HAARLEM'S DAGBLAD. TWEHS.S^S-_
Stadsnieuws
££8
Uit de Omstreken
Onze Lachhoek,
O, DIE HITTE!
Gemeenteverslag,
(Vervolg).
OPENBARE WERKEN.
De onderhoudswerken dezer ge
meente zijn aanbesteed voor het tijd
vak van vier jaren, loopende van 1
Tanuari 1908 tot 31 December 1909,
De torens, welke het eigendom der
gemeente zijn, worden voortdurend
in eigen beheer onderhouden. Daar
voor was op de begrooting een bedrag
uitgetrokken van f 1200.
Do oppervlakte der gemeente be
draagt 653.08.04 Hectaren.
Over 190? hebben do Inkomsten,
door de gemeente genoten wegens
verhuurde, in .erfpacht of op recogni
tie uitgegeven gronden, voor zoover
tot nu toe ontvangen, bedragen eene
som van f 18.526.25J.
Von 190G was de opbrengst /18.296.74J.
WANDELPLAATSEN EN DE HOUT.
Evenals vorige jaren word ook dit
jaar voortgegaan met verbeteringen
in de plantsoenen, het verbeteren dei-
oevers langs de Bolwerken enz.
In den Hout werd het laatste ge
deelte verbeterd volgens het aangeno
men plan.
De werkzaamheden der volgende ja
ren zullen zich in hoofdzaak moe
ten bepalen tot gewoon onderhoud, 't
verwijderen der slechte boomen en het
inplanten van jonge exemplaren.
In verband met de Spoorwegwerken
moesten aan de Bolwerken enkele ver
anderingen gemaakt worden, o.a. het
aanleggen van een gedeelte plantsoen
langs den Spoordijk.
Bovendien moesten de oeverkanten
aan beide zijden van den Kinderhuis-
singel tusschen de Pieter-Klesbrug en
het Westelijk viaduct in goeden staat
worden gebracht, terwijl een verbin
dingsweg voor voetgangers werd aan-
Verschillende nieuwe aanplantingen
werden gedaan, zoo o.a. bij het Open
baar Slachthuis, bij de school in het
Kleverpark en bij die in de Linscho-
tenstraat en aan de Nassaulaan en
Ged. Oude Gracht.
Bloem- en bladplanten voor de per
ken ln de plantsoenen kwamen voor
het grootste gedeelte uit de gemeente-
kweekerij.
Nog altijd wordt verlangend uitge
zien naar een goede gelegenheid voor
het kweeken van bloemen en boomen.
Op 31 December 1907 bevonden zich
in de Singels: 6 zwanen en 40 witte
kwakers. In de vijvers der begraaf
plaats 6 witte kwakers.
In den Hertenkamp: 32 grauwe wil
de eenden, 6 talingen, 2 slabeenden, 2
pijlstaarten, 2 smienten, 1 madarijn-
eend, 2 carollnaeenden, 6 kalkoenen
en 2 pauwen.
BESTRATINGEN.
Het 'onderhoud der bestratingen
wordt bij voortduring uitgevoerd door
werklieden in dienst der gemeente.
De in 1907 verstrate oppervlakte be
draagt 121.685.37 vrk. M.
De puinwegen verkeeren over het
algemeen ln voldoenden toestand. Zij
worden zooveel mogelijk met puin,
grint of steenslag onderhouden en bij
gewerkt.
BAGGERWERKEN.
De dienst der Gemeentereiniging is
belast met het diep- en schoonhouden
van de wateren en het ledigen der
faecaliënputten.
De uitgaaf voor baggerwerken heb
ben in 1907 bedragen f 1550.56J.
'ARMWEZEN.
•Van gemeentewege werden in 1907
3283 personen ondersteund.
Het aantal voor gemeenterekening
verpleegde krankzinnigen was 157, op
31 Dec. 1907 134, waarvoor de gemeen
te betaalde aan verpleegkosten
f 26.371.44J. Een gering bedrag daar
van werd terug ontvangen.
Over het Stads-Armen en Zieken
huis, onder beheer van liet Burgerlijk
Armbestuur, zijn door ons reeds me-
dedeelingen gedaan.
In het Et. Elisabeth's gasthuis wer
den verpleegd 695 personen, tot een
totaal der kosten van f 14198.82J. Voor
eigen rekening werden verpleegd 73
personen,
In de Stads-Apotheek zijn 15394 re
cepten klaargemaakt voor het Bur-
gorlijk Armbestuur en 5377 voor ge
stichten en gasthuizen.
GEMEENTE-POLITIE.
In hel personeel van de politie zijn,
behalve het ontslaan en benoemen
van eenlge agenten van politie van
verschillende klassen de na te noemen
veranderingen gekomen.
De Inspecteur van politie P. van
Dam werd met ingang van 1 Maart
1907 benoemd tot adjunct-hoofdinspec
teur van politie, terwijl de adjunct-in
specteur van politie G. A. van der
Beek met ingang van dien datum
werd benoemd tot inspecteur van poli
tie.
Do adjunct-inspecteur van politie
II. J. D. Doorman werd met ingang
van 1 Januari 1907 voor den tijd van
één jaar bij wijze van proef benoemd
tot gezegde betrekking.
Met ingang van 3 Mei 1907 werd J.
Ch. Thoman bij wijze van proef voor-
loopig voor den tijd van één jaar be
noemd tot adjunct-inspecteur van po
litie, en werd op zijn verzoek met in
gang van 1 November 1907 als zooda
nig eervol ontslagen.
De adjunct-inspecteur van politie
G. van Woerkom werd met ingang
van 21 April 1907 opnieuw voor een
proeftijd van één jaar als zoodanig
benoemd.
De klerk bij de politie C. F. G. Lo-
renz werd met ingang van 16 Januari
1907 als zoodanig bij voortduring be
noemd, en met ingang van 16 Juli d.
a. v. op zijn verzoek eervol ontslagen.
De klerk bij de politie A, Buwalda
werd met ingang van 1 Januari 1907
voor den tijd van één jaar bij wijze
van proef als zoodanig benoemd, en
met ingang van 1 April d. a.V. op ver
zoek eervol ontslagen.
De klerk L. Seheijgrond werd met
ingang van 16 Juni 1907 als zoodanig
bij voortduring benoemd.
Met ingang van 1 Mei 1907 werd H.
J. Visser bij wijze "van proef, voorloo-
pig voor den tijd van één jaar, be
noemd tot klerk bij de politie, terwijl
eene gelijke benoeming ten deel viel
aan P. van Toftgeren met ingang yan
16 Augustus 1907.
De recherche te dezer stede is thanB
ingedeeld als volgt: Afdeeling Misdrij
ven: de rechercheurs M. L. van Halst
en J. Brunt. Afdeeling Drankwet en
Prostitutie enz.de rechercheurs H.
W. van Zomeren en E. Fenger. Afdee
ling StraatpoLitie: de rechercheurs P.
E. Kamp, N. Selhorst, J. Brouwer
en L. P. Kersten. Afdeeling Hondenbe
lasting, Toezicht op Varkens, Mest-
hoopen, Zonneschermen en Arbeids
wet: de rechercheurs C. Band en J. v.
Breemen. Afdeeling Arbeidswet, Var
kens- en Mesthoopen: de rechercheurs
J. Ennik en J, de Haan.
Het politiecorps bestaat thans uit 1
hoofdinspecteur, 1 adjunct-hoofdin-
spocteur van politie, 4 inspecteurs van
politie, 1 inspecteur van politie, ad
ministrateur, 5 adjuncUinspecturs van
politie, 8 klerken, 96 agenten van po
litie, waarvan 15 lot de le kl., 20 tot
de 2o kl. en 61 tot de 8e kl., waaron
der zijn begrepen do hiervoren ge
noemde rechercheurs. Bovendien be-
hooren nog 12 agenten van politie 4e
klasse tot dit korps.
Door den Commissaris van Politie
zijn aan den heer Officier van Justitie
ter vervolging ingezonden 1202 proces
sen-verbaal. Voorts zijn opgemaakt
ter zake van overtreding der algemee-
n epolitieverordening 2037 processen-
verbaal, waaronder 629 wegens open
bare dronkenschap.
Er zijn 24 vergunningen boven loet
maximum»
PROVINCIALE STATEN,
(Vervolg).
De heer Smeenge pleit voor de inwil
liging van Schuttevaar's verzoek,
evenals de heer Wibaut,
De heer Van der Mersch wijst er op,
dat groentenvervoer alleen in den zo
mernacht plaats heeft, en dus een
licht toch niet zoo noodig kan zijn;
waartegenover de heer Smeenge op
merkt, dat ook melk en kaas worden
vervoerd, en dat or bij dit vervoer al
tijd liaast is, zoodat de schippers den
langeren en tevens duurderen weg
niet kunnen nemen.
Besloten wordt het verzoek oïn een
licht te plaatsen op Saskerlei, af te
wijzen, terwijl met 44 tegen 28 stem
men het plaatsen van een licht op de
Stiorop wordt goedgekeurd.
Hierna wordt pauze gehouden.
Na de pauze worden goedgekeurd
verschillende polderreglementen. Me
degedeeld wordt, dat de heer De Jong
Schouwenburg aan Ged. Staten de
volgende vragen wenscht te stellen,
waartoe verlof wordt verleend: le.
Zijn Ged. Staten bereid reeds nu toe
zegging te doen, om, wanneer de on
derhandelingen omtrent den wateraf
voer uit de Vecht, hetzij wel, hetzij
niet definitief, tot een afdoend resul
taat hebben geleid, daarvan mededee-
ling te doen?
2e. Zijn Ged. Stalen bereid bij de
onderhandelingen dienaangaande re
kening te houden met de omstandig
heid, dat bij de droogmaking der plas
sen beoosten de Vecht, de afwatering
door de rivier de Vecht moet geschie
den?
Deze vragen zullen na afloop van
de behandeling der andere punten aan
de orde komen.
In behandeling komt nu het melk-
rapport met bet voorstel van de hee-
ren Van Hamel en Caroli. De laatste
licht het voorstel toe. Bij alle waar
deering voor den arbeid der commis
sie van rapporteurs achten de voor
stellers het toch gcwenscht een meer
critisch rapport te hebben bij de be
handeling va ndit onderwerp.
De heer K. Czn. de Boer en mr, Mou-
thaan bestrijden dit voorstel op grond
dat zij dit ln strijd achten met het
reglement van orde, en omdat de Sta-
ten zelf niet hebben ge wenscht de ar
beid van een speciale commissie,
maar van olie leden, Wenscht men
na de behandeling in de openbare ver
gadering nog nadere mededeolingen,
nader onderzoek, dan kan dit weder
om geschieden door een hernieuwd
onderzoek in de afdeelingen.
De heer Mouthaan meent dan ook,
Ln tegenstelling met den heer Caroli,
dat het rapport der afdeelingen zeer
zeker kan zijn een handleiding voor
de discussiën,
De heer Van Hamel ontkent dat on
derzoek in de afdeelingen uitsluit
renvooi naar eenige commissie. De C.
v. R. is een rapporteerende commissie
en geen commissie van voorbereiding.
Wat is er nu tegen, de zaak, waar
over men 't rapport heeft gelezen, ter
verdere voorbereiding te stellen ln
handen eener commissie? Zulk een
voorbereidende commissie kan per
manent worden verklaard, eene C. v.
R. niet. De bedoeling der voorstellers
is, vóór de definitieve beslissing valt,
een voorbereiding'te verkrijgen, die
meer is dan een rapport der afdeelin
gen.
Spr. zou dus geen bezwaar hebben
tegen de discussie, indien de moge
lijkheid van renvooi naar een com
missie maar open blijft.
De heer Mouthaan blijft van mee
ning, dat eik renvooi naar een com
missie in strijd is met het reglement
van orde.
De voorzitter meent, dat het voor-
stel-Caroli dus voor dit oogenbük als
ingetrokken'kan worden beschouwd.
De heer Vliegen zegt, dat in de af
deelingen door-een lid van Ged. Sta
ten is medegedeeld, dat de voorzitter
voornemens was de heele zaak in han
den eener commissie te stellen. Het
kan dus wezen, dat sommige leden
zich niet hebben voorbereid op deze
discussie.
De Voorzitter zegt, dat dit eerst 't
geval zou zijn, indien de discussies
zeer langdurig werden.
De heer Hubrecht gelooft, dat vol
doende blijkt, dat althans verschil
lende leden niet genoegzaam zijn in
gelicht, en acht het daarom ge-
wenscht de zaak te behandelen in de
najaarszitting, als wanneer Ged.
Staten dan ook hun advies kunnen
geven op de gedane voorstellen.
De heer Roëll merkt op, dat de
lieer Vliegen zeer goed weet, dat de
heer Mouthaan zich in de afdeelingen
ten sterkste verzet heeft tegen een
uitstel in handen eener commissie.
De heer dr. Timmer sluit zich aan
bij "het denkbeeld van den heer Hu
brecht spr. is wel dankbaar, maar
ïiiet voldaan. De tijd is naar zijne
meening veel te kort geweest om de
leden behoorlijk voor te bereiden.
De hear Vliegen constateert, dat 't
denkbeeld eener commissie reeds be
stond toen de zaak nog in de afdee
lingen was.
De heer Hubrecht stelt voor het
rapport der C. v. R. te stellen in han
den van Ged. Staten ter beantwoor
ding, vooral omdat dit belangrijk
rapport wel eenige aanleiding kan
hebben gegeven tot gewijzigd voor
stellen van Ged. Staten,
De heer Wibaut meent, dat het
voorstel-Caroli-Von Hamei de voor
keur verdient boven dat van den heer
Hubrecht ;z. i. is in de voorsteden
van Ged. Staten weinig wijziging te
verwachten.
De heer Hazelhoff Roelfsema onder
steunt het denkbeeld van den heer
Hubrecht.
Dit voorstel-Hubrecht wordt aan
genomen met 53 tegen 17 stemmen,
zoodat het rapport naar Ged. Staten
wordt gerenvoyeerd.
Aan de orde zijn thans de vragen
door den heer De Jong Schouwen
burg tot de Staten te richten inzake
de Vecht-toestanden (zie boven).
De heer De Jong Schouwenburg
licht de door hem gestelde vragen toe
met eene herinnering aan de gevoer
de onderh an delingen inzake de
droogmaking der plassen be-oosten
de Vecht, waaruit blijkt, dat de Ro-
geering voor de afwatering de rivier
de Vecht gekozen hoeft. De afdoening
dezer quaestle, reeds een halve eeuw
oud, is niet alleen om de quaestie
der afwatering, maar vooral voor de
droogmaking der plassen, welke
droogmaking eetn aanwinning van
een uitgestrekt terrein zeer goed land
zou ten gevolge hebben, zeer van be
lang. Daarom heeft spr. zijne vragen
gesteld.
De heer Roëll zegt, dat Ged. Star
ten stellig geen toezeggingen kunnen
doen omtrent de richting waarin zij
de onderhandelingen zulleai leiden.
Hunnerzijds is het belaag dezer pro
vincie bij 'ie droogmaking dier plas
sen altijd ontkend, terwijl zij meenen,
dat zij wel van belang is voor de pro
vincie Utrecht. Over de onderhande
lingen zelve, die door de Ged. Staten
worden gevoerd .en dus niet bij de
Staten aanhangig zijn, kan spr. geen
mededeelingen doen. Wat de droog
making d'er plassen betreft, deze is
oen geheel afzonderlijke zaak, die
niets heeft te maken met de eerste
vraag.
De heer De Jong Schouwenburg
dankt voor de gegeven inlichtingsn
on merkt op, dat hij zijn vragen juist
gesteld heeft om de aandacht te ves
tigen op het belang dei- droogmaking
juist voor deze provincie.
De heer Serrurier wijst op het ver
band tusschen beide zaken.
De heer Roëll blijft dit verband ont
kennen.
De vergadering wordt daarna in
naam der Koningin gesloten.
Post d. Vereen. „De R e l 8-
duif".
Gelijk met het Haarlemsch Bonds-
concours hield de postduiven-vereeni-
ging „De Reisduif" alhier haar eerste
wedvlucht met jonge duiven van
Roosendaal (95 K.M.)
De volgorde van aankomst (waar
voor diploma's worden uitgereikt)
was
C. Giebels le, 2e, 7e, 8ste en 9e pr.
P. Bottelier 3e.
J. K. Roussac Jr. 4e en 5e.
J. in 't Hout 6e.
Aangew. duif C. Giebels, 9 uur 44
min. 46 sec.
In dit concours 45 duiven.
Haarl. Postduivenbond.
Uitslag van het bondsconcours van
Roosendaal (95 K.M.) met jonge dui
ven, broed 1908.
De duiven werden met helder we
der en Noordenwind ln vrijheid ge
steld.
In concours 188 duiven.
(Klasse I).
le pr. W. Traksel 9—17—31
2e pr. L. v. Bracht 9—1805
8e pr. J. Moerkerk 919—31
4e pr. H. Wijtkamp 927—21
5e pr. G. Giebels 9—SO—21
6e pr. W. Traksel 9—32—33
7e pr. H. Leenaarts 9—3357
8e pr. G. Giebels 9—34—42
9e pr. L. v. Bracht 935—36
lüe pr. P. Bottelier 9—86—20
lie pr. W. Horik 9—33—58
12e pr. Jac. Kroon 9—37—24
13e pr. W. Traksel 6—38—12
9-39-24
9-39—38
9—4012
9-40-12
917—81
91931
93442
93820
9-19-31
^««1 »yij vernemen, zaï nei ran-
farekorps van de Katoenmaatschap
pij, directeur de heer Blad, deel ne
men aan het concours, dat den 15den
en 16den Augustus te Purmerend zal
gehouden worden.
14e
pr.
W. F. v. Deelen
15e
pr.
L. v. Bracht
16e
pr.
H. v. Leen
17e
pr.
Chr. J. Geiszler
18e
pr.
J. K. Roussac Jr.
19e
pr.
J. K. Roussac Jr.
le
(Klasse II).
Pr.
W. Traksel
2e
pr.
J. Moerkerk
3e
pr.
C. Giebels
4e
pr.
P. Bottelier
le
(Klasse III).
Pr.
J. Moerkerk
M
uziekconcours.
HEEMSTEDE.
Raadsvergadering.
Het eerste punt der agenda, die de
raadsleden Dinsdagavond had saam
geroepen, was de beëedtging en in
stallatie van den heer J. G. Jansen
Hendriks.
De Voorzitter wenschte het nieuw*
inkomende lid met hartelijke woor
den geluk met zijn verkiezing, en
sprak de verwachting uit, dat de heer
Jansen Hendriks zijn beste krachten
zou geven in het belang van de ge.
meente.
Punt 2.
Aangeboden werd de gemeente-roke-
ning over 1907. De ontvangsten zijn
115.933, de uitgaven f 109.108.78, zoo.
dat het saldo 6824.22 is.
Deze rekening zal gesteld worden
in handen der financieele commissie
voor advies.
Punt 3.
Ook werd in handen dezer commis
sie gesteld de rekening van het Bur-
gerlijk Armbestuur over 1907, die een'
nadeelig saldo van f 102.20 aanwijst.
Punt 4.
In het college van Zetters treden
periodiek af de heeren Th. Smit en 0.
A. W. B. Braam.
Aan Gedeputeerde Staten zal een
voordracht gezonden worden, waarop
behalve de aftredende leden, geplaatst
werden de heeren S. Adriaanse en J.
Roest Jr.
Punt 5.
Aan de orde kwam alsnu de vaststel-
ling der verordening regelende den
werkkring der Gascommissie (de be
langrijkste bepalingen deelden wij
reeds mede).
Na het vragen van eenige Inlich
tingen werd de verordening goedge
keurd.
Punt 6.
Ook de ontworpen Instructie voor
den directeur der gasfabriek werd in
dier voege even besproken en na een'
kleine onbelangrijke wijziging even
eens goedgekeurd.
Punt 7.
Hierna kwam aan de orde de be
noeming van een directeur der gasfa
briek. De alphabetiscke voordracht
bevatte de volgende namen J. J. F. J,
Donkers, opzichter aan de gasfabriek
en waterleiding te Enschedé G. F,
H. Houben, werktuigkundig inge
nieur, assistent aan de Westergasfa
briek te Amsterdam P. J. Kummel.
opzichter aan de Westergasfabriek tfl
Amsterdam; en C. Polet, adjunct-di
recteur van de gasfabriek te Hilver
sum.
De candidaten werden eerst ln een
geheime vergadering besproken, waal1
mede een uurtie gemoeid was.
Er werden 11 stemmen uitgebracht,
waarvan 7 op den heer Houben en 4
op den heer Polet.
Benoemd is dus de heer Houben.
RONDVRAAG.
De heer Droog bracht de wenscne-
Naar de FLERS en de GAILLAVET.
(Twee personen zitten op een bank).
Het is tachtig graden in de scha
duw, de temperatuur, die een beken
den schrijver deed zeggen: „ik weet
;hiet4 hoe een ander er over denkt,
maar ik vind dit wel een groote hitte
voor zoo'n kleine stadl"
Een van de twee personen op de
bank is mager en dor, heeft grijzende
bakkebaarden en op den neus een ge
wichtig lorgnet, een zwart dasje en
leest een deftige courant- De ander,
blakend van gezondheid, is zwaarlij
vig, rood en nat van zweet, draagt
zijn hoed in den nek en zijn vest
open'.
D e d i k k e: Stof, stof, allemaal
stofl
De magere: Is u wijsgeer?
D e d i k k e: Neen, mijnheer, ik ben
voetganger en maak me boos over die
doorzichtige wolk van heet zand en
uitgedroogd slijk, waarmee de auto
mobielen ons onophoudelijk overdek
ken.
De magere: Zomergenoegens,
jnijnheer. De seizoenen zijn als de
menschen: ze hebben de gebreken van
hun deugden. Dit seizoen bedekt u
met een onaangenaam stof, maar
schenkt u als vergoeding zijn vroolijk
licht en opwekkende warmte bij stroo
men'.
De dikke: Dat woord opwekkend
is bewonderenswaardig. Zoo'n tempe
ratuur is afstompend, overstelpend,
afschuwelijk. Ik heb de kracht niet
meer voor een beweging, noch voor
een gedachte.
Dèmagere: Daartegenover ge
niet u van de welwillendheid. De zo
mer vermindert wel onze stuwkracht,
maar verkleint tegelijk onze aangebo
ren kwaadaardigheid, die fle voor
naamste vorm is van onze werkkracht.
Zonder eenigen twijfel zijn de men
schen in den zomer beter omdat ze lui
zijn. Laat ons dus den zomer prijzen!
De dikke (zijn gezicht afvegen
de): U praat er gemakkelijk over.
Denkt u, dat het plezierig is om te
blazen als een zeekalf en te stroomen
als een rivier?
De magere: Spreek geen kwaad
van den zomer; voor u eerst gedacht
hebt aan de genoegens, die hij ons op
levert; de verfrlsschende dranken, die
wij door strootjes opzuigen want
vochtig stroo, dat vroeger alleen in de
gevangenissen voorkwam, is tegen
woordig het voertuig van Amerikaan-
sche dranken. Verder is er het genot
van het eten van ijs, merk wel op,
wolk een geest van tegenspraak er in
de menschen schuilt. In de maand De
cember, wanneer zij ijskoude dranken
zouden kunnen hebben door die een
oogenbük bulten te zetten, willen zij
er niet van weten, maar in Augustus,
als die verkoeling alleen kan worden
verkregen met veel moeite of met
scheikundige behandeling, vragen zij
er zonder ophouden om. Voor wie ze
weet te waardeeren levert de zomer
nog tal van andere voordeelen op: zoo
is verwisselen van ondergoed in den
winter geen pleziertje, in den zomer
een genot. In den zomer raken uw
kennissen verspreid, uw familieleden
verstrooid naar bergen en zeekusten;
verplichte beleefdheden, visites zijn
overbodig en de twee ergste kwellin
gen waaraan wij lijden: Influenza en
bij een ander uit eten gaan zijn voor
eenige maanden afgeschaft- De
schouwburgen zijn gesloten. Welnu,
waarde buurman, wat zegt gij nu
van de weldadon van den zomer?
D e d I k k e (dio zich maar voortdu
rend het zweet afdroogt): Ik zeg, he
laas, dat die weldaden nu doen zwee-
ton.
De magere: Ga naar zee.
De dikke: Die is te groot.
D e m a g e r e; Dan naar de bergen.
D e d 1 k k e: Die zijn me te hobg.
D e m a g e r e: Of naar de woestijn.
De dikke: Daar zijn te veel men
schen.
De magere: Ga dan een bad
kuur maken.
De dikke: Helaas, daarvoor ben
ik te gezond.
De magere: Klaagt u daarover?
D e d i k k e: Natuurlijk. AJs iemand
geen kwaaltje heeft, wat moet hij
dan in de vacantie uitvoeren? Wij
menschen hebben behoefte aan liefde
rijke zorg. ln dit seizoen hebben al
mijn vrienden een doel. De een gaat
naar Aken, om er zijn rheumatiek te
laten opvroolijken, de ander zijn keel
te Cauterets, er zijn boffers, die hun
graveel afleiding gaan bezorgen te
Gontredéville. En zou ik mij dan
moeten gaan vervelen in stille dorp
jes, waar ik zonder verzachting de
kwellingen van de warmte moet ver
duren?
De magere: Komaan, wees niet
zoo wanhopig. Kunt u met goed zoe
ken miet een klein kwaaltje, een heel
kloin gebrekje, vinden?
De dikke: Onmogelijk. Ik heb
mij door tien dokters laten onderzoe
ken en met hun allen hebben zij niet
het geringste kwaaltje bij mij kunnen
vinden. En dan beweren de menschen
nog, dat de medische wetenschap voor
uitgaat. 't Is verschrikkelijk, ik moet
berusten in de voortdurende, onveran
derlijke, triomfantelijke gezondheid.
Domagere, 't Is merkwaardig.
Verbeeld u, ik heb een vriend, die
voortdurend bronchitis heeft. Zeven
maal heeft hij die al gehad. Dat Is zijn
normale toestand. Somtijds, heel zel
den. heeft hij geen bronchitis en dan
is hij ziek.
D e d l k k e. Welnu, dat is een be
langwekkend man, een voornaam
man, die vertroeteld, verzorgd, ver
wend moet worden. Zoolang mijn her
innering strekt, heeft nog nooit Ie
mand doze kleine, aangename, aan
doenlijke vraag tot mij gerlohti „Hoe
maak je het?"
D e m a g e r e: WM jwggen jneP»
schen dan?
D e d i k k e: Ze zeggen: „ik zal jou
maar niet vragen, hoe het je gaat;
natuurlijk maak je het altijd goed."
Is er een beleedigender formule denk
baar? Vrij vertaald wordt er tot je ge
zegd: je telt niet mee. Je bestaat niet,
ik lach wat om je. Het spreekt dan
ook van zelf, dat ik bij dames niet in
de smaak vaL Ze luisteren niet eens
naar me, wie er zoo welvarend uit
ziet, moet wel een domoor wezen. Als
ik naai' een betrekking solliciteer word
ik afgewezen. Overal stuit ik op een
minachtend glimlachje. O die gezond
heid, ziedaar het eenige, dat je niet
kunt laten verzorgen. Ik ben drie
maanden te Vichy geweest, waar toch
zooveel menschen zijn, die een kwaal
hebben welnu, ik ben er zoo gezond
als een visch vandaan gekomen, al
leen met verlies van veel geld bij het
kaartspel.
De magere: En hoe stelt u zich
dan uw toekomst voor?
De dikke: Dat weet ik niet. On
langs heb ik een kloek besluit geno
men, namelijk om te trouwen...
De magere: En hebt u daarvan
weer afgezien?
De dikke: Ik' moest wel, bij ge
brek aan een levensgezelün. Ik heb
mij aan verschillende meisjes laten
voorstellen, overal ben ik afgewezen.
Een heeft mij gezegd: „Ik zal er over
denken, wanneer u drie jaar lang een
vermageringskuur ondergaan hebt."
De moeder van een andere zei: „Yan
een huwelijk kan niets komen, u is
al te welvarend". Ze hielden ine na
tuurlijk voor oliedom. Als ik ooit
trouwen wii zal het dus moeten zijn
met een negerin of met een vrouw, die
honderd kilo weegt, anders moot ik
vrijgezel blijven,
Domagere: Ik beklaag
D e d 1 k k e: Daar heb je het alweer,
u beklaagt mij. U kunt mij beklagen
omdat u mager is. Zijn medemensch
beklagen Is een soort van genoegen
en ook dat ts ontzegd. zoo
zijn medemenschen te beklagen, ze
zouden me voor huichelaar uitmaken,
want dat ik ook een gevoelig hart heb
wil niemand gelooven. Als ik er een
had, zeggen ze, zou ik nooit zoo dik
geworden zijn. Zoo denkt iedereen en
ik ben die meening maar gaan doe
len. Dus heb ik geen hartl En dat doet
me een verdriet! Ziedaar waarom ik
den zomer haat, die mijn gezicht doet
stralen van een ongeneeslijke gezond-
heid."-
VRAGENRUBRIEK UIT HET TxjD-
SCHRIFT DE PLEZIERREIZIGER.
Vragen:
Mej. A. vrc^jt: Kan iemand mij een
mooigelegen dorp in Tirol noemen,
minstens 1200 meter boven den zeespie
gel, waar gelegenheid Is, den P a r-
s 11 a l onverkort te hoor en. Pension-
prijs hoogstens f 2.50, orkest minstens
80 man.
Dr. van K. vraagt: Kan een uitstap
je door het Gaasterland verbonden
worden met den Kaukasus? Of is het
eiland Wight daartoe beter gelegen?
Mej, de B. zoekt een zeeplaats in
België, waar do bevolking Esperanto
spreekt en telefonisch een vacantie-
cursus in Parijs kan worden gevolgd.
Jhr. v. d. L. denkt voor twee maan
den met famlüo, gouvernante en be
dienden zijn Intrek te nemen ln een
hótel eerste klasse aan het meer van
Genève en verzoekt daartoe een ge
bruikten Baedeker ter leen.
Kapitein ton W. wenscht opgavo van
een gezond dorp op de Veluwe, waar
het blijvend gedeelte de vreemdelin
gen niet afzet en niemand zijn mee
ning over het blijvend gedeelte vraagt.
De rentenier D. verzoekt Inlichting
over de vraag, of de top van den Mat-
terhorn geschikt is voor een langdurig
verblijf, hoe daar de belasting is inge
richt en of eigen aangifte wordt toe
gelaten',
r£a t woord èbj
pr. Van der F. Jawel, u kunt naar
zwaarlijvig lj ft 1b llh ttfefr bei nieuwe tarief uw. schoonmoeder
als bagage aangeven, wanneer zij niet
meer dan 150 kilogram weegt. In de
tweede klasse gaat het bezwaarlijk,
een piano als handbagage mee te ne
men. Voor uw kleine vindt u alles in
Zwitserland zelf. Een koe uit de Pur«
mer behoeft niet te worden meegemy
men.
Mej. Johanna X. Tegen de muggen*
plaag zijn zeer afdoende middelen: da*
gelijks een bad in petroleum en vijf-
zware sigaren daags.
Familie G. In de hotels op dat ei<
land is het inderdaad gebruikelijk,
lichten van de zee op de rekening \f
zetten.
Studont C. K. Voor een reis naar
Monte Carlo hebt u niets méér noodig^
dan eon retourbiljet en vijf francs,:
Het komt er maar op aan, die op het
goede nummer te zetten.
IN HET HÓTEL'.
Goeden avond.
Dat kost twee gulden.
Wat kost twee gulden?
Deze toespraak. Zij geeft wérk* aftS
onze administratie en alle arbeid voq?
de gasten wordt op de rekening ge»
zet.
Kan Ik een kamer bij u krijgen?
Het spijt mij, mijnheer, het hótel IS
overvol.
Dan zal lk' een ander logement zooi
ken.
De andere zijn ook" vol. Maar als
zich wilt verbinden om minstens veen
tien dagen te blijven, is ons hótel niet;
overvol en kunt u een salon krijgen.
Op welke verdieping?
Óp de eerste, van bovenaf gerekend,-
Zooveel trappen kan ik niet
metf»
Maak u niet ongerust, mijnheer*
wij bouwen het volgende jaar een Hw
zoodat u het dan gemakkelijk hebbed,
zal»
Jb er oen bed In dien salon?
Zeker, reist u alleen?
Dan zijn er twee bedden lij (fail TRfp
ion, die u belde zult moeten betalen;"