NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
26e jaargang. No. 7746
Veraehijm dagelijks, behalve ap Zoa- en Feestdagen.
DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1008 A
HAARLEM S DAGBLAD
AB0NNEMEHTB8
PER DRIB HAAMDBMl
Voor Haarlem 1,28
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (Icom der
gemeente) 120
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers f 0.02VI
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem t 0.37 H
de omstreken ett lranco per post 045
Uitgave der Vennooiscnap Lourens Coster, Directonr j. (1. PEEREBOOM.
ADVERTEHTS6NI
ts.:
Haarlem van 1—5 regels
BI!
Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts, Buiten het Arrondissement
s/L-,elke regel meer ƒ0.63 Reclames.-"
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
30 Cent per reget
Advertentien van Vraag' en Aanbod, hoogstens*zesTegeis, 25 Cts. per plaatsing!
40 Cts. voor 3 plaatsingen a contant
Redactie em Administratie: Groots Houtstraat 55.
'Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratief
Drukkerij; Zulder Bultenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiên en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buiteniandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
OM
AGENDA
VRIJDAG 25 SEPTEMBER.
Schouwburg: Dia lustigs Wittwe,
uur.
ONS HEEN
No. 802.
Begrafenissen w&arbij
gesproken wordt.
We hebben in da laatste dagen
meermalen den gang naar de be
graafplaats aan den Schoterweg moe
ten doen en daardoor opnieuw de ge
legenheid gehad de manier to zien,
waarop daar een begrafenisplechtig
heid in haar werk gaat. Evenmin als
vroeger heeft het mij kunnen.voldoen
en, hoewel ik mij niet voorstel, dait
deze gewoonte vooreerst zal worden
veranderd, wil ik opnieuw een po
ging doen om aan te too non, dat heit
anders kan en anders behoort. Naar
mijn vaste overtuiging zal nader
hand met verwondering worden te
ruggezien op de zonderlinge wijze,
waarop wij in deze dagen begrafe
nissen regelen, waarbij gesproken
wordt.
Die is namelijk verre van stichte
lijk. Vooreerst niet, omdat er veel te
veel menschen aan te pas komen, die
uit pure nieuwsgierigheid versche
nen, niets haastiger weten te doen,
dan een goede plaats, liefst vlak bij
de groeve, te bermeest eren. Menschen,
die een zonderlinge belangstelling
toonen in begrafenissen, zelfs al heb
ben zij den overledene in het geheel
niet gekend. Zij zijn de wanhoop
van den opzichter, banen zich een
weg door het lage hout, vertrappen
het gras, kortom gedragen zich alsof
het een schouwspel was, waarvan zij
later, thuis gekomen, kunnen vertel
len, dait het een mooie of een min
der mooie begrafenis was.
Hinderlijk vind ik het ook, dat de
doodgravers soms bij de groeve staan
te wachten met een pruim in_ den
mond ze zijn toch wel niet zoo aan
tabak verslaafd, dat zij dat pruimen
niet een uurtje kunnen nalaten? Dit
is in elk geval iets dat gemakkelijk
kan worden verboden en waarop ik
de aandacht van den opzichter ves
tigen wil. De gewoonte doet veel en
men kan van een. doodgraver niol
verwachten, dat hij aangedaan zal
zijn bij eiken doode, die ter aarde
wordt besteld. Maar heel iets anders
is het, vóór de handeling, die dan
toch voor anderen wel degelijk een
plechtigheid ïs, op een stuk tabak te
kauwen en af en toe een straal ta
bakssap uit te spuwen. Dat verstoort
den indruk, bij de wachtenden en be
hoort daarom achterwege te blijven.
Er zijn andere dingen, die de on
bevangenheid van een begrafenis
waarbij gesproken wordt, vaak ver
loren doen gaan. Do eerbied schrijft
voor en terecht dat wie heit graf
omringen, het hoofd ontblooten, van
het oogenblik af dat de kist, bij de
groeve wordt neergezet en niet weer
den hoed opzetten, vóórdat de plech
tigheid eeheel is afgeloopen, al de
sprekers het woord hebben gevoerd
'en namens de familie aan de aan
wezigen dank is gebracht. Dat kan
'soms igeruïmen tijd duren. En in den
'zomer, op warme dagen, heeft dat
geen bezwaar. Maar op gure na-
jaars- en herfstdagen, of in strenge
winterkou ziet menigeen als tegen
een berg tegen deze gewoonte op.
Terwijl de sprekers het woord voe
ren, <aiet men nu dezen, dan genen
ter aluiks den hoed boven het hoofd
'houden, wanneer zij al niet beslui
ten dien maar wear op te' zetten. In
den geheelen kring wordt daardoor
de aandacht afgeleid en gevestigd op
éen nietige omstandigheid, waaraan
ernstige menschen op zulke oogen-
blikken niet behoorden te denken.
En toch is het geen wonder, dat zeer
vatbare personen, bejaarde of zwak
ke lieden niet blootshoofds in een
killen wind durven staan.
Nfemohd bezorgdheid
voor eigen gezondheid ten kwade
duiden. Nergens meer dan op e>en be
graafplaat a immers wordt de mensch
herinnerd aan de broosheid van zijn
bestaan. Maar daaruit volgt don
ook, dat een open terrein niet voor
een dergelijke plechtigheid geschikt
is. Op -een van de begrafenissen, die
ik dezer dagen bijwoonde, is dait
ook nog op een andere, manier dui
delijk gebleken. Geen van de spre
kers aan het graf kon rustig en on
gestoord spreken. Nu ratelde een war
gen voorbij, dan kwam de stoomtram
langs, met veel klank van ramme
lend ijzer en gesnuif van afgeblazen
atoom', een andermaal knerpte fel
het signaal van een auto. Middenin
.ons werk hinderen die geluiden ons
niet, we ondergaan die als een niet
te vermijden noodzakelijkheid van
onze omgeving. Maar ze worden een
kwelling voor wie zich een oogehbük
middeu tusschen de roezemoes van
liet leven, rekensohap wil geven van
de giro o te ernst van den dood en met
zijn gedachten, ongestoord, verwij-
Len wil bij den doode, dien hij naai
de laatste rustplaats beeft begeleid.
Wanneer het hart iemand dringt
om een woord van liefde, van hulde,
van dank te spreken over een doode,
dan moet dit binnen de muren ge
schieden. Toen het mausoleum ge
bouwd werd, heeft men dit begrepen
en in den marmeren tempel een zaal
tje ingericht, waar gesproken kan
worden door wie dat wenscht te doen.
Waarom kan wat gebeurt Yoor hen,
die in zulke statelijke omgeving wor
den bijgezet, ook niet geschieden
voor familie en vrienden van wie op
eenvoudige wijze worden begraven?
De ruimte in het mausoleum is maar
gering. Er zou niet het minste be
zwaar bestaan, om midden op de be
graafplaats een hoogst eenvoudig,
stemmig gebouw te plaatsen, waarin
bijvoorbeeld één gxooite en een paar
kleinere zalen, die gebruikt kunnen
worden naar gelang van bet aantal
personen, dat een lijkstoet volgt. Ik
ban er zeker van, dat velen gaarne
ook hiervoor een vergoeding bij de
kosten van de begrafenis zouden wil
len betalen.
Welk een verbetering! Geen sto
rende geluiden meer van buiben.
Geen bezwaren meer van weer of
wind. Geen turen van nieuwsgieri
ge, maar in den grond van hun hart
onverschillige menschen. Geen ge
drang, het plantsoen op de begraaf
plaats niet meer beschadigd door
ruw voortdringende menschen. En
jhalve deze negatieve voordeden,
dtt positieve, dat alle aanwszigen
een behoorlijke zitplaats kunnen
krijgen -en rustig hooren naar den
spréke-r, die voor ieder verstaan
baar ia.
Natuurlijk spreek Ik hier alleen
van begrafenissen, waarbij gespro
ken zal worden. Men zal zeggen, dat
dit niet altijd van te voren bekend
is, maar welk bezwaar kan er zijn
om dat vooraf te regelen? Het ge
beurt zelden of nooit, dat iemand on
voorbereid en onverwacht bij een be
grafenis het woord voert daar
voor is Juist het spreken bij zulk een
gelegenheid te moeilijk.
In het gebouw, dat Ik mij voor
stel kan de lijkkist op een kleine ver
hooging geplaatst en met de bloemen
omhangen worden. Daarin is niets
glooiends. En zijn de toespraken af
geloopen, dan nemen de dragers de
kist op en brengen die naar de groe
ve. Hier neemt men met een laatst en
gr'oiet van dein doode afscheid. Ge
voelt niet iedereen, dat dit veel plech
tiger-, veel intiemetr zal zijn, dan do
marnier, die tegenwoordig wordt ge
volgd en zooveel bezwaren oplevert.
Het spreekt van zelf, dat men niot
meter, zooals nu bot het graf. ieder
een tot de spreekzaal zou kunnen
toelaten. Maar daarin ligt juist een
voordeel. Het groote publiek beeft
niets te maken met een daad van tee-
re piëteit, zooals het breng on van
een geliefden doode naar zijn laatste
rustplaats wezen moet.
Br is toch ook niets tegen, toe
gangskaarten verkrijgbaar te stellen
voor hen, die uit waarachtige be
langstelling een ter aarde bestelling
bijwonen willen. Wanneer die maat
regel wend .Ingevoeaxi, zou van zelf
het publiek wegblijven an de begra
fenis daarmee aan waandighedd' iep
ernst winnen.
Ik zeg niet, dat het hietr slechter is
dan elders. Integendeel de opzichter
doet wat in zijn vermogen is en wordt
wanneer er groote toeloop van men
schen kan worden verwacht, door de
politie bijgestaan. Dit is evenwel
niet voldoendede geheel© maniea*
moot veranderen. De begrafenis,
waarbij niet gesproken zal warden,
kan natuurlijk regelrecht naar de
groeve gaan. Zal er wel een woord
gszegd worden, dan le daarvoor een
eenvoudige zaal noodzakelijk. Wie
bijgewoond beeft, hoe dit op de be
graafplaats Westervedd is ingericht,
zal met mij eens zijn, dat iets der
gelijks ook op onze algemeene be
graafplaats mogelijk moet gemaakt.
J. C..P.
buiteniandsch Overzicht
DE MAROKKO-ZAAK.
Eerst bliksems.... dan rommelende,
ratelende donderslagen.... en nu: een
vriendelijk koesterend najaarszon-
1..
Mto liefje, wat wilt ge nog meer
De modderpolitiek in Marokko
waaraan nu eens Frankrijk, dan En
geland en Duitschland zich bezondig
den had een gespannen verhou
ding tusschen de mogendheden in 't
leven geroepen. Gespannen Nu
er werd met oorlog gespeeld, alsof 't
een peuleschilletje is
Duitschland had zich in de Marok-
ko-zaak tegen de met Frankrijk sym-
pathiseerende mogendheden gesteld
en zou de Fransch-Spaansche nota
zeker nooit aannemen"
Wat is er zwaar „geboomd" over
het van Duitschland te verwachten
antwoord, 't Zou dit zijn 't kon dat
zijn maar altijd waren 't bliksems
en donderslagen aan den politieken
hemel
En nu komt 't antwoord
Ziehier een kort uittreksel
Duitschland stelt voorop, dat er
tusschen de Duitsche regeering en de
Fransche en Spaansche regeering
hierover overeen stemming bestaat,
dat voor de erkenning van Moelay
Hafid slechts de voor alle mogendhe
den gemeenschappelijke belangen den
doorslag mogen geven. Hiervan uit
gaande, heeft de Duitsche regeering
er niets tegen, dat van Moelay Hafid
zekere waarborgen gevorderd wer
den. In den brief van Moelay Hafid
aan het diplomatieke korps te
Tandzjer waarin hij bepaalde toe
zeggingen doet. hoe hij de regeering
zal voeren en aat hij de acte Yan Al-
geciras zal opvolgen ziet de Duit
sche regeering een nieuw feit van ge
wichtige beteekenis. Zij spreekt de
hoop uit, dat de Fransche en Spaan
sche regeering in verband daarmede
zullen erkennen, dat een reeks van
in hunne nota opgenomen eischen
reeds vervuld zijn. Onder inachtne
ming van laatstbedoelde opmerking
neemt de Duitsche regeeriug ten aan
zien van de in de gelijkluidende nota
bekend gestelde eischen nopens de
noodige waarborgen, op de volgende
wijze stelling Zij heeft niets er te
gen in te brengen, dat Moelay Hafid
de acte van Algeciras met alle in
verband daarmede uitgevaardigde
uitvoeringsbepalingen, aanvaard
heeft; zij maakt daarbij echter het
voorbehoud, dat bedoelde bepalingen
naar het Marokkaansche staatsrecht
rechtsgeldig moeten zijn.
Duitschland heeft verder niets te
gen de voortduring van de aan
Frankrijk en Spanje tot tegengang
van den sluikhandel in wapens, tij
delijk verleende bevoegdheden. Aan
de door zijn voorgangers in de re
geering rechtsgeldig aaugegane ver
plichtingen tegenover vreemde mo
gendheden particuliere personen,
mag, ook naar de meening van
Duitschland, Hafid zich niet onttrek
ken. De Duitsche regeeriug vestigt er
echter de aandacht op, dat dergelijke
overeenkomsten met particuliere per
sonen, zoomede aangegane geldelijke
verplichtingen dan slechts aanspraak
kunnen maken op erkenning, als bij
het tot stand komen daarvan de be
palingen van de acte van Algeciras
in bet oog gehouden zijn.
De Duitsche regeering is hei ér
mede eens, dat do bevoegdheden der
te Casablanca ingestelde commissie
tot vaststelling van de door de be
schieting van Casablanca ontstane
aanspraken op schadeloosstelling,
worden gehandhaafd. Zij is voorts
bereid deel te nemen aan een ge
meenschappelijk optreden om van
Hafid te eischen, «lat hij openlijk en
ambtelijk kennis geeft van zijn vaste
voornemen, om zijn verhouding tot
ds buitenlandsche mogendheden' en
hunne onderdanen, volgens de voor-
schriften van het volkenrecht te rege
len, en dat hij onverwijld de daar
voor noodige maatregelen treft om
de vrijheid van het verkeer in het
Sjerhiaansche rijk te verzekeren
hem moet daarbij echter een zekere
vrijheid van beweging worden gela
ten.
Do Duitsche regeering betwist
Frankrijk en Spanje niet het recht de
quaesties der vergoeding van de kos
ten der door hen getroffen militaire
maatregelen, zoomede die der vol
doening voor don moord op hunne
onderdanen met Marokko te regeLen.
Zij vertrouwt echter, dat die twee
mogendheden mei den financieelen
toestand van Marokko rekening zul
len houden.
De Duitsche regeer in g is het er
mede eens, dat den Sultan op het
hart wordt gedrukt den toestand van
Ahd-el-Azis persoonlijk en dien zijner
tegenwoordige beambten, op behoor
lijke wijze te regelen.
Dat is het antwoord van Duitsch
land
Inderdaad zeer verrassend. Eerst is
men in 't land van 'ten adelaar op
gestoven, en nu't is alles even lief
en aardig Wat de reden van deze
veranderde politiek is We kunnen
het moeilijk gissen „hooge" poli
tiek is zoo erg hoog!....
Toch is Duitschland's vrede-ant-
woord niet zoo heel onverwacht ge
komen bedenkt maarle. vrede
lievende rede van den Keizer 2e.
vredelievende rede van Von Bülow....
Dit gaf al te denken I
Het geheele antwoord van Duitsch
land is in verzoenenden geest. Wel
worden eenige bedenkingen gemaakt,
maar 't zijn geen principieele bezwa
ren. Wei zit er misschien een „maar-
tje" onder de bepaling, „dat de mo
gendheden rekening houden met den
financieelen toestand in Marokko".
Men weet, Frankrijk eischt geld Yan
Moelay Hafid, de schatkist is leeg,
en.,., wie kan van een haas veeren
plukken
Na dit antwoord is er alle reden
om te gelooven, dat ten opzichte van
Marokko en de erkenning van Moelay
Hafid een internationale overeen
komst mogelijk is 1
Geen conferentieWat een ze
gen
Maar.... Moelay Hafid is er óók
nog I
Een Fransch blad verneemt uit
Tandzjer, dat de sjerifs en oelema's
heiligen van den Mohammedaan-
schen godsdienst te Fes, kennis
genomen hebbende van den brief,
dien Moelay Hafid den 8sten Septem
ber aan de mogendheden had gericht
(de bewuste bloemrijke minnebrief
aan de maagd Europazeer ont
stemd waren over de toezeggingen,
die hij had gedaan, en verlangden,
dat hij ze zou terugtrekken
Zal hij dit doen
HET PERS-CONGRES IN DUITSCH
LAND.
De vertegenwoordigers van de in
ternationale pers kunnen waarlijk
met de ontvangst, die zij in Berlijn
hebben gevonden, tevreden zijn. Een
Duitsch blad schrijft
„Mogen zij ook beheerscht worden
door de meeningen en vooroordeelen,
die buitenslands veelal over ons en
onze staatsinstellingen verbreid zijn,
en in Berlijn zijn gekomen met hei
gevoelen, zich rechtstreeks in het hol
van den leeuw te begeven, zij zuilen,
zoo hopen wij, evenals hun collega's
van de interparlementaire unie, huis
waarts keeren met de overtuiging,
dat wij Duitschers toch beter zijn
dan onze naam, en aan de invloedrij
ke plaats, van waar zij hun landge-
nooten toespreken, aan die overtui
ging uiting geven."
Men opeut den courantenschrijvers
het Rijkshuis de minister van bui
tenlandsche zaken wordt van zij a
buitenverblijf te Berchtesgade geroe
pen, om ze ambtelijk te begroeten
bijna allo Pruisische en rijksminis
ters kouten voor het front om hun
's lands eer te bewijzen de rijks
kanselier ontvangt de heeren to zijn
paleis en richt tot hen een van die,
van den fijnsten luim doortrokken,
toespraken, waarin hij het zoo mees
terlijk verstaat, met losse hand mee-
ningan, die or over Duitsche zaken
verbreid zijn, te verbeteren en
hoorders voor zich in te nemen.
Die waardeering van de pers is in
Duitschland nieuw.
Wanneer men in de hoofdstad van
het Duitsche Rijk de pers zegt
lijk prins Bülow het deed „dat de
waardigheid van de menschheid in
hare hand berust", dan zijn dat to
nen, die men daar niet altijd heeft
gehoord want juist Yan daar gingen
ook de woorden uit over die lieden,
die in hun beroep waren mislukt,
over de groote steden, die niets zijn
als huizen van baksteen en couran
ten, over de onbeduidendheid van de
pers, die „drukinkt op papier"
Een gelukkige, maar óók noodzake
lijke verbetering I
TURKIJE EN BULGARIJE.
De grootvizier heeft mededeelt ng
gedaan van de afzending van een
nota aan de Bulgaarsche regeering
ten aanzien van het incident-Geschoff.
Turkije zou geenszins een beleedi-
ging van Bulgarije bedoeld hebben.
(Wat dan wel I
Daar de nota geenerlei mededeeling
bevat aangaando de door Bulgarije
geëischte genoegdoening namelijk
erkenning van den diplomatieken
agent van Bulgarije oordeel men
in diplomaieke kringen, dat do nota
slechts in zeer geringe mate zal bij
dragen tot de oplossing van het in
cident
DE JONG-TURKEN.
Gemeld wordt, dat Von Aehrenthal
bij de ontvangst van Ahmed Rïza,
den jong-Turkschen leider, met vol
doening vastgesteld heeft, dat de ver
andering van Turkije zonder bloed
vergieten heeft plaats gehadhij
sprak de hoop uit, dat men in orde
en vrede zal voortgaan.
Ahmed Riza antwoordde hierop,
dat het geheele streven de strekking
heeft- van een vreedzame ontwikke
ling. De jong-Turksche partij zeide
hij zal voortgaan in de buiten
landsche politiek don status quo te
handhaven, en zoo bijdragen tot de
handhaving van den wereldvrede.
In'
PORTUGAL
blijft het rumoerig I De bladen verze
keren, dat er een nieuw complot tegen
de republikeinen ontdekt is. Men ver
zekert, dat de monarchisten, gehol
pen door de katholieke partij, groote
hoeveelheden wapens en munitie bij
eenbrengen.
De katholieke „Portugal" verklaart
dat op het eerste teeken de bureaus
van de republikeinsehe bladen door
1700 welgewapende mannen, hier
voor speciaal aangewezen, zullen be
stormd worden.
Zoowel de republikeinsehe als de
monarchistische bladen zijn het er
over eens, dat de toestand zeer ern-
ig is.
De officieele „Carreiro da Noite"
erkent, dat de autoriteiten verplicht
zijn in allerijl maatregelen te nemen
om een uitbarsting te voorkomen...
CHOLERA.
De cholera woedt in Rusland nog
met onverminderde hevigheid. Steeds
vallen meer slachtoffers
DEENSCHE MINISTERCRISIS.
Volgens een telegram uit Kopenha
gen zal graaf Holstein Lederborg de
nieuwe Deensche eerste-minieter we
zen. Hij is gisteren een uur lang bij
den koning geweest.
EULENBURG'S VRIJHEID.
Men weet, dat Eulenburg om ge
zondheidsredenen zal worden vrijge
laten
In een kort stukje over. het geval
zegt de socialistische Vorwarts scham
per De prins komt niet in het huis
van bewaring, ook niet van gerechts-
wege in een particulier sanatorium,
maar in vrijheid. Wat meer zegt
hij is al in vrijheid. Wij hebben dien
afloop van het zaakje al maanden ge
leden voorspeld
Velen zullen zooul niet schrijven
dan toch wel denken als de Vor-
wörts
Stadsnieuws
DE SULTAN VAN ASAHAN.
Hedenmorgen te 10.48 G. T. kwam
hier aan de Sultan van Asahan met
de beide inlandsche grooten, die hem
vergezellen en den heer Knoppert als
tolk.
Zij werden door den heer A. Kool
hoven als directeur van de Mij. tot
Expl. van 'Staalwaterbronnen aan 't
station ontvangen en begaven zich
naar het Brongebouw, waar bet noen
maal werd gebruikt. Van het aan
vankelijk ontworpen plan om een be
zoek te brengen aan de installatie
van de Maats, in de Haarlemmer
meer kon niet komen, daar de be
schikbare tijd te kort was.
Na den maaltijd namelijk werd de
hooge Indische bozoekex aan het Ko
loniaal Museum verwacht, waar de
heer Dr. M. Greshoff, directeur van
het Museum, zelf hun rondleiden zou.
Concert in de Bron'.
Om da mooie avonden zal het
strijkconcert van het Haarlèmsch
Muziekkorps hedenavond niet in de
zaal, maar buiten in het park wor
den gegeven.
GEEN LEVERVERGIFTIGING.
Uit een door een vau onze mede
werkers ingesteld onderzoek blijkt,
dat aan de ziektegevallen in het
Leldschekwartier het eten van lever
geen schuld heeft. Dit praatje is,
naar het schijnt, het eerst door een
vrouw verspreid en heeft daarop (le
vlucht genomen, die zoodanige ver
halen al spoedig krijgen. De lever in
quaestie was versch en gestempeld
van het abattoir gekomen. De bewo
ners van het Leidsche kwartier kun
nen du3 gerust zijn. Er is geen ge
vaarlijk vleesch in omloop geweest
en wij vertrouwen, dat met deze ver
zekering ook het wantrouwen tegen
een slager, die nota bene met namo
genoemd werd, zal zijn verdwenen.
De man en zijn waar zijn aan het ge
beurde volmaakt onschuldig.
Int-usschen zal gevraagd worden,
waaraan dan wel de ziekteverschijn
selen, die bij verschillende personen
i 1 het Leidschekwartier voorkwamen,
zijn toe te schrijven. Het is toch niet
te loochenen, dat zich bij volwasse
nen en kinderen braken en diarrhée
heeft voorgedaan. Intusschon Is dit
niets buitengewoons. In eten zomer
en in don nazomer geschiedt dat
meermalen, de doctoren noemen dat
zomer-diarrheën. Ze ontstaan door
het eten van onrijpe of bedorven
vruchten „en ook wel door kouvatten,
daar de menschen in de onverwachte
warmte overdag veel transpireeren
eh in den frisschen avond, sterk af
koelen.
Eén gezin in het Leidschekwartier,
dat door Dr. ten Oever behandeld is,
had bijvoorbeeld beschimmelde drui
ven gegeten. Do heele familie, vader,
moeder en de. kinderen, was er ziek
van geworden, maar "alleen de moe
der is nog niet geheel hersteld, al do
anderen zijn weer volkomen in orde.
Ook andere familiën, bij wie dezelf
de medicus voor dezelfde verschijnse
len geroepen werd, hadden in 't ge
heel geen lever gegeten en, om aan
het leververhaal voor goed een einde
te maken, zij meegedeeld, dat Dr.
ten Oever aan geheel gelijke ver
schijnselen patiënten heeft midden
ia de stad en buiten de Amsterdam-
sche poort.
Ook Dr. Ootmar heeft verklaard,
dat de ziektegevallen die hij waar
nam, niets met het eten van lever
hebbon uit te staan.
Uit dit alles blijkt dus zonneklaar,
dat de lever het niet is", die 't kwaad
heeft verricht, maar dat vruchten van
slechte qualiteit en snelle tempera?
tuurswisseling wel de schuldigen
kunnen zijn. Derhalve is het genees
middel eenvoudig: koop nooit bedor
ven vruchten, al kreeg je ze ook pre
sent en werp onrijpe vruchten weg,
zoodra je bespeurt, dat ze onrijp zijn.
Wees verder voorzichtig met de koe
le avonden, kleed u niet te dun om
dat 't over dag warm kan zijn en
ge zult verschoond blijven van de
onaangenaamheden, die braking en
dianrhee worden gonoemd.
BROOD OP ZONDAG.
Het Centraal Bestuur van den R.
K Volksbond heeft aan den Minister
van Oorlog een adres gezonden,-
waarin het er de aandacht op ves
tigt, dat over het algemeen In het
bröodbakkersbedrijf des Zondags
geen versch brood wordt geleverd en
dus des Zaterdags een zoogenaamde
dubbele dag wordt gewerkt. Zelfs
Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenha-
ge, zoo lezen wij in het request, en
verder de meeste groote plaatsen van
ons land geven hierin een prijzens
waardig voorbeeld, ja meer nog de
Militaire bakkerijen, die zelfs algo
heele Zondagsrust In acht nemen.
Alleen Haarlem maakt hierop een
ongunstige uitzondering en is' daarin
zeer ten achter. Aldaar wordt des
Zondags ln de broodbakkerijen ge?
werkt en ook versch brood bezorgd
bij de cllëntèlej aldaar heerscht dus
nog eens alleszins ergelijke toestand]
geen Zondagsheiliging noch Zon»,
dagsviering voor do arbeiders ln de
bakkerijen.
Door onze vakorganisaties, in velt
eeniging met anderen, is reeds alles
gedaan, om aan dien toestand to<)
mogelijk een einde te maken, doch
alle9 stuit, helaas, af op de onwillig,
hoid van de Haarlemsche Broodfa
briek, die daarin hoofdzakelijk ge-
isteund wordt door de levering van
brood aan de cantine dar Infanterie-