HAARLEM'S DAGBLAD. TWEHS.S^S-_ Stadsnieuws ££8 Uit de Omstreken Onze Lachhoek, O, DIE HITTE! Gemeenteverslag, (Vervolg). OPENBARE WERKEN. De onderhoudswerken dezer ge meente zijn aanbesteed voor het tijd vak van vier jaren, loopende van 1 Tanuari 1908 tot 31 December 1909, De torens, welke het eigendom der gemeente zijn, worden voortdurend in eigen beheer onderhouden. Daar voor was op de begrooting een bedrag uitgetrokken van f 1200. Do oppervlakte der gemeente be draagt 653.08.04 Hectaren. Over 190? hebben do Inkomsten, door de gemeente genoten wegens verhuurde, in .erfpacht of op recogni tie uitgegeven gronden, voor zoover tot nu toe ontvangen, bedragen eene som van f 18.526.25J. Von 190G was de opbrengst /18.296.74J. WANDELPLAATSEN EN DE HOUT. Evenals vorige jaren word ook dit jaar voortgegaan met verbeteringen in de plantsoenen, het verbeteren dei- oevers langs de Bolwerken enz. In den Hout werd het laatste ge deelte verbeterd volgens het aangeno men plan. De werkzaamheden der volgende ja ren zullen zich in hoofdzaak moe ten bepalen tot gewoon onderhoud, 't verwijderen der slechte boomen en het inplanten van jonge exemplaren. In verband met de Spoorwegwerken moesten aan de Bolwerken enkele ver anderingen gemaakt worden, o.a. het aanleggen van een gedeelte plantsoen langs den Spoordijk. Bovendien moesten de oeverkanten aan beide zijden van den Kinderhuis- singel tusschen de Pieter-Klesbrug en het Westelijk viaduct in goeden staat worden gebracht, terwijl een verbin dingsweg voor voetgangers werd aan- Verschillende nieuwe aanplantingen werden gedaan, zoo o.a. bij het Open baar Slachthuis, bij de school in het Kleverpark en bij die in de Linscho- tenstraat en aan de Nassaulaan en Ged. Oude Gracht. Bloem- en bladplanten voor de per ken ln de plantsoenen kwamen voor het grootste gedeelte uit de gemeente- kweekerij. Nog altijd wordt verlangend uitge zien naar een goede gelegenheid voor het kweeken van bloemen en boomen. Op 31 December 1907 bevonden zich in de Singels: 6 zwanen en 40 witte kwakers. In de vijvers der begraaf plaats 6 witte kwakers. In den Hertenkamp: 32 grauwe wil de eenden, 6 talingen, 2 slabeenden, 2 pijlstaarten, 2 smienten, 1 madarijn- eend, 2 carollnaeenden, 6 kalkoenen en 2 pauwen. BESTRATINGEN. Het 'onderhoud der bestratingen wordt bij voortduring uitgevoerd door werklieden in dienst der gemeente. De in 1907 verstrate oppervlakte be draagt 121.685.37 vrk. M. De puinwegen verkeeren over het algemeen ln voldoenden toestand. Zij worden zooveel mogelijk met puin, grint of steenslag onderhouden en bij gewerkt. BAGGERWERKEN. De dienst der Gemeentereiniging is belast met het diep- en schoonhouden van de wateren en het ledigen der faecaliënputten. De uitgaaf voor baggerwerken heb ben in 1907 bedragen f 1550.56J. 'ARMWEZEN. •Van gemeentewege werden in 1907 3283 personen ondersteund. Het aantal voor gemeenterekening verpleegde krankzinnigen was 157, op 31 Dec. 1907 134, waarvoor de gemeen te betaalde aan verpleegkosten f 26.371.44J. Een gering bedrag daar van werd terug ontvangen. Over het Stads-Armen en Zieken huis, onder beheer van liet Burgerlijk Armbestuur, zijn door ons reeds me- dedeelingen gedaan. In het Et. Elisabeth's gasthuis wer den verpleegd 695 personen, tot een totaal der kosten van f 14198.82J. Voor eigen rekening werden verpleegd 73 personen, In de Stads-Apotheek zijn 15394 re cepten klaargemaakt voor het Bur- gorlijk Armbestuur en 5377 voor ge stichten en gasthuizen. GEMEENTE-POLITIE. In hel personeel van de politie zijn, behalve het ontslaan en benoemen van eenlge agenten van politie van verschillende klassen de na te noemen veranderingen gekomen. De Inspecteur van politie P. van Dam werd met ingang van 1 Maart 1907 benoemd tot adjunct-hoofdinspec teur van politie, terwijl de adjunct-in specteur van politie G. A. van der Beek met ingang van dien datum werd benoemd tot inspecteur van poli tie. Do adjunct-inspecteur van politie II. J. D. Doorman werd met ingang van 1 Januari 1907 voor den tijd van één jaar bij wijze van proef benoemd tot gezegde betrekking. Met ingang van 3 Mei 1907 werd J. Ch. Thoman bij wijze van proef voor- loopig voor den tijd van één jaar be noemd tot adjunct-inspecteur van po litie, en werd op zijn verzoek met in gang van 1 November 1907 als zooda nig eervol ontslagen. De adjunct-inspecteur van politie G. van Woerkom werd met ingang van 21 April 1907 opnieuw voor een proeftijd van één jaar als zoodanig benoemd. De klerk bij de politie C. F. G. Lo- renz werd met ingang van 16 Januari 1907 als zoodanig bij voortduring be noemd, en met ingang van 16 Juli d. a. v. op zijn verzoek eervol ontslagen. De klerk bij de politie A, Buwalda werd met ingang van 1 Januari 1907 voor den tijd van één jaar bij wijze van proef als zoodanig benoemd, en met ingang van 1 April d. a.V. op ver zoek eervol ontslagen. De klerk L. Seheijgrond werd met ingang van 16 Juni 1907 als zoodanig bij voortduring benoemd. Met ingang van 1 Mei 1907 werd H. J. Visser bij wijze "van proef, voorloo- pig voor den tijd van één jaar, be noemd tot klerk bij de politie, terwijl eene gelijke benoeming ten deel viel aan P. van Toftgeren met ingang yan 16 Augustus 1907. De recherche te dezer stede is thanB ingedeeld als volgt: Afdeeling Misdrij ven: de rechercheurs M. L. van Halst en J. Brunt. Afdeeling Drankwet en Prostitutie enz.de rechercheurs H. W. van Zomeren en E. Fenger. Afdee ling StraatpoLitie: de rechercheurs P. E. Kamp, N. Selhorst, J. Brouwer en L. P. Kersten. Afdeeling Hondenbe lasting, Toezicht op Varkens, Mest- hoopen, Zonneschermen en Arbeids wet: de rechercheurs C. Band en J. v. Breemen. Afdeeling Arbeidswet, Var kens- en Mesthoopen: de rechercheurs J. Ennik en J, de Haan. Het politiecorps bestaat thans uit 1 hoofdinspecteur, 1 adjunct-hoofdin- spocteur van politie, 4 inspecteurs van politie, 1 inspecteur van politie, ad ministrateur, 5 adjuncUinspecturs van politie, 8 klerken, 96 agenten van po litie, waarvan 15 lot de le kl., 20 tot de 2o kl. en 61 tot de 8e kl., waaron der zijn begrepen do hiervoren ge noemde rechercheurs. Bovendien be- hooren nog 12 agenten van politie 4e klasse tot dit korps. Door den Commissaris van Politie zijn aan den heer Officier van Justitie ter vervolging ingezonden 1202 proces sen-verbaal. Voorts zijn opgemaakt ter zake van overtreding der algemee- n epolitieverordening 2037 processen- verbaal, waaronder 629 wegens open bare dronkenschap. Er zijn 24 vergunningen boven loet maximum» PROVINCIALE STATEN, (Vervolg). De heer Smeenge pleit voor de inwil liging van Schuttevaar's verzoek, evenals de heer Wibaut, De heer Van der Mersch wijst er op, dat groentenvervoer alleen in den zo mernacht plaats heeft, en dus een licht toch niet zoo noodig kan zijn; waartegenover de heer Smeenge op merkt, dat ook melk en kaas worden vervoerd, en dat or bij dit vervoer al tijd liaast is, zoodat de schippers den langeren en tevens duurderen weg niet kunnen nemen. Besloten wordt het verzoek oïn een licht te plaatsen op Saskerlei, af te wijzen, terwijl met 44 tegen 28 stem men het plaatsen van een licht op de Stiorop wordt goedgekeurd. Hierna wordt pauze gehouden. Na de pauze worden goedgekeurd verschillende polderreglementen. Me degedeeld wordt, dat de heer De Jong Schouwenburg aan Ged. Staten de volgende vragen wenscht te stellen, waartoe verlof wordt verleend: le. Zijn Ged. Staten bereid reeds nu toe zegging te doen, om, wanneer de on derhandelingen omtrent den wateraf voer uit de Vecht, hetzij wel, hetzij niet definitief, tot een afdoend resul taat hebben geleid, daarvan mededee- ling te doen? 2e. Zijn Ged. Stalen bereid bij de onderhandelingen dienaangaande re kening te houden met de omstandig heid, dat bij de droogmaking der plas sen beoosten de Vecht, de afwatering door de rivier de Vecht moet geschie den? Deze vragen zullen na afloop van de behandeling der andere punten aan de orde komen. In behandeling komt nu het melk- rapport met bet voorstel van de hee- ren Van Hamel en Caroli. De laatste licht het voorstel toe. Bij alle waar deering voor den arbeid der commis sie van rapporteurs achten de voor stellers het toch gcwenscht een meer critisch rapport te hebben bij de be handeling va ndit onderwerp. De heer K. Czn. de Boer en mr, Mou- thaan bestrijden dit voorstel op grond dat zij dit ln strijd achten met het reglement van orde, en omdat de Sta- ten zelf niet hebben ge wenscht de ar beid van een speciale commissie, maar van olie leden, Wenscht men na de behandeling in de openbare ver gadering nog nadere mededeolingen, nader onderzoek, dan kan dit weder om geschieden door een hernieuwd onderzoek in de afdeelingen. De heer Mouthaan meent dan ook, Ln tegenstelling met den heer Caroli, dat het rapport der afdeelingen zeer zeker kan zijn een handleiding voor de discussiën, De heer Van Hamel ontkent dat on derzoek in de afdeelingen uitsluit renvooi naar eenige commissie. De C. v. R. is een rapporteerende commissie en geen commissie van voorbereiding. Wat is er nu tegen, de zaak, waar over men 't rapport heeft gelezen, ter verdere voorbereiding te stellen ln handen eener commissie? Zulk een voorbereidende commissie kan per manent worden verklaard, eene C. v. R. niet. De bedoeling der voorstellers is, vóór de definitieve beslissing valt, een voorbereiding'te verkrijgen, die meer is dan een rapport der afdeelin gen. Spr. zou dus geen bezwaar hebben tegen de discussie, indien de moge lijkheid van renvooi naar een com missie maar open blijft. De heer Mouthaan blijft van mee ning, dat eik renvooi naar een com missie in strijd is met het reglement van orde. De voorzitter meent, dat het voor- stel-Caroli dus voor dit oogenbük als ingetrokken'kan worden beschouwd. De heer Vliegen zegt, dat in de af deelingen door-een lid van Ged. Sta ten is medegedeeld, dat de voorzitter voornemens was de heele zaak in han den eener commissie te stellen. Het kan dus wezen, dat sommige leden zich niet hebben voorbereid op deze discussie. De Voorzitter zegt, dat dit eerst 't geval zou zijn, indien de discussies zeer langdurig werden. De heer Hubrecht gelooft, dat vol doende blijkt, dat althans verschil lende leden niet genoegzaam zijn in gelicht, en acht het daarom ge- wenscht de zaak te behandelen in de najaarszitting, als wanneer Ged. Staten dan ook hun advies kunnen geven op de gedane voorstellen. De heer Roëll merkt op, dat de lieer Vliegen zeer goed weet, dat de heer Mouthaan zich in de afdeelingen ten sterkste verzet heeft tegen een uitstel in handen eener commissie. De heer dr. Timmer sluit zich aan bij "het denkbeeld van den heer Hu brecht spr. is wel dankbaar, maar ïiiet voldaan. De tijd is naar zijne meening veel te kort geweest om de leden behoorlijk voor te bereiden. De hear Vliegen constateert, dat 't denkbeeld eener commissie reeds be stond toen de zaak nog in de afdee lingen was. De heer Hubrecht stelt voor het rapport der C. v. R. te stellen in han den van Ged. Staten ter beantwoor ding, vooral omdat dit belangrijk rapport wel eenige aanleiding kan hebben gegeven tot gewijzigd voor stellen van Ged. Staten, De heer Wibaut meent, dat het voorstel-Caroli-Von Hamei de voor keur verdient boven dat van den heer Hubrecht ;z. i. is in de voorsteden van Ged. Staten weinig wijziging te verwachten. De heer Hazelhoff Roelfsema onder steunt het denkbeeld van den heer Hubrecht. Dit voorstel-Hubrecht wordt aan genomen met 53 tegen 17 stemmen, zoodat het rapport naar Ged. Staten wordt gerenvoyeerd. Aan de orde zijn thans de vragen door den heer De Jong Schouwen burg tot de Staten te richten inzake de Vecht-toestanden (zie boven). De heer De Jong Schouwenburg licht de door hem gestelde vragen toe met eene herinnering aan de gevoer de onderh an delingen inzake de droogmaking der plassen be-oosten de Vecht, waaruit blijkt, dat de Ro- geering voor de afwatering de rivier de Vecht gekozen hoeft. De afdoening dezer quaestle, reeds een halve eeuw oud, is niet alleen om de quaestie der afwatering, maar vooral voor de droogmaking der plassen, welke droogmaking eetn aanwinning van een uitgestrekt terrein zeer goed land zou ten gevolge hebben, zeer van be lang. Daarom heeft spr. zijne vragen gesteld. De heer Roëll zegt, dat Ged. Star ten stellig geen toezeggingen kunnen doen omtrent de richting waarin zij de onderhandelingen zulleai leiden. Hunnerzijds is het belaag dezer pro vincie bij 'ie droogmaking dier plas sen altijd ontkend, terwijl zij meenen, dat zij wel van belang is voor de pro vincie Utrecht. Over de onderhande lingen zelve, die door de Ged. Staten worden gevoerd .en dus niet bij de Staten aanhangig zijn, kan spr. geen mededeelingen doen. Wat de droog making d'er plassen betreft, deze is oen geheel afzonderlijke zaak, die niets heeft te maken met de eerste vraag. De heer De Jong Schouwenburg dankt voor de gegeven inlichtingsn on merkt op, dat hij zijn vragen juist gesteld heeft om de aandacht te ves tigen op het belang dei- droogmaking juist voor deze provincie. De heer Serrurier wijst op het ver band tusschen beide zaken. De heer Roëll blijft dit verband ont kennen. De vergadering wordt daarna in naam der Koningin gesloten. Post d. Vereen. „De R e l 8- duif". Gelijk met het Haarlemsch Bonds- concours hield de postduiven-vereeni- ging „De Reisduif" alhier haar eerste wedvlucht met jonge duiven van Roosendaal (95 K.M.) De volgorde van aankomst (waar voor diploma's worden uitgereikt) was C. Giebels le, 2e, 7e, 8ste en 9e pr. P. Bottelier 3e. J. K. Roussac Jr. 4e en 5e. J. in 't Hout 6e. Aangew. duif C. Giebels, 9 uur 44 min. 46 sec. In dit concours 45 duiven. Haarl. Postduivenbond. Uitslag van het bondsconcours van Roosendaal (95 K.M.) met jonge dui ven, broed 1908. De duiven werden met helder we der en Noordenwind ln vrijheid ge steld. In concours 188 duiven. (Klasse I). le pr. W. Traksel 9—17—31 2e pr. L. v. Bracht 9—1805 8e pr. J. Moerkerk 919—31 4e pr. H. Wijtkamp 927—21 5e pr. G. Giebels 9—SO—21 6e pr. W. Traksel 9—32—33 7e pr. H. Leenaarts 9—3357 8e pr. G. Giebels 9—34—42 9e pr. L. v. Bracht 935—36 lüe pr. P. Bottelier 9—86—20 lie pr. W. Horik 9—33—58 12e pr. Jac. Kroon 9—37—24 13e pr. W. Traksel 6—38—12 9-39-24 9-39—38 9—4012 9-40-12 917—81 91931 93442 93820 9-19-31 ^««1 »yij vernemen, zaï nei ran- farekorps van de Katoenmaatschap pij, directeur de heer Blad, deel ne men aan het concours, dat den 15den en 16den Augustus te Purmerend zal gehouden worden. 14e pr. W. F. v. Deelen 15e pr. L. v. Bracht 16e pr. H. v. Leen 17e pr. Chr. J. Geiszler 18e pr. J. K. Roussac Jr. 19e pr. J. K. Roussac Jr. le (Klasse II). Pr. W. Traksel 2e pr. J. Moerkerk 3e pr. C. Giebels 4e pr. P. Bottelier le (Klasse III). Pr. J. Moerkerk M uziekconcours. HEEMSTEDE. Raadsvergadering. Het eerste punt der agenda, die de raadsleden Dinsdagavond had saam geroepen, was de beëedtging en in stallatie van den heer J. G. Jansen Hendriks. De Voorzitter wenschte het nieuw* inkomende lid met hartelijke woor den geluk met zijn verkiezing, en sprak de verwachting uit, dat de heer Jansen Hendriks zijn beste krachten zou geven in het belang van de ge. meente. Punt 2. Aangeboden werd de gemeente-roke- ning over 1907. De ontvangsten zijn 115.933, de uitgaven f 109.108.78, zoo. dat het saldo 6824.22 is. Deze rekening zal gesteld worden in handen der financieele commissie voor advies. Punt 3. Ook werd in handen dezer commis sie gesteld de rekening van het Bur- gerlijk Armbestuur over 1907, die een' nadeelig saldo van f 102.20 aanwijst. Punt 4. In het college van Zetters treden periodiek af de heeren Th. Smit en 0. A. W. B. Braam. Aan Gedeputeerde Staten zal een voordracht gezonden worden, waarop behalve de aftredende leden, geplaatst werden de heeren S. Adriaanse en J. Roest Jr. Punt 5. Aan de orde kwam alsnu de vaststel- ling der verordening regelende den werkkring der Gascommissie (de be langrijkste bepalingen deelden wij reeds mede). Na het vragen van eenige Inlich tingen werd de verordening goedge keurd. Punt 6. Ook de ontworpen Instructie voor den directeur der gasfabriek werd in dier voege even besproken en na een' kleine onbelangrijke wijziging even eens goedgekeurd. Punt 7. Hierna kwam aan de orde de be noeming van een directeur der gasfa briek. De alphabetiscke voordracht bevatte de volgende namen J. J. F. J, Donkers, opzichter aan de gasfabriek en waterleiding te Enschedé G. F, H. Houben, werktuigkundig inge nieur, assistent aan de Westergasfa briek te Amsterdam P. J. Kummel. opzichter aan de Westergasfabriek tfl Amsterdam; en C. Polet, adjunct-di recteur van de gasfabriek te Hilver sum. De candidaten werden eerst ln een geheime vergadering besproken, waal1 mede een uurtie gemoeid was. Er werden 11 stemmen uitgebracht, waarvan 7 op den heer Houben en 4 op den heer Polet. Benoemd is dus de heer Houben. RONDVRAAG. De heer Droog bracht de wenscne- Naar de FLERS en de GAILLAVET. (Twee personen zitten op een bank). Het is tachtig graden in de scha duw, de temperatuur, die een beken den schrijver deed zeggen: „ik weet ;hiet4 hoe een ander er over denkt, maar ik vind dit wel een groote hitte voor zoo'n kleine stadl" Een van de twee personen op de bank is mager en dor, heeft grijzende bakkebaarden en op den neus een ge wichtig lorgnet, een zwart dasje en leest een deftige courant- De ander, blakend van gezondheid, is zwaarlij vig, rood en nat van zweet, draagt zijn hoed in den nek en zijn vest open'. D e d i k k e: Stof, stof, allemaal stofl De magere: Is u wijsgeer? D e d i k k e: Neen, mijnheer, ik ben voetganger en maak me boos over die doorzichtige wolk van heet zand en uitgedroogd slijk, waarmee de auto mobielen ons onophoudelijk overdek ken. De magere: Zomergenoegens, jnijnheer. De seizoenen zijn als de menschen: ze hebben de gebreken van hun deugden. Dit seizoen bedekt u met een onaangenaam stof, maar schenkt u als vergoeding zijn vroolijk licht en opwekkende warmte bij stroo men'. De dikke: Dat woord opwekkend is bewonderenswaardig. Zoo'n tempe ratuur is afstompend, overstelpend, afschuwelijk. Ik heb de kracht niet meer voor een beweging, noch voor een gedachte. Dèmagere: Daartegenover ge niet u van de welwillendheid. De zo mer vermindert wel onze stuwkracht, maar verkleint tegelijk onze aangebo ren kwaadaardigheid, die fle voor naamste vorm is van onze werkkracht. Zonder eenigen twijfel zijn de men schen in den zomer beter omdat ze lui zijn. Laat ons dus den zomer prijzen! De dikke (zijn gezicht afvegen de): U praat er gemakkelijk over. Denkt u, dat het plezierig is om te blazen als een zeekalf en te stroomen als een rivier? De magere: Spreek geen kwaad van den zomer; voor u eerst gedacht hebt aan de genoegens, die hij ons op levert; de verfrlsschende dranken, die wij door strootjes opzuigen want vochtig stroo, dat vroeger alleen in de gevangenissen voorkwam, is tegen woordig het voertuig van Amerikaan- sche dranken. Verder is er het genot van het eten van ijs, merk wel op, wolk een geest van tegenspraak er in de menschen schuilt. In de maand De cember, wanneer zij ijskoude dranken zouden kunnen hebben door die een oogenbük bulten te zetten, willen zij er niet van weten, maar in Augustus, als die verkoeling alleen kan worden verkregen met veel moeite of met scheikundige behandeling, vragen zij er zonder ophouden om. Voor wie ze weet te waardeeren levert de zomer nog tal van andere voordeelen op: zoo is verwisselen van ondergoed in den winter geen pleziertje, in den zomer een genot. In den zomer raken uw kennissen verspreid, uw familieleden verstrooid naar bergen en zeekusten; verplichte beleefdheden, visites zijn overbodig en de twee ergste kwellin gen waaraan wij lijden: Influenza en bij een ander uit eten gaan zijn voor eenige maanden afgeschaft- De schouwburgen zijn gesloten. Welnu, waarde buurman, wat zegt gij nu van de weldadon van den zomer? D e d I k k e (dio zich maar voortdu rend het zweet afdroogt): Ik zeg, he laas, dat die weldaden nu doen zwee- ton. De magere: Ga naar zee. De dikke: Die is te groot. D e m a g e r e; Dan naar de bergen. D e d 1 k k e: Die zijn me te hobg. D e m a g e r e: Of naar de woestijn. De dikke: Daar zijn te veel men schen. De magere: Ga dan een bad kuur maken. De dikke: Helaas, daarvoor ben ik te gezond. De magere: Klaagt u daarover? D e d i k k e: Natuurlijk. AJs iemand geen kwaaltje heeft, wat moet hij dan in de vacantie uitvoeren? Wij menschen hebben behoefte aan liefde rijke zorg. ln dit seizoen hebben al mijn vrienden een doel. De een gaat naar Aken, om er zijn rheumatiek te laten opvroolijken, de ander zijn keel te Cauterets, er zijn boffers, die hun graveel afleiding gaan bezorgen te Gontredéville. En zou ik mij dan moeten gaan vervelen in stille dorp jes, waar ik zonder verzachting de kwellingen van de warmte moet ver duren? De magere: Komaan, wees niet zoo wanhopig. Kunt u met goed zoe ken miet een klein kwaaltje, een heel kloin gebrekje, vinden? De dikke: Onmogelijk. Ik heb mij door tien dokters laten onderzoe ken en met hun allen hebben zij niet het geringste kwaaltje bij mij kunnen vinden. En dan beweren de menschen nog, dat de medische wetenschap voor uitgaat. 't Is verschrikkelijk, ik moet berusten in de voortdurende, onveran derlijke, triomfantelijke gezondheid. Domagere, 't Is merkwaardig. Verbeeld u, ik heb een vriend, die voortdurend bronchitis heeft. Zeven maal heeft hij die al gehad. Dat Is zijn normale toestand. Somtijds, heel zel den. heeft hij geen bronchitis en dan is hij ziek. D e d l k k e. Welnu, dat is een be langwekkend man, een voornaam man, die vertroeteld, verzorgd, ver wend moet worden. Zoolang mijn her innering strekt, heeft nog nooit Ie mand doze kleine, aangename, aan doenlijke vraag tot mij gerlohti „Hoe maak je het?" D e m a g e r e: WM jwggen jneP» schen dan? D e d i k k e: Ze zeggen: „ik zal jou maar niet vragen, hoe het je gaat; natuurlijk maak je het altijd goed." Is er een beleedigender formule denk baar? Vrij vertaald wordt er tot je ge zegd: je telt niet mee. Je bestaat niet, ik lach wat om je. Het spreekt dan ook van zelf, dat ik bij dames niet in de smaak vaL Ze luisteren niet eens naar me, wie er zoo welvarend uit ziet, moet wel een domoor wezen. Als ik naai' een betrekking solliciteer word ik afgewezen. Overal stuit ik op een minachtend glimlachje. O die gezond heid, ziedaar het eenige, dat je niet kunt laten verzorgen. Ik ben drie maanden te Vichy geweest, waar toch zooveel menschen zijn, die een kwaal hebben welnu, ik ben er zoo gezond als een visch vandaan gekomen, al leen met verlies van veel geld bij het kaartspel. De magere: En hoe stelt u zich dan uw toekomst voor? De dikke: Dat weet ik niet. On langs heb ik een kloek besluit geno men, namelijk om te trouwen... De magere: En hebt u daarvan weer afgezien? De dikke: Ik' moest wel, bij ge brek aan een levensgezelün. Ik heb mij aan verschillende meisjes laten voorstellen, overal ben ik afgewezen. Een heeft mij gezegd: „Ik zal er over denken, wanneer u drie jaar lang een vermageringskuur ondergaan hebt." De moeder van een andere zei: „Yan een huwelijk kan niets komen, u is al te welvarend". Ze hielden ine na tuurlijk voor oliedom. Als ik ooit trouwen wii zal het dus moeten zijn met een negerin of met een vrouw, die honderd kilo weegt, anders moot ik vrijgezel blijven, Domagere: Ik beklaag D e d 1 k k e: Daar heb je het alweer, u beklaagt mij. U kunt mij beklagen omdat u mager is. Zijn medemensch beklagen Is een soort van genoegen en ook dat ts ontzegd. zoo zijn medemenschen te beklagen, ze zouden me voor huichelaar uitmaken, want dat ik ook een gevoelig hart heb wil niemand gelooven. Als ik er een had, zeggen ze, zou ik nooit zoo dik geworden zijn. Zoo denkt iedereen en ik ben die meening maar gaan doe len. Dus heb ik geen hartl En dat doet me een verdriet! Ziedaar waarom ik den zomer haat, die mijn gezicht doet stralen van een ongeneeslijke gezond- heid."- VRAGENRUBRIEK UIT HET TxjD- SCHRIFT DE PLEZIERREIZIGER. Vragen: Mej. A. vrc^jt: Kan iemand mij een mooigelegen dorp in Tirol noemen, minstens 1200 meter boven den zeespie gel, waar gelegenheid Is, den P a r- s 11 a l onverkort te hoor en. Pension- prijs hoogstens f 2.50, orkest minstens 80 man. Dr. van K. vraagt: Kan een uitstap je door het Gaasterland verbonden worden met den Kaukasus? Of is het eiland Wight daartoe beter gelegen? Mej, de B. zoekt een zeeplaats in België, waar do bevolking Esperanto spreekt en telefonisch een vacantie- cursus in Parijs kan worden gevolgd. Jhr. v. d. L. denkt voor twee maan den met famlüo, gouvernante en be dienden zijn Intrek te nemen ln een hótel eerste klasse aan het meer van Genève en verzoekt daartoe een ge bruikten Baedeker ter leen. Kapitein ton W. wenscht opgavo van een gezond dorp op de Veluwe, waar het blijvend gedeelte de vreemdelin gen niet afzet en niemand zijn mee ning over het blijvend gedeelte vraagt. De rentenier D. verzoekt Inlichting over de vraag, of de top van den Mat- terhorn geschikt is voor een langdurig verblijf, hoe daar de belasting is inge richt en of eigen aangifte wordt toe gelaten', r£a t woord èbj pr. Van der F. Jawel, u kunt naar zwaarlijvig lj ft 1b llh ttfefr bei nieuwe tarief uw. schoonmoeder als bagage aangeven, wanneer zij niet meer dan 150 kilogram weegt. In de tweede klasse gaat het bezwaarlijk, een piano als handbagage mee te ne men. Voor uw kleine vindt u alles in Zwitserland zelf. Een koe uit de Pur« mer behoeft niet te worden meegemy men. Mej. Johanna X. Tegen de muggen* plaag zijn zeer afdoende middelen: da* gelijks een bad in petroleum en vijf- zware sigaren daags. Familie G. In de hotels op dat ei< land is het inderdaad gebruikelijk, lichten van de zee op de rekening \f zetten. Studont C. K. Voor een reis naar Monte Carlo hebt u niets méér noodig^ dan eon retourbiljet en vijf francs,: Het komt er maar op aan, die op het goede nummer te zetten. IN HET HÓTEL'. Goeden avond. Dat kost twee gulden. Wat kost twee gulden? Deze toespraak. Zij geeft wérk* aftS onze administratie en alle arbeid voq? de gasten wordt op de rekening ge» zet. Kan Ik een kamer bij u krijgen? Het spijt mij, mijnheer, het hótel IS overvol. Dan zal lk' een ander logement zooi ken. De andere zijn ook" vol. Maar als zich wilt verbinden om minstens veen tien dagen te blijven, is ons hótel niet; overvol en kunt u een salon krijgen. Op welke verdieping? Óp de eerste, van bovenaf gerekend,- Zooveel trappen kan ik niet metf» Maak u niet ongerust, mijnheer* wij bouwen het volgende jaar een Hw zoodat u het dan gemakkelijk hebbed, zal» Jb er oen bed In dien salon? Zeker, reist u alleen? Dan zijn er twee bedden lij (fail TRfp ion, die u belde zult moeten betalen;"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 11