HAARLEMS DAGBLAD.
TWEEDE BLAD
Uit de Omstreken
Onze Lachhosk,
W0SS8DAG 2 SEPTLMBEK 1908
Het Paviljoen.
21 October a.s. ia het honderd jaar
geleden, dat Koning Lodewijk Napo
leon het Paviljoen kocht om het in te
richten tot een vorstelijk paleis. Van
dien dag af la hel gebouw steeds een
Koninklijk verblijf of openbare instel
ling gebleven. Het Is met het oog op
dien herinneringsdatum, nat we hier
enkele historische bijzonderheden la
ten Yolgein.
Het was 19 October 1785 dat de
Haarlemsche regeering een mede-
deeling ontving van den Amsterdam-
achen bankier Henry Hope, dat hij
zich te Haarlem wildi vestigen en
daarom zijn in den Hout gelegen hof
stede „Welgelegen" aan de Baan van
eene fraaie omgeving wilde voorzien
en tevens dat het in zijn voornemen
lag een nieuw gebouw te stichten.
Zijn verzoek om verandering In de
omgeving aan te brengen werd hem
toegestaan op zijn kosten, waaronder
ook behoorde het maken van de nog
bestaande opening in de beplanting,
nl. het schoone vergezicht óver de
Hertenkamp. De bestemming van het
gebouw was het bergen en tentoon
stellen van kunstwerken en schilde
rijen, door den eigenaar in Italië ver
zameld. „Het huis van Hope' werd
gebouwd van 17881790 naar liet mo
del der villa's Borghese en Albanl In
de omstreken van Rome. Ontwerp en
teekeningen werden geleverd door
den heer Triquetti, Consul van het
hof van Sardinië in Den Haag; de
Vlaamsche bouwmeester Dubois nam
de uitvoering op zich, .aldus lezen we
in het verslag van het Museum van
Kunstnijverheid over 1907-
21 October 1808 kocht Lodewijk Na
poleon het gebouw voor 300.000 en
gaf het den naam van „Paviljoen".
In 1809 werd ter vergrooting van den
tuin, de Baan, thans Frederikspark
en destijds een ruim speelveld, aan
zijn erf getrokken om daarop een bo-
tanischen tuin aan te leggen.
Van dit plan zou echter weinig ko
men.
Men weet 1 Juli 1810 toekende de
Koning de acte van afstand van den
troon ten behoeve zijner zonen, onder
voogdij der Koningin, bijgestaan door
een Raad van Regentschap, en een
gevolg van dien voorwaardelijken af
stand was, dat Holland door Napo
leon werd ingelijfd bij Frankrijk.
Treurig en vernederend was de
daarop volgende nacht voor den broe
der van Europa's heerscher. Stille-
kens ontvluchtte hij het vorstelijk
verblijf in den Hout voor altijd, en
mogen wij de overlevering gelooven
dan verliet hij onze stad en ons
land over de houten brug, die destijds
over den Kleinen Houtweg lag, om in
een aldaar wachtend rijtuig plaats te
nemen met de wanhopige verzuch
ting: „Vaarwel Holland".
Doch voor ditmaal genoeg, want we
zouden ons haast laten verleiden op
deze quaestie nader in te gaan. De
a.s. herinneringsdata bieden echter
den lezers van ons blad nog menig
maal gelegenheid, volkomen te wor
den op de hoogte gesteld van de
toenmalige omstandigheden.
Na de bevrijding van Nederland
werd bij Koninkl. besluiten van 1814-
1815, het Paviljoen afgestaan aan de
Vorstin Frederlca Sophia Wilhelmi-
na, Prinses van Brandenburg, wedu
we van Willem V, om levenslang in
vruchtgebruik door Haar te worden
bezeten. Tot haar dood 9 Juni 1820
heeft zij er gewoond des zomers,
in gezelschap van hare dochter Fre-
derika Louisa Wilhelmina, weduwe
Carel August, Erfprins van Bruns-
wijkWolffenbuttel, die echter het
buitenverblijf „Klein Paviljoen" aan
het einde der Kamperlaan, dat met
het Paviljoen gemeenschap had door
de reeds genoemde houten brug, voor
eigen huisvesting had ingericht.
Wil men meer op de hoogte zijn
van het intieme leven van het Huis
van Oranje op dit verblijf, dan leze
men de boeken van Loosjes, Veegeqs,
Allan, e. a. Zij geven een vrij volle
dig overzicht. Wil men echter het ede
le karakter van Willem I, ais l>ewo-
ner van het Paviljoen, leeren kennen
dan raadplege men het mooie verhaal
van J. Dijk: „Een slapende in den
Haarlemmerhout".
Verwonderen kan het ons niet, dat
de ex-koning van Bolland later nog
aanspraken deed ge'oen op het ge
bouw. Een rechtsgeding werd ge
voerd, doch ten nadeele uitgewezen
van den „lammen Louis Napoléon",
want deze had mooi weer gespeeld
van onze gemeenschappelijke gelden,
zoodat „het Paviljoen" werd ver-
klaard te zijn eigendom van den Ne-
derlandschen Staat. Dit geschiedde
gedurende de regeering van Willem I.
In 1828 werd door Willem I bevo
len, dat het Paviljoen zou worden in
gericht tot eene kunstgalerij voor
werken van levende meesiers. Er wer
den vele plannen gemaakt, commis
sies benoemd, officieele personen ge
raadpleegd en hun opdrachten gege
ven. Toch werd de uitvoering van 't
plan vertraagd en wel door de staat
kundige gebeurtenissen, die van
grooten invloed waren op 's Rijks
financiën en den Staat bedacht de
den zijn op bezuinigingen, vooral op
het gebied der uitgaven voor Kun
sten en Wetenschappen.
25 Matart 1827 verscheen een Ko
ninklijk besluit, dat het doen van
aankoopen, van schilderijen van le
vende meesters, op tentoonstellingen
regelde, doch dit werd later buiten
werking gesteld, zoodat er geen voor
uitzicht bestond, dat het aantal schil
derijen, in het bezit van het rijk, zou
vermeerderen.
Bovendien werd de vraag gesteld,
of Haarlem wel de aangewezen plaats
was voor eene dergelijke verzame
ling.
Gelukkig verloren deze bedenkin
gen haar gewicht, toen de Provincia
le Staten van Noord-Holland en Haar
lem's gemeentebestuur in 1837 ieder
jaarlijks 1000 beschikbaar stelden.
Na nog vele voorbereidende werk
zaamheden enz. verscheen eindelijk
in de Nederl. Staatscourant van 9
Augustus 1838 het bericht, waarin de
opening werd aangekondigd van de
Verzameling van Schilderijen van le
vende meesters in het Paviljoen te
Haarlem. Tevens werden hierbij ver
meld de openingsuren en voorwaar
den van toegang.
Met den aanvang der oprichting
eener kunstgalerij had do vleugel van
het Paviljoen, aan de Dreef zijde, ook
eene andere bestemming verkregen.
Eerst werd dat gedeelte in 1838 ver
huurd, doch daarna sedert 1852 be
woond door Dr. W. C. H. Staring,
die er zijn geologische kaart samen
stelde.
Na de voltooiing dezer kaart werd
het geologisch museum in 1865 naar
Leiden verplaatst en dit gedeelte van
het Paviljoen afgestaan aan de Ned.
Maatschappij ter Bevordering van
Nijverheid, die er haar Museum ves
tigde, onder directie van wljlea den
heer F. W. van Eeden.
Directeuren van deze maatschappij
besloten ook een museum van Kunst
nijverheid in het Paviljoen te vesti
gen, welk besluit genomen werd In da
aigemeene vergadering van 1872 te
Sneek.
Het rijk stelde eenige lokalen be
schikbaar, verbouwingen hadden
plaats en zoo werd het museum 18
Juli 1877 plechtig geopend door Z. K.
H. Prins Hendrik der Nederlanden.
Wegens het verplaatsen, in 1885,
der rijksverzameling van moderne
schilderijen naar Amsterdam, weiden
de drie groote zalen in het front van
het Paviljoen ontruimd en ter be
schikking gesteld van het Museum
van Kunstnijverheid.
Dit nieuw ingerichte gedeelte werd
12 Juli 1886 plechtig geopend, door
den toenmaligen voorzitter, J. F. W.
Conrad.
Zooals we de vorige week vermeld
den werd 19 September 1883 de aan
het Museum verbonden school over
gebracht naar de gebouwen in den
tuin Yan het Paviljoen, de voormalige
stallen, die voor dit doel waren ver
bouwd.
We zullen dit historisch overzicht
hier eindigen, alleen brengen we nog
in herinnering, dat dank zij de
medewerking van den heer C. J. Gon
net, bewaarder van het Paviljoen
door den Minister van Binnenland-
sche Zaken het vorig jaar werd be
paald, dat de welbekende Napoleons
en Prinsessenkamers, van 1 Juli 1907
af voor de bezoekers van het Museum
kosteloos ter bezichtiging werden ge
steld.
lste prijs W. F. van Dcelen, te 12
u. 59 m. 3 s. eerste rlag.
2do prijs H. J. Leeuaarts, te 2 u.
2ü m. 15 s. tweede dug.
3de prijs L. van Bragt, te 2 u. 82
m. 1 s. tweede dag.
4de prijs Jac. Kroon, te 4 u. 30 m.
27 s. tweede dag.
5de prijs Van Noordt, te 6 u. 16 m.
derde dag.
Poelenrijzen.
Klasse 1.
lsto prijs W. F. van Deelen.
2de prijs H. J. Leenaurts.
3de prijs L. van Bracht.
Klasse 2.
lste prijs W. F. van Deelen.
2de prijs L. van Bragt.
Klasse 3.
lste prijs L. van Bragt.
Aangewezen duif L. van Bragt.
Stadsnieuws
WEDVLUCHT.
Zondag 23 Aug. hield de postduiven-
vereenigLng de Snelvlieger alhier, een
wedvlucht met jonge duiven van Ar
iana, afstand 309 K.M. De duiven wer
den met slecht weer te 9 uur in vrij
heid gesteld. Slechts twee duiven kwa
men denzelfden dag terug.
De prijzen werden als volgt be
haald le. Chr. Nielen, 2e. W. Höls-
ken, 3e. G. Heerschop, 4e. P. J. van
Daalen, 5e. idem., 6e. Chr. Nielen. 7e.
P. J. v. Daalen, 8e. idem., 9e. idem.,
10e. H. J. Lomans.
De zilveren medaille voor de eerste
duif behaalde Chr. Nielen.
Eerst aangewezen duif G. Heer
schop. 1 punt op de zilveren beker G.
Heerschop.
Uitslag 5 vooruit.
Aangewezen duiven le. prijs Chr.
Nielen, 2e. W. Hölsken, 3e. G. Heer
schop, 4e. P. J. v. Daalen.
Twee eerst getoonde duiven P. J.
v. Daalen.
POSTDUIVENVEREEN1GING „DE
LUCHTGIDS".
Bovengenoemde vereeniging van
postduivenliefhebbers lreld Zondag
23 Augustus j.l. haar laatste kas-
v/edvlucht met jonge duiven, broed
1S08, van Creil, afstand 376 K.M.
Daar het den geheelen dag aan
houdend geregend Heeft. bereikte
slechts één duif denzelfden dag haar
hok, en wel die van den heer W. F.
van Deelen, die daarmede tevens een
punt op den beker behaalde en dus
definitief eigenaar hiervan werd, het
geen voor dezen liefhebber een aar
dig buitenkansje was, daar het een
kunstvoorwerp :s ter waarde van
veertien gulden.
Dat hij nog menigen eereprijs bij
ons in de vereeniging moge behalen,
i9 de wensch van al zijne medeleden.
Verder was de uitslag als- volgt
BLOEMEND A <YL.
Raadsvergadering.
Dinsdagavond vergaderde de Raad,
welke zitting door alle heeren, be
halve de heer Rouwens, werd bijge
woond.
Allereerst kwam aan d i orde de
verkiezing van een wethouder (vaca
ture Rouwens).
Bij de eerste stemming verkreeg de
heer Rouwens 4 stemmen, de heer De
Waal Malefijt 5 en do Leer Roozen 1.
Een nieuwe vrije stemming ha-1 tot
resultaat, dat de heer De Waal Male
fijt met 6 stemmen werd gekozen
de andere 4 stemmen waren weer op
den heer Rouwens uitgebracht.
De neer De Waal Malefijt hield de
benoeming in beraad.
Hierna werden verschillende inge
komen stukken behandeld.
Een verzoek van Re'ynders, om bij
het bouwen van een oereeel aan den
Bloemendaalschen weg af te wijken
van de rooilijn, werd afgewezen.
Ook het voorstel van den heer An
dre de la Porte, om voor zijn villa
een uitgang te mogen hebben over
do. aan de gemeente toebehoorende
V ilhclminalaan, werd niet ingewil
ligd
De Voorzitter lichtte toe, dat, als
men dit verzoek toestemt, ook andere
personen kunnen komen niet 't zelfde
verzoek, wat tot velerlei verwikkelin
gen aanleiding kan geven.
De Haarlemsche Huishoud- en In
dustrieschool verzocht over 1908 een
subsidie van f 15 per leerling dus
voor 10 leerlingen ƒ150.
B. en W. adviseerden goedgunstig,
terwijl de Voorzitter nog een pleidooi
hield voor de goede werking en het
nut dezer inrichting.
De heer De Waal Malefijt achtte
het bed ra? van 150 wel wat hoog en
stelde ƒ100 voor, o.a. betoogend, dat
onder de 10 leerlingen enkelen zijn,
wier ouders best een hooger school
geld kunnen bc-talen.
De Voorzitter achtte dit standpunt
niet juist, daar de subsidie aan de
school en niet aan do leerlingen
wordt gegeven.
liet voorstel van B. en W. werd
aangenomen, met 6 tegen 4 stem
men.
Het bekende adres van de afdeeling
Noord-Holland van den Bond van i
gemeente-ambtenaren er op aan- j
dringende, dat -de salarissen van den
burgemeester en secretaris en secre-
torie-ambtenaren zullen worden ver- j
hoogd werd voor kennisgeving
aangenomen.
De Voorzitter merkte op; dat de
gemeente de in dit idres genoemde
minimum jaarwedden oetaalt.
Een ander adres was ongezegeld, i
daarom wilden B. en W. het niet in i
behandeling nemen.
Dc heer De Waal Malefijt (die
blijkbaar den inhoud bende)Kun-
nen B. en W. dadelijk niet aan Jcn
adressant berichten, dat hij gem
nieuw (en dan gezegeld) adres be-
hoeft te zenden, want dat het ge
vraagde toch niet toegestaan kan
worden 7
De Voorzitter We zullen hem of
ficieel berichten, dat ziju adres niet
in behandeling is genomen en offici
eus mededeelen, wat u daar opmerkt
en hetgeen ook het oordeel van B. en
W. Is.
Het kohier van het schoolgeld over
het 2de kwartaal werd vastgesteld
tot een bedrag van ƒ236.17.
De heer De Waal Malefijt merkte
op, dat de gemeente weinig school
geld ontvangt. Spreker heeft de lijs
ten der niet-betalende leerlingen eens
nagezien en kwam daarbij tot de
conclusie, dat daar jiersonen op
voorkomen, die zeker in staat zijn.
iets bij te dragen in de kosten van
het onderwijs.
De Voorzitter De heffingen sijn
toch overeenkomstig de verordening.
Wil u dus een hoogere of gewijzigde
heffing, dan moet rlle verordening
herzien worden
De heer De Waal Malefijt Dat fs
ook mijn bedoeling, maar het behoeft
vanavond juist niet.
Ook het eerste suppletoir kohier
voor de hondenbelasting (aanwijzend
13) werd vastgesteld.
De Voorzitter zei B. en W. zijn
ook voornemens een wijziging de
ze heffing te brengen, ooi de groote
honden zwaarder te belasten....
Koor van Raadsleden Hè, geluk
kig 1
Do rekening over 1907 werd goed
gekeurd. 't Batig saldo is 17.794.941,
maar, zei de Voorzitter, dit bedrag is
bijna al geheel verbruikt voor de
nieuwe rekening.
De vastgestelde rooilijn voor den
Meerenbergschen weg werd gewij
zigd, zoodat de weg nu op eene
bieedte van 17 meter gebracht wordt.
Dat wil zeggen in de verre toekomst
De rechtsgeleerde der gemeente,
jhr. mr. F. W. van Sty rum, heeft be
richt, dat hem na onderzoek is ge
bleken dat de Zilkerpolder niet ver
plicht is den weg te onderhouden.
Daarom stelden B. en W. voor,
aan den polder voor het onderhoud
een subsidie van ƒ50 per jaar te ver-
leenen.
De heer De Waal Malefijt adviseer
de echter, het gedeelte van den veg,
dat in de gemeente Bloernéndaal ligt,
zelf te onderhouden.
De Voorzitter En dat andere deel
dau
De heer De Waal MalefijtDat
raakt ous niet.
Het voorstel van den heer De Waal
Malefijt werd zonder stemming aan
genomen.
Op voorstel van B. en W. werd de
inspecteur van politie afgevaardigd
naar het concours van politiehonden,
dat in Duisburg gehouden zal wor
den.
De Voorzitter deelde daarbij mede,
dat bet zeker gewenscht is, aan
dacht aan de politiehonden te schen
ken, daar deze veel diensten kunnen
bewijzen. Hoewel B. en W. nog geen
voorstellen daaromtrent willen doen,
wenschen ze toch op de hoogte te
blijven.
De zittingsdagen van den gemeen
te-ontvanger werden gewijzigd. Deze
zal in de maanden SeptemberDe
cember (als de hoofdelijke omslag ge
ïnd moet worden) eiken Vrijdag van
10 tot 1 uur zitting houden in het
gebouw van den gemeente-opzichter
te Bloemendaal.
De heer Bispinck klaagde over het
onvoldoende toezicht op het rijden
van automobielen. De politie vraagt
nooit en nimmer rijbewijzen, terwijl
er ook niet op gelet wordt, dat bij het
nemen van hoeken voldoende signa
len gegeven worden. Zoo moeten er
ongelukken komen. Inzonderheid
vestigde spreker de aandacht op den
rijder met de auto G. j08, die bij
zonder wild rijdt.
De Voorzitter De aandacht van de
politie is wel ter dege cp deze zaak
gevestigd, 't Is, bij de rtkbare bepa
lingen der wet, echter zeer moeilijk
bewijzen voor een rechtsvervolging t»
krijgen.
Da heer Boreel Ik vind motorrij
wielen nog veel gevaarlijker dan
auto's.....
De heer Koolhoven Neen, die zijn
meer gevaarlijk voor den berijder
dan voor het publiek 1
De Voorzitter Hoe bet zij, de po
litie zal zooveel mogelijk optreden te-
ge q het woeste rijden.
De heer Tideman wees er op, dat
vele vischventers de leelijke gewoon
te hebben, bet afval op den openba
ren weg te werpen, wat een vreeaelij-
ken stank veroorzaakt. De politie
mag daar wel eens op letten.
Dit vond de heer Koolhoven bok.
Het publiek is algemeen van ge
dochte, dat de publieke weg een pu
blieke vuilnisbelt is. Bij een herzie
ning der politieverordening ls het
gewenscht, scherper Depallngen daar
tegen te maken.
Hierna werd overgegaan in een
besloten zitting.
SCHOTEN.
Raadsvergadering.
In de Dinsdagavond gehouden
raadsvergadering waren alle leden
aanwezig.
Nadat de notulen waren voorgele
zen en goedgekeurd, werd overge
gaan lot de verkiezing van een wei
houder.
Üp den lieer Van Schie (aftredend)
werden 5 stemmen uitgebracht, op
den heer Hooy 2.
De lieer Van Schie nam de herbe
noeming aan, de leden dankend voor
hel in hein gestelde vertrouwen.
Hierna werd besloten hei aan de
gemeente toebehoorend weiland we
derom aan de wed. v. d. Peet voor
den tijd van 5 jaren te verhuren.
Door A. J. van Gijn is voor het
bouwen van een perceel aan de Dr.
Leijdsstraat ontheffing van art. 25 der
bouwverordening gevraagd. Eigenlijk
is de bouw al gebeurd, doch voldoet
niet aan de verordening, wijl achter 't
perceel geen' 5 maai- 4 meter open
ruimte is. WU men de edschen der
verordening handhaven, dan wordt
de man op zeer hooge kosten gejaagd
wijl hij dan een groot stuk grond
moet koopen. Nu kan op het achter
gelegen terrein nog een huis ge
bouwd worden, maar wordt 1 meier
breedte door Van Gijn aangekocht,
kan daar geen huis meer komen.
B. en W. stelden voor alsnog de
ontheffing te verleenen, welk advies
de Raad volgde.
Hiermee was de agenda afgehan
deld en werd de vergadering geslo
ten.
BEVERWIJK.
Gemeenteraad.
Afwezig de heer P. P. Langen dijk.
De voorzitter deelt mede, dat aan
II M. de Koningin gisteren een tele
gram van gelukwensch werd gezon
den, waarop een dankbetuiging is
ontvangen, en voorts dat de Koning-
innefeesten gister-en zeer naar wensch
slaagden.
Van Gedeputeerde Staten is inge
komen een schrijven, waarin ge
vraagd wordt wat door de gemeente
gedaan kan en zal worden tot bestrij
ding van besmetting door melk.
B. en W. stellen voor, te antwoor
den, dat alleen een rijksregeling af
doende voorziening j :1 m.gelijk ma
ken. De heer Wiedeman heeft hierte
gen bezwaar, hij vreest, dat de land
bouwers hierdoor te veel rijkswetten
zullen krijgen, verwacht meer van
particulier initiatief en wil daarom
liever eerst advies vragen van de
GEHYPNOTISEERD.
Ik zal u vertellen, mij nebeeren, hoo
ik aan mijne vrouw kwam. Nu, het
verloop is opgewekt en niet alle
daags. Hoort dusNadat ik mijn
staatsexamen had afgelegd werd ik
als practisch ambtenaar bij de finan
ciën aangesteld. Mijn chef, de heer
Moser, was weduwnaar en een weinig
toeschietelijk man, die zich behalve
voor zijn dienst slechts voor twee za
ken interesseerde, n.l. voor zijn beeld-
schoone achttienjarige dochter Elize
en voor hypnotisme. De belangstelling
voor Elize hadden we beiden. Ik
dweepte met het kind en had al meer
malen gelegenheid gevonden, met
haar te spreken, waarbij ik me na
tuurlijk niet van mijn slechtste zijde
deed kennen. Helaas, kon ik in een
tijd waarin mijn eetlust in omgekeer
de verhouding stond tot mijn verdien
ste, er niet aan denken de hand van.
mijn chefs dochter te verwerven. Eens
op een da.g nu, toen ik in „de gouden
Waldhoorn" zat, trof mijn gezelschap
een ander, bij welk wij ons aansloten
en waarin zich ook de heer Moser met
Elize bevond.
Toen we in de gelagkamer van „de
gouden Waldhoorn" zaten en de heer
Moser van den koelen, heerlijken
wijn de bepaalde hoeveelheid dronk,
die noodig was, om hem op zijn stok
paardje, hypnotisme, te brengen, be
steeg hij het en reed het gezelschap
op alle manieren voor, terwijl wij,
Liza en ik, onze oogentaai voerden.
Daar men algemeen aannam, dat zijn
hypnotische kracht slechts in zijne
verbeelding bestond, lachten sommi
ge heeren stil voor zich heen, toen de
heer Moser zei, dat hij een interessan
te demonstratie zou laten zien, als hij
een geschikt medium had. Ik bemerk
te, dat een donkere blos het verlegen
gezicht van Lize overtoog. Daar kresg
ik een opofferenden inval, stond op en
'fcei„Meneer, ik verzoek u het met mij
te probeeren, ik geloof, dat ik eigen
schappen bezit.
Ah, dat is zeer interessant, lieve
vriend, dat zullen we dadelijk onder
zoeken. En op eenige spottende op
merkingen van de zijde van eenige
heeren voegde de heer Moser er bij
„Ik verzeker u, mijne heeren, dat
er geen bedrog in is. Ik zal dingen be
velen, die een waakzaam, verstandig
mensch onmogelijk vervuilen kan."
Hij liet mij aan een einde van de
tafel plaats nemen, hield mij" zijn
kostbaar gouden horloge voor, terwijl
ik dacht, dat zoo'n horloge zich, in
dien het mijn eigendom was, op een
andere plaats zou zijn, bewoog hij
zijn krampachtig gekromde vingers
boven mijn hoofd en schouders. Na
iedere stre9k zwaaide hij zijne mage
re armen.
Ik sloot, om mijn lachen in te hou
den, de oogen, liet het hoofd op de
borst zinken en begon op weemoedi
gen toon te snurken. Thans begon de
komedie.
Ik deed alles, wat Lize's vader be
val, ik brak in een gorgelend lachen
uit, zuchtte hartverscheurend, liep
met stijve boenen in de rondte, kraai
de als een haan en kakelde als een
kip. Ik kroop op handen en voeten
onder de tafel, dan weer naar den
heer Moser, ik huilde en blafte tegen
hem .evenals een schorre hond tegen
de maan. Toen zei hij„Thans zal
ik het medium met een naald in de
oorlel steken." Hij deed het. Ik weer
stond dapper de verzoeking om te
gaan schreeuwen. „U ziet, mijne hee
ren, hij voelt niets en slaapt door. Ik
zal u nu tijdsproeven laten zien, dat
zijn de moeilijkste. U zult, beval mijn
hypnotiseur mij, nó. vijf minuten u
drie versche eieren laten geven, ze in
uwen hoed kapotslaan, dien ge in de
keuken op het fornuis moet zetten.
Dan moet u om een glas warm water
vragen en liet uitdrinken. Na de vol
gende vijf minuten zult u den huis
knecht driemaal omhelzen.
„Word wakker".
Ik opende de oogertzette een slape
rig gezicht ,zag verwonderd om mij
heen en keek daarbij naar Lize, die
tegen den muur stond, waar onze
kleeren hingen. Ze wierp mij een
dankbaren, hartelijken blik toe en
verdween in de aangrenzende gelag
kamer.
Af en toe keek ik schuin naar de
klok. Nu, ik bestelde drie versche
eieren en stond, met alle teekenen
van onder hypnotischon slaap te
zijn, op, om mijn hoed van den kap
stok te nemen. Het deed me geen leed
mijn ouden vullen hoed te verliezen,
maar de hoed, die op mijn overjas
hing, was geheel nieuw, in kleur en
vorm, den mijnen gelijk.
Daar moest Lize's hand in het spel
zijn geweest. Zonder met de oogen te
knippen, nam ik hem, zette hem op
de tafel, sloeg met een ernstig gezicht
de drie eieren kapot, schudde de struif
doorelkaar, ging naar do keuken, en
zette den hoed op het fornuis. Toen
vroeg ik om een glas warm water. Ik
was besloten het in te zwelgen. Daar
kwam Lize met een dampend glas.
Dat zij mij dezen dronk gaf, verd riet-
te mij. Toen ik het glas naar den
mond bracht, zag ik achter het kleine
venster, dat naar de gelagkamer leid
de, dicht op elkaar gedrongen, roode
lachende gezichten. Met doodsverach
ting stortte ik den inhoud in mijn
keel. Maar zie, het was een smake
lijke limonade. Ik dankte Lize met de
oogen.
In de gelagkamer teruggekeerd,
hoorde ik, hoe men den heer Moser
met zijn succes gelukwenschte. Nie
mand had medelijden met mij. De con-
versatiebacil had alle medegevoel
doen verdwijnen. Spoedig na mij
kwam Lize uit de keuken en achter
haai- kwam de krachtige gestalte van
den huisknecht binnen. Zijn borsteli
ge, ruwe snor hing van zijn grooten
mond af, om welken, naar mij toe
scheen, een spottende glimlach speel
de.
Terwijl ik dezen smerigen persoon
beschouwde, die zich naast Lize, die
tegenover mij aan den muur stond,
geplaatst had, neuriede ik een lied
je Op den bevolen tijd hield ik plot
seling oj?, strekte mijn hoofd voor
uit en ging stijf op den huisknecht
af, Tte oogen star op hem gericht.
Toen ik echter zijn zwemmende
oogen, zijn blauwen neus en den op
een natten borstel gelijkenden snot
zag en mijn zijdelingsche blik op het
frissche gezicht van Lize viel, maak
te ik met een plotselinge ingeving
eene wending, viel Lize om den hals,
kuste haar driemaal op den rooden
mond en fluisterde »n het kleine
oortje, dat purperrood geworden
was
„Ik benvn je, ik bemin je I"
Daar hoorde ik een stoel od den
grond smijten, door den heftigen ruk
van iemand, die opsprong, veroor
zaakt, en een donderend .,Halt, halt!"
Daar ik op dat oogenhlik niets ge-
schikters kon vinden !er verbetering
van het voorval tusschen Lize en
niij, liet ik mij languit c-p den grond
vallen.
Op de doodsche stilte, die go-
heerscht had, volgde een onbeschrijf
lijk rumoer. Toen zei de heer Mo
ser
„Het is bewezen, dat wanneer een
gehypnotiseerde een hem gegeven be
vel niet kan opvolgen, bij in den
hyprotischen slaap terugvalt. Dat ge
beurt liier. Door een onverklaarbare
omstandigheid heeft mijn medium
het bevel niet kunnen uitvoeren.
Word wakker 1"
Ik wilde echter niet. Ik voelde nog
altijd Lize's warmen mond op den
mijnen. Toen ik toch eindelijk moest
opstaan en de oogen openen, zei ik
boo?
„Ik heb toch niet te veel gedron
ken 2"
Deze opmerking lokte een home
risch gelach uit. De heer Moser reik-
ii me echter vreugdevol de hand.
„Prachtig, lieve vriend 1 Je moet
me dikwijls bezoeken. Je hoed ver
goed ik^je natuurlijk.'
Bij het vertrek ontstond een onge
hoorde vroolij kheid. De heer Moser
vond zijn hoed niet en spoorde hem
op in de keuken, waar Lize hem had
afgewasschen en te drogen gehangen.
Twee jaar later, kort na mijne be
vordering. voerde ik Ltare met me
mee. Wat mijn mediumieke eigen
schappen betreft, ze namen in dezelf
de mate af, als mijne uitzichten, om
Lize te trouwen, toenamen. Na de
bruiloft echter hebben ze zich nooit
meer vertoond.
Mr. Jansen „Lieve, je bebt de ver
velende gewoonte, altijd na iedere
opmerking, die ik maak, te vragen
aarom Welnu, zou je niet pro
beeren, die leelijke gewoonte kwijt
te raken
Mevrouw Jansen „Wel zeker. Ik
ben zeker, dat ik het niet wist, toen
ik 't deed. Ik zal zeker trachten die
gewoonte kwijt te raken Maar
waarom 2"
HET ZOONTJE VAN DEN KOOP
MAN.
Vader (op de zooeven gekomen
drieling wijzende) „Kijk eens, Ka-
rel. wat de ooievaar gebracht heeft?"
Kareltje „Worden die op zicht ge
zonden, vader
OVERTUIGD.
„Nu, vannacht ben je mooi aange
schoten thuis gekomen. Durf je te
genspreken Twintig lucifers liggen
er voor de hulsdeur.
GEVAARLIJK.
Jonge vrouw „O, wat heb je heer
lijke kersen voor mij meegenomen
zal ik een kersenkoek klaarmaken?"
Echtgenoot„Nee, dat is te ge
vaarlijk, laten we ze liever zoo
eten."
Wielrijder (die een \oetganger van
achteren aanrijdt) „Hoe is dat nu
mogelijk Ik heb toch driemaal ge
beld 1"
Voetganger„Nu, ben ik mis
schien een huisknecht
Vrouw „Robert, wat wil je op je
verjaardag hebben
Man „Niets. Ik lïeb geen geld."
„Lieve", merkte een heer op, de
eetkamer openend, „de meid heeft
de groente op de tafel in de gang la
ten staan."
„Wees niet zoo dom", zeide zijn
vrouw, „dat is mijn uieuwe hoed."
Onderwijzer „Waarom laat
hond zijn tong uit zijn beK hangen
Leerling: „Om ?!jn staart in even
wicht te houden, meneer.
Een winkelier had een bord laten
maken met groote, schitterend ge
kleurde lettersUitverkoop I Moet
Zaterdags gesloten zijn
Vrijdags vroeg een vriend hem
„Wat, heb je alweer uitverkoop
„Zeker, alle winkeliers houdën
uitverkoop, nietwaar
„Natuurlijk, maar je zegt Moet
Zaterdags gesloten zijn.'
„Zeker. Je wil toch niet, dat ïfc
Zondag open ben
Een chirurg legde een zeer onge
woon geval uit aan zijne studenten
en eindigde met de woorden
„Dit, mijne heeren, is eeD zeer zeld
zaam gezwel. In heel mijn dertig
jarige ondervinding is too iets nog
nooit voorgekomen, morgen zult u
zien, dat ik het verwijder."
„Dat zult u niet doen'', zei de pa
tiënt. „Als dit oJ uw ondervinding
van dit geval is, ga ik naar huis."
DE INVLOED VAN EEN VRIEND.
Winkelbediende „Meneer, hier ls
een heer, clie een horloge komt koo
pen. Wat zal ik hem daarvoor laten
betalen
Meneer Jansen „Laat eens zien
wel, hij krijgt het voor 60 gulden."
Winkelbediende „Ja, maar u was
hem aanbevolen door meneer Jo
ch ems, die zei, dat we het hem voor
een billijken prijs zouden geven."
Meneer Jansen „O, dat verandert
do zaak 1 Zeg, dat de prijs 120 gul
den is, maar dat hij het, daar hij een
vriend van meneer Jochems is, voor
80 guldeu kan krijgen. Maar zeg,
dat hij niet mag vertellen, wat hij er
voor betaald heeft. We kunnen het
horloge niet voor dien prijs blijven
verkoopen. Het is alleen een beleefd*
heid tegenover mijnheer Jochems,
vat je 2"