NIEUWS- en ADVERT2NT1EBLAD. buitenlandsch Overzicht Stadsnieuws 23e Jaargang. No. 7710 Verschijnt dagelijks, behalve op Zoo- en Feestdagen. DONDERDAG 13 AUGUSTUS 1908 ABONNEMENTEN PER DRIB MAANDBNl tor Haariem i s 1.28 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1.30 Franco per post door Nederland1.65 Afzonderlijke nummers0.02 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 M de omstreken en franco per post 045 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Dlrestear J. C. PEEREBOOIB. ADVERTENTIËNi Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels i-elke regel meer 0.28 Reclames 30 Cent per regel Bq Abonnement aanzienlijk rabat Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regeJs, 25 Cts. per plaatsing! 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. Redactie eu Administratiet Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 eo der Administratie 724. Drukkerij Zulder Buitenspaarni 6. Telefoonnummer 122. Toé de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA VRIJDAG 14 AUGUSTUS. Vereeniging: Bioscoopvoorstelling Alberta frères, 8 uur. Rrongebouw: Opera-concert, 8 uur. Zandvoort: Gemeenteraadsvergade ring, uur. Ons schoon Indië. IL Het is natuurlijk, dat Atjeh een ruime plaats vraagt In het reisboek •pan den heer Van Weede. Voor ons daar strijdend leger koes tert hij hooge bewondering. Te Kota- radja het kerkhof bezoekende, merkt hij op„Hier werd aan menig dap per strijder uit onze gelederen een laatste rustplaats bereid, en hier vindt de bezoeker een stilzwijgend ge tuigenis van zóó veel zelfopoffering en plichtsbesef, dat hij zijn weg ver volgt met diepen eerbied voor het le ger, waarin zulke soldatendeugden .worden gekweekt." Maar ook voor den leelijken kant der Atjeh-politiek is de schrijver niet blind. De doodenakker „herinnert mede aan de rampzalige gevolgen een er po litiek van. inertie, welke door haar zwakheid een politiek van inhumani- teit bleek te zijn, en die met baar streven uaar bezuiniging, ontzachlij- ke offers kostte aan menschenlevens ©n aan geld." Met het oordeel van den schrijver, dat een gewichtige stap in de (goede) richting werd gedaan door den tocht, j,waarmede overste Van Daalen zich zooveel roem verwierf" zal menigeen, na de verschijning van het veelbe sproken Atjeh-rapport, het thans niet meer kunnen vinden. „Tact en staatmansbeleid zijn eer ste vareischten voor hem, wien het gezag op Atjeh wordt toevertrouwd, maar ook een krachtige arm mag hem niet ontbreken, en in verband hiermee rijst de vraag zegt de schrijver of onze troepen sterk genoeg zijn om de hun opgelegde taak in hun vollen omvang te vervullen". Het oordeel van den heer Van Kol over de zwakte der maréchaussée wordt door hem blijkbaar onderschreven. Des reizigers wederwaardigheden bij zijn aankomst op Javaansehen bo dem, zijn beschrijvingen van Buiten zorg en Weltevreden, prachtig ge ïllustreerd, slaan we maar over. Ver meld mag worden, dat hij een audiën tie bij den Gouverneur-Generaal had, die hem toestond eenige troepenafdee- lingen naar de binnenlanden van Ce lebes te vergezellen. Gedurende zijn verblijf te Buiten zorg werd zijn aandacht „meer bij sonder gevestigd op de grondslagen van ons koloniaal bestuurvergelijkt men deze met de Engelscbe, zoo tre den enkele punten van verschil op den voorgrond, welke zelfs bij een vluchtig bezoek aan Nederlandsch-en aan Britsch-Indië in 't oog vallen. Met name ontbreken in onze Staats inrichting colleges, die overeenkomen met den „Council of India" en met den „Indian, Council", en het is de vraag of dit, gemis op de een of ande re wijze wordt vergoed." De schrijver bedoelt, blijkens zijn Verdere uiteenzetting, een Raad, ge vormd door deskundigen, wier keuze aan strenge voorwaarden is gebon den, wier adviezen bij de regeling van alle belangrijke kwestiën zijn in te winnen, en wier oordeel, gegrond op langdurige ervaring, degelijkheid in de voorbereiding der te nemen maat regelen waarborgt. Van een Minister van Koloniën kan bezwaarlijk wor den geëischt, dat hij volkomen inge wijd zij in alle bijzonderheden der ©verzeesche toestanden, en in alle be langen der taLrijke maatschappelijke groepen in Indië. Buitendien is zijn beheer afhankelijk van de wisselval- ■.ligheden der politiek. De Council of India voorziet hierin, zoowel door het quantum technische kennis, waarme de hij de Regeering terzijde staat, als door het brengen eener zekere stabi liteit in de koloniale staatkunde. Toen ik in Nederlandsch-Inidië zoo dikwijls klachten hoorde uiten over de verhou ding van het moederland tot de kolo niën, schoot mij telkens het gunstig getuigenis te binnen, dat ik bij onze naburen had vernomen over genoem den Raad. Ook bij ons hoorde ik zulk een lichaam aanprijzen ala middel ter bevordering eener meer snelle en doelmatige afdoening van zaken. Een dergelijk college, te 's-Hage zetelend en samengesteld uit oud-Indische burgerlijke en militaire ambtenaren, kooplieden, Industrieelen en planters, bezield, met belangstelling voor de ko loniën en bevoegd om daarover te oor- deelen op grond hunner ondervinding en kennis van zaken, zoude wellicht kunnen bijdragen tot het verbeteren van den toestandom zijn taak naar bekooren te vervallen, zoude het evenwel toegerust moeten wezen met dezelfde bevoegdheden als de EngeJ- eche Council of India. De bemoeiingen der Volksvertegen woordiging met allerlei bijzonderhe den van het Indisch Bestuur zouden in verband met da/t stelsel worden be perkt, en wat den Minister vein Kolo niën betreft, hij zoude zich binnen de ham aangewezen grenzen vrijer kun nen bewegen, wanneer hij gesteund werd door een uit specialiteiten ge- vormden Raad". Ongetwijfeld zit er in het hier aan gegeven denkbeeld Iets goeds, al is het de vraag of de heer Van Weede niet een Ietsje te veel verwacht van specialiteiten, en ook, of de voorlich ting door een dergalijken Ra,ad niet wat al te zeer de blijken zou dragen van de overtuiging, vroeger al aan gehaald, dat de ethische motieven bij 't besturen van koloniën niet te veel mogen wegen. De bestaande Raad van Indië is niet wat de schrijver bedoelt, het inder tijd ingedi3nd wetsvoorstel om hem te vervangen door een Raad van Di recteuren, acht de schrijver een stap In de richting van het Engelsche systeem. De reiziger trok de Soendalanden door naar Midden-Java en merkte veel op ,dat onze belangstelling ver dient. Kleine vólks-eigenaardigheden," als het onder eerbied-betuigïngen af maken der paarden van een overleden Vorst, die dan, volgens het geloof der Soendaneezen weer herlsven^ om hun meester te geleiden naar het heilige bosch van Parai Merapoe, in het bin nenland van Soenda, illustreeren de beschrijving der reis zelf, die zonder deze afwisseling misschien wat een tonig zou worden. Doch juist 't op merken dier eigenaardigheden, het niet onbelangrijk achten van wat op zichzelf kleinigheden zijn, doch die, levendig verhaald, ons vaak een blik gunnen ook In de denkwereld der waargenomen bewoners van ons schoone Indië, maken deze reisbe schrijving tot zeer aanganame lec tuur. Wij kunnen er niet aan denken, den reiziger het twee deelen dikke reisverhaal door te volgen, en moeten dus eindigen, doch willen dit niet doen zonder een hartelijke aanbeveling van dit interessante boek. Vooral de beschrijving der verove ring van den Bontoe-Batoer; van de groote jacht op Java, en 't uitvoerig relaas Yan hetgeen bij de Bali-expedi- tle voorviel, zullen ons lang in het ge heugen blijven. „Door belangstelling voor onze ko loniën te gevoelen, door meer en meer de vastheid van het geheele Rijk ook in de ontwikkeling der organisatie van eerstgenoemde te zoeken", aldus besluit de auteur, ..„.zullen wij ons op de hoogte toonen onzer taak.1- Die belangstelling wordt door het boek van Jhr. V&a Weede in ruime mate gewekt. PICK. KEIZER WILHELM EN KONING EDWARD. In dezen komkommertijd is ook het buitenlandsch nieuws schaarsch. Van daar, dat het bezoek van koning Ed ward aan keizer Wilhelm meer dan in gewone omstandigheden besproken wordt. De artikelen, tot dusver in de Engelsche en Duitsche bladen aan de ontmoeting van de beide monarchen gewijd, zijn over het algemeen zeer vriendelijk, al overschat men de be- teekenis van het feit niet en doet men duidelijk uitkomen, dat een verbete ring van de verhouding tusschen En geland en Duitschland toch in de eerste plaats van de beide volkeren 1 zelf zal moeten komen. Algemeen wordt de wenschelijkheid van een verbetering der verhoudingen betoogdEngeland en Duitschland zijn naties, die officieel wel steeds in goede vriendschappelijke betrekking staan, maar overigens toch zonder bepaald met elkaar over hoop te liggen, wederkeerig wantrou wen tegen eikaars bedoelingen koes teren. Men gevoelt zoowel in Duitschland als in Engeland, dnt de wereldvrede eerst gewaarborgd zal zijn, als dit wantrouwen verdwenen zal zijn en de vorstelijke samenkomst is een bewijs, dat de regeeringen van beide landen willen medewerken om dit doel te be reiken. De „Daily Chron." merkt bijv. op, dat de opheffing van het wederkeerlge wantrouwen een taak is, waaraan al le ernstige vrienden van den vrede in beide landen hun aandacht hebben te wijden. Het blad hoopt, dat de diplomatieke hulpmiddelen hiertoe nog niet zijn uitgeput en het doelt dan nog eens op een vermindering van de oorlogstoe rustingen van beide landen, met be houd van de tegenwoordige sterkte verhouding. (Dit is echter een voorstel, "waar de andere mogendheden .niet veel sympa thie voor zullen hebben. Engeland wil zijn oppermacht ter zee behouden en dus alleen overgaan tot beperking van da militaire uitgaven, indien die op permacht door de andere natiën wordt erkend en geëerbiedigd. Enge land is vredelievend, wil graag bezui nigen, maar wil de baas blijven juist dit standpunt maakt dat die vre desvoorstellen van Engelsche zijde met wantrouwen werden ontvangen.) De „Tomps" had het denkbeeld ge opperd, de entente tusschen Engeland en Frankrijk in een verbond te ver anderen. Hiervan wil de „Daily News" niets weten, schrijvende dal dit ongelegen ter sprake is gebracht, nu de koning naar Duitschland ging, om te trachten een modus vivendl tot stand te brengen tusschen Engeland en Duitschland, zooals er reeds tus schen Engeland en Frankrijk tot stand kwam. Dit is de waarborg voor den wereldvrede en het ls onze taak, zegt het liberale Engelsche blad, to zorgen, dat van onze zijde door geen enkele handeling het voortduren van den staat van wantrouwen en prikkel baarheid wordt bevorder 1. Er is geen reden, waarom we niet even goede vrienden zouden kunnen zijn met Duitschland als met Frankrijk. Het drievoudig verbond, dat wij wen- schen, is niet het door den Temps" verlangde, maar een waarin Frank rijk, Duitschland en Groot-Brittannlë als wakers voor den Europeeschen vrede optreden. Wij hopen den dag te beleven, waarop de Engelsch-Duitsche tentoonstelling de Duitschers in onze straten even gezien maakt, als in de zen zomer de Franschen het waren. KONING EDWARD EN KEIZER FRANZ JOSEF. Engeland's koning heeft intusschen zijn reis voortgezet, en den keizer van Oostenrijk-Hongarije bezocht. De offi cie ele ontmoeting aan het station te Ischl was recht hartelijk. Een officieuse nota zegt, dat het on derhoud tusschen Aehrenthal en Har- dinge aan deze twee staatslieden gele genheid heeft gegeven, van gedachten te wisselen over den algemeenen toe stand in Europa en dat zij zich meer in het bijzonder bezig hielden met Turkije. Men weet, dat de kabinetten der groote mogendheden en speciaal die van Weenen en Londen, hebben besloten een welwillende houding aan te nemen, daarbij da hoop koeste rend, dat het nieuwe régime In Tur kije zal leiden tot verbeteringen en consolidatie van den stand van zaken. UIT HET TURKENLAND. Men weet, dat een van de meest ernstige grieven, welke in Turkije on der de vooruitstrevende partijen te gen de machthebbers onder het oude regiem bestonden, deze was, dat men- achen, die dikwijls zonder fortuin wa ren als zij aan de regeoring kwamen, eenige laren lp hst bezli varen van groote schatten. De gewezen mi nisters en de overige gevangen geno men waardigheidsbekleders hebben nu verklaard, dat zij zich dat vermo gen hadden verworven metgoed vinden van den Sultan 1 Zeki pasja, de gewezen grootmeester der artille rie, heeft desniettegenstaande aange boden afstand te doen van al zijn be zittingen, mits aan zijn gezin een be drag van 12.000 Turksche ponden werd gelaten. Welk een toestand I De Sultan open lijk bij het „Comité voor Eendracht an Vooruitgang" aangeklaagd als diefjes maat 1 Het heet zelfs, dat Abdoel Ha- mid, ten einde de schatkist schadeloos to stellen voor het gedurende zooveel jaren geleden verlies, verklaard heeft aan de natie al zijn landgoederen ten geschenke te willen geven en boven dien al zijn onroerende bezittingen te Saloniki. Zijne Majesteit zou dus schuld bekennen J.... Er ligt in de haven van Konstanti- nopel een geheimzinnig jacht, waar van men de bestemming niet weet. Er loopen geruchten, dat de Sultan het jacht zou hebben gehuurd, om er In de ure des gevaars mee te kunnen vluchten. Een deel van 's Sultans scho.tten zou reeds aan boord zijn ge bracht. DE CONGO-QUAESTIE. De Belgische Kamer heeft art. 10 van het koloniale charter aangeno men, bepalende dat de begrooting van inkomsten en uitgaven der kolonie elk jaar bij de wet zal worden vastge steld en art.ïl, volgens hetwelk de algemeene rekening bij de wet wordt vastgesteld na verificatie door de Rekenkamer, benevens art. 12, bepa lende, dat de kolonie geen kapitalen kan leeuen of waarborgen of renten voor leerfngen, ten behoeve van de uitvoering van werken uit buitenge wone inkomsten, zonder machtiging door een wet. En verder art. 13, waarin wordt voorgeschreven, dat een bijzondere wet regelen zal stellen omtrent con cessies voor mijnen en spoorwegen, voor afstand of concessies van domi- niale goederen en art. 14 op de orga nisatie van de burgerlijke en militai re rechtspleging. GROOT-SERVIé. Er wordt gemeld, dat er reeds te gen vele bekende personen bewijzen zijn gevonden, dat zij In de revoluti- onnaire, groot-Servische beweging be trokken waren. Georg Nastitsjr de schrijver van een brochure, waarin liij onthullingen deed over het bestaan van een Groot- Servische samenzwering en die daar door de aanleiding gaf tot het inge stelde onderzoek, heeft zich bij de jus titie te Agram aangemeld. Volgens hem was de eigenlijke lei der der beweging, die ten doel had Montenegro en de Slavische provin ciën van Oostenrijk-Hongarije (Bosnië en Herzegowina) onder de Servische macht te brengen, de moordenaar van koning Alexander en koningin Draga. STAKINGEN EN UITSLUITINGEN. De staking en uitsluiting in het Deensche drukkersbedrijf duurt voort. Verschillende directies van bladen hebben zich nu vereenigd en geven een blad uit. Zoo blijven de lezers toch niet van alle nieuws verstoken I Zooals reeds gemeld werd, hielden de stakende klinkers aan de Stettiner werf „Vulkan" dezer dagen een verga dering, waarop geen volle driekwart meerderheid vóór de voortzetting der staking was. Men hoopte dus, dat vol gens de statuten, de staking nu moest worden opgeheven, dat ook de uitslui ting geen voortgang zou hebben, en daarmee een einde zou zijn gemaakt aan den dreigenden toestand. Die hoop is verijdeld, want de klin kers protesteerden legen de gehouden stemming, bewerende, dat er onbe voegden aan hadden deelgenomen. Daarom had eergisteren een nieuwe vergadering plaats, die uiterst rumoe rig verliep, zoodat de leiders alle moeite hadden, de schreeuwende en tierende menigte in bedwang te hou den. Maar ten slotte kwam het toch tot een stemming, welke tot resultaat had, dat van de 892 stemmen c 827 vóór de voortzettfng der staking wa ren. De uitsluiting wordt dus Iveneens voortgezet. Gisteren werd het besluit van de groep der Duitsche scheeps werven van kracht, zoodat ongeveer 45.000 arbeiders werden uitgesloten. Tenslotte dreigt nog een Ingrijpen van den „Algemeenen Bond van Duit sche metaalindustrieelen" welke even tueel tot een algemeene uitsluiting over geheel Duitschland jou beslui ten. PORTUGEESCHE FINANCIëN. In den Senaat heeft de vroegere mi nister van oorlog, Pintb Pimentel (lid yah d$jjartfl der regeneradores) 'ge zegd, dat alle staatslieden afwisten van de voorschotten aan de Kroon en dat het hun bekend was, dat er voor schotten waren verstrekt aan banken en maatschappijen, maar dat nie mand er van sprak. Hij verzekerde, dat er gedurende de vier laatste mi nisteries onwettige handelingen war ren verricht in zake schenkingen van het Koninklijk huis, dat van den Staat een bedrag van 8.925 conto's de reis te eischen had. Het zou daarom naar zijn meening verkieslijker zijn de financieelo transacties tusschen 't Koninklijk huis en de schatkist als vereffend te beschouwen. De minister-president antwoordde. dat de regeering boven alles liberaal en verdraagzaam binnen de grenzen der wet was en wenschte t8 blijven. DE OPSTAND IN PERZIë. Hebben wij, Westerlingen, over het algemeen slechts een vaag begrip van de Oostersche toestanden, van den opstand (of revolutie in het land der Perzen begrijpen we al heel wei nig. We weten wel waarom ge streden wordt,, maar onze nieuwsgie righeid strekt zich óók uit tot de vraag h o e ze daar vechten. De tele grammetjes vertelden wel het aantal dooden en gewonden, maar anders niet veelof zulke onbegrijpelijke bij zonderheden, dat we or toch geen touw aan konden vastknoopen. Nu komt ons echter een correspon dentie uit Perzië onder oogen, die een tipje van den gehelmzinnigen sluier optilt. Eerst vertelt de briefschrijver, hoe levenloos het Perzische leven nu is alle bazars gesloten, stilstand der reisgelegenbeden, afwezigheid van vreemdelingen, enz. Dat komt alles door den „oorlog". Het volk ls in twee partijen verdeeld de royalisten en de anti-royalisten. In het begin van Juli trok het Ma- laryir infanterieregiment uit Teheran de stad binnen. Maar bad de toestand tot dusverre, trots al het gebeurde, veel overeenkomst gehad met een blij spel, thans werd het een klucht. Van de 1000 soldaten waren namelijk slechts 800 gewapend, de anderen meosten zich maar wapens zien te verschaffen uit do zoogenaamde Ark, een wapen-depót, dat.... reeds sinds gpruimen tijd in bezit was'van de an ti-royalisten. De be\ elhebber van den troep hield, onmiddellijk na aankomst een wapen schouwing, waarbij de gewapende soldaten voorop stonden, de ongewa- penden op den achtergrond, terwijl de tot de tanden gewapende anti-roya listen het hartverheffend militair schouwspel rustig bijwoonden. Na af loop van de parade verspreidden zich de soldaten door de stad en beleger den zij de enkele bakkerswinkels, die nog brood in voorraad hadden. Eenige dagen later arriveerde de agent van den Sjah, een zekere Rak- hlm Khan, die eenige jaren te voren als roover do Karadagh-heuvels on veilig had gemaakt. Hij had het toen, zelfs naar Perzische begrippen, zoo bar gemaakt, dat de Sjah het noodig vond maatregelen tegen hem te ne men. Er werden manschappen op hem afgezonden en dezen brachten hem in boeien geklonken naar Teheran. Maar toen de Sjah meende, dat het eindelijk tijd werd aan den ordeloo ien toestand in Tebriz een einde te maken, scheende gewezen roover hem daarvoor de aangewezen persoon en deze werd naar Tebriz gezonden, om daar op te treden en in gemeen schap met den Mujtehid de stad te straffen. Dit was een kolfje naar de hand van Rakhim Khao. Hij bracht een troep van 500 van zijn oude mede bandieten bijeen en deze, die geen besef hadden van de oorzaak van den opstand, die nooit hadden gehoord van eonstitutie of parlement, wierpen zich op de stad en plunderden en roofden daar naar hartelust. „Is het nu te verwonderen", zoo eindigt de berichtgever, „dat de anti- royalisten bij zulke toestanden, maga zijnen vullen met geweren, en hunne lendenen omgorden, om wanhopig weerstand te bieden ALLES TEGEN VENEZUELA. In Los Andes (Venezuela) dreigt een revolutie uit te breken, omdat de door hongersnood gekwelde bewoners niet door de Regeering geholpen worden, en ze toch ook geen zin hebben te verhongeren. Verschillenden! Amerlkaansche bla den spreken de meening uit, dat lang zamerhand de tijd is aangebroken om aan president Castro eons mores te leeren r /.egt de New-Yorksche „Tribune „Het VhAHB zoover gekomen, dat Castro da gtmeeMT wereld tegen zich heeft Ingenomen. Het zou ons spijten, wanneer de zuinige Nederlanders een hoop kruit eu lood zouden, moeten be steden om hem manieren te leeren en tevens, wanneer een groot aantal zij ner onderdanen langs de kust de treu rige gevolgen mochten ondervinden van het feit, dat hij hun president is.'C Maar eindelijk dient toch eens te wor- den uitgemaakt, of het recht aan zijn zijde is dan wel of het overige gedeel te van de wereld gelijk heeft. Zeer gemoedelijk laat de ,,Po9l-In- teJiigencer" van Seattle zich uit ,,1-Iet zal", zegt het blad, „vandaag of morgen wel noodig worden de koe bij de horens te vatten en Venezuela te dwingen, zijne verplichtingen als Staat na te komen. Er is een grens, die zelfs een kleine mogendheid niet mag overschrijden, ondanks den weerzin, dien een grooter mogendheid moet gevoelen, om zulk een nietig te- gestander eens op zijn plaats te zet ten." Het „Journal" van Albany zegt „De toestand in Venezuela eischt grooten diplomatieken takt, en deze toestand kan er niet op verbeteren door de handelingen van een grarn- storigen eu impulsieven president." Zoo we ons niet bedriegen, wint <Je meening veld, dat het gewenscht is, dat de mogendheden gezamenlijk te-, gen Venezuela moeten optreden. On langs hebben we daarvan de wensche lijkheid reeds betoogd, en zullen dit nu natuurlijk niet herhalen. REVOLUTIE OP HAITI. Do regeering van de Vereemigde Sta ten schijnt maatregelen te nemen omt' zoo noodig, tusschenbeide te komen/ indien op Haïti een revolutie mocht uitbreken, waarvoor gevreesd wordt. Het departement van oorlog brengt een legertje van 5000 man bijeen voor een Inval in Haïti en de plannen voor een veldtocht worden uitgewerkt. EEN JAPANSCH-CH1NEESCH- GESCHIL. Uit Hongkong wordt geseind, dat door de CMneesche overheid 10.000 geweren en twee millioen patronen In beslag zijn genomen in de haven van Chlnchau. De Japaaische koop-; lieden leekenden daartegen protest aan en beweerden, dat de lading hun toebohoorde. Vermoedelijk zal dit gebeurde weer aanleiding geven tot een ernstig ge- schil, een internationale quaestlo. BESTRIJDING TUBERCULOSE. De Staatsct. bevat de Kon. goedge keurde statuten der Noord-HoU. Ver een. tot Bestrijding der Tuberculose, gevestigd te Haarlem. Zij stdt zich ten doel, in do provincie Noord-Holland de bestrijding van de tuberculose als volksziekte te bevorderen. De vereeniging tracht dit doel te be reiken a. door, in samenwerking en over leg met de Nederlandscho centrale vereeniging tot bestrijding der iuber- culose, het oprichten van plaatselijke vereenigingen tot bestrijding van dé tuberculose in de provincie Noord- Holland m de hand tewerkenj b. door in gemeenten, waar eena plaatselijke vereeniging tot bestrijding van <le tuberculose niet beslaat on voorloopig niet zal worden opgericht de afdeolingen van de Noord-Holland- scho vereeniging „Het Witte Kruis", commissies voor wijkverpleging en soortgelijke vereenigingen aan tè sporen, de bestrijding van de tuber culose ook in haar werkplan op ie nemerj/ c. door in plaatsen, waar geen ver een/ging, als bedoeld in b bestaat, do oprichting er van, ten behoeve van do tuberculose-bestrijding daar ter plaat se, te bevorderen; door een band te vormen tus schen alle vereenigingen of afdozlliv gen van vereenigingen in Noord-Hol land, welke zich de bestrijding van de tuberculose ten doei stellen e. door alle zoodanige veroonigin- f9n- overleg en samenwerking met e Nederlandsche centrale vereeni ging tot bestrijding der tuberculose, met raad on daad bij te staan, o. a. met de geldmiddelen, welke te barer beschikking worden gesteld. Voor de eerste maal zijn ar slechts 5 bestuursleden, voor een deol (3) door de 8 bestaande plaatselijke ver eenigingen tot bestrijding van de tu berculose (te Amsterdam, Haarlem eoi Den Helder), voor een ander deel (2) door het hoofdbestuur van de Noord- Hollandsche vereeniging „Het Witte Kruis" aangewezen. Bloemen. Ter keuring door de bloemen- ep plantenconimissie in Artis, was giste ren maar één Orchidee aangeboden oh wel Cypripedium Rotschildianum, mei drie bloemen. De inzender, de heer C. J. Kikkert alhier, ontving voor dozè schoone plant een getuigschrift Yim cultuur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 1