HAARLEMS DAGBLAD. TWEEDE BLAD Uit de Omstreken Onze Lachhosk, W0SS8DAG 2 SEPTLMBEK 1908 Het Paviljoen. 21 October a.s. ia het honderd jaar geleden, dat Koning Lodewijk Napo leon het Paviljoen kocht om het in te richten tot een vorstelijk paleis. Van dien dag af la hel gebouw steeds een Koninklijk verblijf of openbare instel ling gebleven. Het Is met het oog op dien herinneringsdatum, nat we hier enkele historische bijzonderheden la ten Yolgein. Het was 19 October 1785 dat de Haarlemsche regeering een mede- deeling ontving van den Amsterdam- achen bankier Henry Hope, dat hij zich te Haarlem wildi vestigen en daarom zijn in den Hout gelegen hof stede „Welgelegen" aan de Baan van eene fraaie omgeving wilde voorzien en tevens dat het in zijn voornemen lag een nieuw gebouw te stichten. Zijn verzoek om verandering In de omgeving aan te brengen werd hem toegestaan op zijn kosten, waaronder ook behoorde het maken van de nog bestaande opening in de beplanting, nl. het schoone vergezicht óver de Hertenkamp. De bestemming van het gebouw was het bergen en tentoon stellen van kunstwerken en schilde rijen, door den eigenaar in Italië ver zameld. „Het huis van Hope' werd gebouwd van 17881790 naar liet mo del der villa's Borghese en Albanl In de omstreken van Rome. Ontwerp en teekeningen werden geleverd door den heer Triquetti, Consul van het hof van Sardinië in Den Haag; de Vlaamsche bouwmeester Dubois nam de uitvoering op zich, .aldus lezen we in het verslag van het Museum van Kunstnijverheid over 1907- 21 October 1808 kocht Lodewijk Na poleon het gebouw voor 300.000 en gaf het den naam van „Paviljoen". In 1809 werd ter vergrooting van den tuin, de Baan, thans Frederikspark en destijds een ruim speelveld, aan zijn erf getrokken om daarop een bo- tanischen tuin aan te leggen. Van dit plan zou echter weinig ko men. Men weet 1 Juli 1810 toekende de Koning de acte van afstand van den troon ten behoeve zijner zonen, onder voogdij der Koningin, bijgestaan door een Raad van Regentschap, en een gevolg van dien voorwaardelijken af stand was, dat Holland door Napo leon werd ingelijfd bij Frankrijk. Treurig en vernederend was de daarop volgende nacht voor den broe der van Europa's heerscher. Stille- kens ontvluchtte hij het vorstelijk verblijf in den Hout voor altijd, en mogen wij de overlevering gelooven dan verliet hij onze stad en ons land over de houten brug, die destijds over den Kleinen Houtweg lag, om in een aldaar wachtend rijtuig plaats te nemen met de wanhopige verzuch ting: „Vaarwel Holland". Doch voor ditmaal genoeg, want we zouden ons haast laten verleiden op deze quaestie nader in te gaan. De a.s. herinneringsdata bieden echter den lezers van ons blad nog menig maal gelegenheid, volkomen te wor den op de hoogte gesteld van de toenmalige omstandigheden. Na de bevrijding van Nederland werd bij Koninkl. besluiten van 1814- 1815, het Paviljoen afgestaan aan de Vorstin Frederlca Sophia Wilhelmi- na, Prinses van Brandenburg, wedu we van Willem V, om levenslang in vruchtgebruik door Haar te worden bezeten. Tot haar dood 9 Juni 1820 heeft zij er gewoond des zomers, in gezelschap van hare dochter Fre- derika Louisa Wilhelmina, weduwe Carel August, Erfprins van Bruns- wijkWolffenbuttel, die echter het buitenverblijf „Klein Paviljoen" aan het einde der Kamperlaan, dat met het Paviljoen gemeenschap had door de reeds genoemde houten brug, voor eigen huisvesting had ingericht. Wil men meer op de hoogte zijn van het intieme leven van het Huis van Oranje op dit verblijf, dan leze men de boeken van Loosjes, Veegeqs, Allan, e. a. Zij geven een vrij volle dig overzicht. Wil men echter het ede le karakter van Willem I, ais l>ewo- ner van het Paviljoen, leeren kennen dan raadplege men het mooie verhaal van J. Dijk: „Een slapende in den Haarlemmerhout". Verwonderen kan het ons niet, dat de ex-koning van Bolland later nog aanspraken deed ge'oen op het ge bouw. Een rechtsgeding werd ge voerd, doch ten nadeele uitgewezen van den „lammen Louis Napoléon", want deze had mooi weer gespeeld van onze gemeenschappelijke gelden, zoodat „het Paviljoen" werd ver- klaard te zijn eigendom van den Ne- derlandschen Staat. Dit geschiedde gedurende de regeering van Willem I. In 1828 werd door Willem I bevo len, dat het Paviljoen zou worden in gericht tot eene kunstgalerij voor werken van levende meesiers. Er wer den vele plannen gemaakt, commis sies benoemd, officieele personen ge raadpleegd en hun opdrachten gege ven. Toch werd de uitvoering van 't plan vertraagd en wel door de staat kundige gebeurtenissen, die van grooten invloed waren op 's Rijks financiën en den Staat bedacht de den zijn op bezuinigingen, vooral op het gebied der uitgaven voor Kun sten en Wetenschappen. 25 Matart 1827 verscheen een Ko ninklijk besluit, dat het doen van aankoopen, van schilderijen van le vende meesters, op tentoonstellingen regelde, doch dit werd later buiten werking gesteld, zoodat er geen voor uitzicht bestond, dat het aantal schil derijen, in het bezit van het rijk, zou vermeerderen. Bovendien werd de vraag gesteld, of Haarlem wel de aangewezen plaats was voor eene dergelijke verzame ling. Gelukkig verloren deze bedenkin gen haar gewicht, toen de Provincia le Staten van Noord-Holland en Haar lem's gemeentebestuur in 1837 ieder jaarlijks 1000 beschikbaar stelden. Na nog vele voorbereidende werk zaamheden enz. verscheen eindelijk in de Nederl. Staatscourant van 9 Augustus 1838 het bericht, waarin de opening werd aangekondigd van de Verzameling van Schilderijen van le vende meesters in het Paviljoen te Haarlem. Tevens werden hierbij ver meld de openingsuren en voorwaar den van toegang. Met den aanvang der oprichting eener kunstgalerij had do vleugel van het Paviljoen, aan de Dreef zijde, ook eene andere bestemming verkregen. Eerst werd dat gedeelte in 1838 ver huurd, doch daarna sedert 1852 be woond door Dr. W. C. H. Staring, die er zijn geologische kaart samen stelde. Na de voltooiing dezer kaart werd het geologisch museum in 1865 naar Leiden verplaatst en dit gedeelte van het Paviljoen afgestaan aan de Ned. Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid, die er haar Museum ves tigde, onder directie van wljlea den heer F. W. van Eeden. Directeuren van deze maatschappij besloten ook een museum van Kunst nijverheid in het Paviljoen te vesti gen, welk besluit genomen werd In da aigemeene vergadering van 1872 te Sneek. Het rijk stelde eenige lokalen be schikbaar, verbouwingen hadden plaats en zoo werd het museum 18 Juli 1877 plechtig geopend door Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden. Wegens het verplaatsen, in 1885, der rijksverzameling van moderne schilderijen naar Amsterdam, weiden de drie groote zalen in het front van het Paviljoen ontruimd en ter be schikking gesteld van het Museum van Kunstnijverheid. Dit nieuw ingerichte gedeelte werd 12 Juli 1886 plechtig geopend, door den toenmaligen voorzitter, J. F. W. Conrad. Zooals we de vorige week vermeld den werd 19 September 1883 de aan het Museum verbonden school over gebracht naar de gebouwen in den tuin Yan het Paviljoen, de voormalige stallen, die voor dit doel waren ver bouwd. We zullen dit historisch overzicht hier eindigen, alleen brengen we nog in herinnering, dat dank zij de medewerking van den heer C. J. Gon net, bewaarder van het Paviljoen door den Minister van Binnenland- sche Zaken het vorig jaar werd be paald, dat de welbekende Napoleons en Prinsessenkamers, van 1 Juli 1907 af voor de bezoekers van het Museum kosteloos ter bezichtiging werden ge steld. lste prijs W. F. van Dcelen, te 12 u. 59 m. 3 s. eerste rlag. 2do prijs H. J. Leeuaarts, te 2 u. 2ü m. 15 s. tweede dug. 3de prijs L. van Bragt, te 2 u. 82 m. 1 s. tweede dag. 4de prijs Jac. Kroon, te 4 u. 30 m. 27 s. tweede dag. 5de prijs Van Noordt, te 6 u. 16 m. derde dag. Poelenrijzen. Klasse 1. lsto prijs W. F. van Deelen. 2de prijs H. J. Leenaurts. 3de prijs L. van Bracht. Klasse 2. lste prijs W. F. van Deelen. 2de prijs L. van Bragt. Klasse 3. lste prijs L. van Bragt. Aangewezen duif L. van Bragt. Stadsnieuws WEDVLUCHT. Zondag 23 Aug. hield de postduiven- vereenigLng de Snelvlieger alhier, een wedvlucht met jonge duiven van Ar iana, afstand 309 K.M. De duiven wer den met slecht weer te 9 uur in vrij heid gesteld. Slechts twee duiven kwa men denzelfden dag terug. De prijzen werden als volgt be haald le. Chr. Nielen, 2e. W. Höls- ken, 3e. G. Heerschop, 4e. P. J. van Daalen, 5e. idem., 6e. Chr. Nielen. 7e. P. J. v. Daalen, 8e. idem., 9e. idem., 10e. H. J. Lomans. De zilveren medaille voor de eerste duif behaalde Chr. Nielen. Eerst aangewezen duif G. Heer schop. 1 punt op de zilveren beker G. Heerschop. Uitslag 5 vooruit. Aangewezen duiven le. prijs Chr. Nielen, 2e. W. Hölsken, 3e. G. Heer schop, 4e. P. J. v. Daalen. Twee eerst getoonde duiven P. J. v. Daalen. POSTDUIVENVEREEN1GING „DE LUCHTGIDS". Bovengenoemde vereeniging van postduivenliefhebbers lreld Zondag 23 Augustus j.l. haar laatste kas- v/edvlucht met jonge duiven, broed 1S08, van Creil, afstand 376 K.M. Daar het den geheelen dag aan houdend geregend Heeft. bereikte slechts één duif denzelfden dag haar hok, en wel die van den heer W. F. van Deelen, die daarmede tevens een punt op den beker behaalde en dus definitief eigenaar hiervan werd, het geen voor dezen liefhebber een aar dig buitenkansje was, daar het een kunstvoorwerp :s ter waarde van veertien gulden. Dat hij nog menigen eereprijs bij ons in de vereeniging moge behalen, i9 de wensch van al zijne medeleden. Verder was de uitslag als- volgt BLOEMEND A <YL. Raadsvergadering. Dinsdagavond vergaderde de Raad, welke zitting door alle heeren, be halve de heer Rouwens, werd bijge woond. Allereerst kwam aan d i orde de verkiezing van een wethouder (vaca ture Rouwens). Bij de eerste stemming verkreeg de heer Rouwens 4 stemmen, de heer De Waal Malefijt 5 en do Leer Roozen 1. Een nieuwe vrije stemming ha-1 tot resultaat, dat de heer De Waal Male fijt met 6 stemmen werd gekozen de andere 4 stemmen waren weer op den heer Rouwens uitgebracht. De neer De Waal Malefijt hield de benoeming in beraad. Hierna werden verschillende inge komen stukken behandeld. Een verzoek van Re'ynders, om bij het bouwen van een oereeel aan den Bloemendaalschen weg af te wijken van de rooilijn, werd afgewezen. Ook het voorstel van den heer An dre de la Porte, om voor zijn villa een uitgang te mogen hebben over do. aan de gemeente toebehoorende V ilhclminalaan, werd niet ingewil ligd De Voorzitter lichtte toe, dat, als men dit verzoek toestemt, ook andere personen kunnen komen niet 't zelfde verzoek, wat tot velerlei verwikkelin gen aanleiding kan geven. De Haarlemsche Huishoud- en In dustrieschool verzocht over 1908 een subsidie van f 15 per leerling dus voor 10 leerlingen ƒ150. B. en W. adviseerden goedgunstig, terwijl de Voorzitter nog een pleidooi hield voor de goede werking en het nut dezer inrichting. De heer De Waal Malefijt achtte het bed ra? van 150 wel wat hoog en stelde ƒ100 voor, o.a. betoogend, dat onder de 10 leerlingen enkelen zijn, wier ouders best een hooger school geld kunnen bc-talen. De Voorzitter achtte dit standpunt niet juist, daar de subsidie aan de school en niet aan do leerlingen wordt gegeven. liet voorstel van B. en W. werd aangenomen, met 6 tegen 4 stem men. Het bekende adres van de afdeeling Noord-Holland van den Bond van i gemeente-ambtenaren er op aan- j dringende, dat -de salarissen van den burgemeester en secretaris en secre- torie-ambtenaren zullen worden ver- j hoogd werd voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter merkte op; dat de gemeente de in dit idres genoemde minimum jaarwedden oetaalt. Een ander adres was ongezegeld, i daarom wilden B. en W. het niet in i behandeling nemen. Dc heer De Waal Malefijt (die blijkbaar den inhoud bende)Kun- nen B. en W. dadelijk niet aan Jcn adressant berichten, dat hij gem nieuw (en dan gezegeld) adres be- hoeft te zenden, want dat het ge vraagde toch niet toegestaan kan worden 7 De Voorzitter We zullen hem of ficieel berichten, dat ziju adres niet in behandeling is genomen en offici eus mededeelen, wat u daar opmerkt en hetgeen ook het oordeel van B. en W. Is. Het kohier van het schoolgeld over het 2de kwartaal werd vastgesteld tot een bedrag van ƒ236.17. De heer De Waal Malefijt merkte op, dat de gemeente weinig school geld ontvangt. Spreker heeft de lijs ten der niet-betalende leerlingen eens nagezien en kwam daarbij tot de conclusie, dat daar jiersonen op voorkomen, die zeker in staat zijn. iets bij te dragen in de kosten van het onderwijs. De Voorzitter De heffingen sijn toch overeenkomstig de verordening. Wil u dus een hoogere of gewijzigde heffing, dan moet rlle verordening herzien worden De heer De Waal Malefijt Dat fs ook mijn bedoeling, maar het behoeft vanavond juist niet. Ook het eerste suppletoir kohier voor de hondenbelasting (aanwijzend 13) werd vastgesteld. De Voorzitter zei B. en W. zijn ook voornemens een wijziging de ze heffing te brengen, ooi de groote honden zwaarder te belasten.... Koor van Raadsleden Hè, geluk kig 1 Do rekening over 1907 werd goed gekeurd. 't Batig saldo is 17.794.941, maar, zei de Voorzitter, dit bedrag is bijna al geheel verbruikt voor de nieuwe rekening. De vastgestelde rooilijn voor den Meerenbergschen weg werd gewij zigd, zoodat de weg nu op eene bieedte van 17 meter gebracht wordt. Dat wil zeggen in de verre toekomst De rechtsgeleerde der gemeente, jhr. mr. F. W. van Sty rum, heeft be richt, dat hem na onderzoek is ge bleken dat de Zilkerpolder niet ver plicht is den weg te onderhouden. Daarom stelden B. en W. voor, aan den polder voor het onderhoud een subsidie van ƒ50 per jaar te ver- leenen. De heer De Waal Malefijt adviseer de echter, het gedeelte van den veg, dat in de gemeente Bloernéndaal ligt, zelf te onderhouden. De Voorzitter En dat andere deel dau De heer De Waal MalefijtDat raakt ous niet. Het voorstel van den heer De Waal Malefijt werd zonder stemming aan genomen. Op voorstel van B. en W. werd de inspecteur van politie afgevaardigd naar het concours van politiehonden, dat in Duisburg gehouden zal wor den. De Voorzitter deelde daarbij mede, dat bet zeker gewenscht is, aan dacht aan de politiehonden te schen ken, daar deze veel diensten kunnen bewijzen. Hoewel B. en W. nog geen voorstellen daaromtrent willen doen, wenschen ze toch op de hoogte te blijven. De zittingsdagen van den gemeen te-ontvanger werden gewijzigd. Deze zal in de maanden SeptemberDe cember (als de hoofdelijke omslag ge ïnd moet worden) eiken Vrijdag van 10 tot 1 uur zitting houden in het gebouw van den gemeente-opzichter te Bloemendaal. De heer Bispinck klaagde over het onvoldoende toezicht op het rijden van automobielen. De politie vraagt nooit en nimmer rijbewijzen, terwijl er ook niet op gelet wordt, dat bij het nemen van hoeken voldoende signa len gegeven worden. Zoo moeten er ongelukken komen. Inzonderheid vestigde spreker de aandacht op den rijder met de auto G. j08, die bij zonder wild rijdt. De Voorzitter De aandacht van de politie is wel ter dege cp deze zaak gevestigd, 't Is, bij de rtkbare bepa lingen der wet, echter zeer moeilijk bewijzen voor een rechtsvervolging t» krijgen. Da heer Boreel Ik vind motorrij wielen nog veel gevaarlijker dan auto's..... De heer Koolhoven Neen, die zijn meer gevaarlijk voor den berijder dan voor het publiek 1 De Voorzitter Hoe bet zij, de po litie zal zooveel mogelijk optreden te- ge q het woeste rijden. De heer Tideman wees er op, dat vele vischventers de leelijke gewoon te hebben, bet afval op den openba ren weg te werpen, wat een vreeaelij- ken stank veroorzaakt. De politie mag daar wel eens op letten. Dit vond de heer Koolhoven bok. Het publiek is algemeen van ge dochte, dat de publieke weg een pu blieke vuilnisbelt is. Bij een herzie ning der politieverordening ls het gewenscht, scherper Depallngen daar tegen te maken. Hierna werd overgegaan in een besloten zitting. SCHOTEN. Raadsvergadering. In de Dinsdagavond gehouden raadsvergadering waren alle leden aanwezig. Nadat de notulen waren voorgele zen en goedgekeurd, werd overge gaan lot de verkiezing van een wei houder. Üp den lieer Van Schie (aftredend) werden 5 stemmen uitgebracht, op den heer Hooy 2. De lieer Van Schie nam de herbe noeming aan, de leden dankend voor hel in hein gestelde vertrouwen. Hierna werd besloten hei aan de gemeente toebehoorend weiland we derom aan de wed. v. d. Peet voor den tijd van 5 jaren te verhuren. Door A. J. van Gijn is voor het bouwen van een perceel aan de Dr. Leijdsstraat ontheffing van art. 25 der bouwverordening gevraagd. Eigenlijk is de bouw al gebeurd, doch voldoet niet aan de verordening, wijl achter 't perceel geen' 5 maai- 4 meter open ruimte is. WU men de edschen der verordening handhaven, dan wordt de man op zeer hooge kosten gejaagd wijl hij dan een groot stuk grond moet koopen. Nu kan op het achter gelegen terrein nog een huis ge bouwd worden, maar wordt 1 meier breedte door Van Gijn aangekocht, kan daar geen huis meer komen. B. en W. stelden voor alsnog de ontheffing te verleenen, welk advies de Raad volgde. Hiermee was de agenda afgehan deld en werd de vergadering geslo ten. BEVERWIJK. Gemeenteraad. Afwezig de heer P. P. Langen dijk. De voorzitter deelt mede, dat aan II M. de Koningin gisteren een tele gram van gelukwensch werd gezon den, waarop een dankbetuiging is ontvangen, en voorts dat de Koning- innefeesten gister-en zeer naar wensch slaagden. Van Gedeputeerde Staten is inge komen een schrijven, waarin ge vraagd wordt wat door de gemeente gedaan kan en zal worden tot bestrij ding van besmetting door melk. B. en W. stellen voor, te antwoor den, dat alleen een rijksregeling af doende voorziening j :1 m.gelijk ma ken. De heer Wiedeman heeft hierte gen bezwaar, hij vreest, dat de land bouwers hierdoor te veel rijkswetten zullen krijgen, verwacht meer van particulier initiatief en wil daarom liever eerst advies vragen van de GEHYPNOTISEERD. Ik zal u vertellen, mij nebeeren, hoo ik aan mijne vrouw kwam. Nu, het verloop is opgewekt en niet alle daags. Hoort dusNadat ik mijn staatsexamen had afgelegd werd ik als practisch ambtenaar bij de finan ciën aangesteld. Mijn chef, de heer Moser, was weduwnaar en een weinig toeschietelijk man, die zich behalve voor zijn dienst slechts voor twee za ken interesseerde, n.l. voor zijn beeld- schoone achttienjarige dochter Elize en voor hypnotisme. De belangstelling voor Elize hadden we beiden. Ik dweepte met het kind en had al meer malen gelegenheid gevonden, met haar te spreken, waarbij ik me na tuurlijk niet van mijn slechtste zijde deed kennen. Helaas, kon ik in een tijd waarin mijn eetlust in omgekeer de verhouding stond tot mijn verdien ste, er niet aan denken de hand van. mijn chefs dochter te verwerven. Eens op een da.g nu, toen ik in „de gouden Waldhoorn" zat, trof mijn gezelschap een ander, bij welk wij ons aansloten en waarin zich ook de heer Moser met Elize bevond. Toen we in de gelagkamer van „de gouden Waldhoorn" zaten en de heer Moser van den koelen, heerlijken wijn de bepaalde hoeveelheid dronk, die noodig was, om hem op zijn stok paardje, hypnotisme, te brengen, be steeg hij het en reed het gezelschap op alle manieren voor, terwijl wij, Liza en ik, onze oogentaai voerden. Daar men algemeen aannam, dat zijn hypnotische kracht slechts in zijne verbeelding bestond, lachten sommi ge heeren stil voor zich heen, toen de heer Moser zei, dat hij een interessan te demonstratie zou laten zien, als hij een geschikt medium had. Ik bemerk te, dat een donkere blos het verlegen gezicht van Lize overtoog. Daar kresg ik een opofferenden inval, stond op en 'fcei„Meneer, ik verzoek u het met mij te probeeren, ik geloof, dat ik eigen schappen bezit. Ah, dat is zeer interessant, lieve vriend, dat zullen we dadelijk onder zoeken. En op eenige spottende op merkingen van de zijde van eenige heeren voegde de heer Moser er bij „Ik verzeker u, mijne heeren, dat er geen bedrog in is. Ik zal dingen be velen, die een waakzaam, verstandig mensch onmogelijk vervuilen kan." Hij liet mij aan een einde van de tafel plaats nemen, hield mij" zijn kostbaar gouden horloge voor, terwijl ik dacht, dat zoo'n horloge zich, in dien het mijn eigendom was, op een andere plaats zou zijn, bewoog hij zijn krampachtig gekromde vingers boven mijn hoofd en schouders. Na iedere stre9k zwaaide hij zijne mage re armen. Ik sloot, om mijn lachen in te hou den, de oogen, liet het hoofd op de borst zinken en begon op weemoedi gen toon te snurken. Thans begon de komedie. Ik deed alles, wat Lize's vader be val, ik brak in een gorgelend lachen uit, zuchtte hartverscheurend, liep met stijve boenen in de rondte, kraai de als een haan en kakelde als een kip. Ik kroop op handen en voeten onder de tafel, dan weer naar den heer Moser, ik huilde en blafte tegen hem .evenals een schorre hond tegen de maan. Toen zei hij„Thans zal ik het medium met een naald in de oorlel steken." Hij deed het. Ik weer stond dapper de verzoeking om te gaan schreeuwen. „U ziet, mijne hee ren, hij voelt niets en slaapt door. Ik zal u nu tijdsproeven laten zien, dat zijn de moeilijkste. U zult, beval mijn hypnotiseur mij, nó. vijf minuten u drie versche eieren laten geven, ze in uwen hoed kapotslaan, dien ge in de keuken op het fornuis moet zetten. Dan moet u om een glas warm water vragen en liet uitdrinken. Na de vol gende vijf minuten zult u den huis knecht driemaal omhelzen. „Word wakker". Ik opende de oogertzette een slape rig gezicht ,zag verwonderd om mij heen en keek daarbij naar Lize, die tegen den muur stond, waar onze kleeren hingen. Ze wierp mij een dankbaren, hartelijken blik toe en verdween in de aangrenzende gelag kamer. Af en toe keek ik schuin naar de klok. Nu, ik bestelde drie versche eieren en stond, met alle teekenen van onder hypnotischon slaap te zijn, op, om mijn hoed van den kap stok te nemen. Het deed me geen leed mijn ouden vullen hoed te verliezen, maar de hoed, die op mijn overjas hing, was geheel nieuw, in kleur en vorm, den mijnen gelijk. Daar moest Lize's hand in het spel zijn geweest. Zonder met de oogen te knippen, nam ik hem, zette hem op de tafel, sloeg met een ernstig gezicht de drie eieren kapot, schudde de struif doorelkaar, ging naar do keuken, en zette den hoed op het fornuis. Toen vroeg ik om een glas warm water. Ik was besloten het in te zwelgen. Daar kwam Lize met een dampend glas. Dat zij mij dezen dronk gaf, verd riet- te mij. Toen ik het glas naar den mond bracht, zag ik achter het kleine venster, dat naar de gelagkamer leid de, dicht op elkaar gedrongen, roode lachende gezichten. Met doodsverach ting stortte ik den inhoud in mijn keel. Maar zie, het was een smake lijke limonade. Ik dankte Lize met de oogen. In de gelagkamer teruggekeerd, hoorde ik, hoe men den heer Moser met zijn succes gelukwenschte. Nie mand had medelijden met mij. De con- versatiebacil had alle medegevoel doen verdwijnen. Spoedig na mij kwam Lize uit de keuken en achter haai- kwam de krachtige gestalte van den huisknecht binnen. Zijn borsteli ge, ruwe snor hing van zijn grooten mond af, om welken, naar mij toe scheen, een spottende glimlach speel de. Terwijl ik dezen smerigen persoon beschouwde, die zich naast Lize, die tegenover mij aan den muur stond, geplaatst had, neuriede ik een lied je Op den bevolen tijd hield ik plot seling oj?, strekte mijn hoofd voor uit en ging stijf op den huisknecht af, Tte oogen star op hem gericht. Toen ik echter zijn zwemmende oogen, zijn blauwen neus en den op een natten borstel gelijkenden snot zag en mijn zijdelingsche blik op het frissche gezicht van Lize viel, maak te ik met een plotselinge ingeving eene wending, viel Lize om den hals, kuste haar driemaal op den rooden mond en fluisterde »n het kleine oortje, dat purperrood geworden was „Ik benvn je, ik bemin je I" Daar hoorde ik een stoel od den grond smijten, door den heftigen ruk van iemand, die opsprong, veroor zaakt, en een donderend .,Halt, halt!" Daar ik op dat oogenhlik niets ge- schikters kon vinden !er verbetering van het voorval tusschen Lize en niij, liet ik mij languit c-p den grond vallen. Op de doodsche stilte, die go- heerscht had, volgde een onbeschrijf lijk rumoer. Toen zei de heer Mo ser „Het is bewezen, dat wanneer een gehypnotiseerde een hem gegeven be vel niet kan opvolgen, bij in den hyprotischen slaap terugvalt. Dat ge beurt liier. Door een onverklaarbare omstandigheid heeft mijn medium het bevel niet kunnen uitvoeren. Word wakker 1" Ik wilde echter niet. Ik voelde nog altijd Lize's warmen mond op den mijnen. Toen ik toch eindelijk moest opstaan en de oogen openen, zei ik boo? „Ik heb toch niet te veel gedron ken 2" Deze opmerking lokte een home risch gelach uit. De heer Moser reik- ii me echter vreugdevol de hand. „Prachtig, lieve vriend 1 Je moet me dikwijls bezoeken. Je hoed ver goed ik^je natuurlijk.' Bij het vertrek ontstond een onge hoorde vroolij kheid. De heer Moser vond zijn hoed niet en spoorde hem op in de keuken, waar Lize hem had afgewasschen en te drogen gehangen. Twee jaar later, kort na mijne be vordering. voerde ik Ltare met me mee. Wat mijn mediumieke eigen schappen betreft, ze namen in dezelf de mate af, als mijne uitzichten, om Lize te trouwen, toenamen. Na de bruiloft echter hebben ze zich nooit meer vertoond. Mr. Jansen „Lieve, je bebt de ver velende gewoonte, altijd na iedere opmerking, die ik maak, te vragen aarom Welnu, zou je niet pro beeren, die leelijke gewoonte kwijt te raken Mevrouw Jansen „Wel zeker. Ik ben zeker, dat ik het niet wist, toen ik 't deed. Ik zal zeker trachten die gewoonte kwijt te raken Maar waarom 2" HET ZOONTJE VAN DEN KOOP MAN. Vader (op de zooeven gekomen drieling wijzende) „Kijk eens, Ka- rel. wat de ooievaar gebracht heeft?" Kareltje „Worden die op zicht ge zonden, vader OVERTUIGD. „Nu, vannacht ben je mooi aange schoten thuis gekomen. Durf je te genspreken Twintig lucifers liggen er voor de hulsdeur. GEVAARLIJK. Jonge vrouw „O, wat heb je heer lijke kersen voor mij meegenomen zal ik een kersenkoek klaarmaken?" Echtgenoot„Nee, dat is te ge vaarlijk, laten we ze liever zoo eten." Wielrijder (die een \oetganger van achteren aanrijdt) „Hoe is dat nu mogelijk Ik heb toch driemaal ge beld 1" Voetganger„Nu, ben ik mis schien een huisknecht Vrouw „Robert, wat wil je op je verjaardag hebben Man „Niets. Ik lïeb geen geld." „Lieve", merkte een heer op, de eetkamer openend, „de meid heeft de groente op de tafel in de gang la ten staan." „Wees niet zoo dom", zeide zijn vrouw, „dat is mijn uieuwe hoed." Onderwijzer „Waarom laat hond zijn tong uit zijn beK hangen Leerling: „Om ?!jn staart in even wicht te houden, meneer. Een winkelier had een bord laten maken met groote, schitterend ge kleurde lettersUitverkoop I Moet Zaterdags gesloten zijn Vrijdags vroeg een vriend hem „Wat, heb je alweer uitverkoop „Zeker, alle winkeliers houdën uitverkoop, nietwaar „Natuurlijk, maar je zegt Moet Zaterdags gesloten zijn.' „Zeker. Je wil toch niet, dat ïfc Zondag open ben Een chirurg legde een zeer onge woon geval uit aan zijne studenten en eindigde met de woorden „Dit, mijne heeren, is eeD zeer zeld zaam gezwel. In heel mijn dertig jarige ondervinding is too iets nog nooit voorgekomen, morgen zult u zien, dat ik het verwijder." „Dat zult u niet doen'', zei de pa tiënt. „Als dit oJ uw ondervinding van dit geval is, ga ik naar huis." DE INVLOED VAN EEN VRIEND. Winkelbediende „Meneer, hier ls een heer, clie een horloge komt koo pen. Wat zal ik hem daarvoor laten betalen Meneer Jansen „Laat eens zien wel, hij krijgt het voor 60 gulden." Winkelbediende „Ja, maar u was hem aanbevolen door meneer Jo ch ems, die zei, dat we het hem voor een billijken prijs zouden geven." Meneer Jansen „O, dat verandert do zaak 1 Zeg, dat de prijs 120 gul den is, maar dat hij het, daar hij een vriend van meneer Jochems is, voor 80 guldeu kan krijgen. Maar zeg, dat hij niet mag vertellen, wat hij er voor betaald heeft. We kunnen het horloge niet voor dien prijs blijven verkoopen. Het is alleen een beleefd* heid tegenover mijnheer Jochems, vat je 2"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5