zou wor den gesteld aan het politlebureel. Hiertegen hevig verzet van de zijde van den delinquent, ter hoogte van dé studenten-sociëteit Minerva, door een aantal kameraden ondersteund, waarbij bierglazen, mosterdpotten en verder tafelgerei als projectielen dienst bewezen. Aan beide der strij dende partijen werden aan sommigen vrij ernstige verwondingen, toege bracht. Een paar belhamels werden in vooriooplg arrest gestéld. Tot laat in den avond was een ontelbare menschenmenigte op de Breestraat en aangrenzende buurten op de been. BRANDEN. Te Liendien is Zaterdagmiddag door onbekende oorzaak liet woon huis van den heer G. van Rooy totaal afgebrand. De inboedel ging mede grootendeels verloren. Alles is verze kerd. Zondagnacht werd de brandweer te Rotterdam gealarmeerd voor een uit- slaanden brand aan deoi Goudsche- weg 141. De kapperswinkel brandde geheel uit. Ook de bovenverdieping kreeg veel brand en waterschade. De schade wordt door verzekering ge dekt. LUPUSLIJDERS. De Nederlandsche Vereen!ging tot Hulp aan Lupuslijders te Amsterdam hield hare gewone driemaandeiijk- sche bestuursvergadering ter behan deling van de nieuwe aanvragen voor onderstand aan lupuslijders. Sedert hare oprichting heeft zij subsidies toegekend aan 40 patiënten, wonende ln de provincie Noord-Hol land, 24 in Utrecht, 23 in Gelderland, 18 in Noord-Brabant, 15 in Zuid-Hol land, 18 in Friesland, 8 in Overijsel, 6 in Zeeland, 5 in Drente, 2 in Lim burg. Het aantal lupus-patiënten, waaraan zij subsidie toestond, is dus geklommen tot 159. Aanvragen om hulp moeten worden gericht tot den secretaris, den hger den Tex, Heerengracht 318, Am sterdam. EEN HONDENGESCHIEDENIS. Mevrouw Snel legt een bezoek at bij mevrouw Donker. Bij het binnen, treden wordt sij ongemerkt gevolgd door een leelijk smous]e, dat er alles behalve fijn onderhouden uitziet. In het salon gekomen, wordt 'zij door de vrouw des huizes uitgenoodigd, orn plaats te nemen deze echter trekt hoog den neus op en kan zich maar niet begrijpen hoe iemand, die zij tei nauwernood nog ontmoet heeft slechts eenmaal had men visites ge wisseld I er toe komen kan om met haar hondje visites te gaan maken, en dat dan met zoo'n mormeldier I Mevrouw Snel heeft op de sofa plaats genomen en mevrouw Donker komt bij haar zitten, niet zonder nog* maals een verwoeden blik te werpor op het smousje, dat over het tapijt rent en in jeugdige dartelheid zijn staart naloopt. Een aardig dlortje l zegt z< del Ijk met geforceerde vriend heid. Ja een aardig beestje I her haalt werktuigelijk mevrouw Snel. Do ander ziet met klimmenden angst, dat de hond haar tafelkleed nadert, en breekt nogmaals het go- sprek af. Waarlijk, geen onaardig d tjo I Maar de uitdrukking van het ge laat Is wel eenigszins In tegenspraak met de vleiende béoordeeling van liet onsmakelijke dier. En weder luistert zij schijnbaar naar al hetgeen mevrouw Sne! haar te vertellen heefttot zelfs het gelief koosd thema over de melden kan hare attentie niet onverdeeld trekken. Zii had slechts oogen voor het af schuwelijke dier, dat alles besnuffel de en berook met een ware honden vrijmoedigheid. Goed beschouwd vond zij, dat hei al van zeer weinig savoir vlvre go- tuigde, om zoo'n onzindelijken hond mee ln een salon te brengen maar zij wist beier, hoe het behoorde, en klampte zich vast aan de lessen van wellevendheid, die haar indertijd waren ingeprent. En toen de hond op een prachtig stoeltje sprong, zich op het borduurwerk driemaal omdraai de en luid smakkend zich tot een middagtukje schikte, toon gaf zij hoogstens aan hare verbolgenheid lucht door de tamelijk bits uitgespro ken woorden Noen, waarlijk, een charmant beestje I Hoe lang hebt u dat ai Wat Ik dien hond Ik dacht, dat die van u was I gaf mo vrouw Snel diep beleedigd ten ant woord. Wacht, jou leelijk heest I werd het verschrikte dier eensklaps toege voegd, en met parasol en plumeau werd het verraderlijk aangevallen en het salon uitgejaagd. Deze historie kan ons doen zien, hoe moeilijk het iemand valt, zich iets onaangenaams te getroosten uit respect voor anderen. Nog moeilijker is het echter, zich dit noodelooa te getroosten, én mevrouw Donker zal die kleine hondengeschiedenis haar leven lang niet vergeten. MARCONI IN HET KAMP VAN ZEIST. De correspondent te Zeist van de „Tel." schrijft: Toen we dezer dagen vernamen, dat men ln liet „kamp" bezig was met den aanleg van een toestel voor draadlooze telegrafie, zijn we, verge zeld van een collega, naar de leger plaats getogen, om enkele bijzonder heden te vernemen. Als gewoonlijk werden we hoffelijk ontvangen, en op de meest welwillen de wijze in de gelegenheid gesteld, ons eenigszins op de hoogte te stel len van de inrichting. Onder leiding van den 2e luitenant der marine, den heer Akkerman, is door een drietal Jantjes, speciaal aan gewezen voor de draadlooze telegrafie in zeer korten tijd de geheele inrich ting tot stand gebracht. Dit nieuwe station is hot eerste Ln on3 land, dat niet aan de zeezijde ls geplaatst. Men seint thans met Amsterdam Wassenaar)'} Hellevoelsluis (Van Ga len) en Willemsoord. Dat dit nieuwe station juist is ge bouwd in het kamp van Zeist, schijnt ln verband te staan met het gevaar voor onweder. Ieder toch herinner! Naar het Engelsch door ERNEST WILLIAM HORNUNG. Whitty zei, dat hij 't tot zijn spijt onmogelijk doen kon hij was bang dat niemand daar zou weten, dat hij een agent der bereden politie was. Hij had zich echter berucht genoeg gemaakt, maar de kwestie was, dat hij niet den minsten lust had, zich dronken te laten voeren. De andere agent deed beloften ten dien opzichte en beweerde, dat hij kwaad met goed zou vergelden. Whitty reed verder en maakte zijn paard vast aan Burn's Royal Hotel, een van de minst beruchte herbergen. Toch waren daar al eenige dronk- aards, die een heel eind heen waren. Seth had nooit veel gedronken in zijn leven, maar toen hij die mannen daar volkomen bewusteloos in de schaduw zag liggen, bekroop hem plotseling een gevoel van hartstochtelijke af gunst. Zij hadden hun verdriet ver geten, die gelukkige kerels. Het mid del was in zijn hand om eveneens zijn verdriet te verdrinken. Een wilde hartstocht kwam over hem en hield hem een duivelachtig oogénbllk ge vangen. 1-Iij overwon het, en slenterde al leen naar de ademlooze stille van het bosch van Timber Town. Toen hij de stad achter zich had, was er niets meer te hooren dan het schreeuwen van papegaaien, het rit selen van bladeren, en het geluid van Whitty's voetstappen over de varens en het lange malsche gras. Dat laatste geluid word van tijd tot tijd afgebroken door een luiden stap op het droge bed van een kreek of op andere plaatsen, waar de grond hard en steenachtig was rnaar do vluggo rustelooze voetstappen wer den geen oogenblik ingehouden. Wat nog vreemder was, Whitty keek heelemaal niet van den grond op en scheen maar zoo gedachtenloos voort te loopen. Toch dacht hij wel na, maar over het doode verleden, dat dien dag ge storven was. Het tegenwoordige was niets voor hem de toekomst, die tot op dien dag alles voor hem geweest was, nu minder dan niets. Maar dat alles, dat nu voorbij was, was hem nog nooit zoo dierbaar geweest. Als het lichaam pas gestorven is, en zelfs mooier schijnt dan het bij 't le- von ooit scheen 'te zijn, dan ls het zoo zoet er naar te verlangen, er over te peinzen, zich alles te herinne ren zoo gaat het soms ook met ge beurtenissen en tijd. De schaduwen van de hooge hoo rnen, afgebroken omdat er geen ruim te op den grond 'was voor hun gehee le lengte, klommen tegen de stam men van andere boomen op en lagen op de gevelde, zoodoende een verwar de knoop van lijnen vormend. Hier en daar sneden de zonnestralen in 't bosch als een vlammend zwaard, en de heldere lichte plekken en donkere schaduwen zou iedereen in do war gebracht hebben, die hier met een be paald doel wandelde. Maar Seth was op dat oogenblik iedere richting goed, hij bekommerde zich er heelemaal niet over, waar zijn weg hem heen voerde. Al3 hij er al aan dacht, dan was hij ongetwijfeld overtuigd, dat hij niet kon verdwalen, eenvoudig omdat hij niet bang was te verdwa len. Maar het is waarschijnlijker, dat hij het grootste deel van dien mid dag geestelijk onbewust was van het geen zijn lichaam deed. Toch waren zijn kleden zwaar van het transpi- reeren en tot een poosje voor zonson dergang was hij steeds bergopwaarts gegaan. Eindelijk, heel laat, toen da zon achter de kimmen verdween, zag Whitty een blauwe gomboom, die pas geveld was. Hij ging verder en kwam bij: eon anderen, toen zag hij vlak voor zich de tent van Lovatt. Hij had in een cirkel geloopen, en kwam zoo bij de bezitting van Lovatt uit. Het ruwe pad liep twintig me ters naar beneden. Seth glimlachte bitter. Zijne toe vallige wandeling scheen hem de leidster van een kwaadaardig nood lot, nu het hom hier had gebracht. Hij stond stil eri keek met een som ber gelaat om zich heen. Daar waren de sporen van de picnic der geliefden, de witte asch van het vuur, dat- nog niet geheel was uitgedoofd en waar boven de lucht nog trilde. Hier had den zij gezeten, hand in hand, op den zachten, ronden boomstam. Deze wuivende boomen hadden hun gefluis ter, hun teedere gesprekken, hun kussen gehoord. Seth ging zitten op de plek, waar zij gezeten hadden, met een vreemde, koude bedaardheid. Het scheen hem niet te hinderen, dat hij daar zat eenzaam en vernederdeenvoudig omdat niets hem meer trefien kon, het geluid van de klok, dio hun hu welijk moest inzegenen, zou op dat oogenblik geen indruk op hem ge maakt hebben. Zijn voet raakte een boek aan, dat in het lange gras lag, een bock, dat zij vergeten moesten hebben met de heerlijke, vaak voorkomende vergeet achtigheid van een oprecht minnend; paar» Hij nam het boek op en sloeg hel open het was poëzie hj} keek niet van wien. Hij deed het boek dicht en legde het op den stam naast zich Seth hield niet van poëzie. Hij liet zijn ellebogen op de knieën rusten, en zijn hoofd in de handen. De korte schemering viel in. Seth bewoog zich niet. Als zijn houding wat gemakke lijker geweest was, dan zou men ge zegd hebben, dat het zachte, voortdu rende ruischen van de blaren om hem heen hem in slaap had gezongen: maar in dat geval zou hij niet zoo gauw het ruischen van een anderen aard het ruischen van een Japon, hebben opgemerkt. Hij hoorde het dadeiijk en keek snol op en Barbara Lyon in haar dunne witte kleedje en grooten stroo- hoed met brceden rand, stond kalm voor hem en alsof haar kalmte niet voldoende was, lag er een vriendelij ke glimlach van onverschilligheid op haar gelaat. Mijn boek, zei ze. Hij stond op en gaf het haar, en ging niet weer zitten, maar wandelde ook niet door ernstig stond hij haar in de blauwe ffogen te kijken, tot zij er mee begon te knippen en ze neer sloeg, en Barbara hevig begon te blozen. Zij ging wat achteruitaar zelde toon even en ging vervolgens niet een duidelijk ln 't oog vallende, gemaakte onverschilligheid pp den gevelden boom zitten, terwijl zij hen\ zonder eenige vrees te laten blijken, aankeek. Als u iets tot mij te zeggen heeft, zelde Barbara, zeg het dan hier en nu. Natuurlijk dacht ik er niet over, dat ik u hier zou vinden ik kwam het boek halen, dat ik hier had laten liggen. Maar nu wij elkaar toch ontmoet hebben, zal ik niet weg- loopen. Niets kon kouder klinken, dan haar toon van spreken. Seth stond voor haar, rechtop en ernstig meer ernstig dan bedroefd, kon Barbara niet nalaten te den ken. Er is al heel weinig le Barbara, gaf hij ten antwoord, veel om kalm over te denken om te begrijpen, veel om te Toen aarzelde hij. Te veroordeelen Ja, te veroordeelen. En u 2al een hard oordeel vel len Dat zal u niet hinderen. Barbara's hak groef diep in het gras. Zij nam haar grooten, ronden hoed af en speelde zenuwachtig met de linten. De zachte schemering viel op haar gelaat en verlichtte do zui vere lijnen. Zij sloeg de oogen op. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5