RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Raadseloplossingen Wedstrijdinzending?!!. Wedstfijdbericfit. Een droom. De nieuwe Wedstrijd. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen derkin- derent die mij vóór Donderdagoch tend goede oplossingen zenden, wor den in het volgend nummer bekend gemaakt). 1. (Ingezonden door R. v. Vendoloo). Mijn 1ste deel Is een water in Noord-Holland. Mijn 2de en 3de deel is een plaats In Noord-Holland. Mijn geheel is een plaats in Neder land. 2. (Ingezonden door Anton Koomen). Ik ben weg, ik blijf weg en toch «iet men mij alle dagen. Wie ben ik S. (Ingezonden door Jo en Frans van Egmond). Ik besita uit 15 letters en men vindt mij in huis. 1 9 12 is rout. 1 3 8 is een visch. 5 9 13 vindt men bij de deur. een 2 9 13 is van hout. 14 9 7 is een jongensnaam, een 10 1115 komt in sprookjes voor. 1 4 6 7 is een lichaamsdeel. 4. (Ingezonden door Lena Heintzber- fieri. XXX Hoe kan men in plaats van boven staande kruisjes de getallen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 zóó plaatsen, dat de 3 tallen, die op elke rechte en schuine lijn staan, van links naar rechts en van boven naar beneden, bij elkaar geteld steeds 18 bedragen. 5. (Ingezonden door Beppie Meyer). Wanneer zegt een Chinees Goeden- morgen - 6. (Ingezonden door Sietse Roelof Beinema). Zoek uit onderstaanden zin een be graven plaats in Rusland De man uit het dorp at veel. 7. (Ingezonden door Nanne Nauta). Een molenaar kwam in zijn molen. In de molen lagen 8 katten. Hoeveel voeten waren er in den molen? 8. (Ingezonden door?) Zet onder elkaar Een plaats in Schotland.: Een rivier in Portugal. Een plaats in Italië. Een plaats op Java. De beginletters vormen een plaats in Noord-Holland. De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. De schoorsteen. 2. Walvisch. 3. Zeist. 4. Als hij alleen ls, anders lijn het er twee of meer. 5. Riga. 6. Duvanvoordestraat. 7. Een schoen. 8. Ham. aarde aardbol roer i Leonard a Eva marsch Haarlem. 9. Op de landkaart. 10. Een zwarte bes. Goede oplossingen ontving ik deze week van Piet en Frans Bolle 4. Marie Kolk 8. Beppie Meyer 8. Nico Twisterling 6. Jo en Frans van Egmond 8. Nanne Nauta 8. Annie en Marie van Zutphen 7. Hendrik Versteeg 4. Dora van Steen 6. Cateau Bonko 7. Dora van Steen 7 (van de vorige week). Johan Wammls 8 (van de vorige week). Hendrik Versteeg 6 (van de vorige week). ontving ik Wedstrijdinzendingen deze week van D. G. van Buur en. Dora van Steen. 9. (Ingezonden door Dirk Boeré). Zoek hieruit een begraven plaats. In 't holst van den nacht liep ik op straat. 10. (Ingezonden door Louise Dahl- haus). Mijn eerste deel is een verkorte jon gensnaam. Mijn tweede deel gebruikt de waschvrouw. Mijn gehael is een kleedingstuk. Kent een van de jongens en meis jes, die aan onze rubriek meedoen ook soms Albertu8 Wagenaar, die met den opstellenwedstrijd een prijs verdiende? En zouden jullie hem dan eens willen waarschuwen, dat hij zijn prijs nog niet is komen halen? Hij heeft niets van zich laten hooren en nu ben ik bang, dat hij misschien ziek is. Weet iemand er iets van ster dam Sam dat dame stam made rat raam en zoo ga je maar door, nog een hee- leboel meer natuurlijk, maar ik noem nu maar niet alles op, je zult het zoo wel begrijpen. T-Iet woord, of liever gezegd de woor den, waaruit ik je nu voor dezen uieuwen wedstrijd verschillende woorden wilde laten maken, is CHRISTOFFEL COLUMBUS. Nu moet je maar eens probeeren of je van de letters, die duarin voor komen, ook veel woordjes kunt ma ken. (Komt een bepaalde letter in „Christoffel Columbus" maar één maal voor. dan mag die letter in de woordjes die ja er van maakt ook maar éénmaal voorkomen). Heb je nu zooveel mogelijk woor den gevonden, dan begin je ze maar netjes op te schrijven op een flink vel papier, ieder woordje met het nummer er voor. Maar denk er aan, da* op iedere bladzijde niet meer dan twee rijen woorden mogen staan. Het papier mag voor dezen wedstrijd aan allebei de kanten beschreven wor den. Nu zal ik de verschillende punten nog eens opnoemen, waaraan je bij dezen wedstrijd goed moet denken. I. Iedere inzending moet duidelijk voorzien zijn van naam (voor- en ach ternaam voluit), leeftijd en woon plaats van den inzender. II. Bij iedere inzending moet een verklaring gevoegd zijn of het werk mét of zónder hulp gemaakt is. III. Alle woorden moeten genum merd-zijn. op iedere bladzijde mogen niet meer dan twee rijen voorkomen en het papier mag aan allebei de kan ten beschreven worden. IV. Alle Hollandsche woorden mo gen gebruikt worden, uitgezonderd vormen van werkwoorden. V. Alle inzendingen moeten in mijn bezit zijn vóór Donderdag 30 Juli a. s. Heb je nu iets nog niet goed begre pen, vraag het dan maar gauw, dan zal ik het je nog wel eens uitleggen. In de tweede afdeeling zal de eerste prijs zijn EEN REISTASCH OF EEN HANGMAT, en de tweede prijs EEN DRINKBEKERTJE IN ETUI (om mee naar buiten te nemen) OF EEN SCHETSBOEK. Ook in deze afdeeling zijn tweB boe ken in prachtband do premiën. Nu hoop ik voor jullie, dat je heel veel woorden, zult kunnen vinden. Natuurlijk mag iedereen, ook jon gens en meisjes, die tot nu toe niet meededen, aan dezen wedstrijd mee doen. En nu nog een raad wacht i niet te lang met aan dezen wedstrijd te beginnen, anders is het 30 Juli vóórdat je -er aan denkt 1 straks nog wel. Ik ga weer slapen. I je in Friesland heel veel plezlor zult Wacht, nu wil ik er eens goed 1 denken, wanneer ik precies in~«~. mei. Dat kan ik nooit merken. Maar nu zal ik toch eens goed oppassen. Morgen vertel ik u wei, hoe het daarmee afliep, en of ik ook ge droomd heb van dien m ooien wagen op die lange, lauge brug. Bekroond opstel van ALBERTUS WAGENAAR. De nieuwe wedstrijd is EEN WOORDENWEDSTRIJD. Voor de jongens en meisjes, die nog niet weten of ze er blij mee moeten zijn of niet, omdat zo nog nooit aan een woordenwedstrijd hebben meege daan, zal ik nu eerst nog eens even uitleggen, wat een woordenwedstrijd is. De bedoeling is, dat je zooveel mo gelijk woorden maakt met de letters van een gegeven woord. Is het gege ven woord b.v. „Amsterdam", dan kun je daaruit maken Dezs wedstrijd zal weer verdeeld zijn in twee afdeelingen, de eerste af deeling voor jongens en meisjes van elf jaar en jonger, en de tweede af deeling voor jongens en meisjes van twaalf jaar en ouder In de eerste afdeeling zal de eerste prijs bestaan uit: EEN CROQUETSPEL OF EEN RINGWERPSPEL, en de tweede prijs uit EEN PAAR STELTEN OF Verder zijn voor deze afdeeling nog twee premiën beschikbaar, bestaan- do uit boeken in prachtband. 't Is avond, en ik lig op mijn bed. Nu hoop ik maar, dat ik lekker zal slapen en heerlijk droomen. Zoo moest het nog eens worden, dat men droomen kon, wat men wilde. Dan weet ik wel, wat ik vanavond zou kiezen, 'k Zou zoo graag nog eens willen droomen, wat ik laatst droom de. Wat dan? zult u vragen. Ik droomde toen, dat ik in een mooi bosch op een bank zat. 't Was warm weermaar in 't bosch was het lek ker koel. Dè vogels zongen heel zacht; 't was, of ze moe waren van al hun kwinkeleeron. Ik luisterde er naar en wilde gaarne weten, welke vogel vlak in mijne nabijheid zoo heerlijk floot. Op dat oogenblik zag ik plotseling uit oeiie zijlaan een wagen aankomen twee zwarte paarden er voor, die prachtig opgetuigd waren. De wagen hield stil en het portier ging open. Een jongetje keek er uit en wenkte mij. Ik was volstrekt niet bang, liep naar den wagen en klom er in. Daar zat ik. Wat waren die kussens zacht en hoe fraai gekleurd 1 Maar wie was mijn reiskameraad Ik begon met het jongetje te pratenhij knikte heel vriendelijkmaar zeggen deed hij niets. Telkens wees hij naar zijn ooren. Zeker was hij doofstom. Dat speet mij. Waar zou hij wonen? Zou den zijne ouders nog leven? Zoo dacht ik. Soms lachte ik tegon hem want ik wilde toch graag vriendelijk jegens hem wezen. Waar zouden we heen gaan Daar stond een groot huis voor ons. Zou dat een kasteel zijn? dacht ik. Een-» lange, lange brug moesten we over. Rrrr 1 daar rolde de wagen heen i Rrrr I eensklaps was ik wakker. Wat was dat Het donderde buiten, en de regen kletterde tegen de glazen. Ik had gedroomd, en de donder had mij gewekt. Wat speet het mij, dat de droom uit was. 'k Had zoo graag wil len weten, waar de wagen verder j heen ging. Komaan, misschien droom ik dat j Brievenbus (Brieven, bestemd voor de Redactie der Kinder-afdeeling, moeten gezon den worden aan Mej. M. C. van Doorn, Wagenweg 88, Haarlem). DORA VAN S. Nee, ik had je niet ergeten de vorige week, maar je briefje kwam net. even te laat om nog te beantwoorden. Weet je wel, datje do woorden voor de wedstrijdinzen ding niet genummerd badt? WILHELMINA en JOHAN W Ik vond hot erg leuk, dat ik weer eens iets van je hoorde. Wat heerlijk, dat je ook mee mocht naar Zaandam en Amsterdam I 't Was erg aardig, dat Johan me nog een briefkaart stuur de-! Vond je het niet griezelig, toen je daar bijna niet meer uit de Dool hof kon komen De schorheid is nu zeker wel weer heelemaal over, is 't niet Voel groeten voor jullie allebei. PIET on FRANS B. Vormen van werkwoorden zijn doelen van hot werkwoord, b.v. „kan" of „is". Eigen namen mag je wel gebruiken, dus ook namen van personenja, schrijf ze dan maar met 'een hoofdletter. NANNE N. Ik ben blij, dat je dezen 1 wedstrijd zoo prettig vindt. Maak maar dat je inzending er heel netjes uitziet. Doe mijn groeten aan Cor. om I hebbendat zal oen leuko vacantia indom-1 worden, hè JO FRANS VAN E. 'k Vind 'tnog undig van je, dat je een beet je vun de brug wegbleef, toen jo zag dat 't zoo nat was. Moeder zou liet zeker ook wel minder plezierig go- vonden hebben, wanneer je met eon nat pak was thuis gekomenJa, Ik begrijp wel, dat het een Engelsch m - ziekstuk is, maar al3 ik er verdei niets van weet, kan ik den titel toch niet voor je vertalen. Vaders verta ling is een beetje vrij, maar ik donk toch niet., dat Vader de plank heel ver hoeft misgeslagen Dag jongens TINUS en SIEGER B. Erg flink, hoor, dat je naar Zandvoort gewan deld bentDat is nog eens een gezon de wandeling Ik vind hot leuk, dat het Tinus goed bevaltbegint hij al een beetje bruin te zien J a, Je moet uit den naam „Christoffel Columbus" woorden zoeken. Je raadsel is boel mooi. Ik vind het prettig, dat jo do boeken van Leo en Simon II. voor me wilt meebrengen I JOHANNA L. Ja, eigennamen mo gen gebruikt worden, dus de namen, die jo opnoemde, ook. Dat waren een paar erge mooie l Schiet de inzending goed op CATO B. J a, de vorige week kwam je briefje te laat't was jammer, maar ik kon er niets aan doen. Het doet me plezier, dat het boek naar je zin is. Heb je het druk thuis Tinus zal het leuk vinden als je Zondag bij hem komt MARIE K. Ik kan mij bost begrij pen, dat er in den zomer niet yeel van lezen komt. Als het mooi weer is, ga ik ook liever eens een keertje naar Kraantje-Lek, hoor BEPPIE M. Veel plezier in Bussum. Bep Ik hoop, dat jelui mooi weer treffen. NICO T. Kon jij wel tot het Wilhel- mlnaduln loopeu en weer terug? en was je toen niet heel moe En liep Herman ook zoo ver? 't Kleine zusje ging zeker in den wagen mee ANNIE en MARIE v. Z. Wel, wel, wat oen feestdagen zijn dat geweest Je bent, toen je weer thuis was, zeker maar eens heel vroeg naar bed ge gaan om eens goed uit to slapen Verlang je al naar de vacantia HENDRnv V. Zeker mag je ook meedoen met den woordenwedslrijd vandaag kun je nog eens precies in de courant lezen hoe je doen moet, dus nu weet je het zeker wel. Vond je het grappig, dat uit het tiendo I raadsel je eigen naam kwam J ELIZABETH SL. Het deed me veel plezier te hooren, dat je zoo in je schik bent met het boek. Ben je al aan liet voorlezen begonnen Ik hoop dat HUBERIUS B. Zoo, studeer je zoo vlijtig tegenwoordig? Ik vind het erg leuk, dat de juffrouw zoo tevredon over je is 1 Nu maar flink volhouden, dan kom je zeker ook nog wel e»- aan de viool toe. Wat zal het heer. zijn als je je eerste vioolles krijgt, h*.\ Heb je nogal goeden moed voor liet overgaan? Je hoort het natuurlijk wel vóór de vacantie, is 't niot Als 't dan maar goed afloopt zal de va cantie zeker wel heerlijk zijn 1 Wil Moeder ook wel van mij feliciteer^» mot den feestdag? Maak nog yeel plezier, hoor! Ik vind het leuk, dat je ma weer eens wilt, komen opzoeken. Dag Ilubertus, heel veel groeton, hoor BETSY D. Nee, ik had in een liee- la poos niets van je gehoord, dat a waar. Ik vind het heel goed, dat jo nu weer ecus aan den wedstrijd mee doet. Ja, kon ik je nu maar vooruit vertellen hoeveel woordjes je moet vindon, hè Dan zou het heel wat ge makkelijker zijn! Wat zal 't heerlijk zijn als Marie door haar exame» komt I \Vcnoch haar maai B»eu SUC- ces van me; en zeg haar er '>irk maar eens voor me goeien dag. M. C. VAN DOORN. Emma overal gevierd, zoodat ik bijna niets anders was als de „man mijneir vrouw", wat een jong echtgenoot ech ter nog niet zoo onaardig vindt. Mijn yrouw was uitstekend op de hoogte van de antieken, ze sprak over beeldhouwwerken met zooveel zaak kennis, alsof ze tusschen marmer was opgegroeid, en hield met zooveel vuur een redetwist met een professor in de schoonheidsleer over vraagstukken be trekking hebbende op de oude kunst, dat de geleerde heer in den ijver zij ner overredingskracht geheel vergat, dat hij een dame voor zich had en met Grieksche en Latijnsche citaten om zich heen wierp; mijn Emma volg de hem op dat gebied en joeg den ge leerden professor met zijn eigen wa pens op de vlucht. Hoe blij was ik, dat ik dien kostba ren schat als mijn eigendom in onze mooie woning kon voeren, zij zelf ge voelde zich ook innig gelukkig; met de gebruikelijke bloemen ontvangen, met een kostelijk menu verrast, brach ten we een heerlijken avond door en we begonnen ons jong huwelijksleven in ons eigen huis met vreugde en in de blijdste hoop. Ik -wist niet wat de volgende dag mij zou brengen. Precies op tijd ging ik van mijn kantoor naar huis in blijde afwach ting van mijn eerste middagmaal thuis. Reeds in de vestibule bemerkte ik een doordringenden geur en een fijne rookwolk, haastig liep ik de gang binnen, waar mij een dichte walm tegemoet kwam. Verschrikt liep ik naar de kamer, daarna naar de keu ken, zonder dat ik mijn vrouw vond. Emma, waar zit je toch, riep ik angstig uit, is hier brand geweest? Neen, manlief, hoorde ik een heesche stem zeggen van uit de rook wolken. Haastig opende ik de ramen in de kamer om het mogelijk te ma ken iets te zien en adem te halen, daarna ging ik naar de keuken terug waar Emma nog bezig. was. Kom eens in de kamer, dat ik je kan zien, riep ik ongeduldig. In dezen walm is het om te stikken. Dadelijk, vent. Het duurde ook niet lang of mijn lieve vrouw verscheen; ontzet schrik- j te ik terug; zij, die ik nooit anders I gezien had dan keurig netjes, als om 1 haar zoo ongewono bezigheid. Zwar te vlekken op haar handen en gezicht, de haren in de war, haar japon vuil en met brandvlekken. Maar, Emma, wat zie je er uit! Ze ging naar den spiegel, verschrik te, verdween in de slaapkamer en kwam kort daarna opgeknapt terug. Wat is er nu toch. eigenlijk ge beurd, kindlief? vroeg ik in gespan nen verwachting. Ik kon het vuur niet aankrijgen. Natuurlijk niet, maar waarom wou je dat zelf doen? Waar is Anna? Die werd plotseling ongesteld en wou naar haar moeder. Dat is lcelijlc, maar ik heb er- gen honger, zei ik, een troosteloozen blik werpend op de tafel, die nog niet gedekt was. Je krijgt dadelijk wat, zei Emma en ging weer moedig naar de keuken, waar het aan zich zelf overgelaten eten bedenkelijke geuren van zich gaf. Ik hielp mijn vrouwtje de tafel dek ken, daarna droegen we met vereen de krachten het eten naar binnen. Emma ging rustig naast me zitten, slechts nu en dan sloeg ze even een blik op haar verbrande handjes, die er vreeselijk uitzagen. Ondanks mijn honger en mijn medelijden met Em ma's harde werken, was het mij on mogelijk de voortbrengselen van haar kookkunst te genieten. De soep was niet te eten, het vleesch van buiten verbrand, van binnen on- ;aar, de aardappelen hard en niet ;oed geschild, en de bloemkool, mijn lievelingskost die zoo Emma zegevie rend opmerkte, gaar was en niet aan gebrand, kon niet gegeten worden door de vele rupsjes, die er in zaten. Emma brak in tranen uit, maar sprak daarna kalm: Ik heb nu toch heelemaal alleen gekookt. Vraag dan ook niet hoe? voegde ik in gedachten er bij. Nadat ik mijn vrouwtje had ge troost en haar handen had afgekoeld, zei ik: Emma, geef me nu asjeblieft een boterham. Haastig sprong zij op om het ver langde voor mij te halen, maar zij kwam verslagen terug en sprak: De boter heb ik opgebruikt bij het vleesch braden. Nadat we met droog brood en wat rooden wijn onzen ergsten honger ge stild hadden, stelde ik mijn vrouwtje te eten, kon ik niet buiten een mid dagmaal. Ik liep in de huiskamer op en neer, terwijl Emma zich aankleed de 'en werd door een hartverscheu rend geschrei opgeschrikt, ik snelde te hulp en vond mijn lie.e vrouw ra deloos voor haar spiegel met een bos haren in de hand, die door het kam men waren losgeraakt, nadat zij ze boven het vuur had verschroeid. Beter de haren dan het hoofd, merkte ik vertroostend op, terwijl ik voor kapper moest spelen, om het ver stoorde evenwicht te herstellen en te kunnen uitgaan. Emma beschouwde met gelatenheid het verloren gegane sieraad van haar mooi hoofdje en weldra zaten we in de restauratie voor oen goed gedekte tafel. Mijn vrouwtje was al gauw weer vroolljk en nadat we op haar gezond heid hadden gedronken merkte ze op, (lat de oplossing van een wiskundig vraagstuk of het maken van een Griekschen hexander kinderspel was, vergeleken bij wat ze van middag had ondergaan. Maar het was nog uiet gedaan met dc onheilen van dien dag; toen we thuiskwamen, vonden we het heele huis in rook en damp gehuld, want het eten, dat op het vuur was blijven staan, was eenvoudig verkoold en mijn eerste middagmaal aan mijn eigen haard ging dus letterlijk in rook op. (N. v. 't N.) De koningin Isabella van Spanje beleende niet alleen haar juweelen, doch ook haar schilderijen. De Parij- sche Mont de Pitié is bijv. heel goed bekend met twee stukken van Velas quez. De koningin was zeker, steeds minstens 100.000 francs er op te krij gen. Ook de tegenwoordige koning van Servië was vroeger oven goed be kend bij Maxim als bij deu lommerd. voor naar een restauratie te gaan, floor een ringetje te halen vertoonde want ondanks al mijn medelijden met od treurige wijze de sporen van de Emma's verdriet over het verongeluk- VORSTELIJKE KLANTEN VAN „OOME JAN". DAMRUBR1EK. Verantwoordelijke redacteuren: H. E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen in te zenden aan den heer II. E. Lantinga, Barendsestr. 41. PROBLEEM No. 59. (Ingezonden door den Heer II. C. van Oort). \Tlt Het „Cosmopolitan Magazine" geeft een lijstje van vorsten, die op zeer menschelijke wijze gebruik gemaak't hebben van den lommerd. De laatste koning van Napels ver pandde zijn tafelzilver herhaaldelijk in Londensche pandjeshuizen, omdal deze, zooals hij zelde, meer geld ga ven dan de zuster-instellingen in zijn vaderland. Milan Obrcnewitsj maakte van do YVeensche hc'-'on van barmhartigheid gebruik, eschulden af te doen, die na' ..ene tafel ontstonden. Twee ii..i sprong keizer Frans Jozef voor hem in de bres, om politieke re denen namelijk. De keizer zelf was daartoe verplicht zijn juweelen te be- leenen. De kroonjuweelen van Abdoel Azls, sultan van Marokko, staan, naar men weet. nog in een Londensche Bank. Wit. Schijven op 17 22 23 27 37 43 4i en dam op 45. Zwart. Schijven op 2 5 7 8 9 10 13 20 24 30 35 en dam op 83 Oplossing Probleem No. 55 (inge zonden door J. L. Velde, Overveen) is 34-29. 50-39, 39 48. Goed opgelost door de heeren C. Serodinl, Th. S. Germans, J. F. Spanjaard, F. M. van der Werf, R. C. Broekmeijer, G. P. Heek, allen te Haarlem. B. Th. Krabbendam, Velsen. P. J. Oostwouder, Haarlemmermeer (Vijfhulzen). W. C. Faas, Overveen. W. A. Z. en H. L. Jr., D. Ruhrort. W. H. de Klerk, Bloemendaal. BARMA bE WIJZE. Een Negersage. Onder een negerstam in het donker Afrika leefde een wijze man, met na me Barma. Ziju vrouw had hem een stiefzoon meegebracht, die weinig liefde en aanhankelijkheid jegens hem betoonde. Ja, mettertijd vatte hij zulk een haat tegen hem op, dat hij hem alle soorten \an onheil toewenschte. Dit kwam aldus Barma had door peinzen en ploeteren drie waarheden gevonden. Om deze niet te vergeten en er steeds uan herinnerd te wor den, had hij ziju stiefzoon bevolen, drie bosjes haar op zijn hoofd te la ten groeien, terwijl bij de mannen in dat land gebruik was het haar kort geknipt te dragen of te laten scheren. Zoo werd de jongen erg uitgelachen, overal waar hij zich liet kijken. Dat hinderde hem ontzettend. De koning \an den stam hoorde op zekeren dag van den wijzen Barma on de zonderlinge hoofdversiering van zijn zoon. Hij werd nieuwsgierig naar de drie gevonden waarheden en gaf aan een zijner beambten opdracht te onderzoeken, hoe zij luidden. Toen de beambte bij Barma kwam, weigerde deze alle inlichtingen. Nie mand, als hij en zijn vrouw, mocht zijn drie geheime waarheden kennen, anders zou liem onheil wedervaren. Hierop ontbood de koning in 't ge heim de vrouw van den wijze en be loofde haar rijke geschenken, indien zij hem, den vorst, de wijsheid van haar man mededeelde. De ijdele vrouw liet hem niet lang snieeken en sprak „De eerste waar heid luidtVerwacht nooit bescher ming of vriendschap van een vorst de tweede heb uw vrouw lief, maar vertrouw haar niet al uw geheimen toe, en de derde een onberaden zoon is erger dan de ergste vijand." De eerste spreuk deed den vorst in zulk een woede ontvlammen, dat hij zijne soldaten naar Banna's woning zond en den oneerbiedigen wijze liet gevangen nemen. Onmiddellijk ver oordeelde hij hem ter dood wegens majesteitsschennis, en beval, dat hij den volgenden morgen zou terechtge steld worden. Des avonds kwam de stiefzoon naar de gevangenis en vroeg om de klee- ren van den gevangene, die hem ais erfdeel toekwamen. Men moest ze den veroordeelde reeds voor het ten uit- voerbrengen van het vonnis uittrek ken, opdat ze niet vuil en met bloed zouden besmeerd worden. Het liefst zou hij ze maar dadelijk meenemen, want een oud hemd voor den nacht zou meer dan voldoende zijn. De gevangenbewaarder zond een boodschapper naar den koning en liet hem in kennis stellen met het verzoek van den stiefzoon. De koning was ontsteld en beval, dat men den oude de klceren zou la ten. Intusschen was liet nieuws van Banna's lot doorgedrongen tot het volk, dut medelijden kreeg met den gevangene en afschuw opvatte mei- de moedoogenloosheid van* den vorst. Reeds zag de koning heele schoren gewapende mannen onheilspellend tegen zijn woning oprukken. En toen nam hij plotseling het beslujt, Barma vrij te laten. Eerst echter liet hij hem voor zich brengen en maakte er hem een verwijt van, dat hij zoo slecht dacht over zijn koning. De wijze boog kalm het hoofd, zoo lang de koning sprak. Daarna ver hief hij zijn blik, zag zijn meester in de oogen en antwoordde „Gij richt ten onrechte verwijten tot mij. Indien mijn drie waarheden geheim waren gebleven, zouden zij uw aanzien niet geschaad hebben en u niet hebben beleedigd. Thuns ech ter zijn ze schitterend bewaarheid. Uw hard en onrechtvaardig oordeel heeft bewezen, dat van een koning noch steun, uoch- vriendschap is te wachten. De praatzucht mijner vrouw heeft mij in bittere verlegenheid ge bracht, zoodat ik er spijt van heb, haar mijn geheim te hebben toever trouwd. Uit het liefdeloos verzoek van mijn stiefzoon heeft zich de derde spreuk bewaarheid, dat een onbera den zoon erger is dan de ergste vijand. Mijn ergste tegenstander zou met mijn clood tevreden zijn geweest, maar de stiefzoon gunde mij niet eens fatsoenlijke lcleeren om te sterven." Toen moest de koning Barma'^ wijsheid als waar erkennen. Hij prees' hem en beloofde rijke geschenken voor den dooi gestanen angst on iiet onrecht. Hij ontnam hem den stief zoon, liet dezen het hoofd kaal sche ren en lijfde hem bij de soldalen in. VAN DE NOBEL PRIJZEN. In vroegere jaren werden steeds da namen der ontvangers van de Nobel prijzen van te voren streng geheim gehouden. Met deze gewoonte, waar mee in Zweden de spot werd gedreven schijnt men thans te zullen breken. Tenminste men hoort dezen keer ree-'s het een en -ander over de mam wlen de Nobelprijs voor literal' toegedacht zou zijn. Grappenmn' hebben beweerd, dat de Nobel-; doodelijk werktinderdaad zijn op vallend veel personen, die den Nobel prijs ontvingen, spoedig daarna over leden. Of dit de oorzaak is, dat do jury, zooals men beweert, de Nobel prijs voor literatuur in den herfst aan twee auteurs zal geven, die nog fn den vollen bloei des levens zijn De Belgen Maurice Maeterlinck en Emile Verhaeren, zegt men.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 13