HAARLEM'S DAGBLAD, Stadsnieuws Uit de Omstreken Binnenland Onze Lachhoek. FEUILLETON Dienstregeling Spoorwegsn. B. en W. van Haarlem, maken be kend, dat ter secretarie der gemeen te (7 e af deeling) ter inzage is neder- gelagd het ontwerp van de winteer- dienstregeling 1908/1909 van de trei nen der Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij eui dat cven- lueele opmerkingen dienaangaande vóór of op 5 Augustus a. s. recht streeks aan het Departement van Waterstaat zijn in te dienen. Benoemd. De heer J. A. R. Avis, alhier, is door de Regeering bestemd, om te worden benoemd tot veearts bij den burger lijken veeartsenijkundigen dienst in Ned. Indië ZANDVOORT, Aangekomen vreemdelingen t Ëam. Resman, Arnhem, Pension Paula, 6 pers. Fam. Osserriet, Keulen. Hotel d'Orajnge, 3 pers. C. Fraenkei* Breslau, idem, 2 p. A. Schrnitz, Dresden, idem, 2 p. H. J. Middendorp, Amsterdam, ld. Mr. Jongejan, Idem, Pension Vallo, 4 pers. Fam. Jiskoot, Baarn, idean, 2 pers. J. C. Jolles, Haarlem, idem, 4 p. Fam. Berckels, Zwolle-, Groot Bad huis, 2 pers. H. C. van Kleffens, Groningen, Ho tel Belvédère, 0 pers. Mr. A. W. Wlchers Hoei, idem, id., 2 pers. P. Benei, Keulen, Hotel Beau Site, 2 pars. J. Pierson, Amsterdam, idem. II. L. Toorenvliet, Rotterdam, id. Fam. Wijt, Nijmegen, idem, 6 p. A. Bolte, Amsterdam, idem. N. E. Schwar zen bach, Zurich, id., 2 pers. L. Prins, Overvecn, idem, 4 pers. W. Nache, Berlijn, idem. Jhr. Tjaida van Stackenborch, Gro ningen, idem. Mej. L. H. de Moor, Rotterdam, id. Mevr. Katman, Herford. idem, 3p. Fam. Van Elte, Amsterdam, Pen sion Verheus, 3 pers. Mej. Verkozen, idem, idem. Dames Van Gelder, idem, idem, 2p. Dupoint, Parijs, idem, 2 p. Metelerkamp, Amsterdam, id., 2 p. H. G. van Vliet, Uithoorn, Duinweg no. 3, 3 petrs. J. P. Voordouw, Amsterdam, Villa Rozine (Peters), 10 pers. Fam. Dobbelman, Nijmegen, Pen sion Bluys, 5 pers. Fam. Lamar, idem, idem, 4 pers. M. T. Seeling, idem. Villa Magda le na. Mevr. Prjjm, Bonn, idem, 4 pers. Fam. Herrschner, Stuttgart, Groot Badhuis, 2 pers. Fam. Gogswaard, Amsterdam, id., 2 pers. C. Chapman, New-Yorlt, Grand Ho tel, A. J. H. Jacobs, Amsterdam, ld. A. Gransberg, Rotterdam, idem. Fam. Hortog» Amsterdam, id., 2 p. A. Kroese, Heogeloo, idem, 3 p. J. Wichers Hoeth, Groningen, Ho tel Belvédère, 2 peis. Mevr. Ubbens, Middelsteum, idem, 2 pers. J. v. LInge, Veendam, idem, 3 p. Holzapfel, Hamburg, Villa Mil- dridt. Mevr. Heymans, Enschedé, A dm. Evertsen, 2 pers. J. v. Marle, Haarlem, Villa Hen riet-te, 3 pers. D. Douwes, Amsterdam, Parkstr. no. 15. D. Wijnbeek, idem, Kerkstraat 16, 6 pers. Dames HerJnckx, idem, Haarlem merstraat 19, 3 pers. F. L. de Jong, idem. Brugstraat, 7 pers. J. Evers, idem, idem, 2 pers. PENSIOEN VAN WETHOUDERS. Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol land hebben goedgekeurd het besluit van den Haagschen gemeenteraad waarbij f 1009 op de gemeentebegro ting voor dit jaar is geplaatst, ten be hoeve van de pensinonneering der wethouders. NEDERLAND EN VENEZUELA. Het bestuur van den Nederland- schen Journalistenkring ontving van de na te noemen adressanten het ver zoek, aan onderstaand adres open baarheid in de vaderlandsche pers te doen geven. onder bijvoeging van do bede, dat de redacties haar krach- tigen steun aan het verzoek der Ne- dc.rlandsche kolonie zullen willen ge- Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden. Movrouw 1 Geven met dftepsien eerbied J kennen de Kamer van Koophandel en Nij verheid op Curacao, het Bestuur van het Algemeen Ne- derlandsch Verbond, groep HwJtiv landsche Antillen, en het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging „Onze Vloot", afdeeling Curagao, dat bij besluit van den president der Vereenigde Staten van Venezuela dd. 19 Februari 1908 verboden werd aan vreemd werkvolk, veertig dagen na afkondiging van dat besluit, dus van 1 April 1.1. af, eenig sjouwerwerk to verrichten aan boord van stoomsche- pen, liggende in Vonezolaansche ha vens door welk besluit, waaraan nog steeds de hand wordt gehouden, ook het Curagaosche werkvolk getroffen wordt j dat dd. 5 Maart U. de „Penelope", varende onder Nederlandsche vlag en uitgezonden door den controleur der belasting op den in-, uit- en doorvoer met dienstbrieven aan de autoriteiten van Aruba, door Venezolaansche kust wachters op zee werd aangehouden en 'met de bemanning opgebracht naar Adicora, later naar Coro en eindelijk naar Pto. Cabello, alwaar de bemanning werd gevangen gehou den in het Castillo San Antonio, een staatsgevangenis voor politieke ge vangenen de gouvernements-missi- ves werden opengebroken en eerst la ter aan den persoon, belast met de overbrenging daarvan, weder open ter hand gesteld; van 13 Maart tot 4 April 11. zijn de vijf Nederlandsche onder danen, die de bemanning van het schip uitmaakten, gevangen gebleven en eerst door tusschenkomst van den heer Lenfant, die tijdelijk het consu laat van Nederland waarneemt, in vrijheid gesteld dat in dienzelfden tijd „La Justi- cia", een Nederlandsche bark, thuis- behoorende op Aruba, op dezelfde wij ze bemoeilijkt is geworden, terwijl de bemanning nog steeds gevangen ge houden wordt en het schip niet aan den eigenaar is terug gegeven dat in de laatste jaren dergelijke bemoeilijking van de Curagaosche scheepvaart herhaaldelijk is voorge komen, niettegenstaande Nederland een met Venezuela bevriende natie is en daarmede diplomatieke relaties on derhoudt dat door de bevoegde autoriteiten op Curagao, naar aanleiding van het hcerschen der pest te La Guaira, slechts zeer milde maatregelen tegen Venezuela werden genomen niette genstaande het gevaar voor besmet ting op Curagao wegens de zeer ge makkelijke communicatie en de over drukke scheepvaart tusschen de kust van Venezuela en de Curagaosche eilanden zeer groot was, werd alleen voor schepen cn personen komende van La Guaira quarantaine voorge schreven. Ook werd deze quarantaine eerst afgekondigd 21 April II., dat wil zeggen eerst na het verschijnen van het decreet van president Castro, dd. 18 April, waarbij Z. Exc. zelf bekend maakte, dat er een besmettelijke ziek te te La Guaira heerschte en reeds gedurende 30 dagen was waargeno men, wat hier op Curagao ook be kend was, terwijl eerst na het ont vangen van officieel® berichten uit Venezuela de quarantaine afgekon digd werd dat dd. 14 Mei bij decreet van pre sident Castro verboden werd de over scheping op Curagao van goederen uit het buitenland en bestemd voor Ma- racaibo en andero havens in het. wes ten van Venezuela, en van goederen, van die havens afkomstig en bestemd voor het buitenland dat dit decreet als eerste beweegre den tot uitvaardiging daarvan op geeft dat de autoriteiten op de Ne derlandsche Antillen een Venezo- laansch schip, komende van een niet besmette haven en in het bezit van een sclioonen gezondheidspas, den toegang tot de haven hebben gewei gerd dat twee dagen vóór het verschijnen van dat decreet, op 12 Mei, slechts een enkel schip „La Gloria", komende van Guanta, na onze haven te zijn binnen gevallen, gezonden werd naar de quarantaineplaats, omdat het vaartuig afkomstig was van 'n plaats 'dicht bij de besmette haven La C.naira en volgens de meening van de be voegde autoriteit in een verregaand cn staat van onreinheid verkeerde dat hier algemeen wordt aangeno men, dat door den Venezolaanschen consul aan president Castro dusdani ge berichten gezonden zijn (in welke berichten de terugzending van „La Gloria" voorgesteld zou zijn geweest als een beleediging van de Venezo laansche vlag), dat aan deze consu laire berichten gemeld decreet zijn oorsprong ontleent dat 19 Mei een ander decreet ver scheen, waarbij het verkeer tusschen Venezolaansche havens en de Neder landsche Antillen voor kleinere sche pen, waaronder begrepen worden al de Curagaosche schoeners, voerende de Nederlandsche vlag, ongeacht de tonnenniaat, geschorst werd, zoodat de Curagaosche zeilvaart thans zoo goed als geheel stil ligt dat in den nacht van 12 op 13 Juni 11. de „Carmita" en „Marion", twee schepen varende onder Nederland sche vlag, van Aruba naar Curagao, door Venezolaansche kustwachters op zee zijn aangehouden en opgebracht naar Adicora, den volgenden dag naar La Vela de Coro, alwaar sche pen en bemanning twee dagen werden opgehouden. Op schip en bemanning is bij de aanhouding op zee herhaal delijk geschoten, terwijl de schipper onder bedreiging van gevangenne ming gedwongen werd een stuk te teekenen, waaruit zou blijken, dat de papieren en de brievenzakken onge schonden waren en hij geen enkele andere schade had gehad dan tijd- verlies dat de douanebeambten van de Vér nezolaansche havens last ontvingen, ook den directen-uitvoer van goede ren naar Curagao tegen te houden en zooveel mógelijk te bemoeilijken dat Curagao thans een crisis doormaakt, zoo hevig als nooit te voren. Curagao heeft geen eigen bestaan en is aan gewezen door natuur en geografische ligging van het eiland, le leven door den handel en de scheepvaart hoofd zakelijk met Venezuela. Door boven vermelde decreten zijn handel en scheepvaart hier stop gezet, alsof on ze haven ware geblokkeerd door Ve nezuela. De fiuancieele draagkracht, van vele handelshuizen, welke door jarenlangen achteruitgang en kwij ning van den handel reeds zeer zwak was, zal spoedig uitgeput raken. Zoo deze toestand nog een paar maanden moet voortduren, zullen verschillende, handelshuizen zich niet langer staan de kunnen houden. De armere bevolking wordt reeds nu tot het uiterste gedreven. Industrie bestaat hier bijna nietwat er nog was, kan thans uit Venezuela de ma teria prima niet krijgen de hoeden- industrie is reeds lang kwijnend. Werk is er niet, dus ook geen ver diensten, geen brood. De armoede is algemeen en zeer groot. Door misluk king van den oogst en het uitblijven van den regen levert hét eiland zelfs geen voedsel voor mensch noch dier. Het weerstandsvermogen der armere bevolking, uiteraard reeds zeer ge ring, zal spoedig geheel en al gebro ken zijn. Lang wachten op hulp kun nen ook zij niet. Redenen waarom ondergeteekenden zich met vertrouwen wenden tot Uwe Majesteit, met het eerbiedig verzoek, ten sterkste te willen aandringen bij hunne Excellenties de ministers van Koloniën en Buitenlandscho Zaken, dat HH. EE. het toch ten spoedigste daarheqn mogen leiden, dat de ver houding van Venezuela tot Curagao afdoende worde geregeld, meerdere waarborg worde verkregen dat der gelijke toestanden In de toekomst niet meer voorkomen en de Nederlandsche vlag meer worde ontzien. Hetwelk doende, enz. Curagao, den 3den Juli 1908. Namens de Kamer van Koophandel en Nijverheid de Voorzitter (w.-g.) A. JESURUN. - de Secretaris (w. g.) C. G. DE HASETH Bz. Namens het Bestuur van het Alge meen Nederlandsch Verbond, groep Nederlandsche Antillen, de Voorzitter (w. g.) H. J. T. BOOMGAART. de Secretaris (w, g.) C. S. GORSIRA X. P. Ez. Namens het Bestuur van de Nc- derlandsche Vereeniging Onze Vloot, afdeeling Curagao, de Voorzitter (w. g.) MOSES S. L. MADURO. de Secretaris (w. g.) D. I. QUERIDO. MIDDELBAAR TECHNISCH ONDER WIJS. Naar „Het Vad." verneemt, zond Z. E. de minister van Binnenlandsgjie Zaken bericht, dat hij verhinderd is het congres voor middelbaar tech nisch onderwijs bij te wonen, doch dat hij zich door den inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, den lieer H. J. de Groot, zal laten vertegenwoor digen, DE DUURSTE TRAMLIJN DER WERELD. Dat wij in ons land eerstdaags de duurste tramlijn der wereld bezitten, zal niet ieder bekend zijn. Onderstaan de geeft daarvan een duidelijk beeld. De electrische tramlijn Rotterdam- Den Haug—Scheveningen, welke op 1 October in exploitatie zal worden ge nomen, zal aan het bouwen van weg, viaducten, stations, enz. een bedrag van '15 a 10 inillioen guldens hebben gekost. Wanneer men dit cijfer ver gelijkt met de aanlegkosten der Rot- terd amsche Tram we g-m a a tschapp ij voor haar net over de Zuld-Holl. en Zoeuwsche eilanden, van 250 KM., met lal van onteigeningen, groot 8 a 9 niiUioèa, dan kan men zich een beeld vormen van de hooge kosten der 24 KM. lange lijn van Rotterdam naar het Kurhaus le Scheveningen. (Ned.) WETTELIJKE OUDERDOMSVER ZORGING. Op het congres voor. wettelijkeou derdomsverzorging, dat op Zaterdag 19. September a.s. te Amsterdam zal worden gehouden, zullen de volgende stellingen worden verdedigd: I. Verdediger: G. L. Janssen te Rot terdam: „De achterlijkheid van Nederland op het gebied der wettelijke ouder domsverzorgingen de groote nood on- _zcr ouden van dagen, wier hoop nu reeds door drie achtereenvolgende re- gcenhgen, van verschillende politie ke richting, is teleurgesteld, maken de oplossing van dit vraagstuk tot een der invest urgente onderwerpen van wctgoi ing." li. Verdediger: J. P. dc Jager, te Tiel: „Een goede wet op de ouderdoms verzorging moet het recht op een ge lijk minimum staatspensioen aan al len van zekeren bij de wet te bepalen leeftijd, waarborgen, zonder onder scheid, vrouwen, zoowel als mannen.' Hl. 'Verdediger: Ds. D. A. van Kre velen, te Oosterhesselen: ,„Het recht op een minimum ouder domst iisioen, voldoende voor het aller:; -odzakclijkstlevensonderhoud, dient gewaarborgd: niet individualis tisch, o.a. door premiebetaling, doch maatschapj>elijk, door vermindering van sommige posten op het budget van den Staat, door verhooging van success'er echten, in één woord, door bijdragen naar draagkracht." IV. Verdediger: Ds. U. J. Reinders, te Dantumawoude: „Noch het wetsontwerp-Lely van 1901, noch dat van dr. Kuyper van 1905, noch dat van den minister Vee- gens van 1907, voldoet aan de behoef ten van het Nederlandsche volk." Het feit, dat de beide laatste ont werpen voor de 70-jarige oud-werklie den van vandaag eene x-hooge bedee ling zouden omzetten in een f 2 per week groot pensioen, weegt niet op te gen de nadeelen. Al die wetsontwerpen zijn onaanne melijk. Indien een algemeene ouderdoms- pensionneering om politieke of finan- cieele redenen niet direct te verkrij gen is, is een verbeterd Deensch stel sel, waarvan de kosten niet geheel betaald zouden moeten worden door den Staat, of zijn regelingen, gelijk onlangs in Engeland en Australië zijn voorgesteld, als overgangsstelsel veel aannemelijker." V. Verdediger: D. de Clrecq, te Bloe mend aal: „Éen wettelijke pensioenregeling, als door den Bond voor Staalspensi- onneering voorgestaan, is bevorder lijk aan den bloei en do welvaart van Nederland." NACHTARBEID VOOR BAKKERS. „Het Volk" schrijft: Naar aanleiding van ons bericht omtrent do plannon van minister Tolma, In zake de afschaffing van den bakkersnachtarbeid, geeft men ons van andere zijde eenigszins ge wijzigde Inlichtingen. Het plan zou dan zijn, niet van 10—4, maar van 95 uur den nachtarbeid to verbie den, behalve des Zaterdags of ande re aan een rustdag voorafgaande da gen. Do vraag, of ook des Maandags en op andere dagen na een rustdag langer arbeid moet worden toege staan van uitzonderingen op het nachtarbeid-verbod ook voor pa troons, zou de minister, volgens on zen zegsman, ter beslissing willen op dragen niet aan de Kamers van Ar beid, maar aan speciale provinciale Kamers, bestaande uit een gelijk aan tal bakkerspatroons en bakkersgezel len met een door de regeering te be noemen voorzitter. IIET MARITIEM COMMANDO IN WËST-ÏNDIë. Do bonooming van den kapitein ter zee J. B. Snetlilage tot commandant van het pantserschip Heeinskarek. dat 11 Augustus a. s. naar West-Indië vertrekt, is eene aanwijzing dat de regeering, overeenkomstig de mede- deeliag van den minister van buiten- landsche zaken, hare handelingen nauwgezet overweegt en niet alleen op het heden het oog heeft. De kolo nel Snethlage is toch deoudste in zijn rang en komt bij de eerstvolgen de mutatie In de hoogere rangen der marine in aanmerking voor bevorde ring tot schout-bij-aaciiu Mo cut uu eene verdere versterking der scheeps macht in de Caraïinscuc Zee nooüig worden .en daarmede de noodzakelijk heid ontstaan het beved o.ver die groo- tere vlootafdeeling op to dragen aan een vlagofficier, dan heeft men den kolonel SnethLage eventueel slechts te bevorderen om, zonder eene ver wisseling in het commando, tot den gewenschten toestand te komen. Daarmede zal dan vermeden worden hetgeen in 1905 in Oost-Indië is ge schied, toen het eskader aldaar, bij de handhaving der neutraliteit in deal Russisch-Japanschen oorlog, op 8 schepen gebracht werd en uit Ne derland een schout-bij-nacht werd ge zonden, om het bevel daarover te voe ren. Door dien maatregel toch moest do voor het bevel over het eskader reeds aangewezen kapitein ter zee, een bekwaam en verdienstelijk hoofd officier, als ondergeschikt comman dant blijven dienen. De kapitein ter zee J. B. Snetlilage broeder van den vice-admïrual, die thans commandant der zeemacht in Nederiandsch-Indië Is kent de West-Indische toestanden en zaken uit vroegere verblijven aldaar. Als commandant van de Sommclsdijk en stationscominandant van Curagao was hij van Juli 1898 tot Juni 1899 in West-Indië als commandant van de Friesland vertoefde hij in het be gin van 1906 nogmaals eenige maan den in de Curagaosche wateren. De kolonel Snethlage is 52 jaar oud. (N. R. Ct.) MOORD OP EEN DOUANE. Men meldt aan de ,,'s-H. Crt." Donderdagnacht omstreeks twee uur heoft zich op de Belgische grens bij Minderhout een drama afgespeeld dat een trouw ambtenaar het leven zal kosten. De douanobeambten wa ren op hun gewonen rondgang, toen zij vier smokkelaars ontdekten, d e groote zakken droegen. Bij het zien van do douanen sloeg het viertal op de vlucht. Achtereen word een jacht op hen begonnen en do douanen zou den hun mannen hebben ingehaa'd, toen twee hunner, die he»L meeste ge vaar liepen, zich omkeerden, het ge weer aan den schouder zetten en vuur gaven op de fiscus-ainbtenaren. D douanebeambte Wouters kreeg de la ding hagel in de volle borst en zakte ineen. I)e ongelukkige werd door zijn kameraden opgenomen en overge bracht naar het even over de greri3 gelegen Meir waar asn dokter hem behandelde. ONBELEEFD. Door den bestuurder van auto H 335, welke zich niet groote snelheid tusschen Broek in Waterland en Mon nikendam voortbewoog, werd het signaal van nadering eerst gegeven, toen hij zich vlak'achter twee wielrij ders bevond. Gevolg was, dut eed der wielrijders in de trekvaart terecht kwam en daaruit met groote moeite werd gered de autobestuurder ver volgde zijn weg, zonder zijn vaart te verminderen. NIEUWE BELASTINGPLANNEN. 19 08. De minister van financiën deelt aan de Staten-Generaal mede Do vrijgezel moet voortaan hoogere belasting betalen. Waarom niet? Ilij is immers de geboren belastingbeta ler? Hij zwelgt in weelde en weet mot zijn geld geem raad. Een paar avonden per week niet naar café of sociëteit en hij heeft er de heele be lasting uit. De Staten-Generaal kan zich daarmee geheel vereenigen. De belasting op de jonggezellen wordt Ingevoerd en vastgesteld op 20 pro cent van het inkomen. 19 09. De minister van financiën deolt aan de Staton-Generaal meda: liet beginsel van rechtvaardigheid eischt behandeling van allen op do- zelfde wijze. Verschillende toepas sing is in strijd met gezonde staats leer. Het is bijna een brutaliteit, den jonggezel te laten betalen, omdat hij niet getrouwd is. De Staten-Generaal kan zich daarmee geheel vereeuigeu. Nu de jonggezel twintig procent van zijn inkomen betaalt, moeten alle anderen evenveel betalen. 1910. De minister van financiën verklaartDe weduwnaars moeten hoogere belasting betalen. Hij was immers gewoon, voor de toiletten van zijn vrouw groote sommen uit te ge ven. hetgeen bij het begin van het weduwnaarschap al dadelijk onnoo- dig wordt. De Staten-Generaal kan zich enz. De weduwnaar moet voortaan 30 procent betalen. 1911. De minister van financiën verklaart: Het beginsel van recht vaardigheid eischt enz. De Star ton-Generaal is verrukt. Leve de ge lijkmatige' belasting! Alle Staatsbur gers moeten 30. procent- opbrengen. 1912. De minister van financiën verklaart: De strooweduwnaars moe- ton zwaarder getroffen worden, voor al onulat ze in ueu zomer zuo talrijk zijn. De Sla ten-Generaal juicht zijn bijval uit. v.ie leu tijdo van de ver schijning der wot strooweduwnaar was, betaalt 5ü procent van zijn in komen. 1913. Do minister van financiën verklaartHet beginsel van recht vaardigheid eischt enz. De ge lijkmatige belasting triomfeert,- iedo- re Staatsburger moet voortaan 50 procent betalen; 1914. De minister van financiën verklaartik heb vroeger de onge trouwde vrouwen vergeten. Het is merkwaardig, hoeveel overbodig geld in de kousen van oude jongejuffrou wen wordt opgespaard. Voor den dag daarmee. Het vaderland heeft hooge re rechten, dan alle mopsen, katten en goudvisschen, die door oude dames Lot hei-stens toe worden volgepropL De Staten-Generaal wenscht den mi nister geluk. Do rijks-inkomstenbelas ting voor ongetrouwde vrouwen wordt •op 70 procent bepaald. '1915. De minister van finam-.L-.i verklaartHet beginsel van recht vaardigheid eischt In geen land ter wereld wordt de oude jongejuf frouw hooger belast, dan de overige menschen. Daarom wordt ter vereen voudiging een algemeene belasting van 70 procent ingevoerd. 1916. De minister van financiën verklaartIk heb in de kinderlooze gehuwden eene tot dusver ongobruik- te, maar daarom niet minder schitte rende bron voor belastingheffing ont dekt. Hoeveel bespaart het kinderloo ze echtpaar niet aan schoolgeld, hal ve zolen, diabolos en huwelijksgift* Allo Kamers van Koophandel hen ben zich in gelijken geest uitgespro ken. Een matige verhooging van het percentage wordt hier door plicht en verstand geboden. De Stateu-Gene- raal besluit dienovereenkomstig to handelen. De kinderlooze moet voort aan 90 procent betalen. 1917. De minister van financiën verklaartHet beginsel van recht vaardigheid eischt enz. Weg met die bijzondere belastingen. Alle Staatsburgers moeten 9U procent van hun inkomen als belasting betalen. Do financieels quaestie is opgeloBt, het tekort verdwenen. En van de overblijvende tien procent kan do mensch immers nog zeer goed levenl DE ROTTERDAMSCHE KERMIS. Nu bij besluit van don gemeente raad de kermis te Rotterdam officieel is afgeschaft, is op een deswege inge komen verzoek om vermakelijkheden te houden op een particulier terrein, gelegen aan den Beukelsdijk, goed gunstig beschikt. Op dit terrein zal nu een kermis In Naar het Engelsch, door Arthur W. Marchmont. 24) Zij verdreef den tijd door een gsdo- tailleerd verslag van haar ervaringen van den vorigen dag in den trein op te schrijven, welke taak telkens on derbroken werd door vragen van haar gezellin. U schijnt heel zeker te zqn van alles, wat gebeurd is, 'juffrouw Pa.r- montor? vroeg Mevr. Merridew, die wist waaraan zij bezig was. Als ik dat niet was, dan zou ik krankzinnig zijn als die rampzalige, oude vrouw beweert, dat iif ben. Het is zeker heel vreemd, klonk droog het antwoord. En u zegt, -dal er een briefje in de coupé was blijven liggen door uzelf onderteek end. Een papiertje, waar mijn naam onder stond. Het kan toch niet zijn, dat u zooiets geschreven hebt, zonder het zelf to weten, is 't wel Mij dunkt, dat wij daarover nu niet verder moesten praten, zei Olive kórtaf Zij was niet gesteld op de manie ren van die vrouw tegenover haar, en toen er een uur verstreek zonder dat er antwoord kwam van Mijnh. Casement, begon zij ongerust tc wor den. Zij was zoo overtuigd, dat hij een nauwkeurig antwoord zou zendon op haar dringend telegram en dade lijk over zou komen als antwoord op haar verzoek om hulp, dat zij onwil lekeurig bang begon te worden voor nieuw bedrog. Maar zij deed haar uiterste oost zich kalm te houden en toen <le advo caat en vrouw Tisley '9 middags te rug kwamen, en or nog geen ant woord was op haar telegram, hield zij zich flink. Is Mijnh. Casement gekomen? was hot eerste, wat Mijinh. Mathers vroeg. Ik hoop van ja. Helaas niet, antwoordde Olivo. Ik begrijp de reden er niet vad; maar veronderstel, dat mijn telegram niet aan zijn adres bezorgd is. U denkt toch niet, dat het niot verzonden is jufir. Pmènenter? vroeg Mevr. Merridew. Daaromtrent kan ik u volkomen geruststellen. Dit is Sir Anthony Browick, juf frouwen dit, Dr. Larkhall, een be kend medicus uit Sheffield. De twee doctoren, die met den ad vocaat en vrouw Tisley gekomen wu- ren, bogen en richtten hun Nik era- i slier on Olive, terwiil Miinh. Mathers hun eenige opheldering gaf. Natuurlijk moeten wij alleen met deze jonge dame spreken, zei do Lon- densche specialiteit, met een blik op zijn jongen collega, die tot antwoord hoog Do andenen stonden op en terwijl zij de kamer verlieten bracht een dienstbode oen telegram binnen en overhandigde het aan Mevr. Merri dew. Het ?s voor u, zei de laatsto tot Olive, maar zij maakte het zelf open en las het. Het is van den heer Ca-, sement; en zeker heel eigenaardig. Ik zal, het maar voorlezen, omdat het voor ons alien van belang is „Uw telegram is mij weer over geseind naar hier" liet komt uit Londen", zoo viel zij haarzelf In de rede u handelt stellig onder een of andere hallucinatie. Ik weet totaal niets van u en heb nooit moor uw naam gehoord. Richard Casement.." Dat Is heel vreemd, zei do groote specialiteit. Misschien wil u mij het telegram wel geven. Ik zou het graag met deze jonge dame bespreken. Olive zag nu volkomen duidelijk, dat er weer bedrog in het spel was en ofschoon hevig ontroerd en bevend van verontwaardiging, deed zij haar uiterste best oir. kalm te blijven voor het onderhoud, dat volgen zou. Zoo gauw als de anderen dï kamer verla ten hadden, wendde zij zich mot een kalme glimlach vol vertrouwen tot de twee doctoren, van wier woorden haar vrijheid nu afhing. HOOFDSTUK XII. E-n nu, lieve juffrouw, twijfel Ik niet, of dit alles kan zonder eenige moeilijkheid heel spoedig opgehelderd worden, begon de groote specialiteit heel vriendelijk, terwijl hij zich tot Olive wendde met het telegram van Miinh. Casement in de hand. Ik hoop. dat u er volkomen van overtuigd is, dal Dr. Larkhall en ik uw vrienden zijn en riet anders dan uw eigen bestwil up het oog hebben. Natuurlijk, stemde zijn collega toe. !k begrijp uit hetgeen ik zooeven hoorde, dat u telegrafeerde aan dien heer, Mijnh. Casement, in de overtui ging, dat hij u kende en hier zou ko men, om ons te ontmoeten. Mijnh. Casement heeft mij al ja ren gekend, en als hij mijn tolegram ontvangen had, dan zou hij dodelijk komen, antwoordde Olive. Mij" tele gram is niet in zijn handen gekomen en dit telegram is niet van hem. Blijkbaar niet, als uw overtui ging Juist is, klonk het antwoord. En wat weet hij van u? Hij was acht of negen laar gele den de notaris van mijn vader tot op het oogenbllk van zijn dood zoo onge veer een week geleden. Uw vader Mijnh. Richard Parmenter, de millionair, die op Silvcrbeeck woon de te Belborough in Oxfordshire. Een millionair zei hij met een licht optrekken van de wenkbrauwen terwijl hij zijn collega aankeek. Dan is u eein zeer welgestelde jonge dame? Neen. Onder omstandigheden, die hier niet volkomen verklaard be hoeven te worden, heb ik het recht op mijn erfenis verloren. Hij heeft geen testament nagelaten. Hoe treurig, hoe diep treurig, riep hij op sympathieken toon ulL Dan is die bewering van Mijnh. Ma thers en vrouw Tisley dus geheel valsch. Afschuwelijk valsch en onge rijmd, zei Olive dadelijk op heftigen toon. Mevr. Merridew zelf" weet hoe valsch het is. Dat meende ik op te merken, antwoordde hij met een vriendelijk hoofdknikken. En vertel mij nu iets van uw leven op Silverbeeek. Zoo hoet hot immers t Olive vertelde hem omstandig het een en onder, noemde eenige détails van haar dagelijksch leven daar en stipts namen aan van menschen en plaatsen, die haar te binnen schoten. Wonderlijk nauwkeurig en dui delijk. Verbazingwekkend. Inder daad. Wonderlijk, stemde de andere dokter toe. Men zou werkelijk gaan danken.... Ik meen, dat wij het daarover eens zijn, viel de andere hem snel-in de rede. En 4u«/4toon uw AetrcirWe vader overleden was, bleef u plotse ling zonder eecnigo middelen achter. Zeer beklagenswaardig, dat moet ik zeggen. En hoe was u nu van plan Ln uw onderhoud t,o voorzien Ik verkocht bijna al mijn kost baarheden om geld te krijgen, om ze kere taak te volbrengen. Ik zal u dat vertollen. Men legde mijn vadcr-eonl- ge dingen ten laste en omdat Ik over tuigd was, dat zij onwaar zijn, zoek ik nu naar de waarheid. Mijnh. Ca sement weet dit alles. Het is heel jammer, dat hij niet hier is. En zoo kwam u dus In Shef field, waar, door een vreemden sa menloop van omstandigheden deae vrouw Tisley woont? Ik kwurn omdat ik eenige dingen heb te onderzoeken. Ja, dat begrijp ik. De taak, dit u uzelf hebt opgelegd Natuurlijk. U is zeker bang, dat er een of ander» hoe zal ik het uitdrukken? eeai of andore knoeierij achter zit, waar van hij het slachtoffer was Een of andere samenzwering tegen hem zoo wel als tegen uzelf? Mijn doel is alleen de feiten va» te stellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5