RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Abuis.
De Nienwe Wedstrijd.
Bob en zijn Juffrouw.
Brievenbus
SAMRUBRIEK.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle inge
bonden door jongens en meis
jes, die „Voor onze Jeugd" le
zen. De namen der kinderen,
die mij vóór Donderdagmorgen
goede oplossingen zenden, wor
den in het volgend nummer be
kend gemaakt).
1. (Ingezonden door Lene. Heintz-
b erger).
Op welke banken wordt nooit ge
zeten
2. (Ingezonden door Henri Cou-
tinho).
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven stad
Ga naar boer Hoojer I 15 zal em-
anerè vol melk klaar zien staan.
8. (Ingezonden door J. G. Bos
man).
0 0 0
O B R
L L L
Plaats deze letters zoo, dat (Ie eer
ste rij hetzelfde woord vormt als de
ïste regel, en dat op den eersten re
gel een gewas, op den tweeden rege1
een lichaamsdeel en op den derden
regel iets, dat heel pleizierig is,
staat.
4. (Ingezonden door Beppie Mayer).
Wat vindt men in een ledig huis
5. (Ingezonden door Betsy en Trijn-
- tje Frölich).
Ik ben onmisbaar in het huisgezin.
Omgekeerd ben ik een water.
Wat ben ik
6. (Ingezonden door Annie en Ma
rie van Zutphen).
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven plaats
De oude Stien staat op het hoekje
van de straat.
7. (Ingezonden door Jan Rienstra).
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven bloem
Gebruik schoon water en gooi dat
vuile liever weg.
8. (Ingezonden door Gretha Kuy-
per).
Mijn eerste zit in mijn tweede.
Mijn eerste is een viervoetig dier.
Mijn tweede hebben zoowel de
menschen als de dieren.
9. (Ingezonden door Kuurtje Aarts)
Mijn geheel beslaat uit 16 letters
en is iets, dat ik gaarne doe.
5 9 6 10 is een heerlijk gerecht.
10 2 3 1 4 is een viervoetig dier.
12 8 is een veirvoetig dier.
16 6 15 11 is een verkorte meisjes
naam.
13 9 7 is een muzieknoot.
10. (Ingezonden door Frans en Jo
van Egmond).
Met een n doe ik zeer.
Met een z behoor ik een vorst toe.
Met een k gebruikt de huisvrouw
mij.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. De letter O.
2. De touwslager.
3. Zevenbergen.
4. Beter één vogel in de hand, dan
tien in do lucht.
5. Zonnebloem.
6. Kraantjelek.
7. Avontuur, avonduur.
8. Assendelft.
9. De bijenkoningin.
10. De onschuld.
Goede oplossingen ontvidg ik deze
week van
Jan en Roeland van Vendeloo 8.
Arie Noorloos 8.
Grietje Kwantes 10.
Jo en Frans van Egmond 8.
W. F. Itjeshorst 8.
Kuurtje Aarts 9.
Nanne Nauta 8.
Zus Duursma 10.
Betsy Kuyper 5 (van de vorige
week).
Martinus Bonke 9 (van de vorige
week).
Martinus Bonke 10 (van de strik
vragen).
Martinus Bonke 8.
Cato Bonke 8.
Frans Geijlvoet 9 (van de vorige
week).
Gretha v. d. Munnik 8.
Marie Ottolini 8.
Wilh. M. He ijl 7.
Hendrik Versteeg 3.
Truus van der Linden 8.
Nelly Aarse 9.
Betsie en Trijntje Frölich 9.
De vacantia is voorbij en vergeten.
De avonden zijn weer lang. Nu ver
langen jullie zeker naar eou gezellig
workje, om je 's avonds in huis niet
te vervelen. Nu, jongens en meisjes,
ik heb weer _wat voor voor jullie te
doen, want de nieuwe wedstrijd is
EEN ST. NICOLAAS-WEDSTRHD
Nu weten de oudjes het al I Maai
do kinderen, die nog pas kort met
ons meedoen, cf misschien wel net
voor het eerst mee willen doen, we
ten nog niets ik zal het je dus maar
weer eens precies vertellen.
Deze wedstrijd bestaat uit het in
zenden van een stuk eigengemaakt
speelgoed. En het heet een Sinl Nico-
laas-wedsrijd, omdat dat speelgoed,
dat jullie zelf gemaakt hebben, op 5
December gegeven wordt aan heele
arme kindertjes, die anders heele-
maal niets zouden krijgen. Je be
grijpt, hoe heerlijk het voor hen is,
als wij Sint Nicolaas een handje hel
pen, zoodat de kinderen, die hij an
ders met leege handen voorbij zou
gaan, dan toch ook een prettlgen dag
hebben.
Nu moet ie je maar eens goed be
denken en iets heel moois verzinnen.
Verleden jaar kreeg ik wel zulke
prachtige inzendingen, dat ik er
soms versteld van stond. En de mees
te dingen bestonden uit hout, of car
ton, of papier, of lapjes, of alles bij
elkaar en wat verf er op, ec wat lijm
er bij neen maar, wal konden jul
lie daar een boel mee doen Ik had
van alles met elkaar weJ een stad in
't klein kunnen bouwen daarvoor
waren er heusch haast poppen, win
kels, kamers, meubeltjes, wagentjes,
enz., genoeg. En dc meesten zagen er
zoc keurig uit, dat hei wel leek, of ze
regelrecht uit den winkel kwamen.
En hoe blij de arme kindertjes er
mee waren, dat weten jullie ook nog
v/el van verleden jaar, hè Herinner
je je den brief van Pietermanknecht
nog wel Nu, ik ben nieuwsgierig,
of mijn jongens en meisjes zich dit
jaar weer zoo kranig zullen houden
En omdat er bij dezen wedstrijd al
tijd zulke bijzonder mooie inzendin
gen komen, zullen er ook dezen keer
bijzonder mooie prijzen beschikbaar
zijn.
In de Eerste Afdeeling, waarin mee
mogen doen jongens en meisjes van
elf jaar of jonger, zal de eerste prijs
bestaan uit
EEN TOOVERLANTAARN
of
EEN PAAR SCHAATSEN,
en de tweede prijs uit
EEN THEESERVIES
of
EEN FIGUURZAAG.
Verder worden in deze afdeeling
drie premiën toegekend. Dit zijn
BOEKEN IN PRACHTBAND.
In de Tweede Afdeeling, waarin
mee mogen doen jongens en meisjes
van 12 jaar en ouder, zal de eerste
prijs zijn
EEN HORLOGE
of
EEN PHOTOGRAPHIETOESTEL,
en de tweede prijs
EEN ZAKPORTEFEUILLE
of
EEN VERGROOTGLAS.
Ook in deze afdeeling zijn drie pre
miën, namelijk DRIE BOEKEN IN
PRACHTBAND.
Alle inzendingen moeten vóór 10
November in mijn bezit zijn. Je hebt
nu dus nog een fliuken tijd. Maar,
stel het beginnen niet te lang uit I
Beier te vroeg klaar, dan te laat. En
je kan soms eens tegenspoed hebben,
met verf of lijm, die niet drogen wil.
Hoe minder haast, hoe netter, is het
meestal I
En verleden jaar waren er verschei-
denen, die het niet op tijd af konden
krijgen, dus nu beter opgepast, hoorl
Denk er dan om, dat je bij iedere
inzending duidelijk je naam, leeftijd
en woonplaats zet.
Zie zoo, bedenk nu maar iets mooie
en werk prettig I
door
Dina Meeter,
oud 10 jaar.
Naar Apeldoorn zou ik gaan,
O, wat was ik blij.
Ik liet mijn eten er haast van staan
Zoo verheugde ik mij.
Maar tante schreef een langen brief
Dat er ziekte was in huis.
Zij schreef „Het spijt mij, Dina lief,
Je vreugde was abuis
(Vervolg en slot).
Op zekeren dag, eenige weken na
da buitenpartij, vroeg Margreet aan
Bob, of hij 's middags mee ging een
groote wandeling maken. Zij wilde
bij een vriendinnetje dat nogal ver
weg woonde een jong poesje, dat zij
haar beloofd had, gaan halen; Bob
kon dan helpen het katje naar huis
te dragen.
„Dat is goed", zei Bob,„ik wil wel
mee. Maar 't is erg vervelend, dat
juffrouw Laan ook mee moet!"
Na de koffie gingen zij op weg.
Bob had een stuk bij zich en toen zij
langs eenige tuinen met ijzeren hek
ken liepen, liet hij zijn stok daar
langs glijden, wat een hard en ver
velend lawaai maakte.
„Bob! Ik vind dat geluid heel lee-
lijk", zei juffrouw Laan plotseling.
Zou je dat niet willen laten?"
Bob hield er mee op, maar hij was
boos en uit zijn humeur en liep, zon
der een woord te spreken en met een
knorrig gezicht verder.
Leni liep met de juffrouw een eind
je vooruit. Plotseling keerde ze om,
liep een eindje terug en riep: „Zeg,
we mogen langs de rivier, in plaats
van den straatweg. Is dat niet heer
lijk. 't Is wel een half uur korter en
veel mooier. Vind jij 't ook niet leuk,
om langs de rivier te gaan, Bob?"
„Niet met juffrouw Laan", zei Bob,
„ik wou, dat ze er in verdronk!"
„O, Bobl" riep Leni.
„Dat mag je niet zeggen, Bob,"
zei Margreet. „'t Is slecht, om zulke
dingen te wenschenl"
„Wat hoeft ze ook altijd met ons
mee te gaan!" bromde Bob.
Leni keek verdrietig, want ze merk
te wel, dat Bob In een heel onplezie
rige stemming was, maar ze liep weer
vooruit en begon met Juffrouw Laan
een groote bouquet wilde bloemen te
verzamelen.
„Juffrouw", vroeg ze, toen ze al
een heeleboel geplukt hadden, „zou
u niet even een paar van die water
lelies voor mij willen plukken? Ze
zouden bij die bruine beukebladeren
zoo mooi staan en u kunt er hier ge
makkelijk bij!"
„Wel zeker, Len.i", zei juffrouw
Laan, en ze liep naar den kant en
bukte zich. Maar opeens gleed zij
uit. en vóór de kinderen er op ver.
dacht waren, hoorden zij een plons
en zagen zij haar in de rivier ver
dwijnen.
Margreet en Leni begonnen van
schrik hard te gillen: maar Bob kreeg
een gevoel alsof bij versteende.
Een oogenblik kon hii zich niet ver
roeren en geen geluid geven. Er was
niemand in den ganschen om
trek te zien! Maar aan den overkant
stond op een kleinen afstand een
herberg en gelukkig de waard
hoorde de doordringende kreten, die
de meisjes slaakten.
Hij liep naar buiten, sprong in
zijn boot en roeide uit al zijn macht,
om te zien, wat er gebeurd was.
De kinderen hielden op met gillen
en wachten ademloos tot de man bij
hen zou zijn. Juist op dat oogenblik
kwam er iets donkers aan de opper
vlakte van het water en hoe de
waard er in slaagde om juffrouw
Laan omhoog en in de boot te trek
ken, zouden de kinderen niet hebben
kunnen navertellen.
Toen kwam Bob weer tot zichzelf.
„Ik zal een dokter halen!" riep hij
en rende weg, zoo hard hij kon. Nog
nooit had hij zóó hard geloopen, en
den geheelen weg vervolgden hem
zijn eigen woorden: „Ik wou, dat ze
er in verdronk."
O, als ze nu toch eens niet weer
bij kwam I
Dokter Smit was op het punt uit
te rijden, toen de jongen, geheel bui
ten adem, op hem afkwam. Bob kon
eerst bijna niet spreken, maar de
dokter begreep al gauw, dat er iets
ergs gebeurd was. Hij tilde hem in
zijn wagentje en reed onmiddellijk
naar de herberg.
Zij vonden de twee meisjes voor
de deur staan, te midden van een
menigte menschen, die al van alle
kanten kwamen aanloopen.
De dokter liep, zonder een woord
te spreken vlug naar binnnen en
vond in een zijkamer juffrouw Laan
op een bed liggen. De waardin en
eenige anderen stonden er bij. De
dokter zag, dat de zaak heel ernstig
was en begon onmiddellijk met de
kunstmatige ademhaling. De waard
liet intusschen de drie kinderen in
een andere kamer wachten. Na eeni-
gen tijd, het leek de kinderen toe, of
zij er al uren zaten, kwam hun moe
der, en spoedig daarna kwam de
dokter bij hen binnen, om te zeg
gen, dat juffrouw Laan haar alle
waarschijnlijkheid goed wasl De kin
deren werden toen dadelijk met een
rijtuig naar huis gestuurd en hun
móéder bleef dien nacht in den her
berg om te helpen oppassen.
Het duurde verscheidene dagen
vóór juffrouw Laan vervoerd mocht
worden, en de kinderen werden niet
bij haar toegelaten, maar hun moe
der had de zorg geheel op zich ge
nomen, en ofschoon haar zenuwge
stel een gevoeligen schok had gekre
gen, begon de beterschap toch lang
zamerhand te komen.
Eens op een dag zat juffrouw Laan
in een .gemakkeiijken stoel bij het
raam en Bob zat op een laag stoeltje
bij haar.
Hij gevoelde zich gewichtig, want
daar zijn moeder dien dag noodzake
lijk uit moest, had zij hem gevraagd,
om zoolang haar plaats in te ne
men.
Bob was hier heel blij om, want hij
had een ellendigen lijd gehad, gedu
rende haar ziekte.
Dien dag waren Margreet en Leni
op visite bij een tante en dus was
Bob den geheelen dag alleen met
haar thuis. Wat had hij een spijt ge
had van zijn onaardig en onhebbe
lijk gedrag en wat had hij er naar
verlangd, om haar te kunnen zeggen,
dat hij er berouw over gevoelde.
Het scheen hem iel kens toe, of het
ongeluk in verband stond met zijn
onnadenkende woorden.
Toen hij bij haar zat, voelde hij
zich eerst erg onhandig en verlegen,
en wist niet, wat- hij zeggen zou.
Maar juffrouw Laan zei
„Wat een lange vacant ie hebben
jullie nu, Bob i Als ik beter ben, zal
jij wel weer naar school gaan. Ik
denk wel, dat je daar erg blij om
bent. Je zal den omgang met je vrien
den wel gemist hebben."
Arme Bob In zijn hart wenschte
hij, dat hij nog een poos les van
haai* zou krijgen, omdat hij door zijn
veranderd gedrag dan zijn berouw
zou kunnen toonen.
„Ik geloof toch niet, dat je het
Latijn vergeten bent?*' ging juf
frouw Laan voort.
Toch hield zij plotseling op, want
ze *ag, dat Bob's oogen vol tranen
stonden, en zij wilde over iets an
ders beginnen. Maar het was te
laat. Vóór Bob er om kon denken, of
dit wel goed was voor juffrouw
Laan's gestel, had hij al zijn leelijke
gedachten opgebiecht.
Hij stortte zijn hart uit en vroeg
haar, of zij hem kon vergeven.
En toen troostte juffrouw Laan
hem en bracht hem weer tot kalmte,
en zei, dat ze er nu niet langer over
moesten praten, en dat ze nu ai lang
weer goede vrienden waren.
En toen eindelijk zijn moeder thuis
kwam, vond zij Bob en juffrouw
Laan zoo vroolijk bij elkaar, als zij
zo in lang niet gezien had. En zij
vond, dat juffrouw Laan in dezen
éénon middag meer ongeknapt was,
dan in tien andere.
Yacautie.
door
Ruurtje Aarts,
oud 13 jaar.
Als het vacantie is, kan het niet
missen,
Of iedere jongen gaat eens uit rs-
schen.
I-lij, die veel vangt, is dan een piet,
En d' anderen zijn het natuurlijk
niet.
Mijn broertje mocht ook visschen
gaan.
En had de grootste pret.
„Zie zegt hij, „er zit er reeds een
aan 1"
Haalt op en ving een oude pet I
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Mej.
M. C. van Doorn, Wagen
weg 88, Haarlem).
HUBERTUS B. Zit ik altijd maar
te lezen Ik beloof je, dat *k nu
voortaan beter zal oppassen, hoor
Wat heerlijk, dat je ook naar het
circus geweest bentje zult zeker wel
erg gelochtn hebben om de clowns
Wat een grappig verhaal heb je me
er over verteld Bij die appelgeschie
denis dacht ik eerst heusch, dat je
me het verhaal van Willem Teil wil
de vertellen heb je dat wel eens ge
lezen Maar die raakte den appel
wel degelijk Wat was ik blij met
die mooie bloemen, die je me weer
brachtHet was een prachtige ver
rassing voor me, toen ik thuis kwam'
Heb je die mooie kleuren zelf voc*
me uitgekozen Hoe kon je zoo mooi
raden, dat ik zooveel van roode bloe
men houd Ik hoop, dat ze nog lang
frisch zullen blijven
NICO T. Nu nog twee nachten
slapen, Nico, en je bent jarigIk
ioliciteer je vast wel, hoor Wat zal
dat weer een heerlijken dag zijn, hè?
Ik wed, dat Herman haast even blij
is, als jij. Was het maar op Zondag,
dan kwam 't nog gauwer en dan
hoefde je niet naar schoolTracteert
Moeder nu 's avonds
BETSY K. Je raadsels heb ik
gekregen, en zal ik gauw eens plaat
sen. Heb je ze alleen bedacht Of
heeft iemand je er aan geholpen Je
briefje kwam te laat, om de vorige
week nog beantwoord te worden.
TINUS B. Ja, Tinus, de vorige
week was je briefje net te laat geko
men. Het is jammer, dat je er je
nog zoo meS gehaast hebt, maar en
fin, vroeg opstaan is gezond en dat
doe je dus niet voor niets. Hoe laat
sta je anders meestal op Ja, jullie
zijn heel trouwe briefschrijvers, hoorl
Ik vind het zoo gezellig, om iedere
week die vaste briefjes weer in de bus
te vinden. Vind je het ook prettig,
als je zoo'n lange terug krijgt Je
mag je boek natuurlijk gerust nog
een week houden. Vind je het mooi
Er zijn nog meer kinderen, die om
het boek van Anton de Wit gevraagd
hebben. Ik hoop dus, dat hij gauw
komt. Wat een lange vacantie van
Zondagschool hebben jullie Op wel
ke ben je En wat voer je nu den
heelen Zondagochtend wel uit
CATO B. Ja, Cato, je had ook
keurig geschreven I Je eervolle ver
melding was dubbel en dwars ver
diend. Schrijf je nog wel eens meer
iets, behalve de brieven aan mij Pas
maar goed op, dat je het schrijven
niet verleert, nu je van school af
bent. Dacht je, dat ik boos zou zijn,
omdat jij, in plaats te schrijven,
zoo'n prachtige wandeling gemaald
hebt met de jongens Neen, hoor
Iloe meer je wandelt, hoe beter Het
13 gezond voor je I en Moeder vindt
het, denk ik, wel pleizierig, als de
jongens zoo veilig met jou de deur
uit zijn. Vind je het bosch niet prach
tig Ik verbaas mij er altijd over,
dat er nog niet veel meer kinderen
spelen. Gaan jullie ook wel eens
naar de duinen Op 3 October eten
jullie zeker hutspot, hè, net als de
Leidenaars I Ik denk, dat je October
weer een prettige maand zult vinden.
Je raadsels zal ik bewaren.
FRANS G. Schrijven met inkt
is moeilijk, Frans I Doe maar goed
je best, dan gaat het boe langer hoe
beter Schrijven je vingers ook mee,
of blijven die schoon 't Is ook zoo
naar, dat inkt dadelijk vlekt, vind je
niet
GRETHA v. d. M. Je raadsels
waren goed, zooals je bij het lijstje
kan zien. Als je het prettig vindt, om
briefjes in de courant te krijgen,
moet je mij ook maar trouw schrij
ven, en vertel me dan maar een hee
leboel van je zelf, dan leer ik je zoo'n
beetje kennen.
MARIE OTTOLINI. Ik vind het
best, als je ook mee doet, Marie.
Vooral het zevende raadsel vonden
de meeste kinderen moeilijk. Het is
dus niets erg, dat je er een paar niet
gevonden hebt.
NANNE N. Je hebt een prachtig
raadsel gestuurd, hoor Heb je dat
zelf alleen gemaakt Dan kan je een
volgenden keer met een rijmwed-
strijd ook wel mee doen Ik vind het
erg prettig, als ik de volgende week'
eene beschrijving van de bioscope
van je krijg.
ZUS D. Ik hoop, dat het ee;
aardig meisje is. Zij vond het Kopj*.
zeker erg mooi, want in Schagen is
het lang zoo mooi niet. Ben jij daai
wel eens geweest? Ik ben blij, dat
juffrouw W. het bosk ook aardig
vond. Ga je wel eens met juffrouw
L W. wandelen, of hoe ken je die
zoo
ARIE N. Nu ik weet, dat jo zoo
veel van treurige verhalen houdt,
ben ik verlangend te hooren, hoe je
je premie vindt. Wil je mij dat eens
precies schrijven Lees je veel
JO en FRANS VAN E. Er komt
bijna geen „Zaterdagavond", of er
is ook een briefje voor jullie in de
courant, is 't niet Maar we schrij
ven elkaar tegenwoordig geen hee1
lange brieven, vind ik. Doe je aan
den nieuwen wedstrijd ook weer
mee
WILHELMINA F. I. Ja, een
eervolle vermelding had je met je
prachtige drukletters wel verdiend
Heb je er veel werk aan gehad V Valt
de nieuwe wedstrijd je nogal mee
De groeten aan Jo
RUURTJE A. Nu, dat het pene
verrassing voor je was, wii ik graag
gelooven, hoor Nu moet je me maar
eens precies schrijven, hoe je het
boek vindt. Zijn die andere boeken,
die je hebt, ook mooi en hoe -heeten
ze Dat zusje, dat bij je was, was
dat Jo Dan is ze grooter, dan jij,
hè Het eerste raadsel was fout,
maar het zevende heb je mooi be
dacht dat heb ik ook goed gere
kend.
WILH. M. HEIJL. Ik ben blij,
dat je grootvader weer zooveel beter
is. Ik kan me begrijpen, dat het een
heele verrassing was, toen hij op
eens weer aar» tafel zat. We zullen
hopen, dat hij nu maai gauw weer
even flink is, als vroeger. Vond je
den Hout niet mooi W aar woon je
liever, in Utrecht of in Haarlem
Wil je mijn groeten aan je Moe
doen
HENDRIK V. Vergeet nu de
raadsels maar niet weer, Hendrik
Heb je 't zoo druk, Jat je iederen
avond maar twee raadsels kunt op
lossen Ja, ik vond de versjes heel
aardig. Vind jij versjes maken
moeilijk
TRUUS VAN DER LINDEN. - Ja,
er waren een paar moeilijke raadsels
bij. dezen keer. Je heb me nu goed
op de hoogte gebracht van al de zus
jes en broertjes, hoor Kan Toetic il
lo3 loopen Ja, aan zoo'n kleintje ;s
heel wat op te passen, dat weet ik
ook welvóór je het ziet, heeft ze al
iets omgetrokken, of stoot ze haar
bolletje, is :t niet Kau ze al een
paar woordjes zeggen Gaat Cornell's
ai naar school Corrie gaat zeker al
op de groote school En leest Jacoba
ook al eens in onze „Zaterdag
avond" Ik vind, dat Annie ook al
heel netjes gaat schrijven. Ik heb je
niet gezien, toen jullie de .raadsels
brachten.
NELLY A. Uet eerste raadsel
was niet goed, Nelly. Dat is jammer,
hè, anders had je ze alle tien goed
gehad. Maar je ziet aan het lijstje
wel, dat er niet veel kinderen waren,
dia ze allemaal goed hadden. Ga je
nu voortaan aan de wedstrijden ook
mee doen Schrijf me dan maar eens
hoe je dezen wedstrijd vindt
M. C. VAN DOORN.
ook andere voorwerpen uit het pa
lais-Bourbon meenemen, zooals hand
doeken bij de fonteintjes, stukken
zeep, borstels, enz. Ten minste jaar
lijks moet er voor 10.000 francs wor
den aangeschaft.
Aan lucifers wordt jaarlijkscli ver
bruikt voor2000 francs.
Verder worden er nog meer fefien
van „vrijmoedigheid" verteld, die
aan het ongelooflijke grenzen.
Twee bronzen kandelaars verdwe
nen op een goeden dag uit de zaal,
bestemd voor een hoofdredacteur.
En in dezelfde week werd een mcw
numentale pendule uit de zaal der
ministers weggenomen.
Het schijnt wel, merkte de schrij
ver op, of wij zijn teruggekeerd tot
de tijden van Bodewijk XIV, toen het
tafelzilver das Iconings werd ont
vreemd uit het paleis to Versailles.
EEN DUUR PORTRET.
Van den Belgischen schilder Wiertz
verhaalt men het volgende
Iiij begon naam te krijgen en was
tevens als portretschilder in de mo
de, zoodat liet tot don goeden toon
behoorde, zich door hem te laten
schilderen. Zoo kreeg hij op zekeren
dag op zijn atelier bezoek van zeke
ren notaris Von Speek, bekend we
gens zijn rijkdom en gierigheid.
De prijs, dien Wiertz hem noemde
(10.000 franks) viel hem lang niet
rr.ee. Wiertz, die in -uidere omstan
digheden waarschijnlijk nooit een
centime zou hebben laten vallen, had
evenwel zooveel schik in den karak
teristieken kop van den notaris, dat
hij zich voor den spotprijs van 3000
franks bereid verklaarde Von Speek
te schilderen.
Nauwelijks had deze zijn hielen ge
licht, of Wiertz toog aan 't werk en
schilderde uit zijn geheugen 't portret
van den notaris zóó snel en zóó wel
gelijkend, dat hij er zelf verbaasd
over was. Het portret was genomen
en face, terwijl de rechter elleboog
rustte op een tafel met papleren en
allerlei notarieele stukken.
Ma den volgenden dag nog het een
en ander geretoucheerd te hebben,
liet Wiertz het portret bij den notaris
brengen. Maar deze was er hoogst
verontwaardigd over, dat de kunste
naar het met het portretteeren van
een man als hij zoo luchtigjes had
opgenomen. Zonder poseeren was een
man van zijn kracht immers niet te
treffen, enz. enz. enz. En hij zond het
portret met een hoogst onheleefden
brief* terug.
Met een paar streken veranderde
toen de geniale artist in een oogen
blik tijds het geheele portret. Het ge
laat liet hij zooals het was, maar de
houding maakte hij meer gebogen, de
oogen loenscher, de kin puntiger, ter
wijl hij den achtergrond veranderde
in een steenen muur met een tralie
venster en de tafel met papieren
plaats maakte voor een schraag,
waaronder een bos stroo, een kruik
en een stuk droog brood. Verder
schreef hij met groote letters onder
het stuk „in de schuldcevansenis".
Toen zond hij het, ter expositie,
naar den kunsthandel van Sem Mel-
chlor.
Heel Brussel bewonderde het stuk,
maar geen half uur duurde het, of
een der vrienden van Von Speek
kwam er langs en geen vijf minuten
later wist de notaris, dat en hoe hij
was tentoongesteld.
Onmiddellijk reed hij naar Wiertz,
die' hem uiterst kalm ontving en zijne
dreigementen aanhoorde, als waren
het loftuitingen. Het eenige wat hij
zei de en dat was de waarheid
was, dat Vo» Speek hem dadelijk
zwart op wit had gemeld, dat een
portret, zoo vluchtig neêrgegooid, im
mers nooit kon gelijken.
Hoe nijdiger de notaris werd, des te
onverstoorbaarder bleef Wiertz.
Toen het slachtoffer kern eindelijk
aanbood de 3000 franks te betalen,
vroeg hij er 15.000 bij wegens cle aan
gebrachte veranderingen, en toen
Von Speek daarop niet spoedig ge
noeg toebeet, 30.000 franks.
Inderdaad heeft de notaris ten
slotte die sotu Toor de schilderij moe
ten betalen, allean om haar, te hui3
gekomen, te kunnen vertrappen, in
reepen te snijden ?n te verbranden.
Wiertz behield 3Ó00 franks voor zich
en gaf de rest, 27.000, aan de annen.
HAARLEMS CHE DAMCLUB.
PROBLEEM No. 4 van W. Fermle.
Zwart schijven op7, 8, 15, 22, 23,
28 en dam op 5.
Wit schijven op 20, 33, 34, 87, 39,
42, en dam op 50.
Oplossingen worden ingewacht
vóór 8 October bii den heer J. Meyer,
Kruisstraat 84, alhier.
Oplossing van probleem 2 van den
auteur
Zwart
Wit28 - 22, 27 - 21, 37 - 32, 40 -
34, 35 2. 2 33 1
Goede oplossingen ontvangen van
de hoeren H. A. van Abs, W. J. A.
Matla, Medicus, J. Mulder, W. Nieu-
wenhuozen, Patrizio Ottolini, A. do
Riiddar, P. M. v. d. Sluijs, J. F. Span
jaard, A. M. Verkerk, F. M. v. d.
Werff, C. Serodini en P. J. Oostwou-
der.
Wij maken er nog op attent, dat bij
de ontleding van het eindspel ook
telkens de zetten van Zwart a
geven moeten worden,.
mt
46 47 48 49 W
CORRESPONDENTIE.
Den heeren II. A. v. A. VV. N. A
de R. en P. M. v. d. S. te H.
Uwe opmerkingen omtrent pro
bleem 1 zijn niet juist. Zwart is wel
degelijk gedwongen 18 29 te slaan.
Na 19 28 volgt onmiddellijk Wit 32
1, Zwart 16 7, Wit 1 48 en Zwart
heeft geen kans meer, ook zelfs niet
om remise te maken.
Gaarne willen wij U bij een per
soonlijk bezoek bewijzen, dat Zwart
hierna zeker in ieder© variant verlo
ren is.
Wij raden gen. hoeren aan, zich bij
een der hier bestaande clubs aan te
sluiten.
De Haarl. Damclub houdt des
Maandagsavonds hare bijeenkomsten
bovenzaal Café Suisse, Smedestrant,
terwijl die van de Damclub „Haar
lem" des Donderdagsavonds plaats
hebben, bovenzaal Cafó Neuf, Groote
Houtstraat. Aanvang 8 uur.
VROUWELUKE LOODSEN.
Een Engelsch blad voor de zee-
vaart deelt mede, dat er Ln Denemar
ken, Zweden en Noorwegen vrouwen
als loods worden gebruikt, en vele
gezagvoerders ze boven mannelijke
voortrekken, omdat zij meer geduld
hebben.