Verschijnt dagelijks, behalve óp Zw- en Feestdagen. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. - 20s Jaargang. No. 7740 DONDEBDAQ 17 SiSPTEMBEB 1908 HAARLEM S DA 1<20 ABONNEMENTEN PBR DRRB MAANDBNt Voor Haarlem Voor de dorpen fa den omtrek waar een Agent gevestigd fe (kom der gemeente)J-30 Franco per post door Nederland 1-65 Afzonderlijke nummers 0.02 Yt Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 037 y% „de omstreken en franco per post B 0.45 Üitgave der Vennootschap ioarens Coster. Directear C. PEBREBOOWL ADVERTENTIÊNi Van 1—5 regels 50 Cis.: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels elke regel meer /O. ff Reclames 30 Cent per regel Bij Abonnement aanzienlijk rabat Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels. 25 Cis. per plaatsing: 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant Redactie ec Administratie: Groot© Houtstraat 55. iBtifeommiinaaS Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724 Drogerij i Znidsr Bultcnspaarse 6. Telefoonnummer 122. ToS de plaatsing van advertentiën en reclames van blóten het Arrondissement Haarlem !n dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA VRIJDAG 17 SEPTEMBER. Stadhuis: Verkiezing van een lid voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken, 81 uur. Terrein Geldelooze pad: Voorstelling circus Gorty-Althoff, 8 uur. OM ONS HEEN No. 798. Particuliere en Algemeene belangen. Niet zonder verwondering, le zers, heb ik opgemerkt, dat nu weer, na langen tijd van rust op dat punt, aan de candidaten voor den gemeenteraad een vraag is gedaan. Namelijk door de vereeniging Ons Belang, de organisatie van de vergunninghouders, die willen weten hoe de candi daten denken over het behoud van de kermis. Mot welke bedoeling dat gevraagd wordt, is dui delijk. Wie voor de afschaffing is, de afschaffing van de kermis bedoel ik, zal niet werken in t belang van O n s Belang en dus haar steun met ontvangen. U» mrmisbehouder >s haar man. lk zei daar, dat we in lang zoo n vragenlijst niet gehad hebben. Jaren geleden. >n den tijd van de vereeni ging Volksbelang, was dat andexs. Die vroeg den candidaten naar alles en nog wat en wanneer er een punt op de lijst vergeten was, kwam er oen jongentje met een briefje, „hoe mijnheer hier of daar wel over dacht" en wachtte op de mat op ant woord. De onderwijzers zijn er ook een tijdlang sterk in geweest Als je niet over alle onderdeden van het lager onderwijs een oordeel had ge vormd (en tl an nog wel het goeie kwam je niet in aanmerking om ge steld of gesteund te worden. Dat noemden ze in dio dagen, geloof ik, politiek leven. Eerlijk gezegd heb ik vroeger voor die methode wel wat gevoeld, 't Klinkt zoo aardig als je zegt„we moeten weten, wat we aan onze candidaten hebben, ze moe ten maar eens ruiterlijk met hunne denkbeelden voor den dag komen." Naderhand ben ik gaan twijfelen, of dat de rechte manier wel was. Heusch, de menschen die worden aangezocht om voor den eersten keer een Raadscandidatuur te aanvaar den, hebben nog zoo weinig over ge meentezaken nagedacht en zelfs wan neer ze dat gedaan hebben, weten ze er nog zoo weinig van. Wat beduidt het dan, dat ze de eene vraag met ja, de andere met neen beantwoorden Later, wanneer ze in den Raad geko men zijn, zitten ze met hun verkla ring als een blok aan 't been, zoodx-a ze bemerken, dat hun antwooi-d fout is geweest. De gemeente-administra tie moet geleerd worden, precies als de rest. Wat we wenschen, weten we allemaal, maar wat uitvoerbaar is, bespeur je pas als je in den Raad ge komen bent. De meeste candidaten maken zich er dan ook met een Jantje van Leiden af, zeggen ja noch neen en houden hun vrijheid voor de toekomst. Of ze gelijk hebben. En dat te meer, omdat die dreigende vragenlijsten, voor zoover ik weet, nooit de candidatuur in gevaar hebben gebracht. Als dat politiek leven moest heeten, dan is het woord leven, meen ik, op te vat ten in den zin van rumoer, lawaai. Och, waarde lezers, wat zou het ook te beduiden hebben of iemand vóór of tegen de kermis is. Maakt d&t hem tot een slecht of tot een goed Raadslid Er zijn immers veel ande re dingen, die van veel grooter be- teekenis zijn voor het algemeen be lang. Maar hier heb ik u bij 't oor, leden van Ons Belangl Het is u niet uitsluitend om het algemeen, maar ook om uw eigen belang te doen. De kermis is voor u een voor- i doel, haar verdwijning zou een scha- wezen. Ziedaar van uw vraag de achtergrond. Ik zeg dat niet, omdat ik zelf een tegenstander van de kermis ben, in tegendeel voor zoover ik er iets aan doen kan, zal zij bestaan, totdat zij aan haar eigen verval van krachten sterft. Maar 't beginsel deugt niet. Stel, dat we allemaal dezen kant uit gingen. Ik zie de bewoners van den Wagenweg aan de Raadscandidaten de gewetensvraag stellen „is u voor keien of klinkers ik hoor de be- wonei's van de Groote Houtstraat in- formeoren „zult u er toe meewerken, dat we asphalt krijgen?" Anderen zullen willen weten, of de candidaat een flink speelterrein voor do jeugd wil afstaan, weer anderen, of hij de Bakenessergracht wil helpen dempen, niet eigenhandig namelijk, maar door zijn stem. En zoo zou de arme can didaat over alleriei punten van ge meentelijk beheer hebben te. beslis sen, nog vóór dat hij die behoorlijk kan overzien. Neen waarlijk, dat is de goede richting niet. Ik geloof, dat een Raadscandidoat moet voldoen aan de eisehen, die le vinden zijn in deze drie vragen: Wil hij werken Heeft hij een vlug begrip en gozond verstand Kan hij zijn gedachten duidelijk weêrgeven En wanneer vertrouwbare men schen, die hem kennen, op die drie vragei' volmondig „ja" kunnen ant woorden, dan zal hij in den Raai een goed figuur kunnen maken. Ik zegkunnen. Want hij doet het daarom niet altijd. Menigmaal wordt iemand in den Raad gebracht, van wien na een jaartje blijkt, dat hij er nooit in had moeten komen. Dezelfde menschen, die hem inder tijd met moeite hebben overgehaald om zich te laten benoemen, zouden nu wel willen, dat hij uit eigen be weging maar weer heenging. Daar denkt hij niet aan. Tengevolge van oen lang niet zeldzaam zelfbedrog is de eenige, die niet inziet, dat hij voor Raadslid niet deugt, hij zelf. En aan gezien menschen maar heel zelden den moed hebben om elkaar ronduit, vierkant (hier is rond en vierkant hetzelfde) te zeggen waar heit op staat, kan hij zich jaren achtereen blijver, koesteren in de meening, dat hij nog zoo kwaad niet is. Totdat de tijd van aftreding nadert en de vrees, dat hij niet herkozen zou kunnen worden, hem tot diepere zelfpeiling brengt en, wellicht, tot het inzicht, dat hij zijn taak wel anders (en be ter) had kunnen opvatten. Nu behoort het evenmin tot de ge bruikelijkheden, dat zoo iemand dan op zoo'n oogenblik openhartig ver klaart „hoor eens, ik treed nu toch af, ik gevoel, dat ik minder geschikt ben voor de functie en stel mij der halve niet verkiesbaar." Ik hei-zeg dat is niet gebruikelijk. Het is in onze soms zoo zonderling redeneeren- de maatschappij een schande, om te erkennen, dat men iets niet goed kan. Bovendien heeft de aftredende een vaag veimoeden, dat zijn gewaarwor ding van ongeschiktheid wel zal over gaan, zoodra hij weer herkozen Is. Nu zou de logica meebrengen, dat zijn vrienden, de voorzitter van de kiesvereeniging, die hem gesteld heeft bijvoorbeeld, hem kalm, maar beslist onder bet oog brachten, dat hij tekort geschoten is en zich nu een eervollen aftocht kan verzekeren, door onder het een of ander voor wendsel, drukke bezigheden bijvoor beeld, voor een herbenoeming te be danken. Daar komt evenwel niet van. Vooreerst omdat men in onze samen leving dergelijke openhartigheden niet zegt. Hoogstens kan een heel, heel voorzichtige opmei-king, zóó ge steld, dat de betrokkene die niet op zich behoeft toe te passen als hij dat niet wil, er mee door. Laat de betrok kene die nu langs zich heen gaan, dan heeft de vermaner het zijne ge daan en kan tot andex-en zeggen, dat hij de opmerking heeft gemaakt, maar dat de ander er niet op inge gaan ia. Bovendien is het veel gemakkelij ker, om bij de peidodieke aftreding niet te veel candidaten noodig te heb ben. In een stad als Haarlem, waar om de twee jaar tien of elf leden te gelijk aftreden, wordt licht een soort overeenkomst getroffen tusschen de kiesvereenigingen onderling. Deze zou hoogst moeilijk worden, wan neer men aanmerking ging maken op de waarde van de aftredende le den. Het is niet altijd gemakkelijk voor een afgekeurd lid dadelijk een beteren te vinden. Bovendien spreekt dan ook de politiek een woordje mee. Critiek wordt welhaast beschouwd als een daad van onvriendelijkheid, niet als een uitvloeisel van den wensch om het gemeentebelang te dienen, 't Natuurlijk gevolg is, dat de partijen als regel elkanders candida ten overnemen en het over een paar openvallende zetels eens worden, zoo dat de zwakke bx-oeders met de ande ren mee doorgaan en herkozen wor den. Het moeten gemengde gevoelens zijn, waarmee hard werkende Raads leden hunne onbeduidende collega's opnieuw voor zes jaar geïnstalleerd zien. Wat de kiezers zelf betreft, die zich het geval 't meest moesten aan trekken, zij hebben als massa een zoo volslagen onverschilligheid voor de samenstelling van hun gemeentebe stuur, dat zij zelfs wanneer het schreeuwendste prul opnieuw wordt gecandideerd, geen veertig man bij elkaar kunnen brengen om- een flin- icen legen-candidaat te stellen. Dóór schuilt het groote kwaad. Niet in de vraag, of iemand tegen de kermis is, maar in den duffen sleur, waarmee Jan, Piet en Klaas, in weex1- wil vaxx hun door ieder erkende on geschiktheid, altijd maar opnieuw worden gecandideerd en gekozen. Had men den moed maar eens om een flinke opruiming te houden Maar die zal nooit komen, zoolang leden en besturen der kiesvereeni gingen bang zijn om personen te kwetsen, bang om de weêrp,artij een zeteltje meer te gunnen,, bang voor alles. Wat beduidt tegenover dit groote kwaad do vraag, of een caxxdidaat voor of togen de kermis is Geen sikkepit. J. C. P., duiteniaiidsch Overzicht VON BüLOW EN DE HOOGE POLITIEK. Belofte maakt schuld We moeten dus eenige nadex-e be schouwingen geven over do uitlatin gen vaxx den Duitschen Rijkskanselier over de hooge politiek. Gisteren merkten we reeds opVo-n Bülow heeft in zijn vraaggesprek met den Engelschen persman veel eigen aardige dingen gezegd. Allereei-st heeft de Vorst wat zitten praten over de verhouding tusschen Engeland en DuLfcschland en hield na tuurlijk het betoog, dat.... alles zoo vriendschappelijk mogelijk Ls. Is toch sein zonderling feit, dat de Vor sten en Regeerders zoo dikwijls ze dit kunnen, bij den lieven vrede zweren, tei*wijlde gespannen verhoudingen de uittingen van de bevolking en van de pars zijn veelal de baste ther mometers voor de bepaling van het nationaal gevoed! maar blijven. Die kunnen de Regeerders ook niet wegpraten al zijn ze nog zoo diplo matiek, want.... de oorzaken worden niet bestreden oorzaken alscon currentie op handelsgebied, overtref fing in legerversterking en vlootuit- breiding, sluiten van verbonden en 't aangaan van vriendschapsbetrekkin gen met andere landen. Dus... is er geen overdreven waarde te hechten aan de vredelievende woorden van Re- geei-ders ook niet van Vorst Von Bülow Maar.... Von Bülow is in z'n vrede lievende rede toch nog oorlogszuchti ger geweest, dan men in gewone om standigheden mag verwachten. Zijn batoog komt hierop neer „Duitsch- lamd heeft niets tegen Engeland, niets tegen Frankrijk, niets tegen..doch als die landen onwelwillend tegen ons Duitschers worden, dan.... zou een wraakzuchtige wrok kunnen ontstaan, in kracht eu duur gelijk aan dien, welke de invallen van Napoleon heb ben verwekt. In die bewering treffen we iets aan van de beroemde (beruch te) uitlating van den Keizer „Men „„—o, wil ons omsingelen...., we zullen t1 wenschen tot Von Bülow gericht, in niet afwachten" en ook iets van „wij zijn niet bang, kom maar op als je durft I Goed beschouwd moeten we dus al heel weinig waarde hechten aan dit opzichtige gepraat over don vrede!.... Von Bülow heeft ook de Marokko- zaalt besproken.... Nu ja, hij twijfelde nieit aan de goede bedoelingen van Frankrijk, maar toch... het wantrou wen is tusschen de regels te lez'en. Ook bij deze zaak wordt 't oorlogsgevaar ter sprake gebracht, en wel op heel eigenaardige manier. De Rijkskanse lier zegter is een misverstand oerst werd gedacht, dat Duitschland bepaald een oorlog wilde, en nu wordt gedacht, dat het tot elk en pr ij s den vrede wil bewaren... 'tEen noch 't ander is juist. „Deze opvatting sluit, nog daarge laten, dat zij onjuist is. zekere geva ren in zich. Duitschland wenscht met rust gelaten te worden en voor eigen welzijn werkzaam te zijn. Er is na tuurlijk een grens, die niet overschre den kan worden, namelijk dat wij ons geen nationale kloineerlng kunnen laten welgevallen. Indien er gevaar- mocht dreigen, zal niet gezegd kun nen worden, dat het uit Duitsch- land's wensch om den vrede te bre ken, zal ontstaan, maar uit de opvat ting, dat er een afspraak bestaat, om Duitschland in toom te houden en het te benadeelen." Deze uitlating van den Vorst is over duidelijk 't Is diplomatiek uitgedrukt maar er is niets anders in te lezen, dan een waarschuwing aan 't adres van Frankrijk c. s. (Engeland, Rus land, enz.) om 't niet al te bar te ma ken. De adelaar laat zich niet tar ten Na deze beschouwing dringt wel van zelf de vraag op hoe staat 't nu met de MAROKKO-ZAAK De stand van zaken is nog 't zelfde. Moulay Haf id heeft in zijn bloem rijken minnebrief aan de maagd Europa het hof gemaakt, en om er kenning als Sultan gevraagd. Hij wacht nog antwoord.... Frankrijk en Spanje hebben als een zwartgallige schoonpapa verschillende voorwaar den voor het „huwelijk" gesteld Moulay Hafid moet dit doen.... Mou lay Hafid moet dat doen... en dit,... en dat.... Maar-'t voornaamste is, dat de nieuwo Sultan aan Frankrijk de kosten moet vergoeden *vaix de expe ditie naar Cossablanca. Dit wil Duitschland niet toestaan redeneerend Moulay Hafid heeft geen geld om de schuld te betalen, 't gevolg zal zijn, dat Frankrijk uitstel van betaling geeft.... de schuldenaar moet vriendelijk tegen zijn scihuld- eischer zijn.... Frankrijk heeft door een „stiekxim" achterdeurtje alle macht in Marokko 1... Frankrijk en Spanje hebben hun nota met voorwaarden voor de erken ning van Moxilay Hafid aan de mo- geixdheden gezonden ook aan Duitschland. De Duitse he Regeering heeft zich nog niet officieel uitgelaten of is in deze zaak waarde te hechten aan de gezegden van Von Bülow? Anders is het met de persDeze is zeer scherp en veroordeelt In 't algemeen de houding van Frankrijk en Spanje c. s. 't Is niet óén blad neen Voss. Ztg., Nat. Ztg., Post, Gennania, Tagl. Rundschau, Deutsche Tages Ztg. en nog vele andere. De Germania schrijft „Nemen we aan, dat de mogendhe den de algemeens waarborgen door Frankrijk geëischi, aanvaai-den. Wanneer zuilen deze wox-decn onder zocht? Als men Frankrijk laat be gaan ,dan zullen Moulay Hafid en zijn opvolger al lang dood zijn, voor het hem erkend heeft. Intusschen zouden er niet alleen stroomen lxikt, maar ook stroomen bloed om Marokko kunnen zijn vergoten..." „Wij hopen aldus de Tfigl. Rundschau dat xnen aan de Wil- helmstrasse de Fransche no'ta in haar huidigen vorm niet zal aanne men. De Duitsche regeering heeft, door ihaar houding in zake Marokko, het Dxxitsche volk vaak genoeg onte vreden gemaakt. Wanneer, door het aannamen der Fransche pretenties, de fanfare, die men met vreugde heeft gehoord, opnieuw gevolgd werd door een capitulatie, dan zouden wij deze manier om voor o-nze nationale waardigheid te waken, niet kunnen begrijpen. Het gaat nu niet meer om Marokko, maar om onze natio nale e r". Zoo zouden we kunnen doorgaan, 'i Is echter genoeg. Laten we er vooral op wijzen, hoe gewei-kt wordt op de nationale eer, wat... erg gevaarlijk is *t is spelen met luci fers bij een vat buskruit 1... 't Is niet alleen de pers, ook het publiek. De Duitsch-Marokkaansohe Veree niging, te Bei-lijn, heeft haar geluk zak® de energieke houding van Duitschlai'jd ten opzichte van Mou lay Hafïd's erkenning. In haar schrijven wraakt de vex*ee- niging de ongehoorde en schandelijke politiek van Fi-ank- rijk, en waarschuwt zij den rijks kanselier tegen nieuwe concessies. Wat zal al dat Marokko-gemodder ons nog brengen 1... Veel aangenaams zeker niet I DE DUITSCHE SOCIALISTEN. Van de nu gehouden vergaderin gen is weinig bijzanders te rappoi'- teeren, want de behandeling van het geschil tusschen de Noord- en Zuid- Duitschers over hot vóór stemmen bij begrootingen, is... uitgesteld Er wondt getracht een verzoening tot staiKl te brengen, maar... daar is weinig kans op I Algemeen wordt een scheuring in de partij verwacht, ook al wordt veel gedaan om dit te voorkomen. EEN AANSLAG OP KEIZER WILHELM. 't Kluchtige blijspol is onzen lezers bekend... De Duitscho Keizer zou een bezoek brengen aan Fransch grond gebied Z. M. had zich zelf uitge- noodiigd, do Fransche autoriteiten hadden 't toegestaan en... Wilhelm kwaxn niet. Nu peinsde menwaarom waartoe?.... waardoor Het Journal komt nu mét de op lossing. Er waren twee booze anarchisten fabrieksarbeiders uit Mühlhausen op weg gegaan om den Keizer op Fransch gebied to vermoorden. De politie te Colmar was telegrafisch verwittigd -ecu er waren bij zand are bevelen gegeven aan do grensbeamb ten en veldwachters, die bij de villa van Uartmann opgesteld waren. Zij waren met geladen geweren gewa pend en hadden last, om op ieder die den Keizer wilde naderen, te schie ten... Nu was Wilhelm bang!.... Of wo dit verhaal gelooveax?... Eei*- lijk gezegd niet 'i zal wel een sensatie-verzinsel zijnDe reden van de wonderlijke niot-komerij moet weer gezocht werden in de wispeltu rige staatkunde der Oosterburen. Zooiets is in den laatstea tijd alle- daagsch INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE. Deze Wordt thans in Duitschland gehouden, en door vole afgevaardig den ook een 50 Hollanders bij gewoond. 't Doel is verschillende vooi-bereidende zaken voor een vol gende Vredesconferentie (misschien in 1915 te houden) te bespreken. Gisterenavond werd de eerste zit ting gehouden, alleen echter van Duitsche congressisten. In die bijeenkomst verschenen de Amei'ikaansche afgevaardigden, die aan de Duitschers een zwart-wit-roo- dè vlag ten geschenke gaven, die het opschrift droegInternational Arbi tration and Peace Congress. Bij de overhandiging hield Bart- hold een toespraak. Moge, aldus be gon hij, deze stomme en toch zoo wel sprekende boodschap niet ailleen een daad van internationale hoffelijk heid, maar een bewijs van oprechte vriendschap en een voorieeken van duux-zanien vrede zijn. Deze schoone hoop wordt gelukkig door den werke lijker toestand, ten volle gewettigd. Voorts prees de Amerikaan de goede verhouding tusschen Duitschland en Amerika. „Nooit te voren zijn de betrekkin gen beter dan* of ook maar even goed geweest als nu. In plaats van eene zekere koele onverschilligheid is een gedurig toenemende genegenheid ge komen, over en weer." Zou clan in de verre verten een verbond of entente te zien zijn DEENSCHE MIMSTERCRISIS. De afgetreden minister-president Christensen heeft aan zijn kiezers een open brief gericht, waarin hij openhartig mededeelt, hoe Alherti hem, en vele andoren heeft bedro gen. Chrlstensen verklaart, dat hij gewenscht had, zijn ambt niet te verlaten, voor dat de Rijksdag een oordeel had uitgesproken maar de aanvallen van vexrschillende zijden on de daaxxloor opgewekte zenuwachtig heid haddon hem van meening doen veranderen. UIT HET TURKENLAND. De Koning van Engeland zond aan den Sultan van Tux-kije het volgende telegram „lk verzoek U. M. mijne oprechte gelukwenschen te willen aanvaai'den bij den ecx-sten verjaardag, dien U. M. herdenkt sedert de wederinvoe ring der constitutie. Er is alle grond voor do hoop, dat met een zoo ver lichten en zoo uitnemenden groot vizier het Ottomaansche Rijk slechts kan vooruitgaan, terwijl de naam van U. M. van nu af in de wereld be roemd zal wezen.' Engeland „smoest" aardig met den zieken man VENEZUELA. De particuliere berichtgever van den New-York Herald" die in Ve nezuela heeft gereisd, om den toe stand daar to lande te loeren kennen zegt, dat president Castro bezig is met de toebereidselen tot een lang durige reis door het land, blijkbaar met hot doel zich te verzekeren van den steun zijner landslieden en om iedex-e poging tot een revolutie in den kiem te smoren. IliJ heeft, met het oog op een mogelijke blokkade, be stellingen gedaan van een hoeveel heid tarwe, grooter dan ooit in het land is ingevoerd. Stadsnieuws SALARISREGELING ONDER WIJZERS. In Maart van dit jaar zond de af daling Haarlem van den Bond van Nederlandsch© Onderwijzers een adres aan den Raad in zake wijziging der salarissen van onderwijzers. Nu door B. en W. voorgesteld is op dit adres afwijzend te beschikken en zij met andere voorstellen gekomen zijn, heeft de afdeeling zich nogmaals mot een adres tot den Raad gewend. De voorstellen van B. en W. worden dooi de afdeeling. geciütiseerö verschil lende der aangevoerde argumenten werden reeds besproken op de on langs gehouden openbare vergade ring. Voornamelijk wordt betoogd, dat het geen gunst is, dat de ge meente de verhoogde rijksbijdrage be stemd heeft voor de verbetering der salarissen van de onderwijzers, aan gezien de gemeente daartoe moreel verplicht was. De handhaving van 't plaatsvervangend hoofd wordt afge- keurd, vooral waar deze plaatsver vangende hoofden belangrijk meer salaris ontvangen dan gewone onder wijzers, zonder dat zij meer werk be hoeven te verrichten. Het aanvangssalaris van 600 wordt veel te laag geacht* f 700 was min stens noodzakelijk. De regeling der periodieke verhoo gingen wordt ook niet goedgekeurd. Inzonderheid wordt opgemerkt, dat de verhoogingen op vergevorderden leeftijd niets beteekenen, wijl slechts weinig onderwijzers 30 of 40 dienstja ren hebben. Vervolgens wordt betoogd, dat de gemeente minder geld voor de sala risverbeteringen besteedt, dan zij van het Rijk ontvangt. Vooral zal dit blij ken, als het personeel wisselt, wijl 't bedrag der uit te betalen salarissen dan zal verminderen. Ook wordt het ontslag der gehuw de onderwijzeres afgekeurd, omdat dit tegen Wet op het L. O. is. Het adres beslxiit: „Onder volkomen waardeering van de verbeteringen, door het college van' Burgemeester en Wethouders voor gesteld, meende het bestuur toch de ze opmerkingen onder Uw aandacht te moeten brengen, hopende dat U daarin aanleiding moge vinden, no£ die verbeteringen aan te brengen, welke die voorstellen nader zullen brengen, tot wat door oxxs in het be lang van onderwijzer en onderwijs gevraagd is." OEFENINGEN VAN HET 10e REGI MENT INFANTERIE IN DE LEGERPLAATS BIJ LAREN. 16 September 1908. Heden werd uitgerukt tot het hou den van regimentsoefeningen, onder leiding van den regiments-comman dant, den kolonel Neeteson. Bij de oefening werd verondersteld, dat uit oostelijke richting vooruitge schoven bruine afdeelingen Amers foort hadden bezet terwijl blauwe troepen te Utrecht (in eigen land) zouden worden samengetrokken. Bijzonder oorlogstoestand Blauw en Opdracht Hot '10e regiment infanterie (4 ba taljons), waarbij een afdeeling met geweren bewapende wielrijders, mar cheert over Naarcten, Bussum en Hil- vorsum, om zich te Utrecht aan te sluiten bij de blauwe le divisie, die aldaar verzameld wordt. Toon na hei bereiken van Bussum het voorste bataljon der hoofdmacht was afgebogen, om den linkerflank te beveiligen lanes Doodewesr. renbaan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 1