NIEUWS- en ADVERT2NT1EBLAD.
buitenlandsch Overzicht
Stadsnieuws
23e Jaargang. No. 7710
Verschijnt dagelijks, behalve op Zoo- en Feestdagen.
DONDERDAG 13 AUGUSTUS 1908
ABONNEMENTEN
PER DRIB MAANDBNl
tor Haariem i s 1.28
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland1.65
Afzonderlijke nummers0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 M
de omstreken en franco per post 045
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Dlrestear J. C. PEEREBOOIB.
ADVERTENTIËNi
Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels i-elke regel meer 0.28 Reclames 30 Cent per regel
Bq Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regeJs, 25 Cts. per plaatsing!
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
Redactie eu Administratiet Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 eo der Administratie 724.
Drukkerij Zulder Buitenspaarni 6. Telefoonnummer 122.
Toé de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
VRIJDAG 14 AUGUSTUS.
Vereeniging: Bioscoopvoorstelling
Alberta frères, 8 uur.
Rrongebouw: Opera-concert, 8 uur.
Zandvoort: Gemeenteraadsvergade
ring, uur.
Ons schoon Indië.
IL
Het is natuurlijk, dat Atjeh een
ruime plaats vraagt In het reisboek
•pan den heer Van Weede.
Voor ons daar strijdend leger koes
tert hij hooge bewondering. Te Kota-
radja het kerkhof bezoekende, merkt
hij op„Hier werd aan menig dap
per strijder uit onze gelederen een
laatste rustplaats bereid, en hier
vindt de bezoeker een stilzwijgend ge
tuigenis van zóó veel zelfopoffering
en plichtsbesef, dat hij zijn weg ver
volgt met diepen eerbied voor het le
ger, waarin zulke soldatendeugden
.worden gekweekt."
Maar ook voor den leelijken kant
der Atjeh-politiek is de schrijver niet
blind.
De doodenakker „herinnert mede
aan de rampzalige gevolgen een er po
litiek van. inertie, welke door haar
zwakheid een politiek van inhumani-
teit bleek te zijn, en die met baar
streven uaar bezuiniging, ontzachlij-
ke offers kostte aan menschenlevens
©n aan geld."
Met het oordeel van den schrijver,
dat een gewichtige stap in de (goede)
richting werd gedaan door den tocht,
j,waarmede overste Van Daalen zich
zooveel roem verwierf" zal menigeen,
na de verschijning van het veelbe
sproken Atjeh-rapport, het thans niet
meer kunnen vinden.
„Tact en staatmansbeleid zijn eer
ste vareischten voor hem, wien het
gezag op Atjeh wordt toevertrouwd,
maar ook een krachtige arm mag hem
niet ontbreken, en in verband hiermee
rijst de vraag zegt de schrijver
of onze troepen sterk genoeg zijn om
de hun opgelegde taak in hun vollen
omvang te vervullen". Het oordeel
van den heer Van Kol over de zwakte
der maréchaussée wordt door hem
blijkbaar onderschreven.
Des reizigers wederwaardigheden
bij zijn aankomst op Javaansehen bo
dem, zijn beschrijvingen van Buiten
zorg en Weltevreden, prachtig ge
ïllustreerd, slaan we maar over. Ver
meld mag worden, dat hij een audiën
tie bij den Gouverneur-Generaal had,
die hem toestond eenige troepenafdee-
lingen naar de binnenlanden van Ce
lebes te vergezellen.
Gedurende zijn verblijf te Buiten
zorg werd zijn aandacht „meer bij
sonder gevestigd op de grondslagen
van ons koloniaal bestuurvergelijkt
men deze met de Engelscbe, zoo tre
den enkele punten van verschil op
den voorgrond, welke zelfs bij een
vluchtig bezoek aan Nederlandsch-en
aan Britsch-Indië in 't oog vallen.
Met name ontbreken in onze Staats
inrichting colleges, die overeenkomen
met den „Council of India" en met
den „Indian, Council", en het is de
vraag of dit, gemis op de een of ande
re wijze wordt vergoed."
De schrijver bedoelt, blijkens zijn
Verdere uiteenzetting, een Raad, ge
vormd door deskundigen, wier keuze
aan strenge voorwaarden is gebon
den, wier adviezen bij de regeling van
alle belangrijke kwestiën zijn in te
winnen, en wier oordeel, gegrond op
langdurige ervaring, degelijkheid in
de voorbereiding der te nemen maat
regelen waarborgt. Van een Minister
van Koloniën kan bezwaarlijk wor
den geëischt, dat hij volkomen inge
wijd zij in alle bijzonderheden der
©verzeesche toestanden, en in alle be
langen der taLrijke maatschappelijke
groepen in Indië. Buitendien is zijn
beheer afhankelijk van de wisselval-
■.ligheden der politiek. De Council of
India voorziet hierin, zoowel door het
quantum technische kennis, waarme
de hij de Regeering terzijde staat, als
door het brengen eener zekere stabi
liteit in de koloniale staatkunde. Toen
ik in Nederlandsch-Inidië zoo dikwijls
klachten hoorde uiten over de verhou
ding van het moederland tot de kolo
niën, schoot mij telkens het gunstig
getuigenis te binnen, dat ik bij onze
naburen had vernomen over genoem
den Raad. Ook bij ons hoorde ik zulk
een lichaam aanprijzen ala middel ter
bevordering eener meer snelle en
doelmatige afdoening van zaken. Een
dergelijk college, te 's-Hage zetelend
en samengesteld uit oud-Indische
burgerlijke en militaire ambtenaren,
kooplieden, Industrieelen en planters,
bezield, met belangstelling voor de ko
loniën en bevoegd om daarover te oor-
deelen op grond hunner ondervinding
en kennis van zaken, zoude wellicht
kunnen bijdragen tot het verbeteren
van den toestandom zijn taak naar
bekooren te vervallen, zoude het
evenwel toegerust moeten wezen met
dezelfde bevoegdheden als de EngeJ-
eche Council of India.
De bemoeiingen der Volksvertegen
woordiging met allerlei bijzonderhe
den van het Indisch Bestuur zouden
in verband met da/t stelsel worden be
perkt, en wat den Minister vein Kolo
niën betreft, hij zoude zich binnen de
ham aangewezen grenzen vrijer kun
nen bewegen, wanneer hij gesteund
werd door een uit specialiteiten ge-
vormden Raad".
Ongetwijfeld zit er in het hier aan
gegeven denkbeeld Iets goeds, al is
het de vraag of de heer Van Weede
niet een Ietsje te veel verwacht van
specialiteiten, en ook, of de voorlich
ting door een dergalijken Ra,ad niet
wat al te zeer de blijken zou dragen
van de overtuiging, vroeger al aan
gehaald, dat de ethische motieven bij
't besturen van koloniën niet te veel
mogen wegen.
De bestaande Raad van Indië is niet
wat de schrijver bedoelt, het inder
tijd ingedi3nd wetsvoorstel om hem
te vervangen door een Raad van Di
recteuren, acht de schrijver een stap
In de richting van het Engelsche
systeem.
De reiziger trok de Soendalanden
door naar Midden-Java en merkte
veel op ,dat onze belangstelling ver
dient. Kleine vólks-eigenaardigheden,"
als het onder eerbied-betuigïngen af
maken der paarden van een overleden
Vorst, die dan, volgens het geloof der
Soendaneezen weer herlsven^ om hun
meester te geleiden naar het heilige
bosch van Parai Merapoe, in het bin
nenland van Soenda, illustreeren de
beschrijving der reis zelf, die zonder
deze afwisseling misschien wat een
tonig zou worden. Doch juist 't op
merken dier eigenaardigheden, het
niet onbelangrijk achten van wat op
zichzelf kleinigheden zijn, doch die,
levendig verhaald, ons vaak een blik
gunnen ook In de denkwereld der
waargenomen bewoners van ons
schoone Indië, maken deze reisbe
schrijving tot zeer aanganame lec
tuur.
Wij kunnen er niet aan denken,
den reiziger het twee deelen dikke
reisverhaal door te volgen, en moeten
dus eindigen, doch willen dit niet doen
zonder een hartelijke aanbeveling van
dit interessante boek.
Vooral de beschrijving der verove
ring van den Bontoe-Batoer; van de
groote jacht op Java, en 't uitvoerig
relaas Yan hetgeen bij de Bali-expedi-
tle voorviel, zullen ons lang in het ge
heugen blijven.
„Door belangstelling voor onze ko
loniën te gevoelen, door meer en meer
de vastheid van het geheele Rijk ook
in de ontwikkeling der organisatie
van eerstgenoemde te zoeken", aldus
besluit de auteur, ..„.zullen wij ons op
de hoogte toonen onzer taak.1-
Die belangstelling wordt door het
boek van Jhr. V&a Weede in ruime
mate gewekt.
PICK.
KEIZER WILHELM EN KONING
EDWARD.
In dezen komkommertijd is ook het
buitenlandsch nieuws schaarsch. Van
daar, dat het bezoek van koning Ed
ward aan keizer Wilhelm meer dan
in gewone omstandigheden besproken
wordt. De artikelen, tot dusver in de
Engelsche en Duitsche bladen aan de
ontmoeting van de beide monarchen
gewijd, zijn over het algemeen zeer
vriendelijk, al overschat men de be-
teekenis van het feit niet en doet men
duidelijk uitkomen, dat een verbete
ring van de verhouding tusschen En
geland en Duitschland toch in de
eerste plaats van de beide volkeren 1
zelf zal moeten komen.
Algemeen wordt de wenschelijkheid
van een verbetering der verhoudingen
betoogdEngeland en Duitschland
zijn naties, die officieel wel
steeds in goede vriendschappelijke
betrekking staan, maar overigens
toch zonder bepaald met elkaar over
hoop te liggen, wederkeerig wantrou
wen tegen eikaars bedoelingen koes
teren.
Men gevoelt zoowel in Duitschland
als in Engeland, dnt de wereldvrede
eerst gewaarborgd zal zijn, als dit
wantrouwen verdwenen zal zijn en de
vorstelijke samenkomst is een bewijs,
dat de regeeringen van beide landen
willen medewerken om dit doel te be
reiken.
De „Daily Chron." merkt bijv. op,
dat de opheffing van het wederkeerlge
wantrouwen een taak is, waaraan al
le ernstige vrienden van den vrede in
beide landen hun aandacht hebben te
wijden.
Het blad hoopt, dat de diplomatieke
hulpmiddelen hiertoe nog niet zijn
uitgeput en het doelt dan nog eens op
een vermindering van de oorlogstoe
rustingen van beide landen, met be
houd van de tegenwoordige sterkte
verhouding.
(Dit is echter een voorstel, "waar de
andere mogendheden .niet veel sympa
thie voor zullen hebben. Engeland wil
zijn oppermacht ter zee behouden en
dus alleen overgaan tot beperking van
da militaire uitgaven, indien die op
permacht door de andere natiën
wordt erkend en geëerbiedigd. Enge
land is vredelievend, wil graag bezui
nigen, maar wil de baas blijven
juist dit standpunt maakt dat die vre
desvoorstellen van Engelsche zijde
met wantrouwen werden ontvangen.)
De „Tomps" had het denkbeeld ge
opperd, de entente tusschen Engeland
en Frankrijk in een verbond te ver
anderen. Hiervan wil de „Daily
News" niets weten, schrijvende dal
dit ongelegen ter sprake is gebracht,
nu de koning naar Duitschland ging,
om te trachten een modus vivendl tot
stand te brengen tusschen Engeland
en Duitschland, zooals er reeds tus
schen Engeland en Frankrijk tot
stand kwam. Dit is de waarborg voor
den wereldvrede en het ls onze taak,
zegt het liberale Engelsche blad, to
zorgen, dat van onze zijde door geen
enkele handeling het voortduren van
den staat van wantrouwen en prikkel
baarheid wordt bevorder 1. Er is geen
reden, waarom we niet even goede
vrienden zouden kunnen zijn met
Duitschland als met Frankrijk. Het
drievoudig verbond, dat wij wen-
schen, is niet het door den Temps"
verlangde, maar een waarin Frank
rijk, Duitschland en Groot-Brittannlë
als wakers voor den Europeeschen
vrede optreden. Wij hopen den dag te
beleven, waarop de Engelsch-Duitsche
tentoonstelling de Duitschers in onze
straten even gezien maakt, als in de
zen zomer de Franschen het waren.
KONING EDWARD EN KEIZER
FRANZ JOSEF.
Engeland's koning heeft intusschen
zijn reis voortgezet, en den keizer van
Oostenrijk-Hongarije bezocht. De offi
cie ele ontmoeting aan het station te
Ischl was recht hartelijk.
Een officieuse nota zegt, dat het on
derhoud tusschen Aehrenthal en Har-
dinge aan deze twee staatslieden gele
genheid heeft gegeven, van gedachten
te wisselen over den algemeenen toe
stand in Europa en dat zij zich meer
in het bijzonder bezig hielden met
Turkije. Men weet, dat de kabinetten
der groote mogendheden en speciaal
die van Weenen en Londen, hebben
besloten een welwillende houding aan
te nemen, daarbij da hoop koeste
rend, dat het nieuwe régime In Tur
kije zal leiden tot verbeteringen en
consolidatie van den stand van zaken.
UIT HET TURKENLAND.
Men weet, dat een van de meest
ernstige grieven, welke in Turkije on
der de vooruitstrevende partijen te
gen de machthebbers onder het oude
regiem bestonden, deze was, dat men-
achen, die dikwijls zonder fortuin wa
ren als zij aan de regeoring kwamen,
eenige laren lp hst bezli varen
van groote schatten. De gewezen mi
nisters en de overige gevangen geno
men waardigheidsbekleders hebben
nu verklaard, dat zij zich dat vermo
gen hadden verworven metgoed
vinden van den Sultan 1 Zeki pasja,
de gewezen grootmeester der artille
rie, heeft desniettegenstaande aange
boden afstand te doen van al zijn be
zittingen, mits aan zijn gezin een be
drag van 12.000 Turksche ponden
werd gelaten.
Welk een toestand I De Sultan open
lijk bij het „Comité voor Eendracht an
Vooruitgang" aangeklaagd als diefjes
maat 1 Het heet zelfs, dat Abdoel Ha-
mid, ten einde de schatkist schadeloos
to stellen voor het gedurende zooveel
jaren geleden verlies, verklaard heeft
aan de natie al zijn landgoederen ten
geschenke te willen geven en boven
dien al zijn onroerende bezittingen te
Saloniki. Zijne Majesteit zou dus
schuld bekennen J....
Er ligt in de haven van Konstanti-
nopel een geheimzinnig jacht, waar
van men de bestemming niet weet. Er
loopen geruchten, dat de Sultan het
jacht zou hebben gehuurd, om er In
de ure des gevaars mee te kunnen
vluchten. Een deel van 's Sultans
scho.tten zou reeds aan boord zijn ge
bracht.
DE CONGO-QUAESTIE.
De Belgische Kamer heeft art. 10
van het koloniale charter aangeno
men, bepalende dat de begrooting van
inkomsten en uitgaven der kolonie
elk jaar bij de wet zal worden vastge
steld en art.ïl, volgens hetwelk de
algemeene rekening bij de wet wordt
vastgesteld na verificatie door de
Rekenkamer, benevens art. 12, bepa
lende, dat de kolonie geen kapitalen
kan leeuen of waarborgen of renten
voor leerfngen, ten behoeve van de
uitvoering van werken uit buitenge
wone inkomsten, zonder machtiging
door een wet.
En verder art. 13, waarin wordt
voorgeschreven, dat een bijzondere
wet regelen zal stellen omtrent con
cessies voor mijnen en spoorwegen,
voor afstand of concessies van domi-
niale goederen en art. 14 op de orga
nisatie van de burgerlijke en militai
re rechtspleging.
GROOT-SERVIé.
Er wordt gemeld, dat er reeds te
gen vele bekende personen bewijzen
zijn gevonden, dat zij In de revoluti-
onnaire, groot-Servische beweging be
trokken waren.
Georg Nastitsjr de schrijver van een
brochure, waarin liij onthullingen
deed over het bestaan van een Groot-
Servische samenzwering en die daar
door de aanleiding gaf tot het inge
stelde onderzoek, heeft zich bij de jus
titie te Agram aangemeld.
Volgens hem was de eigenlijke lei
der der beweging, die ten doel had
Montenegro en de Slavische provin
ciën van Oostenrijk-Hongarije (Bosnië
en Herzegowina) onder de Servische
macht te brengen, de moordenaar van
koning Alexander en koningin Draga.
STAKINGEN EN UITSLUITINGEN.
De staking en uitsluiting in het
Deensche drukkersbedrijf duurt voort.
Verschillende directies van bladen
hebben zich nu vereenigd en geven
een blad uit. Zoo blijven de lezers toch
niet van alle nieuws verstoken I
Zooals reeds gemeld werd, hielden
de stakende klinkers aan de Stettiner
werf „Vulkan" dezer dagen een verga
dering, waarop geen volle driekwart
meerderheid vóór de voortzetting der
staking was. Men hoopte dus, dat vol
gens de statuten, de staking nu moest
worden opgeheven, dat ook de uitslui
ting geen voortgang zou hebben, en
daarmee een einde zou zijn gemaakt
aan den dreigenden toestand.
Die hoop is verijdeld, want de klin
kers protesteerden legen de gehouden
stemming, bewerende, dat er onbe
voegden aan hadden deelgenomen.
Daarom had eergisteren een nieuwe
vergadering plaats, die uiterst rumoe
rig verliep, zoodat de leiders alle
moeite hadden, de schreeuwende en
tierende menigte in bedwang te hou
den. Maar ten slotte kwam het toch
tot een stemming, welke tot resultaat
had, dat van de 892 stemmen c 827
vóór de voortzettfng der staking wa
ren.
De uitsluiting wordt dus Iveneens
voortgezet. Gisteren werd het besluit
van de groep der Duitsche scheeps
werven van kracht, zoodat ongeveer
45.000 arbeiders werden uitgesloten.
Tenslotte dreigt nog een Ingrijpen
van den „Algemeenen Bond van Duit
sche metaalindustrieelen" welke even
tueel tot een algemeene uitsluiting
over geheel Duitschland jou beslui
ten.
PORTUGEESCHE FINANCIëN.
In den Senaat heeft de vroegere mi
nister van oorlog, Pintb Pimentel (lid
yah d$jjartfl der regeneradores) 'ge
zegd, dat alle staatslieden afwisten
van de voorschotten aan de Kroon en
dat het hun bekend was, dat er voor
schotten waren verstrekt aan banken
en maatschappijen, maar dat nie
mand er van sprak. Hij verzekerde,
dat er gedurende de vier laatste mi
nisteries onwettige handelingen war
ren verricht in zake schenkingen van
het Koninklijk huis, dat van den
Staat een bedrag van 8.925 conto's de
reis te eischen had. Het zou daarom
naar zijn meening verkieslijker zijn
de financieelo transacties tusschen 't
Koninklijk huis en de schatkist als
vereffend te beschouwen.
De minister-president antwoordde.
dat de regeering boven alles liberaal
en verdraagzaam binnen de grenzen
der wet was en wenschte t8 blijven.
DE OPSTAND IN PERZIë.
Hebben wij, Westerlingen, over het
algemeen slechts een vaag begrip van
de Oostersche toestanden, van den
opstand (of revolutie in het land
der Perzen begrijpen we al heel wei
nig. We weten wel waarom ge
streden wordt,, maar onze nieuwsgie
righeid strekt zich óók uit tot de
vraag h o e ze daar vechten. De tele
grammetjes vertelden wel het aantal
dooden en gewonden, maar anders
niet veelof zulke onbegrijpelijke bij
zonderheden, dat we or toch geen
touw aan konden vastknoopen.
Nu komt ons echter een correspon
dentie uit Perzië onder oogen, die een
tipje van den gehelmzinnigen sluier
optilt. Eerst vertelt de briefschrijver,
hoe levenloos het Perzische leven nu
is alle bazars gesloten, stilstand der
reisgelegenbeden, afwezigheid van
vreemdelingen, enz. Dat komt alles
door den „oorlog". Het volk ls in twee
partijen verdeeld de royalisten en
de anti-royalisten.
In het begin van Juli trok het Ma-
laryir infanterieregiment uit Teheran
de stad binnen. Maar bad de toestand
tot dusverre, trots al het gebeurde,
veel overeenkomst gehad met een blij
spel, thans werd het een klucht. Van
de 1000 soldaten waren namelijk
slechts 800 gewapend, de anderen
meosten zich maar wapens zien te
verschaffen uit do zoogenaamde Ark,
een wapen-depót, dat.... reeds sinds
gpruimen tijd in bezit was'van de an
ti-royalisten.
De be\ elhebber van den troep hield,
onmiddellijk na aankomst een wapen
schouwing, waarbij de gewapende
soldaten voorop stonden, de ongewa-
penden op den achtergrond, terwijl de
tot de tanden gewapende anti-roya
listen het hartverheffend militair
schouwspel rustig bijwoonden. Na af
loop van de parade verspreidden zich
de soldaten door de stad en beleger
den zij de enkele bakkerswinkels, die
nog brood in voorraad hadden.
Eenige dagen later arriveerde de
agent van den Sjah, een zekere Rak-
hlm Khan, die eenige jaren te voren
als roover do Karadagh-heuvels on
veilig had gemaakt. Hij had het toen,
zelfs naar Perzische begrippen, zoo
bar gemaakt, dat de Sjah het noodig
vond maatregelen tegen hem te ne
men. Er werden manschappen op hem
afgezonden en dezen brachten hem in
boeien geklonken naar Teheran.
Maar toen de Sjah meende, dat het
eindelijk tijd werd aan den ordeloo
ien toestand in Tebriz een einde te
maken, scheende gewezen roover
hem daarvoor de aangewezen persoon
en deze werd naar Tebriz gezonden,
om daar op te treden en in gemeen
schap met den Mujtehid de stad te
straffen. Dit was een kolfje naar de
hand van Rakhim Khao. Hij bracht
een troep van 500 van zijn oude mede
bandieten bijeen en deze, die geen
besef hadden van de oorzaak van den
opstand, die nooit hadden gehoord
van eonstitutie of parlement, wierpen
zich op de stad en plunderden en
roofden daar naar hartelust.
„Is het nu te verwonderen", zoo
eindigt de berichtgever, „dat de anti-
royalisten bij zulke toestanden, maga
zijnen vullen met geweren, en hunne
lendenen omgorden, om wanhopig
weerstand te bieden
ALLES TEGEN VENEZUELA.
In Los Andes (Venezuela) dreigt een
revolutie uit te breken, omdat de door
hongersnood gekwelde bewoners niet
door de Regeering geholpen worden,
en ze toch ook geen zin hebben te
verhongeren.
Verschillenden! Amerlkaansche bla
den spreken de meening uit, dat lang
zamerhand de tijd is aangebroken om
aan president Castro eons mores
te leeren r /.egt de New-Yorksche
„Tribune
„Het VhAHB zoover gekomen, dat
Castro da gtmeeMT wereld tegen zich
heeft Ingenomen. Het zou ons spijten,
wanneer de zuinige Nederlanders een
hoop kruit eu lood zouden, moeten be
steden om hem manieren te leeren en
tevens, wanneer een groot aantal zij
ner onderdanen langs de kust de treu
rige gevolgen mochten ondervinden
van het feit, dat hij hun president is.'C
Maar eindelijk dient toch eens te wor-
den uitgemaakt, of het recht aan zijn
zijde is dan wel of het overige gedeel
te van de wereld gelijk heeft.
Zeer gemoedelijk laat de ,,Po9l-In-
teJiigencer" van Seattle zich uit
,,1-Iet zal", zegt het blad, „vandaag
of morgen wel noodig worden de koe
bij de horens te vatten en Venezuela
te dwingen, zijne verplichtingen als
Staat na te komen. Er is een grens,
die zelfs een kleine mogendheid niet
mag overschrijden, ondanks den
weerzin, dien een grooter mogendheid
moet gevoelen, om zulk een nietig te-
gestander eens op zijn plaats te zet
ten."
Het „Journal" van Albany zegt
„De toestand in Venezuela eischt
grooten diplomatieken takt, en deze
toestand kan er niet op verbeteren
door de handelingen van een grarn-
storigen eu impulsieven president."
Zoo we ons niet bedriegen, wint <Je
meening veld, dat het gewenscht is,
dat de mogendheden gezamenlijk te-,
gen Venezuela moeten optreden. On
langs hebben we daarvan de wensche
lijkheid reeds betoogd, en zullen dit
nu natuurlijk niet herhalen.
REVOLUTIE OP HAITI.
Do regeering van de Vereemigde Sta
ten schijnt maatregelen te nemen omt'
zoo noodig, tusschenbeide te komen/
indien op Haïti een revolutie mocht
uitbreken, waarvoor gevreesd wordt.
Het departement van oorlog brengt
een legertje van 5000 man bijeen voor
een Inval in Haïti en de plannen voor
een veldtocht worden uitgewerkt.
EEN JAPANSCH-CH1NEESCH-
GESCHIL.
Uit Hongkong wordt geseind, dat
door de CMneesche overheid 10.000
geweren en twee millioen patronen
In beslag zijn genomen in de haven
van Chlnchau. De Japaaische koop-;
lieden leekenden daartegen protest
aan en beweerden, dat de lading hun
toebohoorde.
Vermoedelijk zal dit gebeurde weer
aanleiding geven tot een ernstig ge-
schil, een internationale quaestlo.
BESTRIJDING TUBERCULOSE.
De Staatsct. bevat de Kon. goedge
keurde statuten der Noord-HoU. Ver
een. tot Bestrijding der Tuberculose,
gevestigd te Haarlem. Zij stdt zich ten
doel, in do provincie Noord-Holland
de bestrijding van de tuberculose als
volksziekte te bevorderen.
De vereeniging tracht dit doel te be
reiken
a. door, in samenwerking en over
leg met de Nederlandscho centrale
vereeniging tot bestrijding der iuber-
culose, het oprichten van plaatselijke
vereenigingen tot bestrijding van dé
tuberculose in de provincie Noord-
Holland m de hand tewerkenj
b. door in gemeenten, waar eena
plaatselijke vereeniging tot bestrijding
van <le tuberculose niet beslaat on
voorloopig niet zal worden opgericht
de afdeolingen van de Noord-Holland-
scho vereeniging „Het Witte Kruis",
commissies voor wijkverpleging en
soortgelijke vereenigingen aan tè
sporen, de bestrijding van de tuber
culose ook in haar werkplan op ie
nemerj/
c. door in plaatsen, waar geen ver
een/ging, als bedoeld in b bestaat, do
oprichting er van, ten behoeve van do
tuberculose-bestrijding daar ter plaat
se, te bevorderen;
door een band te vormen tus
schen alle vereenigingen of afdozlliv
gen van vereenigingen in Noord-Hol
land, welke zich de bestrijding van
de tuberculose ten doei stellen
e. door alle zoodanige veroonigin-
f9n- overleg en samenwerking met
e Nederlandsche centrale vereeni
ging tot bestrijding der tuberculose,
met raad on daad bij te staan, o. a.
met de geldmiddelen, welke te barer
beschikking worden gesteld.
Voor de eerste maal zijn ar slechts
5 bestuursleden, voor een deol (3)
door de 8 bestaande plaatselijke ver
eenigingen tot bestrijding van de tu
berculose (te Amsterdam, Haarlem eoi
Den Helder), voor een ander deel (2)
door het hoofdbestuur van de Noord-
Hollandsche vereeniging „Het Witte
Kruis" aangewezen.
Bloemen.
Ter keuring door de bloemen- ep
plantenconimissie in Artis, was giste
ren maar één Orchidee aangeboden oh
wel Cypripedium Rotschildianum, mei
drie bloemen. De inzender, de heer C.
J. Kikkert alhier, ontving voor dozè
schoone plant een getuigschrift Yim
cultuur.