HAARLEM'S DAGBLAD,
Stadsnieuws
Uit de Omstreken
Binnenland
Onze Lachhoek.
FEUILLETON
Dienstregeling Spoorwegsn.
B. en W. van Haarlem, maken be
kend, dat ter secretarie der gemeen
te (7 e af deeling) ter inzage is neder-
gelagd het ontwerp van de winteer-
dienstregeling 1908/1909 van de trei
nen der Noord-Brabantsch-Duitsche
Spoorweg-Maatschappij eui dat cven-
lueele opmerkingen dienaangaande
vóór of op 5 Augustus a. s. recht
streeks aan het Departement van
Waterstaat zijn in te dienen.
Benoemd.
De heer J. A. R. Avis, alhier, is door
de Regeering bestemd, om te worden
benoemd tot veearts bij den burger
lijken veeartsenijkundigen dienst in
Ned. Indië
ZANDVOORT,
Aangekomen vreemdelingen t
Ëam. Resman, Arnhem, Pension
Paula, 6 pers.
Fam. Osserriet, Keulen. Hotel
d'Orajnge, 3 pers.
C. Fraenkei* Breslau, idem, 2 p.
A. Schrnitz, Dresden, idem, 2 p.
H. J. Middendorp, Amsterdam, ld.
Mr. Jongejan, Idem, Pension Vallo,
4 pers.
Fam. Jiskoot, Baarn, idean, 2 pers.
J. C. Jolles, Haarlem, idem, 4 p.
Fam. Berckels, Zwolle-, Groot Bad
huis, 2 pers.
H. C. van Kleffens, Groningen, Ho
tel Belvédère, 0 pers.
Mr. A. W. Wlchers Hoei, idem, id.,
2 pers.
P. Benei, Keulen, Hotel Beau Site,
2 pars.
J. Pierson, Amsterdam, idem.
II. L. Toorenvliet, Rotterdam, id.
Fam. Wijt, Nijmegen, idem, 6 p.
A. Bolte, Amsterdam, idem.
N. E. Schwar zen bach, Zurich, id.,
2 pers.
L. Prins, Overvecn, idem, 4 pers.
W. Nache, Berlijn, idem.
Jhr. Tjaida van Stackenborch, Gro
ningen, idem.
Mej. L. H. de Moor, Rotterdam, id.
Mevr. Katman, Herford. idem, 3p.
Fam. Van Elte, Amsterdam, Pen
sion Verheus, 3 pers.
Mej. Verkozen, idem, idem.
Dames Van Gelder, idem, idem, 2p.
Dupoint, Parijs, idem, 2 p.
Metelerkamp, Amsterdam, id., 2 p.
H. G. van Vliet, Uithoorn, Duinweg
no. 3, 3 petrs.
J. P. Voordouw, Amsterdam, Villa
Rozine (Peters), 10 pers.
Fam. Dobbelman, Nijmegen, Pen
sion Bluys, 5 pers.
Fam. Lamar, idem, idem, 4 pers.
M. T. Seeling, idem. Villa Magda
le na.
Mevr. Prjjm, Bonn, idem, 4 pers.
Fam. Herrschner, Stuttgart, Groot
Badhuis, 2 pers.
Fam. Gogswaard, Amsterdam, id.,
2 pers.
C. Chapman, New-Yorlt, Grand Ho
tel,
A. J. H. Jacobs, Amsterdam, ld.
A. Gransberg, Rotterdam, idem.
Fam. Hortog» Amsterdam, id., 2 p.
A. Kroese, Heogeloo, idem, 3 p.
J. Wichers Hoeth, Groningen, Ho
tel Belvédère, 2 peis.
Mevr. Ubbens, Middelsteum, idem,
2 pers.
J. v. LInge, Veendam, idem, 3 p.
Holzapfel, Hamburg, Villa Mil-
dridt.
Mevr. Heymans, Enschedé, A dm.
Evertsen, 2 pers.
J. v. Marle, Haarlem, Villa Hen
riet-te, 3 pers.
D. Douwes, Amsterdam, Parkstr.
no. 15.
D. Wijnbeek, idem, Kerkstraat 16,
6 pers.
Dames HerJnckx, idem, Haarlem
merstraat 19, 3 pers.
F. L. de Jong, idem. Brugstraat,
7 pers.
J. Evers, idem, idem, 2 pers.
PENSIOEN VAN WETHOUDERS.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land hebben goedgekeurd het besluit
van den Haagschen gemeenteraad
waarbij f 1009 op de gemeentebegro
ting voor dit jaar is geplaatst, ten be
hoeve van de pensinonneering der
wethouders.
NEDERLAND EN VENEZUELA.
Het bestuur van den Nederland-
schen Journalistenkring ontving van
de na te noemen adressanten het ver
zoek, aan onderstaand adres open
baarheid in de vaderlandsche pers te
doen geven. onder bijvoeging van
do bede, dat de redacties haar krach-
tigen steun aan het verzoek der Ne-
dc.rlandsche kolonie zullen willen ge-
Aan Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden.
Movrouw 1
Geven met dftepsien eerbied J
kennen
de Kamer van Koophandel en Nij
verheid op Curacao,
het Bestuur van het Algemeen Ne-
derlandsch Verbond, groep HwJtiv
landsche Antillen, en
het bestuur van de Nederlandsche
Vereeniging „Onze Vloot", afdeeling
Curagao,
dat bij besluit van den president der
Vereenigde Staten van Venezuela dd.
19 Februari 1908 verboden werd aan
vreemd werkvolk, veertig dagen na
afkondiging van dat besluit, dus van
1 April 1.1. af, eenig sjouwerwerk to
verrichten aan boord van stoomsche-
pen, liggende in Vonezolaansche ha
vens door welk besluit, waaraan nog
steeds de hand wordt gehouden, ook
het Curagaosche werkvolk getroffen
wordt j
dat dd. 5 Maart U. de „Penelope",
varende onder Nederlandsche vlag en
uitgezonden door den controleur der
belasting op den in-, uit- en doorvoer
met dienstbrieven aan de autoriteiten
van Aruba, door Venezolaansche kust
wachters op zee werd aangehouden
en 'met de bemanning opgebracht
naar Adicora, later naar Coro en
eindelijk naar Pto. Cabello, alwaar
de bemanning werd gevangen gehou
den in het Castillo San Antonio, een
staatsgevangenis voor politieke ge
vangenen de gouvernements-missi-
ves werden opengebroken en eerst la
ter aan den persoon, belast met de
overbrenging daarvan, weder open ter
hand gesteld; van 13 Maart tot 4 April
11. zijn de vijf Nederlandsche onder
danen, die de bemanning van het
schip uitmaakten, gevangen gebleven
en eerst door tusschenkomst van den
heer Lenfant, die tijdelijk het consu
laat van Nederland waarneemt, in
vrijheid gesteld
dat in dienzelfden tijd „La Justi-
cia", een Nederlandsche bark, thuis-
behoorende op Aruba, op dezelfde wij
ze bemoeilijkt is geworden, terwijl de
bemanning nog steeds gevangen ge
houden wordt en het schip niet aan
den eigenaar is terug gegeven
dat in de laatste jaren dergelijke
bemoeilijking van de Curagaosche
scheepvaart herhaaldelijk is voorge
komen, niettegenstaande Nederland
een met Venezuela bevriende natie is
en daarmede diplomatieke relaties on
derhoudt
dat door de bevoegde autoriteiten
op Curagao, naar aanleiding van het
hcerschen der pest te La Guaira,
slechts zeer milde maatregelen tegen
Venezuela werden genomen niette
genstaande het gevaar voor besmet
ting op Curagao wegens de zeer ge
makkelijke communicatie en de over
drukke scheepvaart tusschen de kust
van Venezuela en de Curagaosche
eilanden zeer groot was, werd alleen
voor schepen cn personen komende
van La Guaira quarantaine voorge
schreven. Ook werd deze quarantaine
eerst afgekondigd 21 April II., dat wil
zeggen eerst na het verschijnen van
het decreet van president Castro, dd.
18 April, waarbij Z. Exc. zelf bekend
maakte, dat er een besmettelijke ziek
te te La Guaira heerschte en reeds
gedurende 30 dagen was waargeno
men, wat hier op Curagao ook be
kend was, terwijl eerst na het ont
vangen van officieel® berichten uit
Venezuela de quarantaine afgekon
digd werd
dat dd. 14 Mei bij decreet van pre
sident Castro verboden werd de over
scheping op Curagao van goederen uit
het buitenland en bestemd voor Ma-
racaibo en andero havens in het. wes
ten van Venezuela, en van goederen,
van die havens afkomstig en bestemd
voor het buitenland
dat dit decreet als eerste beweegre
den tot uitvaardiging daarvan op
geeft dat de autoriteiten op de Ne
derlandsche Antillen een Venezo-
laansch schip, komende van een niet
besmette haven en in het bezit van
een sclioonen gezondheidspas, den
toegang tot de haven hebben gewei
gerd
dat twee dagen vóór het verschijnen
van dat decreet, op 12 Mei, slechts
een enkel schip „La Gloria", komende
van Guanta, na onze haven te zijn
binnen gevallen, gezonden werd naar
de quarantaineplaats, omdat het
vaartuig afkomstig was van 'n plaats
'dicht bij de besmette haven La C.naira
en volgens de meening van de be
voegde autoriteit in een verregaand cn
staat van onreinheid verkeerde
dat hier algemeen wordt aangeno
men, dat door den Venezolaanschen
consul aan president Castro dusdani
ge berichten gezonden zijn (in welke
berichten de terugzending van „La
Gloria" voorgesteld zou zijn geweest
als een beleediging van de Venezo
laansche vlag), dat aan deze consu
laire berichten gemeld decreet zijn
oorsprong ontleent
dat 19 Mei een ander decreet ver
scheen, waarbij het verkeer tusschen
Venezolaansche havens en de Neder
landsche Antillen voor kleinere sche
pen, waaronder begrepen worden al
de Curagaosche schoeners, voerende
de Nederlandsche vlag, ongeacht de
tonnenniaat, geschorst werd, zoodat
de Curagaosche zeilvaart thans zoo
goed als geheel stil ligt
dat in den nacht van 12 op 13 Juni
11. de „Carmita" en „Marion", twee
schepen varende onder Nederland
sche vlag, van Aruba naar Curagao,
door Venezolaansche kustwachters op
zee zijn aangehouden en opgebracht
naar Adicora, den volgenden dag
naar La Vela de Coro, alwaar sche
pen en bemanning twee dagen werden
opgehouden. Op schip en bemanning
is bij de aanhouding op zee herhaal
delijk geschoten, terwijl de schipper
onder bedreiging van gevangenne
ming gedwongen werd een stuk te
teekenen, waaruit zou blijken, dat de
papieren en de brievenzakken onge
schonden waren en hij geen enkele
andere schade had gehad dan tijd-
verlies
dat de douanebeambten van de Vér
nezolaansche havens last ontvingen,
ook den directen-uitvoer van goede
ren naar Curagao tegen te houden en
zooveel mógelijk te bemoeilijken dat
Curagao thans een crisis doormaakt,
zoo hevig als nooit te voren. Curagao
heeft geen eigen bestaan en is aan
gewezen door natuur en geografische
ligging van het eiland, le leven door
den handel en de scheepvaart hoofd
zakelijk met Venezuela. Door boven
vermelde decreten zijn handel en
scheepvaart hier stop gezet, alsof on
ze haven ware geblokkeerd door Ve
nezuela. De fiuancieele draagkracht,
van vele handelshuizen, welke door
jarenlangen achteruitgang en kwij
ning van den handel reeds zeer zwak
was, zal spoedig uitgeput raken. Zoo
deze toestand nog een paar maanden
moet voortduren, zullen verschillende,
handelshuizen zich niet langer staan
de kunnen houden.
De armere bevolking wordt reeds
nu tot het uiterste gedreven. Industrie
bestaat hier bijna nietwat er nog
was, kan thans uit Venezuela de ma
teria prima niet krijgen de hoeden-
industrie is reeds lang kwijnend.
Werk is er niet, dus ook geen ver
diensten, geen brood. De armoede is
algemeen en zeer groot. Door misluk
king van den oogst en het uitblijven
van den regen levert hét eiland zelfs
geen voedsel voor mensch noch dier.
Het weerstandsvermogen der armere
bevolking, uiteraard reeds zeer ge
ring, zal spoedig geheel en al gebro
ken zijn. Lang wachten op hulp kun
nen ook zij niet.
Redenen waarom ondergeteekenden
zich met vertrouwen wenden tot Uwe
Majesteit, met het eerbiedig verzoek,
ten sterkste te willen aandringen bij
hunne Excellenties de ministers van
Koloniën en Buitenlandscho Zaken,
dat HH. EE. het toch ten spoedigste
daarheqn mogen leiden, dat de ver
houding van Venezuela tot Curagao
afdoende worde geregeld, meerdere
waarborg worde verkregen dat der
gelijke toestanden In de toekomst niet
meer voorkomen en de Nederlandsche
vlag meer worde ontzien.
Hetwelk doende, enz.
Curagao, den 3den Juli 1908.
Namens de Kamer van Koophandel
en Nijverheid
de Voorzitter
(w.-g.) A. JESURUN. -
de Secretaris
(w. g.) C. G. DE HASETH Bz.
Namens het Bestuur van het Alge
meen Nederlandsch Verbond, groep
Nederlandsche Antillen,
de Voorzitter
(w. g.) H. J. T. BOOMGAART.
de Secretaris
(w, g.) C. S. GORSIRA X. P. Ez.
Namens het Bestuur van de Nc-
derlandsche Vereeniging Onze Vloot,
afdeeling Curagao,
de Voorzitter
(w. g.) MOSES S. L. MADURO.
de Secretaris
(w. g.) D. I. QUERIDO.
MIDDELBAAR TECHNISCH ONDER
WIJS.
Naar „Het Vad." verneemt, zond Z.
E. de minister van Binnenlandsgjie
Zaken bericht, dat hij verhinderd is
het congres voor middelbaar tech
nisch onderwijs bij te wonen, doch
dat hij zich door den inspecteur van
het Middelbaar Onderwijs, den lieer
H. J. de Groot, zal laten vertegenwoor
digen,
DE DUURSTE TRAMLIJN DER
WERELD.
Dat wij in ons land eerstdaags de
duurste tramlijn der wereld bezitten,
zal niet ieder bekend zijn. Onderstaan
de geeft daarvan een duidelijk beeld.
De electrische tramlijn Rotterdam-
Den Haug—Scheveningen, welke op 1
October in exploitatie zal worden ge
nomen, zal aan het bouwen van weg,
viaducten, stations, enz. een bedrag
van '15 a 10 inillioen guldens hebben
gekost. Wanneer men dit cijfer ver
gelijkt met de aanlegkosten der Rot-
terd amsche Tram we g-m a a tschapp ij
voor haar net over de Zuld-Holl. en
Zoeuwsche eilanden, van 250 KM.,
met lal van onteigeningen, groot 8 a
9 niiUioèa, dan kan men zich een
beeld vormen van de hooge kosten der
24 KM. lange lijn van Rotterdam naar
het Kurhaus le Scheveningen.
(Ned.)
WETTELIJKE OUDERDOMSVER
ZORGING.
Op het congres voor. wettelijkeou
derdomsverzorging, dat op Zaterdag
19. September a.s. te Amsterdam zal
worden gehouden, zullen de volgende
stellingen worden verdedigd:
I. Verdediger: G. L. Janssen te Rot
terdam:
„De achterlijkheid van Nederland
op het gebied der wettelijke ouder
domsverzorgingen de groote nood on-
_zcr ouden van dagen, wier hoop nu
reeds door drie achtereenvolgende re-
gcenhgen, van verschillende politie
ke richting, is teleurgesteld, maken
de oplossing van dit vraagstuk tot een
der invest urgente onderwerpen van
wctgoi ing."
li. Verdediger: J. P. dc Jager, te
Tiel:
„Een goede wet op de ouderdoms
verzorging moet het recht op een ge
lijk minimum staatspensioen aan al
len van zekeren bij de wet te bepalen
leeftijd, waarborgen, zonder onder
scheid, vrouwen, zoowel als mannen.'
Hl. 'Verdediger: Ds. D. A. van Kre
velen, te Oosterhesselen:
,„Het recht op een minimum ouder
domst iisioen, voldoende voor het
aller:; -odzakclijkstlevensonderhoud,
dient gewaarborgd: niet individualis
tisch, o.a. door premiebetaling, doch
maatschapj>elijk, door vermindering
van sommige posten op het budget
van den Staat, door verhooging van
success'er echten, in één woord, door
bijdragen naar draagkracht."
IV. Verdediger: Ds. U. J. Reinders,
te Dantumawoude:
„Noch het wetsontwerp-Lely van
1901, noch dat van dr. Kuyper van
1905, noch dat van den minister Vee-
gens van 1907, voldoet aan de behoef
ten van het Nederlandsche volk."
Het feit, dat de beide laatste ont
werpen voor de 70-jarige oud-werklie
den van vandaag eene x-hooge bedee
ling zouden omzetten in een f 2 per
week groot pensioen, weegt niet op te
gen de nadeelen.
Al die wetsontwerpen zijn onaanne
melijk.
Indien een algemeene ouderdoms-
pensionneering om politieke of finan-
cieele redenen niet direct te verkrij
gen is, is een verbeterd Deensch stel
sel, waarvan de kosten niet geheel
betaald zouden moeten worden door
den Staat, of zijn regelingen, gelijk
onlangs in Engeland en Australië
zijn voorgesteld, als overgangsstelsel
veel aannemelijker."
V. Verdediger: D. de Clrecq, te Bloe
mend aal:
„Éen wettelijke pensioenregeling,
als door den Bond voor Staalspensi-
onneering voorgestaan, is bevorder
lijk aan den bloei en do welvaart van
Nederland."
NACHTARBEID VOOR BAKKERS.
„Het Volk" schrijft:
Naar aanleiding van ons bericht
omtrent do plannon van minister
Tolma, In zake de afschaffing van
den bakkersnachtarbeid, geeft men
ons van andere zijde eenigszins ge
wijzigde Inlichtingen. Het plan zou
dan zijn, niet van 10—4, maar van
95 uur den nachtarbeid to verbie
den, behalve des Zaterdags of ande
re aan een rustdag voorafgaande da
gen. Do vraag, of ook des Maandags
en op andere dagen na een rustdag
langer arbeid moet worden toege
staan van uitzonderingen op het
nachtarbeid-verbod ook voor pa
troons, zou de minister, volgens on
zen zegsman, ter beslissing willen op
dragen niet aan de Kamers van Ar
beid, maar aan speciale provinciale
Kamers, bestaande uit een gelijk aan
tal bakkerspatroons en bakkersgezel
len met een door de regeering te be
noemen voorzitter.
IIET MARITIEM COMMANDO IN
WËST-ÏNDIë.
Do bonooming van den kapitein ter
zee J. B. Snetlilage tot commandant
van het pantserschip Heeinskarek. dat
11 Augustus a. s. naar West-Indië
vertrekt, is eene aanwijzing dat de
regeering, overeenkomstig de mede-
deeliag van den minister van buiten-
landsche zaken, hare handelingen
nauwgezet overweegt en niet alleen
op het heden het oog heeft. De kolo
nel Snethlage is toch deoudste in
zijn rang en komt bij de eerstvolgen
de mutatie In de hoogere rangen der
marine in aanmerking voor bevorde
ring tot schout-bij-aaciiu Mo cut uu
eene verdere versterking der scheeps
macht in de Caraïinscuc Zee nooüig
worden .en daarmede de noodzakelijk
heid ontstaan het beved o.ver die groo-
tere vlootafdeeling op to dragen aan
een vlagofficier, dan heeft men den
kolonel SnethLage eventueel slechts
te bevorderen om, zonder eene ver
wisseling in het commando, tot den
gewenschten toestand te komen.
Daarmede zal dan vermeden worden
hetgeen in 1905 in Oost-Indië is ge
schied, toen het eskader aldaar, bij
de handhaving der neutraliteit in
deal Russisch-Japanschen oorlog, op
8 schepen gebracht werd en uit Ne
derland een schout-bij-nacht werd ge
zonden, om het bevel daarover te voe
ren. Door dien maatregel toch moest
do voor het bevel over het eskader
reeds aangewezen kapitein ter zee,
een bekwaam en verdienstelijk hoofd
officier, als ondergeschikt comman
dant blijven dienen.
De kapitein ter zee J. B. Snetlilage
broeder van den vice-admïrual, die
thans commandant der zeemacht in
Nederiandsch-Indië Is kent de
West-Indische toestanden en zaken
uit vroegere verblijven aldaar. Als
commandant van de Sommclsdijk en
stationscominandant van Curagao
was hij van Juli 1898 tot Juni 1899 in
West-Indië als commandant van
de Friesland vertoefde hij in het be
gin van 1906 nogmaals eenige maan
den in de Curagaosche wateren. De
kolonel Snethlage is 52 jaar oud.
(N. R. Ct.)
MOORD OP EEN DOUANE.
Men meldt aan de ,,'s-H. Crt."
Donderdagnacht omstreeks twee uur
heoft zich op de Belgische grens bij
Minderhout een drama afgespeeld
dat een trouw ambtenaar het leven
zal kosten. De douanobeambten wa
ren op hun gewonen rondgang, toen
zij vier smokkelaars ontdekten, d e
groote zakken droegen. Bij het zien
van do douanen sloeg het viertal op
de vlucht. Achtereen word een jacht
op hen begonnen en do douanen zou
den hun mannen hebben ingehaa'd,
toen twee hunner, die he»L meeste ge
vaar liepen, zich omkeerden, het ge
weer aan den schouder zetten en vuur
gaven op de fiscus-ainbtenaren. D
douanebeambte Wouters kreeg de la
ding hagel in de volle borst en zakte
ineen. I)e ongelukkige werd door zijn
kameraden opgenomen en overge
bracht naar het even over de greri3
gelegen Meir waar asn dokter hem
behandelde.
ONBELEEFD.
Door den bestuurder van auto H
335, welke zich niet groote snelheid
tusschen Broek in Waterland en Mon
nikendam voortbewoog, werd het
signaal van nadering eerst gegeven,
toen hij zich vlak'achter twee wielrij
ders bevond. Gevolg was, dut eed der
wielrijders in de trekvaart terecht
kwam en daaruit met groote moeite
werd gered de autobestuurder ver
volgde zijn weg, zonder zijn vaart te
verminderen.
NIEUWE BELASTINGPLANNEN.
19 08. De minister van financiën
deelt aan de Staten-Generaal mede
Do vrijgezel moet voortaan hoogere
belasting betalen. Waarom niet? Ilij
is immers de geboren belastingbeta
ler? Hij zwelgt in weelde en weet
mot zijn geld geem raad. Een paar
avonden per week niet naar café of
sociëteit en hij heeft er de heele be
lasting uit. De Staten-Generaal kan
zich daarmee geheel vereenigen. De
belasting op de jonggezellen wordt
Ingevoerd en vastgesteld op 20 pro
cent van het inkomen.
19 09. De minister van financiën
deolt aan de Staton-Generaal meda:
liet beginsel van rechtvaardigheid
eischt behandeling van allen op do-
zelfde wijze. Verschillende toepas
sing is in strijd met gezonde staats
leer. Het is bijna een brutaliteit, den
jonggezel te laten betalen, omdat hij
niet getrouwd is. De Staten-Generaal
kan zich daarmee geheel vereeuigeu.
Nu de jonggezel twintig procent van
zijn inkomen betaalt, moeten alle
anderen evenveel betalen.
1910. De minister van financiën
verklaartDe weduwnaars moeten
hoogere belasting betalen. Hij was
immers gewoon, voor de toiletten van
zijn vrouw groote sommen uit te ge
ven. hetgeen bij het begin van het
weduwnaarschap al dadelijk onnoo-
dig wordt. De Staten-Generaal kan
zich enz.
De weduwnaar moet voortaan 30
procent betalen.
1911. De minister van financiën
verklaart: Het beginsel van recht
vaardigheid eischt enz. De Star
ton-Generaal is verrukt. Leve de ge
lijkmatige' belasting! Alle Staatsbur
gers moeten 30. procent- opbrengen.
1912. De minister van financiën
verklaart: De strooweduwnaars moe-
ton zwaarder getroffen worden, voor
al onulat ze in ueu zomer zuo talrijk
zijn. De Sla ten-Generaal juicht zijn
bijval uit. v.ie leu tijdo van de ver
schijning der wot strooweduwnaar
was, betaalt 5ü procent van zijn in
komen.
1913. Do minister van financiën
verklaartHet beginsel van recht
vaardigheid eischt enz. De ge
lijkmatige belasting triomfeert,- iedo-
re Staatsburger moet voortaan 50
procent betalen;
1914. De minister van financiën
verklaartik heb vroeger de onge
trouwde vrouwen vergeten. Het is
merkwaardig, hoeveel overbodig geld
in de kousen van oude jongejuffrou
wen wordt opgespaard. Voor den dag
daarmee. Het vaderland heeft hooge
re rechten, dan alle mopsen, katten en
goudvisschen, die door oude dames
Lot hei-stens toe worden volgepropL
De Staten-Generaal wenscht den mi
nister geluk. Do rijks-inkomstenbelas
ting voor ongetrouwde vrouwen wordt
•op 70 procent bepaald.
'1915. De minister van finam-.L-.i
verklaartHet beginsel van recht
vaardigheid eischt In geen land
ter wereld wordt de oude jongejuf
frouw hooger belast, dan de overige
menschen. Daarom wordt ter vereen
voudiging een algemeene belasting
van 70 procent ingevoerd.
1916. De minister van financiën
verklaartIk heb in de kinderlooze
gehuwden eene tot dusver ongobruik-
te, maar daarom niet minder schitte
rende bron voor belastingheffing ont
dekt. Hoeveel bespaart het kinderloo
ze echtpaar niet aan schoolgeld, hal
ve zolen, diabolos en huwelijksgift*
Allo Kamers van Koophandel hen
ben zich in gelijken geest uitgespro
ken. Een matige verhooging van het
percentage wordt hier door plicht en
verstand geboden. De Stateu-Gene-
raal besluit dienovereenkomstig to
handelen. De kinderlooze moet voort
aan 90 procent betalen.
1917. De minister van financiën
verklaartHet beginsel van recht
vaardigheid eischt enz. Weg met
die bijzondere belastingen. Alle
Staatsburgers moeten 9U procent van
hun inkomen als belasting betalen.
Do financieels quaestie is opgeloBt,
het tekort verdwenen. En van de
overblijvende tien procent kan do
mensch immers nog zeer goed levenl
DE ROTTERDAMSCHE KERMIS.
Nu bij besluit van don gemeente
raad de kermis te Rotterdam officieel
is afgeschaft, is op een deswege inge
komen verzoek om vermakelijkheden
te houden op een particulier terrein,
gelegen aan den Beukelsdijk, goed
gunstig beschikt.
Op dit terrein zal nu een kermis In
Naar het Engelsch,
door
Arthur W. Marchmont.
24)
Zij verdreef den tijd door een gsdo-
tailleerd verslag van haar ervaringen
van den vorigen dag in den trein op
te schrijven, welke taak telkens on
derbroken werd door vragen van
haar gezellin.
U schijnt heel zeker te zqn van
alles, wat gebeurd is, 'juffrouw Pa.r-
montor? vroeg Mevr. Merridew, die
wist waaraan zij bezig was.
Als ik dat niet was, dan zou ik
krankzinnig zijn als die rampzalige,
oude vrouw beweert, dat iif ben.
Het is zeker heel vreemd, klonk
droog het antwoord. En u zegt, -dal
er een briefje in de coupé was blijven
liggen door uzelf onderteek end.
Een papiertje, waar mijn naam
onder stond.
Het kan toch niet zijn, dat u
zooiets geschreven hebt, zonder het
zelf to weten, is 't wel
Mij dunkt, dat wij daarover nu
niet verder moesten praten, zei Olive
kórtaf
Zij was niet gesteld op de manie
ren van die vrouw tegenover haar,
en toen er een uur verstreek zonder
dat er antwoord kwam van Mijnh.
Casement, begon zij ongerust tc wor
den. Zij was zoo overtuigd, dat hij
een nauwkeurig antwoord zou zendon
op haar dringend telegram en dade
lijk over zou komen als antwoord op
haar verzoek om hulp, dat zij onwil
lekeurig bang begon te worden voor
nieuw bedrog.
Maar zij deed haar uiterste oost
zich kalm te houden en toen <le advo
caat en vrouw Tisley '9 middags te
rug kwamen, en or nog geen ant
woord was op haar telegram, hield
zij zich flink.
Is Mijnh. Casement gekomen?
was hot eerste, wat Mijinh. Mathers
vroeg. Ik hoop van ja.
Helaas niet, antwoordde Olivo.
Ik begrijp de reden er niet vad; maar
veronderstel, dat mijn telegram niet
aan zijn adres bezorgd is.
U denkt toch niet, dat het niot
verzonden is jufir. Pmènenter?
vroeg Mevr. Merridew. Daaromtrent
kan ik u volkomen geruststellen.
Dit is Sir Anthony Browick, juf
frouwen dit, Dr. Larkhall, een be
kend medicus uit Sheffield.
De twee doctoren, die met den ad
vocaat en vrouw Tisley gekomen wu-
ren, bogen en richtten hun Nik era-
i slier on Olive, terwiil Miinh. Mathers
hun eenige opheldering gaf.
Natuurlijk moeten wij alleen met
deze jonge dame spreken, zei do Lon-
densche specialiteit, met een blik op
zijn jongen collega, die tot antwoord
hoog
Do andenen stonden op en terwijl
zij de kamer verlieten bracht een
dienstbode oen telegram binnen en
overhandigde het aan Mevr. Merri
dew.
Het ?s voor u, zei de laatsto tot
Olive, maar zij maakte het zelf open
en las het. Het is van den heer Ca-,
sement; en zeker heel eigenaardig. Ik
zal, het maar voorlezen, omdat het
voor ons alien van belang is
„Uw telegram is mij weer over
geseind naar hier" liet komt uit
Londen", zoo viel zij haarzelf In
de rede u handelt stellig onder
een of andere hallucinatie. Ik
weet totaal niets van u en heb
nooit moor uw naam gehoord.
Richard Casement.."
Dat Is heel vreemd, zei do groote
specialiteit. Misschien wil u mij het
telegram wel geven. Ik zou het graag
met deze jonge dame bespreken.
Olive zag nu volkomen duidelijk,
dat er weer bedrog in het spel was
en ofschoon hevig ontroerd en bevend
van verontwaardiging, deed zij haar
uiterste best oir. kalm te blijven voor
het onderhoud, dat volgen zou. Zoo
gauw als de anderen dï kamer verla
ten hadden, wendde zij zich mot een
kalme glimlach vol vertrouwen tot de
twee doctoren, van wier woorden
haar vrijheid nu afhing.
HOOFDSTUK XII.
E-n nu, lieve juffrouw, twijfel Ik
niet, of dit alles kan zonder eenige
moeilijkheid heel spoedig opgehelderd
worden, begon de groote specialiteit
heel vriendelijk, terwijl hij zich tot
Olive wendde met het telegram van
Miinh. Casement in de hand. Ik hoop.
dat u er volkomen van overtuigd is,
dal Dr. Larkhall en ik uw vrienden
zijn en riet anders dan uw eigen
bestwil up het oog hebben.
Natuurlijk, stemde zijn collega
toe.
!k begrijp uit hetgeen ik zooeven
hoorde, dat u telegrafeerde aan dien
heer, Mijnh. Casement, in de overtui
ging, dat hij u kende en hier zou ko
men, om ons te ontmoeten.
Mijnh. Casement heeft mij al ja
ren gekend, en als hij mijn tolegram
ontvangen had, dan zou hij dodelijk
komen, antwoordde Olive. Mij" tele
gram is niet in zijn handen gekomen
en dit telegram is niet van hem.
Blijkbaar niet, als uw overtui
ging Juist is, klonk het antwoord. En
wat weet hij van u?
Hij was acht of negen laar gele
den de notaris van mijn vader tot op
het oogenbllk van zijn dood zoo onge
veer een week geleden.
Uw vader
Mijnh. Richard Parmenter, de
millionair, die op Silvcrbeeck woon
de te Belborough in Oxfordshire.
Een millionair zei hij met een
licht optrekken van de wenkbrauwen
terwijl hij zijn collega aankeek. Dan
is u eein zeer welgestelde jonge dame?
Neen. Onder omstandigheden,
die hier niet volkomen verklaard be
hoeven te worden, heb ik het recht
op mijn erfenis verloren. Hij heeft
geen testament nagelaten.
Hoe treurig, hoe diep treurig,
riep hij op sympathieken toon ulL
Dan is die bewering van Mijnh. Ma
thers en vrouw Tisley dus geheel
valsch.
Afschuwelijk valsch en onge
rijmd, zei Olive dadelijk op heftigen
toon. Mevr. Merridew zelf" weet hoe
valsch het is.
Dat meende ik op te merken,
antwoordde hij met een vriendelijk
hoofdknikken. En vertel mij nu iets
van uw leven op Silverbeeek. Zoo
hoet hot immers t
Olive vertelde hem omstandig het
een en onder, noemde eenige détails
van haar dagelijksch leven daar en
stipts namen aan van menschen en
plaatsen, die haar te binnen schoten.
Wonderlijk nauwkeurig en dui
delijk. Verbazingwekkend. Inder
daad.
Wonderlijk, stemde de andere
dokter toe. Men zou werkelijk gaan
danken....
Ik meen, dat wij het daarover
eens zijn, viel de andere hem snel-in
de rede. En 4u«/4toon uw AetrcirWe
vader overleden was, bleef u plotse
ling zonder eecnigo middelen achter.
Zeer beklagenswaardig, dat moet ik
zeggen. En hoe was u nu van plan
Ln uw onderhoud t,o voorzien
Ik verkocht bijna al mijn kost
baarheden om geld te krijgen, om ze
kere taak te volbrengen. Ik zal u dat
vertollen. Men legde mijn vadcr-eonl-
ge dingen ten laste en omdat Ik over
tuigd was, dat zij onwaar zijn, zoek
ik nu naar de waarheid. Mijnh. Ca
sement weet dit alles.
Het is heel jammer, dat hij niet
hier is. En zoo kwam u dus In Shef
field, waar, door een vreemden sa
menloop van omstandigheden deae
vrouw Tisley woont?
Ik kwurn omdat ik eenige dingen
heb te onderzoeken.
Ja, dat begrijp ik. De taak, dit
u uzelf hebt opgelegd Natuurlijk. U
is zeker bang, dat er een of ander»
hoe zal ik het uitdrukken? eeai
of andore knoeierij achter zit, waar
van hij het slachtoffer was Een of
andere samenzwering tegen hem zoo
wel als tegen uzelf?
Mijn doel is alleen de feiten va»
te stellen.