RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezon den door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij Vóór Donderdagmorgen goede oplossingen zenden, worden in het volgend nummer bekend gemaakt). 1. (Ingezonden door Louise Dahl- (hau8). Mijn eerste deel is een jongens- ,'naam. Mijn tweede deel eet men op de bo tterham. Mijn geheel Is een grappenmaker. 2. (Ingezonden door Nanne Nauta) Zet onder elkaar Een rivier in Duitschland, Een plaats in OverijseU Éen vervoermiddel. t Een viervoetig dier. H Een plaats in Drente. ?.-f Eeu klein viervoetig dier. Een waterkeering. Èen plaats in Nederland, Een rivier in Noord-Brabant, De beginletters vormen een plaats ,ia Nederland. 3. (Ingezonden door Dlna Compiet). In welke steden sterven de meeste ïnenscben 4. (Ingezonden door Beppie Meyer). Wat eet men niet, wat drinkt men Jliet en smaakt toch velen goed 5. (Ingezonden door 4 4) Wie kan Amsterdam met 7 letters Schrijven 6. (Ingezonden door H. Versteeg), Noem een verkorte meisjesnaam en «en pannekoek, eer het een panne nkoek is, en ge krijgt een groot, nut tig, viervoetig dier. 7. (Ingezonden door Lena Heintz- |>erger). GroQt Qf klein< Echt of schijn, -x 'k Ben gevangen. En moet hangen. ja, daarbij, Denk, wat 'k lij I Krijg ik slagen 'Alle dagen Hoe 'k ook steen, V Dit baart geen ..Medelijden. 'k Heb een wijden Hollen buik, ";En gebruik ■Nimmer spijze Menig reize Moet 'k in nood En in dood Uren spreken. ''Aan dit teeken Zult ge wis, 01 'k heb 't mlS/ Daad'lijk weten, Hoe 'k mag heeten'. 8. (Ingezonden door Mina van Eg- mond), .Wat leest gij hieruit t t t D t 11 t t t t i 9. (Ingezonden door A. Noorloos). Het geheel bestaat uit 15 letters en 5s hier m en bij Haarlem goed be- kend. 4 14 is een maat. I 7 8 is rond. II 4 2 is een meisjesnaam'. 5 7 2 is een dier. 6 10 14 vindt men aan een huis 12 3 9 is niet leeg. 5 3 11 15 is een lichaamsdeel. 1 13 11 is een verkorte jongens- 'fcaaml. 10. (Ingezonden door Martina Bruyn). Met welken boog wordt nooit ge schoten Raadseloplossingen De oplossingen van de raadsels der Vorige week zijn 1. Sinaasappel. 2. Aalmoes. 8. SpotvogeL 4. Cork. 5. De spijkers van de schoenen. 6. Werkendam. 7. Brandbl uschmiddelenj Brand. Schade. Bar. Middelen, Brand. Blusschen* Mannen Ladders. Huis 8. RomanneiL 9. Tjonger. 10. Napoleon. Goede oplossingen ontving ik deze week van J. Kloos 9. Truus v. d. Linden 10. Nico Twisterling 9. Frans en Jo van Egmond 8. Beppie Meyer 10. Nanne Nauta 9. Kuurtje Aarts 10. Betsy en Trijntje Frölich 9* Cato Bonke 7. Dora van Steen 7. Adriaan Hazevoet 4. Jetty Boogaard 10. A. van Westerhoven 7. Wedstrijd Bericht. Wedstrijdinzendingen ontving ik deze week van Gerardus Joh. Noë. Franciscus van Egmond. Lucia Joh. Voetelink. Willem D. F. Saarloos. Johannes van Egmond, Petrus Bolle. Harri Rienstra. Betsy Kuyper. Herman Hamer. Wilhelmina Itjeshorst'. Suzanna Plantjé. W. Koutstaal. Henriette van Beijnen. G. M. I-Iekkelman. Marie en Annie van Zutplieix Annie de Zaaijer. Joh. G. de Vries. Gerardus de Lugt. Jacobus Verhagen.- Jetty Boogaard. W. Brandes. Adriaan Hazevoet. Heilko F. Roosjen. Cato Bonke. Jacobus Gerardus van Nieuwenhujr- zen. Veronica Bot. De nieuwe Klompen. (Bekroond opstel van Marie van Zutphen). 't Was winter de sneeuw lag een voet hoog, maar in de drukke stra ten was geen sneeuw te zien. Doch het veld buiten liet zich zachtkens toe dekken met de warme, dikke vacht. Den ganschen dag zag men arresle- den rondrijden in de parken en in de straten, waar nog sneeuw lag. Hier en daar zag men ook kinderen baan tje glijdenof eenige jongens, die het op een „hoogen dop" gemunt hadden. En wat hadden ze dan een pret, als zoo nu en dan eens een hoed of pet over de straat danste. In een andere straat waren weer wat jongens bezig met een sneeuw bal iengevecht, liet ging er druk toe. Het was dan ook maar goed, dat er weinig voorbijgangers waren. En als er nog eens één was, die maakte spoed om weg te komen. De tijd van St. Nicolaas was aange broken overal zag men geheimzinni ge gezichten en de kinderen meenden in alle pakken en pakjes eene verras sing te zien. St. Nicolaas is een prettige tijd voor de kinderen, die altijd veel krij gen. maar niet voor de arme kinde ren, wier vader of moeder geen geld hebben om hun kinderen eens te ver rassen. Die moeten zich tevreden stellen met al het moois en het lekkers voor de winkelruiten te bezien. Zoo'n arm knaapje dan werd op den 5den December door drie groote jon gens achterna geloopen. De kleine Jan, zoo heette het kleine jongetje, wilde naar buis gaan. Maar de jon gens kwamen met veel geschreeuw op Jantje af, die geweldig schrikte na tuurlijk en aan het loopen ging. Maar de kleine baas was zóó dik, dat hij het harde loopen weldra op moest geven. En de drie jongens pak ten Jantje beet en legden liem op den groDd en namen hem zijn pet en zijn klompen af en namen die mee. Jantje ging huilend naar huis, dat gelukkig niet ver af was, en vertelde aan zijn moeder wat er gebeurd was. Dit alles was door een paar meisjes gezien. Eén van hen zeide: „Is dat Jan niet, het zoontje van een onzer vroegere dienstboden? Ja, dat is Jan, ik weet het zekeiT' „Kom, laten we gauw naar huis gaan, en alles eens aan mama ver bellen," zei het andere meisje, dat Lina heette. Zoo gezegd, zoo gedaan. Thuis ge komen deden ze een verzoek, dat zeer gaarne werd toegestaan.Want ze had- den onder het naar huis loopen een plannetje gemaakt, nl.l. ze zouden aan haar mama vragen of ze aleine Jan eens mochten verrassen. En dat mochten ze doen, want haar mama hield zielsveel van Jan's moeder, om dat deze eens een harer dochtertjes gered had, die in het water gevallen was. Do meisjes kregen eenig geld om een paar Stevige laarsjes en klompjes te koopen. En zij gaven van zich zelf nog een lekkere warme bouf fante, die ze zelf gemaakt hadden. Er werd ook nog wat lekkers gekocht. Toen alles netjes ingepakt was, gingen zij op weg naar hot huisje, waar Jan met zijn moeder wo'ouue. Want Jan bezat geen vader meer. Ze vroegen aan Jan's moeder, hoe het met hem was en zij lieten alles zien, wat ze meegebracht hadden. De vrouw antwoordde, dat Jan erg verkouden was en al te bed lag. Ze vond liet goed, dat de meisjes alles maar net jes in het kleine voorkamertje zou den zetten. Toen dit gedaan was, gin gen ze naar huis en de vrouw bedank te hen hartelijk. Het gevalletje word natuurlijk den volgenden dag op school verteld. Verscheidene meisjes wilden graRg ook wat aan Jan geven. En daarom werd er besloten een club op be richten. Die werd ook opgericht. Eens in de wesk kwamen de meisjes bij elkaar, dan bij de eene en dan bij de andere. Ze maakten met behulp van haar moedors kleertjes, breiden kousen, en soms vertelde één een ver haaltje. Elk meisje verzocht aan haar vader en moeder een paar zilveren klompjes aan een zilveren kettinkje. Want de meisjes hadden de club „de nieuwe klompen" genoemd. Zij werk ten ijverig en prettig en menig arm kind ontving met St. Nicolaas een warm kleedingstuk. De geschiedenis van een cent. (Door hem zelf verteld). (Bekroond opstel van Elizabeth Slager). Het allereerste, wat ik zag op mijn geboortedag, was, dat ik te fonkelen lag op een tafel in den zonneschijn. Lang lag ik er niet, want heel spoe dig werd ik met nog andere mijner vrinden in een papiertje gerold en in ee*i grooten neteldoekschen zak ge daan. Toen ik er weer uit gebaald werd, lag ik op een groen kleed, dat over een lessenaar lag uitgespreid. Ik begreep, dat ik in de Rijkspost spaarbank was aangeland. Een poosje later lag ik in de bevende hand van een ouden grijsaard, die zeker geld te ontvangen had. Wij werden in een oud, kalfsleêren zakje gedaan, en dit werd in zijn zak gestoken. Hoe lang ik er gelegen heb, weet ik niet precies, maar opeens werd ik met nog een ander te voorschijn gehaald en door een klein gleufje in een nauwe ronde bus gesmeten. Ik kwam terecht op nog heel wat andere muntstukken, zooals een dubbeltje, een paar kwartjes en een mooien dikken gul den. Het was hier net zoo donker als in het zakje van den ouden man. Opeens begon het orgel te spelen en wij waren dus in de kerk. Toch wou ik, dat ik er maar weer uit was, te meer nu een dubbeltje me vertelde, dat het nog heel lang zou duren. De kerk ging uit en nog een massa centen en dubbeltjes en kwartjes, zijn in de bus gegooid. De maan scheen helder door de ruiten boven de kerk deur, toen één er van eensklaps inge slagen werd en een man met een rui- gen baard klom er door. Ik zag dat wel niet, maar een kameraad, dip boven op mij lag, vertelde 't me. De man riep r „Kees, geef mij eens een bijl, dan sla ik deze bus kapot." Een nog veel ruwer man deed wat de ander wenschte en daar vielen wij kletterend over den steenen vloer. Gauw werden mijne makkers opge raapt, maar ik niet, want ik lag wat ver afgerold. Den volgenden morgen werd ik opgeraapt door den koster, die mij vond, en In zijn portemomiaie stopte. Wat zat ik daar lang I Ik dacht er nooit meer uit te komen, maar later zou ik nog veel langer moeten zitten. Luister maar verder. Op een middag .werd ik toch te vooischijn gehaald op een bloemen markt.. De koster kocht een paar mooie geraniums van een oude vrouw die op een stoel zat met een stoof on der de voeten en een groene para- pi uie op, om haar te beschutten voor do brandende zon. Spoedig lag ik in een geldbakje, waarin nog een paar andere munt stukjes lagen. F3ij een bakker werd ik ingeruild voor een klein krenten broodje en toen werd een Hollandscbe matroos de eigenaar van mij. Ik werd in een zwarte portemonnaie ge worpen, maar mijn makkers werden spoedig ingeruild voor een spoor- kaartje riaar Den Helder. Dit ding werd ook bij ons in de beurs geduwd. Wat hebben we daar een tijd ingeze ten. Midden in de stad Den Helder kwam ik met nog eenige mijner mak kers in een mager kinderhandje te recht en vandaar werd ik in een zakje geduwd. De jongen liep haastig door en bij zijn moeder gekomen, liet hij mij zif-u en verleide haar, hoe hij mij van een matroos gekregen had. Zijn moeder was er erg blij mee en met nog een paar andere makkers ver huisde ik naar een slager, en toen kwam mijne gevangenschap. Want de slager ging naar een mooi huis vleesch brengende dienstmeid gaf hem ee guliden. Hij moest geld te rug geven en gaf mij toen cok. Eerst werd ik op een keukentafel gelegd, maar een man met een zilveren bril op een k» ommen neus pakte ons op en toen werden wij in een secretaire gesloten Ik heb er wel tien jaar ingelegen en nog wel langer, geloof ik. Maar op zekeren morgen hoorde ik een dienst meid tot iemand roepen „Die duitjes hier in de least zullen ook wel gauw opgeruimd worden door de neefjes nu die oude vrek dood is." Wij sprongen wel twee voet hoog, toen wij dat blijde nieuws vernamen. O, wat duurden die twee daj;en, die er op volgden, lang Maar op oen Woensdag werd ik in de rood-ieêren portemonnaie van die neefjes ge stopt. Vandaar kwam ik in een siga renwinkel en deze winkelier wilde graag, zooals hij tegen iemand zei, een koperen aschbakje hebben voor de klanten, om er de asch in te gooien van de sigaar. En nu kwam ik bij den laatsten eigenaar van mij, dat was de koperslager. Want deze zei, terwijl hij ons aan een knecht overhandigde „Gerrit I werp deze morgen meteen maar in de smeltkroes „Nu", dacht ik, „is morgen mijn Laatste uur geslagen daarom heb ik aan het dochtertje van dén kopersla ger mijn hcelen levensloop verteld, en die staat hier nu door haar neerge schreven". Drieveuuui JOIIAN en YV1LH. I. Van harte feliciteerd, J ohan 1 Dat treft mooi, uat de courant juist vandaag komt, hél En Wilhelmina zal ik ook maar vast feliciteeren, al heeft die nog eemge ciagen don tijd. Je inzending heb ik ontvangen. NICO T. Ik ben blij, dat je zoo'n prettige vacantie hebt, Nico 1 Heb je op schooi ook al eens iets geleerd van het Czar-PetorhuisjeWil je aan Herman zeggen, dat ik het portret erg aardig vond 1 Hij zit er flink op, hoor FRANS on JO v. E. Ik zal je wed- strijdinzending eens nazien eu dan zie ik wel iu welke afdeeling zij hoort. Jo mag het boek nog gerust een week houden. Ik ben blij, dat je het andere zoo aardig vindt. Neen, de „Moeder plant" ken ik niet. Is het mooi Ben je wel eens eerder in Rijnsburg ge weest LENA H. Je raadsels zal ik bewa ren en bij gelegenheid plaatsen. Wat ga je Maandag in Amsterdam doen Ga je met de tram? en hoe lang blijf je er? BEPPIE M. Veel plezier in Heem stede, Bep 1 Blijf je lang bij je tante en kun je er prettig spelen HENRIëTTE v. B. Je inzending ziet er nu netjes uit. Je hebt er zeker een heel werk aan gehad I GERARD II. Wat een lange vacan tie, hé. Nu, loop maar veel buiten, dat je op 10 September gezond en frisch kunt beginnen, want dan komt het er op aan PIET B. Waarmee had je hot toch zoo druk, Piet? Kwam het van len woordenwedstrijd Ik heb ze nog niet nagekeken, hoor 1 HERMAN II. Die vacantie is toch maar een heerlijke tijd 1 Ben jij ook wel eens in Deventer geweest? CORRY Iv. Het kasteel Assenburg heb ik ook gezion. Het is heel mooi, vind ik. Zijn jelui van VeJson af er heen geloopen Dat is een heele wau- deling, dunkt me I GRETHA K. Wat heb jij weer een boel gezien, Gretha 1 En wat vond je nu wel het mooiste in Artis? Ben je daar ook met de heele klasse geweest? Eri hoe is 't mot het nichtje TRUUS v. d. L. Wel, Truus, wat heerlijk voor je om 6 weken naar Zandvoort te gaan I Maak maar veel plezier en dan hoop ik, dat je terug komt met bruine armen en roode wan gen, wel 10 pond zwaarder en zóó dik, dat al je jurken je te klein zijn ge worden 1 DINA C. Ik ben blij, dat ik einde- liik weer eens iets van je hoorde, 't Is altijd prettig om te merken, dat de oude kennissen je niet vergeten. Je raadsels zijn goed cn ik zal ze bij ge legenheid wel eens plaatsen. HARRI R. Je inzending heb ik ont vangen. Wat heerlijk, dat je op het feest zooveel plezier hebt g3had. Nu 'jelui troffen ook prachtig weer Dag Ilarri 1 HENDRIK en GERDA G. Wat een beeldige briefkaart hebben gelui me gezonden. Logeeron jelui in het huis uat er op staat? En hoe lang ben je in Bussum geweest? ARIE v. W. Wel, Arie, dat wist ik niet, dat je zoo ziek was geweest, en is 't nu weer heeleniaal beter en mag je weer buiten loopen en spelen Wees maar voorzichtig, hoor, dat je niet weer kou vat, of in de stof loopt JACOBUS V. Je inzending heb ik ontvangen. liet werk ziet er keurig uit, maar verder zeg ik er nog niets van 1 NANNE N. Ik vond de oplossingen keurig geschreven 1 Maak maar, dat je het ook gauw zóó kunt 1 Hoe oud is je broer Doe mijn groeten aan Cor. RUURTJE A. Kom maar eens op een Woensdag. Dan Is het spreekuur van 1 tot 2. ANNIE d. Z. Je inzending heb Ik ontvangen en je raadsol zal ik bewa ren tot ik er plaats voor heb. HUBBRTUS B. Wel gefeliciteerd met de verjaardag van je zuster 1 lk hoop, dat het morgen een echt gezel lige dag zal zijn I Het pianospelen en zingen zal zeker wel heel mooi zijnJ Wat leuk, dat je je al vooruit op zoo'n prettigen dag kunt verheugen, hè Ik ben tegenwoordig de heele week uit, rnaar misschien ben ik Zon dagsochtends wel eens thuis, wil je dan komen 1 Schrijf het dan vooruit maar I Ik wil je natuurlijk den prijs voor Bertus Wagenaar wei meegeven maar heeft hij geen tijd om zelf een briefje te schrijven Waarmee heeft hij het zoo druk Het is jammer, dat het rapport pas na de vacantie komt; tot hoe lang duurt de vacantie? Wat je laatste vraag betreft ja ik zou wel denken, dat er netto kinderen mee zullen doen, maar 't zal wel nog al vermoeiend zijn. Als je gauw mot bent, moet je niet meedoen, hoor I Dit is toch een flinks, lange brief, vind Je niet? CORRY B. Ik neem je niets kwalijk dat je wel eens geen zin hebt om te schrijven, dat kan ik me best begrij pen. Wat heb je voel woorden gevon den Ja, of je kans op een prijs hebt daar weet ik nog niets van. wacht maar tot de volgende week, dan wordt do uitsla.g van den wedstrijd bekend gemaakt. Dag Cor, de groeten! MARIE en ANN IF. VAN Z. Jullie brief de vorige week te laat gekregen? Nee, dat geloof ik niet. ik had toch ook "en antwoord voor je in de brieven bus gezet is 't niet Missch»en is je aam bij de raadsels weggevallen, an ders kan ik het me tenminste niet be- "riinon. Was je blij toen de Inzending klaar was P. C. L. Je hebt je voornaam niet bij de inzending gezet, weet je dat wol Je geniet zeker flink van de va cantie Ga je ook nog uit de stad En wandel j9 veel DORA VAN S. Dat was heerlijk, dat Moeder den brief voor je mee wilde nemen, hè Je hebt oen mooi raad sel bedacht, ik zal hot Ln de courant zetten. Heb je voel plezier in de va cantie? JETTY B. Had Je geen tijd meer om de woorden zelf over te schrijven Ik zaJ het maar niet heel erg vinden, dat je het niet zelf gedaan hebt 1 Ik weet gelukkig, dat je netjes kunt schrijven, de brieven zien or altijd keurig uit' RF.TSTE en TRIJNTJE FR. Wa, wat heb je Donderdeg een prettigen dag gehad I Ja, in Artis zul je bet ze ker ook wel prachtig gevonden heb ben 1 Wat heb je in die twee dagen een boel gezien, hè? Is Bertha nu weer heelemaal beter? Het raadsel is goed, hebben jullie het zelf bedacht? CATO B. Je inzonding ziet er net jes uit, dat is alvast een voornaam dingHebben Sieger en Tinus een prettige wandeling naar Zandvoort gemaakt? Zoo, is Tinus nu zoo dik geworden Ben jij nog nooit in Zand voort geweest of bedoel je. dat je er nog nooit gelogeerd hebt? Groeit het kleine zusje flink? Voel groeten voor jullie allemaal I M. C. VAN DOORN. dat graag deed (echt iets voor Jan), hoorde ze toevallig, wat Jeanne over haar tegen haar moeder zei; Nee, ik vind 't heel onaardig van Lcni, zei zusje's frisscho stem, als je 'n lief eigen huis hebt, en zoo'n f;oede<n man als Jan, om dan weg te oopen en hier uit te gaan. Echt LenL Die wil altijd „hebben en gehad heb ben". Leni is een beetje bedorven, Jeanne-lief, klonk 't zachte antwoord. Maar zij beeft een goed hart, en als ze wat ouder is, zal ze best gaan inzien dat.... Nu, 't is te hopen, viel Jeanne in. Vanavond moet ze nu weer mee naar „Diligentia", op mijn plaats. Nee, 't is hatelijk, hoor. Als ik geweten had wat dat ongelukkige postcriptum van mij zou uitwerken, dan had ik 't nooit geschreven. Hélèno luisterde niet meer. Ze vloog naar boven, naar haar slaap kamer. O, verbeeld je, dat Jan zich ook eens gauw ging wonnen, om 't te stellen zonder haar. Ze zag hem, geduldig, steeds bezig, alles verdra gend om harentwil. O, wat was ze slecht geweest. Ze ker, zij had 't eenzaam gehad, de lan ge dagen, dat hij weg was, maar wat moest 't voor hem zijn, als hij thuis kwam en geen vrouw vond om hem te verwelkomen. En wie weet of de dienstbode wel goed voor hem zorgde. Hélèno liep snel de trap afhaar oogen glansden vochtig, maar haar gezichtje was frisch en stralend als een pas ontloken roos bij morgen dauw. Ze stak haar hoofdje door de ka merdeur. U vindt 't toch goed? zei ze te gen haar moeder. ik ga vanavond naar huis. Thuis was plotseling van plaats veranderd. Jan zwoegde huiswaarts door een d'kke laag sneeuw .Hij zag de lichten reeds van verre, en hij was blij gauw aan 't eind van ziip natten tocht te zijn, maar er bleef een schaduw op zijn gelaatals Hélènie maai* niet weg was. O, hoe miste hij haar. 't Huis leek hem uitgestorven. Hij herinnerde zich, hoe ze hem vaak tegemoet kwam, de deur voor hean open deed, en hoe innig gezellig ze dan samen in 't kleine salonnetje thee dronken. En nu.... Hij klopte de sneeuw van zijn laar zen en ging binnen. Hij meende licht te zien in den salon. Wat bszielde de meid? Daar zat hij immers nooit als zijn vrouw er niet was. Hij deed de deur open.... Daar zat Hélène, haar mooi figuur tje, gestrekt in den luien stoel, haar voetjes op het haardstel, of zo niet weg was geweest. Wel.... Leni, riep hij. In een oogwenk lag zij in zijn ar men en hield hom vast alsof ze nooit meer losgelaten wilde worden en hij keek héél teeder neer op het hoofdje aan zijn schouder. Zij zag op. ik.... non „thuis" gekomeut Jan, zei Z3 neueng. Laat me niet meer weggaan. Gaten weggaan? echode hij. Wei uls ik je tegen geliouueu nad, zou je uesnoous biouish'uuius zijn weg- geioupeu. IK ken je, juilrouw. ik.... ken mezelf niet, verklaarde ze deemoedig. Ik ben heel dwaas geweest, maar je niag er niet meer Jjuos om zijn. Heusch Miste je me? Hij knikte. Vreeselijk, verklaardo hij kwa jongensachtig. 't liuis wus 't huis niet meer. Al zeg ik ook nooit veel, en al bon ik vaak uit. Leni-iief, je west niet wat 't zeggen wil, voor een eenzamen kerel als ik altijd geweest ben, om een echt thuis te hebben en om jou daar te vinden, mijn vrouw. En zoo kwam Hélèno waarlijk „thuis". (U. Ct.) DAMRUBRIEK. Verantwoordelijke redacteuren: H. E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen in te zenden aan den heer 'H. E. Lantinga, Barendsestr. 41. PROBLEEM No. 62. Ingezonden door den heer J. L. Velde te Overveen. jSwsrt 1 2 3 4 f> a m m m iv m m i m m m m sa m m A CÉ Q «M li a m EI i k ri m i m m Q m sa i m m i m m 47 48 4y 5U Wit Stand Wit. Schijven op 19 22 28 32 35 37 en dam op 30. Zwart. Schijven op 2 9 10 21 29 en dam op 23. Oplossing van Probleem No. 58, in gezonden door den Heer H. C. van Oort, is 49-44, 33-28, 29 27, 45 26, 26 4. Goed opgelost door de heeren Th. S. Germans en R. C. Broek- meijer, HaarlemB. Th. Krabben dam, Ve'sen J. L. Velde, Overveen W. C. Faas, Overveen W. A. Z. en H. L. Jr., D. Rührort. In dank ontvangen de Problemen van de heeren Faas en Velde. LIJKVERBRANDING. Eenigen tijd geleden is er een In ternationale veieeniging gesticht, om voor de lijkverbranding propaganda te maken. De vereeniging heeft dezer dagen een interessante statistiek over de aanwezige crematoria en de gedane lijkverbrandingen gepubli ceerd. Evenals in zoovele andere din gen gaat Amerika ook op dit gebied vooraan. In de Vereenigde Staten zijn zes-en-dertig verbrandingsovens, die in het afgeloopen jaar vierduizend menschen in de asch hebben gelegd. In de tweede plaats volgt Duitsch land met vijftien ovens en 2997 ver brandingen. De republiek Argentinië neemt met 976 verbrandingen den der den rang in. In Zwitserland werden in het afgeloopen in de vier verbran dingsovens 721 personen verbrand. Engeland en Schotland bezitten der tien oveii9. Maar slechts 705 onderda nen van koning Eduard hebben zich laten verbranden. Frankrijk komt eerst in de vijfde plaats. Het bezit slechts vier crematoria te Parijs, Marseille, Lyon en Rouen, waarin 451 lijken werden verbrand. Dan volgt Italië, dat weliswaar der tig verbrandingsovens bezit, maar waar slechts 442 verbrandingen plaats hadden. Denemarken, Zweden en Canada sluiten de rij met 77, 70 resp. 33 verbrandingen. In het bericht wordt er overigens de nadruk op gelegd, dat de lijken- verbranding slechts zeer langzaam veld en aanhangers wint, en dat men zich vooral in de provincie nog altijd zeer heftig tegen de lijkverbranding verzet. EEN MODISTE-REKENING. Een Italiaansch ridder, Vincenzo Florlo, had voor zijn vrouw een reke ning te betalen aan een kleermakers firma, ten bedrage van 215.000, welke schuld gemaakt was in drie jaren tijd. Hoewel de rijke ridder er op gera kend had, dat de dame, een Russische prinses, eenigszins kostbaar zijn zou, een bedrag van 215.000 voor kleeding alléén leek hem toch wat erg hoog daarom liet hij het komen tot een rechtszaak. „Mijn cliënt begrijpt niet goed" zoo-pleitte zijn advocaat, „hoe binnen een zóó kort tijdsverloop de dame in kwestie zóóveel avond- en wandeltoiletten kan hebben gebruikt. Binnen enkele dagen volgden de be stellingen elkander met bliksemsnel heid op. Wij vragen ons af of dit al les geleverd is. „Bovendien zijn de sommen, voor die toiletten berekend, wel wat buiten sporig hoog. Van de vele baljapon» kost de minste 1000, de duurste ƒ1500. Verder vinden wij bijv. kousen van 90 het paar, mitaines, die het paar 500 kostten. Antieke knoopjes zouden 1250 het paar hebben gekost. Onge looflijk lang is de lijst van parasols, kussens, waaiers, zakdoeken en hand- taschjes. De rechtbank overwoog, dat welis waar cavaliere Florlo al een gedeelte had afbetaald, maar dat toch het ge- eischte bedrag zóó hoog was, dat het aanleiding gaf een vermindering toe te passen. Zij verlaagde dus de reke ning en veroordeelde den Italiaan tot betaling van „slechts" 170.000. JACHT OP RUPSEN. In het Graafschap Cambridge hoeft men in de letterlijke beteekenis van het woord eon jacht op rupsen ge maakt. Sommige boomen, vooral pe ren- en appelboomen waren overdekt met deze dieren, die 's nachts op hoo- pon bijeen kropen. Dan kwam de fruitteler met zijn met zwavel en proppen papier geladen geweer om de rupsen te vernietigen. Duizenden rupsen zijn er op deze wijze vernie tigd, terwijl onwedere met stortre gens de rest deden. EEN KAPITAAL AAN BLOEMEN- Het geval heeft zich te Parijs voor gedaan, dat de markies de Beauhar- nai3 weigerde de rekening te betalen van den bloemenhandelaar Depou- chelle voor de aan mevrouw de mar kiezin geleverde balbouquetten. Deze rekening bedroeg de kleinigheid van 15,000 francs. Bij bet gevoerde proces bleek nu, dat de markiezin middon in den win ter niet tevreden was met bouquetten van viooltjes of rozen, doch dat zij telkens haar kamenier zond met een staaltje van haar toilet en dat dan de heer Dopouchello moest zorgen do daarbij passeerde bloemen te ver schaffen. Zoo ontving hij eens het staal van een heliotroopkleurige ja pon, waarbij hij een bouquet van hya cinten moest leveren. Drie uur reed hij Parijs rond .alvorens hij voldoen de bloemen van deze kleur bijeen had. Een andermaal moest bij een ceinture van mosrozen vervaardigen, dat bij een rose toilet behoorde. Ten einde de benoodigde rozen te krijgen, moest hij zelf naar Nice reizen om zi te kunnen uitzoeken. Een volgen den keer kreeg hij 't staal van een Japansch kleed, on heeft hij een aan tal bloemen van orchideeën en anthu- riums moeten gebruiken om een bou quet samen te stellen, dat daarbij paste. Het mooiste was, dat de markiezin voor den rechter verklaarde, dat zij steeds zeer tevreden met baar leve rancier geweest was, en dat het slechts een gril van haar echtgenoot was de rekening niet te willen bï- talen. Het is zeer de vraag, wie hier het meest over grillen te klagen had, do markiezin of wel de markies, welke laatste por slot van rekening tot beta ling werd veroordeeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 13