RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadsels
De nieuwe wedstrijd.
Joe Stoker»
Honger.
Brievenbus
DAMRUBRIEK.
S I S 1 1
tana
(Deze raadsels zijn alle ingezon
den door jongens en meisjes, dio
„Voor Onze Jeugd" lezen. De na
men der kinderen, die mij vóór
Donderdagmorgen goede oplossin
gen zenden, worden in het vol
gend nummer hekend gemaakt).
1. (Ingezonden door Margaretlia
Kuijper).
Elk, die op voordeel hoopt.
Vindt ook in mij behagen j
Maar 'k ben, hoe schoon in schijn,-
Gevaarlijk in de daad.
'k Beloof de winzucht geld?
Aan de armoe goede dagen.
En doe aan rijk en arm
Door mijnen handel kwaad,
Geteeld door zelfbelang,
En door den Staat nog tevens,'
Lach ik er jong en oud
Met vriend'lijke oogen toe*
'k Beloof aan allen hulp,
En waar genot des levens,;
Terwijl ik velen vaak
Van hartzeer schreien doe',
Toch bidt mij ieder aan,
En brengt mij offeranden f
Der winzucht toon ik geld^
En den arme groot geluk.
In mij vindt de Overheid
Een steunsel voor de landen,
En ik red nauwelijks één
Van duizend uit den druk,
2. (Ingezonden door E. en T. Frö-
Uch).
Mijn eerste en tweede is een vloei
stof.
Mijn derde en vierde is een bloem.
Mijn geheel is ook een bloem.
3. (Ingezonden door Jan Souverein).
Welke vrouwennaam is omgekeerd
'dezelfde
4. (Ingezonden door Dora v. Steen).
Mijn geheel bestaat uit 11 letters.
12 3 4 zijt gij zelf.
11 2 7 8 is een meisjesnaam.
9 5 10 6 is een waterplas.
1 6 8 8 2 is een vogel.
Wat ben ik 2
5. (Ingezonden door Lena ffelntzber-
ger.
a
a
k
k
O
e
e
e
l
1
l
1
m
31
P
r
Schik nevenstaande letters zóó, dat
de liggende en de staande rijen de
zelfde woorden vormen, en wei
Op den lsten regel een vloeistof.
Op der. 2den regel een dier.
Op den 3den regel een meisjesnaam.
Op den 4den regel iets, wat gij niet
gaarne krijgt.
0. (Ingezonden door Dina Compiet).
Met b ben ik een boom.
Met z vindt men mij op een graf.
Met m hen ik een kenteeken.
Met p ben 'k in een tuin.
7. (Ingezondèn door Joh. PloegL
Welken zin kan men biervan ma
ken
X I M A.
8. (Ingezonden door Dirk Boeré),
Zet onder elkaar
Een plaats in Friesland.
Een plaat9 in Drente.
Een plaats in Friesland.
Een plaats in Friesland.
Een plaats in Gelderland»:
Een plaats in Gelderland»
Een plaats in Friesland.
Een plaats in Duitschland*
Ëen plaats In Gelderland.
De beginletters vormen den hMm
van een meer.
9. (Ingezonden door Hendrikus
Netz).
Twee hoofden, twee armen, zes voe
ten, waarvan er maar vier loopen.
Ra, ra, wat is dat 2
10. (Ingezonden door Annie en Ma
rie van Zutphen).
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven voertuig, dat op het oogenhlik
opgeborgen is
Doe de deur open, het is hier veel
te warm.
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. De keizer van Oostenrijk, want
hij zit altijd te Weenen»
2. Zij droeg de bessen.
£L Haarlem.
Alkmaar»
Aal.
Raam.
Kat.
Amerika
Muis.
Haarkam.
4. OstadestraaE.
5. Die men zelf drinkt»-
6. Hoevelaken.
7. Hark ark
8. Paul.
9. Speeltuin.
10 Hoorn Boorn Doortf.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Zus Duursraa 10.
Marie en Annie van Zutphen 7.
Ruurtje Aarts 10.
Arie Noorloos 10.
Jo en Frans van Egmond 10.
Betsy Kuyper 8.
H. Versteeg 8.
E. en T. Frölich 9.
Strikvragen.
(Ingezonden cloor R. Belnema).
1. Welke schapen eten meer, de wit
te of de zwarte
2. Waarom draagt de man een
baard
3. Welke koning zingt het best
4. Welke vliegen hebben geen vleu
gels
5. Waartegen werd de bakker van
Farao opgehangen
6. Waarmede schieten de jagers wel
eens, behalve met een geweer
7. Wat wordt grooter, als men cr af
neemt
8. Wat kan men nooit ontloopen 2
9. Wie schiet de meeste vogels
10 Welke appel kan men niet eten
Heel wat jongens en meisjes hebben
vanavond zeker met verlangen naar
de courant gegrepen, om te zien, wat
de nieuwe wedstrijd zijn zal. Nu, ik
heb er ook een heelen tijd over ge
dacht, want het is zomer en vacantie,
en ik kan jelui nu dus r.iet al te lang
aan het werk zetten. Maar nu weet
ik toch iets moois I Ik zal het maar
noemen
IEEN DICHT- OF RIJM-
WEDSTRIJD.
En nu wil je weten, wat ik 'daar
mede bedoel 2 Wel, je probeert een
versje of rijmpje te maken. Dit versje
j of rijmpje moet zijn op de vacantie,
of op het een of andere grappige voor
val uit de vacantie. Heb je heelemaai
niets grappiga io de vacantie beleefd,
dan zet je er in, hoe je de vacantie
vindt, wat je er in doet, of wat je er
van denkt. Maar, let nu goed op, de
versjes mogen niet korter dan vier, en
niet langer dan acht regels zijn.
Het is niet mijn Bedoeling, om lan
ge gedichten te krijgen, maar wel
korte, aardige rijmpjes of versjes. En
denk nu rnaar niet, dat het te moei
lijk voor je is. Als je het eens goed
probeert,, wed ik, dat de meeste kin
deren wel iets maken kunnen. En zelf
iets bedenken, is ook altijd prettig.
Doe nu maar eens goed je best.
Haarlem heeft zooveel groote dichters
voortgebracht, bet zou mij verwonde
ren, als er ook niet een heehboel klei
ne dichters en dichteressen waren.
En nu geef ik nog een anderen wed
strijd ar bij, namelijk
EEN SCHRIJFWEDSTRIJD.
Neem daarvoor een flink stuk pa
pier en schrijf daarop zoo mooi als je
maar kunt, het volgende versje
Eert onderneming,
Die gij eens begint.
Geef die niet op,
Vóór dat gij overwint.
Nu zorg je hierbij natuurlijk, ten
lste, dat het papier keurig netjes en
zonder ééa vlekje of schrapje is, ten
2de, dat de letters mooi of sierlijk
zijn, ten 3de, dat het geheele versje er
prettig en netjes uitziet.
Het is nu meer to doen om mooi
schrift dan om krullen of versierin
gen, die er omheen zijn aangebracht.
Je mag steil schrift, randschrift of
schuinschrift nemen,, of andere letter
vormen, ais je die ooit geleerd hebt,
dat doet er niet toe, als het rnaar
mooi geschreven is. Het papier mag
gelinieerd zijn. De letters liefst niet al
te klein
Je mag aan één Wedstrijd of aan
beide wedstrijden mee doen, zooals je
wilt. De prijzen en premies worden
over de beide wedstrijden verdeeld, al
naar dat er inzendingen komen.
Maar denk er goed aan
Ten lste. Iedere inzending moet
duidelijk voorzien zijn van naam
(voor- en achternaam voluit), leeftijd
en woonplaats van den inzender.
Ten 2de. Bij iedere inzending moet
eene verklaring gevoegd zijn, of het
werk met of zonder hulp gemaakt is.
Ten 3de. Alle inzendingen moeten
in mijn bezit zijn vóór Donderdag 10
September 1908.
Er zijn ook nu weer twee afdeelin-
gen. In de eerste afdeeling, waarin
mee mogen doen jongens en meisjes
van elf jaar, of jonger, bestaat de eer
ste prijs uit
EEN GOOCHELDOOS
of
EEN SPOOR.
De tweede prijs uit
EEN POP
of
EEN TEEKENDOOS.
De twee premiën zijn Boeken in
Prachtband.
In de tweede afdeeling, waarin mee
mogen doen jongens en meisjes van
twaalf jaar of ouder, zal de eerste
prijs zijn
EEN VOETBAL
of
EEN KLOKJE,
en de tweede prijs
EEN ZAKMES
of
EEN STEMPEL.
Ook hier zijn twee preraiört, name
lijk Boeken in Prachtband, beschik
baar.
Ziezoo, doe nu allemaal maar eens
flink je best, stel het begin niet te
lang uit en maak, dat je inzending
niet te iaat komt.
naar Orison Sweit Marden.
(Een verhaal, dat werkelijk gebeurd
is).
Joe Stoker, remmer op een Iocaal-
trein, stond gunstig bekend bij alle
spoorwegambtenaren. De passagiers
mochten hem ook gaarne, want hij
bewees hun graag een dienst en was
steeds bereid, hen te woord te staan.
Maar hij had geen begrip van de zwa
re verantwoordelijkheid zijner be
trekking. Hij nam de zaken licht op
en dronk van tijd tot tijd en als
iemand hem daarop wees, dan speelde
een heldere lach om zijn lippen en
antwoordde hij op zoo'n goedaardigen
toon
„Dank u, mij mankeert niets; maak
u niet bezorgd", dat de vriend het
gevaar meende overschat te hebben.
Op zekeren avond woedde er een
hevige sneeuwstorm en zijn trein was
te laat.
Joe klaagde over extra werk, tenge
volge van -den storm, en nam zoo nu
m dan, zonder dat iemand het zag,
een teug uit eeai plat fleschje. Spoedig
werd hij vroolijk, maar de conduc
teur en de machinist van den trein
hioldem beid-en een wakend oog.
Tusschen twee stations kwam de
trein plotseling tot stilstand. Het cy-
linderdeksel was gesprongen, en bin
nen vijf minuten zou een sneltrein op
dezelfde lijn komen aanzetten. Do
conducteur ijlde naar den achter
sten wagen en beval Joe met een rood
licht langs de lijn te gaan. Do remmer
lachte en zeido
„Er is geen haast bij. Ik moet eerst
mijn overjas halen."
Ernstig en nadrukkelijk antwoord
de de conducteur
„Wacht geen oogenblik, Joe. Do
sneltrein is op komst I"
„I-Ioel goed", zei Joe lachend.
Toon ijlde de conducteur naar vo-
reu, naar de locomotief.
Maar de remmer ging niet dadelijk.
Hij trok eerst zijn overjas aan. Toen
nam hij nog een teug uit het platte
fleschje, tegen de kou. Daarna nam
hij langzaam zijn lantaarn op en
ging, dood op zijn gemak, fluitend de
raiis langs.
Nog geen tien schreden had hij ge
daan, of hij hoorde reeds het zuch
ten van den sneltrein. Toen liep hij
ijlings naar do bocht, maar het was
te laat. In een enkel, vreeselijlc oogen-
blik had de locomotief van den snel
trein de wagens van den stilstaanden
trein als een telescoop in elkaar ge
schoven, en de kreten der verminkte
passagiers vermengden zich met het
blazen van den ontsnappenden stoom.
Toen later naar Joe gevraagd werd,
was hij verdwenen den volgenden
dag echter vond men hem in een
schuur, krankzinnig, terwijl hij een
ledige lantaarn zwaaide voor een
denkbeeldigon trein en uitriep,,0,
had ik het maar gedaan 1 O, had ik
hot maar gedaan 1"
Hij werd naar huis gebracht en la
ter naar een gesticht, en daar klon
ken nog steeds de kreten van„O,
had ik het maar gedaan van den
ongelukkigem remmer, wiens misda
dige gewoonte zooveel levens ver
woestte.
„O. had Ik bet maar gedaan I", of
„Had ik het maar niet gedaanis de
onderdrukte kreet van meaiigeen, die
zelfs zijn leven zou willen geven, om
de gelegenheid te bobben, terug te
gaam. en een vroeger gemaakte fout
te herstellen.
Een Arabier, die, nadat hij in de
woestijn verdwaald was, zonder le
vensmiddelen bij zich to hebben, ge
lukkig den dood ontkwam, zegt ons,
wat hij gevoelde, toen hij een zakje
met paarlen vond, juist toen hij alle
hoop had opgegeven.
„Nooit", zegt hij, „zal ik het ver
rukkelijke genot vergeten, dat ik on
dervond bij de veronderstelling, dat
het geroosterd kora was, evenmin de
bittere teleurstelling en de wanhoop,
waaraan ik ten prooi was, toen ik
ontdekte, dat de zak slechts paarlen
bevatte."
(Brieven, bestemd voor de Redactie
der Kinder-afdeeling, moeten gezon
den worden aan Mej. M. C. van
Doorn, Wagenweg 88).
ZUS D. Het is best, ais je het boek
over 14 dagen komt halen. Ik zal er
dan eon paar voor jo klaar leggen,
om uit te zoekero. Heb je veel plezier
in Drachten on maak je mooie wande
lingen
MARIE en aNNIE v. Z. Hartelijk
dank voor je mooie kaart uit Zaan
dam. Wat een heerlijke uitstapjes
m.aken jelui. Wat vind je nu mooier
Wijk aan Zee, Scheveningen of
Zandvoort? Of heb je in Schevemin-
gon zóó den schrik gekregen met al
dien regen, dat je daar niets meer
van weten wilt Ik vind Zaandam en
het Czar Peterhuisje altijd erg aar
dig, om eens te zien, maar ik woon
toch liever in Haarlem, en jullie?
HERMAN H. Kun jo met al de
kunstjes uit de doos al goed overweg,
Horman? Als je er geen raad mee
weet, moet je er maar hier mee ko
men, of geef je thuis ai groote voor
stellingen
NANNE N. Wat een heerlijke tocht
was datIk ben ook wel eens in
Sohoorldam geweest en ik vind de
duinen daar heel ruooi. Ik vind het
slim van je, om die mooie briefkaart
maar niet over de post te zenden,
want dan komt ze bijna nooit onge
schonden over. Ik ben er heel blij
mee, boorEn heb j9 het spel al
eens giespeeid Weet je broer precies
hoe het gaat Anders moet je het nog
maar eens vragen, hoor Ik heb het
vroeger zelf heel veel gespeeld,
ARIE N. Ik dacht wel, dat je uit
was, Arie. Ik ben blij, dat je het in de
Meer zoo prettig vond.
GRETHA K. Je raadsel kan ik heel
goed gebruiken. Waar haal je toch al
die raadsels vandaan? Je moet mij
goed van het nichtje op de hoogte
houden, want ik vind die kleintjes al
tijd erg aardig.
BETSY K. Zoo, Betsy, vond jo dat
eene raadsel zoo moeilijk? Vind Jo
raadsels oplossen anders nogal eon
prettig werkje? en bedenk je zelf ook
wel eens raadsels 2
FRANS en JO v. E. Hebben jullie
thuis een atlas? Zoek dan den Ouden
Rijn eens op, en kijk dan eens tus
schen Leidetn en Katwijk, een beetje
naar 't Noorden. Dan ligt Rijnsburg
zoowat op 10 minuten afstand van
den Rijn. Zijn jelui daar niet eens
naar gaan kijken? 't Was heusch niet
zoo heel ver. Wist je wel, dat Rijns
burg oorspronkelijk niets was dan een
klooster, dat in de 12de eeuw ge
bouwd is? Ik geloof niet, dat er nu
nog een ruïne van over is, is 't wel
Daar moet je maar eens naar vragen
als je er weer eens komt.
JOHAN B. Je verhaaltje zal ik be
waren tot er een vervolg komt. Het
lijkt me tot nu toe heel geschikt. Hoo
bevalt je het boek?
ANTHONIE j. Wat een mooie an
sicht, AiUlionie 1 Ik dank jo er harte
lijk voor. Hoe lang ben je in Amers
foort 2
JOHAN W. En Johari stuurt me ook
al twee van die prachtige kaarten.
Hartelijk dank, Johan. Ik vind ze heel
mooi. Heb je veel plezier in Den Haag
gehad en was je er wel meer ge
weest? Gelukkig maar, dat je zoo
gauw weer beter was
CORRY B. Wel, Cor, ben je al aan
het boek begonnen? Se hebt er heel
wat aan te lezen, hè En ga je nu
do stad nog uit? Waar ga js naar
toe
HENDRIK V. Wat een prachtig,
lang opstel over jo vacantie heb je
mo gestuurd, Hendrik. Ik zie wol, dat
jo heerlijke dagen gehad hebt. in
Zaandam, en dat je goed hebt uitgeke
ken en goed onthouden, wat je gezien
hebt. 't Is jammer, dat de vacantie nu
weer haast om is, hè?
ELIZABETH en TRIJNTJE F. Ge
lukkig, dat Rika weer beter is. ik
feliciteer Trijntje vast met haar ver
jaardag, hoor! Ja, poffertjes bakken
heb ik ook wei eens gedaan e>n k vond
het altijd erg prettig. Maar wees voor
zichtig hoor, een ongelukje ligt iu eon
klein hoekje. Ik weuiscli je beiden een
erg prettige» dag toe. Dag, meisjes
LEONARD en WILLEM G. Harte
lijk dank voor de mooie kaart uit
Purmerend. Wat ziet het er daar aar
dig uit I Heb jelui veel plezier gehad?
Do inzending van Wim kwam toon
do uitslag juist verzonden was. ik
kon hem er dus niet meer bij zetten.
Hij zou anders een eervolle vermel
ding gekregen hebberu Kijk eeu vol
genden keer maar beter naar den
datum, Wim l
HUBERTUS B. Iloa Iaat je Zondag
mag komen Wel, half elf, is dat
goed? Dan zal ik zorgen, dat ik thuis
hen en dan kunnen we meteen afspre
ken over het boek van A. W., is dat
goed? Ja, etudes studeeren is niet
zoo heel plezierig, maar je loert hot
er toch wel goed door. Nee, in de va
cantie komen er nooit zooveel brie
ven, dan zijn de meeste kinderen uit
de stad. Maar ik denk wel, dat ik
jouw brief erg zou missen als ik dion
niet kroeg 1 Dank je wol voor de raad
sels, zoodra ik er plaats voor heb, zul
len ze opgenomen worden.
M. G. VAN DOORN.
wonen. Je zult een ezel en een karre
tje hebben, en naar school gaan en
bankdirecteur worden of dokter, wat
je maar wilt.
Wel 1 zuchtte Limpy gelukkig,
overreden te worden door een auto
mobiel is iets heerlijks.
Is er iets anders, wat je nog
zoudt willen? vroeg mijnheer Co
chrane. Ik zal je alles geven, wat je
vraagt, als je weer sterk en gezond
wordt.
Er is maar éen ding, zei Limpy
iD gedachten. Ziet u, mijnheer Co
chrane, ik heb nooit een moeder ge
had. Al de andere jongens hebben
moeders, maar ik heb er nooit een
gehad en het is erg eenzaam voor
een jongen om geen moeder te heb
ben. Zoudt u misschien kans 'zien,
mijnheer Cochrane, om mij een moe
der te geven in plaats van een ezel
Arme kleine bedelaar l zei mijn
heer Cochrane zachtjes. Nooit een
moeder gehad. Ik denk Limpy, dat we
er wel een voor je zullen kunnen vin
den. Weet je ook een, die je de voor
keur zoudt geven?
Ik geloof, dat zuster Martin een
heel goeie moeder zou zijn, veronder-
stolde Limpy. Ze kuste mij vanmiddag
en niemand anders heeft mij nog ooit
gekust.
Limpy, zei mijnheer Cochrane
ernstig. Je bent een zeer oordeelkun
dig jongmensch. Er is niet de minste
twijfel, of zuster Martin is de beste
moeder, die zoo'n kleine jongen als
jij bent, kan hebben. Zal ik er haar
over spreken, Limpy?
Ja, alstublieft, mijnheer Cochi'a-
no, zei Limpy vol vuur.
Zuster Martin verschee nweer, juist
toon de bezoeker opstond om te ver
trekken en streelde Limpy's bleeke
wangetje met haar zachte hand.
Juffrouw Martin, zei mijnheer
Cochrajne ernstig, ik zal trachten een
vader voor Limpy te zijn. Hij zal bij
mij komen wonen, zoo gauw hij ge
nezen is.
O, wat ben ik daar blij om 1 riep
zuster Martin, over Limpy's krullen
strijkend.
Maar er is nog iets anders, dat
h ijheel eirg noodig heeft, vervolgde
mijnheer Cochrane. Weet u, juffrouw
Martin, de arme kleine jongen heeft
nooit een moeder gehad en een jon
gen mist het beste deel van zijn leven
als hij geen moeder heeft. We hebben
er samen over gepraat en Limpy en ik
willen beiden heel graag, dat u zijn
moeder wordt.
Juffrouw Martin's mooie bruine
©ogen keken van Limpy's verlangen
de oogen naar het even verlangende
gezicht aan den anderen kant van het
bedje.
Toen glimlachte ze even en boog
zich over Limpy om een kus te druk
ken op zijn wang.
Als Limpy het wenscht, stem ie
ze zachtjes toe.
Hoera 1 riep Limpy uitbundig,
wat zal dat heerlijk zijn
(Pr. Gr. Ct.)
Damclub „Haarlem".
Verantwoordelijke redacteurenH.
E. Lantinga, C. E. Visse, C. II. B.
Tollenaar.
Oplossingen in te zenden aan dan
heer H. E. Lantinga, Baremdsestr. 41.
PROBLEEM No. 64.
Ingezonden door den heer H, C. van
Oort, Haarlem,
Zwart
m a Q m
46 47 48 49 50
WH
STAND:
Wit: 19, 24, 25, 33, 36, 37, 38, 41, 42,
43, 47.
Zwart6, 10,14,16, 21, 22, 27, 34, en
dam op 35.
Oplossing van Probleem No. 60.
26 - 21, 36 - 31, 30 - 25, 35 11,
28 10, 25 3, 38 - 83, 42 43.
Ingezonden door den heer W. C.
Faas te Overveen.
Goed opgelost door de heeren
C. Serodini, F. M. v. <L Werf, J. F.
Spanjaard, Th. S. Germans, Haarlem;
J. L. Velde, OverveenW. A. Z. en H.
L. Jr., D. Rührort.
In dank ontvangen de problemen
van de heeren Van Oort en Faas.
AZIATISCHE EN AFRIKAANSCHE
POTTERS.
Lord Gromer, de voormalige onder
koning van Egypte, heeft in een re
devoering eenige staaltjes vertelt van
de wijze, waarop in Egypte en Rritsch
Indië het goudgeld wordt verzameld.
„Handelsbelangen" vertelt daaruit 't
volgende na:
Lord Gromer sprak over het groot-
sche werk der Engelsche ingenieurs
te Assoean, in Egypte, waar zij een
dam door den Nijl hebben aangelegd
ter reguleering van de jaarlijksche
Nijloverstrooming. Egypte'is thans in
staat om ieder jaar vooi1 een bedrag
van 350 millioen katoen te verbou
wen. Deze hoeveeheid wordt door En
geland gekocht en met goud betaald.
Een groot gedeelte van dat goud, dat
meer dan een derd6 van de geheele
wereldproductie is verlaat Egypte
niet meer.
Azië en het rijk van de oude Fara
o's zijn de landen, van waar oude le
genden tot ons zijn gekomen over on
metelijke schatten, die daar werden
opgezameld en veilig in schatkamers
verborgen. Men is geneigd, om die
verhalen te lachen en wanneer men
van zulk een opzamelmanie in onzen
tijd vertelt, dit niet voor ernst op te
nemen. Er is echter gebleken, dat het
wel degelijk ernst is. Het is niet lan
ger te loochenen, dat een groot gedeel
te van het goud, dat binnen Egypte
komt, door de eigenaars in den grond
wordt begraven. Wat met zooveel
moeite uit de goudmijnen wordt te
voorschijn gehaald, wordt door de
Oosterlingen weer aan den schoot der
aarde toevertrouwd, en verliest aldus
feitelijk al zijn waarde voor de
menschheid. Lord Cromer deelde ver
scheiden voorbeelden van begraven
schatten mede.
Een katoenplanter, dien men niet
voor rijk hield, stierf en men vond in
zijn schatkamer een millioen gulden
aan Engelsche souvereinen. Een an
der kocht een eigendom voor f 300.000
en betaalde met geld, dat In zijn tuin
lag begraven. Met muilezels werd het
geld uit den tuin naar de plaats van
bestemming gereden.
De manier om op te potten in Egyp
te is zoo algemeen, dat zij een factor
van belang is ter beantwoording der
vraag, waar al het geld blijft.
Nog meer goud wordt aan de we
reldmarkt onttrokken door de dwaze
verzamelwoede van de bewoners van
Vbor-Indiö. In dat bij uitstek conser
vatieve rijk worden eeuwenoude ge
bruiken van vader op zoon overgele
verd, en- hiertoe behoort ook het ge
bruik om edele metalen te verzamelen.
Op het getuigenis van een zeker In
diër, voor de muntcommissie afge
legd, is indertijd meermalen dé aan
dacht gevestigd en het is zeker, dat
het geen sprookje is.
„Het is bekend," verklaarde hij,
„hoeveel moeite de overleden Mahara
jah Soindai heeft gedaan om het fort
van Gwalior van de Engelschen terug
te krijgen; maar er zijn maar weini
gen, die de drijfveer voor zijne be
moeiingen vermoedden. Deze was
geen andere dan een verborgen schat
van 750 millioen aan ropijen, die in
geheime bergplaatsen van liet fort la
gen. De roodgerokte Engelsche schild
wachten hebben hier 30 jaar over heen
gewandeld, zonder te vermoeden welk
een schat onder hun voeten opgesta
peld lag. Voordat de Engelsche regee
ring het fort teruggaf, waren allen
gestorven, die den toegang tot de ge
heime bergpaats wisten, met uitzon
dering van één man, die al hoog be
jaard was en wiens einde clus binnen
niet al te langen tijd was te wachten.
Indien deze vóór do teruggave
stierf, zou de schat voor den eigenaar
verloren zijn, en misschien voor eeu
wen ook voor de menschheid verloren
zijn, wamt de schuilplaats was voor
den oningewijde volstrekt onvindbaar.
De Maharajah zag zich dus voor de
keuze gesteld, om of tegen eiken prijs
het fort terug te krijgen of het geheim
aan de Engelsche regeering te open
baren en dan misschien toch zijn
schat te verliezen. Toen eindelijk na
lange onderhandelingen het fort aan
den Maharajah was teruggegeven,
werden er, nog vóór de Engelsche sol
daten het grondgebied van Gwalior
hadden verlaten, metselaars uit Be
nares gehaald, die den eed van ge
heimhouding in den tempel van de
Heilige Koe hadden moeten afleggen.
,/Aap het station Gwalior werden
zij op karren geladen, geblinddoekt en
naar de plaats gebracht, waar zij wer
ken moesten. Onder leiding van dem
ouden man, die het geheim kende,
openden zij den toegang tot de schat
kamer, terwijl de Maharajah zich
overtuigde van de aanwezigheid van
den schat. De metselaars werden toen
weer op karren geladen, geblinddoekt,
naar het station gebracht en vervol
gens naar Benares. De soldaten, die
da metselaars begeleid en bewaakt
hadden, werden naar een binnen
plaats gevoerd en daar gefusileerd,
zoodat het geheim van de bergplaats
opnieuw verzekerd was."
Men zoude geneigd zijn om dit ge
tuigenis voor een sprookje te verkla
ren, maai' de munt-commissie twijfel
de niet aan de waarheid. Want bij
haar werd ook aangifte gedaan van
bewaarplaatsen van kleine schatten,
die tusschen 20 en 80 millioen gulden
beliepen en die bij onderzoek werke
lijk bleken te bestaan. Dit waren do
schatten van kleinere vorsten, die
nooit een schijn van de macht hebben
bezeten, waarover eeuwenlang de
heerschers van Gwalior konden be
schikken.
En zooals de vorsten met hun geld
doen, zoo doen ook do kooplieden. Het
huis van een Indisch koopman is zeer
sober gemeubeld en zijn leven zeer
eenvoudig. Wat hij verdient( wordt
voor een groot deel overgelegd, niet
in rentegevende papieren, maar in
goud in den grond. Hij heeft een klein
bedrag bij een bank staan, doch dit
bedraagt in vergelijking van zijn ver
borgen schat niet meer dan de goud
reserve der Indische banken, in ver
gelijking met de onmetelijke onder-
grondsche schatten in het land.
De bewoners van het Hemelsche
Rijk meenen op dezelfde wijze hun
geld het best te kunnen bewaren. Chi
na met zijn 400 millioen Chineezen is
een even groote slokop als Engelsch-
Indië. En vermoodolijk zal de ge
woonte om zijn geld te verstoppen,
ook nog wel In andere landen gevolgd
worden.
Juffrouw Scherpgeest heeft, waar
lijk verstand genoeg voor twee
Waarom trouw je haar dan niet?
Geloof jij werkelijk, dat er een
meisje in dit schrikkeljaar heeft ge
bruik gemaakt van haar lecht, om de
hand van een jongen man te vragen
vroeg hij.
Neen, niet anders of ze moest er
toe gedwongen zijn, antwoordde het
meisje.
Hm, daar had ik niet aan ge
dacht, zei hij na 'n pauze.
Maar jij zult me wel niet tot zulk
een vernedering dwingen, nietwaar,
George-Iief, smeekte zij.
Neen dat is te zeggen na
tuurlijk niet.
Het ijs was gebroken en eenige
oogenblikken later was George haar
verloofde.
In een proces over een weg moeten
op bevel van de rechtbank de oudste
bewoners van het dorp X. over den
vroeger en toestand van den weg ge
hoord worden. De met de vaststelling
der oudste bewoners belaste politie
beambte schrijft terug
„De opdracht is niet uitvoerbaar,
daar de oudste bewoners yan X. allen
dood zijn."
A. Kent ge apotheker Heli
B. Ja, een verschrikkelijk dom
menscli
A. Hij wil mijn dochter trouwen.
B. Nu, daar heb je het al
DE LEEGE GELDKIST.
Waar loopt gij zoo snel heen
Het schoot me juist te binnen,
dat ik mijn brandkast open heb laten
staan en mijn aanstaande schoonzoon
is boven alleen in de kamer.
Vertrouwt ge hem dan niet?
Neen, als hij er in kijkt, ver
breekt hij morgen de verloving.
FIJNE WRAAK.
Een oude, niet door schoonheid uit
muntende, maar altijd nog danslusti-
ge jongejuffrouw heeft op een par
tijtje hardop en op niet beleefde wijze
er haar ergernis over te kennen ge
geven, dat het begin van het beloofde
bal door een voordracht van den be
roemden pianist Toetealekl een kwar
tiertje zal worden verlaat.
Als de pianist zijn stuk gespeéTd
heeft, wendt hij zich tot de oude vrij
ster met de woorden
„Nu, juffrouw, nu kan de „zitting"
beginnen."