HAARLEM'S DAGBLAD. IIonMtor TWEEDE BLAB, Stadsnieuws Van 't Kantongerecht Binnen!»n<f Gqzs Laehhoek. :EUILLETON DO.NDEKDAG 9 JÜU 1908 GEEN WETTENKENNER. De beklaagde zijn naam was Biem '/laming. „Waar komt die naam Biem vandaan vroeg de kanton rechter. „Van Tessel", verklaarde de ieklaagde, wat hij beter wist, dan rat er in do Boterwet staat. Hij had il een maand of vier een boterzaakje n IJmuiden, maar had nog nooit da loterwet ingezien, en met de voor- chriften onbekend zijnde, verkocht ij uit een Keulschen pot „deurge- rerkte" boter, waarop het woord [argarine niet voorkwam. „Heb je nou een Boterwetje ge- ocht-" vroeg de kantonrechter. !,,Ja meneer, nou wel!" „Hadt je' toch ook een jaar vroeger unnen doen?" ;„Ja meneer, maar als 'i kalf ver- ronken is, demp je den put.... „Juist, en dat is vooral bij de men- iben in Nederland het geval.... En 10 komt dan ook dat het spreek- pord in ons land zoo bekend is, ink ik De eisch tegen den man, die erken- I wat „achterstallig" te zijn ge lest hij bedoelde blijkbaar „nala- luidde f 6 boete of 3 dagen chtenis. Tegen een ander, P. Boon te IJmui- n, die beweerd had margarine voor fen gebruik in voorraad te hebben, idde de cisch f20 boete of 10 dagen chtenis. -VERGANGSEXAMEN VAN HET GYMNASIUM TE HAARLEM. !an 1 naar 2 i. G. B-'nnerts, J. C. Boon, P. H. A. leveld, Hermine C. Giel, F. W. N. genholtz, J. de Jongh, Louise >op Koopmans, Levina Kroef, P. Smits, A. P. Timmer, Anny Tobi, !iana Vorstman, an 2 naar 3 Avis, J. Boes, H. E. Boissevain, H. ten Cate, Maria F. Folmer, W. Alting von Geusau, J. Bierens de in, H. N. Jacometti, Ida Jonker, J. npstra, Geertruida Kernkamp, Li- C. Kersbergen, A. H. Kuipers, P. iitenga, Regina ter Haar Romeny, Schepers, R. L. E. Schönhuth. an 3 naar 4 T. Bertling, Theodora Engelbert Bevervoorde, H. Daniels, E, van rdt tot Eversberg, J. Th. de Jongh, be Mensinga, H. M. Peltenburg, rlette Schieferdecker, Ebelina [l. orwaardelijk B. Engelbert van rvoorde. In 4e klasse naar 5. F. Bax, S. N. Carsten, Frieda i- Hasselt, II. Hyllcema, Maria iff, C. R. van Paassen, Theod. J. ïr Haar Romeny. J. H. Róssing, i du Rieu, Jeanne van de Stadt, Stoutjesdijk, C. Veen. n 5A naar 6A. .Helena de Vries v. Doesburg, te Droste, J. G. Franck. H. Har- s, J. W. Hilbrander, F. M. J. Hol- Maria ICoderitsch, W. F. J. 1. C. J. Lasschuit, R. Swart. Ma- ia Losecaat, Vermeer. •n 5 B naar 6 B. IA. R. Dezentjé. leds gedeeltelijk in ons vorig per opgenomen). HUNNESCHANS AAN HET UDDELERMEER. M. de Koningin, vergezeld van II. Prins Hendrik, bracht Dins- Id.dag een bezoek aan de Hunne- s aan 't Uddelermeer, waar, on- iiding van professor Holwerda, idkundige opgravingen worden m. M. werd door den professor eleid en nam de verschillende aamheden en de enkele gevon- oorwerpen geruim en tijd in oo- louw. twintigtal arbeiders is er aan 't «n in alle richtingen wordt de j afgegraven en onderzocht, tot met zeer weinig resultaat, its een weinig gebroken aarde- <n een urn werden gevonden, prof. Kramer, directeur van tisarchief van PI. M., met den leer baron Van Pabst van Bin- en de hofdames, brachten gis- )en bezoek aan de schans. MAATSCH. TOT BEVORDERING DER GENEESKUNDE. Derde dag. Woensdag werd te Rotterdam de vergadering dezer maatschappij voort gezet. Aan de orde kwam het voorstel van het bestuur om de in Januari 1906 ge troffen overeenkomst met het bestuur der Rijksverzekeringsbank te besten digen. Blijkens deze overeenkomst zal het bestuur der Bank, alvorens een be slissing te nemen omtrent ingeschre ven geneeskundigen uit hoofde van bepaalde misbruiken door dezen ten opzichte van de Rijksverzekerings bank gepleegd, de handelingen dier geneeskundigen aan een onderzoek en aan het oordeel van het hoofdbe stuur onderwerpen. Deze overeen komst is nu reeds twee jaar tussclieo liet bestuur der Bank en het bestuur der Maatschappij van kracht gewees en heeft goed gewerkt. Het voorstel werd aangenomen. Inmiddels had de benoeming' plaats gehad van drie leden voor het hoofd bestuur ter vervanging der aftreden de en niet herkiesbare leden J. W. Deknatel, B. J. Kouwer, en A. J. A. Thomas. Gekozen bleken de lieeren Ch. H. Ali Cohen te Utrecht, W. Rens- sen te Arnhem en B. A. P. van Dam 's-Gravenhage. Nu kwam in bespreking een voorstel van de afdeeling Alkmaar om de bij drage voor het ondersteuningsfonds voor alle leden dor Maatschappij ver plicht te stellen. Na veel debat werd dit verworpen. Aangenomen werd een voorstel Am sterdam om aan het hoofdbestuur op te dragen, een onderzoek in te stellen of te doen instellen naai' de wensche- lijklieid van het scheppen eener blij vende rechtsgeleerd-geneeskundige Maatschappijcommissie en daarom trent in d e volgende algemeen e verga dering mededeeling en zoo noodig voorstellen te doen. Daarna kwam aan de orde een voor stel-Groningen om door het hoofdbe stuur een commissie te doen benoe men die in opdracht krijgt te onder zoeken of en zoo ja welke maatrege len in ons land van overheidswege dienen genomen te worden ter bestrij ding der geslachtsziekten en daarover rapport, uit te brengen. Aan de te be noemen commissie blijve overgelaten te beoordeelen of het gewenscht en mogelijk is gegevens te verzamelen aangaande de verbreiding dezer ziek ten en den omvang van het kwaad, dat zij in sociaal opzicht aanrichten. Eenigszins gewijzigd werd dit voor stel aangenomen. Ter tafel kwam thans een voorstel- Walcheren, vragende een commissie met mandaat te rapporteeren over de vraag: Is het tegen geldelijke vergoe ding overdragen van een geneeskun dige praktijk uit een zedelijk oogpunt geoorloofd? In de laatste jaren schijnt zich het beginsel in te burgeren, zegt de afdeeling in haar toelichting op dit voorstel, dat een geneeskundige praktijk een kapitaal vertegenwoor- j digt en als zoodanig tegen geldelijke vergoeding kan worden overgedragen. Met dit beginsel wordt het standpunt ingenomen dat onze arbeid nog een andere geldelijke waarde heeft dan die welke met de betaling onzer nota. wordt voldaan, dat hij aal. bovendien in de bevoorrechte verhouding, waar in wij tot ctoze cliënteele zijn komen te staan, een kapitaal heeft geschapen dat in geld kan worden omgezet. De Centrale Commissie van advies had meegedeeld, dat de genoemde be zwaren tegen het tegenwoordig veel vuldig voorkomen van het verkoopen eener geneeskundige praktijk alge meen gevoeld worden. Zij acht het echter verkeerd den z.g. zedelijken kant dezer quaestie door een commis sie te laten uitmaken, moet daarom de aanneming van het voorstel ont raden en hoopt dat een motie van orde zoo noodig aan de discussies daarover een einde zal maken. Amsterdam wenschte te handelen overeenkomstig het adres der centrale commissie en een motie van orde voor te stellen tot afvoering van de agen da, alleen reeds uit deze overweging dat een commissie uit deze Maat schappij onmogelijk omtrent de vraag een uitspraak kan doen. Deze motie van orde wordt aange nomen met 68 tegen 43 stemmen, zoo dat het voorstel niet in behandeling kwam. Tot lid in de commissie voor het ondersteuningsfonds werd herkozen dr. C. A. Lamping te Doorn; in de centrale commissie van adres dr. H. P. Kapteyn. Verder werd vastgesteld dat de jaar- lijksche bijdrage der afdeelingen voor de algemeene kas voor het jaar 1909 zal bedragen f 7 per lid. De volgende vergadering zal te Leeuwarden worden gehouden. Na wederzijdsche. plichtplegingen werd daarop de algemeene vergade ring gesloten. VOLKSBOND TEGEN DRANKMIS BRUIK. De 35ste algemeene vergadering van den Volksbond tegen Drankmis bruik zal den 27sten Augustus a.s. te Zaandam plaats hebben. O.a. zal aan de orde komen een voorstel om het hoofdbestuur op te dragen, de vraag te onderzoeken naar de wenschelijkheid en mogelijk heid van de inrichting van een ver plaatsbaar museum, betrekking heb bende op het alcoholvraagstuk in zijn ruimsten omvang. ONZE WATERLOOZE MAAS. De Maas voor Maastricht illustreert sinds gisteren de klacht van gansch Limburg over hare onbevaarbaarheid met... drogen humor. Bijna in 't midden van 't rivierbed, onder de zesde boog der voetbrug Maastricht—Wijk, strekte zich gister namiddag en strekt zich nog heden een... grintveld uit. De spreeuwen wandelden er par mantig rond met de musschen, en ko men van den kant van het „veld" hun dorst lesschen. Wat ze zonder gevaar voor verdrin ken doen kunnen, want daarnaast en onder verscheidene andere bogen stroomde het water niet hooger dan een handbreedte over de grintveldjes, die van de brug af even zichtbaar zijn als hun „droge" collega. Een prentbriefkaart er van, heer-en bestuurders van de Maasvereeniging! Een prentbriefkaart volgens de idee- Pieters, - - en met de verspreiding daarvan maakt ge meer reclame in den la.nde voor de gegrondheid van uwen eisch dan met tien vergaderin gen en een half dozijn moties. (L. K.) DE KINDERWEDSTRIJD. Jan Feith schrijft in het Hbld. een open brief aan den winner van den len prijs, aan IT. W. D. Oldeman, oud 2 jaar, te 's-Gravenhage. Mijn beste Herman, Willem, Daniël! Ik kom je hierbij eens hartelijk ge luk wen schen met je eereprijs in den „Kinderwedstrijd" ïn het „Zoöl. Bot. Genootschap" te 's-Gravenhage be haald. Het heeft mij bepaald plezier ge daan,* dat dit een prijs is èn voor ge zondheid èn voor schoonheid. Want met een beroep op je gezond kinder verstand, wat zou je gehad hebben aan den schoonheidsprijs alleen, met een onuitgesproken attest over je on voldoende gezondheid, of omgekeerd aan een gezondheidsprij9, meit den wrangen bijsmaak, dat de kleur van je haar de juryleden niet had vermo gen te bekoren Ik had, weliswaar, in deze uitne mendheidsklasse nog wel ©enige bepa lingen meer ingelascht willen zien bijvoorbeeldkarakter, bescheiden heid, waarheidsliefde, vroolijkhvid, ernst, deugd, enzoovoprt, en zoo voort. Doch men heeft mij niet geraad pleegd. en ik zou misschien ook wat te veel eischend geweest zijn. Want, jonge, jonge, Herman het wil toch zoo wat zeggen, om bij je tweede le vensjaar al aan het Nederlandsche volk tot toonbeeld te worden gesteld als de beste van het nieuwe geslacht. Wat toch om ons alleen tot schoonheid en gezondheid te bepa len, beteekent. dit niet reeds Voortaan staat gij voor ons oudren, die kinderen hebben, of kin deren hopen te krijgen, als het crite rium daar. Morgen of overmorgen verschijnt weer het Leven (waarop ik mij vanwege mijn zwak voor een mandje kersen aanstonds abonneer de) en brengt mij je portretook de 100,000 exemplaren van de Prins zul len jc conterfeitsel aan de reikhalzen de ouders van Nederland vertoornen. Hoe zullen wij allen er onze kinde ren op na kijken. Die armen!... Want wee! zoo zij veel afwijken van jou standaard type. En toch, Willem, kom ik jc mijn deelneming betuigen met je eereprijs. Het spaarbankboekje met de f 100 zullen je geen kwaad doendaar koop je later een staanden spiegel voor, om je zelf blijvend te controleeren. Doch als een ernstiger prijs beschouw ik die verguld zilveren medaille. O, heel aardig in het begin. Met een lintje er aan is het een fraaie rammelaar in je bedje; over een paar jaar speel je er generaaltje mee op liet lapelLetje van je matrozenpakje. Maar daarna? Dan zul je leeren lezen, zul je lang zamerhand gaan beseffen, dat je het eerste kind van Nederland bent, dat tot kampioen van Schoonheid én Ge zondheid geproclameerd werd. Plet leven is vergankelijk, vriendje Daniëlook schoonheid en gezond heid. Zul jij beiden onaangetast er dooi'heen dragen? Zul je ons allen tot voorbeeld blijven En, zeg, vermoedt je wel half, welk een centenaars-ver- antwoordelijkheid je -op je ronde kin derschoudertjes hebt genomen, met het aanvaarden van je eereprijs? Arme, kleine, beprijsde Herman, Willem, Daniëlsta vast in je schoe nen, manneke en zij het je gegeven, over tachtig jaar je tweeden eereprijs te winnen in den grijsaardskamp, an dermaal als de schoonste en ge zondste. Dan pas zou ik in staat zijn je te benijden. Met gemengde gevoelens je oudere vriend, JAN FEITH. NONVLINDERPLAAG IN ONS LAND We maakten melding van het vin- de nvan den nonvlihder in bossehen bij Tilburg. De inspecteur der Staatsbosschen en ontginningen te Utrecht zendt thans het volgende bericht: De nonvlinder- plaag die in België in de laatste jaren zooveel verwoestingen in de dennen- bosschen aanricht, is ook hier te lan de opgetreden; de rupsen van den nonvlinder toch hebben de bossehen onder de gemeente Alphen bij Tilburg ernstig aangetast; in deze gemeente komen honderden hectaren dennen bosch voor, waarvan verreweg het grootste deel in meer of minder sterke mate wordt hevreten, zoodat gröote schade hier dan ook te duchten is. Het is hoogst waarschijnlijk, dat de nonvlinder ook elders reeds opgetre den is, zonder dat men dit tot nu toe bemerkt heeft, daar de schade aan vankelijk weinig in het oog valt. Ten einde de nonvlinderplaag met kans op succes te kunnen bestrijden, is liet van het grootste belang de noo- dige maatregelen te nemen, vóórdat zij een grooten omvang heeft verkre gen. In verband daarmede is het drin gend gewenscht, dat de boschbezitters nagaan of ook rupsen, poppen of vlinders van dit schadelijk insect in hunne bossehen aanwezig zijn. Het best kan men op dit oogenblik dit in sect ontdekken door op den grond on der de boomen nauwkeurig" na te ;aan of zich daar ook de bruingroen gekleurde, overlangs gegroefde, uit werpselen van de rups bevinden. Voornoemde inspecteur zendt op aanvrage gratis de door het Staats- boschbeheer uitgegeven brochure over cle.ii nonvlinder toe, die behalve de noodige gekleurde afbeeldingen van rups, vlinder, uitwerpselen, enz., dui delijke aanwijzingen omtrent de be strijding bevat. GEHEIMZINNIGE ZAAK. De aandacht der politie wordt op het oogenblik gevraagd voor een ge heimzinnige zaak, waarvan naar men verwachten mag spoedig de sluier der geheimzinnigheid zal verdwijnen. In den nacht van Vrijdag op Zater dag brak brand uit in het perceel Regtboomsloot 2, te Amsterdam, waar Gort, vader en zoon, een winkel in tabak en koloniale waren met pakhuis hebben. Het pakhuis diende tevens tot bergplaats van ongeregelde goederen, waarvan de herkomst niet altijd even nauwkeurig te constateeren was. Daar had men o.a. een groote hoeveel heid coprah, benevens cacao, suiker, thee, koffie, tabak, enz. Piet Gort en vader waren dien nacht op reis naar Meppel. Ilun 61- jarige zetbaas had te 10 uur den win- kei gesloten en bij zijn vertrek had hij niets bijzonders bemerkt. De brand was ontstaan in de bergplaats, doch de brandweer wist het vuur spoedig te bestrijden, zoodat wij er alleen melding van maakten onder de algemeene lijst als een kleine bin- n'enbrand. Oorzaak onbekend zoo luidde het in het officieele rapport. En dat seinde men ook naar Meppel aan Piet Gort en vader, die ijlings de thuisreis aanvaardden, j Bij nader onderzoek kwam echter heel iets anders aan den dag. Voor eerst gaf de dienstdoende politieagent der Regtboomsloot op, dat hij tus- schen 2 en 3 uur 's nachts een persoon I langs het huis hacl zien loopen, die J eenigszins verdacht deed. Een oogen blik later kwamen twee mannen het huis uit, de deur open latend. Daar de agent een sterke brandlucht waar- nam, onderzocht hij eerst, of zijn ver moeden ook bewaarheid werd. En toen hem bleek, dat de bergplaats in j hrancl was trok hij aanstonds de voor- deur dicht, ten einde de vlammen niet aan te wakkeren, om daarna de j brandweer te waarschuwen. De twee j mannen hadden het intusschen op een loopen gezet, zoodat er veel grond is te vermoeden, dat de brand wercl aangestoken. Dit vermoeden werd nog bevestigd door het feit, dat men later een leege portefeuille onder de trap vond. Naar opgaaf van Piet Gort bevatte deze portefeuille tien bankjes van f 25 en dertien van f 10, te zamen dus f 380. Van dit geld wist Gort-va der de herkomst niet, doch het was door Piet Gort, buiten medeweten van zijn vader, verdiend. De dieven-brandstichters moeten met de situatie van het huis góed be kend zijn geweest. Ook moeten zij ge weten hebben, dat in den pakkelder zich een aanzienlijke hoeveelheid co prah bevond. Zooals men weet smeult dit goed zeer langzaam, zoodat het voor het door de brandstichters be oogde doel, zich bijzonder leende. Men kan gerust aannemen, dat zij, na hun bezoek in den kelder, den brand heb ben aangestoken. De spoedige blus- sching is oorzaak geweest, dat hun wandaad ontdekt is. Van de daders is echter geen spoor te ontdekken. Uit den aard van hun bedrijf, hadden Gort-vader en zoon, uitgebreide connecties, die met de situatie van het „Geschaft" nauwkeu rig bekend waren. Het onderzoek, dat met kracht gevoerd wordt, brengt dus vele moeilijkheden met zich. („Tel.") PENSIONNEERING VAN WET HOUDERS. De in de Haagsche Raadsvergade ring van 22 Juli jl. benoemde com missie, heeft reeds thans aan den Ge meenteraad aangeboden een ontwerp verordening, regelende de pension- neering van de wethouders. Blijkens de voorstellen der commis sie wordt aan de wethouders ten las te der gemeente pensioen verleend naar de regelen in de verordening be paald. De wethouders kunnen recht op pen sioen doen gelden: a. indien zij uit hoofde van ziels- of lichaamsgebreken ongeschikt zijn voor de verdere waarneming van hun ne betrekking; b. indien zij, na ten minste drie ja ren wethouder te zijn geweest, niet als zoodanig worden herkozen, op houden lid van den Raad te zijn of hun ontslag nemen. Het pensioen wordt toegekend naai' den maatstaf van een twintigste der jaarlijksche vaste wedde voor elke 3 maanden, gedurende welke zij hunne betrekking hebben waargenomen, doch zal het bedrag van f 2000 niet te boven gaan. In geval van ontslag op grond van ziels- of lichaamsgebreken bedraagt het pensioen ten minste f 1200. DE GOUVERNEUR VAN SURINAME De benoemde Gouverneur van Suri name zal aan hen. die hem voor dienstzaken wenschen te spreken, daartoe gelegenheid geven op Woens dag 15 en Donderdag 16 Juli a.s., tel kens van des voormiddags half elf uur tot des namiddags één uur, in het gebouw van het Departement van Ko loniën. DE VASTGEZETTE HOTELIER. Een vriend van me nam in Neucha- tel in een logement voor één nacht zijn intrek. Toen hij 's morgens de rekening vroeg, stond er behalve de kamer, licht en bediening ook een de jeuner op. „Wat is dat?" zei mijn vriend in slecht Fransch, ofschoon hij die taal uitstekend spreekt. „Dat mijnheer? Dat is een ontbijt.'1 „Ontbijt* ontbijt! maar ik heb geen ontbijt gehad." „Dat is heel waai' mijnheer, maar mijnheer had het kunnen hebben als hij het verlangd had." „Zoo?" „Ja, mijnheer." „Maar ik heb geen ontbijt besteld." „Dat was niet de schuld van het huis, mijnheer!" „Dus daar wil je mee zeggen, dat ik een ontbijt heb te betalen om het even of ik het heb gehad of niet?" „Het ontbijt was toch klaar ge maakt, mijnheer." „Maar ik bestelde alleen een ka mer en wilde alleen die betalen." ,,'t Is een regel van het huis, dat ieder een ontbijt moet betalen." „Dus u hebt een geregeld table-d'- hote ontbijt eiken morgen en zet dat op de rekening, of de gasten het ge bruiken, ja dan neen?" „Ja mijnheer. Hier hebt u het menu en de hotelier overhandigde 't mijn vriend. Die las het langzaam door en zei toen: „Wat geef je van dat alles als ont bijt?" „Alles wat u wilt hebben, monsieur. „Uitstekend, geef hier de rekening; als ik dan toch een ototbijt moet be talen, dan wil ik het ook opeten. Breng me een biefstuk met pikante saus, een halve gebraden kip, een omfnelette met rum en een flesch Cha blis. Ik zal wachten op den volgenden trein." De hotelier keek als van Lotje ge tikt, begreep toen de situatie, greep de rekening, rende in zijn kantoor tje, bracht de rekening in overeen stemming met de billijkheid en riep, terugkomende: „Asjeblieft, mijnheer, uw rekening is in orde, zes franc 35 centimes eh' u hebt nog' net, den tijd om den trein te pakken." HOOGSTE REALISME. Romanschrijver: „Lieve juffrouw, wilt gij mijne vrouw worden? Maar ik verzoek u, beminnelijk meisje, mij nog eenigen tijd op het antwoord te laten wachten, ik moet nl. in mijn nieuwsten roman de kwel lingen der onzekerheid weergeven." TYPHUS. Naar aanleiding van het toenemen de aantal typhuslijders heeft de in specteur van het geneeskundig staats toezicht de gemeente Grootebroek be zocht. Met het dagelijksch bestuur der gemeente beraadslaagde hij geruimen tijd ten raadhuize. Ook won hij in lichtingen in van de daar praktisee- rende dokters. De ingezetenen zullen bij circulaire worden ingelicht om trent de te nemen voorbehoedmidde len. Inzonderheid tegen het gebruik van slootwater zal met nadruk ge waarschuwd worden. Mocht deze waarschuwing niet algemeen opge volgd worden, dan zal het slootwater onbruikbaar worden gemaakt. BESCHERMHEERSCHAP. De minister van binnenlandsche za ken, mr. Heemskerk, heeft het be schermheerschap voor Nederland aan vaard over het eerste internationale congres voor opvoeding en onderwijs, dat dit jaar te Londen wórdt gehou den. DE DIEFSTAL TE GROUW. Naar met zekerheid vernomen wordt, wenschen Ged. Staten van Friesland zich niet te belasten met de beslissing in zake den diefstal der twee bankbiljetten van f 1000 uit de brandkast ten gemeentehuize te Naar het Engelsch, door jh u r w. Marchmönt. yertelde zijn groote nieuws engagement was toegestaan. Jht den ring mee en stak hem •r vinger en een tijd lang was den de geheele wereld verge- he wondere harmonie van [befde, waaraan geen man of lie haar eenmaal heeft onder- izonder ontroering kan terug pngen zij samen heen, om ader het nieuws te vertellen hij het hoorde, joeg hij Olive j«rder blos aan en bracht Jack ■king, toen hij met een glim- Uaarde hu wil ik nog maar één ding. fcw op één conditie mijn toe- geven namelijk, dat het I binnen een maand rnoet- gpen. protesteerde hier heftig tegen, maar hij wilde van geen weigering hooren. Een maand op zijn langst, of nooit, dreigde hij lachend en Jack voegde zich overgelukkig aan zijne zijde. Olive hield eerst vol, dat het onmo gelijk was maar later gaf zij toe, keek haar verloofde hartelijk aan en verborg toen het gelaat op den schou der van haar vader. En zoo was het vastgesteld, dat zij binnen een maand man en vrouw zouden zijn. HOOFDSTUK II. Gilbert Merridew was allerminst uit het veld geslagen door de weige ring van Olive. Hij had niets anders verwacht, en hij iiad het huwelijks- voorstel alleen gedaan als de eerste stap naar het doel, dat hij beoogde. Dat doel was, zich meester te ma ken van de milli oenen van den heer Parmenteren de eerste en meest voor de hand liggende poging daartoe was de hand van Olive winnen. Maar hij was de man niet, om zich door moeilijkheden te laten verslaan en hij had ander, en veel machtiger wapens om den aanval voort te zetten. Zoora hij hoorde, dat Olive liefde liacl opgevat voor Jack Feu wiek, wist hij, dat zijn huwelijksvoorstel geen kans had, en dat de minnaar eerst voor hem onschadelijk gemaakt moest worden. Hij had al een poging daartoe aan gewend, en ofschoon die ditmaal ge faald had, was hij toch volkomén overtuigd, eenmaal te zullen slagen. Wetende, dat Lady Belborough Olive niet mocht lijden, had hij zoo geïntrigeerd, dat een mooie en aan trekkelijke Amerikaansche vrouw, be kend als mevrouw Taunton, die door ging voor een enorm rijke weduwe, maar die in werkelijkheid zijn bond- genoote was en een rol speelde in zijn plannen, die het daglicht niet konden verdragen, zich bij de familie Fen- wick onmisbaar zou maken en zich houden, alsof zij liefde had opgevat voor Jack. Het plan was in een enkel opzicht geslaagd. Lady Belborough, verblind door haar zoogenaamde millioenen, en betooverd door de belofte van een fortuin, dat zij volgens haar zeggen de familie Fenwick zou kunöen be zorgen, had van haar echtgenoot trachten gedaan te krijgen, dat hij zijne toestemming niet gaf voor het huwelijk van Olive, en had haar uiterste best gedaan haar zoon te be wegen de weduwe een huwelijksvoor- stel te doen. Maar Jack was zoo beslist geweest in zijn weigering, dal zij eindelijk ge dwongen was geweest, hem zijn zin te geven. En toen Merridew dit hoor de, was hij besloten zijn huwelijks- voorstel te doen. Ofschoon afgewezen meende hij toch dat het hem door zijn bewering om trent hetgeen Lady Belborough ge zegd had, gelukt was Olive's trots een wond toe te brengen, die hem later in zijn plannen uitstekend te pas zou komen. Hij keerde naar zijn hotel terug en schreef een brief aan Olive, waarfn hij zich verontschuldigde over zijne heftigheid, zijn liefde en verlangen, om haar te dienen, opnieuw beleed, en zijn bewering ten nadeele van Lady Belborough herhaalde. Daarna ging hij naar Londen, om zijn andere en sterkere middelen, waarmee' hij tot zijn doel dacht te komen, in werking te brengen. Hij had sterke koorden op zijn boog en was juist de man om er gebruik van te maken. Zijn eerste stap den volgenden mor gen was een telegram naar New-York verzenden. „Aan Rachel Merridew, 21 West 35e straat, Nev^York. Huwelijksplan mislukt. Dwang het ecnig mogelijke. Kom dadelijk over. GILBERT." .:-odia dat telegram verzonden was, nam hij een' rijtuig «n zei den koetsier, hem naar Mayfair, Mark hamstraat, te rijden. Hier woonde mevrouw Taunton in eene woning, die alle teekenen van weelde droeg. Het ameublement was luxueus, het aantal bedienden tal rijk en de geheele inrichting was ge schikt om de reputatie hoog te hou den, dat hier iemand woonde, die millioenen bezat. De begroeting tusschen het tweetal was meer dan vriendschappelijk. Zooveel als Gilbert Merridew in staat was voor iemand te voelen, be halve voor zichzelf, beminde hij haar en zij beantwoordde zijn liefde. Zij waren in 't geheim verloofd en eens zouden zij man en vrouw wor den maar zij begrepen beiden, dat dat oogenblik niet kon komen, vóór dat zij het fortuin gemaakt hadden, dat hun inderdaad de weelde zou ver schaffen, d'e zij op dit oogenblik slechts schenen te bezitten. Zij hielden beiden te veel van de goede dingen dezer wereld, om door hun huwelijk iets daarvan op te of feren. Dat hij een poging deed om Olivo tot vrouw te krijgen, maakte deel uit van hun plannen, want, ofschoon zij het niet in zooveel woorden gezegd hadden, begrepen zij beiden, dat, als hij geslaagd was, Olivo niet long als hinderpaal tusschen hen heiden ge leefd zou hebben. - Ik weet er alles van, Gilbert, zei mevrouw Taunton glimlachend. Ik kreeg vanmorgen een brief van Lady Belborough, om mij te vertellen, dat zij gedwongen was geweest, voor het huwelijk van haar zoon met Olive Parmenter haar toestemming te ge ven. Zij betreurt het zeer. Wat ben jij nu van plan te doen Gisteren heb ik het voorstel ge daan, speelde den minnaar bij impul- sie en werd afgewezen. Nu zal ik een ander middel probeeren, ik heb gete legrafeerd aan mijn moeder, om da delijk over te komen en haar rechten te doen gelden. Ik heb alles, wat ik kon, met den jongen gedaan. Hij is een mooi* knaap, Gilbert, maar wanhopig ver liefd op dat meisje. Al mijn blikken, knipoogjes en zuchten waren aan hem verspild. Hij dacht eenvoudig niet aan mij. Zij is precies in dezelfde omstan digheden en al mijn tijd daar zou zonder eenig resultaat geweest zijn, als ik heel voorzichtig, langs omwe gen, niet te weten was gekomen, waar de oude man zijn testament be* waart. Natuurlijk heb ik mij daarvan overtuigd- Kan óns dat van eenig njit zijn 7 Dat zullen wij zien, als mijn moeder komt. Intusschen moeten wij ons voordeel deen met dien jongen kemphaan, Fenwick. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5