HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Ei IIiÉstelir
Stadsnieuws
Uit de Omstreken
Binnenland
FEUILLETON
MAANDAG SO JULI 1908
De Feesten van den A,N W.B.
•ZATERDAG.
HET AVONDFEEST TE ZANDVOORT
Na de rij wleltochteii, de concerten
bezocht te hebben, na in hun verschil
lende kwartieren gedineerd te hebben,
komen de feestgangers tot het glans
punt va/n den dag, 't avondfeest te
Zandvoort. En 't is in de stad een
eenig-gezeilige drukte.
Bij troepjes komen ze aan per fiets,
uit alle straten komen ze aan, en
door de Groote Houtstraat, ovei het
Houtplein, gaan ze den Wagenweg
op, naar Zandvoort. En de stemming
is er alweer in. Vroolijk hoor je 't
Feestlied af en toe uit 'n fietsersgroep
Opstijgen. Heerlijk is dat fietstochtje
langs de Zandvoortsche laan, heerlijk
op dezen prachtigen avond... Maar t
fietsers-contingent is maar klein, in
.Vergelijking met de enorme massa
rnenschen die per tram gaat. Om de
twee 'minuten rijden de electrische
wagens van de Tempelierstraat af,
steeds propvol... En altijd blijven er
over. 'n Vijftal politiemannen hand
haaft de orde.
En ten slotte gaat er nog 'n groot
aantal met de treinen, die ook vol
zitten
Zandvoort is vandaag Zandvoort
niet. De straatweg, de trams en de
treinen zijn de onuitputtelijke bron
hen van altijd maar nieuwe stroo-
rnen van feestgangers, die 't plaatsje
in 'n roes van vroolijkheid brengen.
Op 't strand is het eenvoudig zwart
Van de rnenschen, 't krioelt er, vooral
bij de stellages voor 't vuurwerk, dat
om half elf zal beginnen.
Met vele anderen gaan wij naar 't
Groot Badhuis. Op de groote terras
sen aan de zeezijde is 't al aardig vol,
maar toch zijn wij zoo fortuinlijk
nog een plaatsje aan den rand van 't
terras te krijgen, vanwaar je naar
beneden kijkt op 't drukbevolkte
strand, vanwaar je 'n prachtgezicht
hebt op de zee, die kalm Is vanavond.
't Is acht uur. Bijna alle plaatsen
zijn bezet op 't terras, beneden op het
strand wordt 't nog steeds voller.
Prachtig steekt de ondergaande zon
boven den roodgekleuvden hemel tegen
de zee af. Mooi is die zonsondergang
.weer. Wat later zie je al 'n enkele
ster verschijnen.
Om half negen begint het concert
yan de huzaren, 't Brengt er de
vroolijkheid nog meer in, vooral een
paar fietsclubs, die in groote kringen
zitten, komen bijzonder in de stem
ming. Serpentines snorren overal, da
len neer in koppen thee, vinden aan-
hechtingspunten in dameshoeden
maar niemand, die 't vervelend vindt
alles is jolig.
Na 't vierde nummer van de huza
ren arriveert 't Bondbestuur, met luid
luchtige ovaties ontvangen, 't Wordt
nu langzamerhand donkerder. De elec
trische booglampen worden aange
stoken, en lange rijen lampions bran
den boven 't terras. Om half elf moet
het vuurwerk „beginnen". Op 't strand
en op zee staat er in 't programma.
En op eenigen afstand van de kust
zie je 'n tweetal zeilbooten voor anker
liggen, rijzend en dalend op de gol
ven. Dat belooft watl
Het concert is eindelijk uit. Einde
lijk vvant ieder verlangt naar het
vuurwerk. Om half elf gaan achter
eenvolgens alle lichten op 't terras
uit, daarna op 't strand, waar een
groot terrein om de vuurwerk-slella-
geB is afgezet. En dan begint het.
En schitterend is het, we kunnen er
niets anders van zeggen. Prachtig zijn
de vier Bengaalsche vuren op het
strand, die de gansche reuzenmenigve
in 'n tooveraebtig schijnsel zetten
't glanspunt evenwel is de Bengaal
sche verlichting op zee, in vijf scheep
jes, en 't afsteken van vuurpijlen en
het „telegrafeeren" en meer nummers
die telkens de donkere watervlakte in
licht zetten, dat weerkaatst op do kab
belende golfjesEn 't enorme effect
Van het slotstuk, met de woorden:
„Hulde aan den A. N. W. B." zet de
kroon op alles. Eenig mooi was 'tl
Om half twaalf is alles aigeloopen,
en de menigte trekt langzaam weg
'n dichte stroom van rnenschen, die
de Kerkstraat volpakt, die trams en
treinen vult. Alles gaat weer terug
naar Haarlem.
Langs de Zandvoortsche laan be
ginnen wij over twaalven per fiets
den terugtocht als deelnemers aan
den nachtelijken Bondstocht, zonder
leiding maar toch ordelijk.
In 't nachtelijk duister hoor je de
karretjes snorren, en achter je, en
vóór, en op zij, overal zie je beweeglij
ke lichtjes. In de verte hoor je iets
naderen. „Rechts uithalen, 'n autol'
We kijken achter ons, en zien twee
gloeiende, ronde oogen. Snel naderen
ze plots snort de auto voorbij. Op
zij, tusschen de donkere heuveltjes,
vliegt telkens 'n tram voorbij, lichtend
monster, in volle vaart. Ze rijden hard
vannacht! Bij 't viaduct staan er vijf
vlak achter elkaar.
Om half één komen we te Haarlem,
en slechts noode nemen we afscheid
van den prachtigen zomernacht, om
rust Ie nemen Yóór de Vermoeienissen
yan den volgenden dag.
ZONDAG.
DE TOCHT NAAR IJMUIDEN.
Vroeg opstaan is 't alweer Zondag.
Fiets nazien, eens oliën, banden op
pompen etc., om kwart vóór ne
gen staan wij ten slotte op do Groote
Markt, en nemen onze plaats in ach
ter de driehonderd deelnemers, die
al in 'n lange rij tot in de Zijlstraat
staan. En met. verbazingwekkende
snelheid groeit do rij achter ons aan.
Uit ds Groote Houtstraat, Zijlstraat,
Smedestraat, Jansstraat overal zie
je troepen wielrijders naderen, m
hunne plaats innemen, In iange rijen
staan ze. op de Markt, om negen uur
is 't nog steeds aangroeiende eind in
de Koningstraat te land gekomen.
En zoo heeft onze aftocht ten slotte
veel van eene Promenade pour la
Valse want fietsen, ho maar 1 Tot
de Zijl-brug moeten we wandelen,
daar stijgt alles op. En in 't heerlijke
zomerweer rijden we den Zijlweg op,
en over Overveen en Bloemendaai
naar Santpoort, 'n Heerlijke geurigs
lucht waait ons tegemoet kalm
glijdt de stoet tusschen de boom
rijen door in de laan van Sparenburg.
Dan door Santpoort, en den Driehui-
zervveg op, 't laatste eind langs 't Ka
naal haar IJmuiden. Af en toe zie Je
'n fietser met een gesprongen band
aan den wegkant, een van de hulp-
kist-rijders er bij en 't verhelpen
van het ongeval is 'n quaestie van en
kele minuten. En dan klinkt 't telkens
tegen den verongelukte „Wat is er?
Lekke band?" „Ja, dank u, 't komt
wel in orde." 'n Gemoedelijks toon
heerscht er onder de deelnemers, 'n
Orde-commissaris komt aanrijden
„Heeren, denk jullie om uithaleai.de
auto van 't bestuur komt I" „Nou
hoor, 't heelt zoo'n haast niet, 't be
stuur kan toch z'n eigen Bondstocht
niet in elkaar rijden 1"
Tegen half elf komen we IJmui
den binnen, waar de heels bevolking
langs den weg naar de Vischhal pre
sent is, om ons te verwelkomen. In
de groote Vischhal worden de fietsen
van meer dan duizend deelnemers ge
stald, en door de groote deuren ko
men wij op de kade, waaraan de drie
groote booten van de Hoiland-Fries-
land-lijn, voor 't zostochtje bestemd,
gemeerd liggen, 't Waait flink, maar
het vroolijke zonnetje maakt alles
goed, en om elf uur gaan de booten,
vol vroolijke feestelingen, langzaam
en statig zeewaarts. Muziek aan
boord natuurlijk, overal 1 Spoedig
zijn wil buiten de pieren, en de boot
„hobbelt" flink. Met welbehagen
snuiven wc de frissche zeelucht op,
en kijken naar de schuimgolven, die
tegen den, rij zenden en dalendm,
boeg opspatten, naar de onstuimige,
beweeglijke, golvenviakte ver in het
verschiet, waarop de zon haar schit
terende lichtschijnsels toovert. Een
klein sleepbootje komt voorbij, vol
IJmuidenaars, die ons vroolijk toe
juichen, zwaaiende met hunne petten.
Af en toe schijnt de heele voorsteven
van 't kleine ding in de golven te
zullen verdwijnen. Als we 'n half uur
tje in zee gestoomd zijn, draaien we
weer en komen om een uur of twaalf
in de haven terug. Slechts enkelen
hadden last van zeeziekte, de meesten
hielden zich taai.
Aan de andere zijde van de vis-
scbershaven worden de booten nu ge
meerd. En vóór do loopplanken zijn
uitgelegd, springen de feestelingen al
van de verschansing op den kont, en
klimmen over meerpalen, 'n Foto-
Saaf stijgt met 'n benauwd gezicht
't want en neemt met ware doods
verachting een kiekje.
Bij de duinen krijgen we *n pracht-
vertooning te zien. Boven op "n hoog
steil duin zal 't landelijk rnaal, de
plc-nic, plaats hebben, en om 't hardst
zie je de rnenschen naar boven klau
teren langs de steile helling. Dikke
huisvaders doen alsof ze piepjong
zijn, en rennen naar boven, ae dames
klauteren om 't hardst moe. Boven,
binnen 'n groot, afgezet terrein, lig
gen rondom da groote doozen al ette
lijke Bondsleden in groepen, van
vier genoeglijk broodjes, kersen en
bier te verorberen. Die lunch smaakt
heerlijk na 't zeetochtje, en 't Is maar
gelukkig, dat de voorraad ln de doo
zen niet gering is, want er wordt ge
schranst I En de IJmuidor Jeugd die
langs de afzetting staat, ontvangt nog
menig gebakje, kadetje of krente-
broodje van de royaal-gestemde pic
nickers. Maar aan alles komt 'u
eind, en ten slotte is 't „op" en met
buitengewone snelheid daalt de heele
Bonds-sxpeditio weer langs de duin
helling naar beneden. Do terugtocht
begint I Met twee booten van de Hob
landFriesland-lijn gaat 'n gedeelte
door 't Noordzeekanaal, 't zijkanaa!
C, en 't Spaarne naar Haarlem terug.
De overigen keeren bij groepen of in
den grooten tocht per flets terug, en
volgen zooveel mogelijk. Ook 't boot
tochtje over deze binnenwateren is
aardig, hoewel de mfbetrokken lucht
't wel wat bedeTft. Bij Spaarndam
wacht eene vier van de Haarlenasche
Roei- en Zeilvereeniging ,,'t Spaaiv
ne", (de boot Tromp) de feest-booten
op, en een eindje verder daagt een
zevental zeilbooten en nog een vier
(Spaarndam), een wherry (De Ruy-
ter) en een sloep (Piet Hein) op. De
zeilbooten zijn Flevo (eig. 't Spaar
ne), Equilibrist (eig. 't Spaarne),
Meeuw (eig. H, A. M. en H. M. M.
Francken), Wilhelmina (eig. A. H. G.
Fokker), Kittiwake (eig. R. de Clercq),
Nelly (eig. v. Breemen), en de Flevo
(eig. C. Hin).
Naast de bootenloods van ,,'t
Spaarne" leggen de stoombooten ten
slotte aan, en evenals de wielrijders
verspreiden de deelnemers zich in de
stad.
De groote Bondstocht naar IJmui
den is geëindigd schitterend ge
slaagd mag hij heeten.
De
ALGEMEENE VERGADERING,
die Zondagmiddag In St. Bavo gehou
den werd, was door ongeveer 150 per
sonen waaronder 40 stemgerech
tigden bezocht.
Eerst werd met stoom door eenige
huishoudelijke zaken gewerkt.
De notulen der vorige vergadering
werden onveranderd goedgekeurd.
Herkozen werden de aftredende le
den van d9 balans-commissie, te we
ten de heeren Mr. D. van Houten te
's-Gravenhage, E. Kol te Amsterdam.
K. Rovers te Schiedam, als leden, en
de heeren A. Koolhoven en P. J. E.
Lefobvre als plaatsvervangende leden.
Zonder noemenswaardige discussie
werd de door het Algemeen Bestuur
voorgestelde statuten-wijziging aan
genomen. De leden van het Alge
meen Bestuur worden na deze wijzi
ging voor den tijd van vier jaar ge
kozen terwijl er jaarlijks 2 aftre
den.
Uit het door den penningmeester-
administrateur, den heer C. A. Spren-
ger, voorgelezen verslag blijkt, dat
het getal bondsleden dit jaar is ge
stegen van 27595 tot 28788.
Op 31 Dec. 1907 bedroegen de bezit
tingen en gelden van den Bond
f 47.083.07, waaronder niet pereltend
zijn de verschillende waarborggelden
voor hulpkisten enz. Op do exploita
tie van de Kampioen werd f 14476.97
meer uitgegeven dan ontvangen. Aan
wegwijzers en waarschuwingsborden
werd 8597.35 betaald, terwijl ƒ77628.65
aan contributie werd ontvangen.
Dit verslag werd goedgekeurd.
De secretaris, de hoer J. H. Slicher,
bracht het jaarverslag uit. De ver
slaggever stond eerst stil bij de op
richting van den Bond on bracht
oud-er applaus der aanwezigen
huldo aan de hoeren, die deze stich
ting bewerkt hebben, 't Is, zoo zei de
socretaris, steeds een vraag geweest,
wuar de eerste samenkomst tusschen
de Haarlemsche eu Haagsche wielrlj-
dersYereeniging heeft plaats gehad
Bonnebroek? Hillegom? Lisse? Sas-
senheim? Volgens het bestuur is liet
moost aannemelijk, dat de eerste sa>-
menkomst te Sassenheim ih het café
„Het bruine paard" is gohouden om
dat dit ongeveer hot middenpunt tus
schen Haarlem en Den Haag is.
Na de oprichting schetsto do secre
taris de enorme ontwikkeling van dan
Bond om daarna het verkeer in dit
jaar to memoreeren. Dat veel aan
wegverbetering is gedaan, getuigen
nu de Zandvoortsche laan en enkele
wegen onder Beverwijk.
Dit jaar werden ln de steden ver
schillende vereenigingen opgericht
de „O. O." te Haarlem, en de „O. U.
O." te Utracht alsook de orgon'sa-
ties „Bond9bedang" in verschillende
provincies.
Thans bedraagt het aantal leden
29.181.
Er werd een regeling getroffen tot
pensionneering van de ambtenaren
van den Bond.
Met leedwezen herinnerde de secre
taris er aan, hoe de Tweede Kamer
de 10 K.M, snelheid voor de kom
men der gemeente heeft vastges'-jld,
welke bepaling ook op wielrij-
ders kan worden toegepast. Dit is
de vrucht van het overdreven sr e]
rijden van enkele onverschilligen,
waarvoor het geheels toerisme moet
boeten.
Onder dankbetuiging werd ook dit
verslag goedgekeurd.
De voorzitter deelde mede, dat de
afdeeling Bondebelang in Zuid-Hol
land een kunstvoorwerp had uitge
loofd voor dat lid in Zuid-Holland,
dat de meeste nieuwe leden voor den
Bond aanbracht. Deze prijs werd ge
wonnen door den heer J, J. Laan te
Rotterdam (consul van den Bond) die
42 personen deed inschrijven. De zil
veren vaas werd met een toepasselijk
woord aan den winner overhandigd.
Ten slotte hield de voorzitter de
heer Edo Bergsma een rede over
den A.N.W.B., zeggend: Er is in de
laatste dagen, als zooveel gesproken
over hetgeen de Bond gedaan heeft.,
dat ik nu eens wil memoreeren wat de
Bond niet gedaan heeft.
Ie. Toen de Bond zich in de jeugd
van zijn bestaan op de wedstrijden
toelegde, heeft hij niet de speelharls-
tocht aangemoedigd, en het moreele
voordeel gekozen boven het finan-
cieele.
e. In zijn orgaan nooit kwakzal-
versadvertenties en verborgen vuilig
heidjes opgenomen, hoewel dit finan
cieel veel voordeel zou brengen.
3e. Nooit angstvallig gevraagd of
ook niet leden van den Bond van zijn
instellingen voordeel zou trekken,
maar gewerkt op het eergevoel der
toeristen, die f 3 contributie kunnen
betalen.
4e. De autoriteiten nooit beleedigd,
maar ook nooit gevleid. Altijd recht
op 't doel af, als 't den eersten keer
niet hielp, dan voor den tweeden, des
noods voor den lOOsten keerl
e. Nooit gedacht dat we zwak waren,
en daardoor werden we sterk.
Ook nu zoo vervolgde de voor
zitter gaan we niet op onze lauwe
ren rusten. Er is nog veel voor den
bond te'doen, en met de oude geest
drift en met nieuwe kracht gaan we
voorwaarts!
Nadat deze rede geestdriftig was
toegejuicht word de vergadering ge
sloten.
Vergunning Drankwet.
Door A. van Wienen is aan B. en
W. gevraagd om vergunning (ingevol
ge art. 2, 2e lid dier wet), tot het ver-
koopen van sterken drank tn het klein
voor gebruik tor plaatse van verkoop
in de gelagkamer Brouwersvaart 98.
Hetzelfde Is door H. v. Thienen ge
vraagd voor de gelagkamer van het
perceel Wo9tergracht 47.
Examen.
Onze stadgenoote mej. 'A\ A". 'de
Klerk slaagde te 's-Gravenhage voor
het examen voor de Hoofdacte L. 0.
BLOEMEND AAL.
Vergadering van den Raad der ge
meente Bloemendaai, te houden op
Donderdag 23 Juli 1908, te 6 uur n.m.
Te behandelen punten
1, Ingekomen stukken,
2. Benoeming lid Commissie tot we
ring van schoolverzuim,
8. Adres Yan den Zilkerpolder om
subsidie,
4. Verordening in het belang der
gezondheid van leerlingen der open
bare en bijzondere scholen.
5. Instelling der betrekking van
schoolarts.
6. Verordening betreffende het
gen, plaatsen an houden van bui
zen, enz.
7. Aanbeveling yoor twee leden van
het college van zetters,
8. Aanbieding ge m eenier ekeoüng,
dienstjaar 1907.
9. Nadere regeling der jaarwedden
van de ambtenaren ter secretarie.
10. Verzoek van Jhr. 8. P. H. Meij.
er om ontslag als ambtenaar van den
Burgerlijken Stand.
11. Benoeming van een ambtenaar
van den Burgerlijken Stand.
12. Reclames gemeentebelastingen.
13. Vaststelling van het kohier van
den Hoofdelijken omslag, dienstjaar
HILLEGOM.
De directeur-generaal der posterijen
en telegraphic maakt bekend dat met
ingang van 2 Augustus a,s. de dienst
tijd der bureelen LiBse, Hillegom en
Sassenheim van het locaal Rijkstele-
phoonnet Lisse, alsmede de open
stelling van de Rijkstelephoonkan to
ren Lisse, Hillegom en Sassenheim op
Zon- en feestdagen worden vastgesteld
op 7.80 tot 8.30 Y.m. en 12.30 tot 1.80
nam.
RIDDERS M. W. O.
Een dezer dagen worden te Amster
dam per s.s. „Oranje" uit O.-Indië
verwacht twee ridders der Militaire
Willemsorde, namelijk de sergeant-
majoor Zijlstxa en de korporaal-zie
ken verpleger G. van den- Broek,
De sergeant-majoor Zijlstxa heeft
het ridderkruis verworven bij eene
verkenning ten oosten van Gen toet
(Lehoeng) op 2 Januari 1907, toen hij,
deel uitmakende van een acht maai
sterke spits, zich onderscheidde door
de moedige wijze, waarop hij aan het
hoofd met zijn officier aam herhaal
de stormaanvallen deelnam en bij
den daarop gevolgden terugtocht voor
een oppermachtigen vijand blijk gaf
van veel kalmte en vastberadenheid.
De korporaal-ziekenverpleger G. van
den Broek verwierf het eereteeken
door zich op 19 Juli 1903 bij een ge
vecht bij Doesoen Baroe (PoelauTen-
gah) te onderscheiden door hot in
voorste linie, onder zwaar vijande
lijk vuur, met kalmte en nauwgezet
heid verbinden en in veiligheid bren
gen van verscheidene gewonden.
DE HAAGSCHE POLITIEZAAK.
De Tel. schrijft
Ten einde een juist inzicht to ver
krijgen in deze ingewikkelde zaak,
dient vermeld te worden, dat deze
oneenigheid onder hot Haagsche po
litiekorps niet van jongen daitum is,
maar reeds van April 1905 af da-
toert. Toen al werd de heer Sweers,
dio 15 Juli 1904 als burgemeester van
Den Haag was opgetreden, in kennis
gesteld met een zaak „Duitsche
Greet", en daarin waren dezelfde
hoofdinspecteur van politie, Van Le-
lyvelfc, en dezelfde hoofdcommissaris
van politie, betrokken.
net ging toen om ongeveer dezelfde
feiten, als nu.
De heer Versteeg beschuldigde n.l.
zijn ondergeschikte v. L., van rela
ties met Duitsche Greet" to onder
houden. Hierover door den burge
meester berispt, verklaarde v. L.,dat
ook de heer V. met deze beruchte
vrouw relaties onderhield. Natuurlijk
verlangde de heer Sweers over een
en ander nadere ophelderingen, wel
ke dan ook spoedig verstrekt wer
den.
Immers, de heer V. kwam hem kort
daarop mededeel-en, dat hij dadelijk
„Duitsche Greet" bij zich op het
hoofdbureau van politie ontboden
had, en dat zij daar, onder eede, en
in tegenwoordigheid van twee getui
gen, verklaard had, dat zij nimmer
met hem, V., in eenige relatie bad ge
staan. Dit had als gevolg, dat de
heer v. L. zijn excuses aanbood, en
dat bij verklaarde zich vergist te heb
ben.
De verontschuldigingen werden aan
vaard en de vrede tusschen beide po-
litie-ambtenaren was dus schijnbaar
weder hersteld. Onnoodlg te vermel
den, dat door den burgemeester aan
v. L. allo verdere omgang met „Duit
sche Greet" werd verboden.
Voor het bewaren van een goede
verstandhouding tusschen beide poli-
tie-ombtenaren, achtte de heer Sweers
het echter wenschelijk, hen ambtelijk
zooveel mogelijk to scheiden, en plaat
ste daarom v. L. ovor bij de inspectie
der drankwet, waar hij weinig of
geen aanraking met het hoofdcom-
missoriaot had
Hiermede was echter de zaak, wat
betreft den heor Versteeg en de be
moeienis van den burgemeester, nog
niet uit.
Een week, nadat „Duitscho Greet"
haar b9ëedigdo verklaring had afge
legd, kwam zij, vergezeld van mr.
Barnet Lyon, advocaat en procureur
bij de Haagsche balie, bij den burge
meester klagen over het feit, dat do
hoofdcommissaris van politie vóór
haar deur, zij woonde toenmaals
Z. O. Buitensingel, een politiepost
had gezet. Over doze manier van op
treden was zij zeer verontwaardigd.
Naar haar zeggen, had zij hare ver
klaring alleen afgelegd, om den heer
V. uit eventuecle moeilijkheden te red
den, en niet godacht, dat zij ais beloo
ning voor dezen dienst, twee dagen
later een politiepost voor haar deur
zou krijgen.
Zij herriep dan ook alles, wat zij in
eerst elnstantie ten gunste van den
heer V. verklaard had, en deelde me
de, dat haar getuigenis valsch was.
Het is nu naar aanleiding hiervan,
dat de burgemeester gelastte dezen po
litiepost, door den commissaris voor
de deur van „Duitsche Greet" ge
plaatst, in te trekken.
Volgens de tendentie use voorstel
ling, welke er aan gegeven is, had het
nu den schijn, alsof dit optreden van
den burgemeester kort geleden plaats-
greep, en wel Ln verband met de jong
ste zaak van „Duitsche Greet", terwijl
het daarentegen een handeling is van
circa drie en een half. jaar geleden,
en die absoluut niets me tdo nu be
rechte koppelarij-zaak heeft uit te
staan.
Wat als van zakelijk belang dient
gereleveerd te worden, is het feit, dat
de heer hoofdcommissaris van politie,
in Den Haag, drie schoonzoons, als
inspecteurs van politie, onder zich
heoft dienen, n.l. de heeren: J. Vogel
sang, C. van Rossen en Koning; en dat
bij eventueel ontslag van den hoofd
inspecteur v. L., promotie van één
dier schoonzoons hiervan liet gevolg
zou zijn geweest.
Hoewel liierin op zichzelf geen ar
gument tegen de Haagsche politie ge
zocht behoeft to worden, en de heer V.
het niet kan helpen, dat hij in zijn
hoogst verantwoordelijk ambt bijge
staan wordt door drie schoonzoons,
zoo is het toch in het algemeen be
sproken, zeer ongowensóht, dat bij een
politiekorps, waar dan ook, een ge-
heel huisgezin is onder dak gebracht.
Dit kan aanleiding geven tot nepotis
me en tot allerlei andere misstanden,
welke lijnrecht in strijd zijn met het
algemeen belang.
DOODSLAG TE KATENDRECHT.
Vrijdagavond had in de Lombok-
straat te Rotterdam, de bierhuishou
der M .Kaptoin twist met zijn zuster.
In dezen twist mengde zich de boot
werker G. Bossers, die kostganger was
bij die zuster.
Hij gaf den bierhuishouder een slag
in het gelaat, die daarop een mes
trok en Bossers een snede toebracht
van het rechteroor tot in den hals, be
nevens een steek in de borst, terwijl
een slagader werd doorgesneden.
Hevig bloedend werd B. een win
kel binnengedragen, waar hij kort
daarop tengevolge van bloedverlies
overleed.
Kaptein nam de vlucht, het mes
wegwerpende, doch meldde zich Jater
vrijwillig aan het politiebureau Tol
huislaan aan. De dader werd naar hel
huis van bewaring overgebracht en
het lijk ter gerechtelijke schouwing
naar het Ziekenhuis.
ZONDERLING HEERSCHAP.
Vrijdagnacht werd op een bank ln
de Westerlaan te Zwolle aangetrof
fen een Duitscher, die in het bezit
was van twee groote handvaliezen
en van ƒ17000 in bankbiljetten van
duizend gulden, die hij verklaarde
Donderdag bij een notaris te Dor
drecht te hebben ontvangen om daar
mede een voor hem in aanbouw zijnd
ijzeren schip te betalen.
Daar hij te Zwolle onbekend was
en bang was, met het oog op dat vele
geld, in een logement te gaan, ver
klaarde hij die hank als rustplaats te
hebben verkozen. Uit een ontvangen
telegram van genoemden notaris
bleek, dat hij werkelijk dat geld
daar had ontvangen.
Naar het Engelsch,
door
ïrtliur W. Marchnfönt
lij
Maar t'oen zij was heengegaan, stak
hij zijn handen op.
Goede HemelNu nog tot den
bedelstaf gebracht ook t Arm kind
Arm kind I
HOOFDSTUK VI.
Olive nam liet bericht van het ver
lies van haar fortuin met verrasson
de kalmte op.
Mijnheer Casement hield het feit
van het verlies van het testament zoo
lang als hij durfde voor zich; en on-
'jler het voorwendsel van alle papie
ren van zijn overleden cliënt na te
Zoeken, had hij iéder hoekje en gaat
je van hot landhuis nagezocht sinds
zijii terugkeer tot den dag van do be-
'grafenis.
Maar toen meest Olive de waarheid
Wat zal het voor mij beteekenen,
Mijnheer Casement? vroeg zij.
Waarschijnlijk een lang proces.
Ik heb de instructies en een uittrek-
sol van het testament en zal natuur
lijk probeeren dat uittreksel voor de
wet geldig te laten verklaren.
En als dat niet lukt?
Dan zal alles afhaugen van dat
beweerde huwelijk. Als dat werkelijk
heeft plaats gehad, dan vrees ik, dat
alles wat uw vader bezat, zal gaan
naar do vrouw, die beweert zijn echt-
genoote te zijn. Maar wanhoop nu
nog niet, natuurlijk.
Ik zal nooit wanhopen. Over het
geld heb ik zooveel zorg niet, maar
wel over den goeden naam van mijn
vader. Ik ben besloten dat op te hel
deren.
Natuurlijk is u dat en ik ben
evenzeer besloten u daarin te helpen.
Maar ofschoon jonge rnenschen zoo
als u gewoon zijn licht over aardsche
goederen te denken, wij ouderen be
schouwen dat anders.
Wat kunnen die Merridews
doen vroeg zij daarop.
Niets, zonder een lang proces; en
ik zou denken, dat een of andere
overeenkomst....
Ik wil geen overeenkomst met
hen. Als het fortuin van hen is, dan
zullen zij het hebbon, Mijnheer Case-
ment. Een overeenkomst te sluiten
znii o-Aliilc staan met hun rech
ten to erkennen, verklaarde Olive
flink. Het is waar, of hot is een len
gen
Zij bleef onwankelbaar bij dat be
sluit.
Maar Mijnhoor Casement had zich
vergist toon hij verklaarde, dat moe-
dar an zoon Merridew niets konden
doen. Hij had zoo gesproken, terwijl
hij nog niet bekend was met een
niouw ongeluk, dat hij niet te weten
kwam, totdat hij op zijn bureau te
rugkeerde. Daar was even te voren
brand geweest; en daarbij was het
Uittreksel van het testament ver
brand.
iTitusschen handelde Gilbert Merri
dew met de grootst mogelijke gesle
penheid. Hij had vol zorg gewacht of
or ook een ander testament dan dat
hij had weggemaakt, voor don dag
kwam en toen dat niet gebeurde, ging
hij naar Silverbeeeb,
Jack was daar even to voren; en er
had oen lang en zeer roerend onder
houd plaats gehad tusschen Iwm en
Olivo. Zij had hem verteld, dot haar
vermogen waarschijnlijk verloren
was en oprechte, flinke vent als hij
was, had hii er zeer op aangsdrongen
dat zij dadelijk mot hom zou trouwen.
Ik zei immers onlangs nog, dat
ik zoo graag eons op do proef gesteld
zou willen worden, lieve, zei hij. Het
maakt voor mij geen. verschil. Wij
zullen doen, wat ik toon voorstelde.
•Laten deze dieven van hun buit ge
nieten; en dan gaan wij samen naar
Amerika. Jou wil ik hebben, nlot je
geld I
Maar zij wilde daar niet van hoo-
ren. De woonden van zijn moeder
klonken haar nog in de oorenen de
warme blos van schaamte die deze
woorden bij haar hadden opgewekt,
kwam weer terug, alleen bij de her
innering. Zij wilde niet trouwen
voordat deas afschuwelijke hindernis
was weggeruimd.
Hij boploitto zijn zaak en drong
steeds sterker aan, zich uitputtende
ln het bedenken van redenenmaar
zij bleef onvermurwbaar.
Ik zal er mijn leven" Voor govon
om den naam van miin dierbaron va
der te zuiverenen ih zal nooit op
houden daarvoor mijn best te doen,
totdat ik sterf of een ongeluk krijg.
Dan zullen wij het samen doen,
riep hij uit.
Neen, Jack, neen. Vraag mij dat
niet. Ik zal niet trouwen totdat Ik
de wereld in het aangezicht kan zien
en aanspraak maken op de positio,
die mij rechtens toekomt. Jo weetniet
wat hot mij kost je weg te zenden;
maar het moet zijd.
En hij was gedwongen geweest hoen
te gaan zonder in Btaat te zijn haar
in haar besluit te doen wankelen.
Toen Gilbert Merridew kwam, bo-
gon hij mei zijn groote deelneming
aan Ollve te betuigen. Geen spoor van
drift was nu aan hem te bespeuren-;
hij was zoo beleefd cn vriendelijk
alsof rust voor haar de eenige ge
dachte was, die hem bezielde.
Hij zoide dat zijn eenig verlangen
was een vriend voor haar te zijnen
hij gaf haar te verstaan, dat zijn hu-
welijksvoorstel van onlangs hem in
don mond gegeven was zoowel door
zij in eigen gevoelen als door het ver
langen haar dit verdriet te besparen.
Als de zaken maar anders geloo-
pen waren, als u er maar toe had
kunnen overgaan eon ander antwoord
te geven, dan zou dit alles vermeden
zijn en de onverbiddelijke waarheid
zou geheim geblevon zijn, zei hij spij
tig.
Dit voorwendsel maakte echter op
Olive niet den minsten indruk.
U wist van dit zoogenaamde hu
welijk toen ik onlangs hier was. niet
waar-? vroeg zij. Waarom sprak u-er
niet over met mijn vader-?
Het was meer een zaak van mijn
moeder dan van mij, antwoordde hij.
terwijl er een wolk over zijn gelaat
trok. Als ik zoo gelukkig geweeeUvas
uw hand te venvorvon, dan zou hot
niet noodig gewesst zijn het geheim
te ontslüieroü. Dan zöii allee terecht
gekomen zijn, zonder dat het ge
recht zich ér ©enigszins mee had te
bemoeien.
Mijn vader zou 'das hebben kutf-
nen zeggen, wat de waarheid was,
zei ze.
Het is nu nog niet te laat verdhre
moeilijkheden te voorkomen door het
zelfde middel, zei hij, haar met veel-
beteekenendem blik aankijkend. Dat
is een overeenkomst, waardoor het
gerecht geheel bulten onze zaak zou
blijven.
U bedoelt, dat ik met u zou trou«
wen, Mijn heer Merridew, om u van
een aandeel in het geld te verzekeren?
Ik bedoel, dot mijn aanbod, zoo
als ik u toen ook vertelde, gohoel be
langloos was gedaan. Ik wist. dat u
rechtens geen aanspraak had op ziin
geld.
Olive keek scherp op.
U wist dus toon al, dat het testa
ment van mijn vader niet zou. wor
den gevonden ?Dat l_s een voeibetee-
kenende opmerking, Mijnheer Merri
dew.
Zijn blik van oogenblikkelijke ver
legenheid ontsnapte niet aan haaf
schorpö oogen ,evenmin als ziin pte'
ging om die to verbergen, toen hij
zich tot een glimlach dwong.
Natuurlijk meende ik, dat heel&,
maal niet, antwoordde hij. Ik had all
'(Wófdt vervolgd).