RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadseloplossingen
Wedstrijdinzending?!!.
Wedstfijdbericfit.
Een droom.
De nieuwe Wedstrijd.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen derkin-
derent die mij vóór Donderdagoch
tend goede oplossingen zenden, wor
den in het volgend nummer bekend
gemaakt).
1. (Ingezonden door R. v. Vendoloo).
Mijn 1ste deel Is een water in
Noord-Holland.
Mijn 2de en 3de deel is een plaats
In Noord-Holland.
Mijn geheel is een plaats in Neder
land.
2. (Ingezonden door Anton Koomen).
Ik ben weg, ik blijf weg en toch
«iet men mij alle dagen. Wie ben ik
S. (Ingezonden door Jo en Frans van
Egmond).
Ik besita uit 15 letters en men vindt
mij in huis.
1 9 12 is rout.
1 3 8 is een visch.
5 9 13 vindt men bij de deur.
een 2 9 13 is van hout.
14 9 7 is een jongensnaam,
een 10 1115 komt in sprookjes voor.
1 4 6 7 is een lichaamsdeel.
4. (Ingezonden door Lena Heintzber-
fieri.
XXX
Hoe kan men in plaats van boven
staande kruisjes de getallen 2 3 4 5
6 7 8 9 10 zóó plaatsen, dat de 3
tallen, die op elke rechte en schuine
lijn staan, van links naar rechts en
van boven naar beneden, bij elkaar
geteld steeds 18 bedragen.
5. (Ingezonden door Beppie Meyer).
Wanneer zegt een Chinees Goeden-
morgen -
6. (Ingezonden door Sietse Roelof
Beinema).
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven plaats in Rusland
De man uit het dorp at veel.
7. (Ingezonden door Nanne Nauta).
Een molenaar kwam in zijn molen.
In de molen lagen 8 katten. Hoeveel
voeten waren er in den molen?
8. (Ingezonden door?)
Zet onder elkaar
Een plaats in Schotland.:
Een rivier in Portugal.
Een plaats in Italië.
Een plaats op Java.
De beginletters vormen een plaats
in Noord-Holland.
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. De schoorsteen.
2. Walvisch.
3. Zeist.
4. Als hij alleen ls, anders lijn het
er twee of meer.
5. Riga.
6. Duvanvoordestraat.
7. Een schoen.
8. Ham.
aarde
aardbol
roer i
Leonard a
Eva
marsch
Haarlem.
9. Op de landkaart.
10. Een zwarte bes.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Piet en Frans Bolle 4.
Marie Kolk 8.
Beppie Meyer 8.
Nico Twisterling 6.
Jo en Frans van Egmond 8.
Nanne Nauta 8.
Annie en Marie van Zutphen 7.
Hendrik Versteeg 4.
Dora van Steen 6.
Cateau Bonko 7.
Dora van Steen 7 (van de vorige
week).
Johan Wammls 8 (van de vorige
week).
Hendrik Versteeg 6 (van de vorige
week).
ontving ik
Wedstrijdinzendingen
deze week van
D. G. van Buur en.
Dora van Steen.
9. (Ingezonden door Dirk Boeré).
Zoek hieruit een begraven plaats.
In 't holst van den nacht liep ik op
straat.
10. (Ingezonden door Louise Dahl-
haus).
Mijn eerste deel is een verkorte jon
gensnaam.
Mijn tweede deel gebruikt de
waschvrouw.
Mijn gehael is een kleedingstuk.
Kent een van de jongens en meis
jes, die aan onze rubriek meedoen
ook soms Albertu8 Wagenaar, die
met den opstellenwedstrijd een prijs
verdiende? En zouden jullie hem
dan eens willen waarschuwen, dat hij
zijn prijs nog niet is komen halen?
Hij heeft niets van zich laten hooren
en nu ben ik bang, dat hij misschien
ziek is. Weet iemand er iets van
ster
dam
Sam
dat
dame
stam
made
rat
raam
en zoo ga je maar door, nog een hee-
leboel meer natuurlijk, maar ik noem
nu maar niet alles op, je zult het zoo
wel begrijpen.
T-Iet woord, of liever gezegd de woor
den, waaruit ik je nu voor dezen
uieuwen wedstrijd verschillende
woorden wilde laten maken, is
CHRISTOFFEL COLUMBUS.
Nu moet je maar eens probeeren
of je van de letters, die duarin voor
komen, ook veel woordjes kunt ma
ken. (Komt een bepaalde letter in
„Christoffel Columbus" maar één
maal voor. dan mag die letter in de
woordjes die ja er van maakt ook
maar éénmaal voorkomen).
Heb je nu zooveel mogelijk woor
den gevonden, dan begin je ze maar
netjes op te schrijven op een flink
vel papier, ieder woordje met het
nummer er voor. Maar denk er aan,
da* op iedere bladzijde niet meer dan
twee rijen woorden mogen staan. Het
papier mag voor dezen wedstrijd aan
allebei de kanten beschreven wor
den.
Nu zal ik de verschillende punten
nog eens opnoemen, waaraan je bij
dezen wedstrijd goed moet denken.
I. Iedere inzending moet duidelijk
voorzien zijn van naam (voor- en ach
ternaam voluit), leeftijd en woon
plaats van den inzender.
II. Bij iedere inzending moet een
verklaring gevoegd zijn of het werk
mét of zónder hulp gemaakt is.
III. Alle woorden moeten genum
merd-zijn. op iedere bladzijde mogen
niet meer dan twee rijen voorkomen
en het papier mag aan allebei de kan
ten beschreven worden.
IV. Alle Hollandsche woorden mo
gen gebruikt worden, uitgezonderd
vormen van werkwoorden.
V. Alle inzendingen moeten in mijn
bezit zijn vóór Donderdag 30 Juli a. s.
Heb je nu iets nog niet goed begre
pen, vraag het dan maar gauw, dan
zal ik het je nog wel eens uitleggen.
In de tweede afdeeling zal de eerste
prijs zijn
EEN REISTASCH OF
EEN HANGMAT,
en de tweede prijs
EEN DRINKBEKERTJE IN ETUI
(om mee naar buiten te nemen)
OF EEN SCHETSBOEK.
Ook in deze afdeeling zijn tweB boe
ken in prachtband do premiën.
Nu hoop ik voor jullie, dat je heel
veel woorden, zult kunnen vinden.
Natuurlijk mag iedereen, ook jon
gens en meisjes, die tot nu toe niet
meededen, aan dezen wedstrijd mee
doen. En nu nog een raad wacht i
niet te lang met aan dezen wedstrijd
te beginnen, anders is het 30 Juli
vóórdat je -er aan denkt 1
straks nog wel. Ik ga weer slapen. I je in Friesland heel veel plezlor zult
Wacht, nu wil ik er eens goed 1
denken, wanneer ik precies in~«~.
mei. Dat kan ik nooit merken. Maar
nu zal ik toch eens goed oppassen.
Morgen vertel ik u wei, hoe het
daarmee afliep, en of ik ook ge
droomd heb van dien m ooien wagen
op die lange, lauge brug.
Bekroond opstel van
ALBERTUS WAGENAAR.
De nieuwe wedstrijd is
EEN WOORDENWEDSTRIJD.
Voor de jongens en meisjes, die nog
niet weten of ze er blij mee moeten
zijn of niet, omdat zo nog nooit aan
een woordenwedstrijd hebben meege
daan, zal ik nu eerst nog eens even
uitleggen, wat een woordenwedstrijd
is.
De bedoeling is, dat je zooveel mo
gelijk woorden maakt met de letters
van een gegeven woord. Is het gege
ven woord b.v. „Amsterdam", dan
kun je daaruit maken
Dezs wedstrijd zal weer verdeeld
zijn in twee afdeelingen, de eerste af
deeling voor jongens en meisjes van
elf jaar en jonger, en de tweede af
deeling voor jongens en meisjes van
twaalf jaar en ouder
In de eerste afdeeling zal de eerste
prijs bestaan uit:
EEN CROQUETSPEL OF
EEN RINGWERPSPEL,
en de tweede prijs uit
EEN PAAR STELTEN OF
Verder zijn voor deze afdeeling nog
twee premiën beschikbaar, bestaan-
do uit boeken in prachtband.
't Is avond, en ik lig op mijn bed.
Nu hoop ik maar, dat ik lekker zal
slapen en heerlijk droomen. Zoo
moest het nog eens worden, dat men
droomen kon, wat men wilde. Dan
weet ik wel, wat ik vanavond zou
kiezen, 'k Zou zoo graag nog eens
willen droomen, wat ik laatst droom
de. Wat dan? zult u vragen. Ik
droomde toen, dat ik in een mooi
bosch op een bank zat. 't Was warm
weermaar in 't bosch was het lek
ker koel. Dè vogels zongen heel zacht;
't was, of ze moe waren van al hun
kwinkeleeron. Ik luisterde er naar en
wilde gaarne weten, welke vogel vlak
in mijne nabijheid zoo heerlijk floot.
Op dat oogenblik zag ik plotseling uit
oeiie zijlaan een wagen aankomen
twee zwarte paarden er voor, die
prachtig opgetuigd waren. De wagen
hield stil en het portier ging open.
Een jongetje keek er uit en wenkte
mij. Ik was volstrekt niet bang, liep
naar den wagen en klom er in. Daar
zat ik. Wat waren die kussens zacht
en hoe fraai gekleurd 1 Maar wie was
mijn reiskameraad Ik begon met het
jongetje te pratenhij knikte heel
vriendelijkmaar zeggen deed hij
niets. Telkens wees hij naar zijn
ooren. Zeker was hij doofstom. Dat
speet mij. Waar zou hij wonen? Zou
den zijne ouders nog leven? Zoo
dacht ik. Soms lachte ik tegon hem
want ik wilde toch graag vriendelijk
jegens hem wezen.
Waar zouden we heen gaan Daar
stond een groot huis voor ons. Zou
dat een kasteel zijn? dacht ik. Een-»
lange, lange brug moesten we over.
Rrrr 1 daar rolde de wagen heen i
Rrrr I eensklaps was ik wakker. Wat
was dat Het donderde buiten, en de
regen kletterde tegen de glazen. Ik
had gedroomd, en de donder had mij
gewekt. Wat speet het mij, dat de
droom uit was. 'k Had zoo graag wil
len weten, waar de wagen verder j
heen ging.
Komaan, misschien droom ik dat j
Brievenbus
(Brieven, bestemd voor de Redactie
der Kinder-afdeeling, moeten gezon
den worden aan Mej. M. C. van
Doorn, Wagenweg 88, Haarlem).
DORA VAN S. Nee, ik had je niet
ergeten de vorige week, maar je
briefje kwam net. even te laat om nog
te beantwoorden. Weet je wel, datje
do woorden voor de wedstrijdinzen
ding niet genummerd badt?
WILHELMINA en JOHAN W Ik
vond hot erg leuk, dat ik weer eens
iets van je hoorde. Wat heerlijk, dat
je ook mee mocht naar Zaandam en
Amsterdam I 't Was erg aardig, dat
Johan me nog een briefkaart stuur
de-! Vond je het niet griezelig, toen
je daar bijna niet meer uit de Dool
hof kon komen De schorheid is nu
zeker wel weer heelemaal over, is 't
niet Voel groeten voor jullie allebei.
PIET on FRANS B. Vormen van
werkwoorden zijn doelen van hot
werkwoord, b.v. „kan" of „is". Eigen
namen mag je wel gebruiken, dus ook
namen van personenja, schrijf ze
dan maar met 'een hoofdletter.
NANNE N. Ik ben blij, dat je dezen 1
wedstrijd zoo prettig vindt. Maak
maar dat je inzending er heel netjes
uitziet. Doe mijn groeten aan Cor.
om I hebbendat zal oen leuko vacantia
indom-1 worden, hè
JO FRANS VAN E. 'k Vind 'tnog
undig van je, dat je een beet
je vun de brug wegbleef, toen jo zag
dat 't zoo nat was. Moeder zou liet
zeker ook wel minder plezierig go-
vonden hebben, wanneer je met eon
nat pak was thuis gekomenJa, Ik
begrijp wel, dat het een Engelsch m -
ziekstuk is, maar al3 ik er verdei
niets van weet, kan ik den titel toch
niet voor je vertalen. Vaders verta
ling is een beetje vrij, maar ik donk
toch niet., dat Vader de plank heel ver
hoeft misgeslagen Dag jongens
TINUS en SIEGER B. Erg flink,
hoor, dat je naar Zandvoort gewan
deld bentDat is nog eens een gezon
de wandeling Ik vind hot leuk, dat
het Tinus goed bevaltbegint hij al
een beetje bruin te zien J a, Je moet
uit den naam „Christoffel Columbus"
woorden zoeken. Je raadsel is boel
mooi. Ik vind het prettig, dat jo do
boeken van Leo en Simon II. voor me
wilt meebrengen I
JOHANNA L. Ja, eigennamen mo
gen gebruikt worden, dus de namen,
die jo opnoemde, ook. Dat waren een
paar erge mooie l Schiet de inzending
goed op
CATO B. J a, de vorige week kwam
je briefje te laat't was jammer,
maar ik kon er niets aan doen. Het
doet me plezier, dat het boek naar je
zin is. Heb je het druk thuis Tinus
zal het leuk vinden als je Zondag bij
hem komt
MARIE K. Ik kan mij bost begrij
pen, dat er in den zomer niet yeel van
lezen komt. Als het mooi weer is, ga
ik ook liever eens een keertje naar
Kraantje-Lek, hoor
BEPPIE M. Veel plezier in Bussum.
Bep Ik hoop, dat jelui mooi weer
treffen.
NICO T. Kon jij wel tot het Wilhel-
mlnaduln loopeu en weer terug? en
was je toen niet heel moe En liep
Herman ook zoo ver? 't Kleine zusje
ging zeker in den wagen mee
ANNIE en MARIE v. Z. Wel, wel,
wat oen feestdagen zijn dat geweest
Je bent, toen je weer thuis was, zeker
maar eens heel vroeg naar bed ge
gaan om eens goed uit to slapen
Verlang je al naar de vacantia
HENDRnv V. Zeker mag je ook
meedoen met den woordenwedslrijd
vandaag kun je nog eens precies in
de courant lezen hoe je doen moet,
dus nu weet je het zeker wel. Vond
je het grappig, dat uit het tiendo I
raadsel je eigen naam kwam J
ELIZABETH SL. Het deed me veel
plezier te hooren, dat je zoo in je
schik bent met het boek. Ben je al aan
liet voorlezen begonnen Ik hoop dat
HUBERIUS B. Zoo, studeer je zoo
vlijtig tegenwoordig? Ik vind het erg
leuk, dat de juffrouw zoo tevredon
over je is 1 Nu maar flink volhouden,
dan kom je zeker ook nog wel e»-
aan de viool toe. Wat zal het heer.
zijn als je je eerste vioolles krijgt, h*.\
Heb je nogal goeden moed voor liet
overgaan? Je hoort het natuurlijk
wel vóór de vacantie, is 't niot Als
't dan maar goed afloopt zal de va
cantie zeker wel heerlijk zijn 1 Wil
Moeder ook wel van mij feliciteer^»
mot den feestdag? Maak nog
yeel plezier, hoor! Ik vind het
leuk, dat je ma weer eens wilt, komen
opzoeken. Dag Ilubertus, heel veel
groeton, hoor
BETSY D. Nee, ik had in een liee-
la poos niets van je gehoord, dat a
waar. Ik vind het heel goed, dat jo
nu weer ecus aan den wedstrijd mee
doet. Ja, kon ik je nu maar vooruit
vertellen hoeveel woordjes je moet
vindon, hè Dan zou het heel wat ge
makkelijker zijn! Wat zal 't heerlijk
zijn als Marie door haar exame»
komt I \Vcnoch haar maai B»eu SUC-
ces van me; en zeg haar er '>irk maar
eens voor me goeien dag.
M. C. VAN DOORN.
Emma overal gevierd, zoodat ik bijna
niets anders was als de „man mijneir
vrouw", wat een jong echtgenoot ech
ter nog niet zoo onaardig vindt.
Mijn yrouw was uitstekend op de
hoogte van de antieken, ze sprak over
beeldhouwwerken met zooveel zaak
kennis, alsof ze tusschen marmer was
opgegroeid, en hield met zooveel vuur
een redetwist met een professor in de
schoonheidsleer over vraagstukken be
trekking hebbende op de oude kunst,
dat de geleerde heer in den ijver zij
ner overredingskracht geheel vergat,
dat hij een dame voor zich had en
met Grieksche en Latijnsche citaten
om zich heen wierp; mijn Emma volg
de hem op dat gebied en joeg den ge
leerden professor met zijn eigen wa
pens op de vlucht.
Hoe blij was ik, dat ik dien kostba
ren schat als mijn eigendom in onze
mooie woning kon voeren, zij zelf ge
voelde zich ook innig gelukkig; met
de gebruikelijke bloemen ontvangen,
met een kostelijk menu verrast, brach
ten we een heerlijken avond door en
we begonnen ons jong huwelijksleven
in ons eigen huis met vreugde en in
de blijdste hoop.
Ik -wist niet wat de volgende dag
mij zou brengen.
Precies op tijd ging ik van mijn
kantoor naar huis in blijde afwach
ting van mijn eerste middagmaal
thuis.
Reeds in de vestibule bemerkte ik
een doordringenden geur en een fijne
rookwolk, haastig liep ik de gang
binnen, waar mij een dichte walm
tegemoet kwam. Verschrikt liep ik
naar de kamer, daarna naar de keu
ken, zonder dat ik mijn vrouw vond.
Emma, waar zit je toch, riep ik
angstig uit, is hier brand geweest?
Neen, manlief, hoorde ik een
heesche stem zeggen van uit de rook
wolken. Haastig opende ik de ramen
in de kamer om het mogelijk te ma
ken iets te zien en adem te halen,
daarna ging ik naar de keuken terug
waar Emma nog bezig. was.
Kom eens in de kamer, dat ik je
kan zien, riep ik ongeduldig.
In dezen walm is het om te
stikken.
Dadelijk, vent.
Het duurde ook niet lang of mijn
lieve vrouw verscheen; ontzet schrik- j
te ik terug; zij, die ik nooit anders I
gezien had dan keurig netjes, als om
1 haar zoo ongewono bezigheid. Zwar
te vlekken op haar handen en gezicht,
de haren in de war, haar japon vuil
en met brandvlekken.
Maar, Emma, wat zie je er uit!
Ze ging naar den spiegel, verschrik
te, verdween in de slaapkamer en
kwam kort daarna opgeknapt terug.
Wat is er nu toch. eigenlijk ge
beurd, kindlief? vroeg ik in gespan
nen verwachting.
Ik kon het vuur niet aankrijgen.
Natuurlijk niet, maar waarom
wou je dat zelf doen? Waar is Anna?
Die werd plotseling ongesteld en
wou naar haar moeder.
Dat is lcelijlc, maar ik heb er-
gen honger, zei ik, een troosteloozen
blik werpend op de tafel, die nog niet
gedekt was.
Je krijgt dadelijk wat, zei Emma
en ging weer moedig naar de keuken,
waar het aan zich zelf overgelaten
eten bedenkelijke geuren van zich gaf.
Ik hielp mijn vrouwtje de tafel dek
ken, daarna droegen we met vereen
de krachten het eten naar binnen.
Emma ging rustig naast me zitten,
slechts nu en dan sloeg ze even een
blik op haar verbrande handjes, die
er vreeselijk uitzagen. Ondanks mijn
honger en mijn medelijden met Em
ma's harde werken, was het mij on
mogelijk de voortbrengselen van haar
kookkunst te genieten.
De soep was niet te eten, het vleesch
van buiten verbrand, van binnen on-
;aar, de aardappelen hard en niet
;oed geschild, en de bloemkool, mijn
lievelingskost die zoo Emma zegevie
rend opmerkte, gaar was en niet aan
gebrand, kon niet gegeten worden
door de vele rupsjes, die er in zaten.
Emma brak in tranen uit, maar
sprak daarna kalm: Ik heb nu toch
heelemaal alleen gekookt.
Vraag dan ook niet hoe? voegde
ik in gedachten er bij.
Nadat ik mijn vrouwtje had ge
troost en haar handen had afgekoeld,
zei ik: Emma, geef me nu asjeblieft
een boterham.
Haastig sprong zij op om het ver
langde voor mij te halen, maar zij
kwam verslagen terug en sprak: De
boter heb ik opgebruikt bij het vleesch
braden.
Nadat we met droog brood en wat
rooden wijn onzen ergsten honger ge
stild hadden, stelde ik mijn vrouwtje
te eten, kon ik niet buiten een mid
dagmaal. Ik liep in de huiskamer op
en neer, terwijl Emma zich aankleed
de 'en werd door een hartverscheu
rend geschrei opgeschrikt, ik snelde
te hulp en vond mijn lie.e vrouw ra
deloos voor haar spiegel met een bos
haren in de hand, die door het kam
men waren losgeraakt, nadat zij ze
boven het vuur had verschroeid.
Beter de haren dan het hoofd,
merkte ik vertroostend op, terwijl ik
voor kapper moest spelen, om het ver
stoorde evenwicht te herstellen en te
kunnen uitgaan.
Emma beschouwde met gelatenheid
het verloren gegane sieraad van haar
mooi hoofdje en weldra zaten we in
de restauratie voor oen goed gedekte
tafel.
Mijn vrouwtje was al gauw weer
vroolljk en nadat we op haar gezond
heid hadden gedronken merkte ze op,
(lat de oplossing van een wiskundig
vraagstuk of het maken van een
Griekschen hexander kinderspel was,
vergeleken bij wat ze van middag had
ondergaan.
Maar het was nog uiet gedaan met
dc onheilen van dien dag; toen we
thuiskwamen, vonden we het heele
huis in rook en damp gehuld, want
het eten, dat op het vuur was blijven
staan, was eenvoudig verkoold en
mijn eerste middagmaal aan mijn
eigen haard ging dus letterlijk in rook
op.
(N. v. 't N.)
De koningin Isabella van Spanje
beleende niet alleen haar juweelen,
doch ook haar schilderijen. De Parij-
sche Mont de Pitié is bijv. heel goed
bekend met twee stukken van Velas
quez. De koningin was zeker, steeds
minstens 100.000 francs er op te krij
gen. Ook de tegenwoordige koning
van Servië was vroeger oven goed be
kend bij Maxim als bij deu lommerd.
voor naar een restauratie te gaan,
floor een ringetje te halen vertoonde want ondanks al mijn medelijden met
od treurige wijze de sporen van de Emma's verdriet over het verongeluk-
VORSTELIJKE KLANTEN VAN
„OOME JAN".
DAMRUBR1EK.
Verantwoordelijke redacteuren: H.
E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B.
Tollenaar.
Oplossingen in te zenden aan den
heer II. E. Lantinga, Barendsestr. 41.
PROBLEEM No. 59.
(Ingezonden door den Heer II. C. van
Oort).
\Tlt
Het „Cosmopolitan Magazine" geeft
een lijstje van vorsten, die op zeer
menschelijke wijze gebruik gemaak't
hebben van den lommerd.
De laatste koning van Napels ver
pandde zijn tafelzilver herhaaldelijk
in Londensche pandjeshuizen, omdal
deze, zooals hij zelde, meer geld ga
ven dan de zuster-instellingen in zijn
vaderland.
Milan Obrcnewitsj maakte van do
YVeensche hc'-'on van barmhartigheid
gebruik, eschulden af te doen,
die na' ..ene tafel ontstonden.
Twee ii..i sprong keizer Frans Jozef
voor hem in de bres, om politieke re
denen namelijk. De keizer zelf was
daartoe verplicht zijn juweelen te be-
leenen.
De kroonjuweelen van Abdoel Azls,
sultan van Marokko, staan, naar men
weet. nog in een Londensche Bank.
Wit. Schijven op 17 22 23 27 37 43
4i en dam op 45.
Zwart. Schijven op 2 5 7 8 9 10 13
20 24 30 35 en dam op 83
Oplossing Probleem No. 55 (inge
zonden door J. L. Velde, Overveen)
is 34-29. 50-39, 39 48.
Goed opgelost door de heeren C.
Serodinl, Th. S. Germans, J. F.
Spanjaard, F. M. van der Werf, R.
C. Broekmeijer, G. P. Heek, allen te
Haarlem.
B. Th. Krabbendam, Velsen.
P. J. Oostwouder, Haarlemmermeer
(Vijfhulzen).
W. C. Faas, Overveen.
W. A. Z. en H. L. Jr., D. Ruhrort.
W. H. de Klerk, Bloemendaal.
BARMA bE WIJZE.
Een Negersage.
Onder een negerstam in het donker
Afrika leefde een wijze man, met na
me Barma. Ziju vrouw had hem een
stiefzoon meegebracht, die weinig
liefde en aanhankelijkheid jegens hem
betoonde. Ja, mettertijd vatte hij zulk
een haat tegen hem op, dat hij hem
alle soorten \an onheil toewenschte.
Dit kwam aldus Barma had door
peinzen en ploeteren drie waarheden
gevonden. Om deze niet te vergeten
en er steeds uan herinnerd te wor
den, had hij ziju stiefzoon bevolen,
drie bosjes haar op zijn hoofd te la
ten groeien, terwijl bij de mannen in
dat land gebruik was het haar kort
geknipt te dragen of te laten scheren.
Zoo werd de jongen erg uitgelachen,
overal waar hij zich liet kijken. Dat
hinderde hem ontzettend.
De koning \an den stam hoorde op
zekeren dag van den wijzen Barma
on de zonderlinge hoofdversiering
van zijn zoon. Hij werd nieuwsgierig
naar de drie gevonden waarheden en
gaf aan een zijner beambten opdracht
te onderzoeken, hoe zij luidden.
Toen de beambte bij Barma kwam,
weigerde deze alle inlichtingen. Nie
mand, als hij en zijn vrouw, mocht
zijn drie geheime waarheden kennen,
anders zou liem onheil wedervaren.
Hierop ontbood de koning in 't ge
heim de vrouw van den wijze en be
loofde haar rijke geschenken, indien
zij hem, den vorst, de wijsheid van
haar man mededeelde.
De ijdele vrouw liet hem niet lang
snieeken en sprak „De eerste waar
heid luidtVerwacht nooit bescher
ming of vriendschap van een vorst
de tweede heb uw vrouw lief, maar
vertrouw haar niet al uw geheimen
toe, en de derde een onberaden zoon
is erger dan de ergste vijand."
De eerste spreuk deed den vorst in
zulk een woede ontvlammen, dat hij
zijne soldaten naar Banna's woning
zond en den oneerbiedigen wijze liet
gevangen nemen. Onmiddellijk ver
oordeelde hij hem ter dood wegens
majesteitsschennis, en beval, dat hij
den volgenden morgen zou terechtge
steld worden.
Des avonds kwam de stiefzoon naar
de gevangenis en vroeg om de klee-
ren van den gevangene, die hem ais
erfdeel toekwamen. Men moest ze den
veroordeelde reeds voor het ten uit-
voerbrengen van het vonnis uittrek
ken, opdat ze niet vuil en met bloed
zouden besmeerd worden. Het liefst
zou hij ze maar dadelijk meenemen,
want een oud hemd voor den nacht
zou meer dan voldoende zijn.
De gevangenbewaarder zond een
boodschapper naar den koning en
liet hem in kennis stellen met het
verzoek van den stiefzoon.
De koning was ontsteld en beval,
dat men den oude de klceren zou la
ten.
Intusschen was liet nieuws van
Banna's lot doorgedrongen tot het
volk, dut medelijden kreeg met den
gevangene en afschuw opvatte mei-
de moedoogenloosheid van* den vorst.
Reeds zag de koning heele schoren
gewapende mannen onheilspellend
tegen zijn woning oprukken. En toen
nam hij plotseling het beslujt, Barma
vrij te laten. Eerst echter liet hij
hem voor zich brengen en maakte er
hem een verwijt van, dat hij zoo
slecht dacht over zijn koning.
De wijze boog kalm het hoofd, zoo
lang de koning sprak. Daarna ver
hief hij zijn blik, zag zijn meester in
de oogen en antwoordde
„Gij richt ten onrechte verwijten
tot mij. Indien mijn drie waarheden
geheim waren gebleven, zouden zij
uw aanzien niet geschaad hebben en
u niet hebben beleedigd. Thuns ech
ter zijn ze schitterend bewaarheid.
Uw hard en onrechtvaardig oordeel
heeft bewezen, dat van een koning
noch steun, uoch- vriendschap is te
wachten. De praatzucht mijner vrouw
heeft mij in bittere verlegenheid ge
bracht, zoodat ik er spijt van heb,
haar mijn geheim te hebben toever
trouwd. Uit het liefdeloos verzoek van
mijn stiefzoon heeft zich de derde
spreuk bewaarheid, dat een onbera
den zoon erger is dan de ergste
vijand. Mijn ergste tegenstander zou
met mijn clood tevreden zijn geweest,
maar de stiefzoon gunde mij niet eens
fatsoenlijke lcleeren om te sterven."
Toen moest de koning Barma'^
wijsheid als waar erkennen. Hij prees'
hem en beloofde rijke geschenken
voor den dooi gestanen angst on iiet
onrecht. Hij ontnam hem den stief
zoon, liet dezen het hoofd kaal sche
ren en lijfde hem bij de soldalen in.
VAN DE NOBEL PRIJZEN.
In vroegere jaren werden steeds da
namen der ontvangers van de Nobel
prijzen van te voren streng geheim
gehouden. Met deze gewoonte, waar
mee in Zweden de spot werd gedreven
schijnt men thans te zullen breken.
Tenminste men hoort dezen keer ree-'s
het een en -ander over de mam
wlen de Nobelprijs voor literal'
toegedacht zou zijn. Grappenmn'
hebben beweerd, dat de Nobel-;
doodelijk werktinderdaad zijn op
vallend veel personen, die den Nobel
prijs ontvingen, spoedig daarna over
leden. Of dit de oorzaak is, dat do
jury, zooals men beweert, de Nobel
prijs voor literatuur in den herfst aan
twee auteurs zal geven, die nog fn
den vollen bloei des levens zijn De
Belgen Maurice Maeterlinck en Emile
Verhaeren, zegt men.