RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezon
den door jongens en meisjes,
die „Voor Onze Jeugd" lezen.
De namen der kinderen, die mij
Vóór Donderdagmorgen goede
oplossingen zenden, worden in
het volgend nummer bekend
gemaakt).
1. (Ingezonden door Louise Dahl-
(hau8).
Mijn eerste deel is een jongens-
,'naam.
Mijn tweede deel eet men op de bo
tterham.
Mijn geheel Is een grappenmaker.
2. (Ingezonden door Nanne Nauta)
Zet onder elkaar
Een rivier in Duitschland,
Een plaats in OverijseU
Éen vervoermiddel. t
Een viervoetig dier. H
Een plaats in Drente. ?.-f
Eeu klein viervoetig dier.
Een waterkeering.
Èen plaats in Nederland,
Een rivier in Noord-Brabant,
De beginletters vormen een plaats
,ia Nederland.
3. (Ingezonden door Dlna Compiet).
In welke steden sterven de meeste
ïnenscben
4. (Ingezonden door Beppie Meyer).
Wat eet men niet, wat drinkt men
Jliet en smaakt toch velen goed
5. (Ingezonden door 4 4)
Wie kan Amsterdam met 7 letters
Schrijven
6. (Ingezonden door H. Versteeg),
Noem een verkorte meisjesnaam en
«en pannekoek, eer het een panne
nkoek is, en ge krijgt een groot, nut
tig, viervoetig dier.
7. (Ingezonden door Lena Heintz-
|>erger). GroQt Qf klein<
Echt of schijn,
-x 'k Ben gevangen.
En moet hangen.
ja, daarbij,
Denk, wat 'k lij I
Krijg ik slagen
'Alle dagen
Hoe 'k ook steen,
V Dit baart geen
..Medelijden.
'k Heb een wijden
Hollen buik,
";En gebruik
■Nimmer spijze
Menig reize
Moet 'k in nood
En in dood
Uren spreken.
''Aan dit teeken
Zult ge wis,
01 'k heb 't mlS/
Daad'lijk weten,
Hoe 'k mag heeten'.
8. (Ingezonden door Mina van Eg-
mond),
.Wat leest gij hieruit
t t t
D t 11 t t
t t i
9. (Ingezonden door A. Noorloos).
Het geheel bestaat uit 15 letters en
5s hier m en bij Haarlem goed be-
kend.
4 14 is een maat.
I 7 8 is rond.
II 4 2 is een meisjesnaam'.
5 7 2 is een dier.
6 10 14 vindt men aan een huis
12 3 9 is niet leeg.
5 3 11 15 is een lichaamsdeel.
1 13 11 is een verkorte jongens-
'fcaaml.
10. (Ingezonden door Martina
Bruyn).
Met welken boog wordt nooit ge
schoten
Raadseloplossingen
De oplossingen van de raadsels der
Vorige week zijn
1. Sinaasappel.
2. Aalmoes.
8. SpotvogeL
4. Cork.
5. De spijkers van de schoenen.
6. Werkendam.
7. Brandbl uschmiddelenj
Brand.
Schade.
Bar.
Middelen,
Brand.
Blusschen*
Mannen
Ladders.
Huis
8. RomanneiL
9. Tjonger.
10. Napoleon.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
J. Kloos 9.
Truus v. d. Linden 10.
Nico Twisterling 9.
Frans en Jo van Egmond 8.
Beppie Meyer 10.
Nanne Nauta 9.
Kuurtje Aarts 10.
Betsy en Trijntje Frölich 9*
Cato Bonke 7.
Dora van Steen 7.
Adriaan Hazevoet 4.
Jetty Boogaard 10.
A. van Westerhoven 7.
Wedstrijd Bericht.
Wedstrijdinzendingen ontving ik
deze week van
Gerardus Joh. Noë.
Franciscus van Egmond.
Lucia Joh. Voetelink.
Willem D. F. Saarloos.
Johannes van Egmond,
Petrus Bolle.
Harri Rienstra.
Betsy Kuyper.
Herman Hamer.
Wilhelmina Itjeshorst'.
Suzanna Plantjé.
W. Koutstaal.
Henriette van Beijnen.
G. M. I-Iekkelman.
Marie en Annie van Zutplieix
Annie de Zaaijer.
Joh. G. de Vries.
Gerardus de Lugt.
Jacobus Verhagen.-
Jetty Boogaard.
W. Brandes.
Adriaan Hazevoet.
Heilko F. Roosjen.
Cato Bonke.
Jacobus Gerardus van Nieuwenhujr-
zen.
Veronica Bot.
De nieuwe Klompen.
(Bekroond opstel van Marie van
Zutphen).
't Was winter de sneeuw lag een
voet hoog, maar in de drukke stra
ten was geen sneeuw te zien. Doch
het veld buiten liet zich zachtkens toe
dekken met de warme, dikke vacht.
Den ganschen dag zag men arresle-
den rondrijden in de parken en in de
straten, waar nog sneeuw lag. Hier
en daar zag men ook kinderen baan
tje glijdenof eenige jongens, die
het op een „hoogen dop" gemunt
hadden. En wat hadden ze dan een
pret, als zoo nu en dan eens een hoed
of pet over de straat danste.
In een andere straat waren weer
wat jongens bezig met een sneeuw
bal iengevecht, liet ging er druk toe.
Het was dan ook maar goed, dat er
weinig voorbijgangers waren. En als
er nog eens één was, die maakte
spoed om weg te komen.
De tijd van St. Nicolaas was aange
broken overal zag men geheimzinni
ge gezichten en de kinderen meenden
in alle pakken en pakjes eene verras
sing te zien.
St. Nicolaas is een prettige tijd
voor de kinderen, die altijd veel krij
gen. maar niet voor de arme kinde
ren, wier vader of moeder geen geld
hebben om hun kinderen eens te ver
rassen. Die moeten zich tevreden
stellen met al het moois en het lekkers
voor de winkelruiten te bezien.
Zoo'n arm knaapje dan werd op den
5den December door drie groote jon
gens achterna geloopen. De kleine
Jan, zoo heette het kleine jongetje,
wilde naar buis gaan. Maar de jon
gens kwamen met veel geschreeuw op
Jantje af, die geweldig schrikte na
tuurlijk en aan het loopen ging.
Maar de kleine baas was zóó dik,
dat hij het harde loopen weldra op
moest geven. En de drie jongens pak
ten Jantje beet en legden liem op den
groDd en namen hem zijn pet en zijn
klompen af en namen die mee.
Jantje ging huilend naar huis, dat
gelukkig niet ver af was, en vertelde
aan zijn moeder wat er gebeurd
was.
Dit alles was door een paar meisjes
gezien. Eén van hen zeide:
„Is dat Jan niet, het zoontje van
een onzer vroegere dienstboden? Ja,
dat is Jan, ik weet het zekeiT'
„Kom, laten we gauw naar huis
gaan, en alles eens aan mama ver
bellen," zei het andere meisje, dat
Lina heette.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Thuis ge
komen deden ze een verzoek, dat zeer
gaarne werd toegestaan.Want ze had-
den onder het naar huis loopen een
plannetje gemaakt, nl.l. ze zouden
aan haar mama vragen of ze aleine
Jan eens mochten verrassen. En dat
mochten ze doen, want haar mama
hield zielsveel van Jan's moeder, om
dat deze eens een harer dochtertjes
gered had, die in het water gevallen
was. Do meisjes kregen eenig geld
om een paar Stevige laarsjes en
klompjes te koopen. En zij gaven van
zich zelf nog een lekkere warme bouf
fante, die ze zelf gemaakt hadden. Er
werd ook nog wat lekkers gekocht.
Toen alles netjes ingepakt was,
gingen zij op weg naar hot huisje,
waar Jan met zijn moeder wo'ouue.
Want Jan bezat geen vader meer. Ze
vroegen aan Jan's moeder, hoe het
met hem was en zij lieten alles zien,
wat ze meegebracht hadden. De vrouw
antwoordde, dat Jan erg verkouden
was en al te bed lag. Ze vond liet
goed, dat de meisjes alles maar net
jes in het kleine voorkamertje zou
den zetten. Toen dit gedaan was, gin
gen ze naar huis en de vrouw bedank
te hen hartelijk. Het gevalletje word
natuurlijk den volgenden dag op
school verteld. Verscheidene meisjes
wilden graRg ook wat aan Jan geven.
En daarom werd er besloten een club
op be richten. Die werd ook opgericht.
Eens in de wesk kwamen de meisjes
bij elkaar, dan bij de eene en dan bij
de andere. Ze maakten met behulp
van haar moedors kleertjes, breiden
kousen, en soms vertelde één een ver
haaltje. Elk meisje verzocht aan haar
vader en moeder een paar zilveren
klompjes aan een zilveren kettinkje.
Want de meisjes hadden de club „de
nieuwe klompen" genoemd. Zij werk
ten ijverig en prettig en menig arm
kind ontving met St. Nicolaas een
warm kleedingstuk.
De geschiedenis van
een cent.
(Door hem zelf verteld).
(Bekroond opstel van Elizabeth
Slager).
Het allereerste, wat ik zag op mijn
geboortedag, was, dat ik te fonkelen
lag op een tafel in den zonneschijn.
Lang lag ik er niet, want heel spoe
dig werd ik met nog andere mijner
vrinden in een papiertje gerold en in
ee*i grooten neteldoekschen zak ge
daan. Toen ik er weer uit gebaald
werd, lag ik op een groen kleed, dat
over een lessenaar lag uitgespreid.
Ik begreep, dat ik in de Rijkspost
spaarbank was aangeland. Een poosje
later lag ik in de bevende hand van
een ouden grijsaard, die zeker geld
te ontvangen had. Wij werden in een
oud, kalfsleêren zakje gedaan, en dit
werd in zijn zak gestoken. Hoe lang
ik er gelegen heb, weet ik niet precies,
maar opeens werd ik met nog een
ander te voorschijn gehaald en door
een klein gleufje in een nauwe ronde
bus gesmeten. Ik kwam terecht op
nog heel wat andere muntstukken,
zooals een dubbeltje, een paar
kwartjes en een mooien dikken gul
den. Het was hier net zoo donker als
in het zakje van den ouden man.
Opeens begon het orgel te spelen en
wij waren dus in de kerk. Toch wou
ik, dat ik er maar weer uit was, te
meer nu een dubbeltje me vertelde,
dat het nog heel lang zou duren.
De kerk ging uit en nog een massa
centen en dubbeltjes en kwartjes, zijn
in de bus gegooid. De maan scheen
helder door de ruiten boven de kerk
deur, toen één er van eensklaps inge
slagen werd en een man met een rui-
gen baard klom er door. Ik zag dat
wel niet, maar een kameraad, dip
boven op mij lag, vertelde 't me. De
man riep r „Kees, geef mij eens een
bijl, dan sla ik deze bus kapot."
Een nog veel ruwer man deed wat
de ander wenschte en daar vielen wij
kletterend over den steenen vloer.
Gauw werden mijne makkers opge
raapt, maar ik niet, want ik lag wat
ver afgerold. Den volgenden morgen
werd ik opgeraapt door den koster,
die mij vond, en In zijn portemomiaie
stopte. Wat zat ik daar lang I Ik
dacht er nooit meer uit te komen,
maar later zou ik nog veel langer
moeten zitten. Luister maar verder.
Op een middag .werd ik toch te
vooischijn gehaald op een bloemen
markt.. De koster kocht een paar
mooie geraniums van een oude vrouw
die op een stoel zat met een stoof on
der de voeten en een groene para-
pi uie op, om haar te beschutten voor
do brandende zon.
Spoedig lag ik in een geldbakje,
waarin nog een paar andere munt
stukjes lagen. F3ij een bakker werd
ik ingeruild voor een klein krenten
broodje en toen werd een Hollandscbe
matroos de eigenaar van mij. Ik
werd in een zwarte portemonnaie ge
worpen, maar mijn makkers werden
spoedig ingeruild voor een spoor-
kaartje riaar Den Helder. Dit ding
werd ook bij ons in de beurs geduwd.
Wat hebben we daar een tijd ingeze
ten. Midden in de stad Den Helder
kwam ik met nog eenige mijner mak
kers in een mager kinderhandje te
recht en vandaar werd ik in een zakje
geduwd. De jongen liep haastig door
en bij zijn moeder gekomen, liet hij
mij zif-u en verleide haar, hoe hij mij
van een matroos gekregen had. Zijn
moeder was er erg blij mee en met
nog een paar andere makkers ver
huisde ik naar een slager, en toen
kwam mijne gevangenschap. Want de
slager ging naar een mooi huis
vleesch brengende dienstmeid gaf
hem ee guliden. Hij moest geld te
rug geven en gaf mij toen cok. Eerst
werd ik op een keukentafel gelegd,
maar een man met een zilveren bril
op een k» ommen neus pakte ons op
en toen werden wij in een secretaire
gesloten
Ik heb er wel tien jaar ingelegen en
nog wel langer, geloof ik. Maar op
zekeren morgen hoorde ik een dienst
meid tot iemand roepen „Die duitjes
hier in de least zullen ook wel gauw
opgeruimd worden door de neefjes
nu die oude vrek dood is."
Wij sprongen wel twee voet hoog,
toen wij dat blijde nieuws vernamen.
O, wat duurden die twee daj;en, die
er op volgden, lang Maar op oen
Woensdag werd ik in de rood-ieêren
portemonnaie van die neefjes ge
stopt. Vandaar kwam ik in een siga
renwinkel en deze winkelier wilde
graag, zooals hij tegen iemand zei,
een koperen aschbakje hebben voor
de klanten, om er de asch in te gooien
van de sigaar. En nu kwam ik bij den
laatsten eigenaar van mij, dat was de
koperslager. Want deze zei, terwijl hij
ons aan een knecht overhandigde
„Gerrit I werp deze morgen meteen
maar in de smeltkroes
„Nu", dacht ik, „is morgen mijn
Laatste uur geslagen daarom heb ik
aan het dochtertje van dén kopersla
ger mijn hcelen levensloop verteld, en
die staat hier nu door haar neerge
schreven".
Drieveuuui
JOIIAN en YV1LH. I. Van harte
feliciteerd, J ohan 1 Dat treft mooi, uat
de courant juist vandaag komt, hél
En Wilhelmina zal ik ook maar vast
feliciteeren, al heeft die nog eemge
ciagen don tijd. Je inzending heb ik
ontvangen.
NICO T. Ik ben blij, dat je zoo'n
prettige vacantie hebt, Nico 1 Heb je
op schooi ook al eens iets geleerd van
het Czar-PetorhuisjeWil je aan
Herman zeggen, dat ik het portret erg
aardig vond 1 Hij zit er flink op, hoor
FRANS on JO v. E. Ik zal je wed-
strijdinzending eens nazien eu dan
zie ik wel iu welke afdeeling zij hoort.
Jo mag het boek nog gerust een week
houden. Ik ben blij, dat je het andere
zoo aardig vindt. Neen, de „Moeder
plant" ken ik niet. Is het mooi Ben
je wel eens eerder in Rijnsburg ge
weest
LENA H. Je raadsels zal ik bewa
ren en bij gelegenheid plaatsen. Wat
ga je Maandag in Amsterdam doen
Ga je met de tram? en hoe lang blijf
je er?
BEPPIE M. Veel plezier in Heem
stede, Bep 1 Blijf je lang bij je tante
en kun je er prettig spelen
HENRIëTTE v. B. Je inzending
ziet er nu netjes uit. Je hebt er zeker
een heel werk aan gehad I
GERARD II. Wat een lange vacan
tie, hé. Nu, loop maar veel buiten,
dat je op 10 September gezond en
frisch kunt beginnen, want dan komt
het er op aan
PIET B. Waarmee had je hot toch
zoo druk, Piet? Kwam het van len
woordenwedstrijd Ik heb ze nog
niet nagekeken, hoor 1
HERMAN II. Die vacantie is toch
maar een heerlijke tijd 1 Ben jij ook
wel eens in Deventer geweest?
CORRY Iv. Het kasteel Assenburg
heb ik ook gezion. Het is heel mooi,
vind ik. Zijn jelui van VeJson af er
heen geloopen Dat is een heele wau-
deling, dunkt me I
GRETHA K. Wat heb jij weer een
boel gezien, Gretha 1 En wat vond je
nu wel het mooiste in Artis? Ben je
daar ook met de heele klasse geweest?
Eri hoe is 't mot het nichtje
TRUUS v. d. L. Wel, Truus, wat
heerlijk voor je om 6 weken naar
Zandvoort te gaan I Maak maar veel
plezier en dan hoop ik, dat je terug
komt met bruine armen en roode wan
gen, wel 10 pond zwaarder en zóó dik,
dat al je jurken je te klein zijn ge
worden 1
DINA C. Ik ben blij, dat ik einde-
liik weer eens iets van je hoorde, 't Is
altijd prettig om te merken, dat de
oude kennissen je niet vergeten. Je
raadsels zijn goed cn ik zal ze bij ge
legenheid wel eens plaatsen.
HARRI R. Je inzending heb ik ont
vangen. Wat heerlijk, dat je op het
feest zooveel plezier hebt g3had. Nu
'jelui troffen ook prachtig weer Dag
Ilarri 1
HENDRIK en GERDA G. Wat een
beeldige briefkaart hebben gelui me
gezonden. Logeeron jelui in het huis
uat er op staat? En hoe lang ben je
in Bussum geweest?
ARIE v. W. Wel, Arie, dat wist ik
niet, dat je zoo ziek was geweest, en
is 't nu weer heeleniaal beter en mag
je weer buiten loopen en spelen
Wees maar voorzichtig, hoor, dat je
niet weer kou vat, of in de stof loopt
JACOBUS V. Je inzending heb ik
ontvangen. liet werk ziet er keurig
uit, maar verder zeg ik er nog niets
van 1
NANNE N. Ik vond de oplossingen
keurig geschreven 1 Maak maar, dat
je het ook gauw zóó kunt 1 Hoe oud
is je broer Doe mijn groeten aan
Cor.
RUURTJE A. Kom maar eens op
een Woensdag. Dan Is het spreekuur
van 1 tot 2.
ANNIE d. Z. Je inzending heb Ik
ontvangen en je raadsol zal ik bewa
ren tot ik er plaats voor heb.
HUBBRTUS B. Wel gefeliciteerd
met de verjaardag van je zuster 1 lk
hoop, dat het morgen een echt gezel
lige dag zal zijn I Het pianospelen en
zingen zal zeker wel heel mooi zijnJ
Wat leuk, dat je je al vooruit op
zoo'n prettigen dag kunt verheugen,
hè Ik ben tegenwoordig de heele
week uit, rnaar misschien ben ik Zon
dagsochtends wel eens thuis, wil je
dan komen 1 Schrijf het dan vooruit
maar I Ik wil je natuurlijk den prijs
voor Bertus Wagenaar wei meegeven
maar heeft hij geen tijd om zelf een
briefje te schrijven Waarmee heeft
hij het zoo druk Het is jammer, dat
het rapport pas na de vacantie komt;
tot hoe lang duurt de vacantie? Wat
je laatste vraag betreft ja ik zou
wel denken, dat er netto kinderen
mee zullen doen, maar 't zal wel nog
al vermoeiend zijn. Als je gauw mot
bent, moet je niet meedoen, hoor I Dit
is toch een flinks, lange brief, vind Je
niet?
CORRY B. Ik neem je niets kwalijk
dat je wel eens geen zin hebt om te
schrijven, dat kan ik me best begrij
pen. Wat heb je voel woorden gevon
den Ja, of je kans op een prijs hebt
daar weet ik nog niets van. wacht
maar tot de volgende week, dan
wordt do uitsla.g van den wedstrijd
bekend gemaakt. Dag Cor, de groeten!
MARIE en ANN IF. VAN Z. Jullie
brief de vorige week te laat gekregen?
Nee, dat geloof ik niet. ik had toch ook
"en antwoord voor je in de brieven
bus gezet is 't niet Missch»en is je
aam bij de raadsels weggevallen, an
ders kan ik het me tenminste niet be-
"riinon. Was je blij toen de Inzending
klaar was
P. C. L. Je hebt je voornaam niet
bij de inzending gezet, weet je dat
wol Je geniet zeker flink van de va
cantie Ga je ook nog uit de stad En
wandel j9 veel
DORA VAN S. Dat was heerlijk, dat
Moeder den brief voor je mee wilde
nemen, hè Je hebt oen mooi raad
sel bedacht, ik zal hot Ln de courant
zetten. Heb je voel plezier in de va
cantie?
JETTY B. Had Je geen tijd meer om
de woorden zelf over te schrijven Ik
zaJ het maar niet heel erg vinden, dat
je het niet zelf gedaan hebt 1 Ik weet
gelukkig, dat je netjes kunt schrijven,
de brieven zien or altijd keurig uit'
RF.TSTE en TRIJNTJE FR. Wa,
wat heb je Donderdeg een prettigen
dag gehad I Ja, in Artis zul je bet ze
ker ook wel prachtig gevonden heb
ben 1 Wat heb je in die twee dagen
een boel gezien, hè? Is Bertha nu
weer heelemaal beter? Het raadsel is
goed, hebben jullie het zelf bedacht?
CATO B. Je inzonding ziet er net
jes uit, dat is alvast een voornaam
dingHebben Sieger en Tinus een
prettige wandeling naar Zandvoort
gemaakt? Zoo, is Tinus nu zoo dik
geworden Ben jij nog nooit in Zand
voort geweest of bedoel je. dat je er
nog nooit gelogeerd hebt? Groeit het
kleine zusje flink? Voel groeten voor
jullie allemaal I
M. C. VAN DOORN.
dat graag deed (echt iets voor Jan),
hoorde ze toevallig, wat Jeanne over
haar tegen haar moeder zei;
Nee, ik vind 't heel onaardig van
Lcni, zei zusje's frisscho stem, als
je 'n lief eigen huis hebt, en zoo'n
f;oede<n man als Jan, om dan weg te
oopen en hier uit te gaan. Echt LenL
Die wil altijd „hebben en gehad heb
ben".
Leni is een beetje bedorven,
Jeanne-lief, klonk 't zachte antwoord.
Maar zij beeft een goed hart, en
als ze wat ouder is, zal ze best gaan
inzien dat....
Nu, 't is te hopen, viel Jeanne
in. Vanavond moet ze nu weer
mee naar „Diligentia", op mijn
plaats. Nee, 't is hatelijk, hoor. Als
ik geweten had wat dat ongelukkige
postcriptum van mij zou uitwerken,
dan had ik 't nooit geschreven.
Hélèno luisterde niet meer. Ze
vloog naar boven, naar haar slaap
kamer. O, verbeeld je, dat Jan zich
ook eens gauw ging wonnen, om 't
te stellen zonder haar. Ze zag hem,
geduldig, steeds bezig, alles verdra
gend om harentwil.
O, wat was ze slecht geweest. Ze
ker, zij had 't eenzaam gehad, de lan
ge dagen, dat hij weg was, maar wat
moest 't voor hem zijn, als hij thuis
kwam en geen vrouw vond om hem
te verwelkomen. En wie weet of de
dienstbode wel goed voor hem zorgde.
Hélèno liep snel de trap afhaar
oogen glansden vochtig, maar haar
gezichtje was frisch en stralend als
een pas ontloken roos bij morgen
dauw.
Ze stak haar hoofdje door de ka
merdeur.
U vindt 't toch goed? zei ze te
gen haar moeder. ik ga vanavond
naar huis.
Thuis was plotseling van plaats
veranderd.
Jan zwoegde huiswaarts door een
d'kke laag sneeuw .Hij zag de lichten
reeds van verre, en hij was blij gauw
aan 't eind van ziip natten tocht te
zijn, maar er bleef een schaduw op
zijn gelaatals Hélènie maai* niet weg
was.
O, hoe miste hij haar. 't Huis leek
hem uitgestorven. Hij herinnerde
zich, hoe ze hem vaak tegemoet
kwam, de deur voor hean open deed,
en hoe innig gezellig ze dan samen
in 't kleine salonnetje thee dronken.
En nu....
Hij klopte de sneeuw van zijn laar
zen en ging binnen. Hij meende licht
te zien in den salon. Wat bszielde de
meid? Daar zat hij immers nooit als
zijn vrouw er niet was. Hij deed de
deur open....
Daar zat Hélène, haar mooi figuur
tje, gestrekt in den luien stoel, haar
voetjes op het haardstel, of zo niet
weg was geweest.
Wel.... Leni, riep hij.
In een oogwenk lag zij in zijn ar
men en hield hom vast alsof ze nooit
meer losgelaten wilde worden en hij
keek héél teeder neer op het hoofdje
aan zijn schouder.
Zij zag op.
ik.... non „thuis" gekomeut Jan,
zei Z3 neueng. Laat me niet meer
weggaan.
Gaten weggaan? echode hij.
Wei uls ik je tegen geliouueu nad,
zou je uesnoous biouish'uuius zijn weg-
geioupeu. IK ken je, juilrouw.
ik.... ken mezelf niet, verklaarde
ze deemoedig. Ik ben heel dwaas
geweest, maar je niag er niet meer
Jjuos om zijn.
Heusch
Miste je me?
Hij knikte.
Vreeselijk, verklaardo hij kwa
jongensachtig. 't liuis wus 't huis
niet meer. Al zeg ik ook nooit veel,
en al bon ik vaak uit. Leni-iief, je
west niet wat 't zeggen wil, voor een
eenzamen kerel als ik altijd geweest
ben, om een echt thuis te hebben en
om jou daar te vinden, mijn vrouw.
En zoo kwam Hélèno waarlijk
„thuis". (U. Ct.)
DAMRUBRIEK.
Verantwoordelijke redacteuren: H.
E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B.
Tollenaar.
Oplossingen in te zenden aan den
heer 'H. E. Lantinga, Barendsestr. 41.
PROBLEEM No. 62.
Ingezonden door den heer J. L. Velde
te Overveen.
jSwsrt
1 2 3 4 f>
a m m
m iv
m m i
m
m m m
sa
m m
A CÉ
Q
«M li
a m EI i
k ri
m i m
m Q
m sa i
m
m
i
m m
47 48
4y
5U
Wit
Stand
Wit. Schijven op 19 22 28 32 35 37
en dam op 30.
Zwart. Schijven op 2 9 10 21 29 en
dam op 23.
Oplossing van Probleem No. 58, in
gezonden door den Heer H. C. van
Oort, is 49-44, 33-28, 29 27, 45 26,
26 4.
Goed opgelost door de heeren
Th. S. Germans en R. C. Broek-
meijer, HaarlemB. Th. Krabben
dam, Ve'sen J. L. Velde, Overveen
W. C. Faas, Overveen W. A. Z. en
H. L. Jr., D. Rührort.
In dank ontvangen de Problemen
van de heeren Faas en Velde.
LIJKVERBRANDING.
Eenigen tijd geleden is er een In
ternationale veieeniging gesticht, om
voor de lijkverbranding propaganda
te maken. De vereeniging heeft dezer
dagen een interessante statistiek
over de aanwezige crematoria en de
gedane lijkverbrandingen gepubli
ceerd. Evenals in zoovele andere din
gen gaat Amerika ook op dit gebied
vooraan. In de Vereenigde Staten zijn
zes-en-dertig verbrandingsovens, die
in het afgeloopen jaar vierduizend
menschen in de asch hebben gelegd.
In de tweede plaats volgt Duitsch
land met vijftien ovens en 2997 ver
brandingen. De republiek Argentinië
neemt met 976 verbrandingen den der
den rang in. In Zwitserland werden
in het afgeloopen in de vier verbran
dingsovens 721 personen verbrand.
Engeland en Schotland bezitten der
tien oveii9. Maar slechts 705 onderda
nen van koning Eduard hebben zich
laten verbranden. Frankrijk komt
eerst in de vijfde plaats.
Het bezit slechts vier crematoria te
Parijs, Marseille, Lyon en Rouen,
waarin 451 lijken werden verbrand.
Dan volgt Italië, dat weliswaar der
tig verbrandingsovens bezit, maar
waar slechts 442 verbrandingen plaats
hadden. Denemarken, Zweden en
Canada sluiten de rij met 77, 70 resp.
33 verbrandingen.
In het bericht wordt er overigens
de nadruk op gelegd, dat de lijken-
verbranding slechts zeer langzaam
veld en aanhangers wint, en dat men
zich vooral in de provincie nog altijd
zeer heftig tegen de lijkverbranding
verzet.
EEN MODISTE-REKENING.
Een Italiaansch ridder, Vincenzo
Florlo, had voor zijn vrouw een reke
ning te betalen aan een kleermakers
firma, ten bedrage van 215.000, welke
schuld gemaakt was in drie jaren
tijd.
Hoewel de rijke ridder er op gera
kend had, dat de dame, een Russische
prinses, eenigszins kostbaar zijn zou,
een bedrag van 215.000 voor kleeding
alléén leek hem toch wat erg hoog
daarom liet hij het komen tot een
rechtszaak. „Mijn cliënt begrijpt niet
goed" zoo-pleitte zijn advocaat, „hoe
binnen een zóó kort tijdsverloop de
dame in kwestie zóóveel avond- en
wandeltoiletten kan hebben gebruikt.
Binnen enkele dagen volgden de be
stellingen elkander met bliksemsnel
heid op. Wij vragen ons af of dit al
les geleverd is.
„Bovendien zijn de sommen, voor
die toiletten berekend, wel wat buiten
sporig hoog. Van de vele baljapon»
kost de minste 1000, de duurste ƒ1500.
Verder vinden wij bijv. kousen van
90 het paar, mitaines, die het paar
500 kostten. Antieke knoopjes zouden
1250 het paar hebben gekost. Onge
looflijk lang is de lijst van parasols,
kussens, waaiers, zakdoeken en hand-
taschjes.
De rechtbank overwoog, dat welis
waar cavaliere Florlo al een gedeelte
had afbetaald, maar dat toch het ge-
eischte bedrag zóó hoog was, dat het
aanleiding gaf een vermindering toe
te passen. Zij verlaagde dus de reke
ning en veroordeelde den Italiaan tot
betaling van „slechts" 170.000.
JACHT OP RUPSEN.
In het Graafschap Cambridge hoeft
men in de letterlijke beteekenis van
het woord eon jacht op rupsen ge
maakt. Sommige boomen, vooral pe
ren- en appelboomen waren overdekt
met deze dieren, die 's nachts op hoo-
pon bijeen kropen. Dan kwam de
fruitteler met zijn met zwavel en
proppen papier geladen geweer om
de rupsen te vernietigen. Duizenden
rupsen zijn er op deze wijze vernie
tigd, terwijl onwedere met stortre
gens de rest deden.
EEN KAPITAAL AAN BLOEMEN-
Het geval heeft zich te Parijs voor
gedaan, dat de markies de Beauhar-
nai3 weigerde de rekening te betalen
van den bloemenhandelaar Depou-
chelle voor de aan mevrouw de mar
kiezin geleverde balbouquetten. Deze
rekening bedroeg de kleinigheid van
15,000 francs.
Bij bet gevoerde proces bleek nu,
dat de markiezin middon in den win
ter niet tevreden was met bouquetten
van viooltjes of rozen, doch dat zij
telkens haar kamenier zond met een
staaltje van haar toilet en dat dan de
heer Dopouchello moest zorgen do
daarbij passeerde bloemen te ver
schaffen. Zoo ontving hij eens het
staal van een heliotroopkleurige ja
pon, waarbij hij een bouquet van hya
cinten moest leveren. Drie uur reed
hij Parijs rond .alvorens hij voldoen
de bloemen van deze kleur bijeen
had. Een andermaal moest bij een
ceinture van mosrozen vervaardigen,
dat bij een rose toilet behoorde. Ten
einde de benoodigde rozen te krijgen,
moest hij zelf naar Nice reizen om
zi te kunnen uitzoeken. Een volgen
den keer kreeg hij 't staal van een
Japansch kleed, on heeft hij een aan
tal bloemen van orchideeën en anthu-
riums moeten gebruiken om een bou
quet samen te stellen, dat daarbij
paste.
Het mooiste was, dat de markiezin
voor den rechter verklaarde, dat zij
steeds zeer tevreden met baar leve
rancier geweest was, en dat het
slechts een gril van haar echtgenoot
was de rekening niet te willen bï-
talen.
Het is zeer de vraag, wie hier het
meest over grillen te klagen had, do
markiezin of wel de markies, welke
laatste por slot van rekening tot beta
ling werd veroordeeld.