HAARLEM'S DAGBLAD.
K11RTJ ES
ADVERTENTIEN
flM- fffv;
ADVERTENTIEN:
3 PLAATSINGEN f0.50
TWEEDE BLAD
1 HilüilÉÉlB!
Stadsnieuws
Uit de Omstrekea
Binnenland
Onze Lachhoek,
FEUILLETON
MAANDAG 7 SEPTBMBEB 1908
EN JACHT OP FRANS ROSIER.
>Vaar zou Frans zijn
Seri vraag aller vragen, nog
ls opgelost, ook al houdt ons
•ds orde-bewaarders en veilig-
i .as-verzekeraars, mitsgaaerfj het
p h e e 1 o Nederlandsche volk» zich
I sinds 00 uur mei de oplossing
faig I
!t Is weer eon ware Frans Rosier-
lorts 1
Er is geen hoekje van ons land,
men denkt dat de Haarlem-
he Frans daar wel eens kon zijn
en spreekt er over.... en 'i wordt
in ook weldra een feit, cat hij
is!
pok onze goede stadgenooten zijn
n beetje door deze koorts bevangen,
i erg ongerust, dat Frans naar z'n
ide vaderstad is weergekeerd. Dit
't best van de handelaars in wa
ns te vernemen, die ongewoon
lukke dagen hebben, en niets doen,
in revolvers verkoopen, revolvers
hoonmaken en patronen leveren...
Natuurlijk is de politie druk in de
per, vooral de omstreken van Aer-
jnhout en Bloomendaal worden
peng bewaakt.
frljdagavond kwam een jongmensch
ra liet politiebureau vertellen, dat
jj Fraais even te voren op de Leid-
he Vaart had gezien
jDadelijk werd de telefoon in wer-
M gesteld, en toog de Bloemen-
[alsche politie op weg om in alle
peken en gaten" te zoeken.....
pok wij zijn eens op 't pad ge-
jan.
J)e toebereidselen waren gauw ge-
imen 't stalen ros nagezien, de
irbid lantaarn nieuw voedsel gege-
(ii en.... ook de zesloops revolver in
ireedheid gebracht I
Op jacbt naar den Haarlemschen
rans
jDit was echter niet in de aliereer-
e plaats het doel van den tocht, wij
Uden voornamelijk eens het politie-
'izicht nagaan.
liet het stalen ros hebben we bijna
Ie wegen in Aerdenhout en Over-
»n doorkruist.
aarlemsche Frans hebben we
imer genoeg niet gezien
ar.... hier hebben we lotgenooten.
Is ook aan de politie nog niet rao-
jn gelukken, iets van hem te ont-
"iken, niettegenstaande er toch el-
1 dag en nacht heel nauwkeurig
>rd gezocht.
"en kent het vertelseltje, dat Frans
;ens in den Aerdenhout een schat
-aven heeft. Wat daar van aan
weten we niet. Wel durft iemand,
met de Rosier-zaak nauwkeurig
de hoogte is, verzekeren, dat het
koffer met zilverwerk is, die Ro-
l' bij een inbraak is machtig ge
n-den, en dat die schat „daar en
r" in den grond zit. Hij noemde
den weg, maar dezen zullen we
tar verzwijgen, om de in tien om-
ik wonende burgers niet al te onge-
ist te maken. Is 't verhaal inder-
,d waar, dan zal Frans toch een
ilen toer hebben, om den koffer
ier te vinden, want sinds dien tijd
de weg veel veranderd, zijn er
;en gebouwd ,enz. Maar.... Frans
nu eenmaal een geslepen scha-
tui
lie bewuste weg wordt door de
jlitie vooral goed in het oog gehou-
}n, daar het begrijpelijk is, dat
•ans dien schat o 1 zoo gaarne in
iden zou hebben I Velen hebben al
„plan de campagne" voor hem
laakt dat geld halen en naar
lerika gaan 1
lat surveilleeren bii nacht is voor
I politie natuurlijk geen aangenaam
erkje. De wegen zijn bii na alle door
jomen beschaduwd, zoodat er eene
gyptisehe duisternis heerseht. Onze
foemendaalsche politie is echter
let bang uitgevalien 't is reeds
(enigen keer gebleken en is ook
haar hoede i
ie bewoners behoeven zich dus
:sch niet ongerust te maken, 't Is
lereerst de vraag, of Frans hier in
buurt is, of komen zal, en is hij
nu, dan zal hij veel moeite
iben om de Bloemendaalsche poli-
te verschalken.
bewoners kunnen dus gerust
in hoofd neerleggen,
politie waakt I....
Men meldt aan de N. R. Ct., dat er
ra premie van f 350 is uitgeloofd op
et terugvinden van den ontvluchte.
;Ult Utrecht meldt men:
Zaterdagmiddag heeft een boer in
de Bilt (Utr.), vó6r hij wist, dat
Frans Rosier weer ontvlucht was,
een kerel in het bosoh gezien mot
bebloed gezicht. De boer zeide bij zich
zeiven: „Als ik niet wist, dat Rosier
in Medemblik zat, dan zou ik zeg
gen: hij ls het."
De kerel vluchtte, toen de boer
naar hem keek, onmiddellijk het
kreupelhout in. Toen de boer ver
nam, dat Roslor werkelijk ontvlucht
was, waarschuwde hij de politie. He
dennacht heeft de politie het bosch
afgezet en hedenmorgen van halfzes
lot halfnogen afgezocht Niets gevon
den.
ïs hfj het geweest en dit is moge
lijk, Rosier heeft hier ni. een zuster
wonen in de buurt dan is hij mis
schien bij de Bilt uit een goederen-
üein gesprongen, waarmede hij kan
aangekomen zijn. Men blijft speu
ren.
HOLLANDSCHK MAATSCHAPPIJ
VAN LANDBOUW.
Vrijdagavond vergaderde de afdee-
ling Haarlem en omstreken van de
Hollandsche Maatschappij vein Land
bouw in 't café Neuf.
De voorzitter, de heer Fr. Lieftinck,
opende de vergadering, het betreu
rende, dat de secretaris, de heer
Loeff, wegens een ernstige ongesteld
heid, niet tegenwoordig kon zijn.
Zijn functie werd waargenomen door
den heer De Kanter.
Nadat eenigo ingekomen stukken
voor kennisgeving waren aangeno
men, deed de penningmeester, Mr.
Everwijn Lange rekening en verant
woording over het boekjaar 1907
10U8. De rekening wijst aan als op
brengst 2393, als uitgaaf 2343, zoo
dat bet batig saldo 50 bedraagt.
De stukken werden door een com
missie, bestaande uit da heeren
Sterk, Heil en Van Amstel, nagezien,
en, na gunstig advies, door de verga
dering goedgekeurd.
De heer Heil bracht als afgevaar
digde verslag uit van de algemeeno
vergadering op 26 Februari j.l. te
Amsterdam gehouden.
Spreker verwees daarbij naar de
stenografische verslagen, in het or
gaan opgenomen.
De afgevaardigde merkte -voorts op,
dat de macht van het Hoofdbestuur
in de vergadering nogal sterk is ge
bleken.
Daarop wees de voorzitter op de
wenschelijkheid, om vóór de alge-
meene vergadering een voor-vergade
ring te houden, opdat de afdeellngen
onderling de zaken eens kunqen be
spreken, en zich zoodoende wan
neer dit in sommige gevallen wen-
schelijk is partij te kunnen stellen
tegenover het hoofdbestuur en tegen
voorstellen te doen. De beteekenis der
vergadering zou er zeker door win
nen.
Besloten werd, dat het bestuur deze
zaak met de andere aideelingen zal j
bespreken.
Voor de algemeens vergadering,
die op Woensdag 9 September te Den
Burg gehouden zal worden, werden
als afgevaardigden benoemd de hee
ren I-leil en Sterk, en als plaatsver
vangers de heeren Kranenburg en
Verdel.
De gekozenen namen de benoeming
aan.
Hierna kwam de behandeling van
den beschrijvingsbrief voor deze ver
gadering aan de orde.
Tenslotte werd overgegaan tot de
kostelooze verloting van de onafge
haalde prijzen* van de Paardenloterij.
Rubriek voor Vragen.
VRAAG: Heeft elke inwoner van
Heemstede recht op gas? Zoo niet, is
hij dan van gasbelasting ontheven?
Ik had gaarne gas, maar de buis
komt niet langs mijn huis.
ANTWOORD: De gemeenteraad be
slist, waar buizen gelegd worden en
waar niet. Wie met die beslissing niet
tevreden is, kan liefst met perso
nen, die in hetzelfde geval verkeeren
hij den Raad een request indie
nen. Andere „rechten" kan hij niet
doen gelden.
Een afzonderlijke „gasbelasting"
is door de gemeente Heemstede niet
ingevoerd. Do vrager bedoelt waar
schijnlijk rente en aflossing van het
kapitaal, dat voor de gasfabriek
moet worden geleend. Die rente en
aflossing komen op de gemeentebe-
grooting onder de uitgaven voor en
kunnen dus, wanneer in den eersten
tijd de Inkomsten niet toereikend
mochten zijn om alle uitgaven te
dekken, aanleiding geven tot een ver
hooging der belasting. Daaraan zou
dan ook de vrager het zijne hebben
bij te dragen; maar. hij zal niet de
©enige zijn, die helpt betalen aan dab
gene, waarvan hij zelf niet profi
teert. Dai doen bijvoorbeeld ook kin-
derlooze menscheai voor het open
baar onderwijs.
HET REDDINGSWEZEN TE
IJMUIDEN.
De berichtgever van het „Hbld." te
IJmuiden schrijft van gisteren
„Evenals het voor een leger nooöig
is af en toe manoeuvres te houden
en zich voor te stellen dat een vijan
delijk leger ons land bestormt, even
zoo is het voor eene reddingsbrigade
noodig nu en dan te doen alsof een
schip strandt en zich te oefenen in
het verbinden en vervoeren van ge
wonden, opdat men niet hulpeloos
staat bij het werkelijk voorkomen
van eene ramp.
Vrijdagmiddag half vijf had zulk
eene oefening bij de Noordpier plaats
onder leiding ven dokter A. van der
Horst, met medewerking van de wijk
verpleegster zuster Mai'ia van den
Hoek-
Behalve de leden van de reddings
brigade was ook een aantal belang
stellenden naar het strand gekomen
om de oefening bij te wonen.
Onder dezen behoorden de doctoren
uit Velsen en IJmuiden, het afdee-
lingsbestuur van Het Witte Kruis en
dr. Barnouw, algemeen secretaris van
het hoofdbestuur van Het Witte
Kruis.
Het bleek dat eene oefening gelijk
deze veel practisch nut heeft.
De leerlingen van den cursus in
eerste huip bij ongelukken, dio even
eens onder leiding staat van dr. Van
der Horst en zuster Van den Hoek,
sloten zich bijna allen aan bij de
reddingsbrigade.
Er werd aangenomen, dat een schip
was gestrand dat vele schipbreuke
lingen zwaar gewond van boord wer
den gehaald en dat ook drenkelingen
aanspoelden. Een paar kleine jon
gens moesten deze personen voorstel
len en werden door de dames en
heeren verbonden, nadat op hen wa- -
ren toegepast de middelen tot herstel
van de ademhaling.
De aanwezige deskundigen roem
den de oefening zeer, en spraken hun
tevredenheid uit.
Zooals wij reeds vroeger meldden,
heeft het bestuur van Het Witte Kruis
thans van de Regeering de beschik
king gekregen over een terrein aan
de visschershaven, om daarop het
tweede wijkgébouw te plaatsen,
waarvan Z. K. II. de Prins den eer
sten steen zal leggen. Dit gebouw zal
niet alleen dienen tot bergplaats van
de verplegingsmiddelen van Het Wit
te Kruis, maar ook tot toevlucht voor
gewonde schipbreukelingen.
Daarom stelde de Staatscommissie
vcor het Reddingswezen ook eischen
in verband met de inrichting van het
gebouw, waaraan is voldaan door
het ontwerp van de heeren D. Kramer
Czn. en J. C. Cramer, architecten te
Velsen en te IJmuiden.
Het front is met opzet naar het
Oosten geplaatst met liet oog op de
meestal voorkomende Zuidwester en
N oorderstormen.
Wanneer men het gebouw binnen
treedt, komt men in eene luchtige
vestibule, welke niet alleen door een
vóór-ingang, maar ook door twee zij
gangen is te bereiken, eveneens met
het oog op de NoordersLormen.
Aan do linkerzijde van deze vesti
bule vindt men een W. C. voor het
publiek, aan den rechterkant is eene
wachtkamer ingericht.
Voortloopend komt men door dub
bele deuren in een breede gang. Aan
de rechteT-zijde daarvan bevindt zich
het magazijn, dat in verbinding staat
aan de ééne zijde met de wachtkamer
en aan de andere zijde niet de dok-
Ierskamer.
Ter linkerzijde van de gang treft
men de kamer voor vrouwelijke pa
tiënten aan, welke ingericht is met
vier bedden en in verbinding staat
met eene badkamer en een W. C.
Achter deze kamer is de afdeeling
voor mannelijke patiënten, eveneens
in verbinding staande met een W. C.
en een badkamer.
Achter in de gang vindt men de
operatiezaal, welke met ziekenwagen-
tj.es en brancards te bereiken is.
Deze operatiezaal staat- weer in ver
binding met de mannenzaal met bij
beboerende badkamer en de dokters
kamer, die rechts daarvan ligt.
Keeren we door de gong terug, dan
zien we naast de vestibule een tra.p,
welke naar den koelkelder leidt. Bo
ven deze gaat men langs een trap
naar boven, waar zich ter weerszijden
van eene breede gang de kamers Yoor
den huisbewaarder en de wijkzuster
bevinden, alsook do badkamers en
W. C.'s. Een ruime zolder kan in tijd
van nood ook worden ingericht tot
magazijn, zoodat desgevvenscht het
mo.gazijn benoden kan worden vrij
gehouden om te worden ingericht tot
ziekenzaal.
De zalen, waarin de vrouwelijke en
de mannelijke patiënten worden ver
pleegd, worden uit de benedengang
verwarmd, zoodat in en buiten deze
zalen eene zelfde temperatuur
heerseht.
SCHOTEN.
Da siorm.
Gedurende den laatsten storm is
een gedeelte van de onlangs onbe
woonbaar verklaarde boerderij inge
stort aan den Vergierden weg. Zou
het nu geen tijd worden, dat het ge
meentebestuur maatregelen neemt,
om deze ruïne op te laten ruimen,
alvorens er ongelukken door ont
staan
LISSE.
Zaterdagnacht is te Lisse aange
houden, in het bezit van een revol
ver en inbr-akerswerktulgen, de in
breker Van K., uit Haarlem, die op
een Vrijdagavond ontvreemd rijwiel
reed.
DE OPENING DER STATEN-
GENERAAL.
Een opening van de gewone ver
gadering der Staten-Generaal door
de ministers, als commissie vanwege
Hare Majesteit de Koningin, gelijk 15
dezer zal plaats hebben, is sedert
1890 niet meer voorgekomen.
In dat jaar verrichtte het toenma
lige ministerie de plechtigheid we
gens de ziekte van Koning Willem
III.
Na 1S90 heeft Koningin Emma als
Regentes van het Koninkrijk telken
jare de Troonrede gehouden tot het
jaar 1898, sedert wanneer TI. M. Ko
ningin Wilhelmina zich van die
giond wettige taak kweet.
De gewone stoet, welke de Ko
ningin op haar weg naar het Binnen
hof en terug omgeeft, zal dit jaar
achterwege blijven.
De ministers zullen zich in gala
rijtuigen van het Hof, voorafgegaan
en gesloten door pelotons huzaren,
van het Koninklijk Paleis naar het
gebouw der Tweede Kamer begeven
door de Hoogstraat en langs liet Bui
tenhof en terug over. den Vijverberg.
EEN TEGENVALLER.
Naar het N. v. d. D. verneemt, heeft
de raad van administratie der TI. JJ.
j S. AI. het personeel bij aanschrij-
ving kennis gegeven, dat voortaan
j slechts diegenen tot leerling-klerk.
kunnen worden benoemd, die in het
bezit zijn van het einddiploma II. B.
I S. of Gymnasium. Deze bepaling heeft
j vooral bij het. lagere personeel onte-
vredenheid verwekt, aangezien vele
ouders hierdoor in hun verwachting
1 teleurgesteld zijn, hun kinderen zon-
i der deze schoolopleiding tot ambte-
9 naar te zien opleiden.
Door den minister van koloniën is
mejuffrouw G. H. M. Cramer ge
steld ter beschikking van den gou
verneur-generaal van Nederlandsch-
Indiê, vom te worden benoemd tot
verpleegster bij het krankzinnigenge
sticht te Buitenzorg.
(St.-Ct.
VALSCHE BANKBILJETTEN:
Te Leiden blijken uitgegeven te zijn
twee valsche bankbiljetten van CO,
lveide gemerkt J. R. 2934. Zij zijn in
beslag genomen door de politie, die
naar den uitgever een ijverig onder
zoek instelt. Deze moet zijn een man
van middelbaren leeftijd, groot en
breed, met rossigen knevel. Vermoe
delijk draagt hij nu en dan een
lorgnet. De valsche bankbiljetten zijn
gemakkelijk van echte te onderschei
den door het ontbreken van het wa
termerk, aan de gladheid van het
papier, dat aan de achterzijde een
kleur heeft alsof het in olie gedrenkt
is bovendien zijn de biljetten aan
vier zijden afgesneden, terwijl van
de echte bankbiljetten het papier aan
twee zijden geschept is.
(„L. D.")
DE NIEUWE KOERS VAN DEN
BOSPORUS.
De Sultan van Turkije esa zijn hof
maarschalk zijn in gespfek
Ik wil nu de nieuwe voorschriften'
uitwerken. Roep Said Pacha, mijn
grootvizier.
Grootmachtige Podlschah, Said
Pacha is door u afgezet.
Ik bedoel ook niet Said Pacha, maar
Izzet Pacha,
Zoon van den Profeet, Izzet PachA
is op de vlucht.
Dan niet Izzet Pacha, als die juist
op de vlucht is. Fund Paoba moet ko
men.
Hooge Heer, Fuad Pacha is in H
geheel niet benoemd.
Nu, hoe heet hij dan ook weer, mijn
grootvizier Fehim Pacha. Zend
Fehim Pacha hier.
Koning der koningen, Fehim Pa
cha is toevallig vermoord.
Wie heeft hem dan vermoord en'
waarom Ik moet toch een grootvi
zier hebben, gisteren had ik er nog
een. Roep dadelijk Mastapha Pacha.
Groot© Khalif, Mastapha Pacha, is
ln ongenade, het volk heeft op hem
gespuwd en hem op straat van kaait
gemaakt.
Ik verlang den niet van kant ge-
maakten grootvizier t© zien. Roe."
Rutschuk Pacha hier.
Ster des hemels, Rutschuk Pacha
is op dit oogenblik in ballingschap.
Als hij vea-banneoi is, kan hij geen
grootvizier zijn, breng mij dan einde
lijk Renif Pacha hier, ik moet met
mijn grootvizier overleggen. Waar
blijft dan toch Renif Pacha
Hoog© stadhouder van Mahomet,
Renif Pacha is In Smyrna als gezant,
wanneer hij. tenminste nog Ln leven is.
Om kort te gaan, dan zal iemand
komen, die nog in leven en grootvi
zier is, Djamil Pacha of Moukhtor Po
eha, of Osmau Pacha of Tewfik Po
eha, e e n v a n a 1 Ten z a 1 h e t. t e h
welz i j n
OOK GEEN SCHOONHEID.
In KonsLantinopel heerseht groote
opschudding Ln een van de hoofdstra
ten. De menschen vluchten naar alle
kanten hesn.
Vreemdeling: Wat is hier aan de
hand
Turk ontsteld De vrouw van Jussuf
Eff-eoidi gaat naar de nieuwe gewoon-
te voor de eerste maai zonder sluier
uit
NEDERLAND EN VENEZUELA.
Het Haagsche Correspondentiebu
reau meldt
Naax wij vernemen, is thans de
tweede nota onzer regeering aan die
vanVenezuela verzonden, inhouden
de een antwoord op het schrijven
van den minister van buitenlandsche
zaken te Caracas, van 28 Juli aan
den minister van buitenlandsche za
ken te 's-Gravennage. De strekking
van het antwoord der Nederlandsche
regeering is om, met betrachting van
groote inschikkelijkheid, den weg tot
vreedzame bijlegging der bestaande
wederzijdsche grieven open te hou
den.
Wij meenden te weten, dat eene
openbaarmaking der gewisselde no
ta's op dit oogenblik niet in de bedoe
ling der regeering ligteene mede-
deeling daarvan aan de Staten-Gene-
raal, onmiddellijk na aanvang der
gewone zitting, daarentegen wèl.
In het Londensch avondblad „The
Globe" komt een telegram voor uit
New-York, d.d. 4 September, waar
van hier de vertaling volgt
„Men meldt uit Washington, dat
de Nederlandsche regeerïug Sn
antwoord op de ingediende klachten
van het Venezolaansche departement
van Buitenlandsche Zaken is ge
reed gekomen met haar onderzoek
van de klachten, door de Venezolaan
sche regeering ingebracht tegen den
Nederlandse beu gezant (De Reus) en
die ongegrond heeft bevonden. Men
houdt het er voor, dat de eerstvol
gende stap, die van Den Haag uit
zal worden gedaan, zal bestaan in
het zenden van iets dat het karakter
heeft van een ultimatum, en waarin
genoegdoening wordt gevraagd voor
de beieedigingen, der Nederlandsche
vlag aangedaan, in de personen van
den Nederlandschen gezant en de Ne
derlandsche consuls, en voldoening
van de vorderingen van Nederland
sche onderdanen
Te Washington gelooft men geen
oogenblik, dat Castro de gevraagde
genoogdoening zal schenken. V aar-
schijnlijk zal hij met tegen-eischen
Naar het Engelsch,
door
[rthur W. M archm'ofit.
54)
En toen kwam het idéé hij haar
i, dat dit vertoon van autoriteit
a zijn kant met een bepaald doel
ird uitgevoerd, en dat zijn doel
is indruk op haar te maken met
n voorproefje van zijn macht, om
lar vrees aan te jagen.
Maar dit had precies de tegenover
stelde uitwerking. Het was precies
at zij wilde weten. En zoo hielp het
tstel, dat bedoeld was om haar in
war te brengen, haar om tot kalm
te komen en nieuwe kracht te ver
melen.
Nu, zei Merridew eindelijk, on-
veer op denzelfden toon als dien
I tegen den ongelukkige Perigord
d aangeslagen en hij ging recht-
in zijn stoel zitten en keek Olive
'lerzoekend aan.
Zij doorstond dien blik kalm, èh
elde een tinteling van genoegen,
m zij bemerkte, dat hij haar niet
reende. Geen spoor van wantrou
wen kwam er op zijn gelaat.
Wenscht u mij te ondervragen
vroeg zij in 't Duitschomdat het
haar het best voorkwam, dat hij haar
stem voor 't eerst in die taal zou
hooren.
U moet er aan denkon, dat u
Engelsch moet spreken, antwoordde
hij. Wij verstaan niet allemaal de
Duitsche taal. Ja, er zijn eenige vra
gen, die beantwoord moeten worden,
en eenige zaken, die duidelijker ge
maakt moeten worden, dan zij op dit
oogenblik zijn.
Zij wendde zich tot Karl.
Wil je hun uitleggen, dat ik heel
gebrekkig Engelsch spreek
Dat begrijp ik, zeide Merridew,
daardoor tonnend, dat hij zelf het
Duitsch wel verstond. Ik zal mijn
vragen langzaam stellen. Welnu,
waarom denkt u in Cromwell Gar
dens verdenking te hebben opge
wekt
Dat heb ik al verteld.
Maai' vertel het MIJ.
Dat „mij" werd gezegd op een toon
alsof hij zeggen wilde ik ben het
middelpunt van alles.
In gebroken Engelsch, zorgvuldig
doorspekt met enkele Duitsche woor
den, als zij uitdrukkingen gebruikte,
die haar veronderstelde begrensde
kennis van het Engelsch niet zou be
dekken, beschreef zij heel langzaam
en wel overdacht haar ontmoeting
met Jack op de trap en de daarop
gevolgde getuigenis van mevrouw
Grimston, dat zij door den minister
zelf ondervraagd zou worden.
Ja, ja. Maar waarom denkt u,
dat mijnheer Fenton juist tegenover
u verdenking opvatte vroeg hij met
gefronste wenkbrauwen.
Ik deed dwaas, geloof ik. Hij
probeerde mij aan te spreken en dat
wou ik niettoen snelde ik de trap
af en hij riep ik zal je wel dwingen.
Nu begrijp ik alles beter.
Maar hoe wist u, dat hij u wan
trouwde
Dat wist ik toen nog niet zeker,
maar ik was bang, dat mij iets ge
vraagd zou worden. Toen mevrouw
Grimston het mij later vertelde, wist
ik dat ik gelijk had gehad. Allo
dienstboden verkeerden in hetzelfde
geval als ik.
Wat bedoelt u daarmee „in
hetzelfde geval"
Verdacht.
Maar waarvan
Olive haalde haar schouders op.
Dat weet ik niet De huishoud
ster vertelde mij, dat zij alles om
trent mij wilden weten. Ik kon dat
niet doen. Daarom liep ik weg.
Weer fronste hij de wenkbrauwen.
Wil u mij vertellen, dat u geen
idéé had, hoe de menschen te weten
kwamen, dat u niet was, voor wie gij
u hadt uitgegeven
Hoe zou ik dat kunnen riep
Olive, weer schouderophalend.
Dat is nu juist wat ik wensch ie
weten te komen, antwoordde hij
scherp en zweeg even om naar eeni
ge aanteekeuingen te kijken, die voor
hem - lagen.
Het is volkomen duidelijk, zeide
Karl numaar Merridew gaf hem
door een gebaar te kennen, dat hij
zijn mond moest Iiouden.
Weer een nieuw bewijs van zijn
volkomen autoriteit.
Wie is u
Merridew schoot als t ware die
vraag op Olive los, vergezeld van een
onderzoekenden,, bijna dreigenden
blik.
Maar Olive glimlachte slechts.
Ik begrijp niet, wat u bedoelt.
Natuurlijk wil ik alles omtrent
u en uw verleden weten, antwoordde
hij streng.
Dat weet Karl. Ik heb hém alles
verteld, zei ze eenvoudig.
Hij weet, wat u hem verteld
heeft. Dat is alles. Vertel het mij.
Zeer vlot en zonder een oogenblik
te aarzelen, vertelde Oiïve 't sprook
je van haar zoogenaamde levensge
schiedenis, precies zooals zij dat in
haar gedachten had vastgesteld als
antwoord op een dergelijke vraag.
Zij luisterden allemaal aandach
tig en heel bedaard, met uitzonde
ring van Karl, die zich maar weinig
op zijn gemak scheen te voelen.
Is dat hetzelfde dat ze jou ver
teld heeft, Hartmaan vroeg Merri
dew plotseling.
Woordelijk, zei hij, en voegde
er bij Mij dunkt, dat dit zaakje nu
ver genoeg gedreven is.
Daar heb ik over te oordeelen,
jij niet, antwoordde Merridew boos!
En Olive betreurde het, dat haar
zoogenaamde minnaar zich er mede
bemoeid had.
Ik trek mij er niets van aan,
Karl, zei ze.
Hoe kan ik weten, dat alles wat
u zegt, waar is zeide Merridew
daarop.
Ik weet het niet. Helaas, zou
de politie van New-York van een ge
deelte de waarheid kunnen bevesti
gen, maar wat het overige betreft
en zij haalde onverschillig de schou
ders op.
Merridew was scherpzinnig genoeg,
om het zwakke punt ln het verhaal
op te merken, hetgeen uit zijn vol
gende vraag bleek.
Wie waren die menschen op de
stoomboot, die met u over da Hart-
manns spraken
O, zij vroegen mij hun naafii
niet te noemen. Zij waren heel vrien
delijk en ik houd mi] daaraan.
Hij begon ironisch te lachen.
Dat ia het eenige punt in de ge-
heele. geschiedenis* waaraan wij hou
vast gehad zouden hebben. U is bij
de hand genoeg, om dat in te zien,
denk ik. U moet het ons vertellen.
Neen. Dat doe ik niet, en zii
schudde besiist met het hoofd.
U deed beter het wel te doen, of
wij zullen u niet kunnen gelooven.
Het is een heel ernstige zaak voor u,
ik zou u raden, dat wat beter in het
oog te houden, verklaarde hij ruw.
Maar hierop vatte Karl vuur.
Ik begrijp niet, waarom u dat
zegten ik ben niet van plan dat
zwijgend aan te hooren.
Merridew zweeg en keek Karl door
dringend aan.
Wees niet dwaas, Hartmaan,
omdat je nu op dat meisje verliefd
bent. Wat weet je van haar Niets.
Absoluut niets. Jij komt haar dicht
bij je huis togen zij ziet er onge
lukkig en verlaten uiten haar ver
haal maakt indruk op je. Jij neemt
haar mee naar je huis en je zuster
geeft haar huisvesting. Zij windt jo
ora den vinger staar mij zoo niet
aan, man, ik vertel je alleen maar
hoe de zaak mij toeschijnt, in de ver
onderstelling, dat Rosenstein gelijk
heeft. Welnu, zij blijft in je huls, zon
der dat je ook niaar iets zekers van
haar af weetjij brengt haar bij
ons
Dat was het idéé van Rosenstein
zelf, zei Karl.
(Wordt vervolgd).